)RDT KOUD!
ELHOUWER
Chevrolet-Sedan
Predikbeurten.
Geeft U op als Afeooné
DMMELSDIJK - TEL. 43
leidsch fabrikaat
DE IB00IJ
EN.
DER J.
AANGEBODEN
f 1400,-.
WOENSDAG
19 December 1928
11e jaargang.
n°. 14
De bestrijding der Tuberculose.
ROSA MARINA
Winterteenen^
Kloosterbalsem
bij
atel
irse
de
■del
der
A.
Het
van
en
rag
de
te
elp
ïur,
ïur,
ar,
ïur,
be-
aal-
zaal
ond
en
rein
de
nist
de
het
rste
and
jng
nan
en-
een
am.
hen
jam
ïeer
ver-
Igst
>en.
olg,
en
eld
tilh
en
den
ïaar
erd.
dat
den
sten
den
uim
■.•den
zou
er niets gebeurd zijn. In zijn radeloosheid
heeft de man dit echter blijkbaar niet bemerkt.
BOERDERIJ AFGEBRAND BIJ
SCHIMMERT (L.).
HEERLEN, il Dec. In den afgeloopen
nacht is tusschen Hulsberg en Schimmert
brand uitgebroken in de stallen van de groote
boerderij, bewoond door den landbouwer
Krijns en toebehoorende aan den graaf De
Marchant et d'Ansembourg te Amstenrade.
De pachter en knechts werden wakker door
brandlucht en waarschuwden de dorpsbrand
weer, onderwijl trachtend het vee te redden.
De brandweer kon tegen het vuur echter wei
nig uitrichten en weldra sloegen de vlammen
ook uit de groote boerderij. De geheele hof
stede met graanpakhuizen en stallen werd in
asch gelegd, terwijl een deel van het vee gered
kon worden. Ongeveer 35 koeien en 50 varkens
zijn verbrand, alsmede tal van moderne land
bouwwerktuigen en de geheele oogst. Men
schat de schade, die door verzekering gedekt
wordt, op minstens 60.000.
Zondag £6 December £928.
NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK.
iliddelharnis. nam. cis. Rappart uit Dinteloord
en 's av. dhr. Vetter uit Langstraat.
Sommelsdijk, vin. ds. Van Ameide en 's av.
ds. Rappart uit Dinteloord.
Dirksland, vm. en 'sav. ds. Van der Wal
Herkingen. vm en 'sav. dhr. Van leperen.
Melissaut, nam. ds Polhuys.
Stellendam, vm en 'sav. dhr. Bouman.
Goedereede, 'sav ds. v. d. Zee
Ouddorp, vm. leeskerk en nam. ds. v. d, Zee.
Nieuwe Tonge, vm. leeskerk en nam. dhr. Van
Yperen.
Oude Tonge, .vm. leeskerk en nam.ds. v. Ameide.
Ooltgensplaat, vm.leeskerken 'sav.ds. v. Ameide
uit Sommelsdijk.
Langstraat, vm. dhr. Vetter.
Den Bommel, vm. ds. v. d Zee en 's av. leeskerk.
Siad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhuijs en
s'av. leeskerk.
PROTESTAlNTENBOND.
Brielle, (Kerkstraat) ds. Smit Sibinga uil Nieuw
koop.
GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en 's av. ds. Schaafsma v.d*
Bommel-
Stellendam, vm. en 'sav. leeskerk.
Ouddorp, vm. en nm. ds. Diemer.
Ooltgensplaat, vm. en 'sav. ds, de Lünge.
Den Bommel, vm. en 'sav. leeskerk.
Slad aan 't Haringvliet, vm. en 's av. ds. de GraalT
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Middelharnis, vm. nam. en's av. dhr. Lamain uit
j Rotterdam.
OirKstaud, vm en 's av. ds. de Blois.
Herbingen. vm en's av leeskerk.
Ouddorp, vm. en 'sav. leeskerk.
OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE.
Stad aan 't Haringvliet, vm.,nm.en 'sav. leeskerk
KOOPT MEN NU
VOORDEELIG BIJ
K. op
lee. a.s,
ken
/att
en nonsens
EZING
ambeien
kele weken.
'dam I
terug.
BEZOEKT DE
TENTOONSTELLING VAN
HET WERK DER LEERLIN
GEN VAN DE LANDBOUW-
HUISHOUDSCHOOL TE
SOMMELSDIJK, IN HET
LOKAAL VAN HET
WEESHUIS.
a.s. DONDERDAG 20 DEC. van 2-9 nar
a.s. VRIJDAG. 21 DEC. van 9-9 uur
In staat van nieuw.
Eenlge maanden geloopen.
Brieven No. 10 Bureau v. d. blad.
Prijs per kwartaal f 1»
Losse nummers 0,07s
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
Vuor de afdeeling van de Z.-H. Vereeniging
Het Groene Kruis" Middelharnis-Sommels-
c!ijk werd Woensdag en Donderdag de Tubér-
culosj-film „Achter de wolken schijnt de
zon.vertoond, die beide avonden door een
flink ledental werd bewonderd.
Den inhoud laten wij hieronder volgen:
EERSTE GEDEELTE.
Donkere wolken.
Wel zijn het donkere wolken, die zich samen
pakken boven het gezin van schoenmaker Van
den Heuvel, als wij voor het eerst op een
voiegcn morgen in hun éénkamer-woninkje
aan i et armoedige steegje een kijkje komen
nemen.
De norgenstond heeft er geen goud in den
mond. doch een akelige, droefgeestige atmos
feer b erscht er om ons heen.
De aiders zoo werkzame Vader ligt nog te
bed, I rwijl Moeder haar best doet iets bij te
rdi' uen, door voor anderen té wasschen en
c he kind van buurvrouw te passsen.
AxnetJe en Broer zitten aan tafel, waar
A'oed' boterhammen voor ze gereed maakt.
Maar eet kleine, bleeke, magere Annetje heeft
g. en kek in eten. Lusteloos zit ze voor zich
h n k kijken en zelfs Moeders waarschuwing:
„Als niet beter eet, word je ook ziek, net
aki Veder", blijft zonder uitwerking. Anneke
gaat met een leege maag naar school.
Vai :r wil wel werken, maar hij kan niet.
H g;voelt zich zoo moe! En dan dat vreese-
lii :e" 'oesten telkens! Hoe dikwijls heeft de
d, k' al niet gezegd, dat hij zich eens aan het
C itatiebureau moest laten onderzoeken!?
D A; Vader laat den dokter maar praten. O,
dacan Moeder zich toch zoo boos over
me. i! „Als je niet in orde bent, moet je o.ok
do wat de dokter zegt, en niet zoo maar
bli. i liggen."
hu goed dan, hij zal wel weer opstaan, hoe
akelig loom hij zich gevoelt. Het schootsvel
wordt voorgedaan, de ijzeren leest komt op de
knie en het werk begint, onder voortdurend
gezucht en gehoest. Telkens spuwt hij naast
zich op den grond, een vieze gewoonte en ook
een heel gevaarlijke gewoonte, wat wel het
duidelijkst blijkt, als kort daarna broertje
spijkertjes gaat zoeken op de plaats, waar
Vader pas gespuwd heeft.
Annetje is intusschen op school. Ze is een
lief, gehoorzaam leerlingetje, waar allen even
veel van houden. Van het leeren komt echter
niet veel en op de speelplaats heeft ze vaak
geen lust, om met de kameraadjes mee te
ravotten. Als de schoolarts dan ook de klas
bezoekt, roept de onderwijzer Anneke bij zich
en vraagt den dokter het kind eens te willen
onderzoeken.
De dokter neemt Annetje mee naar het
bureau van 't schoolhoofd en bemerkt al zeer
spoedig, dat ingrijpen hier noodzakelijk is. Het
meisje krijgt een briefje mee naar huis, waarin
de schoolarts aanraadt den huisarts eens te
raadplegen.
Bij thuiskomst wordt het briefje dadelijk aan
Moeder gegeven, die na lezing Vader er bij
roept en tot hem zegt: „Net wat onze eigen
dokter al gezegd heeft. Jij en Annetje moeten
je eens op het bureau laten onderzoeken.
Maar Vader wil van die „malligheid" niets
weten. „Allemaal kletspraat, 't is ze alleen
maar om de centen te doen." Neen, dan weet
hij een beter middel, om zijn ellendig gevoel
FEUILLETON.
DOOR
MELATI VAN JAVA.
31)
„Maar Marie.Och neen, het is niets, volstrekt
niets! Kom maar hier, Marie, ik zal je een ander
bord geven voor mijnheer. Arme Eugenie, wat
spijt het mij van je beeldig foulardje. Wil je even
een natte spons halen Marie! Het gaat er morgen
met benzine stellig weer uit."
Onder de opschudding, die er heerschte, zag
niemand dan neef Emile naar de oorzaak van het
onheil. Marie zag zoo bleek als een doek; haar
gewone zelfbeheersching was weg; haar handen
beefden, terwijl zij zich over den grond hoog en
met spons en doek het tapijt afnam.
Mevrouw hielp Eugenie, die flauw glimlachte en
tevens verzekerde dat het niets was, volstrekt
niets; in het voorbijgaan beet Charlotte Marie
fluisterend maar scherp toe: „Hoe kan je zoo
lomp zijn! De heele boel is bedorven! Mijn diner
is geheel gestoord."
Zij antwoordde niet; zij stond op uit haar buk
kende houding; het gelaat vuurrood; in de eene
hand de scherven van het fijne bord, in de andere
spons en doek; haar oogen rustten wezenloos op de
vlek, die natuurlijk door het afwasschen grooter
was geworden.
Frank sprak met Eugenie, die telkens en nog
kwijt te raken.De borrelflesch staat vlak bij
de hand
Hij zoekt, om eigen leed te mind'ren,
Den drank als redder in den nood.
Maar voor hemzelf, voor vrouw en kind'ren,
Wordt de ellende slechts vergroot!
Hij wil naar geen bureau! Hij bedankt er
voor, om zich te laten onderzoeken, 't Geeft
toch geen zier. Nonsens! Hij doet het niet!
Uit!
Mopperend, kuchend en hoestend gaat
Vader de deur uit, om een paar schoenen te
bezorgen.
TWEEDE GEDEELTE.
Het eerste gloren.
Toevallig passeert hij op zijn terugweg naar
huis een poort, waarop een biljet gehecht is van
het daar tijdelijk gevestigde Tuberculose-
museum. Hij snapt in 't geheel niet, wat dit
voor 'n soort museum zijn kan. Doch de toe
gang is kosteloos, dus... even een kijkje
nemen.
De geneeskundige, die de leiding van het
Museum op zich genomen heeft, is daar in de
groote zaal bezig aan de bezoekers uit te leg
gen, wat er alzoo te zien is. Onze vriend Van
den Heuvel houdt zich eerst nog wat schuch
ter op den achtergrond. Doch wat die dokter
daar vertelt en laat zien, wekt bij hem hoe
langer hoe meer belangstelling op. Hij begint
te begrijpen, dat dit tuberculose-museum van
de Nederlandsche Centrale Vereeniging tot
Bestrijding der Tuberculose dient, om de
menschen te leeren, hoe deze ziekte ontstaat,
hoe ze wordt genezen en hoe ze kan worden
voorkomen.
En steeds komt hij nader bij den verklaren-
den dokter. Hij hoort van Robert Koch, den
ontdekker van den tuberkelbacil. En op zijn
verzoek wordt hem gaarne eens toegestaan
door den mikroskoop te kijken. Daar ziet hij
ze, die kleine stokjes, de duizendmaal ver-
groote bacillen uit de fluimen van een tuber
culoselijder. Als hij dan verder met levendige
belangstelling hoort en toekijkt, verneemt hij,
hoe die bacillen door inademen, inslikken of
door de huid in ons lichaam kunnen komen.
Hij krijgt te zien, welke verwoestingen ze in de
longen kunnen aanrichten en hoe in zware ge
vallen er ook tuberculeuze zweren in den darm
kunnen komen. Vooral als de zieke de fluimen
inslikt.
De dokter vertelt verder, dat hoestende
zieken besmettingsgevaar kunnen opleveren.
Daarom moeten nooit kinderen bij 'n lijdenr in
hetzelfde bed slapen. Van den Heuvel denkt
ineens met schrik aan het kribje voor Broertje
in zijn eigen bedstede. Hij leert, dat het aan-
hoesten zoo gevaarlijk is en dat men daarom
bij niezen of hoesten steeds den mond moet
bedekken. En als de dokter wijst op het ge
vaar, dat verbonden is aan de onzindelijke ge
woonte van op den grond te spuwen, moet hij
denken aan Broertje, die nog pas spijkertjes
zocht op den vloer van de kamer.
De dokter gaat steeds voort met zijn demon
stratie: Hij toont tabellen en graphieken, waar
uit blijkt, dat in 1924 in ons land bijna acht
duizend menschen aan tuberculose stierven,
dat vooral tijdens de oorlogsjaren in de steden
door slechte voeding het aantal sterfgevallen
belangrijk toenam.
Doch bij tijdige goede behandeling kan
tuberculose uitstekend genezen. Ga dus spoe
dig naar den dokter en wacht U vooral voor
kwakzalverij! De lijder kan zoowel thuis ver
pleegd worden, als in een sanatorium. Het
eens verzekerde dat het niets beteekende, heusch
niets; Marie had hij nog niet aangezien. Nu alles
een weinig gekalmeerd was, ging het ronddienen
voort; met de grootste moeite trachtte het meisje
het beven van haar vingers te overwinnen; toen
zij tegenover Frank en Eugenie, Emile en Meta
bediende, zag Frank gedachteloos op.
Zij zag hem niet aan, maar ontweek zijn blik,
hoewel zij voelde dat deze in al den gloed der her
kenning op haar brandde; zij ging voort met be
dienen, zij zette het bord voor hem neer en toen
hij het uit haar bevende vingers nam, merkte zij
op dat ook de zijne trilden.
Emile volgde haar onophoudelijk met zijn
brutale oogen.
„Een prachtige meid, een weergaasch prachtige
meid," dacht hij; „wat wij gezien mag hebben?
Een oogenblik vóór het ongeluk zag ik haar gezicht
in lichtelaaie staan, oogen als gloeiende diamanten,
een seconde maar en toen liet zij het bord vallen,
en ik dacht dat ze in mekaar zakte. Niemand
schijnt het opgemerkt te hebben dan ik!"
Verder liep alles goed af; het diner was fijn en
goed toebereid, en na den schok van het begin
voelde ieder zich min of meer zedelijk verplicht
zooveel mogelijk het zijne te doen om den onaan-
genamen indruk weg te nemen, zoodat er weldra
een levendige toon aan tafel heerschte; er werd
druk gepraat en gelachen, verscheidene geestig
heden gewisseld, maar niemand was zoo spraakzaam
als Frank; anders sprak hij steeds heel weinig en
nam een houding aan alsof hij zeggen wilde:
,Van de dingen die mij interesseeren hebben
jullie geen verstand, daarom zwijg ik ook liever
over alles wat mij alleen belangrijk voorkomt."
Eugenie had nu een gezellige cavalier aan hem;
eerste volkssanatorium voor Nederlanders
werd in 1897 te Davos in Zwitserland geopend.
In Nederland zelf kwam het eerste volks
sanatorium tot stand in 1901Oranje Nassau's
Oord te Renkum, een geschenk van H.M. de
Koningin-Moeder, de Beschermvrouwe der
Ned. Centrale Vereeniging tot Bestrijding der
Tuberculose. Onze schoenmaker hoort en ziet
verder over Anthonie van Leeuwenhoek,
den grondlegger van de bacteriologische weten
schap, en over Professor Kooiker en Dr. Ho-
moet, door wier actie het Volkssanatorium te
Hellendoorn tot stand kwam. Daarna ont
stonden in Nederland een aantal grootere en
kleinere sanatoria... ook voor kinderen.
Hij maakt kennis met de Finsenlichtbehan-
deling van huidtuberculose (lupus), met hou
ten verplaatsbare ziekenkamertjes, die aan de
woning worden gebouwd, met ligtenten bij de
woning of in een ligtentenkamp, met dag
sanatoria, met koloniehuizen voor kinderen in
de bosschen of aan het heerlijke strand.
Hij leert, hoe goede voeding, licht, lucht en
geregelde leefwijze niet alleen de tuberculose
kunnen voorkomen, doch ook in de genoemde
inrichtingen de genezing tot stand brengen.
Een en ander heeft hem zoo geboeid, zoo
volkomen overtuigd, dat hij met den dokter
vurig hoopt, dat de verblijdende jaarlijksche
groei van de opbrengst der Emmabloem-collecte
zich in steeds sterkere mate moge voortzet
ten.
En met een glans van hoop in de oogen
spoedt hij zich naar huis.
DERDE GEDEELTE
Het Licht breekt door.
Onder het uittrekken van de jas en het aan
schieten van het sloofje slaat hij met vuur aan
't vertellen: Vrouw, nou heb ik het gezien.
in een museum zie je alles Je ziet het dui
delijk in fleschjes.En in één adem gaat
hij verder: „Maar ik ga d'r heen, naar 't
bureau! En zij gaat mee!"
Heel spoedig daarna zien we dan ook Vader
met Anneke naar het Consultatiebureau voor
tuberculoselijders gaan.
Eerst wordt Anneke onderzocht. En dan
Vader, ook in de Röntgen-kamer. In overleg
met den huisarts zendt het Consultatiebureau
nu spoedig een huisbezoekter naar het gezin
Van den Heuvel, om eens poolshoogte te
nemen en nader te overleggen over wat zal
moeten geschieden. „Van den Heuvel zal
naar een sanatorium moeten en Anneke, als
't mooie weer komt, een poosje den boer op!"
Natuurlijk baren de geldzaken veel zorgen,
maar de huisbezoekster meent, dat daar wel
een oplossing voor te vinden zal zijn, iets wat
zij met nog meer zekerheid durft veronderstel
len, als zij verneemt, dat op de rentekaart
voor de Invaliditeitsverzekering tot het laatst
toe de zegeltjes geplakt zijn. Maar hiermee is
de taak van de huisbezoekster nog niet ten
einde. Zij kijkt het kamertje eens rond. Alle
ramen zijn dicht, overal gordijnen en andere
stofnesten.„Wat is het hier bedompt. Moe
dertje. Waarom houd je alles toch zoo dicht!"
Gij gunt Uw bloemen lucht en licht,
En zet ze lekker buiten,
Houdt zelf gordijn en ramen dicht,
Om 't zonlicht uit te sluiten.
Van alle bloemen, die er zijn,
Heeft menschenkind in 't leven
Het meest behoefte aan zonneschijn.
Die kunt gij het toch geven!
Nu kwam er nog een drukke en bewogen tijd
zoo gezellig was hij, dat er oogenblikken waren,
waarop zij in het geheel niet aan haar gevlekte
costuum dacht. Hij verhaalde van zijn reizen, van
zijn ontmoetingen met beroemde kunstenaars,
van zijn avonturen in Spanje, Tunis en Marokko.
Zijn moeder wisselde blikken beurtelings met
al haar dochters over dat ongewone doen van den
weergevonden zoon. Zoo aardig en zoo vroolijk tot
het opgewondene toe hadden zij hem nog niet eer
gezien. Zou Eugenie zulk een invloed op hem
hebben? Bij die gedachte had mevrouw Van Hae-
ren moeite een zucht te onderdrukken. Eugenie
was in alle opzichten een goed vrouwtje voor hem
geweestde familie zou er ten minste zeer mee inge
nomen zijn geweest, als hij zelf maar indertijd had
gewild. Nu was het te laat!
Wie bitter weinig aan haar linkerbuurman had,
dat was Meta. Emile Zandberg had slechts oogen
voor Marie; Charlotte merkte het zelfs en verbeet
zich in stilte. Meta, die niets om Emile gaf, was er
zeer onverschillig onder. Hij kon zijn oogen niet
van haar afwenden. Met magnetische kracht,
zonder het te willen, zonder zelfs in de verste verte
aan hem te denken, hield zij hem geboeid door
het beweeglijke spel harer trekken.
„Wat heeft zij toch?" vroeg hij zich telkens af;
„is zij nog zoo onder den indruk van haar onge
lukje of was dat misschien gevolg en geen oor
zaak?" Nu eens werd zij vuurrood, dan weer
krijtwit; haar lippen trilden soms in onmachtige
toorn, dan plooiden zij zich alsof zij op het punt
was in tranen uit te barsten; haar oogen hief zij
hierop. Emile voelde een onstuimig verlangen haar
te dwingen eens naar hem op te zien, maar geen
enkelen keer vergat zij zich zoovecom dat te doen.
Na het diner ging men in het salon; Charlotte
aan in het huisje aan dat kleine straatje. Nog
heel veel moest voorbereid en geregeld worden,
tot de dag aanbrak, waarop Vader naar het
sanatorium zou vertrekken, tot den trein uit
geleide gedaan door vrouw en kinderen.
VIERDE GEDEELTE.
In vollen Zonneschijn
Eenige maanden later. Op den winter is de
zomer gevolgd. Vader is in het sanatorium
prachtig vooruitgegaan en een goed eind op
den weg naar beterschap. De heerlijke dennen
lucht, de koesterende zonnewarmte, de ver
rukkelijke ligging in de open veranda, waar
licht en lucht vrij kunnen binnen treden, de
uitstekende behandeling van den dokter en de
liefderije verpleging van de zuster hebben hem
recht goed gedaan. En goede voeding en zinde
lijkheid op omgeving en lichaam deden de rest.
Hij is nu ten volle doordrongen van de juist
heid van het versje:
Reinheid op Uw lichaam, voeten handen,
Reinheid van Uw ooren, neus en tanden,
Reinheid levert op den duur gewin,
Reinheid zij de trots van Uw gezin!
INGEZONDEN MEDEDEELING*
l
U behoeft niet met winterteenen te blijven
'o pen. Maar U moet er wat tegen doen. B
E i U kunt er wat tegen doen. Akkers g
K'.oosterbalsem herstelt de cellen der
huid, verzacht onmiddellijk de pijn en
voorkomt ernstiger ontstekingen. Akker s
„Geen goud
zoo goed"
Het grootste deel van den dag mag hij nu
reeds buiten het bed doorbrengen. De prach
tige omgeving van het sanatorium stelt hem in
staat tot het maken van prettige wandelingen
met zijn mede-verpleegden. De voortdurende
moeheid en loomheid zijn verdwenen; zijn tred
is weer veerkrachtig, zijn flinke houding en de
gloed in zijn oogen getuigen van zijn herwon
nen levenskracht.
Ook wedergewenning aan den arbeid behoort
tot de behandeling der tuberculose. Ieder
oefent gedurende een deel van den dag zijn
eigen beroep weer uit, liefst in -de heerlijke
buitenlucht.
Het schrijven van brieven naar Moeder be
hoort tot de vaste wekelijksche bezigheden en
als een uitzondering op den regel, dat het
zaliger is te geven dan te ontvangen, is het
ontvangen van een brief van Moeder de
vrouw, steeds een waar feest. Vooral, wanneer
de brieven zooveel heerlijk nieuws bevatten als
die, welken hij zoo juist ontvangen heeft.
Daarin toch deelt Moeder hem mede, dat
Annetje, door de zorgen van een Comité tot
het uitzenden van kinderen naar buiten, naar
een boerderij is vertrokken, waar ze het buiten
gewoon naar den zin heeft. Ze heeft er vrien
dinnetjes, ze mag mee naar den boomgaard en
rijdt met den boer mee boven op den hooi
wagen.
Kortom het kind heeft 't er heerlijk, in elk
opzicht.
Maar het blijde nieuws was hiermee nog niet
uit-verteld. Er was voor gezorgd, dat Vader
bij zijn thuiskomst niet meer in de kamer zou
bleef even achter en inspecteerde het kleed...
Het is verdrietig, erg verdrietig. Ik begrijp niet
wat je bezield heeft," zeide zij spijtig tot Marie.
„Mevrouw, wil u het mij vergeven?" vroeg het
meisje nederig. „Het was gebeurt voor ik het
merkte."
„Je suftel" antwoordde Charlotte bits. De
onderworpenheid van Marie prikkelde haar nog
meer; zij kon haar niet uitstaan vandaag. „Of je
hebt te veel naar de heeren gekeken," voegde zij er
boosaardig bij.
Charlotte had er spijt van zoodra zij de woorden
uit den mond had laten vallen, mear waarom was
die Marie ook zoo.zoo vreemd. Zij durfde haar
niet aanzien om te weten wat voor indruk haar
wreed gezegde had gemaakt; een andere meid zou
uitgevaren zijn en mevrouw brutaliteiten hebben
gezegd, Marie zweeg. Mevrouw miste gelukkig den
treurigen moed het meisje nog dieper te kwetsen;
zij trad het salon in en vond haar liefste lachjes
dadelijk terug.
Mevrouw Van Haeren stond te praten met
Eugenie's mama.
„Ja, hij is bijzonder opgewekt vandaag; ik heb
hem in lang niet zoo gezien, Arme jongen!"
„En hij is zoo knap, veel knapper vind ik dan
Henri! Het is zonde van hem! Marie presenteerde
de kopjes rond.
„Het is zoo jammer van die jongelui en
mevrouw Van Loenen suikerde haar mokka in het
miniatuur Sèvres kopje „als zij zich zoo aan
een meisje uit het volk verslingeren."
„Belieft mijnheer suiker en room?" vroeg Marie's
doffe stem aan Emile. Hij zag haar aan, doordrin
gend, brutaal, zooals hij bij ondervinding wist
dat men dienstmeisjes moest aanzien, om haar
behoeven te werken, dus geen huisarbeid meer
met al de nadeelige gevolgen er van. Hij zal nu
gaan werken in een groote, ruime, luchtige
fabriek, waarin aan alle eischen van veiligheid
en hygiëne zooveel mogelijk voldaan wordt.
Eén ding echter had hij maar niet kunnen
oplossen. Moeder schreef nog van iets, „dat een
verrassing moest blijven, tot je weer hier komt.
Een heerlijke verrassing!!!"
Wat zou dat toch wel kunnen zijn?
Als wij intusschen even naar Moeder over
wippen, om haar eens uit te hooren naar die
„heerlijke verrassing", kloppen wij in het ons
bekende steegje tevergeefs aan. De buren
lichten ons spoedig in: Moeder is verhuisd naar
een nieuwe woning in een der frissche buiten
wijken. Spoedig er heen! Wij komen juist
tegelijk met de huisbezoekster, die feestelijk
ontvangen en in triomf rondgeleid wordt door
het kleine paleisje.
Moeder is in de wolken. „Vindt U het niet
een fijn huisje?" Ja, dat is het inderdaad. Een
gezellige huiskamer, een paar frissche slaap
kamers met groote ramen op het zuiden wat
anders dan die bedstede, hè? en dan de trots
van Moeder: een leuk, handig keukentje. De
huisbezoekster vindt het keukentje ook snoe
zig. „Denk er nu maar om, Moedertje, goede
voeding is 'n eerste vereischte".
Annetje is intusschen weer thuisgekomen.
Ze gaat nu op een buitenschool, midden in duin
en bosch. Maar daar wordt niet alleen geleerd
op die heerlijke school, er wordt ook gespeeld,
gewandeld, gerust en gegeten. En op vaste
tijden gaan allen naar het bad en wordt er ge
poedeld, dat het zoo'n aard heeft, onder de
zinspreuk: Jong gewend, oud gedaan.
En heerlijk dat de kinderen zoo'n stortbad
vinden. Alle oogjes stralen van vreugde.
Leer aan Uw kind'ren zindelijk zijn,
't Is heusch geen straf, ze vinden 't fijn!
Buiten schooltijd gaat Annetje tuinieren
in een school- en werktuin. Dat bevordert niet
alleen de liefde voor de natuur, dat is niet
alleen nuttig en leerzaam, doch het is boven
alles zoo voortreffelijk voor de gezondheid.
Frissche iucht is het beste voedsel voor de
longen.
Eindelijk is voor Vader de dag van vertrek
uit het sanatorium aangebroken. Dankbaar
neemt hij afscheid van den dokter en.de zus
ters, hartelijk is het vaarwel van de mede-
verpleegden, van welke velen ware vrienden
geworden zijn.
Maar nu naar huis! Hoe snakt hij naar het
weerzien van Moeder en de kinderen! Hoe
nieuwsgierig is hij naar de verrassing, de
„heerlijke verrassing", waar Moeder van ge
schreven heeft
In haar laatsten brief heeft ze meegedeeld,
dat ze intusschen verhuisd is naar een straat,
waarvan hij zelfs den naam nog nooit gehoord
heeft.
Wat 'n gezoek! Eindelijk.No 170.nog
een paar huizen dus.
Daar komt Broertje 't huisje uit. AI een half
uur lang heeft Moeder met hem op den uitkijk
gestaan Een groote bos bloemen heeft 't kerel
tje in den arm.
„Dag Vader! Dag Vader!"
(Adv.)
onder betoovering te brengen. Zij voelde de stom
me beleediging; haar lippen trilden en eindelijk
hief zij de oogen op, maar zij zag Emile niet aan;
over zijn hoofd heen zocht haar blik Frank, die
met Eugenie verdiept was in het doorbladeren van
een album. Zij ging met haar plateau verder en
presenteerde nu Frank en Eugenie het blad.
„Dank je!" antwoordde Frank koel; maar toen
Eugenie haar handje uitstrekte om ook een kopje
te nemen, voorkwam hij haar, en terwijl zij vol
ingehouden plezier lachte, bediende hij haar zeer
handig van room en suiker.
Toen Marie vertrokken was, zocht Emile zijn
nicht Charlotte op; zij zat op de sofa naast Louise;
hij trok een crapaud naast haar en nestelde er
zich in.
„Hoe is het cousiantje," begon hij, „een beetje
bekomen van den schrik?"
„Och, ik zei het daar juist aan Louise, wanneer
ik weer eens een dinertje geef dan neem ik een
knecht om te bedienen. Die meiden deugen er
niet voor. Men heeft er verdriet en zorg van, en
zelf ook de meeste moeite."
„Maar je zult er dit arme schepsel toch niet
meer hard om vallen? Zij is er genoeg door van
streek!"
„Je schijnt haar goed bestudeerd te hebben,"
antwoordde Charlotte op een toon die lief en
schertsend moest heeten, maar het eigenlijk alles
behalve was; „dank je voor de belangstelling!"
„Dat is geen antwoord! Zeg dat je genade voor
recht zal laten gaan."
„Waarom?"
(Wordt vervolgd).