PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Hitier spreekt in het Berlijnsche Sportpaleis DONDERDAG 1 OCT. 1942 ABONNEMENTSPRIJS 19 ct per week of 2.43 per kwartaal Franco per post 2.63 per kwartaal Afzonderlijke nummers 6 cent ADVERTENTIEPRIJS Per m.m. 14 cent, min. per adv. 2.30. Bij abonnement speciale prijs. Kleine advertenties (max. 8 regels): van 15 regels 65 ct, iedere regel meer 13 ct., dlenstaanvr. en dienstaanb. reap. 55 en 11 ct Kabouters (alleen op Vrij dag): 15 woorden 30 ct, elk woord meer 6 ct, bij vooruitbetaling. „Brie ven of adres Bur.v.d.Bl." 10 ct. meer. WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSCHE, VLISSINGSCHE, GOESCHE EN BRESKENSCHE COURANT UITGAVE DER FIRMA'S F. VAN DE VELDE JR. EM G. W. DEN BOER POSTREKENING 359300, PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT, MIDDELBURG i)IT NUMMER BESTAAT UIT 6 BLADZIJDEN 185ste JAARGANG NUMMER 230 DIRECTIE: F. VAN DE VELDE, F. B. DEN BOER HOOFDREDACTEUR: J. C. VISSER, VLISSINGEN De BUREAUX van de Provinciale Zeeuwscbe Courant zijn gevestigd tes VLISSINGEN: Redactie en Admini stratie Walstr. 58-60, teL 10 (2 lijnen) Redactie na kantoortijd telefoon 578 MIDDELBURG: Londenscbe Kaal 29 Redactie telefoon 3521, na kantoortijd telef. 3454, Administratie telef. 3541. GOES: Red. en Admlnistr. Turfkade 15, tel. 2863, na kantoortijd tel. 2475 SOUBURG: Kanaalstraat 45. tel. 234 OOSTBURG: Redactie en Admini stratie Breedestraat 45, telefoon 102 S: Dorpsstraat 85, tel. 21 VIERDE OORLOGSWINTERHULP GEOPEND. Tijdens een machtige, grootsche betooglng der N.S.D.A.P. in het Sport- palast te Berlijn is de tiende Winterhulpactie van het Dultsche volk, de Oorlogswinterhulpactie 1942-43, door den Führer geopend, die in een groote meesleepende rede het Duitsche volk opriep tot een nieuw offer voor het grootste sociale werk, dat de geschiedenis kent. Minister Goebbels, die tevoren rapport uitbracht over de laatste oor- Iogswinterhulpactie, kon nogmaals op een geweldige stUging van deze sociale gemeenschapsprestatie w ij zen. De door de pers en radio verspreide aankondiging, dat de Führer, die bij de gedenkwaardige Ryksdagbijeenkomst van 26 April jl. voor de laatste maal tot het Duitsche volk had gesproken, in het Sportpalast het woord zou voeren, had een groote menschenmenigte op de been gebracht. Nog voordat Goebbels gereed was met zjjn rapport, bleek uit het gejuich, dat van de straat naar binnen klonk, dat de Führer aangekomen was. Terwijl de tienduizenden zich van de plaatsen verhieven en met opgeheven rechter arm Hitier groetten, betrad deze de zaal, vergezeld van Reichsführer SS Hlmmler en Oberbefehlsleiter Hilgenfeldt. Hjj schudt generaal-veldmaar schalk Rommel onder het gejubel van tienduizenden de hand. Nadat het heil-geroep was verstomd, gaf dr. Goebbels terstond het woord aan den Führer, De Führer herinnerde in zijn rede in de eerste plaats aan het feit, dat het een jaar geleden was, dat hij voor het laatst op deze plaats voor hét Duitsche volk kon spreken. In dien tijd heeft 1iij zich meer met handelen en daden moeten be zighouden. Wat thans uitgesproken moet worden, wordt bovendien door onze sol daten gezegd. Ik acht het niet juist, zoo verklaarde hij, mij reeds thans bezig te houden met de gedaante van datgene, wat eens zal zijn, maar ik acht het beter, dat wij ons bezig houden met datgene, wat de tijd momenteel van ons verlangt. Een Atlantic Charter aan elkaar te lij men is natuurlijk zeer eenvoudig. Deze onzin zal overigens ook slechts wefnige jaren van kracht zijn en door de harde feiten eenvoudig ter zijde geschoven worden. Ook om een anderj reden is het voor onze tegenstanders gemakkelijk te praten, want zij hebben nu na jarenlange vergeefsche moeite plotseling ons partij program ontdekt eti wij zien met verba zing, dat zij de wereld voor de toekomst ongeveer dat beloven, wat wij ons Duit sche volk reeds hebben gegeven en waar voor ons tenslotte door de anderen deze oorlog is aangedaan. Het is wel erg geestig, aldus merkte de Führer ironisch op, als bijv. een president zegt: Wij willen, dat voortaan iedereen het recht heeft geen gebrek meer te lij den of iets dergelijks. Daarop kan men slechts zeggen, dat het waarschijnlijk veel eenvoudiger zal zijn geweest, als de ze president, in plaats van in een oorlog te duiken, de geheele werkkracht van zijn land had gebruikt om tot nuttige produc tie te komen en vooral om voor zijn eigen volk te zorgen, zoodat niet in een gebied, dat per vierkante kilometer slechts tien menschen heeft te herbergen, gebrek en ellende heerschen en dertien millioen menschen werkloos moeten zyn. Als deze heeren thans een hooge borst opzetten en plotseling tegenover de we reld als redder optreden en verklaren: Wij zullen er voortaan voor zorgen, dat de nood van het verleden niet terugkeert, dan zeg ik, dat deze bezitters van we reldrijken daarvoor reeds" lang vóór ons in hun eigen landen hadden kunnen zor gen. Als ik daarbij hoor, dat iemand nu zegt ik geloof, dat het de heer Eden is, maar men weet nu eenmaal niet welke nul daar aan den overkant aan het pra ten is dat zij werkelijk gelooven aan datgene, wat zij voorgeven te gelooven, dan hadden zij dit geloof vroeger kunnen belijden. Wij hebben in iedér geval niet alleen iets geloofd, maar ook gedaan wat W(j geloofden. En thans gelooven wij, dat wij de vijanden tot de definitieve overwin ning moeten verslaan. Dat gelooven we en moeten we ook doen. Natuur lijk kunnen wij met deze lieden over het begrip geloof in het geheel niet debatteeren. Wie bijvoorbeeld gelooft, dat Namsos een overwinning was of Andalsnes, of wie zelfs gelooft dat puinkerken de grootste overwinning aesr wereldgeschiedenis was, of dat mijnentwegen een expeditie, die negen' uur duurde,' een verwonderlijke, be moedigende uiting van een zegevie rende natie was, met hem kunnen wij ons met onze bescheiden successen natuurlijk niet vergelijken. Want wat zyn onze overwinningen daartegenover eigenlijk? Als wij bij voorbeeld de laatste maanden tot den Don konden doordringen, stroomaf waarts deze rivier volgend tenslotte de Wolga bereiken, Stalingrad bestor men en het ook zullen nemen waarop zij zich kunnen verlaten dan Is dat in bet geheel niets. Als wy doordringen tot den Kaukasus, dan is ook dat niets. Als wy de Oekraïne bezetten, als wij de Donetskolen in bezit nemen, dan is dat alles niets. Als Wij 65 of 70 van bet Russische ijzer krijgen, dan is dat volstrekt niets. Als wij het grootste graangebied ter wereld prac- tisch ontginnen voor het Duitsche volk en daarmee voor Europa, dan is dat in het geheel niets. Als wij ons van de olie bronnen verzekeren, is dat ook niets. Dat alles is niets, maar als Canadee- sche voorhoeden met een klein Engelsch staartje als aanhangsel naar Dieppe ko men en zich daar moeizaam negen uur vermogen te handhaven om daarop defi nitief te worden vernietigd, dan is dat een bemoedigend, wonderbaarlijk blijk van de onuitputtelijke, zegevierende kracht, die het Britsche Imperium eigen is. Reeds in 1939 waren wij niets, want destijds blies Churchill zich reeds op: Ik kan de heuglijke mededeeling doen, dat 1 het duikbootengevaar als definitief afge wend kan worden beschouwd. Wij hebben meer duikbooten vernietigd, dan de Duit- schers ooit hebben bezeten. Dat wij hem uit den Balkan hebben ge worpen, dat wij Griekenland hebben ver overd en Kreta bezet, dat zij in Noord- Afrika verdrevén zijn, dat alles is niets. Maar als er ergens een paar man landen om een eenzamen voorpost te overrompe len, dan zijn d3$. daden, dat zijn presta ties. Wie derhalve dergelijke dingen gelooft, zal ons geloof nooit begrijpen. Overigens hebben zij natuurlijk tegenover deze da den ook wissels op de toekomst. Zij zeg gen Het tweede front zal komen. Daar omtrent wil ik niet zeggen, dat wij ons niet op een tweede front voorbereiden. Als de heer Churchill zegtWij willen thans aan de Duitschers overlaten in hun angst te piekeren, waar en wanneer wij dat front vormen, dan kan ik slechts zeg gen: Meneer Churchill, angst hebt u mij nog niet ingeboezemd. Maar dat wij moe ten piekeren, daarin hebt u gelijk, want als ik een tegenstander van militair for maat had, kon ik ongeveer uitrekenen, waar hij moet aanvallen. Maar als men militaire idioten tegenover zich heeft, kan men natuurlijk niet weten waar z\j aanvallen. Of de heer Churchill de eerste plek, waar hij het tweede front wilde starten, handig uitgekozen heeft of niet, daarover zyn zelfs in Engeland de mesningeri ver deeld. Maar geheel afgezien van de plaats, die hij den volgenden keer uit zoekt, mag hij overal van geluk spreken, als hij negen uur aan wal blijft. Hitier vervolgde o.a. In mrfn oogen heeft het jaar 1942 reeds de zwaarste be proevingen achter zich. Dit was de win ter 1941-1942. Ik mag wel zeggen, dat in dezen winter het Duitsche volk en inzon derheid zijn weermacht door de Voorzie nigheid gewogen zijn. Iets ergers kan en zal er'niet meer komen. Het was een zeer moeilijke, zeer harde beproeving. Deson danks hebben wij dezen moeilijksten tyd niet alleen overleefd, maar wij hebben het klaar gespeeld de aanvalsdivisies op nieuw op te stellen, resp. te vormen, die bestemd waren tot opening van het nieu we offensief. Dit offensief verloopt nu niet zooals onze tegenstanders hadden gedacht. Ik geloof, dat wy, als wij een terugblik wer pen, tevreden kunnen zijn met de achter ons liggende drie jaar. Steeds was de doelstelling zeer nuchter, dikwyls zeer vermetel, waar zij zulks moest zijn, dik wijls wel overwogen, waar zij wel over wogen kon zyn, vaak bedachtzaam, waar wij tyd hadden, voorzichtig waar wy -ge loofden onder alle omstandigheden zeer voorzichtig te moeten zijn. Maar wtj zijn ook zeer stoutmoedig 'geweest, waar stoutmoedigheid alleen ons kon redden. EENVOUDIG PROGRAM. Voor dit jaar hebben wjj een heel eenvoudig program opgesteld 1. Onder alle omstandigheden dat gene vast te houden, wat vastgehou den moet worden, d-w.z. den ander te laten aanstormen, waar wjj zelf niet voornemens zjjn op te rukken, ste vig stand te houden en af te wachten wie hier nu het eerst vermoeid raakt. 2. Onvoorwaardelijk daar aan te vallen, waar de aanval onder alle om- standigheden noodzakelijk is. Het doel is daarbjj volkomen duidelijk: vernie tiging van den rechter arm van deze internationale samenzwering van ka pitalisme, plutocratie en bolsjewisme. Hier hebben wij ons nu eenige oogmer ken gesteld. Ik mag ze zeer in het kort, in een woord samengevat, vermelden om u tot het besef te brengen, om speciaal het Duitsche volk tot het besef te bren gen, wat nu In deze weinige maanden is gepresteerd. WAT GEPRESTEERD WERD. Het eerste doel was de beveiliging van onze domineerende stelling bij de Zwarte Zee en de definitieve zuivering van het schiereiland de Krim. Twee slagen, die om Kertsj en die om Sebastopol hebben hiertoe gediend. Nadat wij dit. in orde hadden gebracht, scheen het ons noodza kelijk een buil weg te werken, die aan de Wolchof was ontstaan. Zij werd afge- snoerd en de tegenstander vernietigd, resp. gevangen genomen. Toen kwam de volgende taak: Voorbe reiding van den doorbraak naar den Don. Intusschen had de tegenstander van zfln kant als oogmerk een groot offensief ge kozen, namelijk van Charkof uit door te breken naar den oever van den Dnjepr om daardoor ons geheele Zuidelijke front te doen instorten. U zult u wellicht nog herinneren met Slechts wie zijn volk tot een maatschappelijke eenheid weet te smeden, zal uit den oorlog ais overwinnende treden. welk een geestdrift onze tegenstanders deze operaties volgden. Zij eindigden in drie slagen met de volledige vernietiging van meer dan 75 divisies van onzen Rus- sischen tegenstander. Daarop volgde toen het begin van ons eigen groote offensief. Het doel was in de eerste plaats den tegenstander de laatste groote tarwegebiedem te ontne men, in de tweede plaats hem de laatste rest der steenkolen te ontnemen, waarvan cokes gemaakt kan worden, in de derde plaats zijn oliebronnen te bereiken, en ze te nemen dan wel althans af te sluiten. De aanval zou dan in de vierde plaats worden voortgezet om zijn laatste, groot ste verkeersader, de Wolga, af te snijden. Hier werd als doel gesteld de streek, die tusschen de bocht van den Don en de Wolga zelf ligt en als plaats Stalingrad, niet omdat dit de plaats met den naam van Stalin is, maar uitsluitend omdat dit een strategisch belangrijke stad is en omdat ons duidelijk voor oogen stond, dat door de uitschakeling van Dnjepr, Don en Wolga als verkeerswegen voor Rusland hetzelfde of iets ergens geschiedt als voor Duitschland het geval zou zijn, als we den Rijn, Elbe, de Oder en den Donau zouden verliezen. Want alleen op dezen reusachtigen stroom, de Wolga, wordt In zes maan den ongeveer dertig millioen ton goe deren vervoerd. Dat is evenveel als per jaar op den Rijn. Dit Is afgesneden en wel reeds gerulmen tijd. Thans wordt er vooral ook een eind gemaakt aan de positie van Stalingrad. Daardoor wordt deze grendeling bereikt en versterkt en u kunt overtuigd zjjn, dat geen raensch ons van deze plek kan wegkrflgen. Wat nu de overige oogmerken betreft, u zult wel begrijpen, dat ik daarover niet spreek, omdat het oogmerken zijn, die op het oogenblik worden nagejaagd. Maar het moment zal komen waarop het Duit sche volk volledige opheldering omtrent deze nieuwe oogmerken zal verkrijgen. Ik mag u echter wel zeggen, dat wij ons natuurlijk de organisatie van dit gigantische gebied, dat wij thans beheer- schen, als nieuwe taak hebben gesteld. Er is ons iets aan gelegen in feite dit reusachtige gebied veilig te stellen voor onze oorlogvoering en in ruimeren zin niet alleen voor de voeding van ons volk en de waarborging van onze grondstof fen, maar ook voor de- instandhouding van geheel Europa. DE VERKEERSPROBLEMEN IN RUSLAND. Te dien einde moest om te beginnen het verkeer in orde worden gebracht. Er zijn tienduizenden kilometers spoorlijnen, die wij nu herstellen of wel sedert lang heb ben hersteld. Dit reusachtige verkeersnet, dat thans reeds voor het grootste deel op Europeesche spoorbreedte is gebracht, was volkomen verwoest. Geen honderden, maar duizenden bruggen moesten opnieuw worden gebouwd. Dit alles is thans in en kele maanden geschied of zal binnen en kele weken voltooid zijn. Nu zijn er aan den kant van onze te genstanders menschen, die zeggen: waar om stoppen ze plotseling? Wel, omdat we voorzichtig zijn, omdat we net zoolang ergens blijven tot we onzen étappedienst geheel in orde hebben. wy organiseeren achter het front het verkeer en den landbouw. Het gebied moet worden ont gonnen. Het gaat erom, dat we een deel hiervan geheel opnieuw moeten oriëntee- ren. Wat hier is gepresteerd, is gewoon ontzaglijk. En als dan zoo'n schaapskop, ik kan het niet anders uitdrukken, zooals my- nentwegen Duff Cooper of Eden zegt: dat was een groote fout, dat de Duitschers de Oekraïne of het Koebangebied zyn binnen gedrongen dan zal hij nog wel zien, of het een fout was, dat wy de verste ge bieden zijn binnengedrongen. De eerste, zij het ook nog bescheiden resultafen van dit optreden, hebben wij tot onze vreugde voor het Duitsche volk toegankelijk kunnen maken. Maar u kimt ervan overtuigd zijn: wij zijn daar nog maar aan het begin. Volgend jaar al zal dit gebied geheel 'anders georganiseerd zijn. En eindelijk komt daarna de organi satie van het algemeen© economische le ven en daarna komt de mijnbouw. Ook hij moet worden ontgonnen. Daarna komt de electrische stroom. Als u kon zien hoe daar wordt gewerkt, zou u begrijpen, dat ook in een tijd, dat er schynbaar niets wordt gedaan, desondanks iets geweldigs wordt tot stand gebracht. Daarbij komt nu, dat de bevolking wordt bevrijd van den druk der bolsje wistische macht, die ook thans nog mil- lioenen menschen ginds psychisch gevan gen houdt in een versaagdheid en men mag wel zeggen in een angst, waarvan men zich in Duitschland en in andere landen haast geen voorstelling kan ma ken. Dit is de angst voor den commissa ris, voor de G.P.O.E., voor het geheele bewind, waarvan millioenen menschen vervuld zyn. Dat alles moet langzamer hand verdwijnen en het verdwijnt ook. Er zyn daar vele gebieden, waar de ge heel e bevolking reeds ten getale van mil lioenen met ons meewerkt en er zijn an dere gebieden, waai1 zy reeds in onze ge- Ter gelegenheid van de herdenking van den J)ag van den Onden Jeugdstorm" werd op het mo ment, dat de hoofdstormer Van Geelkerken zün radio-rede aanving door den Jeugdstorm een krans gelegd op de graven van een Duitschen en een Nederlandschen soldaat op den Grebbeberg. Overzicht tijdens de rede van 'den stafchef van den Nationalen Jeugdstorm, c, QuIbpcI Polygoon-Zejjlemaker-PaxHolland m Striemend requisitoir. De laaiende geestdrift, welke gisteren in het Berlijnsche- Sportpaleis heerschte, was de overtuigende onderstreeping van de magistrale rede, welke de Führer er, ter opening van het vierde oorlogs-winter- hulpwerk heeft uitgesproken. Deze redevoering van Hitler was één striemend en vernietigend requisitoir. Met slechts enkele zinnen heeft Hitier de pro paganda van zijn tegenstanders gekarak teriseerd en van te meer overtuigende kracht waren deze vlij mende karakteris tieken, omdat hy zyn hoorders deze liet afmeten naar wat de Duitsche en daar mede verbonden legers tot stand brachten. De Angelsaksische mogendheden hebben een verbluffende propaganda gevoerd om hun tegenslagen tot overwinningen om te smeden, zij hebben steeds weer nieuwe wa pens aangekondigd en ieder wapen is de meest opzienbarende vondst dezer eeuw. Hitier heeft daartegenover een simpele opsomming gegeven van de „bescheiden" Duitsche successen aan Donetz, Don en Wolga, om er terloops op te wyzen, dat de beheersching dier rivieren zoo ongeveer te vergelijken is met de beheersching van Ryn, Elbe en Donau. En wat die uitvindingen betreft, Hitier antwoordtWij zitten ook niet stil. Het ware wel zeër dwaas, te meenen, dat het Derde Ryk, dat zich op een zoo grooten oorlog paraat kon houden, niet de voor zorgen zou hebben getroffen, om dit potentieel gedurende den oorlog nog op te voeren, laat staan dan op peil te houden.- De resultaten van dezen oorlog hebben Duitschland den toegang verschaft tot de bodemrijkdommen van de Sovjet-Unie. Zou Duitschland met zijn enorm organisa-' torisch vermogen daarvan geen gebruik weten te maken? Het verloop van den oorlog zal daarop het ondubbelzinnige ant woord geven en daarvan zal men ook aan de overzijde van het Kanaal wel het een en ander ervaren. Hitier heeft gezegd Wij zitten ook niet stil. En Zondag heeft Von Ribbentrop er op gewezen, dat Duitschland wat het menachenmateriaal voor de pro ductie betreft, thans kan putten uit de reserves van 450.000.000 menschen, terwyl Engeland en Amerika slechts 190 millioen werkkrachten beschikbaar hebben. Zoo is het voordeel in deze balans toch wel geheel op de zijde van Duitschland, ondanks het tweede front. Hitier heeft er slechts een glimlach en een sarcastische opmerking voor over gehad en hy heeft tegelyk zijn gehoor de overtuiging ge schonken, dat het Derde Ryk ook deze tweede-front-mogelykheden heeft overwo gen en er doeltreffend verweer tegen heeft. Een verweer, dat te doeltreffender is, naarmate het thuisfront hechter is. En hoe hecht het is Hitier haalde het voor beeld aan van een zwaar beproefde en hevig geteisterde Oost-Friesche stad, wel ke vanwege het groote gevaar behoorde te worden geëvacueerd. Maar de vrouwen weigerden, omdat hun plicht hun gebood, in de stad te blijven. Dat is de trouw van het thuisfront, welke niet onderdoet voor de trouw, be toond aan de fronten in Oost en Zuid. Op deze trouw heeft Hitier bij vorige ge legenheden een klemmend beroep gedaan. Thans kan hy constateeren dat slechts hy die het volk niet alleen politiek, maar ook maatsehappelyk tot een eenheid weet te smeden, zeker kan zyn van de overwinning. Een eenheid ook onder de beproevingen van de zware gevechten aan het front en van de nachtelyke bombardementen op Duitsche steden. Wat deze laatste betreft, Hitler had er weinig woorden voor over. Reeds vroeger heeft hy de verzekering gegeven Wanneer de' Engelsche lucht macht onze steden in grooten omvang zal aanvallen, wij zullen in antwoord daarop hun steden uitwisschen. Thans kon de Führer den Britten verzekeren Wy zullen het antwoord niet schuldig bhjven. Geen holle dreigementen, slechts een voudige, nuchtere en juist daardoor zoo harde constateeringen. Front en vadevland zyn tot een eenheid 'geklonken. By al het sarcasme dat Hitier gisteravond over had voor zijn vijanden, de Angelsaksische staten en de bolsjewisten, bij al de woede, waarm-. 2 hy de Joden striemde, klonk er warmte en bezieling in zyn stem, zoodra hy gewaagde van deze verbondenheid, welke voorwaarde is voor de grootsche onderneming, welke aan Groot Duitschland de uiteindelyke bevre diging zal moeten verschaffen. Trouw van front en vaderland. Het Winterhulpwerk 1941/1942 heeft van die trouw het overtuigende bewijs fee- leve rd. In ongebroken offervaardigheid heeft het Duitsche volk in zichzelfweg- cyferende bereidheid een sociaal werk op gebouwd, waarnaar heel de wereld, hetzy met bewondering, hetzy met afgunst kykt. Het verslag van dr. Goebbels over het afgeloopen jaar gaf indrukwekkende cij fers. Cijfers welke een vermeerdering te zien gaven. Inderdaad, daarmede heeft het Duitsche v >lk een sociale daad gesteld, welke uniek mag worden genoemd. Zy ga ven Hitier aanleiding tot de conclusie In deze worsteling zal het nationaal-socialis- tische Duitschland zegevieren, omdat het een ongebroken eenheid is. Cyfers zijn dood materiaal. Maar in het licht van de beschouwingen, welke Hitier en Goebbels er aan verbonden, beginnen deze cyfers te leven en krygen zij diepere beteekenis. Cyfers bovendien, die het vlammende requisitoir van den Führer onderstreepen. lederen en aan onze zyde stry'dt. De re sultaten van deze reusachtige bedryvig- heid zyn ontzaglijk. Terwyl wy in het Noorden van Europa, Jn het Westen en aan alle andere fronten ons in het defensief bevinden, vervullen wy daardoor een der geweldigste voor waarden voor de organisatie van Europa ten oorlog en voor dezen oorlog. UITBREIDING VAN BONDGENOOTSCHAPPEN. Daarby komt nu voorts aan onzen kant nog de verdere- uitbreiding van onze bondgenootschappen, hier aan de spits de samenwerking met onzen oudsten bond genoot, Italië. Niet slechts aan één front stryden wij gemeenschappeiyk, maar he den ten dage reeds aan een geheele reeks fronten. Hieruit blykt, dat alle verwachtingen van onze tegenstanders, die meenen dat zy dit bondgenootschap kunnen losmaken, idioten zyn. Wy weten heel precies, wat het lot van het Duitsche en Italiaansche volk zou zyn, maar bovendien weten wy ook- nog, wat het lot van Europa zou zyn, als de andere wereld ooit een overwinning zou kunnen bevechten. Als zy thans zeggen: ja,'natuurlyk, dan nemen wy de bescherming van Europa tegen het bolsjewisme óp ons dan kan ik slechts ten antwoord geven: Engeland mag wel oppassen, dat het in staat is zich zelf tegen het bolsjewisme te beschermen. Als in een land aartsbisschoppen heilige missen lezen en op hun altaarkleed aan den eenen kant het bolsjewistische em bleem en aan de andere zyde hun natio nale embleem hebben, zie ik het donker voor een dergelyk land in. KRUISTOCHT VAN EUROPA. Duitschland en Italië, evenals Spanje en een geheele reeks andere Europee sche volken, Roemenië, enz. hebben met het bolsjewistische probleem afge rekend. Of de overige wereld daarmee eveneens zal afrekenen, zal eerst uit dezen oorlog blijken. Maar dat deze overige wereld Öet niet met ons klaar speelt, daarvan kan zy overtuigd zyn. Als wij al onze bondgenooten en de genen, die aan onze zijde stryden, Roe menen en Hongaren, Kroaten en SIo- waken en vooral in het Noorden de Finnen en voorts de Spanjaarden enz., als wjj hen allen byeen nemen, kunnen wy werkelyk zeggen: het is thans reeds een kruistocht van Europa. Daarby komen de Gennaansche vrij willigers van onze Waffen-SS en eigen legioenen van afzonderlijke Europee sche staten. Het werkelijk Europa, dat zich heeft vereenlgd, evenals eens in oude tyden tegenover de Hunnen of de aanstormende Mongolen. En nu is, nadat ik de laatste maal tot U sprak, Japan eveneens tot dezen oorlog toegetreden. Het is thans een wereldom vattend bondgenootschap, niet alleen van de haveloozen, maar van alle volken, die stryden voor eer en fatsoen en die be sloten zyn de laaghartigste coalities, die de wereld ooit heeft gezien, uit den weg te ruimen. De Führer behandelde nogmaals de be1 weringen van den tegenstander over de Duitsche duikbootsuccessen. Onze tegen standers, zoo zei hy, verklaren: Wy heb ben ontzaglyke afweermiddelen, wy hebben nieuwe methoden, waarmee wy het gevaar aan banden zullen leggen. Ik kan maar een ding zeggen: De Duitsche geest rust ook niet. ^vervolg 2e pagina, 2e blad.);

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1942 | | pagina 1