odern"
ank
landarts J. U. BIIIJS
Voorstraat 209 - Sommelsdiik
ST00MB00TDIENST
C. K0LFF&Z00N MIDDELHARNIS
ert in Onze Eilanden.
mg
oltgensplaat
udster
andbou w winterschool
WOENSDAG
12 September 1928
10e jaargang. - n°. 88
ROSA MARINA
't voldoet iecLyteen
De radio verovert de wereld.
SEPTEMBER
uur (z.t.) te
tela Hobbel en
van Bouwland
mmel. Meeren-
huurd.
iatenschap van
,el te 's-Graven-
DER SLUYS
EMBER 1928,
EMBER 1928,
ter herberge
lissant, afslag,
der één dak)
toebehoorend
ER SLUYS.
ER 1928, vei-
ER 1928, 's av.
ek te Ouddorp,
Schuur aldaar,
0.52 60 H A.
wland aldaar,
in gebruik bij
R SLUYS.
1928.
DE KERK.
eren en 's av.
elde en 's av.
der Wal.
an Ieperen.
ouman.
al.
k uit Kampen.
Lammerik uil
Oude Tonge, vm. leesberk en 's av. ds. Van
Ameide.
Ooltgensplaat, vm. leeskerk en 's av. ds. Van
der Zee.
Langstraat, vm. en urn. dhr. Vetter.
Den Bommel, vm. ds. Van der Zee en 's av.
leeskerk.
Stad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhuijs en
nm. leeskerk.
Hellevoetsluis, vm. en 's av. (Doop) ds. Timmer.
Nieuw-Helvoet, geen diensl.
Nieuwenhoom, vm. ds. de Voogd v. d.Straaten.
Oudenhoorn, vm. ds. Bons.
Rockanje, 's av. ds. De Voogd v. d. Straaten.
Oostvoorne, vm. ds. Brinkerink.
Vierpolders, vm. dhr. Nolte, cand. te Amsterdam.
Zwartewaal, vm. bevestiging vaD ds. Los door
ds. Priester en nm. intree ds. Los.
Heenvliet, nm. ds. Nieuwenliuizen.
Abbenbroek, nm. ds. Schuurman Stekhoven.
LUTHERSCHE KERK.
Hellevoetsluis, 's av. dr. Visser uit Rotterdam
GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en 's av. ds. Van Velzeu.
Stellendam, vm. en 's av. dhr. Vonk uit Loos-
drecht.
Ouddorp, vm. en nm. ds. Diemer.
Ooltgensplaat, vm. en 'sav. ds. de Lange.
Den Bommel, vm. en nm. ds. Schaafsma.
Stad aan 't Haringvliet, vm. en 's av. ds. De
Graaff.
Hellevoetsluis, vm. ds. Westerhujjs.
Nieuw-Helvoet, 's av. ds. Westerhujjs.
OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE.
Stad aan 't Haringvliet, vm.,nm.en 'sav.leesberk
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Middelharnis, vm. en 'sav. leeskerk.
.Dirksland, vm. en 's av. ds. De Blois.
Herkingen. vm. en 'sav. leeskerk.
Ouddorp. vm. en 'sav. leeskerk.
iiiiiiiiiiiuniiiniminiiiniiiiiiiiiiiiiuiinanDininiininiiiiniiDnniniiiniiiiiiniinnnnniu^
niiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiniiiiiiiiiiiiiinniiniiiiifliniiiiiii
otel Meijer
en Japonnen
g-Courant
EN
EN
o
OTHEEK
aand, des middags
E iederen Vrijdag-
uwelijk der tegen-
G. KORTLEVE,
uis, Heenvliet.
OR
die en Inhaailessen
leerlingen Itl.U.LO.
ae beschikbaar
BURG, jur. stud.
MMELSDIJK - Tel. 239
Spreekuren Dagelijks
van 87a tot 10 uur voorm. en van
1 tot 272 B.m. en volgens afspraak.
Telefoon No. 236.
MIDDELHARNIS-ROTTERDAM v.y.
via VLAARDliSGEN
s.s. „MIDDELHARNIS"
Dienstregeling
aanvangende 15 MEI 1928
van Middelharnis
op Maandag en Oünsdag
V. Middelharnis 4.30 vm. A. Vlaard. 7.00 vm.*
A. Rotterdam 8.00 vm.
Overige dagen (beb. Zon- en Feestd.)
V. Middelharnis 6.40 vm.A. Vlaard. 9.10 vm**
A. Rotterdam 10 00 vm. A. Brielle 10.30 vro.§
van Rotterdam
op Maandag en Dinsdag
V.Rotterdam2.15nm. V.Vlaard.3.00nm. f
A. Middelharnis 5.30 nm.
Overige dagen (beh. Zon- en Feestd.)
V.Rotterdam3.15nm.V.Vlaard.4.00nm ff
V. Brielle 2.15 nm.§ A. Middelharnis 6.30 nm.
In aansluiting op den trein van 7.21 vm
en 7.12 of 7.40 vm. van Vlaardingen.
In aansluiting op den .trein van 0-21 vm.
en 9.42 vm. van Vlaardingen.
f in aansluiting op den trein van (2.40)
14.40 en (2.51) nm. 14.51 te Vlaardingen.
tt ln aansluiting op den trein van (3.40)
nm. 15.40 en (3.51) 15.51 te Vlaardingen.
Te Vlaardingen overstappen.
Alü Feestdagen zijn to beochouwen:
Nletiwlaeradag, 3e Paatchdag, Homehaartadag
2o Pinksterdag <ao de beide iCaratdapen.
Ligplaats Boompjes
tegenover Reederijstraat.
LEEST ONZE EILANDEN
ECHT. CURSUS 1928-1929.
nieuwe leerlingen (laagste leeftijdsgrens 16 jaar)
ht bij ondergeteekende tot uiterlijk 20 September a s.
en inlichtingen verstrekt de Directeur.
ir. J. A. VAN RIEL.
ANDEL HUISKES APON
T 279, bij het Viaduct - Tel. 9238 - ROTTERDAM
Kleermakersiournituren Manchester
geiscb leer Billart- en Bestuurstafellaken
Gevestigd 1882
OPGERICHT 1768.
TEN, COUPONS, CHEQUE S. 2
NK, HYPOTHEKEN, CREDIETEN.
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,07®
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
Rusland en het Bolsjewisme.
in.
De taal der Russen is die der Slavoniérs.
Een hoofdeigenschap dezer taal is, dat som
mige klinkergroepen in andere Slavische
talen geheel anders klinken en bjjv. oro en
ere spreekt men in andere Slavische talen
ra en re uit; oio klinkt la en lè enz. Het
Russische schrift is hier moeilijk te beschre
ven, maar toch niet zoo moeilijk om te leeren
alleen de grammaire en de uitspraak zijn
verbazend moeilijk, bijv. ons woordje mijnes,
heet in 't Russisch moe en wordt uitgespro
ken majó. Men heeft in Rusland één taal,
maar verschillende uitspraken, waardoor de
Russen uit andere deelen van het rijk soms
elkaar wel begrijpen maar niet verstaan.
Men heeft de staatsuitspraak, de oud en de
nieuw Russische en de kerkuitspraak. Wil
men dus Russisch goed leeren, dan diene
men vier uitspraken tegelijk te leerendaarbij
mag niet vergeten worden, dat er geen
eigenschapswoorden zijn, bijv. wij zeggen
een zwart, een wit, een klein, een groot, een
sterk paard enz. enz. Wij voegen bij het
woord paard eenvoudig een ander woord erbij
om de eigenschap aan te duiden. De Russen
doen dat niet. Voor een zwart paard, of een
wit paard enz. hebben ze afzonderlijke woor
den. Om het woord paard goed te leeren,
zou men genoodzaakt zijn, minstens 600
woorden te leeren. Dat was een taaltje voor
onze H.B.S.'s die toch al zooveel moeite
hebben om een vreemde taal te leeren. In
Rusland konden ze hun hartje eens ophalen.
Daar zou het spieken niet zoo gemakkelijk
gaan, want dan zouden ze eenige dikke woor
denboeken-mee naar school moeten nemen,
terwijl ze nu eenvoudig op hun nagels of
binnen in de hand een paar moeilijke woord
jes schrijven.
Opvallend is het, dat de Russen, en vooral
de Kelten, perfect vreemde talen kunnen
leeren. Ik heb 18-14 jarige jongens gekend,
die zóó volmaakt een vreemde taal beheerseh-
ten, dat men niet zou gelooven dat het Russen
waren. Ik heb nog een brief van een 14-jarigen
jongen, ter gelegenheid van mijn verjaardagin
het Latijn geschreven, maar zóó correct, dat
men er verbaasd over staat; en toch had hij
dezen brief in een gauwtje, in de schoolpauze
geschreven.
De wiskunde staat in Rusland niet op een
hoog peil, en dat vindt zijn oorzaak daarin,
omdat de industrie niet zoo uitgebreid is,
dan elders. Overal, waar de industrie hoog
staat, daar is ook de wiskunde goed.
De landbouw staat heel hoog. Het meeren-
deel der bewoners behooren tot den boeren
stand. De boeren werden verdeeld in drie
groepeni Eerstens de vrije boeren, waaronder
gerekend worden zulke boeren, die eigeD
bezittingen hebben. Tweedons de boeren der
domeinen of vorstelijke boeren. Deze bebouw
den de gronden der kroondomeinen of van
een of anderen vorst, en moesten jaarlijks
20 van de opbrengst afstaan. En ten derde,
de lijfeigenen. Deze zijn echter in 1861
afgeschaft, ofschoon ze nog altijd den naam
dragen van lijfeigenen. Al het land, waar zy
woonden of wat zy verbouwden is onderling
verdeeld, daarvoor betalen zy jaarlijks 6
van de opbrengst aan de kroon of aan den
vorst. Dus, al die verhalen van de knecht
schap der boeren enz. behooren tot het rijk
der fabeltjes. Gewoonlijk, als we zulke roman
netjes lezen, krijgen we de oertoestanden
FEUILLETON.
DOOR
MELATI VAN JAVA.
3)
„Heeft u de woestijn dan wel eens gezien?"
„Ja, toen we met de mail kwamen. O, daar is
ze, daar is ze.1"
Zij vouwde haar handen, als in een gebed, een
vochtige glans bedekte haar oogen en haar lippen
bleven half geopend; haar geleider zag bewonde
rend haar verrukking aan; de zee vond hij niet
half zoo belangwekkend als het gezichtje voor hem,
dat alle aandoeningen zoo snel weerspiegelde,
waarover elk oogenblik zonneschijn en schaduw
gleden.
De zee was anders schoon genoeg, diep groen
met witte koppen, heel even op de kammen der
golven, en verder tintelend in duizend kleuren.
De zon, die reeds haar middaghoogte achter zich
had, wierp een reusachtig gouden blad over de
golven, waarbinnen het schitterde als met millioe-
nen vonken, daar buiten was het rustiger, kalmer,
stiller, donkerder.
En de lucht was van zulk een zeldzaam diep,
echt blauw, slechts rondom de zon ging zij bijna
in zilverwit over en eenige wolken, die niet de
zon zelf maar wel haar stralen onderschepten,
staken met hun teer licht grijs, waaronder het
gouden licht straalde, fijn en teeder af tegen het
en niet de hedendaagsche toestanden te zien.
Tot vóór den oorlog waren de toestanden,
heusch, niet slecht.
Er zyn of er waren ook nog andere boeren,
die meer op het communisme gelekeD. Al de
boeren van één dorp bij v. hadden een uitge
strektheid land gemeenzaam en bewerkten
het ook gemeenzaam. De opbrengst werd ge
lijkmatig onder elkander verdeeld. Mennoem-
de dat boeren gemeente of boeren gemeen-
lap. Zij hadden naast het staatsbestuur nog
een afzonderlijk of boerenbestuur, een boeren
rechtbank en boerenwetten.
Hier en daar had men nog groot-grond
bezitters of, zooals men ze in Duitschland
ook had, riddergoederen. De boeren op zoo'n
goed werkten voor loon, en ontvingen van
den bezitter alles wat ze aan levensmiddelen,
kleeding enz. noodig hadden. Ook mochten
ze zelf eenig vee ten eigen bate houden, dat
kosteloos met het vee van den bezitter op
dat goed werd onderhouden, en waarvoor ze
niets hoefden te geven. Deze boeren waren
echter verplicht hun kinderen in dienst van
den grondbezitter te stellen. Soms ook wer
den -deelen van dat uitgestrekte goed aan
zulke boeren in pacht gegeven. We kunnen
dit het best vergelijken met onze zetboeren.
De toestanden in Rusland waren dus niet zoo
slecht als men soms wel eens hoort. Rusland
was de graanschuur van Europa.
Het boschbedrijf, de jacht en de visseherij
stonden op hoog peil, en eenige millioenen
menschen verdienden er hun brood mee.
Er zijn ook vele ertsmijnen zooals ijzer,
lood, zilver en kolenmijnen; en verder petro-
leumbronnen. Ook vindt men er vele edel-
steenen zooals diamanten, robijnen, saphiren,
smaragden, topasen, ametbysten, granaten
enz.; ook bergkristallen zooals barnsteen,
labrador, jaspis enz. Ook is dat land rijk aan
marmer.
De industrie heeft zich sedert 1870 zeer
uitgebreid, ofschoon er nog heel veel huis
industrie bestaat. Men vindt alle mogelijke
industrie zooals gouü, zilver, juwelen,koper,
ijzer, glas en leder-industrie; weverijen en
zij de-industrie, suikerfabrieken en jenever
stokerijen enz. 'tIs toch jammer, dat zulk
een mooi en rijk land zoo verwoest is!
Het prachtige Z. Siberië is nog rijker aan
alles. Daar vindt men prachtig aangelegde
steden en dorpen, veel industrie, rijke koren
velden, kunst en wetenschap. Alles wat men
zoo hoort over het lot dier verbannelingen
zyn meestal verzinsels van een of anderen
courantenschrijver, om sensatie en zijn blad
een beetje interessant te maken Velen dezer
schrijvers hebben Siberië misschien nooit
anders gezien dan op de landkaart. Dever-
banneliDgen zijn daar zoo vrij als wij hier,
alleen staan zij onder politietoezicht, d.w.z.
zy mogen Siberië niet verlaten, en als zy
reizen, moeten zy een pas en een visum
hebben. Daarvandaan hebben wij onze passen
met visum Dit is geen nieuwtje of over
blijfsel uit den laatsten oorlog, maar bestond
reeds lang vóór den oorlog in Siberië. Ieder
een raag daar zyn beroep vrij en ongestoord
uitoefenen. En daar het meerendeel dier ver
bannelingen intellectueelen zijn, zoo is het
zeer begrijpelijk, dat daar de cultuur zéér
hoog staat De bannelingen gedragen zich
daar zeer goed, want ze weten wel, indien
ze met de justitie in aanraking zouden
komen, ze zéér streng, ja, zelfs onmensche-
lijk worden gestraft. Die daar echter oppast,
leeft misschien nog viyer dan elders, en de
anders misschien te eentonige blauw.
Niet lang duurde haar bewondering, zij vloog
naar binnen en riep opgewonden uit:
„De zee, Jans, zie de zee!"
„Och Roos, ik wou dat je het gordijntje toetrok,
wat kan mij die zee schelen? Ik kan de zee nog
lang genoeg zien, maar dat licht doet mij pijn."
„Is 'tzoo goed?"
„Och, 't zal wel gaan. Blijf maar gerust buiten
staan en kijk naar jou zee. Ik heb in geen jaren
zoo lekker gelegen als nu; kon ik ook op 't spoor
altijd eerste klas reizen 1"
Rose-Marie ging weer naar buiten, maar haar
aandacht was niet meer onverdeeld gewijd aan de
zee.
„Ik begrijp niet dat de conducteur geen geld
komt ophalen," zeide zij een weinig bezorgd.
„Kom, maak u niet ongerust. Misschien ver
voeren ze u gratis."
„Waarom zouden ze dat doen?" vroeg zij naïf.
„Wel, ik weet het niet, misschien omdat het
hier een soort van zeetram is en u zoo dweept
met de zee."
„Och, u plaagt me!"
Zij stond weer met het gezicht naar de zee ge
keerd; reeds zeer dicht in de nabijheid vertoonden
zich de eerste huizen van het visschersdorpje;
donkere daken op roo.de muren.
„Logeert u in het Kur-haus?" vroeg de reiziger
met een poging om zeer ernstig te blijven.
„In het Kurhaus? Wel neen, bij menschen in
het dorp. Zoo rijk zijn we niet."
„En u blijft lang?"
Zij maakte een tellende beweging met de vingers.
„Zoolang ik dit nog heb. 't Is waar wij zijn niet
duur onder dak, maar toch moeten wij erg rekenen;
meesten hunner wenschen dan ook niet meer
terug te keeren. Alles wat men van Siberië
hoort of leest, heeft alleen maar betrekking
op hen, die ook daar niet deugen, en dat
getal is zoo gering, dat het niet de moeite
waard is, om er zooveel romannetjes van te
maken, 'tls hun eigen schuld, als ze streng
worden behandeld.
Het was een verstandige zet van de regee-
ring, om de straflingen daar naar toe te bren
gen. De meesten hunner zyn politieke mis
dadigers, die het met den regeeringsvorm of
met den godsdienst niet eens waren, maar
in het algemeen goed ontwikkelde en be
schaafde menschen. Het werkelijke gespuis
stopte men eenvoudig in de gevangenissen.
Een betere methode bestond er dus niet, om
Siberië te bevolken en tot bloei te brengen.
De doodstraf bestond toen alleen voor mili
taire delicten, landverraad en aanslag op den
keizer of zyn huis. Alle andere doodvonnissen
werden veranderd in deportatie naar Siberië.
De communisten zfjn humaner!?) en schieten
iedereen die in den weg staat, zonder vorm
van proces maar neer. Dat is dus beter?
Het rechtswezen was streng, onpartijdig
en goed georganiseerd. Of vorst of onderdaan,
iedereen die met vrouwe Justitia te doen
kreeg, werd zonder genade bij den kraag
gegrepen. Dat omkoopen enz. wat men zooal
eens hoort, wordt verkeerd uitgelegd of
verkeerd begrepen. Hier handelde het zich
meestal om kleine overtredingen of politie
verordeningen, by v; In de meeste steden was
het verboden, Zaterdags na twee uur de
straat te schuren en voor de deur moest de
straat geschuurd worden. Was men nu om
twee uur nog niet daarmede klaar en werd
men betrapt, dat men nog bezig was te
schuren, welnu, in plaats van op den bon
te worden geschreven, gaf men den agent
een roebel, en de zaak was uit; maar o, wee I
als hy je den tweeden keer snapte l Dan was
er geen pardon meer. En of men nu aan den
agent een roebel betaalt of aan de rechtbank,
is toch hetzelfde. En zoo was het toch veel
gemakkelijker, men hoefde niet naar het
gerecht te loopen, zijn naam kwam niet in
het register en gestraft was men toch. En
wat die agent met dat geld deed, moest hij
zelf maar weten. We hebben hier in Amster
dam eenzelfde systeem. Als de verkeers
politie iemand betrapt, kan hy direct zijn
boete betalen; hij krijgt een kwitantie, ver
volgt zyn weg en de zaak is afgedaan.
De tuchtstraf met den stok of de zweep
is reeds in 1861 afgeschaft. Alleen by de
boerengerechten (Zie boerengemeenschap) en
bij de soldaten kon deze straf worden toe
gepast. Geestelijken, adel, vrouwen en allen
die een middelbare school hadden bezocht
waren van de tuchtstraf uitgesloten.
Van het leger en de vloot spreek ik hier
niet. Eigenlijk zou men van de communisten
het allereerst hebben verwacht, dat zy het
militairisme zouden hebben afgeschaft, maar
het tegendeel is geschied. Alles moet soldaat
worden; vrouwen, kinderen, ouden en jongen,
alles wordt militairisch geoefend en gedrild.
Wel een modelstaat, een goed voorbeeld voor
andere landen waar men het zaligmakende
communisme wil invoeren. Die zich in een
ander spiegelt, spiegelt zich zacht. De S D.
A.P. is toch wel zoo verstandig geweest in
te zien, dat ze met het communisme niet
mee in zee kan gaaü, ofschoon zij, wanneer
zy aan 't roer komen, het eerst naar de
wapens grijpen, en voor goed militair zorgen.
Vergeiyk Duitschland en Oostenrijk maar
eens. Indien De Entente ze daar niet goed
op de vingers keek, hadden we ook daar
echte soldatenstaten, soldatendwang en dril.
Maar nu gaathetniet.EnaldieChristeiyken
die zóó tegen dienstplicht zijn, schfjnen niet
te weten, dat het in ons land juist de zware
Christelijken waren, die steeds oorlog heb
ben gevoerd. Al dat dienstweigeren of het
weigeren van wapens te dragen berust toch
maar op fanatisme en oppositie; de hoofd
oorzaak is geen overtuiging, maar antipathie
tegen het dienst doen. Wij Hollanders zyn
nu eenmaal geen soldaten; we houden er
niet van. Het doen gelden van gewetens
bezwaar bestaat Alleen slechts daarin, dat
men eenige passende Bijbelteksten goed heeft
ingeprent, en zijn verdediging tegenover de
commissie van onderzoek goed van buiten
heeft geleerd. Als zulke menschen werkeiyk
Bybelmenschen zyn, dan kunnen ze hun
standpunt nooit staande houden, want het
Oude Testament moet ze zonder twy fel anders
beleeren, of, ze nemen den bijbel niet in zyn
geheel aan, maar zoeken er alleen datgene
uit, wat in hun kraam te pas komt. Het
militairisme is een noodzakelijk kwaad, we
hebben het nu eenmaal, en nu moeten we
zien, dat we er vanaf komen, maar door
oppositie, of zoogenaamd gewetensbezwaar
bereiken we niet veel, vrees ik. Ieder moet
voor zichzelf daarmee beginnen d.w.z. trach
ten soldaat by zichzelf te zijn, zichzelf te
overmeesteren en. te beheerschen. We willen
het allemaal anders hebben, we willen alle
maal geen oorlog maar vrede hebben, en
iederen dag hoort en leest men van doodslag,
vechten, ruzie, twist en tweedracht.
Als eerst die vele en kleine beroeringen
maar eens tot stilstand zyn gekomen, die
het groote water zoo troebel maken, dan
zijn we al een heel eind in de goede richting;
maar daar zit juist de knoop, en daar willen
we niet mee beginnen. En dat zal toch moe
ten, willen we een duurzamen vrede, zonder
wapens en zonder soldaten krijgen. God zelf
kan het den mensch niet eeDS naar den zin
maken, hoe zouden wij menschen het elkaar
naar den zin kunnen maken? Jezus zei zelf:
Den vrede geef ik U; den vrede laat ik U;
maar noch voor dien tyd, noch nadientyd
is er vrede geweest, 't Is altyd stryd en oorlog
in 't groot en in het klein geweest, en dat
zal wel zoo biyven, zoolang er menschen
bestaan. We moeten er wel naar streven
om vrede en eendracht te krijgen, maar dan
toch door geestelijke middelen, want anders
zullen alle mooie plannen toch een fiasco
ondergaan.
De Russen nu, waren echte soldaten, die
geenszins te verachten waren. De lichamelijke
en ook de godsdienstige verpleging was uit
stekend. De dienst was streng, maar de ach
ting voor de meerderen, en de meerdere
tegenover den minderen was, zooals nergens.
De Rus sprak altijd van: myn broeder, en
zoo heette het altijd mijn broeder de luite
nant en mijn broeder de soldaat. De Russen
waren gastvrij, trouw en gingen voor hun
vrienden of meerderen den dood verachtende
door het vuur. De Rus is zachtmoedig, kin-
derlyk, plichtgetrouw en niet wreed, zelfs niet
in oorlog; maar eenmaal geprikkeld en boos
gemaakt, kent hij zichzelf niet meer. De
beruchte kozakken, 't waren toch de eerlijkste
kerels van wereld, en de trouwste soldaten,
die pal stonden voor keizer en vaderland.
H. Dr. v. O. Wordt vervolgd)
INGEZONDEN MEDEDEELING.
ik heb er den heelen winter voor gewerkt om
Jansje een paar weken buiten te kunnen hebben.
We zijn nu in Juni, dat is vroeg in den tijd en
dan is alles veel goedkooper."
„Maar uw zusje heeft immers nog een vader?"
„Ja, inaar hij kan het niet betalen. Hij vindt
het ook niet noodig."
„En u wel?"
„Ja, zeker, of liever, de dokter vindt het. Het
lieve schepsel heeft zoo weinig aan haar leven."
„En heeft u er veel aan?"
'„Ik, o ja! Ik ben vlug, ik kan werken, ik kan
lezen, ik kan wandelen; ikochik heb
zoo'n pleizier in alles; wanneer de zon schijnt, als
de boomen groen worden, of zelfs als ze geel zijn
en 's winters als de mist optrekt, of zomers als de
grachten zoo mooi donker en koel lijken, terwijl
alles in de stad gloeit en brandt, als het in het
Vondelpark dan zoo heerlijk is!"
„Hebt ge daar overal pleizier in?"
„Ja, in alles, en nog in veel, veel meer! Ik vind
het leven zoo heerlijk somtijds."
„Dan hebt ge zeker een heel prettig te huis?"
Hij schrikte van de uitdrukking vol afkeer,
angst, zelfs walg, die thans uit haar gelaat sprak;
maar snel als vreesde zij de lastige oprechtheid
van haar trekken, keerde zij zich om en zeide niets
dan op doffen toon:
„Och, dat gaat nog al."
De locomotief floot drie keer scherp en minderde
zijn gang.
„Ik geloof dat we er zijn," merkte de reiziger op.
„Hé, en ik heb nog niet betaald. Conducteur,
conducteur 1" maar plotseling bezon zij zich, zag
den heer verwijtend aan en zeide bijna boos:
„Dan heeft u voor ons betaald. Dat vind ik
wordt gezond en sterk
het krijgt mooier gtans
het wordt vrij van roos
het blijft beter zitten
indien gij het des morgens
inwrijft met een weinig Puroi
Hebben we in ons inleidend artikel van
de vorige week reeds gewezen op de steeds
toenemende populariteit der radio, thans
zullen we deze bewering met enkele feiten
staven, waaruit ten duidelijkste blijkt, dat
het enthousiasme en de noodzakeiykheid
der radio niet alleen voldongen feiten zijn
in de steden, doch ook op het platteland.
Op het platteland immers is men vaak
by de gewone berichtgeving eenige dagen
ten achter by de steden, en dit kan juist
voor den landbouwer nadeelig zijn in dezen
tyd van scherpe concurrentie. Hem interes
seeren in de eerste plaats de marktberich
ten, weervoorspellingen en al wat op zijn
bedrijf betrekking heeft. De radio brengt
hem die in minimum dan geen tijd. In
Amerika is men de andere landen natuur
lijk reeds ver vooruit; dè,ar blijken de toe
passingen der nieuwste techniek steeds vlug
ger ingang in het dagelyksche leven te vin
den dan overal elders. Volgens mededeeling
van den Minister van Landbouw indeVer-
eenigde Staten profiteeren 20 der boeren
er geregeld door de radio van de uitgezon
den markt-, landbouw- en weerberichten.
En zy doen er hun voordeel meeMaar ook
in Europa schy'nt dit voorbeeld eindeiyk
navolging te vinden. In Hongarije b.v., het
land waar de radio niet eens het best ge
organiseerd en verspreid is, bestaan plannen
om alle plattelandsdorpen van regeerings-
wege van radio-installaties te voorzien, om
aldus door het omroepen van marktberich
ten e.d. den landbouw op hooger niveau te
brengen.
Bovendien brengt de radio den landbouwer
in het bereik van veel, wat hij anders niet
kan bijwonen, zooals populaire lezingen,
waarmede hij zyn kennis kan verryken en
die aldus ten nutte van zyn bedry'f aan
wenden.
Radio is geen luxe-artikel meer, ze is een
levensbehoefte geworden, die niet alleen voor
de beter gesitueerden is weggelegd, maar
dank zy de snelle ontwikkeling der techniek,
thans in ieders bereik ligt. In Tsecho-Slo-
wakye bleek b.v. bij het opmaken van een
statistiek, dat van de 174.187 leden der radio-
vereeniging de arbeidersklasse met een aan
tal van 33 037 de kroon spande
De radio dringt steeds verder door in de
arbeidersklasse, evenals vroeger de gramo-
foon, die ook op het platteland byna ner
gens ontbrak. Het bezwaar voor de radio,
niet mooi."
„Niet? En 't is liefst mijn schuld, dat u eerste
klas heeft gereisd. Ik zou oneerlijk handelen als
ik mijn fout niet goed maakte."
„'t Is toch niet aardig. Dan moest ik tenminste
de tweede betalen."
„Kom, juffrouw Giesinger, maak zooveel com
plimenten niet. U heeft onder mijn geleide gereisd
en 't is billijk dat de cavalier voor zijn dames
betaald en u is mij zulk prettig gezelschap ge
weest."
Zij zag hem aan, niet wetende hoe zij 'tmet
hem had, of ze boos dan wel dankbaar moest zijn;
eindelijk bood zij hem de hand aan en zag hem
met haar heldere oogen recht aan.
„Nu dan, mijnheer, ik dank u wel, vooral voor
Jans! Het schaap heeft bepaald genoten op die
zachte kussens, 't Was zoo hard in onze derde
klas harde banken."
„Dan zal ik uw zusje weer er uit tillen. Weet
u waar u zijn moet?"
„Ze weten dat wij komen, ze zullen ons wel
afhalen."
„Ik moet nog verder, aan de volgende halte stap
ik pas af. Dan zal ik mij maar haasten."
Hij nam Jansje op, Rose-Marie belastte zich
met de bagage en daar juist de tram stil hield,
verliet de stoet den wagen.
Een visschersvrouw stond bij de halte te wachten
zij. schoot dadelijk naar voren; 't scheen dat de
kinderen bij haar ingekwartierd waren en dat zij
haar gasten nu reeds dadelijk opeischte,
Jans werd op den grond gezet; vlug schoof haar
zuster de krukken onder haar armen en de heer
maakte zich weer gereed in den tram te springen,
toen een heldere stem van onder de deur der
herberg hem toeriep:
„Hé Frank! wat zie ik, ben jij 't en wie droeg
je daar?"
„Kom mee, oom! ik vertel 'tu onderweg!"
Ook de andere was hem in een oogwenk gevolgd;
de tram zette zich in beweging en het zonderlinge
reisgezelschap was gescheiden.
II.
„Wel jongen, als ik mij niet vergis was je daar
bezig iets heel moois te doen. Dit ben ik niet
van je gewoon. Mooidoenerij viel nooit in je
smaak!"
Hij, die zoo sprak was een man van omstreeks
veertig jaar, krachtig breedgeschouderd met een
aangenaam open gelaat en grijzend dik haar, die
in zijn eenvoudig krachtige gezondheid een groote
tegenstelling vormde met het bleeke gesoigneerde,
blonde voorkomen van den jonkman. Frank van
Haeren was de zusterszoon van Dr. Adrichern en
het was zijn gastheer van de volgende weken, dien
hij daar zoo onverwacht ontmoette.
„Ik heb me geamuseerd," sprak de jonkman
met bestudeerde langzaamheid, geheel verschillend
van zijn opgewektheid van daareven.
„Met die twee kinderen?"
„Ja, de eene zal wel een patiënt van u worden.
Een geteekende zoo heel gewoon bij de hand; de
andere daarentegen heeft niets gedaan dan mij
impressies te geven."
„En daarvoor ga je immers op reis?"
(Wordt vervolgd).