4%%
99%
isscherij
PANDBRIEVEN
ïert in Onze Eilanden.
MIJNHA
tPUTTEN"
lelvoet.
frzending
;1 Flakkee.
00 N Az.
INSULAIRE HYPOTHEEKBANK
TE Z1ERIKZEE
(N'S STUDIE-WATERVERF
Het Beste!
WOENSDAG
8 AUGUSTUS 1928
DWAALLICHTEN.
VERSLAGEN
j komen ook
vaarop de
gebouwd.
n op één
Seter en
J de Noor de
lide produc-
I geweldige
poen na de
3 de fjorden
was ge-
fendvlakten
Keven.
voest, iets
Ben bedekt,
Itldhout, in
|ls eiken en
voor een
bouw-
Pst 15
35
jennen, be-
het Z O.,
t>unt is de
|de fjorden,
maar een
pirsctae boer
[aar artikel,
jan. Men zal
Ihen Noor
ouden. Een
fen weiland
I een weide
Kje om te
boer in de-
Jïederland-
||een gezel-
Iwars door
vee in de
dalen, het is boven op den „Saeter"ofSkan-
dinavische alpenwei, waar het zich voedt
met de mossen, korstmossen en heide, die
de korte Noorsche zomer in grooten overvloed
doefc opgroeien. Van BO tot 70 dagen, soms
langer, brengen de jonge mannen en vrouwen
daar in byna volkomen afzondering door.
Langs de fjordwanden, die naar het Zuiden
gekeerd z(jn, beschut tegen den Poolwind,
die ook in den zomer over de hoogvlakte
waait, liggen op verschillende plaatsen, vooral
in de Hardangerfjord, rijke boomgaarden met
heerlijk ooft (Kersen, peren, appelen).
(Wordt vervolgd)
Predikbeurten.
Zondag 5 Augustus 1928.
NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK.
Middelharnis, vm. leeskerk eu 'sav. (doop) ds.
v. d. Wal uit Dirkslaud.
Sommelsdyk, vm- en 'sav. ds. Den Oudsten uit
Elburg.
Dirksland, vm. ds. v. d. Wal.
Herkingen, vm. en 'sav. dhr. Van Ieperen.
Stellendam, 'sav. dhr. Vetter uit Langstraat.
Goedereede, nm. ds. Van Aineide uit S'dijk.
Ouddorp, vm. ds. Van Ameide uit S'dijk en
nm. ds. den Oudsten uit Elburg.
Nieuwe Tonge, vm. leeskerk en 'sav. ds. v. d.
Zee.
Oude Tonge, geen opgaaf.
Ooltgensplaat, vm. leeskerk en 'sav. ds. Polhuijs
uit Stad aan 't Haringvliet.
Langstraat, vm. en nm. dhr. Vetter.
Den Bommel, vm.ds. v.d. Zee en'sav. leeskerk.
Stad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhuijs en 'a av.
leeskerk
Hellevoetsluis, vm. ds. Timmer.
Nieuw-Helvoet, vm. ds. Priester.
Nieuwenhoom, vm. ds. de Voogd v. d. Straaten.
Rockanje, 'sav. ds. Timmer van Hellevoetsluis.
Vierpolders. vm. ds. Los.
Zwartewaal,'s av.ds.de. Voogd v. d. Stvaaten van
Nieuwenhoom.
LUTHERSCHE KERK.
Hellevoetsluis. 'sav. ds. Schmidt.
PROTEST A NTEN BOND.
Brielle, (Kerkstraat) vm. dhr. Miedema uit
Amersfoort.
GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en 'sav. ds de Lange uit
Waarder.
Stellendam, vm. en 's av. dhr. Hayer uit Zuidland.
Ouddorp, vm. en nm. ds. Diemer.
Ooltgensplaat, vm. en 'sav. ds. de Lange.
Den Bommel, vm, en 'sav. ds. Schaafsma.
Stad a. 't Haringvliet, vm. en 's av. ds de Graaf.
Hellevoetsluis, vm. ds. Westerhujjs.
Nieuw-Helvoet, 'sav. ds. Westerhuijs.
OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE.
Stad aan't Haringvliet, vm.,nm.en'sav.leeskerk
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Middelharnis, vm. en 'sav. leeskerk.
Dirksland, vm. en 'sav. ds. De Blois.
Herkingen, vm., en 'sav. leeskerk.
Ouddorp. vm. en 'sav. leeskerk.
De reden
„Waarom ben je niet meer bij Trommel
en Co?"
„Och, die deden dingen, die mij niet aan
stonden."
„Zoo, wat dan?"
„Zij zegden mij den dienst op."
Hij: „IJ wilt mij dus niet huwen?"
Lief meisje: „Onmogelijk 1"
Hij: „Vroeger scheen u mij toch lief te
hebben. Uw oogen schitterden, als ik aan
kwam, en dikwyls zag ik, als ik u stilzwij
gend zat aan te staren, dat u ontroerd was."
Lief meisje: „Dat is waar, maar sinds u
uw bakkebaarden hebt afgeschoren lijkt u
niet meer zooveel op mijn arme dooie
Pukkie".
Droomen.
„Geloof jy aan droomen, Kees?"
„Zeker."
„Wat beteekent het dan, als een getrouwd
man droomt, dat hij nog vrijgezel is?"
„Dat hem een groote teleurstelling wacht
bij zijn ontwaken."
-HELVOET.
A A EH Lompen, metalen, zolderopruimingen.
AAAUD Wij betalen de HOOGSTE prijzen.
HENDRIK WIJGERS,
•aat 38a - Tel. 31748 - ROTTERDAM.
jgbaar in eiken boekhandel.
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,076
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f l,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit],blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
10E JAARGANG. - N°. 78
Landbouw.
WAAROM AARDAPPELZIEKTE-
BERICUTEN.
Iedereen is altjjd zeer verlangend geweest,
en is dat nog, om vooruit iets meer van
het toekomstige weer te weten. De meeste
menschen kijken daartoe verlangend op den
barometer en meten naar den stand van
dezen laatste of naar de veranderingen in
luchtdruk af welk weer er moet zijn of welk
weer zal moeten komen. Gelukkig voor hen
komt het in ons land vaak uit, dat bij da
lenden barometerstand regen op komst is en
bij stijgenden luchtdruk zonneschijn. Maar
zoo eenvoudig is het niet en maar al te vaak
komt het niet uit: meer zelfs dan men
denkt. Dat wordt dan gewoonlijk erg gek
gevonden.
In wezen is het echter heelemaal niet
gek, dat de barometer volgens den publieken
maatstaf vaak anders doet, dan hij moet
doen, want voor een meer betrouwbare weer
voorspelling komt heel wat meer kijken. In
de laatste tientallen jaren zijner groote vor
deringen op dat gebied gemaakt, dank zij
den arbeid van onze meteorologen en het
beschikbaar zijn van gegevens, om dergelijke
voorspellingen beter te kunnen maken, over
veel grootere gebieden dan voorheen, mede
door de voortschrijdende techniek, die deze
gegevens sneller heeft weten over te brengen.
Niet alleen echter is de weervoorspelling
van belang voor allerlei soort van menschen,
waaronder de landbouwer niet in de laatste
plaats is te rekenen, maar ook en vooral
voor den landbouwer is het van belang te
weten hoe of het weer groei en opbrengst
van zijn gewassen heeft beïnvloed. En hier
bij is zijn eerste vraag, wat te doen om d6
nadeelen van ongunstige weersinvloeden op
het gewas zoogoed mogelijk te ondervangea
en de eerstvolgende ontwikkeling weer zoo
goed mogelijk te doen zijn. Meer en meer
werken ook de meteorologen mee om hem
hierbij behulpzaam te zijn en het is hun
streven om door rangschikking van hun
gegevens of door het opnemen van nieuwe
gegevens hun werk aan zooveel mogelijk
menschen ten goede te doen komen. Ook
aan den landbouwer.
Vlotte berichtgeving noodzakelijk.
Een prachtig voorbeeld van wat de meteo
rologen reeds in dit nieuwe stadium van
ontwikkeling van hun werkzaamheid hebben
mogen bereiken is de vondst van prof. dr.
E. van Everdingen, hoofddirecteur van het
Kon. Ned. Meteorologisch Instituut te De
Bilt, ten opzichte van de zoo gevreesde
aardappelziekte.
Uit gegevens, verzameld door mej. dr. N.
P. Löhnis om eventueel eenig verband te
kunnen leggen tusschen bepaalde weersom
standigheden en het optreden van deze ziekte,
lukte het professor van Everdingen inder
daad een waardevol samenstel van meteoro
logische factoren voor dit doel op te sporen.
En hieruit is reeds voortgevloeid een regel
matige berichtendienst, die zijn waarschu
wend woord laat hooren als de weersom
standigheden voor de landbouwers ergens
in ons land dermate ongunstig zyn geweest,
dat spoedig een sterke uitbreiding van de
aardappelziekte ook zeer bekend onder
haar latynschen naam Phytophtorainfestans
FEUILLETON.
E. WERNER
VERTALING VAN HERMINA.
Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.)
kan worden verwacht en dus zal moeten
worden voorkomen.
Als wij hier vertellen welke groote be
langen voor Nederland hiermee worden ge
diend, moeten wjj eerst echter mededeelen
waaruit deze berichtendienst bestaat en wat
de landbouwer daarop dient te doen.
Ook ten opzichte van den berichtendienst
maakt het Meteorologisch Instituut gebruik
van de nieuwste zich sterk ontwikkelende
techniek van de radiotelephonie. Aan de door
het instituut op de golflengte van 1100 Meter
om 10.45, 11.50, 12.55 en 21 uur uitgezon
den weerberichten wordt de bewuste waar
schuwing by eventueel voorkomen van het
gevonden complex van meteorologische fac
toren, toegevoegd. Bovendien zendt Vas Dias
te Amsterdam deze berichten onder de pers
berichten op golflengte 1060 Meter uit. Menig
landbouwer kan daar thans reeds van pro-
flteeren, doch zij die niet over een radio
toestel beschikken, kunnen de waar
schuwing in dagblad- en land- en tuinbouw-
pers vinden.
De aardappelziekte wordt bestreden door
het bespuiten van het gewas met de be
kende Bouillie Bordelaise of Bordeauxsche
pap, bereid uit kopervitriool, kalk en water,
of wel met Bourgondische pap, vervaardigd
uit kopervitriool, watervrye soda of sodex
en water, en wel door middel van een of
anderen deze oplossing verstuivenden zoo-
genaamden pulverisateur.
Daar men had opgemerkt, dat de ziekte
vooral optrad na vochtig warm weer en
vooral na zwaren dauw, spoot men gewoon
lijk als men meende, dat deze omstandig
heden zich voor hadden gedaan Uitstellen
van de bespuiting tot na midden Juni, als
men deze omstandigheden niet had waar
genomen, vond men echter te gewaagd en
men bespoot dus in dit geval maar steeds
op dezen vasten tijd.
Daar het nu bij deze ziekte er zeer op aan
komt op het meest juiste tijdstip te spuiten,
zal een rationeelere toepassing van dit wei k
zeer zeker veel nuttig effect af kunnen wer
pen, daar bespuiting zonder noodzaak natuur-
ïyk weggegooid geld beteekent. Dat er groote
belangen mee gemoeid zyn,.blykt wel uit
't feit, dat niet alleen bij sterke verbreiding
van de ziekte de poters, dus het volgende
gewas, groot gevaar loopen, doch ook de
oogst zelf. Een sterk aangetast veld waar
de bladeren zwart verschrompeld zich voor
doen zegt daarvoor eigenlyk al genoeg, maar
meer nog zal spreken het feit, dat door
rationeele bespuiting voordeelen van ƒ100,—
tot ƒ300,— per H.A. kunnen worden ver
kregen.
Wat dit wil zeggen voor ons land? Wij
willen, om hiervan slechts eenig denkbeeld
te geven, nog slechts vermelden, dat onze
aardappelcultuur een oppervlakte beslaat van
omstreeks 170.000 HA, d i. een vyfde deel
van de oppervlakte van al ons bouwland en
een uitgestrektheid van de grootte van de
provincie Zeeland. Met belangstelling zullen
wij in de komende jaren afwachten in hoe
verre de voormelde berichtendienst van in
vloed zal blijken te zijn op de productivi
teit van ODze aardappelteelt.
Reddingswezen.
Uit 't verslag 1927 der Z.-H. Maatschappy
tot Redding van Schipbreukelingen te Rot
terdam, ontleen en wij het volgende:
Bestuur en agenten.
In het bestuur kwam in het afgeloopen
jaar geen verandering. Het vorig verslag
vermeldde reeds, dat in den aanvang van
1927 het beheer over het station Burgsluis
in handen overging van den heer L L. Bolle.
Op 7 April overleed in den leeftyd van
86 jaren de heer M. Bolle Lz., wiens groote
verdiensten voor de maatschappy reeds wer
den herdacht by zijn aftreden als agent te
Burgsluis.
Door de opheffing van de reddingstations
te Hellevoetsluis en Ouddorp legden de hh.
A. Blom en A Kaptijn hun functie als agent
neer, die zij op loffelijke wijze hebben vervuld.
De heer P. J. Guttig verliet den dienst van
het Ryksloodswezen en trad dientengevolge
af als assistent in het beheer van het station
te Vlissingen. Zijn langdurige verdiensten
voor het reddingswezen, voorheen ook als
agent te Hellevoetsluis, gaven het bestuur
aanleiding hem te vereeren met de zilveren
medaille der maatschappij. De heer G Bak
ker, Commissaris van het Loodswezen te
Vlissingen trad in zijn plaats.
Stations.
De stations der Maatschappij, gevestigd op
de Nederlandsche kust bezuiden Loosduinen,
zyn thans o.a. de volgende:
Ter Heijde, reddingboot „Secretaris Schu
macher" mortier en vuurpyltoestel onder
beheer van den heer G W. Kampschöer,
burgemeester der gemeente Monster, assis
tent de heer A. L. T van Luik te Monster.
'e-Gravenzande, stalen reddingboot „Pre
sident „Veder, mortier en vuurpyltoestel bij
de hofstede „Vlugtenburg", onder beheer
van den heer A. L. T. van Luik te Monster.
Hoek van Holland, zelfrichtende en water-
loozende reddingboot „Emile Robin", met
mortier en vuurpyltoestel, by het Noorder-
hoofd van den Nieuwen Waterweg.
Stoomreddingboot „President van Heel"
in de Rijkshaven.
Stoomreddingboot „Prins der Nederlan
den", in de Rijkshaven.
Mortier en reddingvlet op hetZuiderhoofd
van den Nieuwen Waterweg.
Reddingvlet in de Rijkshaven.
Het geheel onder beheer van den heer H.
Vruggink, commissaris van het loodswezen
te Hoek van Holland, assistent de heer
A. Melcher.
Stellendam, dubbelschroef motorredding
boot „Koningin Wilhelmina" onder beheer
van den heer J. A. Charbon, burgemeester
aldaar.
Strandingen, reddingen en verleende hulp.
In den namiddag ten 4.30 uur van 24 Juni
meende men te Hoek van Holland waar te
nemen dat een scheepje aan den grond zat
in het Brielsche Gat. Ten 6 uur telefoneerde
de beheerder van den stormwaarschuwings-
dienst te Oostvoorne, dat een motorvaartuigje
fluitseinen gaf Daar het laag water was en
het vaartuig mogelijk lek kon zijn, zou bij
opkomend water met den stormachtigen
WZWten wind gevaar kunnen bestaan voor
de bemanning. De stoomreddingboot „Presi
dent van Heel" kreeg dus order stoom te
stoken en voer ten 6 30 uur uit. De boot
bereikte ten 7.30 uur het Nederlandsche
motorjacht „Anchorcable", waarvan de eige
naar aan den schipper vroeg in de nabijheid
te blijven om by opkomend water zyn jacht,
waarop zich 3 opvarenden bevonden vlot te
87)
„Dat is 't juist! Ik heb terstond waarschuwingen
afgezonden langs twee verschillende wegen, maar
onze rechtstreeksche verbinding met R. is afge
sneden, de vijand houdt de bergpassen bezet, de
berichten moeten groote omwegen maken en kun
nen niet bij tljds ter bestemder plaatse zijn."
Egon zweeg onthutst. De bergpassen waren
inderdaad door het vijandelijk leger bezet. Eschen-
hagen met zijn regiment moest den weg immers
eerst vrij maken en dit kon dagen lang duren.
„Wij hebben alle mogelijkheden overwogen,"
hernam de generaal, „maar er blijft ons geen uit
weg over, niets dan de flauwe hoop, dat de over
gaaf nog op de eene of andere wijs zal vertraagd
worden. Maar Falkenried is. er de man niet naar
om zich te laten ophouden," hij zal de zaak tot een
eind brengen en dan is hij verloren, en honderden,
misschien duizenden mét hem."
Wederom begon hij zijn loop door de kamer. Men
kon hem aanzien, hoe het lot van zijn bedreigde
wapenbroeders hem ter harte ging. Ook de jonge
vorst staarde radeloos voor zich uit; maar op eens
schoot hem een denkbeeld als een bliksemstraal
te binnen en hief hij het hoofd op.
„Excellentie!"
„Nu?"
„Zou 't niet mogelijk zijn, ondanks alles, een
depêche over de bergpassen te sturen? Een
goed ruiter zou desnoods morgen in den voormid
dag te R. kunnen zijn. Natuurlijk moest hij
rijden op leven en dood
„En midden door de vijanden? Gekheid! Gij
zijt toch ook soldaat en kunt zelf weten, dat dit
niet denkbaar is. De vermetele kwam geen halve
mijl verd hij zou reddeloos worden neergescho
ten."
,,En als er nu eens iemand werd gevonden, die
dit tóch durfde wagen? Ik ken zoo iemand, Excel
lentie."
De generaal fronste de wenkbrauwen.
„Bedoelt ge soms, dat gij zelf zin hebt in dat
noodelooze offer? Dat zou ik moeten verbieden,
vorst Adelsberg! De dapperheid van mijne offi
cieren stel ik op hoogen prijs, maar voor zulke
onmogelijke ondernemingen geef ik hun geen ver
lof."
„Ik spreek niet van mijzelf," hernam Egon
ernstig. „De man, dien ik bedoel, is bij het zevende
regiment en staat op het oogenblik bij de voor
posten op den Kapellenberg. Hij was 't die mij den
gevangene meldde."
De generaal zag peinzend vóór zich; nu schudde
hij ongeloovig het hoofd.
„Ik herhaal, dat 't onmogelijk is. Maar hoe
heet die man?"
„Jozef Tanner."
„Gemeen soldaat?"
„Ja, maar vrijwilliger."
„Kent ge hem meer van nabij?"
sleepen, hbtgeen ten 3 30 uur gelukte. In
diep water werd het jacht losgelaten, waarna
de stoomreddingboot buitenom naar haar
station terugkeerde
In den avond van 1 November strandde
een sleepboot op deBeningeD. Den volgenden
morgen werd dit te Stellendam gemeld en
wijl het 's nachts zeer hard had gewaaid,
voer de motorreddingboot uit om te zien of
nog hulp verleend kon worden Na aankomst
by het gestrande vaartuig kwam ook een
sleepboot ter assistentie, waaraan het afslee-
pen werd overgelaten.
Bij dikken mist werd op 22 December aan
houdend fluiten gehoord te Hoek van Holland,
waarop ten 5 50 uur vm. de „Prins der
Nederlanden uitvoer, dra gevolgd door een
sleepboot en een bergingsvaartuig. Achter
het Zuiderhoofd was de motorlogger K W.
140 gestrand. Tot 3 uur nm. bleef de red
dingboot in de nabijheid en keerde daarna
terug, wijl geen onmiddeliyk gevaar dreigde
en de bemanning het schip niet wenschte
te verlaten. Tegen het vallen van den avond
is deze in eigen boot op het Zuiderhoofd
geland.
De vermeerdering van het totaal aantal
geredden bedraagt over dit jaar slechts 3.
INGEZONDEN MEDEDEEL1NG.
Prijs 30 «a 60 ct. Bij Apoth. tn Drogisten
Verslag van de Vergadering van den
Ruad dor GemeenteSOMMELSDIJK
op Vrydag 3 Augustus des namid
dags half drie uur.
Voorzitter Burgemeester Den Hollander.
Alle leden tegenwoordig.
1De Voorzitter opende de vergadering met
gebed, waarna de notulen der laatste ver
gaderingen werden voorgelezen en onveran
derd goedgekeurd.!?
2 Ingekomen stukken:
Een missieve van Ged. Staten inhoudende
een verzoek om in de R C. overeenkomst
met de Nationale Bankvereeniging alhier als
nog enkele wijzigingen te brengen. Hiertoe
werd besloten.
De goedkeuring van Ged. Staten over den
landaankoop van Mej. de Graaff en het aan
gaan van de geldleening daartoe.
Van Ged. Staten een staat van aanmer
kingen op den gemeente Begrootingsdienst
1928, die nog steeds niet is goedgekeurd.
B. en W. stelden voor aan de verlangens
van Ged. tegemoet te komen.
Blok merkte hierby op dat hy tegen het
schrappen van de post Werkloozensteun was,
wanneer die onder een ander hoofd kwam
vond spreker dit geen bezwaar.
Voorzitter zeide dat dit jaar die post toch
niet noodig zal zijn. Ged. Staten merkten
op dat een dergelijke post eigenlijk bij een
begrooting van het Burgerlijk Armbestuur
behoorde en niet op een gemeentebegrooting.
Blok zeide dat zulks niet zoo bezwaariyk
was indien het Burgerlijk Armbestuur in
handen was van B. en W., zooals in vele
gemeenten, doch hier zou men daarover
niets meer te zeggen hebben en daarmede
kan spreker zich niet vereenigen.
Dy kers zeide dat men een scherpe schei
ding dient te maken tusschen maatschappe-
lyken enoverheidsteun, z.i.z moeten eerst de
maatschappelijke vereenigingen dat werk ter
hand nemen, blykt dat die niet bij machte
zijn de vereischte steun te geven, eerst dan
mag een overheidslichaam zich daarmede
bemoeien Een Overheidsbestuur moet alleen
regeeren.
Blok zeide daarover thans niet te zullen
discussieeren|;
Procesverbaal van de kasopname bij den
Gemeente-Ontvanger waaruit bleek dat een
bedrag in kas was van 2891,69 overeen
komstig boeken en bescheiden.
Een schrijven van de heeren Van Lente
en Van den Doel, waarin zij mededeelen
hunne benoeming tot Lid der Schattings
commissie aan te nemen.
Een schrijven van de commissie van Toe
zicht op het Lagei Onderwys waarin zij haar
dank betuigt voor het aanstellen van een
kweekeling met acte aan de O. L. School.
De Begrooting van gezondheidscommissie
met een ontvang en uitgaaf van 1429,75.
Werd goedgekeurd.
Een schrijven van de Vereeniging Goeree
en Oveiflakkeescb Belang om een artikel in
politieverordening op te nemen om de heggen
op hoeken van verkeerswegen niet hooger
te laten groeien dan 1,25 M.
Voorzitter zeide dat op die punten reeds
overeenstemming is verkregen door den ge
meente-opzichter met de betrokken men
schen en stelde voor nog te wachten het
verbod in politieverordening op te nemen
tot een volgende vergadering. Hiertoe werd
besloten.
Een schrijven van de Gezondheidscom
missie over het woningtoezicht.
Van der Veer vroeg waarom de gezond
heidscommissie niet zelf het onderzoek leidt.
Is dit wel het werk voor den gemeente-op
zichter
Voorzitter zeide dat genoemde commissie
slechts een adviseerend lichaam is en zij
vraagt ons opgave van perceelen die onder
zoek noodig hebben. De Gemeente-opzichter
is thans byna klaar met zijn onderzoek. Zou
het ook wel billijk zijn als de gezondheids
commissie zelf het onderzoek leidde van alle
woningeD. Dit zou natuurlijk veel kosten
met zich brengen en dan zouden de andere
gemeenten moeten betalen aan een onder
zoek dat in deze gemeente plaats heeft ge
had, want de kosten van die commissie
werden per zielental omgeslagen over alle
gemeenten.
Blok trekt het in twyfel of Mast wel een
objectief rapport kan samenstellen.
Dy'kers; Daarvan willen jullie zeker een
verkiezingsprogram maken.
Blok: De woningtoestand is hier door en
door rot, en ik geef Dijkers graag de ge
legenheid zich daarvan eens te overtuigen.
Dy kers: dat behoef ik niet te doen, ik
weet wel dat er sterk overdreven wordt.
Mlis meende dat de rollen met de gezond
heidscommissie wel wat worden omgedraaid.
Het verslag van de werkeloosheid-com
missie.
3. Aangeboden werd de begrooting voor
het Burgerlijk Armbestuur en het Wefeshuis.
Een verzoek van W. J Roodzand om ont-
„Ja, Excellentie! 't Is misschien de beste ruiter
van het geheele leger, onverschrokken en zelfs
vermetel, en toch in staat om in zulk een geval
met de omzichtigheid van een officier te handelen.
Als iemand 't gedaan krijgt, dan is hij 't!"
„En denkt ge bevelen Iaat zich zoo iets niet,
't is niet meer dan een laatste wanhopige poging
denkt ge, dat die man zich vrijwillig met die bood
schap zal belasten?"
„Daar sta ik voor in."
„Dan kan en mag ik mij niet daartegen verzet
ten, nu er zóóveel op het spel staat. Ik zal Tanner
terstond hier ontbieden."
„Mag ik hem dat bevel overbrengen?" viel
Egon haastig in. De generaal zag hem bevreemd
en vorschend aan.
„Wilt ge dat zelf doen? Waarom?"
„Om tijd uit te winnen. De weg, dien Tanner
moet inslaan, loopt langs den Kapellenberg; als
hij eerst heen en weer naar het hoofdkwartier gaat,
verliest hij een uur."
Hiertegen viel niets in te brengen; maar toch
scheen de generaal te gevoelen, dat hij wel het
naaste, doch niet het óllernaaste had vernomen.
De eerste de beste soldaat ondernam maar niet
een waagstuk, dat hij hoogst waarschijnlijk met
den dood zou moeten bekoopen; maar de oude
krijgsman vorschte niet verder en vroeg alleen:
„Staat ge borg voor dien man?"
„Ja!" verklaarde de jonge vorst kalm en vast
beraden.
„Goed. Geef hem dan zelf zijn instructies. Maar
nog iets: hij moet een geloofsbrief hebben, ais hij
er wezenlijk in slaagt onzen wachtpost aan gind-
sche zijde te bereiken, want elk oponthoud zou
noodlottig kunnen worden, nu de zaak misschien
van enkele minuten afhangt."
Hij trad op de schrijftafel toe en wierp een paar
regels op een papier, dat hij den vorst ter hand
stelde.
„Ziedaar! En hier is de depêche aan Falkenried.
Ge brengt mij terstond bericht of Tanner bereid
is om te gaan?"
„Terstond, Excellentie!"
Egon nam de papieren in ontvangst, groette
haastig en snelde naar zijn kwartier, waar hij
bevel gaf oogenblikkelijk zijn paard te zadelen.
Vijf minuten later was hij al op weg.
De Kapellenberg, die misschien oorspronkelijk
een anderen naam droeg, maar door de Duitschers
in den regel zóo werd genoemd omdat zich hierop
een kleine kerk verhief, was een tamelijk hooge,
gedeeltelijk begroeide heuvel, de uiterste punt
van een bergketen, die zich naar deze zijde uit
strekte. Hij vormde hier de grens voor de Duitsche
legermacht, en in de boerenhofsteden, die aan zijn
voet verspreid lagen, was een compagnie van het
zevende regiment ingekwartierd, welker dienst
terecht als den zwaarsten en gevaarlijksten werd
beschouwd.
De kapel lag eenzaam en verlaten, half bedol
ven onder de sneeuw; geestelijke en koster waren
reeds lang gevlucht en het kleine bedehuis zelf
droeg overal de sporen der verwoesting," daar ver
bitterde gevechten op deze hoogte hadden plaats
gehad. Muren en dak waren nog staande gebleven,
maar een deel van de zoldering was ingestort en
de wind floot door de doorschoten vensters. Daar
achter verhief zich het met ijs en sneeuw bedekte
bosch, en over alles breidde zich het onzekere licht
van de halve maan uit, die nu juist aan den be
wolkten hemel zichtbaar werd en telkens met haaf
spookachtig schijnsel den omtrek verhelderde, om
na weinige oogenblikken weer te verdwijnen.
't Was een ijskoude winternacht, evenals des
tijds op Rodeck, en evenals toen was de horizon
donkerrood gekleurd; maar dit was thans geen
noorderlicht, dat met zijn geheimzinnige schoon
heid straalde; de gloed, die hier in het noorden
flikkerde, getuigde van de gevechten, die nog overal
in den omtrek plaats hadden, was afkomstig van
de in brand geschoten dorpen en boerderijen;
't was het afgrijselijk oorlogsvuur, dat in de lucht
weerkaatste. Hier stond een eenzame schildwacht,
het geweer op schouder Hartmut van Falken
ried. Zijn blik was op den vurigen gezichteinder
gevestigd, waar de donkere wolken bloedrood wa
ren gekleurd en van tijd tot tijd een regen van
gloeiende vonken boven de walmende rookkolom
men uitspatte. Ginds gloed en vlammen, hier ijs
en nachtelijke duisternisl De kou, die overdag a'.
streng was geweest, nam met elk uur toe en deed
den eenzamen man tot in merg en been verstijven.
Hij was wel is waar niet de eenige, van wien die
zware dienst werd gevergd; maar zijne kameraden
waren niet jarenlang zoo verwend als hij door het
verblijf in het oosten, in de zonnige lucht van
Sicilië. Na zijn zestiende jaar had Hartmut geen
noordschen winter beleefd, en nu had die kou een
noodiottigen invloed op hem en scheen het bloed
in zijne aderen tot ijs te doen stollen.
(Wordt vervolgd)