)RDT KOUD! ELHOUWER Chevrolet-Sedan Predikbeurten. Geeft U op als Afeooné DMMELSDIJK - TEL. 43 leidsch fabrikaat DE IB00IJ EN. DER J. AANGEBODEN f 1400,-. WOENSDAG 19 December 1928 11e jaargang. n°. 14 De bestrijding der Tuberculose. ROSA MARINA Winterteenen^ Kloosterbalsem bij atel irse de ■del der A. Het van en rag de te elp ïur, ïur, ar, ïur, be- aal- zaal ond en rein de nist de het rste and jng nan en- een am. hen jam ïeer ver- Igst >en. olg, en eld tilh en den ïaar erd. dat den sten den uim ■.•den zou er niets gebeurd zijn. In zijn radeloosheid heeft de man dit echter blijkbaar niet bemerkt. BOERDERIJ AFGEBRAND BIJ SCHIMMERT (L.). HEERLEN, il Dec. In den afgeloopen nacht is tusschen Hulsberg en Schimmert brand uitgebroken in de stallen van de groote boerderij, bewoond door den landbouwer Krijns en toebehoorende aan den graaf De Marchant et d'Ansembourg te Amstenrade. De pachter en knechts werden wakker door brandlucht en waarschuwden de dorpsbrand weer, onderwijl trachtend het vee te redden. De brandweer kon tegen het vuur echter wei nig uitrichten en weldra sloegen de vlammen ook uit de groote boerderij. De geheele hof stede met graanpakhuizen en stallen werd in asch gelegd, terwijl een deel van het vee gered kon worden. Ongeveer 35 koeien en 50 varkens zijn verbrand, alsmede tal van moderne land bouwwerktuigen en de geheele oogst. Men schat de schade, die door verzekering gedekt wordt, op minstens 60.000. Zondag £6 December £928. NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK. iliddelharnis. nam. cis. Rappart uit Dinteloord en 's av. dhr. Vetter uit Langstraat. Sommelsdijk, vin. ds. Van Ameide en 's av. ds. Rappart uit Dinteloord. Dirksland, vm. en 'sav. ds. Van der Wal Herkingen. vm en 'sav. dhr. Van leperen. Melissaut, nam. ds Polhuys. Stellendam, vm en 'sav. dhr. Bouman. Goedereede, 'sav ds. v. d. Zee Ouddorp, vm. leeskerk en nam. ds. v. d, Zee. Nieuwe Tonge, vm. leeskerk en nam. dhr. Van Yperen. Oude Tonge, .vm. leeskerk en nam.ds. v. Ameide. Ooltgensplaat, vm.leeskerken 'sav.ds. v. Ameide uit Sommelsdijk. Langstraat, vm. dhr. Vetter. Den Bommel, vm. ds. v. d Zee en 's av. leeskerk. Siad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhuijs en s'av. leeskerk. PROTESTAlNTENBOND. Brielle, (Kerkstraat) ds. Smit Sibinga uil Nieuw koop. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en 's av. ds. Schaafsma v.d* Bommel- Stellendam, vm. en 'sav. leeskerk. Ouddorp, vm. en nm. ds. Diemer. Ooltgensplaat, vm. en 'sav. ds, de Lünge. Den Bommel, vm. en 'sav. leeskerk. Slad aan 't Haringvliet, vm. en 's av. ds. de GraalT GEREFORMEERDE GEMEENTEN. Middelharnis, vm. nam. en's av. dhr. Lamain uit j Rotterdam. OirKstaud, vm en 's av. ds. de Blois. Herbingen. vm en's av leeskerk. Ouddorp, vm. en 'sav. leeskerk. OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE. Stad aan 't Haringvliet, vm.,nm.en 'sav. leeskerk KOOPT MEN NU VOORDEELIG BIJ K. op lee. a.s, ken /att en nonsens EZING ambeien kele weken. 'dam I terug. BEZOEKT DE TENTOONSTELLING VAN HET WERK DER LEERLIN GEN VAN DE LANDBOUW- HUISHOUDSCHOOL TE SOMMELSDIJK, IN HET LOKAAL VAN HET WEESHUIS. a.s. DONDERDAG 20 DEC. van 2-9 nar a.s. VRIJDAG. 21 DEC. van 9-9 uur In staat van nieuw. Eenlge maanden geloopen. Brieven No. 10 Bureau v. d. blad. Prijs per kwartaal f 1» Losse nummers 0,07s ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. Vuor de afdeeling van de Z.-H. Vereeniging Het Groene Kruis" Middelharnis-Sommels- c!ijk werd Woensdag en Donderdag de Tubér- culosj-film „Achter de wolken schijnt de zon.vertoond, die beide avonden door een flink ledental werd bewonderd. Den inhoud laten wij hieronder volgen: EERSTE GEDEELTE. Donkere wolken. Wel zijn het donkere wolken, die zich samen pakken boven het gezin van schoenmaker Van den Heuvel, als wij voor het eerst op een voiegcn morgen in hun éénkamer-woninkje aan i et armoedige steegje een kijkje komen nemen. De norgenstond heeft er geen goud in den mond. doch een akelige, droefgeestige atmos feer b erscht er om ons heen. De aiders zoo werkzame Vader ligt nog te bed, I rwijl Moeder haar best doet iets bij te rdi' uen, door voor anderen té wasschen en c he kind van buurvrouw te passsen. AxnetJe en Broer zitten aan tafel, waar A'oed' boterhammen voor ze gereed maakt. Maar eet kleine, bleeke, magere Annetje heeft g. en kek in eten. Lusteloos zit ze voor zich h n k kijken en zelfs Moeders waarschuwing: „Als niet beter eet, word je ook ziek, net aki Veder", blijft zonder uitwerking. Anneke gaat met een leege maag naar school. Vai :r wil wel werken, maar hij kan niet. H g;voelt zich zoo moe! En dan dat vreese- lii :e" 'oesten telkens! Hoe dikwijls heeft de d, k' al niet gezegd, dat hij zich eens aan het C itatiebureau moest laten onderzoeken!? D A; Vader laat den dokter maar praten. O, dacan Moeder zich toch zoo boos over me. i! „Als je niet in orde bent, moet je o.ok do wat de dokter zegt, en niet zoo maar bli. i liggen." hu goed dan, hij zal wel weer opstaan, hoe akelig loom hij zich gevoelt. Het schootsvel wordt voorgedaan, de ijzeren leest komt op de knie en het werk begint, onder voortdurend gezucht en gehoest. Telkens spuwt hij naast zich op den grond, een vieze gewoonte en ook een heel gevaarlijke gewoonte, wat wel het duidelijkst blijkt, als kort daarna broertje spijkertjes gaat zoeken op de plaats, waar Vader pas gespuwd heeft. Annetje is intusschen op school. Ze is een lief, gehoorzaam leerlingetje, waar allen even veel van houden. Van het leeren komt echter niet veel en op de speelplaats heeft ze vaak geen lust, om met de kameraadjes mee te ravotten. Als de schoolarts dan ook de klas bezoekt, roept de onderwijzer Anneke bij zich en vraagt den dokter het kind eens te willen onderzoeken. De dokter neemt Annetje mee naar het bureau van 't schoolhoofd en bemerkt al zeer spoedig, dat ingrijpen hier noodzakelijk is. Het meisje krijgt een briefje mee naar huis, waarin de schoolarts aanraadt den huisarts eens te raadplegen. Bij thuiskomst wordt het briefje dadelijk aan Moeder gegeven, die na lezing Vader er bij roept en tot hem zegt: „Net wat onze eigen dokter al gezegd heeft. Jij en Annetje moeten je eens op het bureau laten onderzoeken. Maar Vader wil van die „malligheid" niets weten. „Allemaal kletspraat, 't is ze alleen maar om de centen te doen." Neen, dan weet hij een beter middel, om zijn ellendig gevoel FEUILLETON. DOOR MELATI VAN JAVA. 31) „Maar Marie.Och neen, het is niets, volstrekt niets! Kom maar hier, Marie, ik zal je een ander bord geven voor mijnheer. Arme Eugenie, wat spijt het mij van je beeldig foulardje. Wil je even een natte spons halen Marie! Het gaat er morgen met benzine stellig weer uit." Onder de opschudding, die er heerschte, zag niemand dan neef Emile naar de oorzaak van het onheil. Marie zag zoo bleek als een doek; haar gewone zelfbeheersching was weg; haar handen beefden, terwijl zij zich over den grond hoog en met spons en doek het tapijt afnam. Mevrouw hielp Eugenie, die flauw glimlachte en tevens verzekerde dat het niets was, volstrekt niets; in het voorbijgaan beet Charlotte Marie fluisterend maar scherp toe: „Hoe kan je zoo lomp zijn! De heele boel is bedorven! Mijn diner is geheel gestoord." Zij antwoordde niet; zij stond op uit haar buk kende houding; het gelaat vuurrood; in de eene hand de scherven van het fijne bord, in de andere spons en doek; haar oogen rustten wezenloos op de vlek, die natuurlijk door het afwasschen grooter was geworden. Frank sprak met Eugenie, die telkens en nog kwijt te raken.De borrelflesch staat vlak bij de hand Hij zoekt, om eigen leed te mind'ren, Den drank als redder in den nood. Maar voor hemzelf, voor vrouw en kind'ren, Wordt de ellende slechts vergroot! Hij wil naar geen bureau! Hij bedankt er voor, om zich te laten onderzoeken, 't Geeft toch geen zier. Nonsens! Hij doet het niet! Uit! Mopperend, kuchend en hoestend gaat Vader de deur uit, om een paar schoenen te bezorgen. TWEEDE GEDEELTE. Het eerste gloren. Toevallig passeert hij op zijn terugweg naar huis een poort, waarop een biljet gehecht is van het daar tijdelijk gevestigde Tuberculose- museum. Hij snapt in 't geheel niet, wat dit voor 'n soort museum zijn kan. Doch de toe gang is kosteloos, dus... even een kijkje nemen. De geneeskundige, die de leiding van het Museum op zich genomen heeft, is daar in de groote zaal bezig aan de bezoekers uit te leg gen, wat er alzoo te zien is. Onze vriend Van den Heuvel houdt zich eerst nog wat schuch ter op den achtergrond. Doch wat die dokter daar vertelt en laat zien, wekt bij hem hoe langer hoe meer belangstelling op. Hij begint te begrijpen, dat dit tuberculose-museum van de Nederlandsche Centrale Vereeniging tot Bestrijding der Tuberculose dient, om de menschen te leeren, hoe deze ziekte ontstaat, hoe ze wordt genezen en hoe ze kan worden voorkomen. En steeds komt hij nader bij den verklaren- den dokter. Hij hoort van Robert Koch, den ontdekker van den tuberkelbacil. En op zijn verzoek wordt hem gaarne eens toegestaan door den mikroskoop te kijken. Daar ziet hij ze, die kleine stokjes, de duizendmaal ver- groote bacillen uit de fluimen van een tuber culoselijder. Als hij dan verder met levendige belangstelling hoort en toekijkt, verneemt hij, hoe die bacillen door inademen, inslikken of door de huid in ons lichaam kunnen komen. Hij krijgt te zien, welke verwoestingen ze in de longen kunnen aanrichten en hoe in zware ge vallen er ook tuberculeuze zweren in den darm kunnen komen. Vooral als de zieke de fluimen inslikt. De dokter vertelt verder, dat hoestende zieken besmettingsgevaar kunnen opleveren. Daarom moeten nooit kinderen bij 'n lijdenr in hetzelfde bed slapen. Van den Heuvel denkt ineens met schrik aan het kribje voor Broertje in zijn eigen bedstede. Hij leert, dat het aan- hoesten zoo gevaarlijk is en dat men daarom bij niezen of hoesten steeds den mond moet bedekken. En als de dokter wijst op het ge vaar, dat verbonden is aan de onzindelijke ge woonte van op den grond te spuwen, moet hij denken aan Broertje, die nog pas spijkertjes zocht op den vloer van de kamer. De dokter gaat steeds voort met zijn demon stratie: Hij toont tabellen en graphieken, waar uit blijkt, dat in 1924 in ons land bijna acht duizend menschen aan tuberculose stierven, dat vooral tijdens de oorlogsjaren in de steden door slechte voeding het aantal sterfgevallen belangrijk toenam. Doch bij tijdige goede behandeling kan tuberculose uitstekend genezen. Ga dus spoe dig naar den dokter en wacht U vooral voor kwakzalverij! De lijder kan zoowel thuis ver pleegd worden, als in een sanatorium. Het eens verzekerde dat het niets beteekende, heusch niets; Marie had hij nog niet aangezien. Nu alles een weinig gekalmeerd was, ging het ronddienen voort; met de grootste moeite trachtte het meisje het beven van haar vingers te overwinnen; toen zij tegenover Frank en Eugenie, Emile en Meta bediende, zag Frank gedachteloos op. Zij zag hem niet aan, maar ontweek zijn blik, hoewel zij voelde dat deze in al den gloed der her kenning op haar brandde; zij ging voort met be dienen, zij zette het bord voor hem neer en toen hij het uit haar bevende vingers nam, merkte zij op dat ook de zijne trilden. Emile volgde haar onophoudelijk met zijn brutale oogen. „Een prachtige meid, een weergaasch prachtige meid," dacht hij; „wat wij gezien mag hebben? Een oogenblik vóór het ongeluk zag ik haar gezicht in lichtelaaie staan, oogen als gloeiende diamanten, een seconde maar en toen liet zij het bord vallen, en ik dacht dat ze in mekaar zakte. Niemand schijnt het opgemerkt te hebben dan ik!" Verder liep alles goed af; het diner was fijn en goed toebereid, en na den schok van het begin voelde ieder zich min of meer zedelijk verplicht zooveel mogelijk het zijne te doen om den onaan- genamen indruk weg te nemen, zoodat er weldra een levendige toon aan tafel heerschte; er werd druk gepraat en gelachen, verscheidene geestig heden gewisseld, maar niemand was zoo spraakzaam als Frank; anders sprak hij steeds heel weinig en nam een houding aan alsof hij zeggen wilde: ,Van de dingen die mij interesseeren hebben jullie geen verstand, daarom zwijg ik ook liever over alles wat mij alleen belangrijk voorkomt." Eugenie had nu een gezellige cavalier aan hem; eerste volkssanatorium voor Nederlanders werd in 1897 te Davos in Zwitserland geopend. In Nederland zelf kwam het eerste volks sanatorium tot stand in 1901Oranje Nassau's Oord te Renkum, een geschenk van H.M. de Koningin-Moeder, de Beschermvrouwe der Ned. Centrale Vereeniging tot Bestrijding der Tuberculose. Onze schoenmaker hoort en ziet verder over Anthonie van Leeuwenhoek, den grondlegger van de bacteriologische weten schap, en over Professor Kooiker en Dr. Ho- moet, door wier actie het Volkssanatorium te Hellendoorn tot stand kwam. Daarna ont stonden in Nederland een aantal grootere en kleinere sanatoria... ook voor kinderen. Hij maakt kennis met de Finsenlichtbehan- deling van huidtuberculose (lupus), met hou ten verplaatsbare ziekenkamertjes, die aan de woning worden gebouwd, met ligtenten bij de woning of in een ligtentenkamp, met dag sanatoria, met koloniehuizen voor kinderen in de bosschen of aan het heerlijke strand. Hij leert, hoe goede voeding, licht, lucht en geregelde leefwijze niet alleen de tuberculose kunnen voorkomen, doch ook in de genoemde inrichtingen de genezing tot stand brengen. Een en ander heeft hem zoo geboeid, zoo volkomen overtuigd, dat hij met den dokter vurig hoopt, dat de verblijdende jaarlijksche groei van de opbrengst der Emmabloem-collecte zich in steeds sterkere mate moge voortzet ten. En met een glans van hoop in de oogen spoedt hij zich naar huis. DERDE GEDEELTE Het Licht breekt door. Onder het uittrekken van de jas en het aan schieten van het sloofje slaat hij met vuur aan 't vertellen: Vrouw, nou heb ik het gezien. in een museum zie je alles Je ziet het dui delijk in fleschjes.En in één adem gaat hij verder: „Maar ik ga d'r heen, naar 't bureau! En zij gaat mee!" Heel spoedig daarna zien we dan ook Vader met Anneke naar het Consultatiebureau voor tuberculoselijders gaan. Eerst wordt Anneke onderzocht. En dan Vader, ook in de Röntgen-kamer. In overleg met den huisarts zendt het Consultatiebureau nu spoedig een huisbezoekter naar het gezin Van den Heuvel, om eens poolshoogte te nemen en nader te overleggen over wat zal moeten geschieden. „Van den Heuvel zal naar een sanatorium moeten en Anneke, als 't mooie weer komt, een poosje den boer op!" Natuurlijk baren de geldzaken veel zorgen, maar de huisbezoekster meent, dat daar wel een oplossing voor te vinden zal zijn, iets wat zij met nog meer zekerheid durft veronderstel len, als zij verneemt, dat op de rentekaart voor de Invaliditeitsverzekering tot het laatst toe de zegeltjes geplakt zijn. Maar hiermee is de taak van de huisbezoekster nog niet ten einde. Zij kijkt het kamertje eens rond. Alle ramen zijn dicht, overal gordijnen en andere stofnesten.„Wat is het hier bedompt. Moe dertje. Waarom houd je alles toch zoo dicht!" Gij gunt Uw bloemen lucht en licht, En zet ze lekker buiten, Houdt zelf gordijn en ramen dicht, Om 't zonlicht uit te sluiten. Van alle bloemen, die er zijn, Heeft menschenkind in 't leven Het meest behoefte aan zonneschijn. Die kunt gij het toch geven! Nu kwam er nog een drukke en bewogen tijd zoo gezellig was hij, dat er oogenblikken waren, waarop zij in het geheel niet aan haar gevlekte costuum dacht. Hij verhaalde van zijn reizen, van zijn ontmoetingen met beroemde kunstenaars, van zijn avonturen in Spanje, Tunis en Marokko. Zijn moeder wisselde blikken beurtelings met al haar dochters over dat ongewone doen van den weergevonden zoon. Zoo aardig en zoo vroolijk tot het opgewondene toe hadden zij hem nog niet eer gezien. Zou Eugenie zulk een invloed op hem hebben? Bij die gedachte had mevrouw Van Hae- ren moeite een zucht te onderdrukken. Eugenie was in alle opzichten een goed vrouwtje voor hem geweestde familie zou er ten minste zeer mee inge nomen zijn geweest, als hij zelf maar indertijd had gewild. Nu was het te laat! Wie bitter weinig aan haar linkerbuurman had, dat was Meta. Emile Zandberg had slechts oogen voor Marie; Charlotte merkte het zelfs en verbeet zich in stilte. Meta, die niets om Emile gaf, was er zeer onverschillig onder. Hij kon zijn oogen niet van haar afwenden. Met magnetische kracht, zonder het te willen, zonder zelfs in de verste verte aan hem te denken, hield zij hem geboeid door het beweeglijke spel harer trekken. „Wat heeft zij toch?" vroeg hij zich telkens af; „is zij nog zoo onder den indruk van haar onge lukje of was dat misschien gevolg en geen oor zaak?" Nu eens werd zij vuurrood, dan weer krijtwit; haar lippen trilden soms in onmachtige toorn, dan plooiden zij zich alsof zij op het punt was in tranen uit te barsten; haar oogen hief zij hierop. Emile voelde een onstuimig verlangen haar te dwingen eens naar hem op te zien, maar geen enkelen keer vergat zij zich zoovecom dat te doen. Na het diner ging men in het salon; Charlotte aan in het huisje aan dat kleine straatje. Nog heel veel moest voorbereid en geregeld worden, tot de dag aanbrak, waarop Vader naar het sanatorium zou vertrekken, tot den trein uit geleide gedaan door vrouw en kinderen. VIERDE GEDEELTE. In vollen Zonneschijn Eenige maanden later. Op den winter is de zomer gevolgd. Vader is in het sanatorium prachtig vooruitgegaan en een goed eind op den weg naar beterschap. De heerlijke dennen lucht, de koesterende zonnewarmte, de ver rukkelijke ligging in de open veranda, waar licht en lucht vrij kunnen binnen treden, de uitstekende behandeling van den dokter en de liefderije verpleging van de zuster hebben hem recht goed gedaan. En goede voeding en zinde lijkheid op omgeving en lichaam deden de rest. Hij is nu ten volle doordrongen van de juist heid van het versje: Reinheid op Uw lichaam, voeten handen, Reinheid van Uw ooren, neus en tanden, Reinheid levert op den duur gewin, Reinheid zij de trots van Uw gezin! INGEZONDEN MEDEDEELING* l U behoeft niet met winterteenen te blijven 'o pen. Maar U moet er wat tegen doen. B E i U kunt er wat tegen doen. Akkers g K'.oosterbalsem herstelt de cellen der huid, verzacht onmiddellijk de pijn en voorkomt ernstiger ontstekingen. Akker s „Geen goud zoo goed" Het grootste deel van den dag mag hij nu reeds buiten het bed doorbrengen. De prach tige omgeving van het sanatorium stelt hem in staat tot het maken van prettige wandelingen met zijn mede-verpleegden. De voortdurende moeheid en loomheid zijn verdwenen; zijn tred is weer veerkrachtig, zijn flinke houding en de gloed in zijn oogen getuigen van zijn herwon nen levenskracht. Ook wedergewenning aan den arbeid behoort tot de behandeling der tuberculose. Ieder oefent gedurende een deel van den dag zijn eigen beroep weer uit, liefst in -de heerlijke buitenlucht. Het schrijven van brieven naar Moeder be hoort tot de vaste wekelijksche bezigheden en als een uitzondering op den regel, dat het zaliger is te geven dan te ontvangen, is het ontvangen van een brief van Moeder de vrouw, steeds een waar feest. Vooral, wanneer de brieven zooveel heerlijk nieuws bevatten als die, welken hij zoo juist ontvangen heeft. Daarin toch deelt Moeder hem mede, dat Annetje, door de zorgen van een Comité tot het uitzenden van kinderen naar buiten, naar een boerderij is vertrokken, waar ze het buiten gewoon naar den zin heeft. Ze heeft er vrien dinnetjes, ze mag mee naar den boomgaard en rijdt met den boer mee boven op den hooi wagen. Kortom het kind heeft 't er heerlijk, in elk opzicht. Maar het blijde nieuws was hiermee nog niet uit-verteld. Er was voor gezorgd, dat Vader bij zijn thuiskomst niet meer in de kamer zou bleef even achter en inspecteerde het kleed... Het is verdrietig, erg verdrietig. Ik begrijp niet wat je bezield heeft," zeide zij spijtig tot Marie. „Mevrouw, wil u het mij vergeven?" vroeg het meisje nederig. „Het was gebeurt voor ik het merkte." „Je suftel" antwoordde Charlotte bits. De onderworpenheid van Marie prikkelde haar nog meer; zij kon haar niet uitstaan vandaag. „Of je hebt te veel naar de heeren gekeken," voegde zij er boosaardig bij. Charlotte had er spijt van zoodra zij de woorden uit den mond had laten vallen, mear waarom was die Marie ook zoo.zoo vreemd. Zij durfde haar niet aanzien om te weten wat voor indruk haar wreed gezegde had gemaakt; een andere meid zou uitgevaren zijn en mevrouw brutaliteiten hebben gezegd, Marie zweeg. Mevrouw miste gelukkig den treurigen moed het meisje nog dieper te kwetsen; zij trad het salon in en vond haar liefste lachjes dadelijk terug. Mevrouw Van Haeren stond te praten met Eugenie's mama. „Ja, hij is bijzonder opgewekt vandaag; ik heb hem in lang niet zoo gezien, Arme jongen!" „En hij is zoo knap, veel knapper vind ik dan Henri! Het is zonde van hem! Marie presenteerde de kopjes rond. „Het is zoo jammer van die jongelui en mevrouw Van Loenen suikerde haar mokka in het miniatuur Sèvres kopje „als zij zich zoo aan een meisje uit het volk verslingeren." „Belieft mijnheer suiker en room?" vroeg Marie's doffe stem aan Emile. Hij zag haar aan, doordrin gend, brutaal, zooals hij bij ondervinding wist dat men dienstmeisjes moest aanzien, om haar behoeven te werken, dus geen huisarbeid meer met al de nadeelige gevolgen er van. Hij zal nu gaan werken in een groote, ruime, luchtige fabriek, waarin aan alle eischen van veiligheid en hygiëne zooveel mogelijk voldaan wordt. Eén ding echter had hij maar niet kunnen oplossen. Moeder schreef nog van iets, „dat een verrassing moest blijven, tot je weer hier komt. Een heerlijke verrassing!!!" Wat zou dat toch wel kunnen zijn? Als wij intusschen even naar Moeder over wippen, om haar eens uit te hooren naar die „heerlijke verrassing", kloppen wij in het ons bekende steegje tevergeefs aan. De buren lichten ons spoedig in: Moeder is verhuisd naar een nieuwe woning in een der frissche buiten wijken. Spoedig er heen! Wij komen juist tegelijk met de huisbezoekster, die feestelijk ontvangen en in triomf rondgeleid wordt door het kleine paleisje. Moeder is in de wolken. „Vindt U het niet een fijn huisje?" Ja, dat is het inderdaad. Een gezellige huiskamer, een paar frissche slaap kamers met groote ramen op het zuiden wat anders dan die bedstede, hè? en dan de trots van Moeder: een leuk, handig keukentje. De huisbezoekster vindt het keukentje ook snoe zig. „Denk er nu maar om, Moedertje, goede voeding is 'n eerste vereischte". Annetje is intusschen weer thuisgekomen. Ze gaat nu op een buitenschool, midden in duin en bosch. Maar daar wordt niet alleen geleerd op die heerlijke school, er wordt ook gespeeld, gewandeld, gerust en gegeten. En op vaste tijden gaan allen naar het bad en wordt er ge poedeld, dat het zoo'n aard heeft, onder de zinspreuk: Jong gewend, oud gedaan. En heerlijk dat de kinderen zoo'n stortbad vinden. Alle oogjes stralen van vreugde. Leer aan Uw kind'ren zindelijk zijn, 't Is heusch geen straf, ze vinden 't fijn! Buiten schooltijd gaat Annetje tuinieren in een school- en werktuin. Dat bevordert niet alleen de liefde voor de natuur, dat is niet alleen nuttig en leerzaam, doch het is boven alles zoo voortreffelijk voor de gezondheid. Frissche iucht is het beste voedsel voor de longen. Eindelijk is voor Vader de dag van vertrek uit het sanatorium aangebroken. Dankbaar neemt hij afscheid van den dokter en.de zus ters, hartelijk is het vaarwel van de mede- verpleegden, van welke velen ware vrienden geworden zijn. Maar nu naar huis! Hoe snakt hij naar het weerzien van Moeder en de kinderen! Hoe nieuwsgierig is hij naar de verrassing, de „heerlijke verrassing", waar Moeder van ge schreven heeft In haar laatsten brief heeft ze meegedeeld, dat ze intusschen verhuisd is naar een straat, waarvan hij zelfs den naam nog nooit gehoord heeft. Wat 'n gezoek! Eindelijk.No 170.nog een paar huizen dus. Daar komt Broertje 't huisje uit. AI een half uur lang heeft Moeder met hem op den uitkijk gestaan Een groote bos bloemen heeft 't kerel tje in den arm. „Dag Vader! Dag Vader!" (Adv.) onder betoovering te brengen. Zij voelde de stom me beleediging; haar lippen trilden en eindelijk hief zij de oogen op, maar zij zag Emile niet aan; over zijn hoofd heen zocht haar blik Frank, die met Eugenie verdiept was in het doorbladeren van een album. Zij ging met haar plateau verder en presenteerde nu Frank en Eugenie het blad. „Dank je!" antwoordde Frank koel; maar toen Eugenie haar handje uitstrekte om ook een kopje te nemen, voorkwam hij haar, en terwijl zij vol ingehouden plezier lachte, bediende hij haar zeer handig van room en suiker. Toen Marie vertrokken was, zocht Emile zijn nicht Charlotte op; zij zat op de sofa naast Louise; hij trok een crapaud naast haar en nestelde er zich in. „Hoe is het cousiantje," begon hij, „een beetje bekomen van den schrik?" „Och, ik zei het daar juist aan Louise, wanneer ik weer eens een dinertje geef dan neem ik een knecht om te bedienen. Die meiden deugen er niet voor. Men heeft er verdriet en zorg van, en zelf ook de meeste moeite." „Maar je zult er dit arme schepsel toch niet meer hard om vallen? Zij is er genoeg door van streek!" „Je schijnt haar goed bestudeerd te hebben," antwoordde Charlotte op een toon die lief en schertsend moest heeten, maar het eigenlijk alles behalve was; „dank je voor de belangstelling!" „Dat is geen antwoord! Zeg dat je genade voor recht zal laten gaan." „Waarom?" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1928 | | pagina 1