Provinciale Italische Courant Middelfourgsche, Vlissingsche, Goesche en Breskensche Courant Geen opheffing der zelfstandige Nederlanden noch aanspraken op Mederlandsch gebied overzee Wij zullen om een goede plaats in het nieuwe Europa kunnen veroveren 183ste JAARGANG NUMMER 171 ZATERDAG 27 JULI 1940 waarin opgenomen de Uitgave der Firma's F. van de Velde Jr. en G. W den Boer ABONNEMENTSPRIJS s 18 cent oei week o( I 2.30 per kwartaal- Franco per post 250 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIEPRIJS; Van 1—5 regels f 1 50, iedere regel meer 30 cent. Bij abonnement speciale prijs, Kleine advertenties van 1 —5 regels f0.50. iedere regel meer 10 ct. (max. 8 regels). POSTREKENING 359300 (MIDDELBURG). Dit nummer bestaat uit vier bladen AANGE S L O T E K B I J HÉT BUR E A U V OOK PUBLIC ITE1T S W A AR DE, ING E S T E L D POO R D E VEREENIGINO „DE NEP ERLt MDSCH E DA G BLAD P E R S" Dat de hand op de juiste manier aan den ploeg geslagen worde. Een belangrijke rede van den Rijkscommissaris. In een gisteravond te Den Haag in de groote zaal van den Dierentuin gehouden bijéénkomst, welke was georganiseerd dooi de afdeeling Nederland van de buitenland- sche organisatie der N.S.D.A.P., heeft de Rijkscommissaris voor de bezette Neder- landsche gebieden, Rijksminister Seyss- Inquart een groote rede gehouden. Spr. begon met een historisch overzicht, waarin achtereenvolgens de éénwording van het Duitsche volk en het verloop van den oor log de revue passeerden. Daarna kwam hij te spreken over de positie van Neder land- Ten aanzien van dit land, aldus dr. Seyss Inquart, wil ik nog eens vaststellen, dat naar onzen wil en wensch het Nederland- sche volk in den stryd van dezen tijd zijn land en zjjn vrijheid voor de toekomst ge heel zal kunnen verzekeren en mannen uit het Nederlandsclie volk, die zich van hun verantwoordelijkheid bewust ziju en zich geven •willen, het lot van dit land mogen besturen, gedragen door het vertrouwen van het gansche Nederlandsche volk. De .politieke wilsvorming in dit land is de zaak der Nederlanders. Wjj behouden ons slechts voor onze positie daartegenover te bepalen. De Nederlanders geloofden, althans be weerden, neutraal geweest te zijn. Maar wat is neutraal Ais groote naties een strijd op leven en dood aangaan, kan de neutraliteit niet als een formeelbegrip worden behandeld. Wij Duitschevs in elk geval kunnen niet een neutraliteit erken nen, waarbij een land verzamelplaats van alle emigranten en vyanden van het eigen vólle wordtwanneer een land duldt, dat in zijn pers dagelijks vuil op alles wordt geworpen, wat ons heilig en dierbaar is als het verdedigingssysteem van een land juist uitsluitend tegen het Rijk gericht is en wel 'als voortzetting van de Fransche en Belgische verdedigingslinies als ten slotte op den bodem van dit land zelfs een samenzwering tegen het leven van den Führer mogelijk is. Al deze dingen hebben in onze oogen Nederland reeds lang niet meer als neutraal land doen voorkomen en wanneer thans gezegd wordt, dat een tot de gepubliceerde documenten behoorende, in de maand Maart van dit jaar opgestelde brief van den opperbevelhebber van land en zeemacht, welke een gemeenschappelijk militair optreden met het Belgische, Fran sche en Engelsche leger regelt, slechts voor geval van werkelijken oorlog in een geslo ten enveloppe ter zijde was gelegd, dan wil ik gelooven, dat deze plannen ook in deze gesloten enveloppe waren. Maar dit gepubliceerde schrijven bevat een menigte van bijzonderheden omtrent den vijandelij ken opmarsch, zoodat zich de vraag op werpt, waarvandaan deze wetenschap stamde. Wij zijn niet zoo naief aan te ne men, dat al deze in bijzonderheden tredende details van den opmarsch onzer vijanden aan een werkelijk neutraal land werden medegedeeld zonder gemeenschappelijke afspraak. Wij nationaal-socialisten kunnen ons in een oogenblik, waarop het lot van het Duit sche volk voor alle tijden in onze hand ge geven is, niet houden aan slechts met de lippen beleden standpunten, doch wij zien in de harten en moeten ons gedrag naar de werkelijke mentaliteit van de anderen rich ten. Wij weten thans, dat de Fransche ge nerale staf op 9 April 1940 tot den inval in België besloten heeft met het duidelijke doel van een stoot tegen het Roergebied en deze stoot zou natuurlij": ook over Ne derland heen zijn uitgevoerd. Hoe kunnen wy aan een werkelijken tegenstand in dit land tegen zulk een plan gelooven, wanneer alles militair tegen ons was voorbereid en de deur voor de vijandelijke ophitsing tegen ons wijd open gesteld werd? Ons recht ligt gefundeerd in de verantwoording voor 80 millioen menschen van Duitschen bloede en in onze bekendheid met het gruwelijke dictaat van Versailles, dat beoogde millioenen Duitsche menschen te laten verkommeren en te ver nietigen. Aan deze verantwoordelijkheid hebben wij beantwoord, dat konden wij met des te meer grond, nu het voor ons zooals wij benadrukken om een verde digingsmaatregel ging, en niet om den op zet een land te veroveren en een volk van zijn vrijheid te berooven. Zoo staan wij thans hier als overwinnaar en. bezettende macht. HET OPTREDEN VAN DE BEZETTENDE MACHT. Het wekt menigmaal den indruk, alsof wij te weinig als bezettende macht zijn opgetreden, alsof de Nederlanders niet duidelijk beseffen, wat een. bezettende macht kan beteekenen. Wat dat inhoudt, hebben wij beleefd, toen. in. 1918 de Franschen het Rijnland binnenrukten. Dezen hebben terstond eene exclusief-Fransche militaire heerschappij gevestigd, op alle hoeken van straten ston den mitrailleurs, door schieten in blinde woede op een menigte werden arbeiders van de Kruppfabrieken te Essen ver moord, het vrije verkeer in het land was volkomen lam gelegd, de burgers werden door Fransche officieren met honden zweepen van het trottoir gejaagd, zij wer den uit hun woningen geworpen om plaats te verschaffen enz. Deze ex-varing toont aan, wat een be zetting beteekenen kan, wanneer zij dooi de zoo geprezen dragers der civilisatie wordt uitgevoerd, die door zoo menig Ne derlander als bondgenooten zijn begroet en wellicht ook thans nog gaarne be groet zouden worden. En wat beleven wij hiel-, ofschoon toch onze volksgenooten in kerkers zijn geworpen, ofschoon thans nog duizenden van onze volksgenooten in Ne- derlandsch-Indië, die aan den economi- schen opbouw medegearbeid hebben, onder de onwaardigste en ongezondste tropische omstandigheden vastgehouden, ja zelfs vol gens binnengekomen berichten mishandeld worden? Waar ls ooit de weerga gevonden van een land, dat militair veroverd werd, ja dat in den strijd met Engeland door de Engelschen voortdurend tot onmiddellijk aanvalsgebied gemaakt wordt, zijn eigen bestuur heeft met verregaande vrijheid voor politieke vergaderingen en vrijheid voor zijn pers? De' toestand is eigenlijk volkomen onbegrijpelijk en slechts daar door te verklaren, dat wy hier in het be wustzijn van onze kracht handelen en in het verantwoordelijkheidsgevoel, dat wij in ieder geval voor dit land, in de eerste plaats echter voor zijn volk hebben. DE HOUDING DER NEDERLANDERS, Wat nu het gedrag der Nederlanders aangaat, willen wij vaststellen, dat wij ze ker niet onderworpenheid of onoprechte beminnelijkheid verwachten; wat wij ech ter wel verwachten is een behoorlijke en beheerschte houding. Ook in dit opzicht zyn wij grootmoedig. Dat wij tegen een werkelijk Neder- landsch nationaal gevoel niets hebben, bewijst het beste net feit, dat wij geen be zwaar hebben tegen de Nederlandsche na tionale vlag, en dat wy aan de toekomst van Nederland denken, toont de zorg aan, die wij voor de Nederlandsche jeugd heb ben, want de jeugd is de toekomst van het volk. Ik .cht echter tot ouders en leeraren de ernstige waarschuwing, de jeugd niet in een verkeerd begrepen natio naal gevoel op een dwaalweg te brengen. Onze bemoeienis met den opbouwdienst en de hulp en begunstiging, die wij bieden aan de oprichting van den arbeidsdienst als het belangrijkste opvoedings- en schoonmaak middel van een volk, moet iedereen too- nen, waar het ons om gaat. Zekere verschijnselen zijn evenwel zorg wekkend, niet voer ons, doch voor de Nederlanders zelf. Hiertoe behoort bijvoor beeld de houding der Nederlanders tegen over onze Rjjksduitsche volksgenooten. Waartoe moet het bijvoorbeeld leiden, wan neer klaarblijkelijk diegenen onder ons, die jarenlang hier loyaal medegearbeid hebben, op sommige plaatsen nu geboycot worden? Waarom wordt een deel van het Nederlandsche volk door onverant- woordelijken, die aan de touwtjes trek ken, dezen weg opgedrongen, dien het eens, nog afgezien van de schadevergoeding, weder geheel terug moet gaan. En nadruk kelijke wil ik waarschuwen tegen iedere be- leediging van liet Duitsche volk en liet Duitsche ifjjk, van onze symbolen en vlag gen, boven alles echter tegen iedere belee- diging van onzen Führer, die onze hoogste eer is. Ik zeg zeer helder en duidelijk, dat een zoodanige beleediging de zwaarste be- leediging is, die een oogenblikkelyke en onverbiddelijke reactie van ieder van ons, boven alles van iederen wapendrager, ten gevolge zal hebben. Ik wil ook echter al diegenen waarschuwen, die in troebel water willen visschen en meenen, dat zij achter den rug der Duitsche weermacht hun dapperheid kunnen bewijzen. Zonder uitzondering geld;n voor allen de veror deningen voor de handhaving van orde en veiligheid en iedere poging tot ver storing zal zonder aanzien des persoons gestraft worden, vanwaar ook deze komen moge. Voor rechtmatige bezwaren zal ik steeds een open oor hebben: Het schijnt mij ook noodzakelijk, de betrekking gelijk die thans voor ons geldt ten aanzien van de naar het buitenland ge- gane vroegere politici der Nederlanden te verduidelijken. Met de vroegere regee ring heb ik nij des te minder bezigge houden, daar het toch ook volgens de grondwet van dit land aan de regeering verboden is, den uetel naar buiten Neder land te verleggen en derhalve deze stap onwettig is en daarmee alle verdere on dernomen maatregelen dezer mannen even eens onwettig geworden zijn, geheel af gezien daarvan, dat krachtens het bezet tingsrecht de Führer van het Groot-Duit- sche rijk voor den duur der bezetting de uitoefening entoepassing van de regee- ringsmacht duidelijk geregeld heeft. DE POSITIE VAN DE KONINGIN EN HET HUIS VAN ORANJE. Wat nu-de positiekeuze ten aanzien der Koningin betreft, moet het volgende vast gesteld worden: de Koningin heeft den oor logstoestand tegen het Duitsche rijk uit geroepen, althans door haar autoriteit ge dekt en is als vijandin van het Groot- Duitsche rijk naar Engeland gegaan. Bo vendien volhardt zjj in dezen toestand, te meer waar ons niet bekend is, dat zij op eenigerlei wijze protest tegen de van En geland uit tegen Nederland ondernomen bomaanvallen op niet-militaire doelen, waaraan voorts nog m de eerste plaats Nederlanders ten offer vallen, indient. Zonder de vraag van den staatsvorm in de Nederlanden aan te raken, zonder de betrekking van liet Nederlandsche volk tot het huis van Oranje op eenigerlei wyze te willen influenceeren, want dit zyn dingen, waarover het Nederlandsche volk zelf in vrij besluit zal oordeelen, staat vast, dat een bezettingsmacht het zich niet kan la ten welgevallen, dat voor een persoonlijk heid, zelfs als die de Koningin van een land is, die zich in de rijen der vyanden bevindt, betoogingen van weiken aard ook worden gehouden. Evenzoo spreekt iet vanzelf, dat iedere bemoeienis met het bezette land voor den duur dezer bezetting uitgeschakeld wordt. Ik onderstreep deze verklaring met nadruk met het oog op toekomstige gedenkdagen, maar ook met het oog daarop, dat vermel dingen in politieke vergaderingen of pro gramma's door de bezettingsmacht niet kunnen worden ter kennis genomen. Alles, wat ik hier van de Koningin zeide, geldt in de gegeven omstandigheden ook voor het Huis van Oranje. Dit standpunt heeft met onze houding ten aanzien van de politieke wilsvorming van het Nederlandsche volk niets van doen. GEEN ONDERDRUKKING VAN HET NEDERLANDSCHE VOLKS KARAKTER. Wat nu deze politieke wilsvorming be treft, zoo herhaal ik nog eens, dat wy niet in dit land gekomen zyn, om het Neder landsche volkskarakter te onderdrukken of het onze wereldbeschouwingen op te drin gen, integendeel, van het standpunt der be zettingsmacht ware het natuurlyk veel een voudiger, iedex-e j>o!itieke meeningsuiting, van welken aard ook, in woord en schrift, te onderdrukken dit is niet het geval. Als niet zware vergrijpen tegen de be slist in aanmerking te nemen belangen der bezettingsmacht voorkomen, kunnen nu en steeds alle bladen verschijnen, en zijn ook in hun inhoud slechts in hun eigen belang van het Nederlandsche volk zoo ver slechts beperkt, als dit ten aanzien van de nood zakelijkheden der bezettingsmacht noodig blijkt. Indien dientengevolge de pers zich ze kere beperkingen oplegt, dan zal wellicht de een of andere datgene missen, wat hy tot nu toe interessant vond, op den langen duur zal deze zelfde beheerscliing slechts nuttig blijken te zijn en alle verstandige menschen zullen eenmaal betreuren, dat de Nederlandsche pers niet reeds vroeger tij dens haar zoogenaamde neutraliteit zulk een zelfbeheersching aan den dag heeft ge legd. DE MAATREGELEN TEN OP ZICHTE VAN HET N.V.V. EN DE MARXISTISCHE ORGANI SATIE EN DE KEUZE VAN DE BEHEERDERS, In dit verband kom ik te spreken over maatregelen, die ten opzichte van de vrije vakvereenigingen en van de marxistische organisaties noodig waren. Als iemand zich mocht verwonderen, dat zulke maatregelen zyn uitgevaardigd, kan ik zeggen, dat het op zijn hoogst verwonderlijk is, dat zij niet reeds veel eerder, nl. op den eersten dag der bezetting, getroffen zyn. Daar ik van mc-ening ben, dat deze organisaties voor haar leden, die immers in hoofdzaak tot den kring der arbeiders en beambten be- hooren, nuttige resultaten tot stand kunnen brengen en dat voor alles de leden van deze organisaties niet van de vruchten van hun reeds gedane prestaties mogen worden beroofd, heb ik nagelaten deze organisaties eenvoudig op te heffen, doch heb ik het besluit genomen uitsluitend door een nieu we leiding mij waarborgen te verschaffen, dat die invloeden en gevaren zijn uitge schakeld, dien in een nationaal-socialistisch bewind niet de vrije hand kan worden ge laten. Eij de vraag aan wie ik het beheer over deze oi'ganisaties moest geven, was duide lijk, dat niet in aanmerking konden komen al die mannen, die langs 'den weg van par lementair-democratische compromissen met deze zelfde organisaties reeds eenmaal in verbinding hebben gestaan. Na deze beper king voerden de beschouwing van de per soonlijke eigenschappen en de ervaring op het betrokken gebied mij tot de gevallen keuze. Zonder t.a.v. df binnenlandsch- politieke houding van deze mannen en van den kring, waaruit zij stammen, positie te kiezen, kon ik evenwel vaststellen, dat deze kring in de buitenlandsche politiek een hou ding heeft aangenomen, welke zonder prijs gave van welk recht of aanspraak van vrije Nederlanders dan ook, dien buitenlandsch- polit'eken koers heeft gehouden, welke, zoo als de feiten uitwijzen, de juiste was en welke, indien door de verantwoordelijke in stanties in Nederland te rechter tijd gehou den, aan het heele Nederlandsche volk ten voordeel zou hebben gestrekt. DE POGINGEN TOT CONCENTRATIE. Ik zie velerlei pogingen tot verzamelen, zoogenaamde concentratie. Ik merk op, dat ik al deze pogingen met welwillende be langstelling bezie en haar geen moeilijkhe den in den weg zal leggen, tenzy het alleen maar gaat om zulke pogingen, welke be oogen in een'gerlei vorm dien geest te laten voortleven, die ten slotte het Nederlandsche volk naar den IDen Mei 1940 heeft gevoerd. De conserveering van dien geest kan ik van het standpunt der bezettende macht, maar ook in het belang van het Nederlandsche volk, zoolang deze bezetting duurt, niet met open oog dulden, want er mag tusschen het Duitsche en het Nederlandsche volk nooit weder een tiende Mei zijn. Een ding zou ik evenwel willen zeggen een binnenlandsch- politieko beweging en wilsvorming kan haar sanctie nooit van mij als vertegenwoordiger der bezettende macht verwachten, doch moet deze uitsluitend daardoor verkrijgen, dat zy het Nederlandsche volk van de juist heid van haar richting overtuigt. DE EÏSCHEN WAARAAN EEN CONCENTRATIE VAN KRACH TEN MOET VOLDOEN. Als ik hierbij nog iets zeg, dan is dat geen verordening, zelfs niet een wensch, maar ten hoogste een raad, gegeven op grond van de ervaring, -elke wij in langen poli- tieken strijd hebben opgedaan en welke niet blindelings moet worden geïmiteerd, maar waaruit toch wel naar analogie nuttige ge volgtrekkingen kunnen worden gemaakt. De eenwording van de krachten in een volk kan nooit het resultaat zijn van de concen tratie van verschillende programma's, waar bij de beginselen zoover mogelijk worden uitgebreid en daardoor onduidelijk worden, ten einde allen daarin op een of andere manier een plaats te laten vinden. De con centratie van krachten van een volk, dat in een zoo bijzonderen toestand verkeert als die waarin thans Nederland zich bevindt, zal slechts bereikt worden, indien 1. Een duidelijk inzicht over dezen toe stand is verkregen, terwijl dit inzicht ver worven is met het volledig geloof aan de juistheid van deze ontwikkeling. 2. Uit dit duidelijke inzicht de onont koombare gevolgtrekkingen worden ge maakt volgens welke als hoogste te be schermen goed het volk, dat wil dus zeggen het Nederlandsche volk en zijn welzijn, wor den beschouwd. 3. Dit inzicht door een onverschrokken persoonlijke overgave wordt verdedigd, ook dan indien dat de breuk met zoovele ge woonten en gebruiken beteekent. Wan neer deze voorwaarden zijn vervuld, zal het volk bespeuren, waar liet om gaat en zal geloovig den werkelijk geloovige volgen en ook de bezettende macht zal dezen man nen niet slechts haai achting niet ont houden, maar ook aan hun argumenten het gewicht niet ontzeggen, indien in sommige vraagstukken meeningsverschil aan den dag zou treden. DE RECONSTRUCTIE VAN HET CONTINENT KAN NIET VOOR DE GRENZEN VAN NEDERLAND HALT HOUDEN. Zeker is Nederland thans gesteld voor het noodlotsprobleem. We zijn ons vol komen bewust, dat zelden een volk in zoo korten tijd uit zijn doen is gerukt en voor nieuwe feiten is gesteld, welke een nieuwe koene, zelfs op sommige punten revolution- naire geesteshouding eischen. De zaak ligt echter zoo: Nederland kan op het oogen blik, dat grootmachten dezer wereld tot den strijd staan aangetreden, een oogen blik, waarin heele werelddeelen in oeco- nomisch en politiek opzicht gereconstru eerd worden, niet aan den rand der we reldgeschiedenis blijven sL^an, dat is on mogelijk. Wellicht hebben de Nederlanders over het hoofd gezien, dat deze beslissende strijd moest komen, wellicht hebben zij zich te zeer vastgelegd in den gedachten- gang van de eene partij in dezen strijd. Thans is het Nederlandsche volk en het kernland van het Nederlandsche Rijk mee gesleept in deze Nederlandsche crisis. De reconstructie van het continent kan niet voor de grenzen van Nederland halt hou den. De gevolgen van deze gebeurtenissen zul len door iedereen kunnen worden bespeurd en dooi- iedereen kunnen worden gedra gen. De naaste toekomst zal moeilijk en vol ontberingen zijn. De levenswijze der Nederlanders, voor zoover zij werk hadden of op andere manier over een inkomen be schikten, zal zeker door verhooging van de kosten van .evensonderhoud, verhooging van belastingen en tarieven beperkingen ondergaan. Want ik twijfel er niet aan dat de Nederlanders zich zullen inspannen om hun persoonlijke zoowel als hun staats huishouding in orde te houden dit moet als een onontkoombare noodzakelijk heid onder oogen worden gezien, doch niet zonder hoop en met verzet tegen het nood lot, doch in den vasten wil, terstond aan het werk te gaan. Boven de nationale staatsgedachte uit zal de idee van een nieuwe gemeenschappelijke orde ons in staat stellen de ons door onze geschiedenis gegeven gemeenschappelijke ruimte tot een nieuw geestelijk rijk te herscheppen. EEN EUROPEESCH PERSPECTIEF VOL HOOP. Terwijl aan net einde van den wereld oorlog overwinnaars, overwonnenen en neu tralen door een golf van pessimisme en negatie werden meegesleept, kunnen de overwinnaars van dezen oorlog voor Euro pa een hoopvolle perspectief ontwerpen. Het nieuwe Eui'opa van de solidaire sa menwerking van allen, het Europa zonder werkloosheid, zonder oeconomische en mo netaire crises, het Europa van de plan matige productie van arbei sverdeeling, dat over de modernste technische productie middelen en over een gemeenschappelijk over heel Europa ten uitvoer gelegd ver keerssysteem de jeschikking heeft, zal na opheffing van oeconomische en nationalis tische remmende factoren zijn vaste funda ment en een -.nel stijgende welvaart vin den. Het zal /oor zijn tegenstanders geen verleiding meer vormen door oorlogen en oeconomischen strijd zijn vrede te ver breken. Het opent voor de Europeesche volken, niet in de laatste plaats voor de kleine, de alle. grootste mogelijkheden voor hun technische, oeconomische en commer- cieele prestaties. In dit Europa worden alle handen gebruikt. De bijzondere begaafdheid van eiken volksaard vindt een "ele malen vergroot werkingsgebied Allen kunnen bij de ont wikkeling van achterlijke volkshuishou dingen en daardoor bij de schepping van een uitgebreide, op de breede volkslagen en berustende welvaart mede helpen. Bin nen te nauwe begrenzingen van nationa le!:, politieleen, of geographischen aard ver schrompelen de talenten. In de groote ruimten bestaat gelegenheid ook voor ëen klein volk, en voor de leden van dat volk, om hun cultureele, oeconomische en men- schelijke talenten volledig te ontplooien. Volkeren en menschen ontwikkelen zich tenslotte slechts daar tot de grootste hoogte, waar zij actief aan een groote lotsgemeenschap deel hebben. Deze moge lijkheden zullen vo. vhenden zyn, zonder dat zij hun -vaardigheid en eigen aard zullen behoeven op te geven. NEDERLAND GELIJKGERECHTIGD PARTNER BIJ DEN NIEUWEN OP BOUW. Dat Nederland echter aan den nieuwen opbouw zal medewerken en wel ais ge lijkgerechtigde partner, is de vvenscli van het Duitsche volle. Het is duidelijk dat bij deze reconstructie alle Nederlanders be trokken zijn. De toekomst zal eens deze intrede van de Nederlanders in den vollen stroom der geschiedenis begroeten, want deze zal de Nederlanders wegvoeren van hun non-activiteit, die niet beslist op aller gebied meer oplevert, dan datgene, dat een nonactiviteit, welke licht tot stagnatie wordt, kan bieden. Ilc geloof echter, dat de ze nieuwe opbouw aan de meerderheid van het Nederlandsche Volk, vooral aan de arbeiders en aan de plattelandsbevol king, maar ook aan den Nederlandschen koopman en zeeman, zeer veel bieden zal, n.l. de medewerking aan de constructie van een groote Europeesche ruimte, die door de afmetingen en het evenwicht van haar deelen waarborg biedt tegen crisis van welken aard ook. Maar niet de materieele dingen moe ten thans op den voorgrond gesteld wor den, zooals bijv. het feit, dat de knapste koppen op oeconomisch gebied zich inspan nen een plan uit te werken, op welke wijze en binnen welken tijd de Nederland sche oeconomie op de nieuwe oecono mische organisatie van Europa kan wor den ingesteld en waarin kan worden inge past, opdat zooveel mogelijk krachten en waarden behouden en nieuwe kunnen worden verkregen. Het voornaamste is de juiste politieke idee, want deze geeft ook ïetrouwbare leiding in oeconomische dingen,

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 1