mmm
I ééïl prijs
siT'
75c
EERSTE BLAD
v KAMP!!!
7.00
8.25
9.75
8.00
9.50
11,00
18.75 23.00
iRHEMDEN
NHARDT'S 75c
iwtabletten
IHARDT'S
itabletten
JHANOI'S fiftc
Jpijntabletten
iHARDT'S qac
Jltabletten
IHARDT'S «nc
ZATERDAG
26 MEI 1928
feuilleton.
DWAALLICHTEN.
30 ets. per doosje
Fietstochten
PUROL
ins
fliJamc - Verkoop
maat NIET te rekenen;
>RTPAKKEN
Serie III
Serie IV
ISTUUMS
italon
Serie lil Serie IV
ten één prijs 95 ct.
ten één prijs 1.25
R otterdam
Lompen, metalen, zolderoprnimlngen.
Wij betalen de HOOGSTE prijzen.
3RIK WIJGEUS,
Tel. 3174® - ROTTERDAM.
jrtabletten
r bij Apoth.en Drogisten
jien van den naam
A.MIJNHARDT
wn.Fabpiek. ZEIST
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,076
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel, Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
10E JAARGANG. N°. 58
Pinksteren.
Pinksteren is een der hooge christelijke
feestdagen, waaraan geregeld een speciaal
artikel wordt gewijd. Dat is nu eenmaal een
traditie geworden en waar het niet anders
kan zijn dan een herdenking, een beschou
wing van één en hetzelfde feit, komen al
deze artikelen uit den aard der zaak dus
vrijwel op hetzelfde neer. Dit wil echter
volstrekt niet zeggen, dat het daarom maar
achterwege moet blijven. De herdenking
onzer christelijke feestdagen zijn geschikt
en bestemd om onze godsdienstige gevoe
lens levendig te houden. En in den regel is
dit geen overbodige weelde.
De moderne maatschappij laat veel min
der dan vroeger tijd voor overpeinzingen
en terugblikken. Voor gemoedelijkheid is
geen plaats meer. De strijd om het dage-
lijksch bestaan is feller geworden dan voor
heen, is onmeedoogend en isjoorzaak dat
de verdraagzaamheid heel ver te zoeken is.
Zoowel individueel als in groepsverband
is het een strijd op leven en dood, waarbij
alleen materialistische oogmerken op den
voorgrond staan, met een volkomen ver-
waarloozen van onze kostbare geestelijke
belangen.
Er ligt zoo'n groote, schijnbaar onover
brugbare afstand tusschen de theorie en de
practijk. Niets is moeilijker dan een goed
mensch te zijn, een mensch die onbaat
zuchtig is, die zijn eigen trots overwint en
die zijn verkeerde gewoonten en hartstoch
ten beteugelt en die verlangend uitziet
naar het goede, die een stuwkracht is,
welke ons opwaarts voert. Zooals de on
beschaafde neger vroeger en ook nu nog
zijn kostbare waren uitlevert voor een
waardeloos gekleurd stukje glas, waarom
we hem uitlachen en beklagen, zoo offeren
wij ons kostbaarste bezit voor een mate
rialistisch belang, voor een hoopje blin
kend goud, waaraan we groote waarde
hebben toegekend, omdat we een ruil
middel noodig hadden in het internatio
naai goederenverkeer en omdat het zeld
zaam is. Hoe belangrijk overigens ook in
dit goederenverkeer, hoe groot moet wel
de ontgoocheling zijn van iemand die in
zijn stervensuur tot de ontdekking komt,
dat het verzamelen van een hoop goud
zijn eenigste levensdoel is geweest. Hij of
zij zal tot de ontstellende conclusie komen,
dat dit doel alle waarde aan zijn leven
ontneemt. Wij worden hieraan niet gaarne
herinnerd en velen betitelen de herdenking
van een christelijken feestdag als een holle
phrase.
En toch kan niemand aan de herinne
ring van Pinksteren ontkomen. Alles, heel
de Schepping werkt mee, om de betee-
kenis van Pinksteren tot de menschheid
te doen doordringen. Rondom is alles een
wonderschoone opleving der natuur. Met
Kerstmis koesteren we de hoop dat eens
E. WERNER
VERTALING VAN HERMINA.
Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.)
67)
Deze bedreiging miste hare uitwerking niet.
Willibaid ontstelde en trad een stap achteruit.
„Mama, dat hebt ge maar in drift gezegd!"
riep hij.
„Dat zeg ik in vollen ernst! Zoodra gij een too-
neelspeelster als vrouw het huis binnenleidt, waar
ik dertig jaar lang braaf en fatsoenlijk het bestuur
heb gevoerd en waar ik mijn hoofd eens voor het
laatst hoop meer te leggen verlaat ik dat huis
voor altijd. Laat haar daar dan maar de baas spe
len Kies maar tusschen haar en je moeder!"
„Maar, Regina, zet den jongen toch niet dade
lijk het mes op de keell" trachtte Schönau haar te
kalmeeren. „Ge foltert hem met hem zulk een keus
voor te houden!"
Regina luisterde echter niet naar die vermaning.
Zij stond met doodsbleek gelaat, de oogen onafge
wend op haar zoon gevestigd, en herhaalde onwrik
baar:
„Kies maar zij of ik!"
Ook Willibaid was van kleur verschoten en
zijne lippen trilden, toen hij zacht zeide:
„Dat's hard, mama! Ge weet, hoeveel ik van u
de vrede komen zal, waarvan Christus ge
boorte de belofte is, met Paschen jubelen
we over de overwinning op de duistere
machten en nu herdenken we de uitstorting
van Zijn Geest, waardoor Zijn Woord heel
de menschheid doet deelen in de vruchten
der verlossing.
Pinksteren herdenken we als het feest
van geest en daad, van heilige bezieling,
van ontvangen en geven. Het tijdperk van
voorbereiding sluiten wij hiermede af, om
onze taak te aanvaarden. Wij hebben te
werken en door ons voorbeeld de wankel
moedigen te schragen. Veel is er in het
leven dat wij als nietige menschen niet
kunnen begrijpen en beredeneeren. Wij
stellen wel de vraag „waarom", doch het
antwoord is niet altijd te geven. Tegen
over het weinige waarachtige goed dat
we verrichten, staat voor ons allen het
vele kwade. Een goede daad moet dus
geen reden zijn om te rusten, doch moet
aansporen ook datgene goed te doen, wat
we tot heden verkeerd hebben gedaan.
Hieruit volgt, dat onze taak nooit beëindigd
kan worden.
Toen schrijver zijn eerste diploma in
ontvangst nam, kreeg hij de wijze levens
les van den examinator mee: „Hang dat
diploma nooit achter een lijstje te pronken
als een bewijs van een goede daad, want
als je consequent wilt zijn, dan zou je ook
al je slechte daden achter een lijst moeten
hangen en er zou geen lijst en geen muur
groot genoeg zijn, om ze aan op te hangen."
Heel onze levenswandel kan getuige
nis afleggen van grootsche christelijke ge
dachten. En dan denken wij in de eerste
plaats aan verdraagzaamheid, verzoening
en vrede onder de volkeren. Even voor
de Pinksteren herdenken wij de eerste
internationale pogingen, om den oorlog
uit te bannen en een definitieve vestiging
van den wereldvrede te verzekeren. De
idealen van Woodrow Wilson zijn nog
lang geen werkelijkheid. Laat ieder onzer
meewerken aan de verspreiding en ver-
sterking'der vredesgedachte. De basis is ge
legd, waarop eens de tempel van den wereld
vrede zal verrijzen, inluidende een nieuw
tijdperk van ongekenden bloei en opleving
zoowel geestelijk als materieel. Geen groo-
ter voldoening dan de innerlijke overtui
ging, dat wij onzen plicht hebben gedaan.
Laat de nabije toekomst straks getuigen,
dét wij dit hebben gedaan.
Week-revsae.
Binnenland.
Die altijd zoo hoog geprezen Meimaand,
met blauwe luchten, zoete lentegeuren en
bloemenweelde, zwoele heerlijke zomeravon
den en meer dezer dichterlijke en journalis
tieke ontboezemingen laat ons toch maar
leelijk in de kou en in den regen zitten. De
optimisten, welke bij de eerste zonnestralen
reeds met een strooien hoed paradeerden
misschien ook wel, doordat hun voorgaand
hoofddeksel aftands begon te worden, zijn
weer ijlings tot hun afleggertje teruggekeerd,
houd en hoeveel leed ge mij zoudt aandoen met
heen te gaan. Maar als ge waarlijk zoo wreed zijt,
zulk een keus van mij te vergen, welnu, dan
hij hief vastberaden het hoofd op „dan kies ik
mijn verloofde!"
„BravoI" riep de opperhoutvester, die geheel
vergat, dat hij eigenlijk ook tot de rnedebeleedig-
den behoorde. Willy, 't gaat mij evenals Toni;
ge begint mij hoe langer hoe beter te bevallen!
't Spijt mij wezenlijk, dat ge niet mijn schoon
zoon wordt 1"
Mevrouw van Eschenhagen scheen dezen afloop
van de zaak in geen geval verwacht te hebben. Zij
had op haar vroegere macht vertrouwd, die zij nu
in puin zag vallen, maar zij was er de vrouw niet
naar om toe te geven. Ze zou het hoofd niet buigen
al was haar leven er mede gemoeid.
„Goed dan weten wij waar we aan toe zijn!"
zeide zij kortaf, zich afwendende om heen te gaan,
zonder acht te slaan op de tegenwerpingen van
haar zwager, die haar volgde. Maar nog eer zij de
deur had bereikt, werd deze geopend en trad de
bediende van den opperhoutvester binnen met
het haastig bericht:
„De slotbewaarder van Rodeck is buiten en
vraagt
„Ik heb nu geen tijd," riep Schönau hem knorrig
toe. „Zeg maar aan Stadinger, dat ik hem nu niet
kan spreken. Familieomstandigheden
Hij kon niet uitspreken, want Stadinger was
den knehht op den voet gevolgd. Hij stond al op
den drempel en zeide op wonderlijk bedrukten
toon
„Ik kom ook wegens een familieomstandigheid
mijnheer Schönau, maar 't is een treurige. Ik kan
dus ook niet wachten, maar moet u terstond spre-
Wie nu nog rondloopt met een stroohoed,
loopt zeker even erg in de gaten ala tijdens
den oorlog een Duitscher met een vetvlek
op zijn jas. De drager van zoo'n stroohoed
zou ernstig in aanmerking komen voor het
kampioenschap optimisme, doch zooals de
lezer bekend zal zijn, is de recordhouder in
dezen een Nederlandsch Staatsburger, welke
met een opgewekt humeur eu lachend gezicht
zijn belastingbiljet in ontvangst neemt. Het
zal daarom voorloopig nog niet zoo gemakke
lijk zyn, om dit record te verbeteren.
De buitenlandsche journalisten, welke hier
in verband met de Olympiade vertoeven,
worden door ons vaderlandje gezeuld, om
een juist idee te krijgen van het tegenwoor
dige vlekje op de wereldkaart, dat Holland
heet. Met prijzenswaardigen ijver worden
onder deskundige leiding een groot aantal
plaatsen in ons land bezocht, zoodat deze
journalisten nu wel al hebben geleerd, dat
alle Hollanders geen pofbroeken dragen, op
klompen gaan en met haring loopen en meer
dergelijke fraaie voorstellingen. Het is een
schitterend idee, deze buitenlandsche journa-
listen, welke voorlichting geven aan tiental
len millioenen lezers zoo uitstekend moge
lijk in te lichten over Holland en Hollandsche
toestanden. Een juist inzicht is de hoek
steen voor een beter begrijpen en juiste
waardeering en de waardeerende artikelen
dezer buitenlandsche collega's in hun bladen
zullen voor ons landje van zeer veel nut zijn.
Overigens bunnen wij niet anders dan groote
bewonderiüg hebben voor den „ausdauer"
hunner magen en verdere toebehooren. Ze
worden van het eene diner naar het andere
gesleept, hetgeen een ware krachtproef is
voor de ingewanden. Deze krachtproef plus
de rijkelijke zegeningen van Pluvius is wer
kelijk geen kleinigheid en verklaart alleszins,
waarom een gedeelte dezer journalisten soms
vroeg in den morgen een beetje bleek om
den neus ziet, alvorens een nieuwen trip door
ons vaderlandje te aanvaarden.
voor dé keel
(Adv.)
Onze sportliefhebbers, welke door den aard
hunner werkzaamheden of wegens den be
rooiden toestand hunner financiën niet naar
Amsterdam kunnen gaan, om met eigen oogen
de Olympiade te aanschouwen, zijn bitter
teleurgesteld. Vanwege den Nederlandschen
Bond van Bioscoophouders zijn er besprekin
gen gevoerd, om voor een zeker bedrag de
Olympiade te verfilmen. Deze onderhandelin
gen zijn spaak geloopen, omdat er niet vol
doende dubbeltjes op tafel kwamen. Het
bestuur van de N. O. C. heeft besprekingen
aangeknoopt in het buitenland, waarop de
Nederlandsche bond van bioscoophouders zijn
leden verbood ook maar iets van de Olympiade
op doek te vertoonen. Inmiddels is er over
eenstemming bereikt met een Italiaansche
combinatie, zoodat de Olympiade wel zal
worden verfilmd, doch tevens, dat wfj er in
Holland zeer waarschijnlijk niets van zullen
zien. Ook voor de gewone bioscoopbezoekers
valt deze loop van zaken te betreuren. Een
vertooning der Olympiadefilm zou in elk
geval een stuk werkelijkheid hebben gebracht,
dat in menig opzicht ver zou uitsteken voor
een deel der onlogische films, als daar zijn,
waarin één held vecht tegenover een honderd
voudige overmacht en overwint, mitsgaders
een acrobaat die van een hooggelegen dakgoot
springt en wegholt, alsof hy een wereldrecord
in hardloopen wil verbeteren, of een dienst
meisje, dat jaren achtereen in dezelfde betrek
king blfift en alles doet wat vroeger van een
gedienstige werd verwacht, enz. enz.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Pijn in rng
en lendenen
Blijf daarmee tocb niet loopen.
Akker's Kloosterbalsem zal Uw
pijn onmiddellijk tot bedaren
brengen, U snel behaaglijke ver
lichting, kalmte en rust bezorgen.
Klooster&aSsem
„Geen go-ad
zoo goed"
Buitenland.
De verkiezingsstrijd in Duitschland is
weer gestreden. Over het geheel genomen
hebben deze verkiezingen een vrfi kalm ver
loop gehad, hoewel in Berlijn een jeugdig
communist bfi een botsing met nationaal-
socialisten door een revolverschot doodelfik
is getroffen en een socialistenleider in het
Saksische stadje Glaucaau door communisten
is vermoord, Op verschillende plaatsen, o.a.
te Berlijn heeft gedurende den geheelen ver
kiezingsdagen pijpestelen geregend, zoodat
de kiezers wel verplicht waren in de stad
te blijven en hun kiezersplichten te vervul
len. Het aantal uitgebrachte stemmen is dan
ook in vergelijking met voorgaande jaren
hoog te noemen en bedraagt nagenoeg 31
millioen. De uitslag dezer verkiezingen is in
menig opzicht een verrassing. Het zijn vooral
de sociaal-democraten, de communisten en
de economische partij, welke een groote
winst hebben te boeken terwijl deDuitsch-
nationalen, de democraten en ook het Ka
tholieke Centrum, dat er met bedenkelfike
verliezen uitkomt. De Duitsch-nationalen
hebben een zoodanige nederlaag geleden, dat
deze eeD kleine dertig zetels verliezen. Dat
is welletjes. De sociaal-democraten maken
een winst van ruim twintig zetels, terwijl
ook de communisten ruim een tiental zetels
vooruitgaan, De winst der sociaal-democraten
springt te meer in het oog, wijl de winst
der communisten voor het grootste gedeelte
is verhaald op derugdersociaal-democrateD.
Dat ook het Centrum zoo gehavend uit dezen
strijd is te voorschijn gekomen was voor
velen een groote verrassing, daar algemeen
werd aangenomen, dat dit over het best
gediciplineerde keizerscorps beschikte. De
gebeele uitslag is een merkbare linksche
verschuiving, wat er ten duidelijkste op wijst,
dat groote groepen kiezers alles behalve in
genomen zijn met het gevoerde beleid der
vorige coalitie. De vraag is nu, welke zal de
a.s. regeeringscoalitie zijn.
De sociaal-democraten beschikken in den
nieuwen Rijksdag over zooveel zetels, dat het
uitgesloten is, dat er zonder hen een parle
mentaire regeerings-meerderheid is te vor-
meeren De Duitsch-nationalen gaan van de
regeeringsbank over in de oppositie. De po
sitie vaü Streseman (Duitsche Volkspartij)
is door dezen uitslag geenszins versterkt. In
den ouden Rijksdag was er geen meerderheid
zonder hem bijeen te brengen, doch door
deze sterke opschuiving naar links kan h(j
zich. alleen handhaven; tenzij sociaal-demo
craten en Centrum dit verlangen. De ver
wachting is, dat het Centrum zal aansturen
op de groote coalitie (van Duitsche Volks
partij tot en met sociaal-democraten) waar
door een meerderheid zou worden verkregen
van ruim 300 stemmen tegen een oppositie
van ongeveer 190. Ook de coalitie van Wei=
mar is mogelijk, van sociaal-democraten tot
Centrum, doch dit is al zeer onwaarschijnlijk.
De koehandel tusschen de partijen zal nu
weldra aanvangen en hierbij zal iedere party
trachten een zoo groot mogelijk deel van de
buit machtig te worden. De sociaal-demo
craten zullen zeker niet erg bescheiden zijn
in hun eischen (bescheidenheid is overigens
een sporadisch verschijnsel in het politieke
schaakspel) nu er zonder hen moeilijk zal
kunnen worden geregeerd, tenzij er een
zakenkabinet moet worden gevormd. Al deze
pogingen zouden al heel weinig succes heb
ben en daarom zullen de partijen met elkaar
moeten marchandeeren. De kansen van het
Centrum, wat de verworpen en begeerde
schoolwetten betreft, zijn er door deze link
sche verschuiving niet op verbeterd. De
sociaal-democraten hebben zich bereid ver
klaard de regeeringsverantwoordelijkheid te
aanvaarden en waar zij in iedere combinatie
het grootst aantal zetels hebben, wordt aan
genomen dat zij minstens de helft der be-?
schikbare portefeuilles zullen opeischen, be
nevens het rijkskanselierschap, waarvoor
reeds zyn gedoodverfd. Hermann Muller, de
ex-kanselier, of de Pruisische minister-pre
sident Otto Braun. Voor de Duitsch-nationa
len is dat alles een zeer harde les. De
Franscbe pers verheugt zich over de neder
laag der Duitsch-nationalen, waarin de Fran-
schen steeds een gevaar hebben gezien, wat
het nakomen der Duitsche verplichtingen
betreft. Als een gevolg dezer verkiezingen
en de politieke katers hiervan, moet er veel
vraag in Duitschland zijn naar haring, het
geen misschien onze baringexport kan ten
goede komen.
Eindelijk is dan ook het Engelsche ant
woord op het anti-oorlogspact van Kellogg
overhandigd. De Eugelsche Dominions moes
ten eerst hierover worden geraadpleegd en
dit is oorzaak geweest, waarom het Engel-
INGEZONDEN MEDEDEELING.
ken."
„Wat is er dan?" vroeg Schönau getroffen
„Is er een ongeluk gebeurd? De vorst is toch im
mers niet op Rodeck, zooveel ik weet?"
„Neen, Zijne Hoogheid is in de stad, maar mijn
heer Rojanow is bij ons en stuurt mij hier heen
Hij laat mijnheer Schönau en mijnheer van Eschen
hagen verzoeken oogenblikkelijk op Rodeck te
komen, en mevrouw Stadinger zag hierbij
naar mevrouw van Eschenhagen, die hij van hare
bezoeken op Furstenstein kende „mevrouw zou
zeker ook best doen met dadelijk mee te gaan."
„Maar waarom dan toch? Wat is er dan voor
gevallen?" riep de opperhoutvester, die nu ernstig
ongerust werd.
De oude man wachtte even, eer hij antwoordde.
Men had hem blijkbaar op het hart gedrukt, het
nieuws voorzichtig over te brengen. Eindelijk zeide
hij:
„Mijnheer van Walmoden is bij ons op het kas
teel en mevrouw de barones ook."
„Mijn broeder?" viel Regina met angstige span
ning in.
„Ja, mevrouwl" Mijnheer is uit het rijtuig ge
vallen en ligt nog altijd bewusteloos. De dokter
dien wij in der haast gehaald hebben, vindt den
toestand hoogst bedenkelijk."
„Goede hemel!" riep mevrouw van Eschen
hagen verschrikt. „Maurits, we moeten er ter
stond heen!"
Schönau had al aan het schelkoord getrokken.
„Zoo schielijk mogelijk inspannen!" riep hij den
aansnellenden bediende toe. „Hoe is dat gekomen,
Stadinger? Vertel alles eens geregeld!"
„Mijnheer de baron kwam met mevrouw van
Qstwalden en wilde naar Furstenstein gaan,'
begon Stadinger. „Zij namen den weg over Ro
deck en waren niet ver van het kasteel, toen onze
houtvester, die met zijn onderopzichter in het bosch
was, een paar schoten liet knallen en een licht ge
kwetst hert in wilde vaart over den straatweg
juist vóór het rijtuig uitvloog. De paarden schrik
ken en slaan op hol; de koetsier kan ze niet meer
in bedwang houden. De beide jagers zien dit en
snellen 't na; ze hooren nog hoe mevrouw haar man
toeroept: „Blijf zitten, Herbert" In Gods naam!
Neen niet er uit!" maar mijnheer schijnt
niet meer te weten wat hij doet, hij rukt het por
tier open en springt er uit. Bij die razende snel
heid ploft hij natuurlijk met geweld op den grond
en wordt tegen een boom geslingerd. Niet ver daar
vandaan, bij een kromming van den weg, bracht,
de koetsier eindelijk de wilde dieren tot staan.
Mevrouw van Walmoden, die geen letsel had ge
kregen, vloog toen zoo schielijk mogelijk terug
naar de plek, waar het ongeluk geschied was, en
daar vond zij dien armen mijnheer zwaar gewond
en bewusteloos De houtvester en zijn knechten
brachten hem naar Rodeck, dat het dichtst in de
buurt lag. Mijnheer Rojanow heeft voor alles ge
zorgd, wat voor het oogenblik kon gedaan wor
den, en zendt mij nu hierheen, om u de tijding
over te brengen."
Het sprak wel van zelf, dat onder den indruk
van dit treffend bericht de straks nog zoo heftige
twist tusschen de familieleden eensklaps gestaakt
was. In allerijl maakte men zich gereed om te ver
trekken, Antonie werd geroepen en met de treu
rige tijding bekend gemaakt, en zoodra het rijtuig
voorkwam, spoedde de opperhoutvester zich met
zijne schoonzuster naar beneden. Willibaid, die met
Stadinger volgde, hield dezen op de trap nog even
Het Doorzitten bij Wielrijden, een door
de zon verbrande Huid, Schrijnen en
Smetten verzacht en geneest men met
Doos 30, 60, Tube 80 ct.
staande en vroeg halfluid:
„Wat is het oordeel van den dokter? Weet ge
daarvan niets naders?"
De oude man knikte bedroefd met het hoofd en
antwoordde ook op gesmoorden toon:
„Ik stond er bij, "toen mijnheer Rojanow hem
in de voorkamer vroeg, wat hij er van dacht. Maar
er is geen hoop meer die arme mijnheer zal den
nacht niet meer halen!"
In het kleine jachthuis op Rodeck, dat er onder
de sneeuw dier eerste Decemberdagen zoo eenzaam
en winterachtig uitzag, was 't zelden zoo druk ge
weest als op dezen dag. 't Was omstreeks den mid
dag, toen de twee houtvesters, wier schoten de
onschuldige oorzaak van het ongeluk waren ge
weest, den gewonden gezant hierheen brachten.
Waarschijnlijk hadden zij gemerkt, dat 't onmoge
lijk zou wezen hem naar Furstenstein te transpor
teeren en wendden zij zich daarom naar Rodeck,
dat nauwelijks een kwartier uurs van de plek was
verwijderd, waar het ongeluk had plaats gehad.
Hartmut Rojanow, die zich in het jachthuis be
vond, en dien men er terstond bijriep, had onmid
dellijk de noodige maatregelen genomen. De ka
mers, anders door vorst Adelsberg bewoond, wer
den ter beschikking gesteld van den patiënt, waar
op de eerste en dringendste hulp hem verleend en
een ijlbode naar den dichtsbijwonenden genees
heer gezonden werd, die zich gelukkig niet lang
liet wachten.
(Wordt vervolgd).