Provinciale Italische Courant
Middelfourgsche, Vlissingsche,
Goesche en Breskensche Courant
Geen opheffing der zelfstandige Nederlanden
noch aanspraken op Mederlandsch
gebied overzee
Wij zullen om een goede plaats in het nieuwe
Europa kunnen veroveren
183ste JAARGANG NUMMER 171
ZATERDAG 27 JULI 1940
waarin opgenomen de
Uitgave der Firma's F. van de Velde Jr. en G. W den Boer
ABONNEMENTSPRIJS s
18 cent oei week o( I 2.30 per kwartaal-
Franco per post 250 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIEPRIJS;
Van 1—5 regels f 1 50, iedere regel meer
30 cent. Bij abonnement speciale prijs,
Kleine advertenties van 1 —5 regels f0.50.
iedere regel meer 10 ct. (max. 8 regels).
POSTREKENING 359300 (MIDDELBURG).
Dit nummer bestaat uit vier bladen
AANGE S L O T E K B I J HÉT BUR E A U V OOK PUBLIC ITE1T S W A AR DE, ING E S T E L D POO R D E VEREENIGINO „DE NEP ERLt MDSCH E DA G BLAD P E R S"
Dat de hand op de juiste manier aan den ploeg
geslagen worde.
Een belangrijke rede van den
Rijkscommissaris.
In een gisteravond te Den Haag in de
groote zaal van den Dierentuin gehouden
bijéénkomst, welke was georganiseerd dooi
de afdeeling Nederland van de buitenland-
sche organisatie der N.S.D.A.P., heeft de
Rijkscommissaris voor de bezette Neder-
landsche gebieden, Rijksminister Seyss-
Inquart een groote rede gehouden. Spr.
begon met een historisch overzicht, waarin
achtereenvolgens de éénwording van het
Duitsche volk en het verloop van den oor
log de revue passeerden. Daarna kwam
hij te spreken over de positie van Neder
land-
Ten aanzien van dit land, aldus dr. Seyss
Inquart, wil ik nog eens vaststellen, dat
naar onzen wil en wensch het Nederland-
sche volk in den stryd van dezen tijd zijn
land en zjjn vrijheid voor de toekomst ge
heel zal kunnen verzekeren en mannen uit
het Nederlandsclie volk, die zich van hun
verantwoordelijkheid bewust ziju en zich
geven •willen, het lot van dit land mogen
besturen, gedragen door het vertrouwen
van het gansche Nederlandsche volk. De
.politieke wilsvorming in dit land is de
zaak der Nederlanders. Wjj behouden ons
slechts voor onze positie daartegenover te
bepalen.
De Nederlanders geloofden, althans be
weerden, neutraal geweest te zijn. Maar
wat is neutraal Ais groote naties een
strijd op leven en dood aangaan, kan de
neutraliteit niet als een formeelbegrip
worden behandeld. Wij Duitschevs in elk
geval kunnen niet een neutraliteit erken
nen, waarbij een land verzamelplaats van
alle emigranten en vyanden van het eigen
vólle wordtwanneer een land duldt, dat in
zijn pers dagelijks vuil op alles wordt
geworpen, wat ons heilig en dierbaar is
als het verdedigingssysteem van een land
juist uitsluitend tegen het Rijk gericht is
en wel 'als voortzetting van de Fransche
en Belgische verdedigingslinies als ten
slotte op den bodem van dit land zelfs een
samenzwering tegen het leven van den
Führer mogelijk is. Al deze dingen hebben
in onze oogen Nederland reeds lang niet
meer als neutraal land doen voorkomen en
wanneer thans gezegd wordt, dat een tot de
gepubliceerde documenten behoorende, in
de maand Maart van dit jaar opgestelde
brief van den opperbevelhebber van land
en zeemacht, welke een gemeenschappelijk
militair optreden met het Belgische, Fran
sche en Engelsche leger regelt, slechts voor
geval van werkelijken oorlog in een geslo
ten enveloppe ter zijde was gelegd, dan
wil ik gelooven, dat deze plannen ook in
deze gesloten enveloppe waren. Maar dit
gepubliceerde schrijven bevat een menigte
van bijzonderheden omtrent den vijandelij
ken opmarsch, zoodat zich de vraag op
werpt, waarvandaan deze wetenschap
stamde. Wij zijn niet zoo naief aan te ne
men, dat al deze in bijzonderheden tredende
details van den opmarsch onzer vijanden
aan een werkelijk neutraal land werden
medegedeeld zonder gemeenschappelijke
afspraak.
Wij nationaal-socialisten kunnen ons in
een oogenblik, waarop het lot van het Duit
sche volk voor alle tijden in onze hand ge
geven is, niet houden aan slechts met de
lippen beleden standpunten, doch wij zien in
de harten en moeten ons gedrag naar de
werkelijke mentaliteit van de anderen rich
ten. Wij weten thans, dat de Fransche ge
nerale staf op 9 April 1940 tot den inval
in België besloten heeft met het duidelijke
doel van een stoot tegen het Roergebied
en deze stoot zou natuurlij": ook over Ne
derland heen zijn uitgevoerd.
Hoe kunnen wy aan een werkelijken
tegenstand in dit land tegen zulk een plan
gelooven, wanneer alles militair tegen
ons was voorbereid en de deur voor de
vijandelijke ophitsing tegen ons wijd open
gesteld werd? Ons recht ligt gefundeerd
in de verantwoording voor 80 millioen
menschen van Duitschen bloede en in onze
bekendheid met het gruwelijke dictaat van
Versailles, dat beoogde millioenen Duitsche
menschen te laten verkommeren en te ver
nietigen. Aan deze verantwoordelijkheid
hebben wij beantwoord, dat konden wij met
des te meer grond, nu het voor ons
zooals wij benadrukken om een verde
digingsmaatregel ging, en niet om den op
zet een land te veroveren en een volk van
zijn vrijheid te berooven. Zoo staan wij
thans hier als overwinnaar en. bezettende
macht.
HET OPTREDEN VAN DE
BEZETTENDE MACHT.
Het wekt menigmaal den indruk, alsof
wij te weinig als bezettende macht zijn
opgetreden, alsof de Nederlanders niet
duidelijk beseffen, wat een. bezettende
macht kan beteekenen.
Wat dat inhoudt, hebben wij beleefd,
toen. in. 1918 de Franschen het Rijnland
binnenrukten. Dezen hebben terstond eene
exclusief-Fransche militaire heerschappij
gevestigd, op alle hoeken van straten ston
den mitrailleurs, door schieten in blinde
woede op een menigte werden arbeiders
van de Kruppfabrieken te Essen ver
moord, het vrije verkeer in het land was
volkomen lam gelegd, de burgers werden
door Fransche officieren met honden
zweepen van het trottoir gejaagd, zij wer
den uit hun woningen geworpen om plaats
te verschaffen enz.
Deze ex-varing toont aan, wat een be
zetting beteekenen kan, wanneer zij dooi
de zoo geprezen dragers der civilisatie
wordt uitgevoerd, die door zoo menig Ne
derlander als bondgenooten zijn begroet
en wellicht ook thans nog gaarne be
groet zouden worden. En wat beleven wij
hiel-, ofschoon toch onze volksgenooten in
kerkers zijn geworpen, ofschoon thans nog
duizenden van onze volksgenooten in Ne-
derlandsch-Indië, die aan den economi-
schen opbouw medegearbeid hebben, onder
de onwaardigste en ongezondste tropische
omstandigheden vastgehouden, ja zelfs vol
gens binnengekomen berichten mishandeld
worden? Waar ls ooit de weerga gevonden
van een land, dat militair veroverd werd,
ja dat in den strijd met Engeland door
de Engelschen voortdurend tot onmiddellijk
aanvalsgebied gemaakt wordt, zijn eigen
bestuur heeft met verregaande vrijheid
voor politieke vergaderingen en vrijheid
voor zijn pers? De' toestand is eigenlijk
volkomen onbegrijpelijk en slechts daar
door te verklaren, dat wy hier in het be
wustzijn van onze kracht handelen en in
het verantwoordelijkheidsgevoel, dat wij
in ieder geval voor dit land, in de eerste
plaats echter voor zijn volk hebben.
DE HOUDING DER
NEDERLANDERS,
Wat nu het gedrag der Nederlanders
aangaat, willen wij vaststellen, dat wij ze
ker niet onderworpenheid of onoprechte
beminnelijkheid verwachten; wat wij ech
ter wel verwachten is een behoorlijke en
beheerschte houding. Ook in dit opzicht
zyn wij grootmoedig.
Dat wij tegen een werkelijk Neder-
landsch nationaal gevoel niets hebben,
bewijst het beste net feit, dat wij geen be
zwaar hebben tegen de Nederlandsche na
tionale vlag, en dat wy aan de toekomst
van Nederland denken, toont de zorg aan,
die wij voor de Nederlandsche jeugd heb
ben, want de jeugd is de toekomst van
het volk. Ik .cht echter tot ouders en
leeraren de ernstige waarschuwing, de
jeugd niet in een verkeerd begrepen natio
naal gevoel op een dwaalweg te brengen.
Onze bemoeienis met den opbouwdienst en
de hulp en begunstiging, die wij bieden aan
de oprichting van den arbeidsdienst als het
belangrijkste opvoedings- en schoonmaak
middel van een volk, moet iedereen too-
nen, waar het ons om gaat.
Zekere verschijnselen zijn evenwel zorg
wekkend, niet voer ons, doch voor de
Nederlanders zelf. Hiertoe behoort bijvoor
beeld de houding der Nederlanders tegen
over onze Rjjksduitsche volksgenooten.
Waartoe moet het bijvoorbeeld leiden, wan
neer klaarblijkelijk diegenen onder ons,
die jarenlang hier loyaal medegearbeid
hebben, op sommige plaatsen nu geboycot
worden? Waarom wordt een deel van
het Nederlandsche volk door onverant-
woordelijken, die aan de touwtjes trek
ken, dezen weg opgedrongen, dien het eens,
nog afgezien van de schadevergoeding,
weder geheel terug moet gaan. En nadruk
kelijke wil ik waarschuwen tegen iedere be-
leediging van liet Duitsche volk en liet
Duitsche ifjjk, van onze symbolen en vlag
gen, boven alles echter tegen iedere belee-
diging van onzen Führer, die onze hoogste
eer is. Ik zeg zeer helder en duidelijk, dat
een zoodanige beleediging de zwaarste be-
leediging is, die een oogenblikkelyke en
onverbiddelijke reactie van ieder van ons,
boven alles van iederen wapendrager, ten
gevolge zal hebben. Ik wil ook echter
al diegenen waarschuwen, die in troebel
water willen visschen en meenen, dat zij
achter den rug der Duitsche weermacht
hun dapperheid kunnen bewijzen. Zonder
uitzondering geld;n voor allen de veror
deningen voor de handhaving van orde
en veiligheid en iedere poging tot ver
storing zal zonder aanzien des persoons
gestraft worden, vanwaar ook deze komen
moge. Voor rechtmatige bezwaren zal
ik steeds een open oor hebben:
Het schijnt mij ook noodzakelijk, de
betrekking gelijk die thans voor ons geldt
ten aanzien van de naar het buitenland ge-
gane vroegere politici der Nederlanden
te verduidelijken. Met de vroegere regee
ring heb ik nij des te minder bezigge
houden, daar het toch ook volgens de
grondwet van dit land aan de regeering
verboden is, den uetel naar buiten Neder
land te verleggen en derhalve deze stap
onwettig is en daarmee alle verdere on
dernomen maatregelen dezer mannen even
eens onwettig geworden zijn, geheel af
gezien daarvan, dat krachtens het bezet
tingsrecht de Führer van het Groot-Duit-
sche rijk voor den duur der bezetting de
uitoefening entoepassing van de regee-
ringsmacht duidelijk geregeld heeft.
DE POSITIE VAN DE KONINGIN
EN HET HUIS VAN ORANJE.
Wat nu-de positiekeuze ten aanzien der
Koningin betreft, moet het volgende vast
gesteld worden: de Koningin heeft den oor
logstoestand tegen het Duitsche rijk uit
geroepen, althans door haar autoriteit ge
dekt en is als vijandin van het Groot-
Duitsche rijk naar Engeland gegaan. Bo
vendien volhardt zjj in dezen toestand, te
meer waar ons niet bekend is, dat zij op
eenigerlei wijze protest tegen de van En
geland uit tegen Nederland ondernomen
bomaanvallen op niet-militaire doelen,
waaraan voorts nog m de eerste plaats
Nederlanders ten offer vallen, indient.
Zonder de vraag van den staatsvorm in
de Nederlanden aan te raken, zonder de
betrekking van liet Nederlandsche volk tot
het huis van Oranje op eenigerlei wyze te
willen influenceeren, want dit zyn dingen,
waarover het Nederlandsche volk zelf in
vrij besluit zal oordeelen, staat vast, dat
een bezettingsmacht het zich niet kan la
ten welgevallen, dat voor een persoonlijk
heid, zelfs als die de Koningin van een land
is, die zich in de rijen der vyanden bevindt,
betoogingen van weiken aard ook worden
gehouden.
Evenzoo spreekt iet vanzelf, dat iedere
bemoeienis met het bezette land voor den
duur dezer bezetting uitgeschakeld wordt.
Ik onderstreep deze verklaring met nadruk
met het oog op toekomstige gedenkdagen,
maar ook met het oog daarop, dat vermel
dingen in politieke vergaderingen of pro
gramma's door de bezettingsmacht niet
kunnen worden ter kennis genomen. Alles,
wat ik hier van de Koningin zeide, geldt in
de gegeven omstandigheden ook voor het
Huis van Oranje. Dit standpunt heeft met
onze houding ten aanzien van de politieke
wilsvorming van het Nederlandsche volk
niets van doen.
GEEN ONDERDRUKKING VAN
HET NEDERLANDSCHE VOLKS
KARAKTER.
Wat nu deze politieke wilsvorming be
treft, zoo herhaal ik nog eens, dat wy niet
in dit land gekomen zyn, om het Neder
landsche volkskarakter te onderdrukken of
het onze wereldbeschouwingen op te drin
gen, integendeel, van het standpunt der be
zettingsmacht ware het natuurlyk veel een
voudiger, iedex-e j>o!itieke meeningsuiting,
van welken aard ook, in woord en schrift,
te onderdrukken dit is niet het geval.
Als niet zware vergrijpen tegen de be
slist in aanmerking te nemen belangen der
bezettingsmacht voorkomen, kunnen nu en
steeds alle bladen verschijnen, en zijn ook
in hun inhoud slechts in hun eigen belang
van het Nederlandsche volk zoo ver slechts
beperkt, als dit ten aanzien van de nood
zakelijkheden der bezettingsmacht noodig
blijkt.
Indien dientengevolge de pers zich ze
kere beperkingen oplegt, dan zal wellicht
de een of andere datgene missen, wat hy
tot nu toe interessant vond, op den langen
duur zal deze zelfde beheerscliing slechts
nuttig blijken te zijn en alle verstandige
menschen zullen eenmaal betreuren, dat de
Nederlandsche pers niet reeds vroeger tij
dens haar zoogenaamde neutraliteit zulk
een zelfbeheersching aan den dag heeft ge
legd.
DE MAATREGELEN TEN OP
ZICHTE VAN HET N.V.V. EN
DE MARXISTISCHE ORGANI
SATIE EN DE KEUZE VAN DE
BEHEERDERS,
In dit verband kom ik te spreken over
maatregelen, die ten opzichte van de vrije
vakvereenigingen en van de marxistische
organisaties noodig waren. Als iemand zich
mocht verwonderen, dat zulke maatregelen
zyn uitgevaardigd, kan ik zeggen, dat het
op zijn hoogst verwonderlijk is, dat zij niet
reeds veel eerder, nl. op den eersten dag
der bezetting, getroffen zyn. Daar ik van
mc-ening ben, dat deze organisaties voor
haar leden, die immers in hoofdzaak tot
den kring der arbeiders en beambten be-
hooren, nuttige resultaten tot stand kunnen
brengen en dat voor alles de leden van
deze organisaties niet van de vruchten van
hun reeds gedane prestaties mogen worden
beroofd, heb ik nagelaten deze organisaties
eenvoudig op te heffen, doch heb ik het
besluit genomen uitsluitend door een nieu
we leiding mij waarborgen te verschaffen,
dat die invloeden en gevaren zijn uitge
schakeld, dien in een nationaal-socialistisch
bewind niet de vrije hand kan worden ge
laten.
Eij de vraag aan wie ik het beheer over
deze oi'ganisaties moest geven, was duide
lijk, dat niet in aanmerking konden komen
al die mannen, die langs 'den weg van par
lementair-democratische compromissen met
deze zelfde organisaties reeds eenmaal in
verbinding hebben gestaan. Na deze beper
king voerden de beschouwing van de per
soonlijke eigenschappen en de ervaring op
het betrokken gebied mij tot de gevallen
keuze. Zonder t.a.v. df binnenlandsch-
politieke houding van deze mannen en van
den kring, waaruit zij stammen, positie te
kiezen, kon ik evenwel vaststellen, dat deze
kring in de buitenlandsche politiek een hou
ding heeft aangenomen, welke zonder prijs
gave van welk recht of aanspraak van vrije
Nederlanders dan ook, dien buitenlandsch-
polit'eken koers heeft gehouden, welke, zoo
als de feiten uitwijzen, de juiste was en
welke, indien door de verantwoordelijke in
stanties in Nederland te rechter tijd gehou
den, aan het heele Nederlandsche volk ten
voordeel zou hebben gestrekt.
DE POGINGEN TOT CONCENTRATIE.
Ik zie velerlei pogingen tot verzamelen,
zoogenaamde concentratie. Ik merk op, dat
ik al deze pogingen met welwillende be
langstelling bezie en haar geen moeilijkhe
den in den weg zal leggen, tenzy het alleen
maar gaat om zulke pogingen, welke be
oogen in een'gerlei vorm dien geest te laten
voortleven, die ten slotte het Nederlandsche
volk naar den IDen Mei 1940 heeft gevoerd.
De conserveering van dien geest kan ik van
het standpunt der bezettende macht, maar
ook in het belang van het Nederlandsche
volk, zoolang deze bezetting duurt, niet met
open oog dulden, want er mag tusschen het
Duitsche en het Nederlandsche volk nooit
weder een tiende Mei zijn. Een ding zou ik
evenwel willen zeggen een binnenlandsch-
politieko beweging en wilsvorming kan haar
sanctie nooit van mij als vertegenwoordiger
der bezettende macht verwachten, doch
moet deze uitsluitend daardoor verkrijgen,
dat zy het Nederlandsche volk van de juist
heid van haar richting overtuigt.
DE EÏSCHEN WAARAAN EEN
CONCENTRATIE VAN KRACH
TEN MOET VOLDOEN.
Als ik hierbij nog iets zeg, dan is dat geen
verordening, zelfs niet een wensch, maar
ten hoogste een raad, gegeven op grond
van de ervaring, -elke wij in langen poli-
tieken strijd hebben opgedaan en welke niet
blindelings moet worden geïmiteerd, maar
waaruit toch wel naar analogie nuttige ge
volgtrekkingen kunnen worden gemaakt.
De eenwording van de krachten in een volk
kan nooit het resultaat zijn van de concen
tratie van verschillende programma's, waar
bij de beginselen zoover mogelijk worden
uitgebreid en daardoor onduidelijk worden,
ten einde allen daarin op een of andere
manier een plaats te laten vinden. De con
centratie van krachten van een volk, dat in
een zoo bijzonderen toestand verkeert als
die waarin thans Nederland zich bevindt,
zal slechts bereikt worden, indien
1. Een duidelijk inzicht over dezen toe
stand is verkregen, terwijl dit inzicht ver
worven is met het volledig geloof aan de
juistheid van deze ontwikkeling.
2. Uit dit duidelijke inzicht de onont
koombare gevolgtrekkingen worden ge
maakt volgens welke als hoogste te be
schermen goed het volk, dat wil dus zeggen
het Nederlandsche volk en zijn welzijn, wor
den beschouwd.
3. Dit inzicht door een onverschrokken
persoonlijke overgave wordt verdedigd, ook
dan indien dat de breuk met zoovele ge
woonten en gebruiken beteekent. Wan
neer deze voorwaarden zijn vervuld, zal
het volk bespeuren, waar liet om gaat en
zal geloovig den werkelijk geloovige volgen
en ook de bezettende macht zal dezen man
nen niet slechts haai achting niet ont
houden, maar ook aan hun argumenten het
gewicht niet ontzeggen, indien in sommige
vraagstukken meeningsverschil aan den
dag zou treden.
DE RECONSTRUCTIE VAN
HET CONTINENT KAN
NIET VOOR DE GRENZEN
VAN NEDERLAND HALT
HOUDEN.
Zeker is Nederland thans gesteld voor
het noodlotsprobleem. We zijn ons vol
komen bewust, dat zelden een volk in zoo
korten tijd uit zijn doen is gerukt en voor
nieuwe feiten is gesteld, welke een nieuwe
koene, zelfs op sommige punten revolution-
naire geesteshouding eischen. De zaak ligt
echter zoo: Nederland kan op het oogen
blik, dat grootmachten dezer wereld tot
den strijd staan aangetreden, een oogen
blik, waarin heele werelddeelen in oeco-
nomisch en politiek opzicht gereconstru
eerd worden, niet aan den rand der we
reldgeschiedenis blijven sL^an, dat is on
mogelijk. Wellicht hebben de Nederlanders
over het hoofd gezien, dat deze beslissende
strijd moest komen, wellicht hebben zij
zich te zeer vastgelegd in den gedachten-
gang van de eene partij in dezen strijd.
Thans is het Nederlandsche volk en het
kernland van het Nederlandsche Rijk mee
gesleept in deze Nederlandsche crisis. De
reconstructie van het continent kan niet
voor de grenzen van Nederland halt hou
den.
De gevolgen van deze gebeurtenissen zul
len door iedereen kunnen worden bespeurd
en dooi- iedereen kunnen worden gedra
gen. De naaste toekomst zal moeilijk en
vol ontberingen zijn. De levenswijze der
Nederlanders, voor zoover zij werk hadden
of op andere manier over een inkomen be
schikten, zal zeker door verhooging van
de kosten van .evensonderhoud, verhooging
van belastingen en tarieven beperkingen
ondergaan. Want ik twijfel er niet aan dat
de Nederlanders zich zullen inspannen
om hun persoonlijke zoowel als hun staats
huishouding in orde te houden dit
moet als een onontkoombare noodzakelijk
heid onder oogen worden gezien, doch niet
zonder hoop en met verzet tegen het nood
lot, doch in den vasten wil, terstond aan
het werk te gaan. Boven de nationale
staatsgedachte uit zal de idee van een
nieuwe gemeenschappelijke orde ons in
staat stellen de ons door onze geschiedenis
gegeven gemeenschappelijke ruimte tot een
nieuw geestelijk rijk te herscheppen.
EEN EUROPEESCH
PERSPECTIEF VOL HOOP.
Terwijl aan net einde van den wereld
oorlog overwinnaars, overwonnenen en neu
tralen door een golf van pessimisme en
negatie werden meegesleept, kunnen de
overwinnaars van dezen oorlog voor Euro
pa een hoopvolle perspectief ontwerpen.
Het nieuwe Eui'opa van de solidaire sa
menwerking van allen, het Europa zonder
werkloosheid, zonder oeconomische en mo
netaire crises, het Europa van de plan
matige productie van arbei sverdeeling, dat
over de modernste technische productie
middelen en over een gemeenschappelijk
over heel Europa ten uitvoer gelegd ver
keerssysteem de jeschikking heeft, zal na
opheffing van oeconomische en nationalis
tische remmende factoren zijn vaste funda
ment en een -.nel stijgende welvaart vin
den. Het zal /oor zijn tegenstanders geen
verleiding meer vormen door oorlogen
en oeconomischen strijd zijn vrede te ver
breken. Het opent voor de Europeesche
volken, niet in de laatste plaats voor de
kleine, de alle. grootste mogelijkheden voor
hun technische, oeconomische en commer-
cieele prestaties. In dit Europa worden
alle handen gebruikt.
De bijzondere begaafdheid van eiken
volksaard vindt een "ele malen vergroot
werkingsgebied Allen kunnen bij de ont
wikkeling van achterlijke volkshuishou
dingen en daardoor bij de schepping van
een uitgebreide, op de breede volkslagen
en berustende welvaart mede helpen. Bin
nen te nauwe begrenzingen van nationa
le!:, politieleen, of geographischen aard ver
schrompelen de talenten. In de groote
ruimten bestaat gelegenheid ook voor ëen
klein volk, en voor de leden van dat volk,
om hun cultureele, oeconomische en men-
schelijke talenten volledig te ontplooien.
Volkeren en menschen ontwikkelen zich
tenslotte slechts daar tot de grootste
hoogte, waar zij actief aan een groote
lotsgemeenschap deel hebben. Deze moge
lijkheden zullen vo. vhenden zyn, zonder
dat zij hun -vaardigheid en eigen aard
zullen behoeven op te geven.
NEDERLAND GELIJKGERECHTIGD
PARTNER BIJ DEN NIEUWEN OP
BOUW.
Dat Nederland echter aan den nieuwen
opbouw zal medewerken en wel ais ge
lijkgerechtigde partner, is de vvenscli van
het Duitsche volle. Het is duidelijk dat
bij deze reconstructie alle Nederlanders be
trokken zijn. De toekomst zal eens deze
intrede van de Nederlanders in den vollen
stroom der geschiedenis begroeten, want
deze zal de Nederlanders wegvoeren van
hun non-activiteit, die niet beslist op aller
gebied meer oplevert, dan datgene, dat een
nonactiviteit, welke licht tot stagnatie
wordt, kan bieden. Ilc geloof echter, dat de
ze nieuwe opbouw aan de meerderheid
van het Nederlandsche Volk, vooral aan
de arbeiders en aan de plattelandsbevol
king, maar ook aan den Nederlandschen
koopman en zeeman, zeer veel bieden zal,
n.l. de medewerking aan de constructie
van een groote Europeesche ruimte, die
door de afmetingen en het evenwicht
van haar deelen waarborg biedt tegen
crisis van welken aard ook.
Maar niet de materieele dingen moe
ten thans op den voorgrond gesteld wor
den, zooals bijv. het feit, dat de knapste
koppen op oeconomisch gebied zich inspan
nen een plan uit te werken, op welke
wijze en binnen welken tijd de Nederland
sche oeconomie op de nieuwe oecono
mische organisatie van Europa kan wor
den ingesteld en waarin kan worden inge
past, opdat zooveel mogelijk krachten
en waarden behouden en nieuwe kunnen
worden verkregen. Het voornaamste is
de juiste politieke idee, want deze geeft
ook ïetrouwbare leiding in oeconomische
dingen,