odern" ank landarts J. U. BIIIJS Voorstraat 209 - Sommelsdiik ST00MB00TDIENST C. K0LFF&Z00N MIDDELHARNIS ert in Onze Eilanden. mg oltgensplaat udster andbou w winterschool WOENSDAG 12 September 1928 10e jaargang. - n°. 88 ROSA MARINA 't voldoet iecLyteen De radio verovert de wereld. SEPTEMBER uur (z.t.) te tela Hobbel en van Bouwland mmel. Meeren- huurd. iatenschap van ,el te 's-Graven- DER SLUYS EMBER 1928, EMBER 1928, ter herberge lissant, afslag, der één dak) toebehoorend ER SLUYS. ER 1928, vei- ER 1928, 's av. ek te Ouddorp, Schuur aldaar, 0.52 60 H A. wland aldaar, in gebruik bij R SLUYS. 1928. DE KERK. eren en 's av. elde en 's av. der Wal. an Ieperen. ouman. al. k uit Kampen. Lammerik uil Oude Tonge, vm. leesberk en 's av. ds. Van Ameide. Ooltgensplaat, vm. leeskerk en 's av. ds. Van der Zee. Langstraat, vm. en urn. dhr. Vetter. Den Bommel, vm. ds. Van der Zee en 's av. leeskerk. Stad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhuijs en nm. leeskerk. Hellevoetsluis, vm. en 's av. (Doop) ds. Timmer. Nieuw-Helvoet, geen diensl. Nieuwenhoom, vm. ds. de Voogd v. d.Straaten. Oudenhoorn, vm. ds. Bons. Rockanje, 's av. ds. De Voogd v. d. Straaten. Oostvoorne, vm. ds. Brinkerink. Vierpolders, vm. dhr. Nolte, cand. te Amsterdam. Zwartewaal, vm. bevestiging vaD ds. Los door ds. Priester en nm. intree ds. Los. Heenvliet, nm. ds. Nieuwenliuizen. Abbenbroek, nm. ds. Schuurman Stekhoven. LUTHERSCHE KERK. Hellevoetsluis, 's av. dr. Visser uit Rotterdam GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en 's av. ds. Van Velzeu. Stellendam, vm. en 's av. dhr. Vonk uit Loos- drecht. Ouddorp, vm. en nm. ds. Diemer. Ooltgensplaat, vm. en 'sav. ds. de Lange. Den Bommel, vm. en nm. ds. Schaafsma. Stad aan 't Haringvliet, vm. en 's av. ds. De Graaff. Hellevoetsluis, vm. ds. Westerhujjs. Nieuw-Helvoet, 's av. ds. Westerhujjs. OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE. Stad aan 't Haringvliet, vm.,nm.en 'sav.leesberk GEREFORMEERDE GEMEENTEN. Middelharnis, vm. en 'sav. leeskerk. .Dirksland, vm. en 's av. ds. De Blois. Herkingen. vm. en 'sav. leeskerk. Ouddorp. vm. en 'sav. leeskerk. iiiiiiiiiiiuniiiniminiiiniiiiiiiiiiiiiuiinanDininiininiiiiniiDnniniiiniiiiiiniinnnnniu^ niiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiniiiiiiiiiiiiiinniiniiiiifliniiiiiii otel Meijer en Japonnen g-Courant EN EN o OTHEEK aand, des middags E iederen Vrijdag- uwelijk der tegen- G. KORTLEVE, uis, Heenvliet. OR die en Inhaailessen leerlingen Itl.U.LO. ae beschikbaar BURG, jur. stud. MMELSDIJK - Tel. 239 Spreekuren Dagelijks van 87a tot 10 uur voorm. en van 1 tot 272 B.m. en volgens afspraak. Telefoon No. 236. MIDDELHARNIS-ROTTERDAM v.y. via VLAARDliSGEN s.s. „MIDDELHARNIS" Dienstregeling aanvangende 15 MEI 1928 van Middelharnis op Maandag en Oünsdag V. Middelharnis 4.30 vm. A. Vlaard. 7.00 vm.* A. Rotterdam 8.00 vm. Overige dagen (beb. Zon- en Feestd.) V. Middelharnis 6.40 vm.A. Vlaard. 9.10 vm** A. Rotterdam 10 00 vm. A. Brielle 10.30 vro.§ van Rotterdam op Maandag en Dinsdag V.Rotterdam2.15nm. V.Vlaard.3.00nm. f A. Middelharnis 5.30 nm. Overige dagen (beh. Zon- en Feestd.) V.Rotterdam3.15nm.V.Vlaard.4.00nm ff V. Brielle 2.15 nm.§ A. Middelharnis 6.30 nm. In aansluiting op den trein van 7.21 vm en 7.12 of 7.40 vm. van Vlaardingen. In aansluiting op den .trein van 0-21 vm. en 9.42 vm. van Vlaardingen. f in aansluiting op den trein van (2.40) 14.40 en (2.51) nm. 14.51 te Vlaardingen. tt ln aansluiting op den trein van (3.40) nm. 15.40 en (3.51) 15.51 te Vlaardingen. Te Vlaardingen overstappen. Alü Feestdagen zijn to beochouwen: Nletiwlaeradag, 3e Paatchdag, Homehaartadag 2o Pinksterdag <ao de beide iCaratdapen. Ligplaats Boompjes tegenover Reederijstraat. LEEST ONZE EILANDEN ECHT. CURSUS 1928-1929. nieuwe leerlingen (laagste leeftijdsgrens 16 jaar) ht bij ondergeteekende tot uiterlijk 20 September a s. en inlichtingen verstrekt de Directeur. ir. J. A. VAN RIEL. ANDEL HUISKES APON T 279, bij het Viaduct - Tel. 9238 - ROTTERDAM Kleermakersiournituren Manchester geiscb leer Billart- en Bestuurstafellaken Gevestigd 1882 OPGERICHT 1768. TEN, COUPONS, CHEQUE S. 2 NK, HYPOTHEKEN, CREDIETEN. Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,07® ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. Rusland en het Bolsjewisme. in. De taal der Russen is die der Slavoniérs. Een hoofdeigenschap dezer taal is, dat som mige klinkergroepen in andere Slavische talen geheel anders klinken en bjjv. oro en ere spreekt men in andere Slavische talen ra en re uit; oio klinkt la en lè enz. Het Russische schrift is hier moeilijk te beschre ven, maar toch niet zoo moeilijk om te leeren alleen de grammaire en de uitspraak zijn verbazend moeilijk, bijv. ons woordje mijnes, heet in 't Russisch moe en wordt uitgespro ken majó. Men heeft in Rusland één taal, maar verschillende uitspraken, waardoor de Russen uit andere deelen van het rijk soms elkaar wel begrijpen maar niet verstaan. Men heeft de staatsuitspraak, de oud en de nieuw Russische en de kerkuitspraak. Wil men dus Russisch goed leeren, dan diene men vier uitspraken tegelijk te leerendaarbij mag niet vergeten worden, dat er geen eigenschapswoorden zijn, bijv. wij zeggen een zwart, een wit, een klein, een groot, een sterk paard enz. enz. Wij voegen bij het woord paard eenvoudig een ander woord erbij om de eigenschap aan te duiden. De Russen doen dat niet. Voor een zwart paard, of een wit paard enz. hebben ze afzonderlijke woor den. Om het woord paard goed te leeren, zou men genoodzaakt zijn, minstens 600 woorden te leeren. Dat was een taaltje voor onze H.B.S.'s die toch al zooveel moeite hebben om een vreemde taal te leeren. In Rusland konden ze hun hartje eens ophalen. Daar zou het spieken niet zoo gemakkelijk gaan, want dan zouden ze eenige dikke woor denboeken-mee naar school moeten nemen, terwijl ze nu eenvoudig op hun nagels of binnen in de hand een paar moeilijke woord jes schrijven. Opvallend is het, dat de Russen, en vooral de Kelten, perfect vreemde talen kunnen leeren. Ik heb 18-14 jarige jongens gekend, die zóó volmaakt een vreemde taal beheerseh- ten, dat men niet zou gelooven dat het Russen waren. Ik heb nog een brief van een 14-jarigen jongen, ter gelegenheid van mijn verjaardagin het Latijn geschreven, maar zóó correct, dat men er verbaasd over staat; en toch had hij dezen brief in een gauwtje, in de schoolpauze geschreven. De wiskunde staat in Rusland niet op een hoog peil, en dat vindt zijn oorzaak daarin, omdat de industrie niet zoo uitgebreid is, dan elders. Overal, waar de industrie hoog staat, daar is ook de wiskunde goed. De landbouw staat heel hoog. Het meeren- deel der bewoners behooren tot den boeren stand. De boeren werden verdeeld in drie groepeni Eerstens de vrije boeren, waaronder gerekend worden zulke boeren, die eigeD bezittingen hebben. Tweedons de boeren der domeinen of vorstelijke boeren. Deze bebouw den de gronden der kroondomeinen of van een of anderen vorst, en moesten jaarlijks 20 van de opbrengst afstaan. En ten derde, de lijfeigenen. Deze zijn echter in 1861 afgeschaft, ofschoon ze nog altijd den naam dragen van lijfeigenen. Al het land, waar zy woonden of wat zy verbouwden is onderling verdeeld, daarvoor betalen zy jaarlijks 6 van de opbrengst aan de kroon of aan den vorst. Dus, al die verhalen van de knecht schap der boeren enz. behooren tot het rijk der fabeltjes. Gewoonlijk, als we zulke roman netjes lezen, krijgen we de oertoestanden FEUILLETON. DOOR MELATI VAN JAVA. 3) „Heeft u de woestijn dan wel eens gezien?" „Ja, toen we met de mail kwamen. O, daar is ze, daar is ze.1" Zij vouwde haar handen, als in een gebed, een vochtige glans bedekte haar oogen en haar lippen bleven half geopend; haar geleider zag bewonde rend haar verrukking aan; de zee vond hij niet half zoo belangwekkend als het gezichtje voor hem, dat alle aandoeningen zoo snel weerspiegelde, waarover elk oogenblik zonneschijn en schaduw gleden. De zee was anders schoon genoeg, diep groen met witte koppen, heel even op de kammen der golven, en verder tintelend in duizend kleuren. De zon, die reeds haar middaghoogte achter zich had, wierp een reusachtig gouden blad over de golven, waarbinnen het schitterde als met millioe- nen vonken, daar buiten was het rustiger, kalmer, stiller, donkerder. En de lucht was van zulk een zeldzaam diep, echt blauw, slechts rondom de zon ging zij bijna in zilverwit over en eenige wolken, die niet de zon zelf maar wel haar stralen onderschepten, staken met hun teer licht grijs, waaronder het gouden licht straalde, fijn en teeder af tegen het en niet de hedendaagsche toestanden te zien. Tot vóór den oorlog waren de toestanden, heusch, niet slecht. Er zyn of er waren ook nog andere boeren, die meer op het communisme gelekeD. Al de boeren van één dorp bij v. hadden een uitge strektheid land gemeenzaam en bewerkten het ook gemeenzaam. De opbrengst werd ge lijkmatig onder elkander verdeeld. Mennoem- de dat boeren gemeente of boeren gemeen- lap. Zij hadden naast het staatsbestuur nog een afzonderlijk of boerenbestuur, een boeren rechtbank en boerenwetten. Hier en daar had men nog groot-grond bezitters of, zooals men ze in Duitschland ook had, riddergoederen. De boeren op zoo'n goed werkten voor loon, en ontvingen van den bezitter alles wat ze aan levensmiddelen, kleeding enz. noodig hadden. Ook mochten ze zelf eenig vee ten eigen bate houden, dat kosteloos met het vee van den bezitter op dat goed werd onderhouden, en waarvoor ze niets hoefden te geven. Deze boeren waren echter verplicht hun kinderen in dienst van den grondbezitter te stellen. Soms ook wer den -deelen van dat uitgestrekte goed aan zulke boeren in pacht gegeven. We kunnen dit het best vergelijken met onze zetboeren. De toestanden in Rusland waren dus niet zoo slecht als men soms wel eens hoort. Rusland was de graanschuur van Europa. Het boschbedrijf, de jacht en de visseherij stonden op hoog peil, en eenige millioenen menschen verdienden er hun brood mee. Er zijn ook vele ertsmijnen zooals ijzer, lood, zilver en kolenmijnen; en verder petro- leumbronnen. Ook vindt men er vele edel- steenen zooals diamanten, robijnen, saphiren, smaragden, topasen, ametbysten, granaten enz.; ook bergkristallen zooals barnsteen, labrador, jaspis enz. Ook is dat land rijk aan marmer. De industrie heeft zich sedert 1870 zeer uitgebreid, ofschoon er nog heel veel huis industrie bestaat. Men vindt alle mogelijke industrie zooals gouü, zilver, juwelen,koper, ijzer, glas en leder-industrie; weverijen en zij de-industrie, suikerfabrieken en jenever stokerijen enz. 'tIs toch jammer, dat zulk een mooi en rijk land zoo verwoest is! Het prachtige Z. Siberië is nog rijker aan alles. Daar vindt men prachtig aangelegde steden en dorpen, veel industrie, rijke koren velden, kunst en wetenschap. Alles wat men zoo hoort over het lot dier verbannelingen zyn meestal verzinsels van een of anderen courantenschrijver, om sensatie en zijn blad een beetje interessant te maken Velen dezer schrijvers hebben Siberië misschien nooit anders gezien dan op de landkaart. Dever- banneliDgen zijn daar zoo vrij als wij hier, alleen staan zij onder politietoezicht, d.w.z. zy mogen Siberië niet verlaten, en als zy reizen, moeten zy een pas en een visum hebben. Daarvandaan hebben wij onze passen met visum Dit is geen nieuwtje of over blijfsel uit den laatsten oorlog, maar bestond reeds lang vóór den oorlog in Siberië. Ieder een raag daar zyn beroep vrij en ongestoord uitoefenen. En daar het meerendeel dier ver bannelingen intellectueelen zijn, zoo is het zeer begrijpelijk, dat daar de cultuur zéér hoog staat De bannelingen gedragen zich daar zeer goed, want ze weten wel, indien ze met de justitie in aanraking zouden komen, ze zéér streng, ja, zelfs onmensche- lijk worden gestraft. Die daar echter oppast, leeft misschien nog viyer dan elders, en de anders misschien te eentonige blauw. Niet lang duurde haar bewondering, zij vloog naar binnen en riep opgewonden uit: „De zee, Jans, zie de zee!" „Och Roos, ik wou dat je het gordijntje toetrok, wat kan mij die zee schelen? Ik kan de zee nog lang genoeg zien, maar dat licht doet mij pijn." „Is 'tzoo goed?" „Och, 't zal wel gaan. Blijf maar gerust buiten staan en kijk naar jou zee. Ik heb in geen jaren zoo lekker gelegen als nu; kon ik ook op 't spoor altijd eerste klas reizen 1" Rose-Marie ging weer naar buiten, maar haar aandacht was niet meer onverdeeld gewijd aan de zee. „Ik begrijp niet dat de conducteur geen geld komt ophalen," zeide zij een weinig bezorgd. „Kom, maak u niet ongerust. Misschien ver voeren ze u gratis." „Waarom zouden ze dat doen?" vroeg zij naïf. „Wel, ik weet het niet, misschien omdat het hier een soort van zeetram is en u zoo dweept met de zee." „Och, u plaagt me!" Zij stond weer met het gezicht naar de zee ge keerd; reeds zeer dicht in de nabijheid vertoonden zich de eerste huizen van het visschersdorpje; donkere daken op roo.de muren. „Logeert u in het Kur-haus?" vroeg de reiziger met een poging om zeer ernstig te blijven. „In het Kurhaus? Wel neen, bij menschen in het dorp. Zoo rijk zijn we niet." „En u blijft lang?" Zij maakte een tellende beweging met de vingers. „Zoolang ik dit nog heb. 't Is waar wij zijn niet duur onder dak, maar toch moeten wij erg rekenen; meesten hunner wenschen dan ook niet meer terug te keeren. Alles wat men van Siberië hoort of leest, heeft alleen maar betrekking op hen, die ook daar niet deugen, en dat getal is zoo gering, dat het niet de moeite waard is, om er zooveel romannetjes van te maken, 'tls hun eigen schuld, als ze streng worden behandeld. Het was een verstandige zet van de regee- ring, om de straflingen daar naar toe te bren gen. De meesten hunner zyn politieke mis dadigers, die het met den regeeringsvorm of met den godsdienst niet eens waren, maar in het algemeen goed ontwikkelde en be schaafde menschen. Het werkelijke gespuis stopte men eenvoudig in de gevangenissen. Een betere methode bestond er dus niet, om Siberië te bevolken en tot bloei te brengen. De doodstraf bestond toen alleen voor mili taire delicten, landverraad en aanslag op den keizer of zyn huis. Alle andere doodvonnissen werden veranderd in deportatie naar Siberië. De communisten zfjn humaner!?) en schieten iedereen die in den weg staat, zonder vorm van proces maar neer. Dat is dus beter? Het rechtswezen was streng, onpartijdig en goed georganiseerd. Of vorst of onderdaan, iedereen die met vrouwe Justitia te doen kreeg, werd zonder genade bij den kraag gegrepen. Dat omkoopen enz. wat men zooal eens hoort, wordt verkeerd uitgelegd of verkeerd begrepen. Hier handelde het zich meestal om kleine overtredingen of politie verordeningen, by v; In de meeste steden was het verboden, Zaterdags na twee uur de straat te schuren en voor de deur moest de straat geschuurd worden. Was men nu om twee uur nog niet daarmede klaar en werd men betrapt, dat men nog bezig was te schuren, welnu, in plaats van op den bon te worden geschreven, gaf men den agent een roebel, en de zaak was uit; maar o, wee I als hy je den tweeden keer snapte l Dan was er geen pardon meer. En of men nu aan den agent een roebel betaalt of aan de rechtbank, is toch hetzelfde. En zoo was het toch veel gemakkelijker, men hoefde niet naar het gerecht te loopen, zijn naam kwam niet in het register en gestraft was men toch. En wat die agent met dat geld deed, moest hij zelf maar weten. We hebben hier in Amster dam eenzelfde systeem. Als de verkeers politie iemand betrapt, kan hy direct zijn boete betalen; hij krijgt een kwitantie, ver volgt zyn weg en de zaak is afgedaan. De tuchtstraf met den stok of de zweep is reeds in 1861 afgeschaft. Alleen by de boerengerechten (Zie boerengemeenschap) en bij de soldaten kon deze straf worden toe gepast. Geestelijken, adel, vrouwen en allen die een middelbare school hadden bezocht waren van de tuchtstraf uitgesloten. Van het leger en de vloot spreek ik hier niet. Eigenlijk zou men van de communisten het allereerst hebben verwacht, dat zy het militairisme zouden hebben afgeschaft, maar het tegendeel is geschied. Alles moet soldaat worden; vrouwen, kinderen, ouden en jongen, alles wordt militairisch geoefend en gedrild. Wel een modelstaat, een goed voorbeeld voor andere landen waar men het zaligmakende communisme wil invoeren. Die zich in een ander spiegelt, spiegelt zich zacht. De S D. A.P. is toch wel zoo verstandig geweest in te zien, dat ze met het communisme niet mee in zee kan gaaü, ofschoon zij, wanneer zy aan 't roer komen, het eerst naar de wapens grijpen, en voor goed militair zorgen. Vergeiyk Duitschland en Oostenrijk maar eens. Indien De Entente ze daar niet goed op de vingers keek, hadden we ook daar echte soldatenstaten, soldatendwang en dril. Maar nu gaathetniet.EnaldieChristeiyken die zóó tegen dienstplicht zijn, schfjnen niet te weten, dat het in ons land juist de zware Christelijken waren, die steeds oorlog heb ben gevoerd. Al dat dienstweigeren of het weigeren van wapens te dragen berust toch maar op fanatisme en oppositie; de hoofd oorzaak is geen overtuiging, maar antipathie tegen het dienst doen. Wij Hollanders zyn nu eenmaal geen soldaten; we houden er niet van. Het doen gelden van gewetens bezwaar bestaat Alleen slechts daarin, dat men eenige passende Bijbelteksten goed heeft ingeprent, en zijn verdediging tegenover de commissie van onderzoek goed van buiten heeft geleerd. Als zulke menschen werkeiyk Bybelmenschen zyn, dan kunnen ze hun standpunt nooit staande houden, want het Oude Testament moet ze zonder twy fel anders beleeren, of, ze nemen den bijbel niet in zyn geheel aan, maar zoeken er alleen datgene uit, wat in hun kraam te pas komt. Het militairisme is een noodzakelijk kwaad, we hebben het nu eenmaal, en nu moeten we zien, dat we er vanaf komen, maar door oppositie, of zoogenaamd gewetensbezwaar bereiken we niet veel, vrees ik. Ieder moet voor zichzelf daarmee beginnen d.w.z. trach ten soldaat by zichzelf te zijn, zichzelf te overmeesteren en. te beheerschen. We willen het allemaal anders hebben, we willen alle maal geen oorlog maar vrede hebben, en iederen dag hoort en leest men van doodslag, vechten, ruzie, twist en tweedracht. Als eerst die vele en kleine beroeringen maar eens tot stilstand zyn gekomen, die het groote water zoo troebel maken, dan zijn we al een heel eind in de goede richting; maar daar zit juist de knoop, en daar willen we niet mee beginnen. En dat zal toch moe ten, willen we een duurzamen vrede, zonder wapens en zonder soldaten krijgen. God zelf kan het den mensch niet eeDS naar den zin maken, hoe zouden wij menschen het elkaar naar den zin kunnen maken? Jezus zei zelf: Den vrede geef ik U; den vrede laat ik U; maar noch voor dien tyd, noch nadientyd is er vrede geweest, 't Is altyd stryd en oorlog in 't groot en in het klein geweest, en dat zal wel zoo biyven, zoolang er menschen bestaan. We moeten er wel naar streven om vrede en eendracht te krijgen, maar dan toch door geestelijke middelen, want anders zullen alle mooie plannen toch een fiasco ondergaan. De Russen nu, waren echte soldaten, die geenszins te verachten waren. De lichamelijke en ook de godsdienstige verpleging was uit stekend. De dienst was streng, maar de ach ting voor de meerderen, en de meerdere tegenover den minderen was, zooals nergens. De Rus sprak altijd van: myn broeder, en zoo heette het altijd mijn broeder de luite nant en mijn broeder de soldaat. De Russen waren gastvrij, trouw en gingen voor hun vrienden of meerderen den dood verachtende door het vuur. De Rus is zachtmoedig, kin- derlyk, plichtgetrouw en niet wreed, zelfs niet in oorlog; maar eenmaal geprikkeld en boos gemaakt, kent hij zichzelf niet meer. De beruchte kozakken, 't waren toch de eerlijkste kerels van wereld, en de trouwste soldaten, die pal stonden voor keizer en vaderland. H. Dr. v. O. Wordt vervolgd) INGEZONDEN MEDEDEELING. ik heb er den heelen winter voor gewerkt om Jansje een paar weken buiten te kunnen hebben. We zijn nu in Juni, dat is vroeg in den tijd en dan is alles veel goedkooper." „Maar uw zusje heeft immers nog een vader?" „Ja, inaar hij kan het niet betalen. Hij vindt het ook niet noodig." „En u wel?" „Ja, zeker, of liever, de dokter vindt het. Het lieve schepsel heeft zoo weinig aan haar leven." „En heeft u er veel aan?" '„Ik, o ja! Ik ben vlug, ik kan werken, ik kan lezen, ik kan wandelen; ikochik heb zoo'n pleizier in alles; wanneer de zon schijnt, als de boomen groen worden, of zelfs als ze geel zijn en 's winters als de mist optrekt, of zomers als de grachten zoo mooi donker en koel lijken, terwijl alles in de stad gloeit en brandt, als het in het Vondelpark dan zoo heerlijk is!" „Hebt ge daar overal pleizier in?" „Ja, in alles, en nog in veel, veel meer! Ik vind het leven zoo heerlijk somtijds." „Dan hebt ge zeker een heel prettig te huis?" Hij schrikte van de uitdrukking vol afkeer, angst, zelfs walg, die thans uit haar gelaat sprak; maar snel als vreesde zij de lastige oprechtheid van haar trekken, keerde zij zich om en zeide niets dan op doffen toon: „Och, dat gaat nog al." De locomotief floot drie keer scherp en minderde zijn gang. „Ik geloof dat we er zijn," merkte de reiziger op. „Hé, en ik heb nog niet betaald. Conducteur, conducteur 1" maar plotseling bezon zij zich, zag den heer verwijtend aan en zeide bijna boos: „Dan heeft u voor ons betaald. Dat vind ik wordt gezond en sterk het krijgt mooier gtans het wordt vrij van roos het blijft beter zitten indien gij het des morgens inwrijft met een weinig Puroi Hebben we in ons inleidend artikel van de vorige week reeds gewezen op de steeds toenemende populariteit der radio, thans zullen we deze bewering met enkele feiten staven, waaruit ten duidelijkste blijkt, dat het enthousiasme en de noodzakeiykheid der radio niet alleen voldongen feiten zijn in de steden, doch ook op het platteland. Op het platteland immers is men vaak by de gewone berichtgeving eenige dagen ten achter by de steden, en dit kan juist voor den landbouwer nadeelig zijn in dezen tyd van scherpe concurrentie. Hem interes seeren in de eerste plaats de marktberich ten, weervoorspellingen en al wat op zijn bedrijf betrekking heeft. De radio brengt hem die in minimum dan geen tijd. In Amerika is men de andere landen natuur lijk reeds ver vooruit; dè,ar blijken de toe passingen der nieuwste techniek steeds vlug ger ingang in het dagelyksche leven te vin den dan overal elders. Volgens mededeeling van den Minister van Landbouw indeVer- eenigde Staten profiteeren 20 der boeren er geregeld door de radio van de uitgezon den markt-, landbouw- en weerberichten. En zy doen er hun voordeel meeMaar ook in Europa schy'nt dit voorbeeld eindeiyk navolging te vinden. In Hongarije b.v., het land waar de radio niet eens het best ge organiseerd en verspreid is, bestaan plannen om alle plattelandsdorpen van regeerings- wege van radio-installaties te voorzien, om aldus door het omroepen van marktberich ten e.d. den landbouw op hooger niveau te brengen. Bovendien brengt de radio den landbouwer in het bereik van veel, wat hij anders niet kan bijwonen, zooals populaire lezingen, waarmede hij zyn kennis kan verryken en die aldus ten nutte van zyn bedry'f aan wenden. Radio is geen luxe-artikel meer, ze is een levensbehoefte geworden, die niet alleen voor de beter gesitueerden is weggelegd, maar dank zy de snelle ontwikkeling der techniek, thans in ieders bereik ligt. In Tsecho-Slo- wakye bleek b.v. bij het opmaken van een statistiek, dat van de 174.187 leden der radio- vereeniging de arbeidersklasse met een aan tal van 33 037 de kroon spande De radio dringt steeds verder door in de arbeidersklasse, evenals vroeger de gramo- foon, die ook op het platteland byna ner gens ontbrak. Het bezwaar voor de radio, niet mooi." „Niet? En 't is liefst mijn schuld, dat u eerste klas heeft gereisd. Ik zou oneerlijk handelen als ik mijn fout niet goed maakte." „'t Is toch niet aardig. Dan moest ik tenminste de tweede betalen." „Kom, juffrouw Giesinger, maak zooveel com plimenten niet. U heeft onder mijn geleide gereisd en 't is billijk dat de cavalier voor zijn dames betaald en u is mij zulk prettig gezelschap ge weest." Zij zag hem aan, niet wetende hoe zij 'tmet hem had, of ze boos dan wel dankbaar moest zijn; eindelijk bood zij hem de hand aan en zag hem met haar heldere oogen recht aan. „Nu dan, mijnheer, ik dank u wel, vooral voor Jans! Het schaap heeft bepaald genoten op die zachte kussens, 't Was zoo hard in onze derde klas harde banken." „Dan zal ik uw zusje weer er uit tillen. Weet u waar u zijn moet?" „Ze weten dat wij komen, ze zullen ons wel afhalen." „Ik moet nog verder, aan de volgende halte stap ik pas af. Dan zal ik mij maar haasten." Hij nam Jansje op, Rose-Marie belastte zich met de bagage en daar juist de tram stil hield, verliet de stoet den wagen. Een visschersvrouw stond bij de halte te wachten zij. schoot dadelijk naar voren; 't scheen dat de kinderen bij haar ingekwartierd waren en dat zij haar gasten nu reeds dadelijk opeischte, Jans werd op den grond gezet; vlug schoof haar zuster de krukken onder haar armen en de heer maakte zich weer gereed in den tram te springen, toen een heldere stem van onder de deur der herberg hem toeriep: „Hé Frank! wat zie ik, ben jij 't en wie droeg je daar?" „Kom mee, oom! ik vertel 'tu onderweg!" Ook de andere was hem in een oogwenk gevolgd; de tram zette zich in beweging en het zonderlinge reisgezelschap was gescheiden. II. „Wel jongen, als ik mij niet vergis was je daar bezig iets heel moois te doen. Dit ben ik niet van je gewoon. Mooidoenerij viel nooit in je smaak!" Hij, die zoo sprak was een man van omstreeks veertig jaar, krachtig breedgeschouderd met een aangenaam open gelaat en grijzend dik haar, die in zijn eenvoudig krachtige gezondheid een groote tegenstelling vormde met het bleeke gesoigneerde, blonde voorkomen van den jonkman. Frank van Haeren was de zusterszoon van Dr. Adrichern en het was zijn gastheer van de volgende weken, dien hij daar zoo onverwacht ontmoette. „Ik heb me geamuseerd," sprak de jonkman met bestudeerde langzaamheid, geheel verschillend van zijn opgewektheid van daareven. „Met die twee kinderen?" „Ja, de eene zal wel een patiënt van u worden. Een geteekende zoo heel gewoon bij de hand; de andere daarentegen heeft niets gedaan dan mij impressies te geven." „En daarvoor ga je immers op reis?" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1928 | | pagina 1