Het draadje werd een kabelnet VAL DA Een kwart eeuw officiële radio-distributie DE ZORGEN VAN BOLIVIA fQie ons op tdj^ctjo TIENJARIG BESTAAN LANDB0UW- EC0N0MISCH INSTITUUT VRIJDAG 1 DECEMBER 1950 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Pionier der centrales: A. L. Bauling (Van onze speciale verslaggever). DEVENTER, November. In een half millioen gezinnen ontvangt men dagelijks zyn portie muziek en gesproken woord langs een draadje. Meneer draait aan de kiesschtyf en luistert met een ernstig gezicht naar de allesbehalve optimistische nieuwsberichten, mevrouw draait een num mer verder en laat zich alles haarfyn uitleggen over de fabricage van een wintcrjaponnetje en de jonge Jan tapt progressieve muziek uit de lftn. Dat gebeurt dagelyks in een half millioen gezinnen in Nederland. Ruim 25 jaar geleden waren het er vjjf en men behoeft dus niet veel woorden te verspillen aan een schets van de ontwikkeling der centrales, omdat die cUfers genoeg zeggen. Interessanter is het bovendien om de heer Bauling iets te laten vertellen uit de beginperiode van de radio en de centrales, toen men de luisteraars nog bij dozijnen en niet bij duizendtallen telde. De jonge Bauling moet voor het eerst door de radio gepakt zijn toen hij in 1918 van de dokterszoon in Zaandam hoorde, die oorlogsbulletins uit de lucht opving en ze wel eens bij een boekhandel publiceerde. Hij liet het niet bij een platonische bewonde ring en in 1921 begon hij zich daad werkelijk met de radio te bemoeien. Er warén in de hele Zaanstreek (de familie Bauling woonde in Koog aan de Zaan) nog geen tien mensen, die met de nieuwe uitvinding experimen teerden en zij heetten ook nog geen luisteraar, maar radio-amateur. Zij bouwden hun primitieve toestellen volgens de voorschriften, die J. dé Corver in zijn boekje had gegeven en werden lid van de Ned. Ver. voor Ra- diotelegrafie. Nu was het niet zo'n wonder, dat Adrianus Bauling zich op de radio- knutselsport wierp. Want de jeugdige H.B.S.'er hij ging in Zaandam school had wat men een technische knobbel pleegt te noemen. Een be gaafdheid, die onder meer vruchten afwierp voorde duivensport. Want hij had bij het invlieggat van zijn dui venhok een electrisch contact ge maakt. dat hem waarschuwde, zodra er een duif of een doffer op het hok neergestreken was. Door de zwaarte van het diertje ging het plankje om laag en thuis bij de jonge Bauling rin kelde er prompt een bel. En zo bouwde hij dan zijn eerste ontvangtoestel. Het was (voor de hui dige begrippen) een primitief geval; een loodglansdetector, een glijspoel, een koptelefoon en een eindeloze an tenne, die tussen twee grote gebouwen was opgehangen. Hij knutselde in zijn eigen werkkamer, annex studeergele- genheid en slaapvertrek. DE EERSTE CENTRALE De vrienden en bekenden, wie het vergund was een paar minuten de koptelefoon van Bauling Jr. op nun oren te houden, hadden allemaal „ko-. lossaal" gezegd, wanneer zij de morse tekens vernamen. Maar de grote run op het werkkamertje van de jongeman begon toch pas, toen er muziek uit de aether viel te halen. Er ging geen avond voorbij of er was radio-visite. Iedereen wilde het naadje van de kous weten en iedereen was enthousiast. Nu heeft men zakelijk instinct of men heeft het niet. De een zal de hul debetuigingen wegens betoond tech nisch vernuft dankbaar in ontvangst nemen en ze naast, zich neerleggen, de ander zal de gelegenheid aangrijpen zich er een bestaan uit op te bouwen. Bauling was 17 jaar en nog altijd H.B.S.'er. toen er iets in zijn hersens gevonkt moet hebben. Waarom moe ten de mensen naar mij toekomen om muziek te horen? Laat ik de muziek bij hen brengen. Vader Bauling zal wel eens ernstig met zijn zoon gesproken hebben, toen deze het idee in de familiekring op perde. Maar de schooljongen kreeg zijn zin. Op 16 April 1924 sloot hij de i eerste vijf meeluisteraars op zijn toe- stel aan. Het was maar een klein draadje, dat de kamer van Bauling met de huizen van de buren verbond Een kwart eeuw later was het uitge groeid tot een onafzienbaar kabelnet in alle hoeken van Nederland. Buurman P. Woudt in de Stations straat te Koog a/d Zaan was Neer- lands dlstributieluisteraar-nummer- één. En de nestor der centrale-hoor ders heeft op het ogenblik nóg een aansluiting op het distributienet. HET BELLETJE. De eerste uitzending was een uit voering van de Matthaus-Passion in de St. Bavi in Haarlem via de H.D.O. Men stelle zich nog geen luidsprekers voor, die de hoge en lage tonen per fect weergeven en een volumeregelaar bezitten. Het was immers allemaal nog primitief. Er werd geluisterd met de koptelefoon en in sommige huizen had men er wel vijf. Dan zat 's avonds het hele gezin om de tafel met de koptele foon op de oren. En wanneer er eens geen uitzending was, gebruikten de abonné's de centrale soms voor een ge zellig buurpraatje. Zij spraken in de ene schelp en luisterden met de ande re! De uitzendingen waren nog zeer on geregeld. Alleen 's avonds en Zondags middags kon men vast op luistergenot rekenen. Maar als er overdag eens iets bijzonders was, dan hoefde de jeugdi ge exploitant maar op een belletje te drukken. Dat rinkelde dan in alle Generaal Kruis en de natuurbescherming Het Tweede Kamerlid de heer van der Goes van Naters (Arb.) heeft aan de minister van Oorlog schriftelijk ge vraagd of het hem bekend is, dat ge neraal Kruis op of omstreeks 22 No vember in een „causerie" zich laat dunkend over het culturele belang dei- natuurbescherming. dat mede van re geringswege zijn behartiging vindt, heeft geuit? De heer v. d. Goes van Naters keurt dit af en vraagt of de minister aan dergelijke uitlatingen een einde wil maken. In een der gezellig ingerichte woonvertrekken van de heer A. L. Bauling aan de Zwolseweg in Deventer staat een stuk ce ramiek, waarop de eigenaar bij zonder trots is. Het vertoont als opschrift: „Hy trok de voor van zijn arbeid recht. 25 jaar radio-distributie. Hulde aan de grondlegger A. L. Bauling". Het is een geschenk, dat de heer Bauling verleden jaar van de exploitanten der radio-centralès kreeg, omdat hij op 26 April 1924 de eerste abonné's op een radio-centrale aansloot Neder land telde toen zijn eerste 5 dis tributieluisteraars. Thans. 25 jaar later, zijn het er omstreeks een half millioen. Maar van die eerste vijf wist de overheid of ficieel nog niets. Want pas op 15 November 1925 ontving de P.T.T. de eerste aanvraag voor de aanleg van eén radio-distri butieleiding en die aanvraag kwam van de 17-jarige Bauling uit Koog a/d Zaan. Dat is dus nu een kwart eeuw geleden en dat was voor een onzer redac teuren aanleiding met de heer Bauling (zakenman, ex-wethou der, raadslid en sportvlieger) de geschiedenis der radio-centrale in Nederland eens op te rakelen huiskamers van zijn abonné's en het betekende: „Ga eens even luisteren, want er komt wat extra's". OP GROTERE VOET. De radio-centrale groeide uit haar kinderschoenen. Medio 1926 begon de zaak grotere commerciële vormen aan te nemen. De heer Bauling vroeg con cessies in Koog a/d Zaan. Zaandijk, Zaandam. Wormerveer. Uitgeest. In Alkmaar, Heiloo, Amsterdam-Oost en Deventer. Deventer groeide uit tot een modelbedrijf (hij verplaatste zijn do micilie dan ook naar de stad aan de IJsel) met 4800 abonné's. In 1933 kreeg het Deventer bedrijf een zeer modern ondergrondse kabelnet, met een ont vangstation op de Bergweide (rich tingzoekers waarborgden een onge stoorde ontvangst van buitenlandse stations) en een eigen studio en Diesel aggregaat. Ook in het buitenland ex ploiteerde hij centrale-netten: grote bedrijven in Nottingham en Wolver hampton in Engeland. Vlak voor .net uitbreken van de tweede wereldoorlog verkocht hij ze. De heer Bauling is niet alleen de pionier der radio-centra les, hij was ook de eerste, die een di recte lijnverbinding tussen de studio's en zijn centrales tot stand bracht Die eerste verbindingen zijn uitgegroeid tot een groot net over het gehele land en zij waarborgen de centrale-luiste raars een storingsvrije ontvangst van de Nederlandse zenders. De hevige stormen, die over een deel van de Verenigde Staten woedden, richtten op vele plaatsen ernstige se hade aan. Dit is wat er overbleef van een garage in Laurel Springs, toen de ontketende natuurkrachten waren uitgeraasd. De windvlagen hadden een snelheid van meer dan 90 km. per uur, en rukten het gehele gebouw van de fundamenten. Voor de eigenaar betekende dit een schadepost van ruim 16.000 gulden. Sterke sociale spanningen en strijd om een uitweg naar de zee. (Van onze correspondent). LA P.AZ, Nov. Men is er al gewend in de kranten van Zuid Ame rika en de overige wereld elk jaar verschillende keren berichten te lezen over regeringserises en succesvolle of mislukte staatsgrepen. In de laat ste tyd is het accent echter verschoven: vroeger waren de hoofdpersonen van de gebeurtenissen eerzuchtige partyleiders of generaals, die op de kleine kring van de bezittende standen steunden, doch sinds enige tijd zijn deze op de voorgrond tredende personen vaak de actieve vertegen woordigers van veel dieper grypende bewegingen en wel van de voor het grootste gedeelte in armoede en afhankelykheid levende, maar steeds sterker door revolutlonnalre Ideeën beheerste volksmassa. Er is nauweiyks een ander Zuid-Amerikaans land, dat In de laatste tijd zo dikwyis door opstanden geschokt is als Bolivia en geen enkel an der land heeft in deze tijd zo'n lange en zware burgeroorlog doorstaan als die verleden jaar in dit bergachtige land woedde, dat naast Para guay de enige Zuid-Amerikaanse staat is, die geen verbindingsweg met de zee bezit. Neem een doos echte PA 2 TILLES TCOEM VERKOUDHEID De Spanjaarden hebben in 1532 onder Bizarro de gebieden van het tegenwoordige Bolivia onderworpen, maar de Hoogland-Indianen zijn ver scheidene keren tegen hen opgestaan en hebben zich vooral in de grote opstand van 1670 dapper tegen de „Gesprek tussen regering en volk". WAS DAT HET DOEL VAN „DE MIJLPAAL"? In het verslag der commissie van rapporteurs der Tweede Kamer over de begroting van Algemene Zaken, dat thans verschenen is, wordt door vele leden aangedrongen op inkrim ping van de regeringsvoorlichtings dienst, waarvoor niet minder dan 793.200 is uitgetrokken. Ook meen den vele leden, dat de uitgaven van de buitenlandse inlichtingendienst, waarvoor 908.700 op de begroting is gebracht, verminderd zouden kun nen worden en in 't bijzonder werd bezwaar gemaakt tegen de geheime uitgaven van deze dienst, waarvoor het bedrag zeer belangrijk is ver hoogd. Verscheidene leden zouden gaarne vernemen, welke bemoeiingen de re gering heeft gehad met de tentoon stelling „De Mijlpaal". Is het juist, dat deze bemoeiingen de bedoelingen hadden „een gesprek tussen regering en volk" tot stand te brengen? In dien dit het geval mocht zijn, is de regering dan niet van oordeel, dat harerzijds gesprekken met het volk moeten worden gevoerd door tussen komst van de volksvertegenwoordi ging? Gevraagd werd ook, welke regeling is getroffen met betrekking tot de dekking van het nadelig saldo van deze tentoonstelling, en welke finan ciële gevolgen voor het rijk hieruit zullen voortvloeien. Rijnschippers in het ongelijk gesteld De Haagse rechtbank heeft na kort geding eisen van een comité van ac tie van particuliere Rrjnvaartschip- pers inzake het onrechtmatig verkla ren van de „stop by Lobith" afgewe zen. Tinus en Rinus, aollebei bie de Marine, a' jaeren 'oor, den eenen as kok, den aoren as bootsman, laege op 't wachtschip in Vlissienge over- geplaest van den oorlogsbodem die as ulder uut d' oost ao' te ruggebracht. 'n Ieder die as da' zwarte wachtschip van vo' den oorlog nog kan 'erinnere weet ok wè da' dae onder aol die Jantjes geweunlek 'eel wa' Zeeuwen zaete. De tioi maots wouwe nae de lange reize, 't ouwe Walche ren wee wé's zie. Zumme 'n tandem 'ure, je wete wè zo'n amme kaore fietse? zei Tinus die as van 'n bekend durp kwam. En dan gae' me saeme 'n bitje toere, zei den dikken kok. Ik bind ik wè zo'n reuze fietser nie, ma' mee' z'n beien bin me meer \nans ee? Nee! nèt niet! zei Rinus den bootsman, 'k wille wé toere, ma' nie op zo'n twi fietse, da's nie eerlek, jie mee je bolle lichaem as 'n vliegtuugmoeder- schip je'n eige laete riè en ikke as de djongos van de ioewan besar ma' trappe zeker? Nee, niks tandem, ouWe doe rak! zei Rinus, ieder z'n eige fietsje, en je bluuf ma' in m'n kielzog, dan za' je gin aoverij oplope. As ik stuurboord ofslaen, dan koers jie ma' mee, en amrrie bakboord of moete, gee'k twi stote op de bel, en vèder ma' geweun de baeke's Ouwe ee. Afijn, zo gezeid zo gedae; z' nurden twi fietse. De kok icou d'r bepaeld een mee transporl- wiele! Aors rie ik m'n eige a zo in de zieke boegzei'n. En jae 'oor, g'olpe deu' twi ma troze zat 'de bootsman d'r op: ie riep: los voren en los ach ter! en zwabberden over de wegt. Kom op kurkezak! riep 'n. Ma' de kok die op z'n ouwer- wes een poot op z'n step, en dan ma' wip, wip achter da' dienk anstepte, kon z'n ballon- buuk nie over 't zaedeltje hieu- we. Je moe' bakboord opstappe! brulde de boots Zo kom je nooit an boord! Ma' nae 'n paer aordege zwabbers over 'eel de breedte van de wegt, raeke- liengs lanst de boeg van 'n melkwaege waer as 'n boere meid opzat (sarina dienk om je warong!) riep Tinus nog, rock te ze toch op de breedte, 'eel 't wachtschip lag scheef van de besjoerende Jantjés die over de reelieng iengeSlamat djalan! wenste de wacht van uut z'n kotje, en dog mie, dat moe. me gaen riep Rinus tegen twi passerende boerinnetjes en vol spied goenge ze d'r vandeu Wa' lei jie vo riep de kok. Ik koerse geweun om de noord nae 'Middelburg was 't ant woord en zo lanst 't jaegpad goeng 't zonder bezwaere ver der. Totda' ze bie 'n brugge on eens 'n troep koeie en kalvers tegenkwaeme, die van schrik deu' mekaore 'obbelden as joen- ge geitjes. Ik val an, volg mij; riep de boots, lae' ze ma' tandakke Ti nus! Zinus en Rinus gae Bin da' noe kalve of vaerze? wouw de kok wete. Da' 'moei mien niet vraege, zei de bootsman, ik zo gin- verstand van geveugelte. Toen ze de stad naederden, riep de kok: ik zou best is taille bunkere, weet jie gin kombuis 'ier? Jae, bie de mart, zei de boots en ie boegseerde deu' d' eeste straetjes van Middelburg. Ma' noe wier 't pas moeilek navi- geere, wan d'r was vee' pas- saoge en tegenleggers van aolle soort. „Aolve krachtriep de bootsman, ma' 't was a te laete Net vo' de mart stoeng 'n ver keersagent, midden in ulder vaerwaeter, van lienks kwam 'n grote vrachtauto, van rechts 'n dikke bezinne mee tiai mandjes, D'r was gin keus mi, de boots koerste mee 'n gange tje van 4 knopen troes op dien agent of, de kok kraekten de barang van de bezinne die zwaere slagzij miek en sind 'n z'n eige in der want vastpak- tende, dükelden over z'n stuur 'n sigaore toko binnen! Dae' verschrookke ze nog a' ma' ze vroge: ei je wa' nodig? Jae, 'n oorlom! zei de kok die as ze voorwiel wee, in z'n medél per- beerde te douwe De bootsman zag de kok kap- seize, en riep: lae' valle je'n ankeren zelf pakte'n van al- terazie mee twi 'anden rond de nek van dien agent en zo zakte ze saeme tegen de waereld Mintah ampoenriep 'n nog èn 'n ieder oorde de fiets 't krae- kend oflegge tegen den vracht auto. Afijn, d' anvaerienge was vo' de fietsen te kras ewist, ma' verder ao' gelokkig gin mens letsel bekomme. D'r stoeng derek vee volk omeene, ma' b' aolve de fietsen ende mand jes van de bezinne, was d'r gin oavery. Dat wuuf oa'n kleur as 'n nieuwe dekzwabber, en ze kermden, raesden en tierden zo' as enkel dikke wuven da' kunne Stil ma' nonnie! De kompenie is d'r goed vo'zei Rinus, dus e zet je stoomfluit ma' af 'oor De kok ao'a 'n kastelein ge praaid, die gauw kleine glaes- jes mee 'elder vocht in, op 'n bloedje bie ulder brocht, en dat Help! Ma' den agent wier moeilek, en wou aneens vee te vee wete! Aollebei in overtredienge zeid'n. Je schoonmoeder in Atjeh za' je bedoele! Begon de kok, d'r onnodige fermielje bie t' aele. Je pakte me beet! begon den agent wee Nee, monjet! zei de boots man, ik was ik bange da'j zou valle, daerom pakten ik je eventjes bie je kabaja! Ma' maek noe gin soesah, me wille minnélek schikke, pak noe mee ons 'n peitje dan kun me de schae' opneme. De bezinne kreeg cente vo' d'r mandjes, ma' ze wou nog gin brande- wientje mee suker vo' de schrik, zoda 'me 't zelf mochte inneme. Den agent wou ok niks ma' da' kwam dienke- lek omdat 'n net as ons, van die 'ooge Oomes boven z'n wist, die zo dik onder de gouwe striepen zitte. Dus da' konne me wè plaesse. Ze bin nie verre mi gekomme mee ulder fiesttochte over Wal cheren. Om over de schrik eene te komme, ze zo 'ier en daer nog zo' is ongeleid en om gin moeilek'ede mi te kriege mee pelisie of zo' ze bo'n sadotje laete komme, en mee d' over- bluufselen van de fietse, bin ze nae' Vlissienge gereje. Docht ik 't niezei de wacht: 'n zeekakkeloebes moe nie over land gae koerse! BESPIEGHELAER. vreemde heersers verzet. De Spaan se kolonisatie werd vooral aange spoord door de ontdekking van ryke zilvermijnen, waarvan de exploitatie voor de Indianen met vele kwellin gen gepaard ging, maar die het land zelf geen rijkdom brachten. I'och kan men zich het moderne Bolivia niet voorstellen zonder de versmel ting van Spaans bloed en Spaanse cultuur met de ingewortelde krach ten van het land. Van een bevolking van ongeveer 3,8 millioen zyn waar- schynlijk byna de helft Hoogland-In dianen. ongeveer een derde Mestie zen en maar weinig meer dan 10 blanken voornameiyk nakomelin gen van de oude Spaanse immigran ten, daar de nieuwere immigratie slechts van geringe omvang was. De rest bestaat uit ongeciviliceerde Laagland-Indianen en negers. De dichtst bewoonde en econo misch belangrijkste gebieden 2ijn de vlakten en dalen van het Oostbolivi- aanse Hoogland. Vooral op de Oos telijke berghellingen, in de zg. Yun- fa's, worden velerlei producten ver- ouwd. zoals mais, suikerriet, bana nen, koffie, specerijen en rubber. Op de hoogvlakten wordt een zeer ex tensieve veeteelt bedreven. De exploi tatie van tin-, zilver-, koper- en an dere mynen vormt weliswaar de voornaamste bron van inkomsten van de staat en deze mineralen zyn ook de belangrykste exportproduc ten, maar slechts een klein gedeelte van de bevolking werkt in de n lij nen. De grote massa leeft onder on gunstige omstandigheden van de weinig ontwikkelde landbouw: de modernisering hiervan stuit op talrij ke hindernissen, vooral van financi ële aard en wordt ook door de lage trap van ontwikkeling der bevolking bemoeilijkt. LAZ ,.AZ Het bloeiende culturele en econo mische leven in de prachtig gelegen hoofdstad Laz Paz (de vrede) zij heeft haar naam in de laatste tijd weinig eer aangedaan die meer dan 30.000 inwoners telt. vormt een sterke tegenstelling met de ar moede en eenzaamheid in de groot ste delen van het overige land De revolutionnaire krachten zyn gedeel telijk rechtsradicaal nationalistisch gezind, zoals de Movimiento Naciona- nsta Revolucionario, gedeeltelijk zijn ze communistisch beïnvloed (Izquier- distas), waarbij de eerste meestal ge steund worden door officieren, amb tenaren en andere leden van c!e dun ne middenstand evenals de landbe volking terwyl de linksrevolution- hairen hun aanhangers vooral onder de mijnwerkers vinden. Gedeeltelnk hebben de communisten ook getracht voordeel te trekken uit de nationa listische revolutionnaire opstanden. De zwaarste aanval hadden de achter de regering staande, z.g. de mocratische middenpartijen in 1949 te doorstaan tijdens de opstand van de nationaal-revolutionnairen. De bloedige onderdrukking van deze op stand heeft echter geen oplossing van de problemen gebracht, d.w.z. er is geen verbetering gekomen in de sociale positie der arme boeren en mijnwerkers. De inflatie kon niet te gengehouden worden en een ingrij pende intensivering van het econo mische leven was niet mogelyk. De revolutionnairen beweren nog steeds. dat de regering onder de invloed I staat van machtige buitenlandse mynbouwmaatschappijen. UITWEG NAAR ZEE? Sinds Bolivia in de z.g. Salpeter oorlog in 1884 zijn kuststrook aan Chili verloor, heeft het steeds weer een toegang tot de zee geëist. Ge durende de laatste maanden doken in de Zuid-Amerikaanse pers berich ten op, die spraken van onderhande lingen tussen Bolivia. Pei*u en Chili en van bereidwilligheid van de zyde van laatstgenoemde staat om een kuststrook af te staan. Latere be richten luidden echter weer ongun stig voor Bolivia en in enkele aan Bolivia grenzenden Chileense en Pe ruaanse kuststeden kwam het zelfs tot protestdemonstraties tegen even tuele gebiedsafstand. Het zou voor Chili en Peru eigenlijk gemakkelijk genoeg zijn. om een strookje van hun geweldig langgerekte kusten af te staan, maar men wil niet afzien van de winsten, die de transitohan del ipet de Hooglandbinnenstaat af werpt en altruïsme behoort blijk baar ook in Zuid-Amerika niet tot de politieke deueden. Zoals de toe stand nu is, zal Bolivia nog wel lan ge tijd met binnenlandse moeilijkhe den te kampen hebben en zijn wens naar een toegang tot de kust zal vermoedelijk ook nog niet zo gauw in vervulling gaan. (Nadruk verboden). De waterstofbom. De Amerikaanse regering zal in Zuid Carolina een fabriek voor atoom energie bouwen, waar materiaal voor de waterstofbom zal worden ge maakt. De bom zelf zal daar niet worden gefabriceerd, noch andere atoomwapens. De producten van de fabriek zullen zowel voor wapens als voor industriële doeleinden kunnen worden gebruikt. Verwacht wordt, dat de komende anderhalf jaar meer dan 1500 gezinnen uit de buurt naar elders moeten vertrekken. Voordrachten over sociale en bedrijfseconomische aspecten van de landbouw. Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van het „Landbouw-Econo- misch Instituut" te Den Haag, werd te Utrecht een landbouw-economische dag gehouden. Prof. dr. ir. G. Minderhoud, voorzitter van het L.E.I-, pre sideerde deze bijeenkomst die door tal van geleerden, zowel als door prac tici op het gebied van landbouw en landbouworganisaties werd bygewoond. Vier voordrachten over de doeleinden van en over sociale en bedrijfs economische aspecten van de landbouwpolitiek, alsook een beschouwing over strategische factoren voor de pryspolitiek in de landbouw werden door discussie gevolgd. In zyn voordracht over „de doel einden van de landbouwpolitiek", zeide de voorzitter van de Stichting voor de Landbouw, de heer H. D. Louwes, dat hij onder het begrip landbouwpolitiek alles wat ten aan zien van de landbouw door de over heid en publiekrechtelijke organen wordt ondernomen samenvat. Onder landbouwbeleid voegt hy alles, wat in de sfeer van overheid en publiek- rechteiyke lichamen en in standorga nisaties, vakverenigingen, coöpera ties, instituten enz. wordt onderno men op het gebied van de landbouw. Spr. zeide, dat een goede landbouw politiek niet kan worden gevoerd zonder een levendige activiteit op het gehele terrein van het landbouw beleid. Als deze laatste ontbreekt, werkt de democratie gebrekkig. De heer Louwes zeide tenslotte, dat de grote taak, welke op de schouders der overheid rust ten aan zien van de economische en sociale politiek, gepaard met het moeiiyk te doorgronden karakter der staat kundige vraagstukken, gevaar voor overheersing van het volksleven door de staat en zyn organen met zich brengt. Men is er niet mee klaar en doet onrecht, dit aan machtswellust der ambtenaren te wyten. want ook zy kunnen deze ontwikkeling niet keren. Door bewuste opvoeding tot verantwoord burgerschap, vergroting van het aantal leden onzer volksver tegenwoordiging, door parate organi satie van de landbouwbedryfsgeno- ten in vrye organisaties, door t schep pen van gezonde en sterke coöpe raties en door de publiekrechtelyke bedryfsorganisatie voor de landbouw straks tot een levend en eigen or gaan te maken, kunnen de boeren, tuinders en landarbeiders van Neder land een positieve bydrage leveren tot redding onzer democratie, aldus de heer Louwes. ANDERE INLEIDINGEN. Vervolgens sprak de directeur van het jubilerende instituut prof. dr. J. Horring. Deze vroeg aandacht voor „strategische factoren voor de prys politiek in de landbouw." Na delunch werd over de „socia le aspecten van de landbouwpolitiek" het woord gevoerd door prof. dr. P. W. Hofstee. Prof. Hofstee achtte so ciologisch en sociografisch zowel als technisch en economisch onderzoek noodzakelyk voor het in juiste banen leiden van de toekomstige ontwikke ling onzer landbouw. Prof. dr. ir. Minderhoud sprak over Bedrijfseconomische aspecten van de landbouwpolitiek. Spreker ging de economische ontwikkeling van de landbouw in de laatste jaren na en wydde beschouwingen aan pachtprij zen, Investeringen, lonen, enz.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1950 | | pagina 9