Het draadje werd een kabelnet
VAL DA
Een kwart eeuw officiële
radio-distributie
DE ZORGEN VAN BOLIVIA
fQie ons op tdj^ctjo
TIENJARIG BESTAAN LANDB0UW-
EC0N0MISCH INSTITUUT
VRIJDAG 1 DECEMBER 1950
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
Pionier der centrales: A. L. Bauling
(Van onze speciale verslaggever).
DEVENTER, November. In een half millioen gezinnen ontvangt
men dagelijks zyn portie muziek en gesproken woord langs een draadje.
Meneer draait aan de kiesschtyf en luistert met een ernstig gezicht naar
de allesbehalve optimistische nieuwsberichten, mevrouw draait een num
mer verder en laat zich alles haarfyn uitleggen over de fabricage van
een wintcrjaponnetje en de jonge Jan tapt progressieve muziek uit de
lftn. Dat gebeurt dagelyks in een half millioen gezinnen in Nederland.
Ruim 25 jaar geleden waren het er vjjf en men behoeft dus niet veel
woorden te verspillen aan een schets van de ontwikkeling der centrales,
omdat die cUfers genoeg zeggen.
Interessanter is het bovendien om de
heer Bauling iets te laten vertellen uit
de beginperiode van de radio en de
centrales, toen men de luisteraars nog
bij dozijnen en niet bij duizendtallen
telde.
De jonge Bauling moet voor het
eerst door de radio gepakt zijn toen
hij in 1918 van de dokterszoon in
Zaandam hoorde, die oorlogsbulletins
uit de lucht opving en ze wel eens bij
een boekhandel publiceerde. Hij liet
het niet bij een platonische bewonde
ring en in 1921 begon hij zich daad
werkelijk met de radio te bemoeien.
Er warén in de hele Zaanstreek (de
familie Bauling woonde in Koog aan
de Zaan) nog geen tien mensen, die
met de nieuwe uitvinding experimen
teerden en zij heetten ook nog geen
luisteraar, maar radio-amateur. Zij
bouwden hun primitieve toestellen
volgens de voorschriften, die J. dé
Corver in zijn boekje had gegeven en
werden lid van de Ned. Ver. voor Ra-
diotelegrafie.
Nu was het niet zo'n wonder, dat
Adrianus Bauling zich op de radio-
knutselsport wierp. Want de jeugdige
H.B.S.'er hij ging in Zaandam
school had wat men een technische
knobbel pleegt te noemen. Een be
gaafdheid, die onder meer vruchten
afwierp voorde duivensport. Want
hij had bij het invlieggat van zijn dui
venhok een electrisch contact ge
maakt. dat hem waarschuwde, zodra
er een duif of een doffer op het hok
neergestreken was. Door de zwaarte
van het diertje ging het plankje om
laag en thuis bij de jonge Bauling rin
kelde er prompt een bel.
En zo bouwde hij dan zijn eerste
ontvangtoestel. Het was (voor de hui
dige begrippen) een primitief geval;
een loodglansdetector, een glijspoel,
een koptelefoon en een eindeloze an
tenne, die tussen twee grote gebouwen
was opgehangen. Hij knutselde in zijn
eigen werkkamer, annex studeergele-
genheid en slaapvertrek.
DE EERSTE CENTRALE
De vrienden en bekenden, wie het
vergund was een paar minuten de
koptelefoon van Bauling Jr. op nun
oren te houden, hadden allemaal „ko-.
lossaal" gezegd, wanneer zij de morse
tekens vernamen. Maar de grote run
op het werkkamertje van de jongeman
begon toch pas, toen er muziek uit de
aether viel te halen. Er ging geen
avond voorbij of er was radio-visite.
Iedereen wilde het naadje van de kous
weten en iedereen was enthousiast.
Nu heeft men zakelijk instinct of
men heeft het niet. De een zal de hul
debetuigingen wegens betoond tech
nisch vernuft dankbaar in ontvangst
nemen en ze naast, zich neerleggen, de
ander zal de gelegenheid aangrijpen
zich er een bestaan uit op te bouwen.
Bauling was 17 jaar en nog altijd
H.B.S.'er. toen er iets in zijn hersens
gevonkt moet hebben. Waarom moe
ten de mensen naar mij toekomen om
muziek te horen? Laat ik de muziek
bij hen brengen.
Vader Bauling zal wel eens ernstig
met zijn zoon gesproken hebben, toen
deze het idee in de familiekring op
perde. Maar de schooljongen kreeg
zijn zin. Op 16 April 1924 sloot hij de i
eerste vijf meeluisteraars op zijn toe-
stel aan. Het was maar een klein
draadje, dat de kamer van Bauling
met de huizen van de buren verbond
Een kwart eeuw later was het uitge
groeid tot een onafzienbaar kabelnet
in alle hoeken van Nederland.
Buurman P. Woudt in de Stations
straat te Koog a/d Zaan was Neer-
lands dlstributieluisteraar-nummer-
één. En de nestor der centrale-hoor
ders heeft op het ogenblik nóg een
aansluiting op het distributienet.
HET BELLETJE.
De eerste uitzending was een uit
voering van de Matthaus-Passion in
de St. Bavi in Haarlem via de H.D.O.
Men stelle zich nog geen luidsprekers
voor, die de hoge en lage tonen per
fect weergeven en een volumeregelaar
bezitten. Het was immers allemaal nog
primitief. Er werd geluisterd met de
koptelefoon en in sommige huizen had
men er wel vijf. Dan zat 's avonds het
hele gezin om de tafel met de koptele
foon op de oren. En wanneer er eens
geen uitzending was, gebruikten de
abonné's de centrale soms voor een ge
zellig buurpraatje. Zij spraken in de
ene schelp en luisterden met de ande
re!
De uitzendingen waren nog zeer on
geregeld. Alleen 's avonds en Zondags
middags kon men vast op luistergenot
rekenen. Maar als er overdag eens iets
bijzonders was, dan hoefde de jeugdi
ge exploitant maar op een belletje te
drukken. Dat rinkelde dan in alle
Generaal Kruis en de
natuurbescherming
Het Tweede Kamerlid de heer van
der Goes van Naters (Arb.) heeft aan
de minister van Oorlog schriftelijk ge
vraagd of het hem bekend is, dat ge
neraal Kruis op of omstreeks 22 No
vember in een „causerie" zich laat
dunkend over het culturele belang dei-
natuurbescherming. dat mede van re
geringswege zijn behartiging vindt,
heeft geuit? De heer v. d. Goes van
Naters keurt dit af en vraagt of de
minister aan dergelijke uitlatingen
een einde wil maken.
In een der gezellig ingerichte
woonvertrekken van de heer A.
L. Bauling aan de Zwolseweg
in Deventer staat een stuk ce
ramiek, waarop de eigenaar bij
zonder trots is. Het vertoont
als opschrift: „Hy trok de voor
van zijn arbeid recht. 25 jaar
radio-distributie. Hulde aan de
grondlegger A. L. Bauling".
Het is een geschenk, dat de heer
Bauling verleden jaar van de
exploitanten der radio-centralès
kreeg, omdat hij op 26 April
1924 de eerste abonné's op een
radio-centrale aansloot Neder
land telde toen zijn eerste 5 dis
tributieluisteraars. Thans. 25
jaar later, zijn het er omstreeks
een half millioen. Maar van die
eerste vijf wist de overheid of
ficieel nog niets. Want pas op
15 November 1925 ontving de
P.T.T. de eerste aanvraag voor
de aanleg van eén radio-distri
butieleiding en die aanvraag
kwam van de 17-jarige Bauling
uit Koog a/d Zaan. Dat is dus
nu een kwart eeuw geleden en
dat was voor een onzer redac
teuren aanleiding met de heer
Bauling (zakenman, ex-wethou
der, raadslid en sportvlieger) de
geschiedenis der radio-centrale
in Nederland eens op te rakelen
huiskamers van zijn abonné's en het
betekende: „Ga eens even luisteren,
want er komt wat extra's".
OP GROTERE VOET.
De radio-centrale groeide uit haar
kinderschoenen. Medio 1926 begon de
zaak grotere commerciële vormen aan
te nemen. De heer Bauling vroeg con
cessies in Koog a/d Zaan. Zaandijk,
Zaandam. Wormerveer. Uitgeest. In
Alkmaar, Heiloo, Amsterdam-Oost en
Deventer. Deventer groeide uit tot een
modelbedrijf (hij verplaatste zijn do
micilie dan ook naar de stad aan de
IJsel) met 4800 abonné's. In 1933 kreeg
het Deventer bedrijf een zeer modern
ondergrondse kabelnet, met een ont
vangstation op de Bergweide (rich
tingzoekers waarborgden een onge
stoorde ontvangst van buitenlandse
stations) en een eigen studio en Diesel
aggregaat. Ook in het buitenland ex
ploiteerde hij centrale-netten: grote
bedrijven in Nottingham en Wolver
hampton in Engeland. Vlak voor .net
uitbreken van de tweede wereldoorlog
verkocht hij ze. De heer Bauling is
niet alleen de pionier der radio-centra
les, hij was ook de eerste, die een di
recte lijnverbinding tussen de studio's
en zijn centrales tot stand bracht Die
eerste verbindingen zijn uitgegroeid
tot een groot net over het gehele land
en zij waarborgen de centrale-luiste
raars een storingsvrije ontvangst van
de Nederlandse zenders.
De hevige stormen, die over een deel van de Verenigde Staten woedden,
richtten op vele plaatsen ernstige se hade aan. Dit is wat er overbleef van
een garage in Laurel Springs, toen de ontketende natuurkrachten waren
uitgeraasd.
De windvlagen hadden een snelheid van meer dan 90 km. per uur, en
rukten het gehele gebouw van de fundamenten.
Voor de eigenaar betekende dit een schadepost van ruim 16.000 gulden.
Sterke sociale spanningen en strijd om een uitweg
naar de zee.
(Van onze correspondent).
LA P.AZ, Nov. Men is er al gewend in de kranten van Zuid Ame
rika en de overige wereld elk jaar verschillende keren berichten te lezen
over regeringserises en succesvolle of mislukte staatsgrepen. In de laat
ste tyd is het accent echter verschoven: vroeger waren de hoofdpersonen
van de gebeurtenissen eerzuchtige partyleiders of generaals, die op de
kleine kring van de bezittende standen steunden, doch sinds enige tijd
zijn deze op de voorgrond tredende personen vaak de actieve vertegen
woordigers van veel dieper grypende bewegingen en wel van de voor het
grootste gedeelte in armoede en afhankelykheid levende, maar steeds
sterker door revolutlonnalre Ideeën beheerste volksmassa.
Er is nauweiyks een ander Zuid-Amerikaans land, dat In de laatste
tijd zo dikwyis door opstanden geschokt is als Bolivia en geen enkel an
der land heeft in deze tijd zo'n lange en zware burgeroorlog doorstaan
als die verleden jaar in dit bergachtige land woedde, dat naast Para
guay de enige Zuid-Amerikaanse staat is, die geen verbindingsweg met
de zee bezit.
Neem een doos echte
PA 2 TILLES
TCOEM
VERKOUDHEID
De Spanjaarden hebben in 1532
onder Bizarro de gebieden van het
tegenwoordige Bolivia onderworpen,
maar de Hoogland-Indianen zijn ver
scheidene keren tegen hen opgestaan
en hebben zich vooral in de grote
opstand van 1670 dapper tegen de
„Gesprek tussen regering en
volk".
WAS DAT HET DOEL VAN
„DE MIJLPAAL"?
In het verslag der commissie van
rapporteurs der Tweede Kamer over
de begroting van Algemene Zaken,
dat thans verschenen is, wordt door
vele leden aangedrongen op inkrim
ping van de regeringsvoorlichtings
dienst, waarvoor niet minder dan
793.200 is uitgetrokken. Ook meen
den vele leden, dat de uitgaven van
de buitenlandse inlichtingendienst,
waarvoor 908.700 op de begroting
is gebracht, verminderd zouden kun
nen worden en in 't bijzonder werd
bezwaar gemaakt tegen de geheime
uitgaven van deze dienst, waarvoor
het bedrag zeer belangrijk is ver
hoogd.
Verscheidene leden zouden gaarne
vernemen, welke bemoeiingen de re
gering heeft gehad met de tentoon
stelling „De Mijlpaal". Is het juist,
dat deze bemoeiingen de bedoelingen
hadden „een gesprek tussen regering
en volk" tot stand te brengen? In
dien dit het geval mocht zijn, is de
regering dan niet van oordeel, dat
harerzijds gesprekken met het volk
moeten worden gevoerd door tussen
komst van de volksvertegenwoordi
ging?
Gevraagd werd ook, welke regeling
is getroffen met betrekking tot de
dekking van het nadelig saldo van
deze tentoonstelling, en welke finan
ciële gevolgen voor het rijk hieruit
zullen voortvloeien.
Rijnschippers in het ongelijk
gesteld
De Haagse rechtbank heeft na kort
geding eisen van een comité van ac
tie van particuliere Rrjnvaartschip-
pers inzake het onrechtmatig verkla
ren van de „stop by Lobith" afgewe
zen.
Tinus en Rinus, aollebei bie
de Marine, a' jaeren 'oor,
den eenen as kok, den
aoren as bootsman, laege op 't
wachtschip in Vlissienge over-
geplaest van den oorlogsbodem
die as ulder uut d' oost ao' te
ruggebracht.
'n Ieder die as da' zwarte
wachtschip van vo' den oorlog
nog kan 'erinnere weet ok wè
da' dae onder aol die Jantjes
geweunlek 'eel wa' Zeeuwen
zaete. De tioi maots wouwe nae
de lange reize, 't ouwe Walche
ren wee wé's zie. Zumme 'n
tandem 'ure, je wete wè zo'n
amme kaore fietse? zei Tinus
die as van 'n bekend durp
kwam. En dan gae' me saeme 'n
bitje toere, zei den dikken kok.
Ik bind ik wè zo'n reuze fietser
nie, ma' mee' z'n beien bin me
meer \nans ee?
Nee! nèt niet! zei Rinus den
bootsman, 'k wille wé toere,
ma' nie op zo'n twi fietse, da's
nie eerlek, jie mee je bolle
lichaem as 'n vliegtuugmoeder-
schip je'n eige laete riè en ikke
as de djongos van de ioewan
besar ma' trappe zeker?
Nee, niks tandem, ouWe doe
rak! zei Rinus, ieder z'n eige
fietsje, en je bluuf ma' in m'n
kielzog, dan za' je gin aoverij
oplope.
As ik stuurboord ofslaen, dan
koers jie ma' mee, en amrrie
bakboord of moete, gee'k twi
stote op de bel, en vèder ma'
geweun de baeke's Ouwe ee.
Afijn, zo gezeid zo gedae; z'
nurden twi fietse. De kok icou
d'r bepaeld een mee transporl-
wiele! Aors rie ik m'n eige a
zo in de zieke boegzei'n. En
jae 'oor, g'olpe deu' twi ma
troze zat 'de bootsman d'r op:
ie riep: los voren en los ach
ter! en zwabberden over de
wegt.
Kom op kurkezak! riep 'n.
Ma' de kok die op z'n ouwer-
wes een poot op z'n step, en
dan ma' wip, wip achter da'
dienk anstepte, kon z'n ballon-
buuk nie over 't zaedeltje hieu-
we.
Je moe' bakboord opstappe!
brulde de boots Zo kom je
nooit an boord! Ma' nae 'n paer
aordege zwabbers over 'eel de
breedte van de wegt, raeke-
liengs lanst de boeg van 'n
melkwaege waer as 'n boere
meid opzat (sarina dienk om je
warong!) riep Tinus nog, rock
te ze toch op de breedte, 'eel
't wachtschip lag scheef van de
besjoerende Jantjés die over de
reelieng iengeSlamat djalan!
wenste de wacht van uut z'n
kotje, en dog mie, dat moe. me
gaen riep Rinus tegen twi
passerende boerinnetjes en vol
spied goenge ze d'r vandeu
Wa' lei jie vo riep de kok.
Ik koerse geweun om de noord
nae 'Middelburg was 't ant
woord en zo lanst 't jaegpad
goeng 't zonder bezwaere ver
der. Totda' ze bie 'n brugge on
eens 'n troep koeie en kalvers
tegenkwaeme, die van schrik
deu' mekaore 'obbelden as joen-
ge geitjes.
Ik val an, volg mij; riep de
boots, lae' ze ma' tandakke Ti
nus!
Zinus en
Rinus gae
Bin da' noe kalve of vaerze?
wouw de kok wete.
Da' 'moei mien niet vraege,
zei de bootsman, ik zo gin-
verstand van geveugelte.
Toen ze de stad naederden,
riep de kok: ik zou best is taille
bunkere, weet jie gin kombuis
'ier?
Jae, bie de mart, zei de boots
en ie boegseerde deu' d' eeste
straetjes van Middelburg. Ma'
noe wier 't pas moeilek navi-
geere, wan d'r was vee' pas-
saoge en tegenleggers van aolle
soort.
„Aolve krachtriep de
bootsman, ma' 't was a te laete
Net vo' de mart stoeng 'n ver
keersagent, midden in ulder
vaerwaeter, van lienks kwam
'n grote vrachtauto, van rechts
'n dikke bezinne mee tiai
mandjes, D'r was gin keus mi,
de boots koerste mee 'n gange
tje van 4 knopen troes op dien
agent of, de kok kraekten de
barang van de bezinne die
zwaere slagzij miek en sind 'n
z'n eige in der want vastpak-
tende, dükelden over z'n stuur
'n sigaore toko binnen! Dae'
verschrookke ze nog a' ma' ze
vroge: ei je wa' nodig? Jae, 'n
oorlom! zei de kok die as ze
voorwiel wee, in z'n medél per-
beerde te douwe
De bootsman zag de kok kap-
seize, en riep: lae' valle je'n
ankeren zelf pakte'n van al-
terazie mee twi 'anden rond de
nek van dien agent en zo zakte
ze saeme tegen de waereld
Mintah ampoenriep 'n nog èn
'n ieder oorde de fiets 't krae-
kend oflegge tegen den vracht
auto. Afijn, d' anvaerienge was
vo' de fietsen te kras ewist, ma'
verder ao' gelokkig gin mens
letsel bekomme. D'r stoeng
derek vee volk omeene, ma'
b' aolve de fietsen ende mand
jes van de bezinne, was d'r gin
oavery. Dat wuuf oa'n kleur as
'n nieuwe dekzwabber, en ze
kermden, raesden en tierden zo'
as enkel dikke wuven da'
kunne
Stil ma' nonnie! De kompenie
is d'r goed vo'zei Rinus, dus e
zet je stoomfluit ma' af 'oor
De kok ao'a 'n kastelein ge
praaid, die gauw kleine glaes-
jes mee 'elder vocht in, op 'n
bloedje bie ulder brocht, en dat
Help!
Ma' den agent wier moeilek,
en wou aneens vee te vee wete!
Aollebei in overtredienge
zeid'n.
Je schoonmoeder in Atjeh za'
je bedoele! Begon de kok, d'r
onnodige fermielje bie t' aele.
Je pakte me beet! begon den
agent wee
Nee, monjet! zei de boots
man, ik was ik bange da'j zou
valle, daerom pakten ik je
eventjes bie je kabaja! Ma'
maek noe gin soesah, me wille
minnélek schikke, pak noe mee
ons 'n peitje dan kun me de
schae' opneme. De bezinne
kreeg cente vo' d'r mandjes,
ma' ze wou nog gin brande-
wientje mee suker vo' de
schrik, zoda 'me 't zelf mochte
inneme. Den agent wou ok
niks ma' da' kwam dienke-
lek omdat 'n net as ons, van die
'ooge Oomes boven z'n wist,
die zo dik onder de gouwe
striepen zitte. Dus da' konne
me wè plaesse.
Ze bin nie verre mi gekomme
mee ulder fiesttochte over Wal
cheren.
Om over de schrik eene te
komme, ze zo 'ier en daer
nog zo' is ongeleid en om gin
moeilek'ede mi te kriege mee
pelisie of zo' ze bo'n sadotje
laete komme, en mee d' over-
bluufselen van de fietse, bin ze
nae' Vlissienge gereje.
Docht ik 't niezei de wacht:
'n zeekakkeloebes moe nie over
land gae koerse!
BESPIEGHELAER.
vreemde heersers verzet. De Spaan
se kolonisatie werd vooral aange
spoord door de ontdekking van ryke
zilvermijnen, waarvan de exploitatie
voor de Indianen met vele kwellin
gen gepaard ging, maar die het land
zelf geen rijkdom brachten. I'och
kan men zich het moderne Bolivia
niet voorstellen zonder de versmel
ting van Spaans bloed en Spaanse
cultuur met de ingewortelde krach
ten van het land. Van een bevolking
van ongeveer 3,8 millioen zyn waar-
schynlijk byna de helft Hoogland-In
dianen. ongeveer een derde Mestie
zen en maar weinig meer dan 10
blanken voornameiyk nakomelin
gen van de oude Spaanse immigran
ten, daar de nieuwere immigratie
slechts van geringe omvang was. De
rest bestaat uit ongeciviliceerde
Laagland-Indianen en negers.
De dichtst bewoonde en econo
misch belangrijkste gebieden 2ijn de
vlakten en dalen van het Oostbolivi-
aanse Hoogland. Vooral op de Oos
telijke berghellingen, in de zg. Yun-
fa's, worden velerlei producten ver-
ouwd. zoals mais, suikerriet, bana
nen, koffie, specerijen en rubber. Op
de hoogvlakten wordt een zeer ex
tensieve veeteelt bedreven. De exploi
tatie van tin-, zilver-, koper- en an
dere mynen vormt weliswaar de
voornaamste bron van inkomsten
van de staat en deze mineralen zyn
ook de belangrykste exportproduc
ten, maar slechts een klein gedeelte
van de bevolking werkt in de n lij
nen. De grote massa leeft onder on
gunstige omstandigheden van de
weinig ontwikkelde landbouw: de
modernisering hiervan stuit op talrij
ke hindernissen, vooral van financi
ële aard en wordt ook door de lage
trap van ontwikkeling der bevolking
bemoeilijkt. LAZ ,.AZ
Het bloeiende culturele en econo
mische leven in de prachtig gelegen
hoofdstad Laz Paz (de vrede) zij
heeft haar naam in de laatste
tijd weinig eer aangedaan die
meer dan 30.000 inwoners telt. vormt
een sterke tegenstelling met de ar
moede en eenzaamheid in de groot
ste delen van het overige land De
revolutionnaire krachten zyn gedeel
telijk rechtsradicaal nationalistisch
gezind, zoals de Movimiento Naciona-
nsta Revolucionario, gedeeltelijk zijn
ze communistisch beïnvloed (Izquier-
distas), waarbij de eerste meestal ge
steund worden door officieren, amb
tenaren en andere leden van c!e dun
ne middenstand evenals de landbe
volking terwyl de linksrevolution-
hairen hun aanhangers vooral onder
de mijnwerkers vinden. Gedeeltelnk
hebben de communisten ook getracht
voordeel te trekken uit de nationa
listische revolutionnaire opstanden.
De zwaarste aanval hadden de
achter de regering staande, z.g. de
mocratische middenpartijen in 1949
te doorstaan tijdens de opstand van
de nationaal-revolutionnairen. De
bloedige onderdrukking van deze op
stand heeft echter geen oplossing
van de problemen gebracht, d.w.z. er
is geen verbetering gekomen in de
sociale positie der arme boeren en
mijnwerkers. De inflatie kon niet te
gengehouden worden en een ingrij
pende intensivering van het econo
mische leven was niet mogelyk. De
revolutionnairen beweren nog steeds.
dat de regering onder de invloed
I staat van machtige buitenlandse
mynbouwmaatschappijen.
UITWEG NAAR ZEE?
Sinds Bolivia in de z.g. Salpeter
oorlog in 1884 zijn kuststrook aan
Chili verloor, heeft het steeds weer
een toegang tot de zee geëist. Ge
durende de laatste maanden doken
in de Zuid-Amerikaanse pers berich
ten op, die spraken van onderhande
lingen tussen Bolivia. Pei*u en Chili
en van bereidwilligheid van de zyde
van laatstgenoemde staat om een
kuststrook af te staan. Latere be
richten luidden echter weer ongun
stig voor Bolivia en in enkele aan
Bolivia grenzenden Chileense en Pe
ruaanse kuststeden kwam het zelfs
tot protestdemonstraties tegen even
tuele gebiedsafstand. Het zou voor
Chili en Peru eigenlijk gemakkelijk
genoeg zijn. om een strookje van
hun geweldig langgerekte kusten af
te staan, maar men wil niet afzien
van de winsten, die de transitohan
del ipet de Hooglandbinnenstaat af
werpt en altruïsme behoort blijk
baar ook in Zuid-Amerika niet tot
de politieke deueden. Zoals de toe
stand nu is, zal Bolivia nog wel lan
ge tijd met binnenlandse moeilijkhe
den te kampen hebben en zijn wens
naar een toegang tot de kust zal
vermoedelijk ook nog niet zo gauw
in vervulling gaan.
(Nadruk verboden).
De waterstofbom.
De Amerikaanse regering zal in
Zuid Carolina een fabriek voor atoom
energie bouwen, waar materiaal voor
de waterstofbom zal worden ge
maakt. De bom zelf zal daar niet
worden gefabriceerd, noch andere
atoomwapens. De producten van de
fabriek zullen zowel voor wapens als
voor industriële doeleinden kunnen
worden gebruikt. Verwacht wordt,
dat de komende anderhalf jaar meer
dan 1500 gezinnen uit de buurt naar
elders moeten vertrekken.
Voordrachten over sociale en bedrijfseconomische
aspecten van de landbouw.
Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van het „Landbouw-Econo-
misch Instituut" te Den Haag, werd te Utrecht een landbouw-economische
dag gehouden. Prof. dr. ir. G. Minderhoud, voorzitter van het L.E.I-, pre
sideerde deze bijeenkomst die door tal van geleerden, zowel als door prac
tici op het gebied van landbouw en landbouworganisaties werd bygewoond.
Vier voordrachten over de doeleinden van en over sociale en bedrijfs
economische aspecten van de landbouwpolitiek, alsook een beschouwing
over strategische factoren voor de pryspolitiek in de landbouw werden
door discussie gevolgd.
In zyn voordracht over „de doel
einden van de landbouwpolitiek",
zeide de voorzitter van de Stichting
voor de Landbouw, de heer H. D.
Louwes, dat hij onder het begrip
landbouwpolitiek alles wat ten aan
zien van de landbouw door de over
heid en publiekrechtelijke organen
wordt ondernomen samenvat. Onder
landbouwbeleid voegt hy alles, wat
in de sfeer van overheid en publiek-
rechteiyke lichamen en in standorga
nisaties, vakverenigingen, coöpera
ties, instituten enz. wordt onderno
men op het gebied van de landbouw.
Spr. zeide, dat een goede landbouw
politiek niet kan worden gevoerd
zonder een levendige activiteit op
het gehele terrein van het landbouw
beleid. Als deze laatste ontbreekt,
werkt de democratie gebrekkig.
De heer Louwes zeide tenslotte,
dat de grote taak, welke op de
schouders der overheid rust ten aan
zien van de economische en sociale
politiek, gepaard met het moeiiyk
te doorgronden karakter der staat
kundige vraagstukken, gevaar voor
overheersing van het volksleven door
de staat en zyn organen met zich
brengt. Men is er niet mee klaar en
doet onrecht, dit aan machtswellust
der ambtenaren te wyten. want ook
zy kunnen deze ontwikkeling niet
keren. Door bewuste opvoeding tot
verantwoord burgerschap, vergroting
van het aantal leden onzer volksver
tegenwoordiging, door parate organi
satie van de landbouwbedryfsgeno-
ten in vrye organisaties, door t schep
pen van gezonde en sterke coöpe
raties en door de publiekrechtelyke
bedryfsorganisatie voor de landbouw
straks tot een levend en eigen or
gaan te maken, kunnen de boeren,
tuinders en landarbeiders van Neder
land een positieve bydrage leveren
tot redding onzer democratie, aldus
de heer Louwes.
ANDERE INLEIDINGEN.
Vervolgens sprak de directeur van
het jubilerende instituut prof. dr. J.
Horring. Deze vroeg aandacht voor
„strategische factoren voor de prys
politiek in de landbouw."
Na delunch werd over de „socia
le aspecten van de landbouwpolitiek"
het woord gevoerd door prof. dr. P.
W. Hofstee. Prof. Hofstee achtte so
ciologisch en sociografisch zowel als
technisch en economisch onderzoek
noodzakelyk voor het in juiste banen
leiden van de toekomstige ontwikke
ling onzer landbouw.
Prof. dr. ir. Minderhoud sprak over
Bedrijfseconomische aspecten van de
landbouwpolitiek. Spreker ging de
economische ontwikkeling van de
landbouw in de laatste jaren na en
wydde beschouwingen aan pachtprij
zen, Investeringen, lonen, enz.