Een levensverhaal van
elf getypte pagina's
Het rommelt in Duitslands
Oostelijke zone
Het onderhoud bij de
Prov. stoomboten
En allemaal
gelog
em
Met het bataljon
„Zeeland" naar Indië
TWEEDE BLAD
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
WOENSDAG 1 DECEMBER 1948
Ik was geheim agent in oorlogstijd (XXIII)
SCHREEUWEN MAAKT VEEL INDRUK
OP EEN DUITSER
Weer verander ik van plan en houd mijn mond. Weer rede
neert hij. Dan ga ik rechtop zitten en zeg zenuwachtig, dat ik
dit niet meer kan uithouden. Ik zal praten! De man van erva
ring is opgetogen, zegt dat ik verstandig ben, biedt me onóild-
delljjk een sigaar aan, geeft me wat van zjjn eigen limonade en
beveelt het onaangename type achter de schrijfmachine te
gaau zitten en mijn bekentenis op te nemen.
„Welaan dan, hoe is uw naam?"
„Kranenburg! Johan Ferdinand Kranenburg!"
„Begint u nu wéér?"
„Doet u niet zo idioot", val
ik krachtig uit. „Heb ik gezegd
dat ik praten zou of niet? Be
gint u nu niet te denken, dat
u zo slim bent. Dat P. B. is
volkomen echt! U kunt het
morgen controleren, dus waar
om zou ik liegen?"
Het is een opmerkelijk feit,
dat geschreeuw veel indruk
maakt op een Dnitser. Mijn te
genstander zwijgt een ogenblik
en besluit dan me te geloven.
Gedurende de volgende zes
uur vertel ik een verhaal, mijn
ondervrager kleedt het inoffi
ciële termen in en het Lom-
broso-type werkt als een gek
op de schrijfmachine. Het is
een volledig „verhaal van mijn,,
leven", waarin ik mijn school
opleiding gekregen heb op een
fictief gymnasium, op een
scheepvaartkantoor in Antwer
pen gewerkt heb, in aanraking
kwam met zwarthandelaars enz.
Ik heb koelbloedig mijn onders
broers en zusters laten overlij
den, mijn huwelijksband ver
zaakt en een verwarrende mas
sa vrienden algemeen zwart af
geschilderd. Dit alles komt zon
der commentaar zwart op wit.
Slechts zelden ergert de man
zich, dat hij zo weinig houvast
aan mijn verhaal heeft. Hij
verkiest aan de episode van
mijn ouders te twijfelen
dwingt me zodoende tot een
uitvoerige beschrijving van mijn
vaders ziekbed, mijn moeders
liefde voor hem en zelfs een
beschrijving van een niet be
staand familiegraf op een kerk
hof, dat ik nooit bezocht heb.
ONTSPANNING.
Het is een geweldige ont
spanning dat ik niet behoef te
denken en alleen maar mijn
verbeelding de vrije loop kan
laten in het besef, dat de waar
heid toch niet voor de volgende
morgen ontdekt kan worden,
kortom, ik verkeer in omstan
digheden, die even verkwikkend
werken als een lange nacht
rust.
De reacties van de vier man
nen zijn zeer verschillend. De
leider van de groep is klaar
blijkelijk zeer tevreden met de
ze gemakkelijke overwinning,
de bandiet aan de schrijfma
chine duidelijk merkbaar onte
vreden, dat hij zo hard moet
werken en nu en dan ietwat
sceptisch, terwijl de twee ande
ren die bij het verhoor tegen
woordig zijn, slaperig Duitse
kranten zitten te lezen. Over het
algemeen is de atmosfeer vre
dig, hoewel de diepe nachtelij
ke stilte buiten me soms adem
benemend dreigend aandoet.
ELF VELLEN.
Het zal ongeveer zeven uur
in de morgen zijn, als ik aan het
eind van mijn verhaal kom. De
man met de ruige wenkbrau
wen leest op een dreun de
elf getypte vellen voor, waar
bij ik nu en dan verbeteringen
aanbreng, wanneer ze de feiten
niet precies zo weergeven als ik
ze „heb meegemaakt". Tenslotte
moet ik zowel het origineel als
de zes doorslagen ondertekenen
en met een vreemd gevoel in
mijn maag schrijf ik: Johan Fer
dinand Kranenburg. Daarna
komt er een sigaret en een stuk
brood met wat limonade en kort
daarop arriveert de nieuwe ver-
hoorploeg onder leiding van Bo-
kowsky.
„En? Hoe voelt u zich?" be-
Frankrijk geeft
toeristenboekje uit.
Op het congres van het Na
tionale Verbond van de Hotel-
nijverheid heeft de Franse
minister van openbare werken
en verkeer, Christian Pineau,
aangekondigd, dat binnenkort
een toeristenboekje zal worden
ingevoerd, waardoor de devie
zen. die door buitenlandse toe
risten in Frankrijk worden
uitgegeven bijna volledig in
de schatkist zullen terchtko-
men.
Naar de minister mededeelde
zal het toeristenboekje bon
nen bevatten voor reizen per
trein, schip en vliegtuig, als
mede benzinebonnen en bon
nen voor logies, maaltijden
enz. De boekjes zullen recht
streeks tegen betaling in bui
tenlandse valuta aan de toe
risten worden verkocht en
voor het gehele Franse grond
gebied gelden.
Er zal een korting worden
vastgesteld, die het voor de
buitenlanders voordeliger zal
maken de toeristenboekjes te
kopen dan rechtstreeks hun
reis- en verblijfkosten te beta
len.
groet hij me hartelijk en steekt
zijn hand uit om de mijne te
schudden. Voor ik tijd heb om
te reageren zegt de man-met
ervaring met een zeer ernstige,
langzame stem en een sterke po
ging om zo indrukwekkend mo
gelijk te doen:
„Hij heeft gesproken!"
Over Bokowsky's ronde gezicht
glijdt een trek van grote verba
zing. Verwonderd staart hij zijn
collega aan en wendt zich dan
ongelovig tot mij: „Heeft u ge
sproken? Nou, dat is een teleur
stelling voor me. Dat had ik
nooit gedacht. U bent een laf
aard!"
Zijn opmerkingen zijn ge
meend. Hij is werkelijk teleurge
steld. Ik heb bij sommige Duit
sers een soort sportiviteit opge
merkt, een zekere eerbied voor
iemands overtuiging en werk.
„Het is een schande, Herr
eh. Herreh, hoe is uw ei
genlijke naam, vraag ik me af.
Laat me die papieren eens zien!"
Bokowsky werpt één blik op de
handtekening en barst dan in
een bulderend gelach uit. „Die
is goed! Lieber Gott, jullie zijn
er in gevlogen. Dit is waardeloos!
Hij vertelde me gistermiddag,
dat zijn naam niet Kranenburg
is, dus is dit alles een verzin
sel, volkomen waardeloos Jullie
kunnen het wel verscheuren,
zo!" en hij scheurt één vel
doormidden en houdt de stuk
ken spottend tussen vinger en
duim vast.
Ik heb niet de moed naar de
anderen te kijken.
1 „Dus dat is een valse verkla
ring hè?" zegt de diepe stem
lijzig, nog onaangenamer dan
anders.
VREEMDE DUITSER.
„Allemaal leugens", lacht Bo
kowsky". Gewoon om jullie be
zig te houden, wed ik! Herr
Kranenburg", roept hy en komt
weer op me af en schudt me
vrolük de hand. „Mun eeriyke
complimenten. Dit is buitenge
woon aardig. Nu maakt u mün
verwachtingen niet te schande".
Bokowsky is een vreemde Duit
ser. Ik glimlach tegen hem. HU
staart me aan.
De andere man verlaat zonder
een woord te zeggen de kamer,
tr het moordenaarstype
blüfö voor me staan. Van onder
zUn doorlopende wenkbrauwen
kijkt hy me scherp aan. „Wir
kommen noch einmal zurück!"
Dan maakt hu een beweging
alsof hü me in mün gezicht
wil slaan, maar houdt zich in
en vertrekt.
Bokowsky schuift de stoel
recht en begint een nieuw ver
hoor
Het nieuwe Zweedse verkeersvliegtuig Scandia", dal overal de vertrouwde
D C 3 gaat vervangen, heeft thans de demonstratievluchten naar alle Europe
se hoofdsteden beëindigd. Het vliegtuig zal de volgende maand, als eerste van
de tien bestelde Scandia vliegtuigen, aan de Zweedse luchtvaart-maatschappij
worden overgedragen.
T.b.c.-zorg voor
gerepatrieerden.
Daar de ervaring helaas heelt
geleerd, dat verscheidene uit In
donesië gerepatrieerden, die ge
durende de oorlog veelal enige ja
ren in Japanse kampen geïnter
neerd of gevangen zaten, bij hun
terugkeer in Nederland aan t.b.c.
lijdende zijn, heeft het Comité
„Nederland helpt Indië" gemeend
de helpende hand naar deze land
genoten te moeten uit uitsteken.
Derhalve riep het Comité de
„Stichting Tuberculose Verzorging
Nederland helpt Indië in het le
ven. welke zich ten doel stelt, de
verpleegkosten voor t.b.c.-patiën-
ten onder de gerepatrieerden, die j
om enigerlei reden niet onder de
Staatszorg kunnen vallen, geheel
of gedeeltelijk voor haar rekening
te nemen. De Stichting heeft zich
hiertoe voor drie jaren de be
schikking weten te verzekeren
over 24 bedden in het bekende Ne
derlandse sanatorium te Davos.
Om voor plaatsing in aanmerking
te komen, moet de ziektegraad van
de patiënt in overeenstemming
zijn met de hiertoe door het sa
natorium te Davos gestelde nor
men. Rustkuren voor lichte pa
tiënten vallen dus buiten dit ka
der. Belanghebbenden kunnen in
lichtingen verzoeken bij het Bu
reau van genoemde Stichting.
Westersingel 92. Rotterdam.
Duitsers luisteren te veel naar
„verkeerde" zenders
,Ons grooi avontuur"
EEN AALMOEZENIER VERTELT.
NIET ALLES MANESCHIJN.
„Ja, mannen, het ging niet
alles door maneschijn en rozen
geur, verre van dat, de realiteit
was hard. Zweet-hitte-dorst, sa-
wahmodder, lange wachten,
grauwe regen, vermoeiende pa
trouilles, steken der muskieten,
malaria, verschrikkelijk slechte
wegen, lekkende kampong-hui
zen zonder licht enhet
laatste afscheid van een mak
ker".
Met deze woorden richt de
oud-commandant van het Ba
taljon, Luit. Kol. J. J. van Oort
zich in een voorwoord nogmaals
tot zijn mannen en het zijn al
deze moeiijlkheden die Aalmoe
zenier Van de Vrande in de
herinnering oproept, in zijn in
dagboekvorm geschreven werk
„Ons groot avontuur", dat is op
gedragen aan de gevallen mak
kers van 2-14-R.I.
ONGEDWONGEN VERHAAL.
Het is geen epos geworden,
doch een simpel, in ongedwon
gen soldatentaal geschreven re
laas van de wederwaardigheden,
de teleurstellingen en de toch
ook mooie tijd van een groep
doodgewone Zeeuwse mannen,
die evenals ieder ander op hun
tijd bang waren, doch bij de
dikwijls ontzaglijk grote moei
lijkheden en tegenslagen waar
mee zij te worstelen hadden,
de Zeeuwse wapenspreuk „Ik
worstel en kom boven" ook in
het Verre Oosten trouw ble
ven en zich met voorbeeldigheid
van hun taak het brengen
van orde en rust gekweten
hebben.
Voor de mannen van 2-14-R.I.
zullen bij het lezen van dit
boek, dat verlucht is met een
schat van foto's, vele mooie her
inneringen worden opgeroepen.
En voor de Zeeuwse bevolking
in het algemeen, vormt „Ons
groot avontuur" een werkje dat
steeds de herinnering levendig
zal blijven houden aan de zwa
re arbeid van een groep van
Zeelands beste zonen in een
van de moeilijkste perioden in
de geschiedenis van ons land.
Vooral van hen die bij de uit
voering van deze door hen op
genomen taak het leven lieten
en ergens onder de tropenzon
him laatste rustplaats vonden.
Zonder veel ophef vertelt de
schrijver van het ontstaan van
het bataljon, het enthousiasme
dat allen, van hoog tot laag,
steeds bezielde, trots de primi
tieve uitrusting en legering
vooral in het begin; de geest
van kameraadschap, het door
zettingsvermogen, de moed en
de durf, alle factoren waaraan
het bataljon zijn grote kracht
heeft ontleend.
NAAR MALAKKA.
We lezen weer van het ver
trek vanuit Engeland met het
s.s. „Alcantara", van de grote
teleurstellingen toen de mannen
niet naar Java mochten door
reizen, doch ergens in de wil
dernis aan de kust van Malak-
ka werden ontscheept. Interes
sant is het te vernemen hoe zij
zich daar door de moeilijkhe-
Aalmoezenier L. G.
W. van de Vrande. die
deel uitmaakte van 2-
14-R.I. Bataljon ..Zee
land", heeft bij het
Missiehuis te Tilburg
onder de titel „Ons
groot avontuur" een
boek doen verschijnen,
waarin op onderhouden
de, ongekunstelde wijze
wordt verteld van de
belevenissen van deze
Zeeuwse Oorlogsvrijwil
ligers, tijdens hun drie
jarige omzwervingen.
den hebben heengeslagen en de
moed erin hielden, trots na
tuurlijk veel gekanker, waartoe
de uitbetaling van de delegaties
e.a. dan ook wel aanleiding gaf.
Zonder dat de aalmoeziener
overigens zijn jongens als hei
lige boontjes voorstelt, treft de
beschrijving van de Kerstnacht
aan het strand van Malakka.
Waar b« een uit leem gevormd
kerststalletje honderden solda
ten met ontroering het „Stille
nacht" zongen....
HET WERK BEGINT.
In chronologische volgorde
vertelt aalmoezenier Van de
Vrande verder over de blijde
en droeve dingen op Malakka.
Enige malen moest aan een ka
meraad de laatste eer bewezen
worden. Straks op Java en Su
matra zal dit nog verschillende
malen volgen
Uitvoerig lezen we van de
zware diensten na de landing
te Batavia op 9 Maart 1946. Hoe
niet alleen door de terrein- en
materiaalmoeiiykheden de
grootste inspanning, doch door
de toen geldende voorschriften
van de jongens aan de demar
catielijn ook een bijna boven
menselijke beheersing werd ge
vraagd.
Verder volgen we hen naar
EENHEIDSPARTIJ TENEINDE RAAD
Het romelt in de Oostelijke zóne van het voormalige Derde
Rjjk. Van dag tot dag sijpelen er berichten door over een
steeds groeiende oppositie onder de Dui.sers tegen de Rus
sen en hun trawanten. Het Is als in de dagen van Hitier.
de regeringsambtenaren breken zich het hoofd over precies
het zelfde probleem als hun nazi-voorgangers: hoe de pro-
paganda-Iekken te stoppen?In de Oosteiyke zóne luistert
men n.I. naar de naar de Amerikaanse zenders In
Duitsland en naar de Duitse omroep onder Westelijke con
trole, Er is teveel Anglo-Amerikaanse infiltratie, aldus lezen
wij in „Die Weltwochc".
afstemmen. Ook leden van de
Socialistische Eenheidspartij
doen er aan mee, zij schijnen
niet meer zuiver op de graad
te zijn. Het klopt niet hele
maal met de liefde van de
S.E.D.-leden jegens Stalin.
De partijgenoten geloven het
wel. In sommige steden van
Thüringen en Saksen is het
voor de S.E.D. bijna niet meer
mogelijk normaal bezochte le
denvergaderingen te houden.
I - S.E.D.-ers komen doodeen
voudig niet, zelfs al staat op
de uitnodiging vermeld, dat de
vergadering dringend is. De
gemiddelde partijman, die ja
ren lang het gezwets van Goeb-
bels c.s. heeft moeten aanho-
Het is te begrijpen dat de
anti-Russische Duitser zijn
oor bij de Westelijke mogend
heden te luisteren legt, maar
daar loopt het niet meer mee
af, het zijn niet alleen de pro-
Engelsen of de pro-Amerika
nen, die hun toestel op Londen
Padang op Sumatra, waar zij de
zwaarste tyd van hun verblijf
in Indonesië hadden. In Decem
ber 1946 hadden daar dag in dag
uit sluipmoorden en verrader
lijke aanvallen plaats, hoewel
toch het bevel „Staakt het vu
ren" van kracht was.
„Als ik met Kerstmis naar
d'e Emmahaven trek om aldaar
de Nachtmis op te dragen, krijg
ik nog een handgranaat nage
gooid" zo vertelt de aalmoeze
nier. Het is wel vreemd het
feest van Vrede te vieren, ter
wijl de wachtposten versterkt
moeten worden. In een doorre
gende loods vieren wij samen
de Heilige Geheimen en een
wonderlijke stoet van jonge
mannen, 't geweer in de knuis
ten, in junl-overall en op sluip-
schoenen, trekt op naar de
kerststal".
Zo was het leven van onze
jongens daar, ernstige en droe
ve voorvallen, die de schrijver
echter steeds met de vrolijke
incidentjes van alle dag weet
af te wisselen.
Wij maken nog het feest ter
gelegenheid van het tweejarig
bestaan van het bataljon of te-
wel het „Circus van Oort" mee,
de politiële actie, totdat de gro
te dag van de terugkeer naar
Nederland komt.
Het avontuur is hiermee ten
einde. „Het is „ons groot avon
tuur" geworden, omdat we het
beste gaven, dat we hadden: on
derling verenigd in trouwe eer
lijke kameraadschap". Zo ein
digt de schrijver zijn boek, dat
literair generlei pretentie heeft,
doch een vlot geschreven dag
boek is, en dat voor de mannen
van 2-14-R.I. zeker een rijk ar
chief van herinneringen aan een
moeilijke, maar schone tijd zal
vormen.
ren, heeft er nu
werkelijk ge
noeg van om bezig te worden
gehouden met allerlei theore
tische verhandelingen over
Marx en het liberalisme, over
Lenin, over Rusland, over het
heilbrengende communisme en
wat al niet meer.
Langzaam groeit het verzet.
Natuuriyk kan de oppositie
zich niet permitteren al te
agressief op te treden, want
er is altyd nog zoiets ais het
Rode Leger. De ann van de
militaire macht is machtig.
Mén verweert zich daarom
op min of meer negatieve wü-
ze. De Duitsers plegen lydelijk
verzet.
FILMS
Reeds geruime tijd geleden
besloten de Russen hun regiem
wat meer populair te maken.
Zij stelden een propagandaoffi-
ciar aan, die de opdracht
kreeg het Duitse volk enthou
siast te maken voor Sowjet-
jet-Rusland. Deze officier,
overste Alexander Dymschitz,
legde In elke stad beslag op
de grootste bioscopen. Het tvas
natuurlijk geen gewone vorde
ring. want de theaters werden
plechtig vereerd met de naam
„Volkseigendom". Het sprak
evenwel vanzelf, dat dit
volkseigendom alleen maar
films in overeenstemming met
de volkswil mocht draaien.
Dus konden de Duitsers uit
sluitend Russische propaganda-
prenten gaan bekijken.
Het resultaat was: lege za
len. Slechts een handje vol
mensen bleek belangstelling te
hebben voor anti-Westerse
propaganda.
Dymschitz moest water in
zijn wodka doen en deed dit
op een listige wijze. Hij besloot
dat er om de andere weck
Duitse films moesten worden
vertoond.
Toen de Duitsers echter
kaartjes gingen kopen, waren
ze verplicht plaatsbewijzen
voor de voorstelling van de
volgende week er bij te ne
men
Ook dit werkte niet zoals
het moest. Dymschitz krabde
zich eens achter zijn oren
hoe dit geval op te lossen?
Als zijn superieuren er lucht
van kregen dat de bioscopen
leeg bleven, zou er wat
zwaaien. De Sowjets springen
niet altyd op even zachtzinni
ge wijze met mislukkelingen
om.
Elk theater werd daarom 'n
brief gestuurd. Dymschitz
deelde aan hen mede, dat zij
zo snel mogelijk contact moes
ten opnemen met de Eenheids
partij en de arbeidsorganisa
ties, teneinde er voor te zor
gen. dat de bioscopen in het
vervolg meer publiek zouden
trekken. Tot nu toe heeft dit
alles weinig geholpen.
De theaters blijven leeg.
Zalen met 1500 plaatsen wor
den bezocht door dertig tot
veertig bezoekers.
BANGE LEIDERS
De leiders van de Eenheids
partij trekken zich dit alles
het meeste aan, zij zitten in
het hoekje, waar de slagen
vallen. Overal duiken de laat
ste tijd Sowjet agenten op, die
de partij controleren. Het is
om bang van te worden. Waar
komen de kerels van daan en
hoever gaat hun macht?
Vragen, die de leiders van
de S.E.D. in hevige mate on
gerust maken.
Op alle mogelijke manieren
proberen zij zich bij de bevol-
Iting geliefd en populair te
maken. De heren maken daar
bij gebruik van de jarenlange
ervaring, die de nazi's op dit
gebied nebben opgedaan.
Ter gelegenheid van sommi
ge feestelijkheden b.v. worden
„premies" uitgereikt, vroeger
heette zoiets in nazi-termen
„Sondergabe". Accordeons,
costuums, schoenen .horloges,
dameskleding, e.d. worden on
der de arbeiders verdeeld.
Het wil maar niet helpen.
De S.E.D. blijft impopulair en
de Russen allesbehalve geliefd.
De beer blijft met potten ho
ning zwaaien, maar de Duit
ser komt er niet op af
Zou er een bijsmaakje aan
zitten
000
000
COC
Het ontwerp voor het nieuwe gebouw, waarin te VHsslngen aan de Boulevard
de Ruyter de loodsenwacht en de loodsen sociëteit van het Nederlands Loods
wezen ondergebracht zullen worden.
Steeg van 358.00 tot 630.000
Lof Yoor hei personeel.
Blijkens het algemeen ver
slag van de afdelingen der
Staten van Zeeland betref,
fende het voorstel tot
vaststelling van de jaar
stukken der Prov. Stoom
bootdiensten 1947, hebben
een aantal leden geïnfor
meerd naar de vergoeding
van de oorlogsschade, ter
wijl een lid aandacht vroeg
voor de steeds stijgende
lijn van de onderhouds
kosten.
Aan het antwoord van Ge-
dep. Staten is het volgen
de ontleend:
In 1940 voer de gehele vloot
in dienst van de Ned. Marine, treffen.
De toen geleden schade komt
voor rekening van de staat en
is ten dele reedg vergoed.
De explosieschade tijdens de
bezetting en de schade veroor
zaakt door de Duitsers, die in
1944 een deel van de vloot tot
zinken brachten, wordt gedekt
door molestverzekering. De ex
plosie-schade is ten dele ver'
goed. De onderhandelingen
over de Duitse schade zftn
nog niet ten einde.
De experts zijn juist dezer
dagen over de belangrijkste ob
jecten tot overeenstemming
gekomen.
Getracht wordt voor de be-
zettingsschade aan de vloot
de best denkbare regeling te
De schade aan gebouwen, in.
ventarissen enz. is gedeclareerd.
Vermoedelijk zal zeer bin
nenkort een technisch deskun
dige nadere besprekingen te
Vlissingen komen voeren.
Wat het onderhoud der thans
varende- schepen betreft, dit
beweegt zich inderdaad in sta
gende lijn.
Over 1947 bedraagt deze last
ruim 358.000 en voor 1949
is geraamd 630-000, maar
aan deze laatste post kan niet
meer waarde worden toege
kend dan van een stelpost.
Het vereist de allergrootste
moeite en zorg de schepen in
de vaart te houden. Van regel
matige revisie is geen sprake,
reserve-schepen zijn niet voor
handen. Zogenaamde nachtre
paraties zyn aan de orde van
de nacht.
Het is voorgekomen, dat by
de revisie van een schip de
machine-installatie tot op het
fundament moest worden afge
broken, omdat het schip te
lang in de vaart was gehouden.
Ook de Moerdgkpontenver-
gen belangryke kosten.
Tenslotte i» het vervoer van
Het voorlopig parlement
van Oost-Java.
De Oost-Javaconferentie is
beëdigd als voorlopig parle
ment. waarna Raden Djoewito
met 42 tegen 30 stemmen tot
voorzitter werd gekozen. De
eed werd afgelegd in handen
van de regeringscommissaris
de heer Ch. O. van der Plas.
Donderdag zal het voorlo
pig parlement worden geïn
stalleerd in tegenwoordigheid
van de hoge vertegenwoordi
ger der Kroon, dr. Beel,
waarbij waarschyniyk ook de
Nederlandse ministers, die
thans in Indonesië vertoeven,
aanwezig zullen zyn.
zware wagens dermate toege
nomen, dat ook daaruit een
verhoging van de onderhouds
kosten voortvloeit
Gedeputeerden zwaaien ten
slotte lof toe aan de leiding en
't personeel van de stoomboot
diensten. De bereikte resulta
ten konden slechts verkregen
worden door de onverpoosde
toewfjding van velen.