2 OPBOUW geestelijke zegeningen, die Christus wil schenken aan Zijn volk. Hij storte Zijn Heilige Geest ook nu over U uit, opdat nog zondaren worden wedergeboren, over tuigd van hun eigen zonde en onwaardig heid. Dan zult ge echter ook Jezus leeren zien als Uw Koning in Zijn schoonheid. Dan zult u door den drang van den Heili gen geest Hem ook eeren als Sions vorst, Die van Boven komt en boven allen is. Nog eenmaal zal Hij van Boven komen, de Koning van het heelal. Naar dien dag wezen reeds de Engelen bij de Hemel vaart. „Deze Jezus zal alzoo komen, gelijk gij Hem hebt zien heenvaren". In dien dag zal het blijken voor aller oog. dat Jezus werkelijk boven ons allen is. Dan zullen allen voor Hem moeten buigen, ook de machtigsten dezen wereld, wier grootheid dan voorgoed vernietigd wordt. Alleen Jezus' macht en heerschappij kan en zal nooit ondergaan. Daarom willen wij in dit blad op dien Christus eo Zijn koninkrijk wijzen. Niet alleen in de medita ties, maar in heel de courant moet het uitkomen, dat Christus boven alles is. „Christ avant tout", „Christus vóór al les". Dat is een woord van onze geliefde Koningin. Heerlijk als zij, de Hoogstge- plaatste van ons volk. ons daarin blijft voorgaan om Jezus te eeren als den Koning der Koningen. Laat ons volk dan niet achterblijven om van dien Koning te ge tuigen. Hij die van Boven komt, is boven allen. VOLLEBREGT. Wat „Opbouw" wil. „Opbouw" heeft in het laatste deel van de bezettingsperiode, toen „Trouw" niet anders dan met vele moeilijkheden op Flakkee kon komen, willen zijn: het blad van de gezonde christelijke voorlichting, dat was in de voorbijgegane tijd in 't bijzonder voorlichting in zake onze houding t.o.v. de bezettende macht en ten opzichte van het Nationaal-Socia- lisme met zijn verwoestende gevolgen op geestelijk en materieel gebied. „Opbouw" wil dat blijven: het blad van de positief christelijke voorlichting voor de bevolking van ons eiland, in de over tuiging dat alleen datgene tot onze gehele welvaart kan leiden, wat luistert naar de hoogste normen. „Opbouw" wil opbouiven, en dat kan alleen in hogere gehoorzaamheid; de rest is afbraak. Natuurlijk richt zich nu onze voorlichting niet meer tegen het Nationaal Socialisme dat is gelukkig niet actueel meer maar in forser gestalte nu verschijnend, richt „Opbouw" zich tegen alles wat naar onze boven uitgesproken overtuiging in de richting van de afbraak gaat. Wil dit zeggen dat „Opbouw" een louter negatief stichtelijk afbrekend week blaadje wordt? Integendeel het wil positieve steun geven door met beide benen in het werke lijke leven te staan dat is in het kerkelijke leven, maar ook in het politieke leven „Opbouw" gaat zich bewegen op maatschappelijk en sociaal gebied het heeft een landbouwrubriek, een schoolrubriek, een jeugdrubriek, een. „last not least", om in de taal onzer bond genoten te sprekeneen zo goed mogelijk verzorgde Nieuwsrubriek Wat het kerkelijke betreft: „Opbouw" is interkerkelijk! Het komt niet uit een bepaalde hoek, niet wat de verantwoordelijke redactie betreft, ook niet wat de overige redactieleden en de aangezochte medewerkers betreft. Ten aanzien van het politieke: „Opbouw" wil beginselpolitiek, geen partijpolitiek hierin hopen wij de les geleerd te hebben en gedurende het bestaan van „Opbouw" te onthouden. Wat de overige rubrieken betreft, zullen onze terzake kundige medewerkers al hun krachten geven om iedere bevolkingsgroep van het beste te voorzien. Ons blad „Opbouw" zal zijn gebreken hebben, maar wil, in het bewustzijn daar van, slechts dienen Wat onze verhouding tot de andere bladen betreft Het is niet onze bedoeling geweest om het „Eilandennieuws' den dogdsteek te geven, daar dit blad zonder meer ver boden is volgens het persbesluit onzer Regering, hetgeen de redactie van „Eilan dennieuws" zelf, reeds maanden heeft kunnen weten. „Opbouw" is een blad van geheel ander karakter dan „de Zaaier", het weekblad van de Ned. Herv. kerk op ons eiland. Daarom wordt alles bij voorbaat ver meden wat „de Zaaier" ook maar enig zins zou kunnen benadelen. Dit is dan ook de reden waarom de kerkdiensten van de Hervormde kerk niet in „Opbouw" worden opgenomen. De Commissie van Redactie: Ds. W. ANKER. C. EDEWAARD. Mr. L. J. DEN HOLLANDER. Mr. J. J. A. GROENEVELD. B. KIJKUIT. Ds. H. DE VALK. C. VOGELAAR. Uit oude papieren. 1813 op Goeree en Overflakkee. Nu wij het einde van den Duitschen Tijd meegemaakt hebben, gaan onze ge dachten bijna vanzelfsprekend terug naar het einde van dien anderen tijd van on vrijheid, den Franschen tijd. Hoe werd toen Goeree—Overflakkce bevrijd? In 1810 was Nederland ingelijfd bij Frankrijk. Keizer Napoleon hechtte veel beteekenis aan ons eiland, want dit kon z.i. een rol van beteekenis spelen in de verdediging van ons land. Geregeld hield hij zich dan ook onledig met de defensie van GoereeOverflakkee. Op 17 Dec. gaf hij den wensch te kennen, dat als commandant van het eiland een brigade generaal of kolonel aangesteld moest wor den. In het jaar 1813 was de funtie van commandant vervuld door den brigade generaal Claude Rostollant, die den 9den September 1812 als zoodanig benoemd was en die zijn commandopost in Goedereede had. Het voornaamste punt van militair be lang werd gevormd door de stelling Oolt- gensplaat. Deze bestond uit een uitgestrekt versterkt kamp, dat aan drie zijden door water omgeven en dat aan de landzijde beschermd werd door drie aarden redoutes en een batterij. Het terrein tusschen de toegangswegen kon in tijden van nood geïnnundeerd worden. Het dorp Ooltgens- plaat lag binnen deze stelling. Ter ver dediging was dit aan de westzijde door een linie omgeven, Het belangrijkste punt binnen de stelling was het fort Duquesne aan het Volkerak. Genoemd fort was een aardenwerk, in welks midden een vier kanten toren, die voorzien van schiet gaten, opgetrokken was. Den 17den November 1813 was Wil lem van Oranje in Scheveningen geland. De Oranje-beweging had zich snel over Holland uitgebreid. Eenige bewoners van Ouddorp en Goedereede hadden in Rot terdam deze gebeurtenissen meegemaakt en zij hadden er flink feest gevierd. Zij keerden met Oranje getooid terug. Dit voorbeeld vond navolging. In beide dor pen werd luidruchtig feestgevierd, maar tegen den avond gingen de meesten kalm naar huis en keerde de rust terug. De Fransche douaneambtenaren hadden het echter raadzaam gevonden om Goedereede te verlaten. In Dirksland was het rustig, maar de bevolking verzocht wel aan den burge meester in die dagen maire genoemd den heer Groesbeek, om de vlag op de toren te plaatsen. Deze vertrouwde de toestand nog niet en hij besloot den 20ste November een bode naar den onder prefect Besier, die in Brielle resideerde, te zenden en dezen te vragen of hij de vlag zou kunnen uitsteken. De onder prefect was echter reeds vertrokken en de bode keerde terug zonder lastgeving. Hij vertelde alleen, dat de maire van Zuidland gevangen gezet was ten gevolge van het feit, dat de vlag op zijn last uit gestoken was. De heer Groesbeek besloot dan ook een afwachtende houding aan te nemen. In Middelharnis wapperde reeds de vlag van de toren en in de overige gemeenten vonden Oranje-demonstraties plaats. De militaire commandant besloot met het oog op de ongeregeldheden de staat van beleg van het eiland af te kondigen, terwijl geldboeten opgelegd werden. Een desbetreffend bevel werd 20 November gegeven. Bovendien waren ter versterking van de bezetting van het fort Ooltgens- plaat 30 mariniers aangekomen. De rust keerde terug, maar dit was zeker niet naar de zin van de echte Oranje klanten en ontstond een plan om het fort te overrompelen. Het plan daartoe werd gemaakt door een kustkanonnier, Gerrit van Kuyk. Hij verwierf o.a. de mede werking van den luitenant Millioen, ser geant de Winton, de korporaals Arie van der Helm en D. Millioen en den kanonnier Blik. Bovendien werden verschillende bur gers, waaronder burgemeester Johannis van Putten, eenigszins ingewijd, 's Mid dags om 1 uur vond het middagappel plaats en werd het werk verdeeld. Aan gezien onder de tewerkgestelden Oranje klanten waren zouden deze trachtten het fort te overrompelen en werd besloten om de coup den 4de December uit te voeren. -Vs Morgens om 7 uur werden de instruc ties aan de tewerkgestelden uitgedeeld. Onder hen bevonden zich o.a. de timmer man Klaas J. de Vos en korporaal v. d. Helm. Nauwelijks waren de tewerkgestel den na het middagappel in het fort of zij wierpen zich, onder het aanheffen van de leus „Oranje Boven" op de mariniers, i Deze werden ontwapend en gevangen I gezet, waarna de korporaal v. d. Helm persoonlijk generaal Rostollant gevangen nam. Daarna werd de toegangsbrug op- I gehaald en twee kanonschoten met los kruit kondigde aan, dat de onderneming gelukt was. Onmiddellijk daarna zou de inaire last geven om de vlag uit te steken In het dorp liet echter de Fransche commandant kolonel Taubin, alarm slaan en het garnizoen werd verzameld. Reden waarom het uitsteken van de vlag uit gesteld werd. Ook burgers verzamelden zich en spoedig stonden beide groepen tegenover elkaar, maar nadat de burgers de kreet Oranje Boven aangeheven had den, scheidden zich verschillende militairen af om zich bij de burgers te voegen. De versterkte burgergroep telde toen ongeveer 60 man en marcheerden onder commando van sergeant Lindau ter versterking van de overrompelaars naar het fort. Kolonel Taubin scheen overtuigd te zijn van het hopelooze van direct verzet en besloot de toestand even te laten voor hetgeen deze was. Hij zond echter onver wijld boden naar Willemstad en Helle- voetsluis, die verzoeken om versterking moesten doen aan de daar aanwezige Fransche commandanten Burgemeester van Putten besloot een poging te wagen de bode naar Hellevoet- sluis, die waarschijnlijk via Middelharnis zou gaan, tegen te houden. Hij zond den korenmolenaar Jacob Overwater te paard naar Oude Tonge. Deze renbode alarmeer de de bevolking en de bode werd tegen gehouden. Weinig kon hij echter doen tegen de bode naar Willemstad. Deze boodschapper volbracht zijn opdracht en tegen de avond naderde een vaartuig uit oostelijke richting Ooltgensplaat. De „rebellen" op het fort openden het vuur, maar het schip wist de oever te bereiken en er werden ongeveer 100 man verster kingstroepen ontscheept. Tengevolge van het vuren der „onzen" telden de Franschen 18 dooden. Kolonel Taubin verdeelde de uitgebreide bezetting en liet 3 stukken geschut zoodanig opstellen, dat daarmede de Voorstraat behéerscht kon worden De bewoners van Ooltgensplaat kregen echter versterking uit verschillende dorpen. Vele burgers, bewapend met allerlei voor werpen, waren naar deze gemeente ge trokken. De aldus uitgebreide burgertroe pen stonden onder commando van sergeant Schonenberg en korporaal Schuit. Deze groepen marcheerden naar de redoutes, die bezet gehouden werden door de Fran schen. Toen evenwel bleek dat de bezet ting de redoutes niet voetstoots wilden overgeven, werd door den commandant besloten de aanval tot den volgenden dag uit te stellen. De meeste boeren besloten hierna huiswaarts te keeren en volgens een mededeeling was 's avonds om 8 uur de rust weergekeerd. De volgende morgen eischte de com mandant van het ingesloten fort, dat de maire van Ooltgensplaat de vlag op de toren moest hijschen, doch deze weigerde hieraan te voldoen. Tevens had de com mandant aan de Franschen de eisch ge steld om zich over te geven, maar deze werd evenmin ingewilligd. De maire trachtte te bemiddelen en hij wist te bereiken dat een Fransche afgezant naar de ingesloten bezetting van het fort ging. De afgevaardigde vroeg de vrijlating van generaal Rostollant. De bezetters stelden een tegeneisch, n.l. dat de Fran schen naar Willemstad zouden gaan. Na hun vertrek zou men de generaal op vrije voeten stellen. De beide partijen werden het niet eens, ondanks het feit, dat de Fransche parlementair drie maal heen en weer trok. De Franschen stelden ten slotte de eisch, dat nu het bevestigend antwoord moest binnenkomen en zij voegden er aan toe dat wanneer dit niet gegeven zou worden, de beschieting van het fort zou beginnen. Op dit oogenblik waren de burgers de aanval op de redoutes begonnen. Er namen ongeveer 400 burgers, onder leiding van J. Overwater, molenaar en J. van Rossum, uit Dirksland, aan deel. Een der redoutes werd genomen. De aanval dreigde geen verder resultaat te hebben, toen het Fran sche geschut het vuur opende en spoedig 7 burgers gewond werden. Doch toen vernagelde sergeant-majoor v. d. Hoeven twee der stukken. Het vuur verminderde sterk en de Fransche commandant besloot het verzet op te geven en te capituleeren. De Fransche bezetting vertrok spoedig en scheepte zich waarschijnlijk in Nieuwe Tonge in. Generaal Rostollant kwam echter op een bevel van admiraal Kikkert niet op, vrije voeten. Hij werd naar den Haag gevoerd. Zoo waren de Franschen van Goeree en Overflakkee verdwenen en was de bevrijding van het eiland een feit gewor den. Bij besluit van den Souvereinen Vorst van 9 Februari 1814 werd aan de over rompelaars een zilveren medaille uitgereikt, Deze vertoonde de navolgende inscriptie: „Voor Moed en Vaderlandsliefde' en aan de andere zijde „Du Quesne 4 December 1813". In aanmerking kwamen 34 per sonen, 22 militairen en 12 burgers. Ik vond echter slechts de namen van 19 personen, n.l. P. Bettens, F. Booss, P. Braai. Crosek, Heeneman, A. v. d. Helm, K. Hoogmoed, P. Hünderfanger, K. v. Kadsand, G, v. Kuyk, D. Millioen. J. Mulder, J. Over water, J. v. Putten, J. v. Rossum, F. Smit, A. Verhoeven, J. Versluis, K. J. de Vos. Later werd ook nog een gedenkplaat aangebracht. Zijn er nog meer namen van begiftigden bekend Zoo ja, dan zou ik deze gaarne vernemen. Tevens zou ik gaarne, indien mogelijk, eens in de gelegenheid gesteld willen worden de vermelde medaille te zien. Mei 1945. Dr. J. VERSEPUT. Bekendmaking, De Burgemeester van Ooltgensplaat en Oude Tonge brengt ter algemeene kennis, dat door hem met betrekking tot het be weiden en hooien van dijktaluds en per- ceelen grasland binnen die gemeenten de navolgende regelingen zijn getroffen: 1. Iedere gebruiker van een perceel grasland c.q. een gedeelte dijktalud op 1 Juli 1940 wordt in zijn gebruiksrecht erkend en het betreffende land weer te zijner feitelijke beschikking gesteld. 2. Op den regel onder 1 geldt een uitzondering voor die perceelen, waarin landmijnen zijn gelegd. Deze mijnen zullen vermoedelijk eerst na eenigen tijd worden verwijderd, nadien zal ook deze gedeelten grasland worden genomen. 3. In verband met de groote behoefte aan gras- en hooiland zullen den gebrui kers zekere beperkingen in hun gebruiks recht worden opgelegd. Voor zooveel noo- dig zullen zij b.v. worden verplicht vee van anderen op hun grasland toe te laten en daarover de bewaking te aanvaarden of hooiopbreng sten ter beschikking van anderen te stellen. De noodige voorzienin gen in dezen zullen door mij worden getroffen. j 4. Iederdie in aanmerking wenscht te komen voor gebruik van een gedeelte gras- of hooiland moet dit schriftelijk bij mij aanvragen vóór 17 Mei 1945. In de aanvrage moet nauwkeurig worden om schreven. voor welke perceelen deze geldt. De Burgemeester van Ooltgensplaat en Oude Tonge. Oude Tonge/Ooltgensplaat. 11 Mei 1945. Van de Administratie. Hoewel wij ons uiterste best doen om alles zoo goed mogelijk te regelen, is het mogelijk dat de bezorging van dit nummer iets te wenschen overlaat en alle abonné's dit niet tijdig ontvangen. Eventueele klachten zullen wij gaarne vernemen en gemaakte fouten trachten te herstellen. Wij laten hier een lijst volgen van onze plaatselijke agenten, waarvan de meesten tevens als correspondent fungeeren. Bij onze agenten kan men zich abon- neeren op ons blad en tevens advertenties opgeven. Onze correspondenten houden zich be leefd aanbevolen voor berichten, aankon digingen van vergaderingen en andere waardevolle inlichtingen. Tenslotte volgen hier de namen en adressen Middelharnis: B. Kijkuit, Zandpad B 281. SommelsdijkC. Edewaard, Kortewegje B 169. Nieuwe Tonge: A. Verolme, Molendijk. Stad aan 't HaringvlietJ. Visser, Hoofd der Chr. School. Dirksland: L. Haeck, Boezem weg 258. Melissant: CorrespondentA.Kleijnen- berg, Molendijk. AgentP. Nagtegaal, Julianaweg. Stellendam H. Mulder, commies. Goedereede: J. Tanis, Kerkstraat 240. Ouddorp A. Vermaas, Molenblok. Door de vele copie moest o.a. ook het verslag van de zanguitvoering voor het gemeentehuis te Middelharnis en Som melsdijk tot onzen spijt blijven overstaan tot een volgend nummer. De Binnenlandsche Strijd krachten. (B.S.) Waarschijnlijk hebben velen zich afgevraagd, waar al die menschen met de oranje-blauwe band plotse ling vandaan komen. Bijna niemand wist voorheen dat er zoo iets als de B.S. was. Wel had ieder gehoord, dat er een ondergrondsche beweging bestond. Daar de B.S. en de „onder grondsche" elkaar niet cekken en niet iedere B.S.er een ondergrondsch werker is, is het goed daarover op heldering te geven. Toen verleden voorjaar de invasie verwacht kon worden, heeft de lei ding van de Ondergiondsche op Flakkee beraadslaagd, wat haar te doen stond. In Rotterdam werd con tact gelegd met enkele figuren uit de Ordedienst (O.D.) (Deze is thans ook opgelost in de B.S.). Deze hee- ren raadden de Ondergrondsche aan, ook op Goeree-Overflakkee een organisatie in het leven te roepen, die in het overgangsstadium zou optreden. Het doel was op het laat ste moment, indien noodig, gewapen derhand tegen de Duitschers op te treden en o.a. vernielingen te voor komen en ordeen rust te handhaven tijdens het overgangsstadium. De L.O. (Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers) en de Trouw medewerkers hebben toen de zaak ter haid genomen. In Septenber is op last van Prins Bernard d: B.S. ontstaan. Daarin werden de bestaande organisatie's, die voor het overgangsstadium maat regelen genomen hadden, opgeno men. Ook de organisatie die de Ondergrondsche op Flakkee tot stand gebracht had, werd officieel B.S. De Heer Fopma, reserve-kapitein, werd aangewezen als commandant de leider van de Ondergrondsche Cor Vogelaar als ondercommandant, de heer Sieling als staflid. De staf van de B.S. bestaat voor Flakkee uit deze drie personen, bijgestaan [door een adviescommissie. Verder I hebben verschillende illegale figuren 1 plaatselijk de leiding of zijn groeps commandant. De rest bestaat uit personen, die zich in deze oorlog als goede Hollanders hebben laten Ifennen. Het is niet onmogelijk, dat enkele B.S.ers als B.S.er aanvecht baar zijn. Wij vernemen dat indien bewezen is, dat een B.S.er een min der juiste houding in de oorlogsjaren heeft aangenomen, deze zeker niet in de B.S. zal blijven. Het is door de capitulatie niet noodig geweest met de wapens in de handen tegen de Duitschers op te treden. Wat de tweede taak betreft, heb ben wij kunnen constateeren, dat bet de B.S. voortreffelijk gelukt is, de orde en rust te handhaven. Moge dit zoo blijven, opdat de bevolking rustig haar werk kan hervatten. Buitenland. Alle berichten der voorafgaande dagen dezer week wezen naar en vonden tenslotte hun hoogtepunt in I de totale capitulatie van alle Duitsche strijdkrachten. Óp Dinsdag 8 Mei ten 2.41 ure werd de desbetreffende actie door Jodel teReimsinEisenhouwers hoofd kwartier geteekend. De ratificatie had den zelfden dag nog te Berlijn plaats. Daarbij waren tegenwoordig van Duitsche zijde Friedeburg en Keitel. Officieel eindigen de vijandelijk heden 1 minuut na middernacht. Bij de onderteekening verklaarde Jodel op een desbetreffende vraag, dat hij er zich van bewust was, dat door deze onderteekening het Duit sche volk zich op genade of onge nade aan zijn overwinnaars overgaf. Keitel antwoordde op de vraag van maarschalk Sjoekof of hij bereid was de acte van onvoorwaardelijke over gave te teekenen met goed hoorbare stem: „Ja, wij stemmen toe. Hoewel reeds op de meeste fron ten het vuren gestaakt was, werd bij Praag nog doorgevochten. De daar bij betrokken soldaten zullen hun rechten als zoodanig verspelen en als franctireurs behandeld worden. Ook in Joego Slavie wordt nog steeds gevochten en werden eenige Joden-concentratiekampen gebom bardeerd. De Kanaaleilanden zijn thans ook door de Engelschen bezet. Fransche en Engelsche troepen zijn in Bergen en Oslo aan land gezet. Benesj is inmiddels in Praag aan gekomen. Bij Breslau gaven 40.000 Duit schers zich aan de Russen over. Als gevolg van de totale, militaire ineenstorting van Duitschiand, ont ketenden zich overal stormachtige feesten. Telegrammen werden tus schen de diverse staatshoofden, ge neraals gewisseld. Koning George sprak tot zijn volk, evenals Koningin Wilhelmina tot het hare. De Belgische Koning werd uit zijn gevangenis bevrijd en bevindt zich met zijn familie in Zwitserland. Göbbels lijk werd met dat zijner verdere familieleden gevonden. Zij bleken door vergiftiging te zijn om gekomen. Dat van Hitler is tot dusver spoor loos verdwenen. Wel zijn in de ondergrondsche van Berlijn een vier tal lijken gevonden, waaronder dat van Hitier zou kunnen zijn, doch men heeft het niet kunnen identifi- ceeren. Göring en Kesselring zijn gear resteerd. Quisling, de Noorsche leider, heeft getracht naar Zweden uit te wijken, doch is door de Zweedsche grens- autoriteiten teruggezonden. Hij heeft zich daarop bij een politiepost te Oslo aangemeld. Degrelle, de leider der Belgische nationaal-socialisten is naar Spanje uitgeweken en is te San Sebastiaan in een hospitaal opgenomen. In het verre Oosten woedt thans nog de oorlog in vollen omvang. In de door den Amerikaanschen president gehouden rede vestigde deze daarop de aandacht, doch sprak de wensch uit dat ook dit spoedig tot een goed eind zou kunnen worden gebracht. Thans kan men alle aan wezige hulpmiddelen daartoe aan wenden. Het lot van Birma schijnt reeds bezegeld te zijn, mede door de ver overing van Rangoon en een op stand onder de Birmaansche troepen. Taragan werd door de Ameri kanen bezet. Den commandanten van Duitsche schepen is opdracht gegeven hun positie op te geven en zoo spoedig mogelijk binnen te loopen in de hun aangewezen havens. Reeds hebben zich eenige Duitsche duikbooten overgegeven. Van de Amerikaansche troepen zullen er maandelijks 50.000 vertrek ken. 400.000 in totaal echter zullen ter bewaking achterblijven. beierden. V<B het enthousifl dat der Parijl In Utree lil scherpst: him™ dezen werdcl maakt. Landwacht! op enkele pl gedragen. 2'M op de burg® gijzelaars ml Ingevolge I bevelhebber I zullen de 1)1 mogelijk mil worden. De lcvensifl dig voort. Rfl te Rotterdail en 3000 toni toevoer doorl noodzakelijk. I de havenwerl beschadigd dl wacht. De cafl tot 30.000 tol Seys Inqul Canadeeschc I Aanvankeljl Mussert te meesterd wel blijkbaar niel kwartier den I Latere beil 's-Gravenhagl Van Genei gevangen gen Rost van vonden. Donderdag d. Gerrnaansi vielen. Bij di woorden gesj zal het lot var volgende 100(1 Het result} zooals door „Het eenige 1 jaar zal dure: renden val". De Heer te Utrecht heeft de ee held", Anti gevangen t Binnenland. Was voor Nederland de oorlog reeds Zaterdagmorgen om 8 uur beëindigd, de praktische uitvoering der bezetting door de geallieerde troepen liet nog op zich wachten. Eerst Maandagochtend 7 uur zijn de geallieerde troepen de Grebbelinie door getrokken. Geweldig was het enthousiasme waar mede de Tommies werden begroet. Zij werden uit de auto's getild en rond gedragen. Deklokken van de Utrechtsche Dom Indrukk week op Middelh Vrijdagai onverwacht sche strijd! Duitschiand land en d<| hadden ove te men sa nieuws te wenschte m Intussche: op straat al een comma darmerie w| woede als Maar wi waren vrij. overheersch| vrij. Een lood genomen ei de wereld oogen aan En bij vil de bevrijdir| tot dankba door midde der wilde tl Zaterdag I ons volk ifl 's Morgens I tulatie der I ingaan. Ieder kor| feitelijke tol niet veel vJ GeallieerJ niet te zienl krachtige Dl steeds overl En men I Wij nu de dragen. IedJ popelde vam 1

Krantenbank Zeeland

Opbouw | 1945 | | pagina 2