2
OPBOUW
geestelijke zegeningen, die Christus wil
schenken aan Zijn volk. Hij storte Zijn
Heilige Geest ook nu over U uit, opdat
nog zondaren worden wedergeboren, over
tuigd van hun eigen zonde en onwaardig
heid. Dan zult ge echter ook Jezus leeren
zien als Uw Koning in Zijn schoonheid.
Dan zult u door den drang van den Heili
gen geest Hem ook eeren als Sions vorst,
Die van Boven komt en boven allen is.
Nog eenmaal zal Hij van Boven komen,
de Koning van het heelal. Naar dien dag
wezen reeds de Engelen bij de Hemel
vaart. „Deze Jezus zal alzoo komen, gelijk
gij Hem hebt zien heenvaren". In dien
dag zal het blijken voor aller oog. dat
Jezus werkelijk boven ons allen is.
Dan zullen allen voor Hem moeten
buigen, ook de machtigsten dezen wereld,
wier grootheid dan voorgoed vernietigd
wordt.
Alleen Jezus' macht en heerschappij kan
en zal nooit ondergaan. Daarom willen
wij in dit blad op dien Christus eo Zijn
koninkrijk wijzen. Niet alleen in de medita
ties, maar in heel de courant moet het
uitkomen, dat Christus boven alles is.
„Christ avant tout", „Christus vóór al
les". Dat is een woord van onze geliefde
Koningin. Heerlijk als zij, de Hoogstge-
plaatste van ons volk. ons daarin blijft
voorgaan om Jezus te eeren als den Koning
der Koningen. Laat ons volk dan niet
achterblijven om van dien Koning te ge
tuigen. Hij die van Boven komt, is boven
allen.
VOLLEBREGT.
Wat „Opbouw" wil.
„Opbouw" heeft in het laatste deel van
de bezettingsperiode, toen „Trouw" niet
anders dan met vele moeilijkheden op
Flakkee kon komen, willen zijn:
het blad van de gezonde christelijke
voorlichting, dat was in de voorbijgegane
tijd in 't bijzonder voorlichting in zake
onze houding t.o.v. de bezettende macht
en ten opzichte van het Nationaal-Socia-
lisme met zijn verwoestende gevolgen op
geestelijk en materieel gebied.
„Opbouw" wil dat blijven: het blad
van de positief christelijke voorlichting voor
de bevolking van ons eiland, in de over
tuiging dat alleen datgene tot onze gehele
welvaart kan leiden, wat luistert naar de
hoogste normen.
„Opbouw" wil opbouiven, en dat kan
alleen in hogere gehoorzaamheid; de rest
is afbraak.
Natuurlijk richt zich nu onze voorlichting
niet meer tegen het Nationaal Socialisme
dat is gelukkig niet actueel meer
maar in forser gestalte nu verschijnend,
richt „Opbouw" zich tegen alles wat naar
onze boven uitgesproken overtuiging in
de richting van de afbraak gaat.
Wil dit zeggen dat „Opbouw" een
louter negatief stichtelijk afbrekend week
blaadje wordt?
Integendeel het wil positieve steun
geven door met beide benen in het werke
lijke leven te staan
dat is in het kerkelijke leven, maar ook
in het politieke leven „Opbouw" gaat zich
bewegen op maatschappelijk en sociaal
gebied het heeft een landbouwrubriek,
een schoolrubriek, een jeugdrubriek, een.
„last not least", om in de taal onzer bond
genoten te sprekeneen zo goed mogelijk
verzorgde Nieuwsrubriek
Wat het kerkelijke betreft:
„Opbouw" is interkerkelijk! Het komt
niet uit een bepaalde hoek, niet wat
de verantwoordelijke redactie betreft, ook
niet wat de overige redactieleden en de
aangezochte medewerkers betreft.
Ten aanzien van het politieke:
„Opbouw" wil beginselpolitiek, geen
partijpolitiek hierin hopen wij de les
geleerd te hebben en gedurende het bestaan
van „Opbouw" te onthouden.
Wat de overige rubrieken betreft, zullen
onze terzake kundige medewerkers al hun
krachten geven om iedere bevolkingsgroep
van het beste te voorzien.
Ons blad „Opbouw" zal zijn gebreken
hebben, maar wil, in het bewustzijn daar
van, slechts dienen
Wat onze verhouding tot de andere
bladen betreft
Het is niet onze bedoeling geweest om
het „Eilandennieuws' den dogdsteek te
geven, daar dit blad zonder meer ver
boden is volgens het persbesluit onzer
Regering, hetgeen de redactie van „Eilan
dennieuws" zelf, reeds maanden heeft
kunnen weten.
„Opbouw" is een blad van geheel ander
karakter dan „de Zaaier", het weekblad
van de Ned. Herv. kerk op ons eiland.
Daarom wordt alles bij voorbaat ver
meden wat „de Zaaier" ook maar enig
zins zou kunnen benadelen.
Dit is dan ook de reden waarom de
kerkdiensten van de Hervormde kerk niet
in „Opbouw" worden opgenomen.
De Commissie van Redactie:
Ds. W. ANKER.
C. EDEWAARD.
Mr. L. J. DEN HOLLANDER.
Mr. J. J. A. GROENEVELD.
B. KIJKUIT.
Ds. H. DE VALK.
C. VOGELAAR.
Uit oude papieren.
1813 op Goeree en Overflakkee.
Nu wij het einde van den Duitschen
Tijd meegemaakt hebben, gaan onze ge
dachten bijna vanzelfsprekend terug naar
het einde van dien anderen tijd van on
vrijheid, den Franschen tijd. Hoe werd
toen Goeree—Overflakkce bevrijd?
In 1810 was Nederland ingelijfd bij
Frankrijk. Keizer Napoleon hechtte veel
beteekenis aan ons eiland, want dit kon
z.i. een rol van beteekenis spelen in de
verdediging van ons land. Geregeld hield
hij zich dan ook onledig met de defensie
van GoereeOverflakkee. Op 17 Dec.
gaf hij den wensch te kennen, dat als
commandant van het eiland een brigade
generaal of kolonel aangesteld moest wor
den. In het jaar 1813 was de funtie van
commandant vervuld door den brigade
generaal Claude Rostollant, die den 9den
September 1812 als zoodanig benoemd was
en die zijn commandopost in Goedereede
had.
Het voornaamste punt van militair be
lang werd gevormd door de stelling Oolt-
gensplaat. Deze bestond uit een uitgestrekt
versterkt kamp, dat aan drie zijden door
water omgeven en dat aan de landzijde
beschermd werd door drie aarden redoutes
en een batterij. Het terrein tusschen de
toegangswegen kon in tijden van nood
geïnnundeerd worden. Het dorp Ooltgens-
plaat lag binnen deze stelling. Ter ver
dediging was dit aan de westzijde door
een linie omgeven, Het belangrijkste punt
binnen de stelling was het fort Duquesne
aan het Volkerak. Genoemd fort was een
aardenwerk, in welks midden een vier
kanten toren, die voorzien van schiet
gaten, opgetrokken was.
Den 17den November 1813 was Wil
lem van Oranje in Scheveningen geland.
De Oranje-beweging had zich snel over
Holland uitgebreid. Eenige bewoners van
Ouddorp en Goedereede hadden in Rot
terdam deze gebeurtenissen meegemaakt
en zij hadden er flink feest gevierd. Zij
keerden met Oranje getooid terug. Dit
voorbeeld vond navolging. In beide dor
pen werd luidruchtig feestgevierd, maar
tegen den avond gingen de meesten kalm
naar huis en keerde de rust terug. De
Fransche douaneambtenaren hadden het
echter raadzaam gevonden om Goedereede
te verlaten.
In Dirksland was het rustig, maar de
bevolking verzocht wel aan den burge
meester in die dagen maire genoemd
den heer Groesbeek, om de vlag op de
toren te plaatsen. Deze vertrouwde de
toestand nog niet en hij besloot den
20ste November een bode naar den onder
prefect Besier, die in Brielle resideerde,
te zenden en dezen te vragen of hij de
vlag zou kunnen uitsteken. De onder
prefect was echter reeds vertrokken en
de bode keerde terug zonder lastgeving.
Hij vertelde alleen, dat de maire van
Zuidland gevangen gezet was ten gevolge
van het feit, dat de vlag op zijn last uit
gestoken was. De heer Groesbeek besloot
dan ook een afwachtende houding aan te
nemen. In Middelharnis wapperde reeds
de vlag van de toren en in de overige
gemeenten vonden Oranje-demonstraties
plaats.
De militaire commandant besloot met
het oog op de ongeregeldheden de staat
van beleg van het eiland af te kondigen,
terwijl geldboeten opgelegd werden. Een
desbetreffend bevel werd 20 November
gegeven. Bovendien waren ter versterking
van de bezetting van het fort Ooltgens-
plaat 30 mariniers aangekomen.
De rust keerde terug, maar dit was
zeker niet naar de zin van de echte Oranje
klanten en ontstond een plan om het fort
te overrompelen. Het plan daartoe werd
gemaakt door een kustkanonnier, Gerrit
van Kuyk. Hij verwierf o.a. de mede
werking van den luitenant Millioen, ser
geant de Winton, de korporaals Arie van
der Helm en D. Millioen en den kanonnier
Blik. Bovendien werden verschillende bur
gers, waaronder burgemeester Johannis
van Putten, eenigszins ingewijd, 's Mid
dags om 1 uur vond het middagappel
plaats en werd het werk verdeeld. Aan
gezien onder de tewerkgestelden Oranje
klanten waren zouden deze trachtten het
fort te overrompelen en werd besloten
om de coup den 4de December uit te
voeren.
-Vs Morgens om 7 uur werden de instruc
ties aan de tewerkgestelden uitgedeeld.
Onder hen bevonden zich o.a. de timmer
man Klaas J. de Vos en korporaal v. d.
Helm. Nauwelijks waren de tewerkgestel
den na het middagappel in het fort of zij
wierpen zich, onder het aanheffen van de
leus „Oranje Boven" op de mariniers,
i Deze werden ontwapend en gevangen
I gezet, waarna de korporaal v. d. Helm
persoonlijk generaal Rostollant gevangen
nam. Daarna werd de toegangsbrug op-
I gehaald en twee kanonschoten met los
kruit kondigde aan, dat de onderneming
gelukt was. Onmiddellijk daarna zou de
inaire last geven om de vlag uit te steken
In het dorp liet echter de Fransche
commandant kolonel Taubin, alarm slaan
en het garnizoen werd verzameld. Reden
waarom het uitsteken van de vlag uit
gesteld werd. Ook burgers verzamelden
zich en spoedig stonden beide groepen
tegenover elkaar, maar nadat de burgers
de kreet Oranje Boven aangeheven had
den, scheidden zich verschillende militairen
af om zich bij de burgers te voegen. De
versterkte burgergroep telde toen ongeveer
60 man en marcheerden onder commando
van sergeant Lindau ter versterking van
de overrompelaars naar het fort.
Kolonel Taubin scheen overtuigd te zijn
van het hopelooze van direct verzet en
besloot de toestand even te laten voor
hetgeen deze was. Hij zond echter onver
wijld boden naar Willemstad en Helle-
voetsluis, die verzoeken om versterking
moesten doen aan de daar aanwezige
Fransche commandanten
Burgemeester van Putten besloot een
poging te wagen de bode naar Hellevoet-
sluis, die waarschijnlijk via Middelharnis
zou gaan, tegen te houden. Hij zond den
korenmolenaar Jacob Overwater te paard
naar Oude Tonge. Deze renbode alarmeer
de de bevolking en de bode werd tegen
gehouden. Weinig kon hij echter doen
tegen de bode naar Willemstad. Deze
boodschapper volbracht zijn opdracht en
tegen de avond naderde een vaartuig uit
oostelijke richting Ooltgensplaat. De
„rebellen" op het fort openden het vuur,
maar het schip wist de oever te bereiken
en er werden ongeveer 100 man verster
kingstroepen ontscheept. Tengevolge van
het vuren der „onzen" telden de Franschen
18 dooden. Kolonel Taubin verdeelde de
uitgebreide bezetting en liet 3 stukken
geschut zoodanig opstellen, dat daarmede
de Voorstraat behéerscht kon worden
De bewoners van Ooltgensplaat kregen
echter versterking uit verschillende dorpen.
Vele burgers, bewapend met allerlei voor
werpen, waren naar deze gemeente ge
trokken. De aldus uitgebreide burgertroe
pen stonden onder commando van sergeant
Schonenberg en korporaal Schuit. Deze
groepen marcheerden naar de redoutes,
die bezet gehouden werden door de Fran
schen. Toen evenwel bleek dat de bezet
ting de redoutes niet voetstoots wilden
overgeven, werd door den commandant
besloten de aanval tot den volgenden dag
uit te stellen. De meeste boeren besloten
hierna huiswaarts te keeren en volgens
een mededeeling was 's avonds om 8 uur
de rust weergekeerd.
De volgende morgen eischte de com
mandant van het ingesloten fort, dat de
maire van Ooltgensplaat de vlag op de
toren moest hijschen, doch deze weigerde
hieraan te voldoen. Tevens had de com
mandant aan de Franschen de eisch ge
steld om zich over te geven, maar deze
werd evenmin ingewilligd.
De maire trachtte te bemiddelen en hij
wist te bereiken dat een Fransche afgezant
naar de ingesloten bezetting van het fort
ging. De afgevaardigde vroeg de vrijlating
van generaal Rostollant. De bezetters
stelden een tegeneisch, n.l. dat de Fran
schen naar Willemstad zouden gaan. Na
hun vertrek zou men de generaal op vrije
voeten stellen. De beide partijen werden
het niet eens, ondanks het feit, dat de
Fransche parlementair drie maal heen en
weer trok. De Franschen stelden ten slotte
de eisch, dat nu het bevestigend antwoord
moest binnenkomen en zij voegden er aan
toe dat wanneer dit niet gegeven zou
worden, de beschieting van het fort zou
beginnen.
Op dit oogenblik waren de burgers de
aanval op de redoutes begonnen. Er namen
ongeveer 400 burgers, onder leiding van
J. Overwater, molenaar en J. van Rossum,
uit Dirksland, aan deel. Een der redoutes
werd genomen. De aanval dreigde geen
verder resultaat te hebben, toen het Fran
sche geschut het vuur opende en spoedig
7 burgers gewond werden. Doch toen
vernagelde sergeant-majoor v. d. Hoeven
twee der stukken. Het vuur verminderde
sterk en de Fransche commandant besloot
het verzet op te geven en te capituleeren.
De Fransche bezetting vertrok spoedig
en scheepte zich waarschijnlijk in Nieuwe
Tonge in.
Generaal Rostollant kwam echter op
een bevel van admiraal Kikkert niet op,
vrije voeten. Hij werd naar den Haag
gevoerd.
Zoo waren de Franschen van Goeree
en Overflakkee verdwenen en was de
bevrijding van het eiland een feit gewor
den.
Bij besluit van den Souvereinen Vorst
van 9 Februari 1814 werd aan de over
rompelaars een zilveren medaille uitgereikt,
Deze vertoonde de navolgende inscriptie:
„Voor Moed en Vaderlandsliefde' en aan
de andere zijde „Du Quesne 4 December
1813". In aanmerking kwamen 34 per
sonen, 22 militairen en 12 burgers. Ik vond
echter slechts de namen van 19 personen,
n.l.
P. Bettens, F. Booss, P. Braai. Crosek,
Heeneman, A. v. d. Helm, K. Hoogmoed,
P. Hünderfanger, K. v. Kadsand, G, v.
Kuyk, D. Millioen. J. Mulder, J. Over
water, J. v. Putten, J. v. Rossum, F. Smit,
A. Verhoeven, J. Versluis, K. J. de Vos.
Later werd ook nog een gedenkplaat
aangebracht.
Zijn er nog meer namen van begiftigden
bekend Zoo ja, dan zou ik deze gaarne
vernemen. Tevens zou ik gaarne, indien
mogelijk, eens in de gelegenheid gesteld
willen worden de vermelde medaille te
zien.
Mei 1945.
Dr. J. VERSEPUT.
Bekendmaking,
De Burgemeester van Ooltgensplaat en
Oude Tonge brengt ter algemeene kennis,
dat door hem met betrekking tot het be
weiden en hooien van dijktaluds en per-
ceelen grasland binnen die gemeenten de
navolgende regelingen zijn getroffen:
1. Iedere gebruiker van een perceel
grasland c.q. een gedeelte dijktalud op
1 Juli 1940 wordt in zijn gebruiksrecht
erkend en het betreffende land weer te
zijner feitelijke beschikking gesteld.
2. Op den regel onder 1 geldt een
uitzondering voor die perceelen, waarin
landmijnen zijn gelegd. Deze mijnen zullen
vermoedelijk eerst na eenigen tijd worden
verwijderd, nadien zal ook deze gedeelten
grasland worden genomen.
3. In verband met de groote behoefte
aan gras- en hooiland zullen den gebrui
kers zekere beperkingen in hun gebruiks
recht worden opgelegd. Voor zooveel noo-
dig zullen zij b.v. worden verplicht vee
van anderen op hun grasland toe te laten
en daarover de bewaking te aanvaarden
of hooiopbreng sten ter beschikking van
anderen te stellen. De noodige voorzienin
gen in dezen zullen door mij worden
getroffen. j
4. Iederdie in aanmerking wenscht
te komen voor gebruik van een gedeelte
gras- of hooiland moet dit schriftelijk bij
mij aanvragen vóór 17 Mei 1945. In de
aanvrage moet nauwkeurig worden om
schreven. voor welke perceelen deze geldt.
De Burgemeester van
Ooltgensplaat en Oude Tonge.
Oude Tonge/Ooltgensplaat.
11 Mei 1945.
Van de Administratie.
Hoewel wij ons uiterste best doen om
alles zoo goed mogelijk te regelen, is het
mogelijk dat de bezorging van dit nummer
iets te wenschen overlaat en alle abonné's
dit niet tijdig ontvangen.
Eventueele klachten zullen wij gaarne
vernemen en gemaakte fouten trachten te
herstellen.
Wij laten hier een lijst volgen van onze
plaatselijke agenten, waarvan de meesten
tevens als correspondent fungeeren.
Bij onze agenten kan men zich abon-
neeren op ons blad en tevens advertenties
opgeven.
Onze correspondenten houden zich be
leefd aanbevolen voor berichten, aankon
digingen van vergaderingen en andere
waardevolle inlichtingen.
Tenslotte volgen hier de namen en
adressen
Middelharnis: B. Kijkuit, Zandpad B 281.
SommelsdijkC. Edewaard, Kortewegje
B 169.
Nieuwe Tonge: A. Verolme, Molendijk.
Stad aan 't HaringvlietJ. Visser, Hoofd
der Chr. School.
Dirksland: L. Haeck, Boezem weg 258.
Melissant: CorrespondentA.Kleijnen-
berg, Molendijk.
AgentP. Nagtegaal, Julianaweg.
Stellendam H. Mulder, commies.
Goedereede: J. Tanis, Kerkstraat 240.
Ouddorp A. Vermaas, Molenblok.
Door de vele copie moest o.a. ook het
verslag van de zanguitvoering voor het
gemeentehuis te Middelharnis en Som
melsdijk tot onzen spijt blijven overstaan
tot een volgend nummer.
De Binnenlandsche Strijd
krachten. (B.S.)
Waarschijnlijk hebben velen zich
afgevraagd, waar al die menschen
met de oranje-blauwe band plotse
ling vandaan komen. Bijna niemand
wist voorheen dat er zoo iets als
de B.S. was. Wel had ieder gehoord,
dat er een ondergrondsche beweging
bestond. Daar de B.S. en de „onder
grondsche" elkaar niet cekken en
niet iedere B.S.er een ondergrondsch
werker is, is het goed daarover op
heldering te geven.
Toen verleden voorjaar de invasie
verwacht kon worden, heeft de lei
ding van de Ondergiondsche op
Flakkee beraadslaagd, wat haar te
doen stond. In Rotterdam werd con
tact gelegd met enkele figuren uit
de Ordedienst (O.D.) (Deze is thans
ook opgelost in de B.S.). Deze hee-
ren raadden de Ondergrondsche aan,
ook op Goeree-Overflakkee een
organisatie in het leven te roepen,
die in het overgangsstadium zou
optreden. Het doel was op het laat
ste moment, indien noodig, gewapen
derhand tegen de Duitschers op te
treden en o.a. vernielingen te voor
komen en ordeen rust te handhaven
tijdens het overgangsstadium.
De L.O. (Landelijke Organisatie
voor hulp aan onderduikers) en de
Trouw medewerkers hebben toen de
zaak ter haid genomen.
In Septenber is op last van Prins
Bernard d: B.S. ontstaan. Daarin
werden de bestaande organisatie's,
die voor het overgangsstadium maat
regelen genomen hadden, opgeno
men. Ook de organisatie die de
Ondergrondsche op Flakkee tot
stand gebracht had, werd officieel
B.S.
De Heer Fopma, reserve-kapitein,
werd aangewezen als commandant
de leider van de Ondergrondsche
Cor Vogelaar als ondercommandant,
de heer Sieling als staflid. De staf
van de B.S. bestaat voor Flakkee
uit deze drie personen, bijgestaan
[door een adviescommissie. Verder
I hebben verschillende illegale figuren
1 plaatselijk de leiding of zijn groeps
commandant. De rest bestaat uit
personen, die zich in deze oorlog
als goede Hollanders hebben laten
Ifennen. Het is niet onmogelijk, dat
enkele B.S.ers als B.S.er aanvecht
baar zijn. Wij vernemen dat indien
bewezen is, dat een B.S.er een min
der juiste houding in de oorlogsjaren
heeft aangenomen, deze zeker niet
in de B.S. zal blijven.
Het is door de capitulatie niet
noodig geweest met de wapens in
de handen tegen de Duitschers op
te treden.
Wat de tweede taak betreft, heb
ben wij kunnen constateeren, dat bet
de B.S. voortreffelijk gelukt is, de
orde en rust te handhaven. Moge
dit zoo blijven, opdat de bevolking
rustig haar werk kan hervatten.
Buitenland.
Alle berichten der voorafgaande
dagen dezer week wezen naar en
vonden tenslotte hun hoogtepunt in I
de totale capitulatie van alle Duitsche
strijdkrachten.
Óp Dinsdag 8 Mei ten 2.41 ure
werd de desbetreffende actie door
Jodel teReimsinEisenhouwers hoofd
kwartier geteekend. De ratificatie had
den zelfden dag nog te Berlijn plaats.
Daarbij waren tegenwoordig van
Duitsche zijde Friedeburg en Keitel.
Officieel eindigen de vijandelijk
heden 1 minuut na middernacht.
Bij de onderteekening verklaarde
Jodel op een desbetreffende vraag,
dat hij er zich van bewust was, dat
door deze onderteekening het Duit
sche volk zich op genade of onge
nade aan zijn overwinnaars overgaf.
Keitel antwoordde op de vraag van
maarschalk Sjoekof of hij bereid was
de acte van onvoorwaardelijke over
gave te teekenen met goed hoorbare
stem: „Ja, wij stemmen toe.
Hoewel reeds op de meeste fron
ten het vuren gestaakt was, werd bij
Praag nog doorgevochten. De daar
bij betrokken soldaten zullen hun
rechten als zoodanig verspelen en als
franctireurs behandeld worden.
Ook in Joego Slavie wordt nog
steeds gevochten en werden eenige
Joden-concentratiekampen gebom
bardeerd.
De Kanaaleilanden zijn thans ook
door de Engelschen bezet. Fransche
en Engelsche troepen zijn in Bergen
en Oslo aan land gezet.
Benesj is inmiddels in Praag aan
gekomen.
Bij Breslau gaven 40.000 Duit
schers zich aan de Russen over.
Als gevolg van de totale, militaire
ineenstorting van Duitschiand, ont
ketenden zich overal stormachtige
feesten. Telegrammen werden tus
schen de diverse staatshoofden, ge
neraals gewisseld. Koning George
sprak tot zijn volk, evenals Koningin
Wilhelmina tot het hare.
De Belgische Koning werd uit zijn
gevangenis bevrijd en bevindt zich
met zijn familie in Zwitserland.
Göbbels lijk werd met dat zijner
verdere familieleden gevonden. Zij
bleken door vergiftiging te zijn om
gekomen.
Dat van Hitler is tot dusver spoor
loos verdwenen. Wel zijn in de
ondergrondsche van Berlijn een vier
tal lijken gevonden, waaronder dat
van Hitier zou kunnen zijn, doch
men heeft het niet kunnen identifi-
ceeren.
Göring en Kesselring zijn gear
resteerd.
Quisling, de Noorsche leider, heeft
getracht naar Zweden uit te wijken,
doch is door de Zweedsche grens-
autoriteiten teruggezonden. Hij heeft
zich daarop bij een politiepost te
Oslo aangemeld.
Degrelle, de leider der Belgische
nationaal-socialisten is naar Spanje
uitgeweken en is te San Sebastiaan
in een hospitaal opgenomen.
In het verre Oosten woedt thans
nog de oorlog in vollen omvang.
In de door den Amerikaanschen
president gehouden rede vestigde
deze daarop de aandacht, doch sprak
de wensch uit dat ook dit spoedig tot
een goed eind zou kunnen worden
gebracht. Thans kan men alle aan
wezige hulpmiddelen daartoe aan
wenden.
Het lot van Birma schijnt reeds
bezegeld te zijn, mede door de ver
overing van Rangoon en een op
stand onder de Birmaansche troepen.
Taragan werd door de Ameri
kanen bezet.
Den commandanten van Duitsche
schepen is opdracht gegeven hun
positie op te geven en zoo spoedig
mogelijk binnen te loopen in de hun
aangewezen havens. Reeds hebben
zich eenige Duitsche duikbooten
overgegeven.
Van de Amerikaansche troepen
zullen er maandelijks 50.000 vertrek
ken. 400.000 in totaal echter zullen
ter bewaking achterblijven.
beierden. V<B
het enthousifl
dat der Parijl
In Utree lil
scherpst: him™
dezen werdcl
maakt.
Landwacht!
op enkele pl
gedragen. 2'M
op de burg®
gijzelaars ml
Ingevolge I
bevelhebber I
zullen de 1)1
mogelijk mil
worden.
De lcvensifl
dig voort. Rfl
te Rotterdail
en 3000 toni
toevoer doorl
noodzakelijk. I
de havenwerl
beschadigd dl
wacht. De cafl
tot 30.000 tol
Seys Inqul
Canadeeschc I
Aanvankeljl
Mussert te
meesterd wel
blijkbaar niel
kwartier den I
Latere beil
's-Gravenhagl
Van Genei
gevangen gen
Rost van
vonden.
Donderdag
d. Gerrnaansi
vielen. Bij di
woorden gesj
zal het lot var
volgende 100(1
Het result}
zooals door
„Het eenige 1
jaar zal dure:
renden val".
De Heer
te Utrecht
heeft de ee
held", Anti
gevangen t
Binnenland.
Was voor Nederland de oorlog reeds
Zaterdagmorgen om 8 uur beëindigd, de
praktische uitvoering der bezetting door
de geallieerde troepen liet nog op zich
wachten.
Eerst Maandagochtend 7 uur zijn de
geallieerde troepen de Grebbelinie door
getrokken.
Geweldig was het enthousiasme waar
mede de Tommies werden begroet. Zij
werden uit de auto's getild en rond
gedragen.
Deklokken van de Utrechtsche Dom
Indrukk
week op
Middelh
Vrijdagai
onverwacht
sche strijd!
Duitschiand
land en d<|
hadden ove
te men sa
nieuws te
wenschte m
Intussche:
op straat al
een comma
darmerie w|
woede als
Maar wi
waren vrij.
overheersch|
vrij.
Een lood
genomen ei
de wereld
oogen aan
En bij vil
de bevrijdir|
tot dankba
door midde
der wilde tl
Zaterdag I
ons volk ifl
's Morgens I
tulatie der I
ingaan.
Ieder kor|
feitelijke tol
niet veel vJ
GeallieerJ
niet te zienl
krachtige Dl
steeds overl
En men I
Wij nu de
dragen. IedJ
popelde vam
1