4%% 99% isscherij PANDBRIEVEN ïert in Onze Eilanden. MIJNHA tPUTTEN" lelvoet. frzending ;1 Flakkee. 00 N Az. INSULAIRE HYPOTHEEKBANK TE Z1ERIKZEE (N'S STUDIE-WATERVERF Het Beste! WOENSDAG 8 AUGUSTUS 1928 DWAALLICHTEN. VERSLAGEN j komen ook vaarop de gebouwd. n op één Seter en J de Noor de lide produc- I geweldige poen na de 3 de fjorden was ge- fendvlakten Keven. voest, iets Ben bedekt, Itldhout, in |ls eiken en voor een bouw- Pst 15 35 jennen, be- het Z O., t>unt is de |de fjorden, maar een pirsctae boer [aar artikel, jan. Men zal Ihen Noor ouden. Een fen weiland I een weide Kje om te boer in de- Jïederland- ||een gezel- Iwars door vee in de dalen, het is boven op den „Saeter"ofSkan- dinavische alpenwei, waar het zich voedt met de mossen, korstmossen en heide, die de korte Noorsche zomer in grooten overvloed doefc opgroeien. Van BO tot 70 dagen, soms langer, brengen de jonge mannen en vrouwen daar in byna volkomen afzondering door. Langs de fjordwanden, die naar het Zuiden gekeerd z(jn, beschut tegen den Poolwind, die ook in den zomer over de hoogvlakte waait, liggen op verschillende plaatsen, vooral in de Hardangerfjord, rijke boomgaarden met heerlijk ooft (Kersen, peren, appelen). (Wordt vervolgd) Predikbeurten. Zondag 5 Augustus 1928. NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK. Middelharnis, vm. leeskerk eu 'sav. (doop) ds. v. d. Wal uit Dirkslaud. Sommelsdyk, vm- en 'sav. ds. Den Oudsten uit Elburg. Dirksland, vm. ds. v. d. Wal. Herkingen, vm. en 'sav. dhr. Van Ieperen. Stellendam, 'sav. dhr. Vetter uit Langstraat. Goedereede, nm. ds. Van Aineide uit S'dijk. Ouddorp, vm. ds. Van Ameide uit S'dijk en nm. ds. den Oudsten uit Elburg. Nieuwe Tonge, vm. leeskerk en 'sav. ds. v. d. Zee. Oude Tonge, geen opgaaf. Ooltgensplaat, vm. leeskerk en 'sav. ds. Polhuijs uit Stad aan 't Haringvliet. Langstraat, vm. en nm. dhr. Vetter. Den Bommel, vm.ds. v.d. Zee en'sav. leeskerk. Stad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhuijs en 'a av. leeskerk Hellevoetsluis, vm. ds. Timmer. Nieuw-Helvoet, vm. ds. Priester. Nieuwenhoom, vm. ds. de Voogd v. d. Straaten. Rockanje, 'sav. ds. Timmer van Hellevoetsluis. Vierpolders. vm. ds. Los. Zwartewaal,'s av.ds.de. Voogd v. d. Stvaaten van Nieuwenhoom. LUTHERSCHE KERK. Hellevoetsluis. 'sav. ds. Schmidt. PROTEST A NTEN BOND. Brielle, (Kerkstraat) vm. dhr. Miedema uit Amersfoort. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en 'sav. ds de Lange uit Waarder. Stellendam, vm. en 's av. dhr. Hayer uit Zuidland. Ouddorp, vm. en nm. ds. Diemer. Ooltgensplaat, vm. en 'sav. ds. de Lange. Den Bommel, vm, en 'sav. ds. Schaafsma. Stad a. 't Haringvliet, vm. en 's av. ds de Graaf. Hellevoetsluis, vm. ds. Westerhujjs. Nieuw-Helvoet, 'sav. ds. Westerhuijs. OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE. Stad aan't Haringvliet, vm.,nm.en'sav.leeskerk GEREFORMEERDE GEMEENTEN. Middelharnis, vm. en 'sav. leeskerk. Dirksland, vm. en 'sav. ds. De Blois. Herkingen, vm., en 'sav. leeskerk. Ouddorp. vm. en 'sav. leeskerk. De reden „Waarom ben je niet meer bij Trommel en Co?" „Och, die deden dingen, die mij niet aan stonden." „Zoo, wat dan?" „Zij zegden mij den dienst op." Hij: „IJ wilt mij dus niet huwen?" Lief meisje: „Onmogelijk 1" Hij: „Vroeger scheen u mij toch lief te hebben. Uw oogen schitterden, als ik aan kwam, en dikwyls zag ik, als ik u stilzwij gend zat aan te staren, dat u ontroerd was." Lief meisje: „Dat is waar, maar sinds u uw bakkebaarden hebt afgeschoren lijkt u niet meer zooveel op mijn arme dooie Pukkie". Droomen. „Geloof jy aan droomen, Kees?" „Zeker." „Wat beteekent het dan, als een getrouwd man droomt, dat hij nog vrijgezel is?" „Dat hem een groote teleurstelling wacht bij zijn ontwaken." -HELVOET. A A EH Lompen, metalen, zolderopruimingen. AAAUD Wij betalen de HOOGSTE prijzen. HENDRIK WIJGERS, •aat 38a - Tel. 31748 - ROTTERDAM. jgbaar in eiken boekhandel. Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,076 ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f l,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit],blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 10E JAARGANG. - N°. 78 Landbouw. WAAROM AARDAPPELZIEKTE- BERICUTEN. Iedereen is altjjd zeer verlangend geweest, en is dat nog, om vooruit iets meer van het toekomstige weer te weten. De meeste menschen kijken daartoe verlangend op den barometer en meten naar den stand van dezen laatste of naar de veranderingen in luchtdruk af welk weer er moet zijn of welk weer zal moeten komen. Gelukkig voor hen komt het in ons land vaak uit, dat bij da lenden barometerstand regen op komst is en bij stijgenden luchtdruk zonneschijn. Maar zoo eenvoudig is het niet en maar al te vaak komt het niet uit: meer zelfs dan men denkt. Dat wordt dan gewoonlijk erg gek gevonden. In wezen is het echter heelemaal niet gek, dat de barometer volgens den publieken maatstaf vaak anders doet, dan hij moet doen, want voor een meer betrouwbare weer voorspelling komt heel wat meer kijken. In de laatste tientallen jaren zijner groote vor deringen op dat gebied gemaakt, dank zij den arbeid van onze meteorologen en het beschikbaar zijn van gegevens, om dergelijke voorspellingen beter te kunnen maken, over veel grootere gebieden dan voorheen, mede door de voortschrijdende techniek, die deze gegevens sneller heeft weten over te brengen. Niet alleen echter is de weervoorspelling van belang voor allerlei soort van menschen, waaronder de landbouwer niet in de laatste plaats is te rekenen, maar ook en vooral voor den landbouwer is het van belang te weten hoe of het weer groei en opbrengst van zijn gewassen heeft beïnvloed. En hier bij is zijn eerste vraag, wat te doen om d6 nadeelen van ongunstige weersinvloeden op het gewas zoogoed mogelijk te ondervangea en de eerstvolgende ontwikkeling weer zoo goed mogelijk te doen zijn. Meer en meer werken ook de meteorologen mee om hem hierbij behulpzaam te zijn en het is hun streven om door rangschikking van hun gegevens of door het opnemen van nieuwe gegevens hun werk aan zooveel mogelijk menschen ten goede te doen komen. Ook aan den landbouwer. Vlotte berichtgeving noodzakelijk. Een prachtig voorbeeld van wat de meteo rologen reeds in dit nieuwe stadium van ontwikkeling van hun werkzaamheid hebben mogen bereiken is de vondst van prof. dr. E. van Everdingen, hoofddirecteur van het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut te De Bilt, ten opzichte van de zoo gevreesde aardappelziekte. Uit gegevens, verzameld door mej. dr. N. P. Löhnis om eventueel eenig verband te kunnen leggen tusschen bepaalde weersom standigheden en het optreden van deze ziekte, lukte het professor van Everdingen inder daad een waardevol samenstel van meteoro logische factoren voor dit doel op te sporen. En hieruit is reeds voortgevloeid een regel matige berichtendienst, die zijn waarschu wend woord laat hooren als de weersom standigheden voor de landbouwers ergens in ons land dermate ongunstig zyn geweest, dat spoedig een sterke uitbreiding van de aardappelziekte ook zeer bekend onder haar latynschen naam Phytophtorainfestans FEUILLETON. E. WERNER VERTALING VAN HERMINA. Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.) kan worden verwacht en dus zal moeten worden voorkomen. Als wij hier vertellen welke groote be langen voor Nederland hiermee worden ge diend, moeten wjj eerst echter mededeelen waaruit deze berichtendienst bestaat en wat de landbouwer daarop dient te doen. Ook ten opzichte van den berichtendienst maakt het Meteorologisch Instituut gebruik van de nieuwste zich sterk ontwikkelende techniek van de radiotelephonie. Aan de door het instituut op de golflengte van 1100 Meter om 10.45, 11.50, 12.55 en 21 uur uitgezon den weerberichten wordt de bewuste waar schuwing by eventueel voorkomen van het gevonden complex van meteorologische fac toren, toegevoegd. Bovendien zendt Vas Dias te Amsterdam deze berichten onder de pers berichten op golflengte 1060 Meter uit. Menig landbouwer kan daar thans reeds van pro- flteeren, doch zij die niet over een radio toestel beschikken, kunnen de waar schuwing in dagblad- en land- en tuinbouw- pers vinden. De aardappelziekte wordt bestreden door het bespuiten van het gewas met de be kende Bouillie Bordelaise of Bordeauxsche pap, bereid uit kopervitriool, kalk en water, of wel met Bourgondische pap, vervaardigd uit kopervitriool, watervrye soda of sodex en water, en wel door middel van een of anderen deze oplossing verstuivenden zoo- genaamden pulverisateur. Daar men had opgemerkt, dat de ziekte vooral optrad na vochtig warm weer en vooral na zwaren dauw, spoot men gewoon lijk als men meende, dat deze omstandig heden zich voor hadden gedaan Uitstellen van de bespuiting tot na midden Juni, als men deze omstandigheden niet had waar genomen, vond men echter te gewaagd en men bespoot dus in dit geval maar steeds op dezen vasten tijd. Daar het nu bij deze ziekte er zeer op aan komt op het meest juiste tijdstip te spuiten, zal een rationeelere toepassing van dit wei k zeer zeker veel nuttig effect af kunnen wer pen, daar bespuiting zonder noodzaak natuur- ïyk weggegooid geld beteekent. Dat er groote belangen mee gemoeid zyn,.blykt wel uit 't feit, dat niet alleen bij sterke verbreiding van de ziekte de poters, dus het volgende gewas, groot gevaar loopen, doch ook de oogst zelf. Een sterk aangetast veld waar de bladeren zwart verschrompeld zich voor doen zegt daarvoor eigenlyk al genoeg, maar meer nog zal spreken het feit, dat door rationeele bespuiting voordeelen van ƒ100,— tot ƒ300,— per H.A. kunnen worden ver kregen. Wat dit wil zeggen voor ons land? Wij willen, om hiervan slechts eenig denkbeeld te geven, nog slechts vermelden, dat onze aardappelcultuur een oppervlakte beslaat van omstreeks 170.000 HA, d i. een vyfde deel van de oppervlakte van al ons bouwland en een uitgestrektheid van de grootte van de provincie Zeeland. Met belangstelling zullen wij in de komende jaren afwachten in hoe verre de voormelde berichtendienst van in vloed zal blijken te zijn op de productivi teit van ODze aardappelteelt. Reddingswezen. Uit 't verslag 1927 der Z.-H. Maatschappy tot Redding van Schipbreukelingen te Rot terdam, ontleen en wij het volgende: Bestuur en agenten. In het bestuur kwam in het afgeloopen jaar geen verandering. Het vorig verslag vermeldde reeds, dat in den aanvang van 1927 het beheer over het station Burgsluis in handen overging van den heer L L. Bolle. Op 7 April overleed in den leeftyd van 86 jaren de heer M. Bolle Lz., wiens groote verdiensten voor de maatschappy reeds wer den herdacht by zijn aftreden als agent te Burgsluis. Door de opheffing van de reddingstations te Hellevoetsluis en Ouddorp legden de hh. A. Blom en A Kaptijn hun functie als agent neer, die zij op loffelijke wijze hebben vervuld. De heer P. J. Guttig verliet den dienst van het Ryksloodswezen en trad dientengevolge af als assistent in het beheer van het station te Vlissingen. Zijn langdurige verdiensten voor het reddingswezen, voorheen ook als agent te Hellevoetsluis, gaven het bestuur aanleiding hem te vereeren met de zilveren medaille der maatschappij. De heer G Bak ker, Commissaris van het Loodswezen te Vlissingen trad in zijn plaats. Stations. De stations der Maatschappij, gevestigd op de Nederlandsche kust bezuiden Loosduinen, zyn thans o.a. de volgende: Ter Heijde, reddingboot „Secretaris Schu macher" mortier en vuurpyltoestel onder beheer van den heer G W. Kampschöer, burgemeester der gemeente Monster, assis tent de heer A. L. T van Luik te Monster. 'e-Gravenzande, stalen reddingboot „Pre sident „Veder, mortier en vuurpyltoestel bij de hofstede „Vlugtenburg", onder beheer van den heer A. L. T. van Luik te Monster. Hoek van Holland, zelfrichtende en water- loozende reddingboot „Emile Robin", met mortier en vuurpyltoestel, by het Noorder- hoofd van den Nieuwen Waterweg. Stoomreddingboot „President van Heel" in de Rijkshaven. Stoomreddingboot „Prins der Nederlan den", in de Rijkshaven. Mortier en reddingvlet op hetZuiderhoofd van den Nieuwen Waterweg. Reddingvlet in de Rijkshaven. Het geheel onder beheer van den heer H. Vruggink, commissaris van het loodswezen te Hoek van Holland, assistent de heer A. Melcher. Stellendam, dubbelschroef motorredding boot „Koningin Wilhelmina" onder beheer van den heer J. A. Charbon, burgemeester aldaar. Strandingen, reddingen en verleende hulp. In den namiddag ten 4.30 uur van 24 Juni meende men te Hoek van Holland waar te nemen dat een scheepje aan den grond zat in het Brielsche Gat. Ten 6 uur telefoneerde de beheerder van den stormwaarschuwings- dienst te Oostvoorne, dat een motorvaartuigje fluitseinen gaf Daar het laag water was en het vaartuig mogelijk lek kon zijn, zou bij opkomend water met den stormachtigen WZWten wind gevaar kunnen bestaan voor de bemanning. De stoomreddingboot „Presi dent van Heel" kreeg dus order stoom te stoken en voer ten 6 30 uur uit. De boot bereikte ten 7.30 uur het Nederlandsche motorjacht „Anchorcable", waarvan de eige naar aan den schipper vroeg in de nabijheid te blijven om by opkomend water zyn jacht, waarop zich 3 opvarenden bevonden vlot te 87) „Dat is 't juist! Ik heb terstond waarschuwingen afgezonden langs twee verschillende wegen, maar onze rechtstreeksche verbinding met R. is afge sneden, de vijand houdt de bergpassen bezet, de berichten moeten groote omwegen maken en kun nen niet bij tljds ter bestemder plaatse zijn." Egon zweeg onthutst. De bergpassen waren inderdaad door het vijandelijk leger bezet. Eschen- hagen met zijn regiment moest den weg immers eerst vrij maken en dit kon dagen lang duren. „Wij hebben alle mogelijkheden overwogen," hernam de generaal, „maar er blijft ons geen uit weg over, niets dan de flauwe hoop, dat de over gaaf nog op de eene of andere wijs zal vertraagd worden. Maar Falkenried is. er de man niet naar om zich te laten ophouden," hij zal de zaak tot een eind brengen en dan is hij verloren, en honderden, misschien duizenden mét hem." Wederom begon hij zijn loop door de kamer. Men kon hem aanzien, hoe het lot van zijn bedreigde wapenbroeders hem ter harte ging. Ook de jonge vorst staarde radeloos voor zich uit; maar op eens schoot hem een denkbeeld als een bliksemstraal te binnen en hief hij het hoofd op. „Excellentie!" „Nu?" „Zou 't niet mogelijk zijn, ondanks alles, een depêche over de bergpassen te sturen? Een goed ruiter zou desnoods morgen in den voormid dag te R. kunnen zijn. Natuurlijk moest hij rijden op leven en dood „En midden door de vijanden? Gekheid! Gij zijt toch ook soldaat en kunt zelf weten, dat dit niet denkbaar is. De vermetele kwam geen halve mijl verd hij zou reddeloos worden neergescho ten." ,,En als er nu eens iemand werd gevonden, die dit tóch durfde wagen? Ik ken zoo iemand, Excel lentie." De generaal fronste de wenkbrauwen. „Bedoelt ge soms, dat gij zelf zin hebt in dat noodelooze offer? Dat zou ik moeten verbieden, vorst Adelsberg! De dapperheid van mijne offi cieren stel ik op hoogen prijs, maar voor zulke onmogelijke ondernemingen geef ik hun geen ver lof." „Ik spreek niet van mijzelf," hernam Egon ernstig. „De man, dien ik bedoel, is bij het zevende regiment en staat op het oogenblik bij de voor posten op den Kapellenberg. Hij was 't die mij den gevangene meldde." De generaal zag peinzend vóór zich; nu schudde hij ongeloovig het hoofd. „Ik herhaal, dat 't onmogelijk is. Maar hoe heet die man?" „Jozef Tanner." „Gemeen soldaat?" „Ja, maar vrijwilliger." „Kent ge hem meer van nabij?" sleepen, hbtgeen ten 3 30 uur gelukte. In diep water werd het jacht losgelaten, waarna de stoomreddingboot buitenom naar haar station terugkeerde In den avond van 1 November strandde een sleepboot op deBeningeD. Den volgenden morgen werd dit te Stellendam gemeld en wijl het 's nachts zeer hard had gewaaid, voer de motorreddingboot uit om te zien of nog hulp verleend kon worden Na aankomst by het gestrande vaartuig kwam ook een sleepboot ter assistentie, waaraan het afslee- pen werd overgelaten. Bij dikken mist werd op 22 December aan houdend fluiten gehoord te Hoek van Holland, waarop ten 5 50 uur vm. de „Prins der Nederlanden uitvoer, dra gevolgd door een sleepboot en een bergingsvaartuig. Achter het Zuiderhoofd was de motorlogger K W. 140 gestrand. Tot 3 uur nm. bleef de red dingboot in de nabijheid en keerde daarna terug, wijl geen onmiddeliyk gevaar dreigde en de bemanning het schip niet wenschte te verlaten. Tegen het vallen van den avond is deze in eigen boot op het Zuiderhoofd geland. De vermeerdering van het totaal aantal geredden bedraagt over dit jaar slechts 3. INGEZONDEN MEDEDEEL1NG. Prijs 30 «a 60 ct. Bij Apoth. tn Drogisten Verslag van de Vergadering van den Ruad dor GemeenteSOMMELSDIJK op Vrydag 3 Augustus des namid dags half drie uur. Voorzitter Burgemeester Den Hollander. Alle leden tegenwoordig. 1De Voorzitter opende de vergadering met gebed, waarna de notulen der laatste ver gaderingen werden voorgelezen en onveran derd goedgekeurd.!? 2 Ingekomen stukken: Een missieve van Ged. Staten inhoudende een verzoek om in de R C. overeenkomst met de Nationale Bankvereeniging alhier als nog enkele wijzigingen te brengen. Hiertoe werd besloten. De goedkeuring van Ged. Staten over den landaankoop van Mej. de Graaff en het aan gaan van de geldleening daartoe. Van Ged. Staten een staat van aanmer kingen op den gemeente Begrootingsdienst 1928, die nog steeds niet is goedgekeurd. B. en W. stelden voor aan de verlangens van Ged. tegemoet te komen. Blok merkte hierby op dat hy tegen het schrappen van de post Werkloozensteun was, wanneer die onder een ander hoofd kwam vond spreker dit geen bezwaar. Voorzitter zeide dat dit jaar die post toch niet noodig zal zijn. Ged. Staten merkten op dat een dergelijke post eigenlijk bij een begrooting van het Burgerlijk Armbestuur behoorde en niet op een gemeentebegrooting. Blok zeide dat zulks niet zoo bezwaariyk was indien het Burgerlijk Armbestuur in handen was van B. en W., zooals in vele gemeenten, doch hier zou men daarover niets meer te zeggen hebben en daarmede kan spreker zich niet vereenigen. Dy kers zeide dat men een scherpe schei ding dient te maken tusschen maatschappe- lyken enoverheidsteun, z.i.z moeten eerst de maatschappelijke vereenigingen dat werk ter hand nemen, blykt dat die niet bij machte zijn de vereischte steun te geven, eerst dan mag een overheidslichaam zich daarmede bemoeien Een Overheidsbestuur moet alleen regeeren. Blok zeide daarover thans niet te zullen discussieeren|; Procesverbaal van de kasopname bij den Gemeente-Ontvanger waaruit bleek dat een bedrag in kas was van 2891,69 overeen komstig boeken en bescheiden. Een schrijven van de heeren Van Lente en Van den Doel, waarin zij mededeelen hunne benoeming tot Lid der Schattings commissie aan te nemen. Een schrijven van de commissie van Toe zicht op het Lagei Onderwys waarin zij haar dank betuigt voor het aanstellen van een kweekeling met acte aan de O. L. School. De Begrooting van gezondheidscommissie met een ontvang en uitgaaf van 1429,75. Werd goedgekeurd. Een schrijven van de Vereeniging Goeree en Oveiflakkeescb Belang om een artikel in politieverordening op te nemen om de heggen op hoeken van verkeerswegen niet hooger te laten groeien dan 1,25 M. Voorzitter zeide dat op die punten reeds overeenstemming is verkregen door den ge meente-opzichter met de betrokken men schen en stelde voor nog te wachten het verbod in politieverordening op te nemen tot een volgende vergadering. Hiertoe werd besloten. Een schrijven van de Gezondheidscom missie over het woningtoezicht. Van der Veer vroeg waarom de gezond heidscommissie niet zelf het onderzoek leidt. Is dit wel het werk voor den gemeente-op zichter Voorzitter zeide dat genoemde commissie slechts een adviseerend lichaam is en zij vraagt ons opgave van perceelen die onder zoek noodig hebben. De Gemeente-opzichter is thans byna klaar met zijn onderzoek. Zou het ook wel billijk zijn als de gezondheids commissie zelf het onderzoek leidde van alle woningeD. Dit zou natuurlijk veel kosten met zich brengen en dan zouden de andere gemeenten moeten betalen aan een onder zoek dat in deze gemeente plaats heeft ge had, want de kosten van die commissie werden per zielental omgeslagen over alle gemeenten. Blok trekt het in twyfel of Mast wel een objectief rapport kan samenstellen. Dy'kers; Daarvan willen jullie zeker een verkiezingsprogram maken. Blok: De woningtoestand is hier door en door rot, en ik geef Dijkers graag de ge legenheid zich daarvan eens te overtuigen. Dy kers: dat behoef ik niet te doen, ik weet wel dat er sterk overdreven wordt. Mlis meende dat de rollen met de gezond heidscommissie wel wat worden omgedraaid. Het verslag van de werkeloosheid-com missie. 3. Aangeboden werd de begrooting voor het Burgerlijk Armbestuur en het Wefeshuis. Een verzoek van W. J Roodzand om ont- „Ja, Excellentie! 't Is misschien de beste ruiter van het geheele leger, onverschrokken en zelfs vermetel, en toch in staat om in zulk een geval met de omzichtigheid van een officier te handelen. Als iemand 't gedaan krijgt, dan is hij 't!" „En denkt ge bevelen Iaat zich zoo iets niet, 't is niet meer dan een laatste wanhopige poging denkt ge, dat die man zich vrijwillig met die bood schap zal belasten?" „Daar sta ik voor in." „Dan kan en mag ik mij niet daartegen verzet ten, nu er zóóveel op het spel staat. Ik zal Tanner terstond hier ontbieden." „Mag ik hem dat bevel overbrengen?" viel Egon haastig in. De generaal zag hem bevreemd en vorschend aan. „Wilt ge dat zelf doen? Waarom?" „Om tijd uit te winnen. De weg, dien Tanner moet inslaan, loopt langs den Kapellenberg; als hij eerst heen en weer naar het hoofdkwartier gaat, verliest hij een uur." Hiertegen viel niets in te brengen; maar toch scheen de generaal te gevoelen, dat hij wel het naaste, doch niet het óllernaaste had vernomen. De eerste de beste soldaat ondernam maar niet een waagstuk, dat hij hoogst waarschijnlijk met den dood zou moeten bekoopen; maar de oude krijgsman vorschte niet verder en vroeg alleen: „Staat ge borg voor dien man?" „Ja!" verklaarde de jonge vorst kalm en vast beraden. „Goed. Geef hem dan zelf zijn instructies. Maar nog iets: hij moet een geloofsbrief hebben, ais hij er wezenlijk in slaagt onzen wachtpost aan gind- sche zijde te bereiken, want elk oponthoud zou noodlottig kunnen worden, nu de zaak misschien van enkele minuten afhangt." Hij trad op de schrijftafel toe en wierp een paar regels op een papier, dat hij den vorst ter hand stelde. „Ziedaar! En hier is de depêche aan Falkenried. Ge brengt mij terstond bericht of Tanner bereid is om te gaan?" „Terstond, Excellentie!" Egon nam de papieren in ontvangst, groette haastig en snelde naar zijn kwartier, waar hij bevel gaf oogenblikkelijk zijn paard te zadelen. Vijf minuten later was hij al op weg. De Kapellenberg, die misschien oorspronkelijk een anderen naam droeg, maar door de Duitschers in den regel zóo werd genoemd omdat zich hierop een kleine kerk verhief, was een tamelijk hooge, gedeeltelijk begroeide heuvel, de uiterste punt van een bergketen, die zich naar deze zijde uit strekte. Hij vormde hier de grens voor de Duitsche legermacht, en in de boerenhofsteden, die aan zijn voet verspreid lagen, was een compagnie van het zevende regiment ingekwartierd, welker dienst terecht als den zwaarsten en gevaarlijksten werd beschouwd. De kapel lag eenzaam en verlaten, half bedol ven onder de sneeuw; geestelijke en koster waren reeds lang gevlucht en het kleine bedehuis zelf droeg overal de sporen der verwoesting," daar ver bitterde gevechten op deze hoogte hadden plaats gehad. Muren en dak waren nog staande gebleven, maar een deel van de zoldering was ingestort en de wind floot door de doorschoten vensters. Daar achter verhief zich het met ijs en sneeuw bedekte bosch, en over alles breidde zich het onzekere licht van de halve maan uit, die nu juist aan den be wolkten hemel zichtbaar werd en telkens met haaf spookachtig schijnsel den omtrek verhelderde, om na weinige oogenblikken weer te verdwijnen. 't Was een ijskoude winternacht, evenals des tijds op Rodeck, en evenals toen was de horizon donkerrood gekleurd; maar dit was thans geen noorderlicht, dat met zijn geheimzinnige schoon heid straalde; de gloed, die hier in het noorden flikkerde, getuigde van de gevechten, die nog overal in den omtrek plaats hadden, was afkomstig van de in brand geschoten dorpen en boerderijen; 't was het afgrijselijk oorlogsvuur, dat in de lucht weerkaatste. Hier stond een eenzame schildwacht, het geweer op schouder Hartmut van Falken ried. Zijn blik was op den vurigen gezichteinder gevestigd, waar de donkere wolken bloedrood wa ren gekleurd en van tijd tot tijd een regen van gloeiende vonken boven de walmende rookkolom men uitspatte. Ginds gloed en vlammen, hier ijs en nachtelijke duisternisl De kou, die overdag a'. streng was geweest, nam met elk uur toe en deed den eenzamen man tot in merg en been verstijven. Hij was wel is waar niet de eenige, van wien die zware dienst werd gevergd; maar zijne kameraden waren niet jarenlang zoo verwend als hij door het verblijf in het oosten, in de zonnige lucht van Sicilië. Na zijn zestiende jaar had Hartmut geen noordschen winter beleefd, en nu had die kou een noodiottigen invloed op hem en scheen het bloed in zijne aderen tot ijs te doen stollen. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1928 | | pagina 1