Een levensverhaal van elf getypte pagina's Het rommelt in Duitslands Oostelijke zone Het onderhoud bij de Prov. stoomboten En allemaal gelog em Met het bataljon „Zeeland" naar Indië TWEEDE BLAD PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT WOENSDAG 1 DECEMBER 1948 Ik was geheim agent in oorlogstijd (XXIII) SCHREEUWEN MAAKT VEEL INDRUK OP EEN DUITSER Weer verander ik van plan en houd mijn mond. Weer rede neert hij. Dan ga ik rechtop zitten en zeg zenuwachtig, dat ik dit niet meer kan uithouden. Ik zal praten! De man van erva ring is opgetogen, zegt dat ik verstandig ben, biedt me onóild- delljjk een sigaar aan, geeft me wat van zjjn eigen limonade en beveelt het onaangename type achter de schrijfmachine te gaau zitten en mijn bekentenis op te nemen. „Welaan dan, hoe is uw naam?" „Kranenburg! Johan Ferdinand Kranenburg!" „Begint u nu wéér?" „Doet u niet zo idioot", val ik krachtig uit. „Heb ik gezegd dat ik praten zou of niet? Be gint u nu niet te denken, dat u zo slim bent. Dat P. B. is volkomen echt! U kunt het morgen controleren, dus waar om zou ik liegen?" Het is een opmerkelijk feit, dat geschreeuw veel indruk maakt op een Dnitser. Mijn te genstander zwijgt een ogenblik en besluit dan me te geloven. Gedurende de volgende zes uur vertel ik een verhaal, mijn ondervrager kleedt het inoffi ciële termen in en het Lom- broso-type werkt als een gek op de schrijfmachine. Het is een volledig „verhaal van mijn,, leven", waarin ik mijn school opleiding gekregen heb op een fictief gymnasium, op een scheepvaartkantoor in Antwer pen gewerkt heb, in aanraking kwam met zwarthandelaars enz. Ik heb koelbloedig mijn onders broers en zusters laten overlij den, mijn huwelijksband ver zaakt en een verwarrende mas sa vrienden algemeen zwart af geschilderd. Dit alles komt zon der commentaar zwart op wit. Slechts zelden ergert de man zich, dat hij zo weinig houvast aan mijn verhaal heeft. Hij verkiest aan de episode van mijn ouders te twijfelen dwingt me zodoende tot een uitvoerige beschrijving van mijn vaders ziekbed, mijn moeders liefde voor hem en zelfs een beschrijving van een niet be staand familiegraf op een kerk hof, dat ik nooit bezocht heb. ONTSPANNING. Het is een geweldige ont spanning dat ik niet behoef te denken en alleen maar mijn verbeelding de vrije loop kan laten in het besef, dat de waar heid toch niet voor de volgende morgen ontdekt kan worden, kortom, ik verkeer in omstan digheden, die even verkwikkend werken als een lange nacht rust. De reacties van de vier man nen zijn zeer verschillend. De leider van de groep is klaar blijkelijk zeer tevreden met de ze gemakkelijke overwinning, de bandiet aan de schrijfma chine duidelijk merkbaar onte vreden, dat hij zo hard moet werken en nu en dan ietwat sceptisch, terwijl de twee ande ren die bij het verhoor tegen woordig zijn, slaperig Duitse kranten zitten te lezen. Over het algemeen is de atmosfeer vre dig, hoewel de diepe nachtelij ke stilte buiten me soms adem benemend dreigend aandoet. ELF VELLEN. Het zal ongeveer zeven uur in de morgen zijn, als ik aan het eind van mijn verhaal kom. De man met de ruige wenkbrau wen leest op een dreun de elf getypte vellen voor, waar bij ik nu en dan verbeteringen aanbreng, wanneer ze de feiten niet precies zo weergeven als ik ze „heb meegemaakt". Tenslotte moet ik zowel het origineel als de zes doorslagen ondertekenen en met een vreemd gevoel in mijn maag schrijf ik: Johan Fer dinand Kranenburg. Daarna komt er een sigaret en een stuk brood met wat limonade en kort daarop arriveert de nieuwe ver- hoorploeg onder leiding van Bo- kowsky. „En? Hoe voelt u zich?" be- Frankrijk geeft toeristenboekje uit. Op het congres van het Na tionale Verbond van de Hotel- nijverheid heeft de Franse minister van openbare werken en verkeer, Christian Pineau, aangekondigd, dat binnenkort een toeristenboekje zal worden ingevoerd, waardoor de devie zen. die door buitenlandse toe risten in Frankrijk worden uitgegeven bijna volledig in de schatkist zullen terchtko- men. Naar de minister mededeelde zal het toeristenboekje bon nen bevatten voor reizen per trein, schip en vliegtuig, als mede benzinebonnen en bon nen voor logies, maaltijden enz. De boekjes zullen recht streeks tegen betaling in bui tenlandse valuta aan de toe risten worden verkocht en voor het gehele Franse grond gebied gelden. Er zal een korting worden vastgesteld, die het voor de buitenlanders voordeliger zal maken de toeristenboekjes te kopen dan rechtstreeks hun reis- en verblijfkosten te beta len. groet hij me hartelijk en steekt zijn hand uit om de mijne te schudden. Voor ik tijd heb om te reageren zegt de man-met ervaring met een zeer ernstige, langzame stem en een sterke po ging om zo indrukwekkend mo gelijk te doen: „Hij heeft gesproken!" Over Bokowsky's ronde gezicht glijdt een trek van grote verba zing. Verwonderd staart hij zijn collega aan en wendt zich dan ongelovig tot mij: „Heeft u ge sproken? Nou, dat is een teleur stelling voor me. Dat had ik nooit gedacht. U bent een laf aard!" Zijn opmerkingen zijn ge meend. Hij is werkelijk teleurge steld. Ik heb bij sommige Duit sers een soort sportiviteit opge merkt, een zekere eerbied voor iemands overtuiging en werk. „Het is een schande, Herr eh. Herreh, hoe is uw ei genlijke naam, vraag ik me af. Laat me die papieren eens zien!" Bokowsky werpt één blik op de handtekening en barst dan in een bulderend gelach uit. „Die is goed! Lieber Gott, jullie zijn er in gevlogen. Dit is waardeloos! Hij vertelde me gistermiddag, dat zijn naam niet Kranenburg is, dus is dit alles een verzin sel, volkomen waardeloos Jullie kunnen het wel verscheuren, zo!" en hij scheurt één vel doormidden en houdt de stuk ken spottend tussen vinger en duim vast. Ik heb niet de moed naar de anderen te kijken. 1 „Dus dat is een valse verkla ring hè?" zegt de diepe stem lijzig, nog onaangenamer dan anders. VREEMDE DUITSER. „Allemaal leugens", lacht Bo kowsky". Gewoon om jullie be zig te houden, wed ik! Herr Kranenburg", roept hy en komt weer op me af en schudt me vrolük de hand. „Mun eeriyke complimenten. Dit is buitenge woon aardig. Nu maakt u mün verwachtingen niet te schande". Bokowsky is een vreemde Duit ser. Ik glimlach tegen hem. HU staart me aan. De andere man verlaat zonder een woord te zeggen de kamer, tr het moordenaarstype blüfö voor me staan. Van onder zUn doorlopende wenkbrauwen kijkt hy me scherp aan. „Wir kommen noch einmal zurück!" Dan maakt hu een beweging alsof hü me in mün gezicht wil slaan, maar houdt zich in en vertrekt. Bokowsky schuift de stoel recht en begint een nieuw ver hoor Het nieuwe Zweedse verkeersvliegtuig Scandia", dal overal de vertrouwde D C 3 gaat vervangen, heeft thans de demonstratievluchten naar alle Europe se hoofdsteden beëindigd. Het vliegtuig zal de volgende maand, als eerste van de tien bestelde Scandia vliegtuigen, aan de Zweedse luchtvaart-maatschappij worden overgedragen. T.b.c.-zorg voor gerepatrieerden. Daar de ervaring helaas heelt geleerd, dat verscheidene uit In donesië gerepatrieerden, die ge durende de oorlog veelal enige ja ren in Japanse kampen geïnter neerd of gevangen zaten, bij hun terugkeer in Nederland aan t.b.c. lijdende zijn, heeft het Comité „Nederland helpt Indië" gemeend de helpende hand naar deze land genoten te moeten uit uitsteken. Derhalve riep het Comité de „Stichting Tuberculose Verzorging Nederland helpt Indië in het le ven. welke zich ten doel stelt, de verpleegkosten voor t.b.c.-patiën- ten onder de gerepatrieerden, die j om enigerlei reden niet onder de Staatszorg kunnen vallen, geheel of gedeeltelijk voor haar rekening te nemen. De Stichting heeft zich hiertoe voor drie jaren de be schikking weten te verzekeren over 24 bedden in het bekende Ne derlandse sanatorium te Davos. Om voor plaatsing in aanmerking te komen, moet de ziektegraad van de patiënt in overeenstemming zijn met de hiertoe door het sa natorium te Davos gestelde nor men. Rustkuren voor lichte pa tiënten vallen dus buiten dit ka der. Belanghebbenden kunnen in lichtingen verzoeken bij het Bu reau van genoemde Stichting. Westersingel 92. Rotterdam. Duitsers luisteren te veel naar „verkeerde" zenders ,Ons grooi avontuur" EEN AALMOEZENIER VERTELT. NIET ALLES MANESCHIJN. „Ja, mannen, het ging niet alles door maneschijn en rozen geur, verre van dat, de realiteit was hard. Zweet-hitte-dorst, sa- wahmodder, lange wachten, grauwe regen, vermoeiende pa trouilles, steken der muskieten, malaria, verschrikkelijk slechte wegen, lekkende kampong-hui zen zonder licht enhet laatste afscheid van een mak ker". Met deze woorden richt de oud-commandant van het Ba taljon, Luit. Kol. J. J. van Oort zich in een voorwoord nogmaals tot zijn mannen en het zijn al deze moeiijlkheden die Aalmoe zenier Van de Vrande in de herinnering oproept, in zijn in dagboekvorm geschreven werk „Ons groot avontuur", dat is op gedragen aan de gevallen mak kers van 2-14-R.I. ONGEDWONGEN VERHAAL. Het is geen epos geworden, doch een simpel, in ongedwon gen soldatentaal geschreven re laas van de wederwaardigheden, de teleurstellingen en de toch ook mooie tijd van een groep doodgewone Zeeuwse mannen, die evenals ieder ander op hun tijd bang waren, doch bij de dikwijls ontzaglijk grote moei lijkheden en tegenslagen waar mee zij te worstelen hadden, de Zeeuwse wapenspreuk „Ik worstel en kom boven" ook in het Verre Oosten trouw ble ven en zich met voorbeeldigheid van hun taak het brengen van orde en rust gekweten hebben. Voor de mannen van 2-14-R.I. zullen bij het lezen van dit boek, dat verlucht is met een schat van foto's, vele mooie her inneringen worden opgeroepen. En voor de Zeeuwse bevolking in het algemeen, vormt „Ons groot avontuur" een werkje dat steeds de herinnering levendig zal blijven houden aan de zwa re arbeid van een groep van Zeelands beste zonen in een van de moeilijkste perioden in de geschiedenis van ons land. Vooral van hen die bij de uit voering van deze door hen op genomen taak het leven lieten en ergens onder de tropenzon him laatste rustplaats vonden. Zonder veel ophef vertelt de schrijver van het ontstaan van het bataljon, het enthousiasme dat allen, van hoog tot laag, steeds bezielde, trots de primi tieve uitrusting en legering vooral in het begin; de geest van kameraadschap, het door zettingsvermogen, de moed en de durf, alle factoren waaraan het bataljon zijn grote kracht heeft ontleend. NAAR MALAKKA. We lezen weer van het ver trek vanuit Engeland met het s.s. „Alcantara", van de grote teleurstellingen toen de mannen niet naar Java mochten door reizen, doch ergens in de wil dernis aan de kust van Malak- ka werden ontscheept. Interes sant is het te vernemen hoe zij zich daar door de moeilijkhe- Aalmoezenier L. G. W. van de Vrande. die deel uitmaakte van 2- 14-R.I. Bataljon ..Zee land", heeft bij het Missiehuis te Tilburg onder de titel „Ons groot avontuur" een boek doen verschijnen, waarin op onderhouden de, ongekunstelde wijze wordt verteld van de belevenissen van deze Zeeuwse Oorlogsvrijwil ligers, tijdens hun drie jarige omzwervingen. den hebben heengeslagen en de moed erin hielden, trots na tuurlijk veel gekanker, waartoe de uitbetaling van de delegaties e.a. dan ook wel aanleiding gaf. Zonder dat de aalmoeziener overigens zijn jongens als hei lige boontjes voorstelt, treft de beschrijving van de Kerstnacht aan het strand van Malakka. Waar b« een uit leem gevormd kerststalletje honderden solda ten met ontroering het „Stille nacht" zongen.... HET WERK BEGINT. In chronologische volgorde vertelt aalmoezenier Van de Vrande verder over de blijde en droeve dingen op Malakka. Enige malen moest aan een ka meraad de laatste eer bewezen worden. Straks op Java en Su matra zal dit nog verschillende malen volgen Uitvoerig lezen we van de zware diensten na de landing te Batavia op 9 Maart 1946. Hoe niet alleen door de terrein- en materiaalmoeiiykheden de grootste inspanning, doch door de toen geldende voorschriften van de jongens aan de demar catielijn ook een bijna boven menselijke beheersing werd ge vraagd. Verder volgen we hen naar EENHEIDSPARTIJ TENEINDE RAAD Het romelt in de Oostelijke zóne van het voormalige Derde Rjjk. Van dag tot dag sijpelen er berichten door over een steeds groeiende oppositie onder de Dui.sers tegen de Rus sen en hun trawanten. Het Is als in de dagen van Hitier. de regeringsambtenaren breken zich het hoofd over precies het zelfde probleem als hun nazi-voorgangers: hoe de pro- paganda-Iekken te stoppen?In de Oosteiyke zóne luistert men n.I. naar de naar de Amerikaanse zenders In Duitsland en naar de Duitse omroep onder Westelijke con trole, Er is teveel Anglo-Amerikaanse infiltratie, aldus lezen wij in „Die Weltwochc". afstemmen. Ook leden van de Socialistische Eenheidspartij doen er aan mee, zij schijnen niet meer zuiver op de graad te zijn. Het klopt niet hele maal met de liefde van de S.E.D.-leden jegens Stalin. De partijgenoten geloven het wel. In sommige steden van Thüringen en Saksen is het voor de S.E.D. bijna niet meer mogelijk normaal bezochte le denvergaderingen te houden. I - S.E.D.-ers komen doodeen voudig niet, zelfs al staat op de uitnodiging vermeld, dat de vergadering dringend is. De gemiddelde partijman, die ja ren lang het gezwets van Goeb- bels c.s. heeft moeten aanho- Het is te begrijpen dat de anti-Russische Duitser zijn oor bij de Westelijke mogend heden te luisteren legt, maar daar loopt het niet meer mee af, het zijn niet alleen de pro- Engelsen of de pro-Amerika nen, die hun toestel op Londen Padang op Sumatra, waar zij de zwaarste tyd van hun verblijf in Indonesië hadden. In Decem ber 1946 hadden daar dag in dag uit sluipmoorden en verrader lijke aanvallen plaats, hoewel toch het bevel „Staakt het vu ren" van kracht was. „Als ik met Kerstmis naar d'e Emmahaven trek om aldaar de Nachtmis op te dragen, krijg ik nog een handgranaat nage gooid" zo vertelt de aalmoeze nier. Het is wel vreemd het feest van Vrede te vieren, ter wijl de wachtposten versterkt moeten worden. In een doorre gende loods vieren wij samen de Heilige Geheimen en een wonderlijke stoet van jonge mannen, 't geweer in de knuis ten, in junl-overall en op sluip- schoenen, trekt op naar de kerststal". Zo was het leven van onze jongens daar, ernstige en droe ve voorvallen, die de schrijver echter steeds met de vrolijke incidentjes van alle dag weet af te wisselen. Wij maken nog het feest ter gelegenheid van het tweejarig bestaan van het bataljon of te- wel het „Circus van Oort" mee, de politiële actie, totdat de gro te dag van de terugkeer naar Nederland komt. Het avontuur is hiermee ten einde. „Het is „ons groot avon tuur" geworden, omdat we het beste gaven, dat we hadden: on derling verenigd in trouwe eer lijke kameraadschap". Zo ein digt de schrijver zijn boek, dat literair generlei pretentie heeft, doch een vlot geschreven dag boek is, en dat voor de mannen van 2-14-R.I. zeker een rijk ar chief van herinneringen aan een moeilijke, maar schone tijd zal vormen. ren, heeft er nu werkelijk ge noeg van om bezig te worden gehouden met allerlei theore tische verhandelingen over Marx en het liberalisme, over Lenin, over Rusland, over het heilbrengende communisme en wat al niet meer. Langzaam groeit het verzet. Natuuriyk kan de oppositie zich niet permitteren al te agressief op te treden, want er is altyd nog zoiets ais het Rode Leger. De ann van de militaire macht is machtig. Mén verweert zich daarom op min of meer negatieve wü- ze. De Duitsers plegen lydelijk verzet. FILMS Reeds geruime tijd geleden besloten de Russen hun regiem wat meer populair te maken. Zij stelden een propagandaoffi- ciar aan, die de opdracht kreeg het Duitse volk enthou siast te maken voor Sowjet- jet-Rusland. Deze officier, overste Alexander Dymschitz, legde In elke stad beslag op de grootste bioscopen. Het tvas natuurlijk geen gewone vorde ring. want de theaters werden plechtig vereerd met de naam „Volkseigendom". Het sprak evenwel vanzelf, dat dit volkseigendom alleen maar films in overeenstemming met de volkswil mocht draaien. Dus konden de Duitsers uit sluitend Russische propaganda- prenten gaan bekijken. Het resultaat was: lege za len. Slechts een handje vol mensen bleek belangstelling te hebben voor anti-Westerse propaganda. Dymschitz moest water in zijn wodka doen en deed dit op een listige wijze. Hij besloot dat er om de andere weck Duitse films moesten worden vertoond. Toen de Duitsers echter kaartjes gingen kopen, waren ze verplicht plaatsbewijzen voor de voorstelling van de volgende week er bij te ne men Ook dit werkte niet zoals het moest. Dymschitz krabde zich eens achter zijn oren hoe dit geval op te lossen? Als zijn superieuren er lucht van kregen dat de bioscopen leeg bleven, zou er wat zwaaien. De Sowjets springen niet altyd op even zachtzinni ge wijze met mislukkelingen om. Elk theater werd daarom 'n brief gestuurd. Dymschitz deelde aan hen mede, dat zij zo snel mogelijk contact moes ten opnemen met de Eenheids partij en de arbeidsorganisa ties, teneinde er voor te zor gen. dat de bioscopen in het vervolg meer publiek zouden trekken. Tot nu toe heeft dit alles weinig geholpen. De theaters blijven leeg. Zalen met 1500 plaatsen wor den bezocht door dertig tot veertig bezoekers. BANGE LEIDERS De leiders van de Eenheids partij trekken zich dit alles het meeste aan, zij zitten in het hoekje, waar de slagen vallen. Overal duiken de laat ste tijd Sowjet agenten op, die de partij controleren. Het is om bang van te worden. Waar komen de kerels van daan en hoever gaat hun macht? Vragen, die de leiders van de S.E.D. in hevige mate on gerust maken. Op alle mogelijke manieren proberen zij zich bij de bevol- Iting geliefd en populair te maken. De heren maken daar bij gebruik van de jarenlange ervaring, die de nazi's op dit gebied nebben opgedaan. Ter gelegenheid van sommi ge feestelijkheden b.v. worden „premies" uitgereikt, vroeger heette zoiets in nazi-termen „Sondergabe". Accordeons, costuums, schoenen .horloges, dameskleding, e.d. worden on der de arbeiders verdeeld. Het wil maar niet helpen. De S.E.D. blijft impopulair en de Russen allesbehalve geliefd. De beer blijft met potten ho ning zwaaien, maar de Duit ser komt er niet op af Zou er een bijsmaakje aan zitten 000 000 COC Het ontwerp voor het nieuwe gebouw, waarin te VHsslngen aan de Boulevard de Ruyter de loodsenwacht en de loodsen sociëteit van het Nederlands Loods wezen ondergebracht zullen worden. Steeg van 358.00 tot 630.000 Lof Yoor hei personeel. Blijkens het algemeen ver slag van de afdelingen der Staten van Zeeland betref, fende het voorstel tot vaststelling van de jaar stukken der Prov. Stoom bootdiensten 1947, hebben een aantal leden geïnfor meerd naar de vergoeding van de oorlogsschade, ter wijl een lid aandacht vroeg voor de steeds stijgende lijn van de onderhouds kosten. Aan het antwoord van Ge- dep. Staten is het volgen de ontleend: In 1940 voer de gehele vloot in dienst van de Ned. Marine, treffen. De toen geleden schade komt voor rekening van de staat en is ten dele reedg vergoed. De explosieschade tijdens de bezetting en de schade veroor zaakt door de Duitsers, die in 1944 een deel van de vloot tot zinken brachten, wordt gedekt door molestverzekering. De ex plosie-schade is ten dele ver' goed. De onderhandelingen over de Duitse schade zftn nog niet ten einde. De experts zijn juist dezer dagen over de belangrijkste ob jecten tot overeenstemming gekomen. Getracht wordt voor de be- zettingsschade aan de vloot de best denkbare regeling te De schade aan gebouwen, in. ventarissen enz. is gedeclareerd. Vermoedelijk zal zeer bin nenkort een technisch deskun dige nadere besprekingen te Vlissingen komen voeren. Wat het onderhoud der thans varende- schepen betreft, dit beweegt zich inderdaad in sta gende lijn. Over 1947 bedraagt deze last ruim 358.000 en voor 1949 is geraamd 630-000, maar aan deze laatste post kan niet meer waarde worden toege kend dan van een stelpost. Het vereist de allergrootste moeite en zorg de schepen in de vaart te houden. Van regel matige revisie is geen sprake, reserve-schepen zijn niet voor handen. Zogenaamde nachtre paraties zyn aan de orde van de nacht. Het is voorgekomen, dat by de revisie van een schip de machine-installatie tot op het fundament moest worden afge broken, omdat het schip te lang in de vaart was gehouden. Ook de Moerdgkpontenver- gen belangryke kosten. Tenslotte i» het vervoer van Het voorlopig parlement van Oost-Java. De Oost-Javaconferentie is beëdigd als voorlopig parle ment. waarna Raden Djoewito met 42 tegen 30 stemmen tot voorzitter werd gekozen. De eed werd afgelegd in handen van de regeringscommissaris de heer Ch. O. van der Plas. Donderdag zal het voorlo pig parlement worden geïn stalleerd in tegenwoordigheid van de hoge vertegenwoordi ger der Kroon, dr. Beel, waarbij waarschyniyk ook de Nederlandse ministers, die thans in Indonesië vertoeven, aanwezig zullen zyn. zware wagens dermate toege nomen, dat ook daaruit een verhoging van de onderhouds kosten voortvloeit Gedeputeerden zwaaien ten slotte lof toe aan de leiding en 't personeel van de stoomboot diensten. De bereikte resulta ten konden slechts verkregen worden door de onverpoosde toewfjding van velen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1948 | | pagina 5