PROVIHCIALE ZEEUWSE COURANT Tussen Groede en Sinte Pier is het goed dwalen langs de zee Vijf veehandelaren waren vijf maal vijftig jaren „op de baan" PZC I KINDERVOORSTELLINGEN Er kan nog „iets" en zelfs nog „iets groots" verricht worden TE RETRANCHEMENT SPREEKT MEN VAN MENSENBRANDERS Editie Zeeuws-Viaanderen SPECIALE EDITIE VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN 195e Jaargang - No. 74 Dagblad uitgave van de firma Provinciale Zeeuwse Courant. Directie F van de Velde en F. B. den Boer. Adj. W de Pagter. Hoofdred G Ballintijn PL verv.: W. Leertouwer en H A Bosshardt. ABONNEMENTSPRIJS 44 et per week. f 5.45 p kw., £r. p. p. f 5.70 per kw. Losse nummers 10 cent WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSE, VLISSINGSE, GOESE, BRESKENSE COURANT EN VRIJE STEMMEN Donderdag 27 Mrt. '52 ADVERTENTIEPRIJS 22 ct. per mm. Minimum p. advertentie t 3.— lng mededelingen driemaal tarief. Kleine advertenues imaz 6 regels) van 1—5 regels I 1.—. Iedere regel meer 20 cent. ..Brieven of adres Bureau van dit Blad' 25 cent meer. Giro nr. 358300 PZC. Middelburg. Bur. Vlissingen Walstr. 5 teL 2355 4 lijnen (b.g.g 2861 of 2160) M'burg Londense Kaai 29. tel 2077 en 2924; Goes L. Vorststr. i tel. 2475 (b.g.g 2228); Oostburg Finlandstraat 2. telef 16. Terneuzen Brouwerjjstr. 2; Ziertkzee N Bogerdstr C 160 tel 26. GEEN BADPLAATS, MAAR BADOORD. NEGENHONDERD MENSEN leven er in de kom van het dorp Groede, doch wie er thans op een namiddag rond het rustieke dorpsplein drentelt, ziet er hoogstens negenEr heerst rust in Groede. In dien vissen spreken konden, zouden de talrijke karpers en goudvissen in het idyllische vijvertje bij de oude 14e eeuwse kerk, het u kunnen bevestigen. Zij hebben volop gelegenheid om hun tijd in stilte te verdromen. Droomt Groede mee? Uw voetstappen op de klin kers schenden een welhaast serene sfeer. Slechts de oude, verweerde gevels zien u aan; spelende kinderen u na. En weer vraagt ge u af: „Droomt Groede met de vissen in de vijver meri"? Maar dan komt ge in de dorps straat en ge ziet een blauw bord met een pijl en daaronder: „Her tenkamp" en „Le pare aux cerfs", en nog een bord: „Zeebad Groe de". Ja, nu is het duidelijk. Hier mede is de huidige rust in 't dorp verklaard. Het is nog te vroeg in het seizoen voor een badplaats, die eerst in de zomer drukte en vertier kent en eerst dan tot volle zakelijke ontplooiing komt. De 48 winkels en bedrijven, waaronder 21 levensmiddelenzaken; de 13 ca- fé's, waarvan 3 met hotel- en res taurantaccommodatie zullen pas straks op volle toeren draaien om aan het einde van het toeristen seizoen een appeltje voor de winterdorst te hebben vergaard. De rust is slechts een tijdelijke en ook hier in Groede is het de schijn, die bedriegt. ABUIS De badplaats Groede is een bad plaats in wording; het circa vijf kilometer lange, ongerepte strand met een gemiddelde breedte van vijftig meter is voor zeer velen in den lande nog „terra incognita", onbekende aarde. De duinen tus sen Gfoede en Nieuwdorp (Sinte Pier, zeggen ze daar zelf) zijn nog door slechts ^weinigen beklommen en momenteel is het alleen het waterschap „Het Vrije van Sluis", dat aldaar acte de présence geeft. Met een warboel van stenen, plan ken en palen voor de zeewering. Doch overigens is de natuur hier ongerept in de volste zin des woords en tussen Groede en Sinte Pier is het goed dwalen langs de zee; diezelfde Noordzee van Sche- veningen, Noordwijk en Knokke, waar de stranden in het seizoen onvindbaar plegen te zijn door het aantal mensen, dat zich er op be vindt. „Wanneer u hier in de zomer veertig tot zestig mensen vindt, dan zijn het er véél", aldus de bur gemeester van Groede en Nieuw- vliet, de heer J. C. Everaars en hoewel hij een groot natuurliefheb ber is is er een ondertoon van spijt in zijn stem te bespeuren. Want naast, néé vóór natuurlief hebber, is de heer Everaars burge meester en als zodanig gaan de be langen van zijn gemeente hem in de eerste plaats ter harte. Belan gen, die met de ontwikkeling van Groede en Nieuwvliet als had plaats ten nauwste samenhangen. Want ook hier heeft de voort schrijdende mechanisatie in de landbouw haar uitwerking niet ge mist en in het bijzonder de midden stand ondervindt daarvan de terug slag. Ontwikkeling van het vreem delingenverkeer een ontwikke ling waartoe de mogelijkheden im mers ruimschoots voorhanden zijn zal een gebiedende eis worden, temeer daar deze kleine gemeente een vrij uitgebreide middenstand heeft. Een eerste vereiste tot deze ontwikkeling is wel een betere strand-exploitatie en juist dezer dagen is hiertoe door een particulier besloten. Voor het komend seizoen betekent dit, dat althans een gere gelde verhuur van 'n voldoend aan tal strandstoelen verzekerd is; een kleine stap misschien, maar dan toch een stap in de goede richting. Voorzover de financiële middelen het toelieten, werden enkele verbe teringen ingevoerd en zo werd door het Waterschap „Het Vrije van Sluis" de weg naar het Hertenpark verhardt met een slijtlaag, zodat al thans dit gedeelte het laatste stuk voert naar de kust goed begaan baar is geworden. PLAN Voorts is er een plan ontworpen voor de bouw van een badpaviljoen met 16 wisselcabines, een café-res taurant en een open terras. De ver wezenlijking van dit plan dat in zijn uitvoering geremd wordt door financiële moeilijkheden zou voor de ontwikkeling *van Groede tot badplaats van beslissende betekenis kruinen zijn. Bij het woord „badplaats" denke men niet onmiddellijk aan een Knokke of Noordwijk; Groede heeft bescheidener plannen en het zou zich gelukkig prijzen indien het zich in de nabije toekomst bestempeld zou weten als wat wij zouden willen noemen „badoord"; een ingetogen oord, waar de rustzoeken- de vacantieganger ook inderdaad een rust vindt, die hem de gewenste verkwikking schenkt. Een rust, die hij eventueel kan ge nieten in een eigen zomerhuisje, want in het duingebied van Groede bestaat sinds kort de gelegenheid om zomerhuisjes, zij het op beperkte schaal, te bouwen en indien hier voor voldoende belangstelling zou bestaan, zou dit voor Groede een extra stap in de goede richting kun nen betekenen. Want met de bebouwing van de kuststrook, waar ook voor hotel- bouw mogelijkheden zijn, kan even eens de electrificatie van dit gebied een feit worden. Er kan nog zeer veel aan Groede's fraaie stranden; er kan „iets", en misschien zelfs „iets groots" verricht worden! MET CADZANDSÈ BIGGEN OP STAP. Zij dragen hun grijze haren en de medailles met ere! De veehandelaar H. E. Steyaert uit Oostburg heeft nooit de boot ge mistOp een morgen, tientallen jaren geleden, stond hy om drie uur op en trok naar Schoondijke om varkens te kopen. Toen hy uren later thuis kwam, werd zijn vrouw wakker. „Sta je nou al op?" vroeg ze. „Ja", zei Steyaert, ,,'t is tyd Ilonoré Ernest Steyaert is namelijk een van de vy'f varkenshandelaren uit West Zeeuwsch Vlaanderen, die hun grijze haren en de hen verleende verguld zilveren medaille van de Bond van Varkenshandelaren met ere dragen. Ruim zestig jaren is Steyaert „de baan op" geweest; zestig ja ren dag in dag uit zwierf hij langs 's Heren wegen, op zoek naar Cad- zandse biggen en in die zestig jaren is er menige week geweest, dat de thans 77-jarige het met 7 uren slaap moest doen. Maar nu kan hy dan ook met trots verklaren: „Ik ben nooit te laat gekomen!" Wie kan dat ook? Ja, wellicht de vier andere jubi lerende handelaren, die ook meer dan vijf maal tien jaren „op de baan zijn geweest" en wier levensloop min of meer parallel loopt aan de ervaringen, opgedaan door Steyaert, die op ons verzoek als „woordvier- der" fungeerde. Hij is een forse kerel, nog scherp van verstand en veehandelaar in hart en nieren. Ongetwijfeld een waardig vertegenwoordiger van het vijftal en bovendien een man met een goed geheugen. „Of ik het nog allemaal weet? Alsof het veertien dagen geleden was!" „OPLEIDING En dan komt het verhaal van zyn „opleiding". Het was een opleiding zonder cursussen, en een diploma als koopman heeft H. E. Steyaert nooit boven zyn bed kunnen hangen, 't Ging zo trouwens ook best. Twaalf jaar was Honoré, toen zyn vader ziek werd en hem opdroeg eens naar de biggen te gaan kyken, die door twee boeren te koop waren aangeboden. Vijf veehandelaren uit West-Zeeuwsch-VIaanderen zyn elk ruim vijftig jaren „op de baan" geweest en daarvoor onderscheiden met de verguld zilveren medaille van de Bond van Veehandelaren. VJai.r.: J. de Marte- laere uit Groede,. 78 jaar; Iz. Jansen uit Zuidzande, 77 jaar; Aug. Cor nells uit Hoofdplaat, 72 jaar; F. X. de Paauw uit IJzendyke, 73 jaar en H. E. Steyaert uit Oostburg, 77 jaar. Vader sprak: „Let op die ene, want dat is een gladde" en na deze the oretische scholing ving de twaalf jarige Steijaert zyn loopbaan aan. Hy kwam thuis met dë biggen en was koopman. Hy zou het zestig jaar blyven. De jeugdherinneringen blijken na zoveel jaren nog maar weinig ver bleekt en de heer Steyaert weet nog nauwkeurig, hoehy in die eerste jaren van zyn practyk reeds het on derscheid tussen „slechte en goeie" boeren leerde kennen. Men z'n veer tienjarig zusje als assistente be zocht hy een boerdery, waar z'n va der al twintig jaren op het erf kwam, zodat de firma Steyaert meende in de loop der jaren een zekere ver trouwenspositie te hebben ingeno men. Bij die gelegenheid bleek na twintig jaren anders. De boer in bezag de jeugdige veehandelaren onderzoekend en informeerde voor zichtig: „Heb ie de centjies bie oe?" Wel, ze hadden de centjies by zich en Steijaert heeft de centjes al die jaren by zich gehad, getrouw aan het devies, dat eerlijk het langst duurt. „Zó lang", zegt hy, „dat er nou nog geen overdaad heerst," Maar spijt van het gehandhaafde stand punt; nee, dat heeft hy nooit gehad. VALS BESCHULDIGD. De Cadzandse biggen zyn altijd in trek geweest en vooral in België werd indertijd een goede afzet ge vonden. Dat was in de dagen van de „vrye smokkelhandel", naderhand moest overgeschakeld worden op „Holland": Holland, dat voor de veehandelaren voornamelijk bestond uit het Zuiden en het Zuid Westen van ons land. Zelfs aan Frankrijk leverde Steyaert; een heel jaar lang, toen de Belgen, die goedkopere big gen konden leveren, niet naar het land van Marianne mochten uitvoe ren. De Cadzandse biggen moesten dan in Sas van Gent worden aan gevoerd en vandaar gingen de bees ten in gesloten wagons naar Frank- ryk. De mai'echaussee was in die dagen dubbel waakzaam en zo kon het gebeuren, dat Steyaert met het gerecht in aanraking kwam. „Met dat volk had lk nog nooit wat te doen gehad", zegt hy Aan een Fransman waren 110 big gen verkocht en die wenden prompt in beslag genomen. Vier paarden met bijbehorende wagens werden even eens opgeborgen en Steyaert en de zijnen werden veroordeeld tot een boete vantwee kwartjes per hoofd. Zij waren er van beschuldigd Belgische biggen vervoerd te hebben, met bestemming Frankryk. ,,Ze wa-, ren er glad naast", vertelt hy ons, „het waren je reinste Cadzandse biggen." Steyaert liet het er niet bij zitten en ging in hoger beroep. Vryspraak volgde, maar de in beslag genomen biggen waren intussen ver kocht. De Fransman was genood zaakt zyn bestelling bij een ander terug te kopen DRUK De „vrye smokkelhandel" met België duurde tot omstreeks 1914, toen kwam er verscherpte grens controle en waren de grote markten van Brugge, Gent en Eekloo verbo den gebied. „Ging de aardigheid er daarna niet een beetje af?" vroegen wij de heer Steyaert. „Welnee, toen kregen we het pas druk!", zegt hy en zyn ogen glin steren by de herinnering. Want sinds die tyd was het smokkelen ge blazenAlthans in de zomer maanden, wanneer het afzetgebied in Holland te gering was en er toch brood op tafel moest komen. Het kwam er altyd. Soms rr.3er, soms minder. Het was by de veehandel cn dat is het nog ook een kwestie van eb en vloed. Van één ding heeft de 77-jarige Steyaert nog steeds spyt, zo ver trouwde hij ons toe.' Van het geld, dat de veerboot heeft opgeslokt. „Daar had ik zelf een boot voor kunnen kopen", zegt hy en dat klopt, want Steyaert en zijn collega's zijn in de loop van die vele jaren hon derden keren de Schelde overgesto ken, om de beste Cadzandse biggen aan de man te brengen op de mark ten in Purmerend, Rotterdam en Den Bosch en zelfs bezocht Steyaert enkele malen Utrecht en Meppel met zyn levende handelswaar. Meer dan vijftig jaren veehande laar; het is een eerbiedwekkende staat van dienst. Schoenmaker Brand zoekt een knechtje... „Schoenmaker Brand zoekt een knechtje"; dit is de titel van een toneelspel in twee bedryven, voor kinderen geschreven door Barend de Jonge en dit spel zal in tal van plaatsen in West Zeeuwscb-Vlaanderen worden opgevoerd. De belevenissen van schoenmaker Brand zullen ook de Zeeuwsch.Vlaamse jeugd onge twijfeld enkele uren pret bezorgen; pret, die nog verhoogd wordt door muziek in de pauzes, waarby de kinderen allemaal mee mogen zingen! OP DONDERDAG 17 APRIL A.S. is er een voorstelling te SCHOONDIJKE in het Arbeiderskamp, des v.m. 9 en 10.45 uur; te IJZENDIJKE in het theater „Hofzicht", des n.m. 2» en zo nodig 4 uur. OP VRIJDAG 18 APRIL A.S. te SLUIS in zaal „Grahame", des v.m. 9 uur; te AARDENBURG in het Sociëteitsgebouw des v.m. 11 uur; te OOSTBURG in het Ledel-Theater, des n.m. 2 en 4 uur. OP ZATERDAG 19 APRIL A.S. te BRESKENS in het Verenigingsgebouw, des v.m. 9.30 en 11.30 uur; te BIERVLIET in „Het oude Raadhuys", des n.m. 2.30 uur; te GROEDE in hotel „Drie Koningen", des n.m. 5 uur. De toegangsbewijzen voor de voorstellingen zijn te verkrijgen tegen inlevering van bonnen, welke worden uitgegeven door winkeliers, die in de P.Z.C. adverteren en aan deze actie meedoen. Bij aankoop van een bedrag van minstens 1.krijgt men een bon en bij 10.— aan bonnen, wordt een toegangsbewijs uitge reikt. DE BONNEN worden op verzoek afgegeven van 27 Maart tot en met 9 April. DE KAARTUITREIKING voor deze voorstellingen vindt plaats aan de auto van de Provin ciale Zeeuwse Courant en wel op DONDERDAG 10 APRIL te BRESKENS (Spuiplein) van 9.80 tot 10.30 uur. GROEDE (Pr. Beatrixplein) van 10.45 tot 11.15 uur. NIEUWVLIET (Muziektent) van 11.30 tot 12 uur. SLUIS (Markt) van 1.30 tot 2.30 uur. AARDENBURG (Markt) van 3 tot 3.30 uur. SCHOONDIJKE (Muziektent) van 4 tot 4.45 uur. IJZENDIJKE (Markt) van 5.30 tot 6.30 uur. OP VRIJDAG 11 APRIL te BIERVLIET (Markt) van 9.30 tot 10.30 uur. ZUIDZANDE (Markt) van 11.30 tot 12 uur. CADZAND (v.h. gemeentehuis) van 1.30 tot 2 uur. RETRANCHEMENT (Markt) van 2.30 tot 3 uur. OOSTBURG (Ledel-theater) van 3.30 tot 5 uur. Voor iedere plaats geldt de navolgende regeling: de WITTE toegangskaarten geven recht op toegang tot de eerste; de GELE kaarten tot de tweede en de GROENE tot de derde voorstelling. Het is de bedoeling, dat ieder kind slechts eenmaal de voorstelling bezoekt. Er zal nauwlettend op worden toegezien, dat de kinde ren inderdaad niet meer dan één voorstelling bijwonen. Het heeft dus geen zin om voor één kind meer dan één toegangsbewys af te halen. GESCHIEDENIS VAN EEN BIJNAAM. Schip met pestlijders in 1681 Toen Prins Maurits in 1604 vaste voet gekregen had op het eiland van Cadzand, achtte hij het gewenst, een sterkte te bouwen, dicht bij het historische plaatsje Terhofstede. Zijn plan werd door de Raad van State goedgekeurd. Direct ving men aan met de aanleg van wallen, bastions en na het Twaalfjarig Bestand met het opwerpen van de schansen Oranje en Nassau. Aanvankelijk bestond de bevolking van het Retranchement Cadsan- dria zo werd de nieuwe plaats genoemd enkel uit soldaten. Daar het huursoldaten waren, hadden zij vrouw en kinderen bij zich. In 1625 had het garnizoen te lij den van de pest. Deze vreselijke ziekte was zeer besmettelijk. Vaak liet hierbij een vierde deel van de bevolking het leven. De patiënten werden zo veel mogelijk in een zo genaamd pesthuis afgezonderd. Een pestmeester moest trachten de ziek te binnen beperkte grenzen te hou den. Het betreden van een door pest besmette buurt werd door een pest- cordon verhinderd. EEN PESTHUIS. De gevreesde ziekte heerste zeer lang in Retranchement. Er wordt vermeld, dat in 1631 een pesthuis van twee delen lengte werd ge bouwd. Vele jaren later, in 1666 had het dorp er weer van te lijden. De commandeur, Johan Theodore Bau- man, deelde de Raad van State schriftelijk mede, dat het garnizoen met een „zware koortse" was be zocht. Hij vroeg, welke maatregelen hij moest nemen. De Raad van State gaf „Het Vrye van Sluis" opdracht ten spoedigste een ervaren pestmeester naar Re tranchement te zenden. Comman deur Bauman werd gemachtigd voor de zieken „een bekwaam logement" te bereiden in het fort Berchem. Retranchement had in die tijd1 gen. drie forten, te weten: Oranje, Nas sau en Berchem. Hoeveel slachtoffers de pest in die jaren te Retranchement geëist heeft is ons niet bekend. Wel weten we, dat in het naburige Sluis in 1666 zes honderd acht en vijftig personen aan deze vreselijke ziekte stierven, namelijk 290 burgers en 368 solda ten. Wellicht telde Retranchement eveneens grote verliezen. Het grote aantal personen, dat in genoemd jaar aldaar in de kerk werd begra ven, wijst daar wel op. In 1681 werden de soldatenbarak ken gesloopt en verkocht, daar de tractaten bezetting van de vesting niet langer toelieten. De troepen werden op een wachtschip overge bracht, dat meestal op het Zwin bij Retranchement voor anker lag. SCHIP IN BRAND. Tot grote ontsteltenis van de bur gerij brak op dit schip eveneens pest uit. Men wist maar al te goed, dat pest krijgen betekende: aan pest sterven. Om nu zelf van de gevrees de ziekte verschoond te blijven, stak de burgerij op zekere nacht, na rijp beraad, het wachtschip in brand. Zo zeker was men er van, dat de be manning toch ten dode opgeschre ven was. Of dit voorval historisch juist is, is niet met zekerheid te zeggen. Een feit is het evenwel, dat de Retran- chementenaars momenteel nog de scheldnaam „Mensenbranders" dra-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1952 | | pagina 1