RAPPORT WA TERWEGEN THANS BEREND! Van Cauwelaert en Steenberghe kwamen tot overeenstemming Nieuw kanaal krijgt zijtak naar Bath Grootse plannen voor de havens van Terneuzen Nieuwe sluizen te Ter neuzen Kanaal lussen Antwerpen en Moerdijk Opheffing stop van Ter naaien VERSCHIL VAN MENING OVER SPOORWEG- EN HAVENTARIEVEN m Hf* i P "TT b KANAAL '7 ANTWERPEN- I MOERD'JK. DONDERDAG 13 MEI 1954 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 1 f6*oi«rI«meh Het advies over vraagstukken inzake waterwegen en havenproblemen van Nederland en België, in opdracht uitgebracht van de regeringen van deze bei de landen door de heren F. van Cauwelaert en M. P. L. Steenberghe, is thans gepubliceerd. In dit advies worden een aantal voorstellen gedaan ter oplossing van een drietal problemen, die reeds lang tussen Ne derland en België hangende zijn, namelijk de verbin ding GentTerneuzen, de Schelde-Rijnverbinding en de z.g. stop van Ternaaien. De voorstellen kunnen als volgt worden samengev at: IDe onderhandelaars zijn het eens geworden over de bouw van nieuwe sluizen voor de zee- en binnen vaart te Terneuzen, met gelijktijdige verruiming en rechftrekking van het kanaal van Terneuzen naar Gent. In de plannen van deze werken zijn de nodige voorzieningen begrepen om waarborgen te verschaf fen aan de streek met betrekking tot de gevaren van watervervuiling en verzilting en met betrekking tot de belemmeringen, die kanaalverruiming voor het lan dverkeer zou kunnen opleveren. De aanleg op Neder lands gebied wordt voor 15 door Nederland bekostigd. De rest van de aanleg op Nederlands gebied en alle aanlegkosten op Belgisch gebied komen voor rekening van België. De totale kosten werden begroot op 244 millioen gulden of 3.205 Belgische francs. 2 De onderhandelaars hebben het probleem van de Schelde-Rijnverbinding benaderd uit de vooronder stelling, dat deze oplossing binnen het kader van een Economische Unie zal worden verwezenlijkt. On der deze vooronderstelling zijn zij het eens geworden over de aanleg van een kanaal tussen de dokken van Antwerpen en het Hollands Diep bij Moerdijk van grote afmetingen, dat twee sluizen bevat en welks tra- cée zodanig is gekozen, dat het maximum voordeel aan het doorsneden gebied van Noord-Brabant wordt geboden. Mede daarom wordt 20 van de aanleg op Nederlands gebied door Nederland bekostigd, terwijl België de overige aanlegkosten op Nederlands gebied en de volledige aanlegkosten op Belgisch ge bied draagt. De totale kosten worden begroot op 122 millioen gulden of 1600 millioen Belgische francs. 3 Ten aanzien van de stop van Ternaaien zijn de onderhandelaars het eens over een eenvoudige wijze van opheffing van deze stop door werken ten Zuiden van Maastricht, welker aanleg voor 20 door Ne derland en voor 80 door België wordt bekostigd. Daarnaast willen zij de mogelijkheid openlaten om in een later stadium een directe verbinding tussen Albert-en Julianakanaal ten Noorden van Maastricht tot stand te brengen. Ten aanzien van de verbinding GentTerneuzen heeft men zich tevens bezig gehouden met het regime der spoorweg- en haventarieven. De onder handelaars zijn het er in principe over eens, dat de Nederlandse stations op de spoorlijn in het havengebied van Terneuzen in het genot van de Bel gische zeehaventarieven moeten worden gesteld, terwijl ook voor de toe komstige algemene tariefberekening voor alle Nederlandse stati ons op deze lyn een gunstige regeling moet worden overwogen. Verschil van mening bestaat er echter over toekenning van één bijzonder tarief, namelyk het speciaal tarief voor het vervoer van papierhout en kolen tus sen Terneuzen en Willebroek. De onderhandelaars zijn het er verder over eens, dat gelijktijdig met het tot stand komen van een bijzonder regime voor de spoorwegtarieven in het gehele havengebied van Terneuzen, moet worden overgegaan tot heffing van havengelden op zeeschepen. Verschil van mening is evenwel blijven be staan over de vraag, welke hoogte deze havengelden moeten hebben, als mede over het stellen op één niveau met het Belgische peil van de andere havenrechten en taxen van overheidswege geheven. Voorts is men het niet eens geworden over het tijdstip, waarop dit regime der spoorweg- en haven tarieven in werking zou moeten treden. Het rapport SteenbergheVan Cauwelaert werd op 11 Maart van dit jaar uitgebracht aan de beide rege ringen. Het is thans gebundeld tot een brochure van 47 pagina's, waarin ook diverse tekeningen en kaarten zijn op genomen. Het eigenlijke rapport is verdeeld in vier hoofdstukken: I. Op heffing van de stop van Ternaaien, II. Bouw van nieuwe sluizen te Ter neuzen en verbetering van het ka naal TerneuzenGent. m. Verbete ring van de verbinding tussen Schel de en Rijn, en IV. Voorstellen van al gemene aard. De heren Steenberghe en Van Cauwelaert wyzen er in hun inlei ding op, dat zy krachtens hun opdracht een advies uitbrengen, waaraan de beide regeringen niet zyn gebonden. Zy herinneren er voorts aan, dat hun werd opge dragen de grote lijnen vast te stellen en aat eerst in een later stadium aan him voorstellen eventueel de vorm van een ver drag zou worden gegeven. Door Nederlandse en Belgische technische diensten werden ten behoe ve van de onderhandelaars gezamen lijke studies gemaakt over de tech nische aspecten der betrokken vraag stukken. De technische bijlagen zijn dan ook ondertekend door de direc teur-generaal van de Nederlandse Rijkswaterstaat, ir. A. G. Maris en de directeur-generaal der Belgische dienst van Bruggen en Wegen, prof. Ir. G. Willems. DE ROSTEN. Zoals hierboven reeds is aangege ven zijn met de werken, die in het rapport worden voorgesteld, enorme bedragen gemoeid. In de technische bijlagen worden de volgende kosten berekeningen aangegeven: Nieuwe Zeesluis Terneuzen en ver ruiming kanaal GentTerneuzen, werken op Nederlands gebied 138 mil lioen gulden of 1.815 millioen Belg. frs., werken op Belgisch grondgebied 106 millioen gulden of 1.390 millioen Belg. francs. Schelde-Rijnverbinding, werken op Belgisch gebied 26 millioen gulden of 342 millioen Belg. frs., werken op Ne derlands gebied 96mill, gulden of 1.258 millioen Belg. francs, noordelijke op lossing 18.6 millioen gulden of 245 lossing 29 millioen gulden of 381 mil lioen Belg. francs. Tfjolcn Rjpoa <rn ooa f Stop van Ternaaien, zuidelijke op lossing 18,6 millioen guden of381 mil lioen frs. Wanneer de zuidelijke oplossing bij de stop van Ternaaien wordt geko zen is met de werken, die in het rap port worden voorgesteld een totaalbe drag gemoeid van 384,6 millioen gul den of 5.050 millioen Belg. frs. Wordt de noordelijke oplossing bij Ternaai en gekozen, komt men aan een totaal- L. STEENBERGHE tarieven bedrag van 395 millioen gulden of 5186 millioen Belg. francs. Voor rekening van Nederland komt volgens globale schatting f 43.620.000. Verklaring Hoo0örb«i<»e - Ber<mcfrcc kh mm KAM AAL. sc Htrrsuats MM DVk OF DAM j BEör fóOt ÖÊ.WOO?! V£W£I3 De huidige vaarweg tussen Schelde en Rijn door de zogenaamde tussen wateren geeft naar Belgische opvatting geen voldoening, omdat zij noch goed, noch veilig, noch geschikt is. Daarom verlangt België, dat er tussen Antwerpen en het Hollands Diep een kanaal in vaste grond wordt gegra ven, dat gelijkwaardige kenmerken vertoont als het nieuwe Amsterdam- Rijnkanaal. Naar Nederlandse opvatting voldoet echter de bestaande vaarweg door de tussenwateren wel degelijk aan de behoefte van het scheepvaartverkeer. Een nieuwe verbinding, zoals door België verlangd, zou onvoorzienbare ge volgen voor de economische verhoudingen tussen de zeehavens van beide landen kunnen hebben. Zolang de economieën van beide landen gescheiden blijven, zou Nederland het risico van deze gevolgen niet kunnen lopen. Daarom kan de aanleg van een kanaal, als door België verlangd, alleen in overweging worden genomen, indien deze aanleg tót stand komt binnen het kader van een Economische Unie tussen de beide landen. Er dient dan een kanaal gegraven te worden vanuit de dokken van Ant werpen, dat uitmondt in het Hollands Diep bij Moerdijk. Dit kanaal moet een lengte van ongeveer 60 km heb ben; het loopt gedeeltelijk door de Oosterschelde en vervolgens door het MILLIOENENPROJECT Kanaal naar Gent wordt voor grote zeeschepen geschikt De bestaande zeesluis te Terneuzen laat de doorvaart van grote zee schepen niet toe. België velangt daarom de bouw van een nieuwe sluis met zodanige afmetingen, dat ook schepen van grote tonnemaat de haven van Gent kunnen bereiken. Gelyktydig moet dan het tracé van het kanaal wor den rechtgetrokken en moeten de afmetingen van het kanaal aan de nieu we sluis worden aangepast. Er wordt nu voorgenomen om de afmetingen van het kanaal zodanig te verruimen, dat dubbele vaart mogelijk is van 210 meter lengte en 11 meter diepgang. De drempels van de nieuwe sluis te Terneuzen zullen voldoende laag liggen om het schutten van schepen met 11 meter diepgang mogelyk te maken gedurende de helft van het ty, terwyl Liberty- en Victoryschepen in de regel doorlopend kunnen worden geschut. De nieuwe zeesluis zal de volgende afmetingen hebben: nuttige lengte 290 m., nuttige breedte 35 m. (Ter vergelyking: Voor de nieuwe sluis te Vlissingen zijn deze getallen ongeveer 150 meter en 22.5 meter). De afmetingen van deze Terneu- zense sluis zijn voldoende om twee Victory-schepen van 135-19,25 meter alsook twee of drie schepen van klei nere afmetingen samen te kunnen schutten. Het tracé van het vernieuwde ka naal volgt het bestaande kanaal van Gent af tot een paar kilome ters afwaarts van Terdonk, waar het enigszins naar het Oosten en nadien naar het Westen afzwaait. Het doorsnijdt vervolgens het huidige kanaal recht over het krankzinnigengesticht te Zelzate, doorkruist de huidige spoorlijn Gent-Zelzate-Sas van Gent. waar na het Noordwaarts zwaait. De huidige doortocht van Sas van Gent geschiedt aldus vrywel bui ten de bebouwde kom. Te Sluis kil zwaait het tracé met een boog met een straal van 3000 meter Westwaarts en volgt verder het bestaande kanaal tot aan de Zui delyke kanaalhaven te Terneuzen, waar het nogmaals Westwaarts afwykt naar de nieuwe zeesluis gelegen ten Westen van de be staande Westsluis. Voorzieningen moeten worden getrof fen om de voeding van het kanaal te verzekeren met een voldoende hoe veelheid water van zodanige kwali teit, dat het kanaal op peil is te hou den en om watervervuiling en verzil ting tegen te gaan. Zowel van Neder landse als van Belgische zijde is men tot de conclusie gekomen, dat het verziitingsgevaar op afdoende wrjze kan worden bestreden, doch er be staat verschil in de schatting van de benodigde hoeveelheid voedingswater. Dit verschil in schatting behoeft evenwel geen bezwaar op te leveren, indien aan de Nederlandse autoritei ten de bevoegdheid wordt verleend om in de weinig voorkomende perio den van onvoldoende voeding, het aantal schuttingen met de nieuwe sluizen te beperken door het groepe ren van schepen, door het gebruik van een reservevoorraad water in het kanaal, en eventueel door de sluizen gedurende een gedeelte van het getij gesloten te houden. (Vervolg op pag. 8) Westelijk deel van Noord-Brabant, volgens een tracé dat zoveel mogelijk rekening houdt met de regionale be langen. Het kanaal bevat twee grote schutsluizen, resp. bij Moerdijk en ter hoogte van de Belgisch-Nederlandse grens. Vanuit het Nederlandse kanaalge deelte moet een verbinding met de Westerschelde tot stand gebracht worden, die ter hoogte van Bath via een schutsluis in de Westerschelde uitmondt. Voorzieningen moeten wor den getroffen om de gevaren te ver mijden, die het samentreffen van zee schepen en binnenvaartuigen in de vaargeul in de Westerschelde hoogte van Bath zou opleveren. De mogelijkheid worat opengelaten om later eventueel een soortgelijke verbinding tussen het Belgische ka naalgedeelte en de Schelde tot stand te brengen. Waar de vaarweg de Oosterschelde doorsnijdt, zou een boezemmeer ge vormd worden, dat door een dam van de Oosterschelde is gescheiden. In deze dam zou een schutsluis gemaakt worden ter hoogte van de haven van Bergen op Zoom. Dit boezemmeer watert af door een uitwateringssluis te Bergen op Zoom en door middel van een spuikanaal uit het afgesloten bekken naar de Wes terschelde bij Bath. Het kanaal met de zijtak naar de Westerschelde krijgt over zijn gehele loop een dwarsdoorsnede van 50 me ter bodembreedte bij een diepte van 4 meter onder zijn laagste peil. Voor zieningen moeten worden getroffen om later tot verruiming van het ka naal op 74 meter bodembreedte en tot verdubbeling der sluizen te kunnen overgaan. Voor de schutsluis naar de Wester schelde bij Bath zijn de volgende af metingen gedacht: wijdte 18 meter, schutkolklengte 225 meter. De Nederlandse onderhandelaar heeft tijdens de besprekingen uiteen gezet, aat in Nederlandse kringen be zorgdheid heerst, dat door de invloed van een nieuw Schelde-Rijnkanaal verkeer van de Nederlandse havens zou worden afgeleid. Als na het tot stand komen van het kanaal door België Rynvaart-compensatiepremies verleend zouden blijven, zou de be zorgdheid ernstig toenemen. De onderhandelaars zijn daarop tot de slotsom gekomen, dat de afschaffing van compensatiepre mies gepaard zou moeten gaan met een clausule, waarin voorzie ningen worden getroffen ten ein de gezamenlijk aan een noodtoe stand met betrekking tot het Rrjnverkeer voor een der zeeha vens het hoofd te kunnen bieden. Zulk een clausule zou wederkerig moeten werken, en niet tot de zeehavens van één der landen be perkt mogen blijven. Ten aanzien van de z.g. tussenwa teren is men o.a. overeengekomen: Het kanaal door Zuid-Beveland moet in zijn bestaande toestand ge handhaafd worden doo Nederland, voor zover dit nodig is voor de door vaart van de grootste schepen, die thans an het kanaal gebruik kunnen maken en met zodanige bediening, dat deze schepen er geen langer opont houd ondervinden dan thans normaal het geval is. Dat gedeelte van de binnenvaart, dat langs het kanaal door Zuid-Beve- land en de tussenwateren wil blijven varen, moet daartoe de gelegenheid behouden; de scheepvaart, die het nieuwe kanaal benut, zal 'n vrij stro mende verbinding tussen dit kanaal en de Waal dienen te hebben; daar om moet tussen het kanaal door Zuid- Beveland en de Waal een vaarweg in stand gehouden worden, welke een en ander waarborgt. Nederland mag in de vaarweg door de tussenwateren tussen het kanaal door Zuid-Beveland en de mond van het nieuwe kanaal bij Moerdijk een afsluitdam met beweegbare keringen aanleggen, zonder dat hiertegen be zwaren opgeworpen kunnen worden, mits in die dam tenminste één sluis wordt aangelegd, die groot genoeg is om de scheepvaart, op wier afmetin gen de vaarweg berekend is, door te laten. F VAN CAUWELAERT overeenstemming

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1954 | | pagina 7