mmm I ééïl prijs siT' 75c EERSTE BLAD v KAMP!!! 7.00 8.25 9.75 8.00 9.50 11,00 18.75 23.00 iRHEMDEN NHARDT'S 75c iwtabletten IHARDT'S itabletten JHANOI'S fiftc Jpijntabletten iHARDT'S qac Jltabletten IHARDT'S «nc ZATERDAG 26 MEI 1928 feuilleton. DWAALLICHTEN. 30 ets. per doosje Fietstochten PUROL ins fliJamc - Verkoop maat NIET te rekenen; >RTPAKKEN Serie III Serie IV ISTUUMS italon Serie lil Serie IV ten één prijs 95 ct. ten één prijs 1.25 R otterdam Lompen, metalen, zolderoprnimlngen. Wij betalen de HOOGSTE prijzen. 3RIK WIJGEUS, Tel. 3174® - ROTTERDAM. jrtabletten r bij Apoth.en Drogisten jien van den naam A.MIJNHARDT wn.Fabpiek. ZEIST Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,076 ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel, Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 10E JAARGANG. N°. 58 Pinksteren. Pinksteren is een der hooge christelijke feestdagen, waaraan geregeld een speciaal artikel wordt gewijd. Dat is nu eenmaal een traditie geworden en waar het niet anders kan zijn dan een herdenking, een beschou wing van één en hetzelfde feit, komen al deze artikelen uit den aard der zaak dus vrijwel op hetzelfde neer. Dit wil echter volstrekt niet zeggen, dat het daarom maar achterwege moet blijven. De herdenking onzer christelijke feestdagen zijn geschikt en bestemd om onze godsdienstige gevoe lens levendig te houden. En in den regel is dit geen overbodige weelde. De moderne maatschappij laat veel min der dan vroeger tijd voor overpeinzingen en terugblikken. Voor gemoedelijkheid is geen plaats meer. De strijd om het dage- lijksch bestaan is feller geworden dan voor heen, is onmeedoogend en isjoorzaak dat de verdraagzaamheid heel ver te zoeken is. Zoowel individueel als in groepsverband is het een strijd op leven en dood, waarbij alleen materialistische oogmerken op den voorgrond staan, met een volkomen ver- waarloozen van onze kostbare geestelijke belangen. Er ligt zoo'n groote, schijnbaar onover brugbare afstand tusschen de theorie en de practijk. Niets is moeilijker dan een goed mensch te zijn, een mensch die onbaat zuchtig is, die zijn eigen trots overwint en die zijn verkeerde gewoonten en hartstoch ten beteugelt en die verlangend uitziet naar het goede, die een stuwkracht is, welke ons opwaarts voert. Zooals de on beschaafde neger vroeger en ook nu nog zijn kostbare waren uitlevert voor een waardeloos gekleurd stukje glas, waarom we hem uitlachen en beklagen, zoo offeren wij ons kostbaarste bezit voor een mate rialistisch belang, voor een hoopje blin kend goud, waaraan we groote waarde hebben toegekend, omdat we een ruil middel noodig hadden in het internatio naai goederenverkeer en omdat het zeld zaam is. Hoe belangrijk overigens ook in dit goederenverkeer, hoe groot moet wel de ontgoocheling zijn van iemand die in zijn stervensuur tot de ontdekking komt, dat het verzamelen van een hoop goud zijn eenigste levensdoel is geweest. Hij of zij zal tot de ontstellende conclusie komen, dat dit doel alle waarde aan zijn leven ontneemt. Wij worden hieraan niet gaarne herinnerd en velen betitelen de herdenking van een christelijken feestdag als een holle phrase. En toch kan niemand aan de herinne ring van Pinksteren ontkomen. Alles, heel de Schepping werkt mee, om de betee- kenis van Pinksteren tot de menschheid te doen doordringen. Rondom is alles een wonderschoone opleving der natuur. Met Kerstmis koesteren we de hoop dat eens E. WERNER VERTALING VAN HERMINA. Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.) 67) Deze bedreiging miste hare uitwerking niet. Willibaid ontstelde en trad een stap achteruit. „Mama, dat hebt ge maar in drift gezegd!" riep hij. „Dat zeg ik in vollen ernst! Zoodra gij een too- neelspeelster als vrouw het huis binnenleidt, waar ik dertig jaar lang braaf en fatsoenlijk het bestuur heb gevoerd en waar ik mijn hoofd eens voor het laatst hoop meer te leggen verlaat ik dat huis voor altijd. Laat haar daar dan maar de baas spe len Kies maar tusschen haar en je moeder!" „Maar, Regina, zet den jongen toch niet dade lijk het mes op de keell" trachtte Schönau haar te kalmeeren. „Ge foltert hem met hem zulk een keus voor te houden!" Regina luisterde echter niet naar die vermaning. Zij stond met doodsbleek gelaat, de oogen onafge wend op haar zoon gevestigd, en herhaalde onwrik baar: „Kies maar zij of ik!" Ook Willibaid was van kleur verschoten en zijne lippen trilden, toen hij zacht zeide: „Dat's hard, mama! Ge weet, hoeveel ik van u de vrede komen zal, waarvan Christus ge boorte de belofte is, met Paschen jubelen we over de overwinning op de duistere machten en nu herdenken we de uitstorting van Zijn Geest, waardoor Zijn Woord heel de menschheid doet deelen in de vruchten der verlossing. Pinksteren herdenken we als het feest van geest en daad, van heilige bezieling, van ontvangen en geven. Het tijdperk van voorbereiding sluiten wij hiermede af, om onze taak te aanvaarden. Wij hebben te werken en door ons voorbeeld de wankel moedigen te schragen. Veel is er in het leven dat wij als nietige menschen niet kunnen begrijpen en beredeneeren. Wij stellen wel de vraag „waarom", doch het antwoord is niet altijd te geven. Tegen over het weinige waarachtige goed dat we verrichten, staat voor ons allen het vele kwade. Een goede daad moet dus geen reden zijn om te rusten, doch moet aansporen ook datgene goed te doen, wat we tot heden verkeerd hebben gedaan. Hieruit volgt, dat onze taak nooit beëindigd kan worden. Toen schrijver zijn eerste diploma in ontvangst nam, kreeg hij de wijze levens les van den examinator mee: „Hang dat diploma nooit achter een lijstje te pronken als een bewijs van een goede daad, want als je consequent wilt zijn, dan zou je ook al je slechte daden achter een lijst moeten hangen en er zou geen lijst en geen muur groot genoeg zijn, om ze aan op te hangen." Heel onze levenswandel kan getuige nis afleggen van grootsche christelijke ge dachten. En dan denken wij in de eerste plaats aan verdraagzaamheid, verzoening en vrede onder de volkeren. Even voor de Pinksteren herdenken wij de eerste internationale pogingen, om den oorlog uit te bannen en een definitieve vestiging van den wereldvrede te verzekeren. De idealen van Woodrow Wilson zijn nog lang geen werkelijkheid. Laat ieder onzer meewerken aan de verspreiding en ver- sterking'der vredesgedachte. De basis is ge legd, waarop eens de tempel van den wereld vrede zal verrijzen, inluidende een nieuw tijdperk van ongekenden bloei en opleving zoowel geestelijk als materieel. Geen groo- ter voldoening dan de innerlijke overtui ging, dat wij onzen plicht hebben gedaan. Laat de nabije toekomst straks getuigen, dét wij dit hebben gedaan. Week-revsae. Binnenland. Die altijd zoo hoog geprezen Meimaand, met blauwe luchten, zoete lentegeuren en bloemenweelde, zwoele heerlijke zomeravon den en meer dezer dichterlijke en journalis tieke ontboezemingen laat ons toch maar leelijk in de kou en in den regen zitten. De optimisten, welke bij de eerste zonnestralen reeds met een strooien hoed paradeerden misschien ook wel, doordat hun voorgaand hoofddeksel aftands begon te worden, zijn weer ijlings tot hun afleggertje teruggekeerd, houd en hoeveel leed ge mij zoudt aandoen met heen te gaan. Maar als ge waarlijk zoo wreed zijt, zulk een keus van mij te vergen, welnu, dan hij hief vastberaden het hoofd op „dan kies ik mijn verloofde!" „BravoI" riep de opperhoutvester, die geheel vergat, dat hij eigenlijk ook tot de rnedebeleedig- den behoorde. Willy, 't gaat mij evenals Toni; ge begint mij hoe langer hoe beter te bevallen! 't Spijt mij wezenlijk, dat ge niet mijn schoon zoon wordt 1" Mevrouw van Eschenhagen scheen dezen afloop van de zaak in geen geval verwacht te hebben. Zij had op haar vroegere macht vertrouwd, die zij nu in puin zag vallen, maar zij was er de vrouw niet naar om toe te geven. Ze zou het hoofd niet buigen al was haar leven er mede gemoeid. „Goed dan weten wij waar we aan toe zijn!" zeide zij kortaf, zich afwendende om heen te gaan, zonder acht te slaan op de tegenwerpingen van haar zwager, die haar volgde. Maar nog eer zij de deur had bereikt, werd deze geopend en trad de bediende van den opperhoutvester binnen met het haastig bericht: „De slotbewaarder van Rodeck is buiten en vraagt „Ik heb nu geen tijd," riep Schönau hem knorrig toe. „Zeg maar aan Stadinger, dat ik hem nu niet kan spreken. Familieomstandigheden Hij kon niet uitspreken, want Stadinger was den knehht op den voet gevolgd. Hij stond al op den drempel en zeide op wonderlijk bedrukten toon „Ik kom ook wegens een familieomstandigheid mijnheer Schönau, maar 't is een treurige. Ik kan dus ook niet wachten, maar moet u terstond spre- Wie nu nog rondloopt met een stroohoed, loopt zeker even erg in de gaten ala tijdens den oorlog een Duitscher met een vetvlek op zijn jas. De drager van zoo'n stroohoed zou ernstig in aanmerking komen voor het kampioenschap optimisme, doch zooals de lezer bekend zal zijn, is de recordhouder in dezen een Nederlandsch Staatsburger, welke met een opgewekt humeur eu lachend gezicht zijn belastingbiljet in ontvangst neemt. Het zal daarom voorloopig nog niet zoo gemakke lijk zyn, om dit record te verbeteren. De buitenlandsche journalisten, welke hier in verband met de Olympiade vertoeven, worden door ons vaderlandje gezeuld, om een juist idee te krijgen van het tegenwoor dige vlekje op de wereldkaart, dat Holland heet. Met prijzenswaardigen ijver worden onder deskundige leiding een groot aantal plaatsen in ons land bezocht, zoodat deze journalisten nu wel al hebben geleerd, dat alle Hollanders geen pofbroeken dragen, op klompen gaan en met haring loopen en meer dergelijke fraaie voorstellingen. Het is een schitterend idee, deze buitenlandsche journa- listen, welke voorlichting geven aan tiental len millioenen lezers zoo uitstekend moge lijk in te lichten over Holland en Hollandsche toestanden. Een juist inzicht is de hoek steen voor een beter begrijpen en juiste waardeering en de waardeerende artikelen dezer buitenlandsche collega's in hun bladen zullen voor ons landje van zeer veel nut zijn. Overigens bunnen wij niet anders dan groote bewonderiüg hebben voor den „ausdauer" hunner magen en verdere toebehooren. Ze worden van het eene diner naar het andere gesleept, hetgeen een ware krachtproef is voor de ingewanden. Deze krachtproef plus de rijkelijke zegeningen van Pluvius is wer kelijk geen kleinigheid en verklaart alleszins, waarom een gedeelte dezer journalisten soms vroeg in den morgen een beetje bleek om den neus ziet, alvorens een nieuwen trip door ons vaderlandje te aanvaarden. voor dé keel (Adv.) Onze sportliefhebbers, welke door den aard hunner werkzaamheden of wegens den be rooiden toestand hunner financiën niet naar Amsterdam kunnen gaan, om met eigen oogen de Olympiade te aanschouwen, zijn bitter teleurgesteld. Vanwege den Nederlandschen Bond van Bioscoophouders zijn er besprekin gen gevoerd, om voor een zeker bedrag de Olympiade te verfilmen. Deze onderhandelin gen zijn spaak geloopen, omdat er niet vol doende dubbeltjes op tafel kwamen. Het bestuur van de N. O. C. heeft besprekingen aangeknoopt in het buitenland, waarop de Nederlandsche bond van bioscoophouders zijn leden verbood ook maar iets van de Olympiade op doek te vertoonen. Inmiddels is er over eenstemming bereikt met een Italiaansche combinatie, zoodat de Olympiade wel zal worden verfilmd, doch tevens, dat wfj er in Holland zeer waarschijnlijk niets van zullen zien. Ook voor de gewone bioscoopbezoekers valt deze loop van zaken te betreuren. Een vertooning der Olympiadefilm zou in elk geval een stuk werkelijkheid hebben gebracht, dat in menig opzicht ver zou uitsteken voor een deel der onlogische films, als daar zijn, waarin één held vecht tegenover een honderd voudige overmacht en overwint, mitsgaders een acrobaat die van een hooggelegen dakgoot springt en wegholt, alsof hy een wereldrecord in hardloopen wil verbeteren, of een dienst meisje, dat jaren achtereen in dezelfde betrek king blfift en alles doet wat vroeger van een gedienstige werd verwacht, enz. enz. INGEZONDEN MEDEDEELING. Pijn in rng en lendenen Blijf daarmee tocb niet loopen. Akker's Kloosterbalsem zal Uw pijn onmiddellijk tot bedaren brengen, U snel behaaglijke ver lichting, kalmte en rust bezorgen. Klooster&aSsem „Geen go-ad zoo goed" Buitenland. De verkiezingsstrijd in Duitschland is weer gestreden. Over het geheel genomen hebben deze verkiezingen een vrfi kalm ver loop gehad, hoewel in Berlijn een jeugdig communist bfi een botsing met nationaal- socialisten door een revolverschot doodelfik is getroffen en een socialistenleider in het Saksische stadje Glaucaau door communisten is vermoord, Op verschillende plaatsen, o.a. te Berlijn heeft gedurende den geheelen ver kiezingsdagen pijpestelen geregend, zoodat de kiezers wel verplicht waren in de stad te blijven en hun kiezersplichten te vervul len. Het aantal uitgebrachte stemmen is dan ook in vergelijking met voorgaande jaren hoog te noemen en bedraagt nagenoeg 31 millioen. De uitslag dezer verkiezingen is in menig opzicht een verrassing. Het zijn vooral de sociaal-democraten, de communisten en de economische partij, welke een groote winst hebben te boeken terwijl deDuitsch- nationalen, de democraten en ook het Ka tholieke Centrum, dat er met bedenkelfike verliezen uitkomt. De Duitsch-nationalen hebben een zoodanige nederlaag geleden, dat deze eeD kleine dertig zetels verliezen. Dat is welletjes. De sociaal-democraten maken een winst van ruim twintig zetels, terwijl ook de communisten ruim een tiental zetels vooruitgaan, De winst der sociaal-democraten springt te meer in het oog, wijl de winst der communisten voor het grootste gedeelte is verhaald op derugdersociaal-democrateD. Dat ook het Centrum zoo gehavend uit dezen strijd is te voorschijn gekomen was voor velen een groote verrassing, daar algemeen werd aangenomen, dat dit over het best gediciplineerde keizerscorps beschikte. De gebeele uitslag is een merkbare linksche verschuiving, wat er ten duidelijkste op wijst, dat groote groepen kiezers alles behalve in genomen zijn met het gevoerde beleid der vorige coalitie. De vraag is nu, welke zal de a.s. regeeringscoalitie zijn. De sociaal-democraten beschikken in den nieuwen Rijksdag over zooveel zetels, dat het uitgesloten is, dat er zonder hen een parle mentaire regeerings-meerderheid is te vor- meeren De Duitsch-nationalen gaan van de regeeringsbank over in de oppositie. De po sitie vaü Streseman (Duitsche Volkspartij) is door dezen uitslag geenszins versterkt. In den ouden Rijksdag was er geen meerderheid zonder hem bijeen te brengen, doch door deze sterke opschuiving naar links kan h(j zich. alleen handhaven; tenzij sociaal-demo craten en Centrum dit verlangen. De ver wachting is, dat het Centrum zal aansturen op de groote coalitie (van Duitsche Volks partij tot en met sociaal-democraten) waar door een meerderheid zou worden verkregen van ruim 300 stemmen tegen een oppositie van ongeveer 190. Ook de coalitie van Wei= mar is mogelijk, van sociaal-democraten tot Centrum, doch dit is al zeer onwaarschijnlijk. De koehandel tusschen de partijen zal nu weldra aanvangen en hierbij zal iedere party trachten een zoo groot mogelijk deel van de buit machtig te worden. De sociaal-demo craten zullen zeker niet erg bescheiden zijn in hun eischen (bescheidenheid is overigens een sporadisch verschijnsel in het politieke schaakspel) nu er zonder hen moeilijk zal kunnen worden geregeerd, tenzij er een zakenkabinet moet worden gevormd. Al deze pogingen zouden al heel weinig succes heb ben en daarom zullen de partijen met elkaar moeten marchandeeren. De kansen van het Centrum, wat de verworpen en begeerde schoolwetten betreft, zijn er door deze link sche verschuiving niet op verbeterd. De sociaal-democraten hebben zich bereid ver klaard de regeeringsverantwoordelijkheid te aanvaarden en waar zij in iedere combinatie het grootst aantal zetels hebben, wordt aan genomen dat zij minstens de helft der be-? schikbare portefeuilles zullen opeischen, be nevens het rijkskanselierschap, waarvoor reeds zyn gedoodverfd. Hermann Muller, de ex-kanselier, of de Pruisische minister-pre sident Otto Braun. Voor de Duitsch-nationa len is dat alles een zeer harde les. De Franscbe pers verheugt zich over de neder laag der Duitsch-nationalen, waarin de Fran- schen steeds een gevaar hebben gezien, wat het nakomen der Duitsche verplichtingen betreft. Als een gevolg dezer verkiezingen en de politieke katers hiervan, moet er veel vraag in Duitschland zijn naar haring, het geen misschien onze baringexport kan ten goede komen. Eindelijk is dan ook het Engelsche ant woord op het anti-oorlogspact van Kellogg overhandigd. De Eugelsche Dominions moes ten eerst hierover worden geraadpleegd en dit is oorzaak geweest, waarom het Engel- INGEZONDEN MEDEDEELING. ken." „Wat is er dan?" vroeg Schönau getroffen „Is er een ongeluk gebeurd? De vorst is toch im mers niet op Rodeck, zooveel ik weet?" „Neen, Zijne Hoogheid is in de stad, maar mijn heer Rojanow is bij ons en stuurt mij hier heen Hij laat mijnheer Schönau en mijnheer van Eschen hagen verzoeken oogenblikkelijk op Rodeck te komen, en mevrouw Stadinger zag hierbij naar mevrouw van Eschenhagen, die hij van hare bezoeken op Furstenstein kende „mevrouw zou zeker ook best doen met dadelijk mee te gaan." „Maar waarom dan toch? Wat is er dan voor gevallen?" riep de opperhoutvester, die nu ernstig ongerust werd. De oude man wachtte even, eer hij antwoordde. Men had hem blijkbaar op het hart gedrukt, het nieuws voorzichtig over te brengen. Eindelijk zeide hij: „Mijnheer van Walmoden is bij ons op het kas teel en mevrouw de barones ook." „Mijn broeder?" viel Regina met angstige span ning in. „Ja, mevrouwl" Mijnheer is uit het rijtuig ge vallen en ligt nog altijd bewusteloos. De dokter dien wij in der haast gehaald hebben, vindt den toestand hoogst bedenkelijk." „Goede hemel!" riep mevrouw van Eschen hagen verschrikt. „Maurits, we moeten er ter stond heen!" Schönau had al aan het schelkoord getrokken. „Zoo schielijk mogelijk inspannen!" riep hij den aansnellenden bediende toe. „Hoe is dat gekomen, Stadinger? Vertel alles eens geregeld!" „Mijnheer de baron kwam met mevrouw van Qstwalden en wilde naar Furstenstein gaan,' begon Stadinger. „Zij namen den weg over Ro deck en waren niet ver van het kasteel, toen onze houtvester, die met zijn onderopzichter in het bosch was, een paar schoten liet knallen en een licht ge kwetst hert in wilde vaart over den straatweg juist vóór het rijtuig uitvloog. De paarden schrik ken en slaan op hol; de koetsier kan ze niet meer in bedwang houden. De beide jagers zien dit en snellen 't na; ze hooren nog hoe mevrouw haar man toeroept: „Blijf zitten, Herbert" In Gods naam! Neen niet er uit!" maar mijnheer schijnt niet meer te weten wat hij doet, hij rukt het por tier open en springt er uit. Bij die razende snel heid ploft hij natuurlijk met geweld op den grond en wordt tegen een boom geslingerd. Niet ver daar vandaan, bij een kromming van den weg, bracht, de koetsier eindelijk de wilde dieren tot staan. Mevrouw van Walmoden, die geen letsel had ge kregen, vloog toen zoo schielijk mogelijk terug naar de plek, waar het ongeluk geschied was, en daar vond zij dien armen mijnheer zwaar gewond en bewusteloos De houtvester en zijn knechten brachten hem naar Rodeck, dat het dichtst in de buurt lag. Mijnheer Rojanow heeft voor alles ge zorgd, wat voor het oogenblik kon gedaan wor den, en zendt mij nu hierheen, om u de tijding over te brengen." Het sprak wel van zelf, dat onder den indruk van dit treffend bericht de straks nog zoo heftige twist tusschen de familieleden eensklaps gestaakt was. In allerijl maakte men zich gereed om te ver trekken, Antonie werd geroepen en met de treu rige tijding bekend gemaakt, en zoodra het rijtuig voorkwam, spoedde de opperhoutvester zich met zijne schoonzuster naar beneden. Willibaid, die met Stadinger volgde, hield dezen op de trap nog even Het Doorzitten bij Wielrijden, een door de zon verbrande Huid, Schrijnen en Smetten verzacht en geneest men met Doos 30, 60, Tube 80 ct. staande en vroeg halfluid: „Wat is het oordeel van den dokter? Weet ge daarvan niets naders?" De oude man knikte bedroefd met het hoofd en antwoordde ook op gesmoorden toon: „Ik stond er bij, "toen mijnheer Rojanow hem in de voorkamer vroeg, wat hij er van dacht. Maar er is geen hoop meer die arme mijnheer zal den nacht niet meer halen!" In het kleine jachthuis op Rodeck, dat er onder de sneeuw dier eerste Decemberdagen zoo eenzaam en winterachtig uitzag, was 't zelden zoo druk ge weest als op dezen dag. 't Was omstreeks den mid dag, toen de twee houtvesters, wier schoten de onschuldige oorzaak van het ongeluk waren ge weest, den gewonden gezant hierheen brachten. Waarschijnlijk hadden zij gemerkt, dat 't onmoge lijk zou wezen hem naar Furstenstein te transpor teeren en wendden zij zich daarom naar Rodeck, dat nauwelijks een kwartier uurs van de plek was verwijderd, waar het ongeluk had plaats gehad. Hartmut Rojanow, die zich in het jachthuis be vond, en dien men er terstond bijriep, had onmid dellijk de noodige maatregelen genomen. De ka mers, anders door vorst Adelsberg bewoond, wer den ter beschikking gesteld van den patiënt, waar op de eerste en dringendste hulp hem verleend en een ijlbode naar den dichtsbijwonenden genees heer gezonden werd, die zich gelukkig niet lang liet wachten. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1928 | | pagina 1