mm -;'ï IAMES4» SALAMANDER.!. tamoj WOENSDAG 18 APRIL 1928 e. werner DWAALLICHTEN. blijft aarom rzaam buwen behoort jhoen as hze pillen en druppels ter rege- bloedsomloop, door H.H. Doc- nbevolen, beslist onschadelijk gezondheid. Alleen btf ons es verzekerd. ons boekje met talrijke af- igen met duidelijke en vol- inlichtingen in blanco ge- Couverl met 25 cents insluiten ;gels. U voor misleiding teleurstelling. Rn zaken waar U zeker van vakkundig en succesvol te worden, en niet doormln- irdlge namaak op delange :schoven te worden. Wij zijn s bekend het soliedste [,et daar vooral op. jistraat 43, Rotterdam atls Inlichtingen of prljscounnt. intsoRrfS t Prijs per kwartaal f 1,— Losse nummers 0,07s ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, élke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 10E JAARGANG. - N°. 47 Verslag van de vergadering van den Raad der gemeente Middelharnis op Yrüdag 13 April des namiddags half drie uur. Voorzitter: Burgemeester Den Hollander. Aanwezig alle leden. De Voorzitter opende de vergadering met gebed, waarna de notulen der vorige ver gadering werden voorgelezen en onveranderd goedgekeurd. Ingekomen stukken: Procesverbaal van de kasopname b\j den gemeente-ontvanger, waaruit bleek dat op 25 Maart j.l. een bedrag in kas was van 6613,97, overeenkomstig boeken en be scheiden. Het verslag over 1927 van de commissie tot wering van schoolverzuim. Idem van de Gezondheidscommissie. De Goedkeuring van Ged; Staten over ge nomen raadsbesluiten. Een verzoek van H. Dubbeld en Van der Ham om ontheffing van den aanslag in de Hondenbelasting. B. en W. stelden voor op deze verzoeken afwjjzend te beschikken, omdat de verorde ning zulks niet toeliet. Een verzoek van den heer J. van Hulst om in aanmerking te komen voor de leve ringen van gereedschappenen ijzerwaren aan de Gemeente. B. en W. zeiden toe met dit verzoek t. z. t. rekening te zullen houden. 2. Verzoeken om grond in erfpacht te ver krijgen. Een verzoek van C. Boeter werd toege staan, voor een perceel nabij het terrein van de gasfabriek. Een verzoek van de gasfabriek werd aan gehouden. Koese meende dat de gasfabriek, indien er eventueel electrisch licht komt, dien grond voor uitbreiding niet meer noodig zal hebben. Struik meende dat die grond beter benut kan worden voor woningbouw, de gasfabriek heeft nu al reeds dikwijls grond ongebruikt liggen en waarvoor zullen we dan nu eens een groot stuk geven, in aanmerking geno men de plannen van electriflcatie. Bovendien drukt de erfpacht van dat stuk grond, althans het verlies dat ontstaat door verhuur voor lageren prijs, ook weer op de belastingbetalers. Van der Meide was van dezelfde gevoelens als Struik en Koese. Hij meende dat de electriflcatie verdere uitbreiding overbodig zou maken en derhalve niet noodig achtte nu circa 1 H.A. grond aan de gasfabriek af te staan. Die grond is destijds met voorop gezet doel gekocht voor volkshuisvesting en nu dien grond onbebouwd laten is niet con sequent. Bovendien indien er eens tot ver nieuwing van een gasfabriek zou moeten worden overgegaan, zou ik nimmer m^n stem geven pm die daar te bouwen, midden in de gemeente. De fabriek werkt nu reeds oneconomisch, door dat eerst de kolen uit de haven, door de fabriek over den dijk moeten worden gebracht, daarvan daan weer naar de fabriek en de cokes gaat weer den zelfden weg op. Dat transport kost aan de fabriek te veel en mede uit dat oogpunt zou het onpractisch zyn als daar weer een nieuwe fabriek werd gebouwd. Voorzitter zeide dat de praktik aangeeft dat bij electriflcatie het gasverbruik hoege naamd niet achteruit gaat op den duur, daar dan Jdoor de gasfabriek getracht wordt het FEUILLETON. VERTALING VAN HERMINA. (Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.) verbruik op peil te houden door propaganda te maken voor gaskachels en dergelijke. Jammer zou het echter zyn, indien de raad de fabriek de gelegenheid ontnam tot uitbreiding over te gaan, wegens grondge brek. Dit is een zeer veel voorkomend geval, wat zeer schadelijk kan gaan werken. Nu hebben we zelf de gelegenheid nog in handen. Van der Slik meende dat de gasdirecteur den raad een weinig wil misleiden en stelde voor die verzoeken alsnog aan te houden,, opdat elk lid zich nog eens persoonlijk kan gaan oriënteeren. Struik zeide daartoe geen reden te weten en wilde maar afdoen, en alles wel steeds blijven aanhouden. Koote bepleitte het voorstel van B. en W., z.i.z. mag de raad de fabriek geen stagnatie bezorgen in haar omvang. Daarna werd het voorstel van Van der Slik met 7 tegen 4 stemmen aangenomen. Een verzoek was ingekomen om grond van A. Krijgsman voor die strook gelegen achter de R. K. Begraafplaats, waar thans die varkenshokken nog staan. Voorzitter zeide dat dit geen bouwterrein is. B. en W. stelden voor om de bewoners van de Chr. de Vrieslaan, achter wiens ter rein dit stuk ligt, de voorkeur daarvoor te geven, zooals dat ook is geschied bi) Van Gent en Blokland. Dan geschiedt er minder versnippering. Besloten werd eerst met de betrokken menschen te spreken. Er zijn er nog die het liever niet hebben. Van der Slik, waarom die varkenshokken, alhoewel daartoe reeds in Nov. besloten is, nog niet zijn opgeruimd. Voor Februari had den die toch weg moeten zijn, volgens de opzegging. B. en W. meenen, zei de Voorzitter, daartoe geen geweld te moeten nemen. Die menschen zijn allen aangezegd dat zij hun schuurtjes moeten opruimen, doch hebben aan dat be vel weinig gevolg gegeven. Van der Slik meende, gezien het besluit genomen is dit ook tot uitvoering moet ge bracht worden. Voorzitter zeide dat men telkens hem be weerde dat ze bezig waren een plaatsje te krijgen, doch dat zulks blikbaar niet gemak kelijk gaat, en durft U de verantwoordelijk heid op te nemen die schuurtjes voor hun rekening te laten afbreken. B. en W. meenen daartoe geen wettelijke bevoegdheid te hebben. Wenscht de raad het echter en durft bij de gevolgen daarvan te dragen en zullen wij zorg dragen dat ze ten koste van alles zullen verwijderd worden. B. en W. zagen die zaak liever langs den gemoedelijken weg opgelost, laat het wat lang duren, maar dan is het toch beter dan' met geweld. Wel zouden we een advies kunnen vragen hoever onze bevoegdheid strekt. Van der Meide zeide niet te begrijpen dat deze mededeeling niet door den Voorzitter ter tafel is gebracht toen het besluit ge nomen is. Voorzitter zeide dat hij veronderstelde dat ze wel opgeruimd geweest zouden zijn. Van der Slik voelde voor de opruiming beslist binnen drie maanden te laten ge schieden. Voorzitter: Ten koste van alles? Struik, daar werk ik niet aan mee. De termijn van opruiming werd daarna gesteld op 6 maanden. Na zes maanden zal het terrein dus ontruimd moeten zijn of de gemeente zal dit laten geschieden. Het verzoek van Van Paasscben om het stukje grond achter de woning van den heer Van der Plaat werd aangehouden. Doornbos zeide dat dit stukje grond on geveer 126 M2 groot is, dat het op het breedste 12 M. is en op een punt uitloopt, zoodat dit voor bouwgrond ongeschikt is, mogelijk ook nog voor tuin. Voorzitter zeide dat inwilliging nu nog weinig zin heeft, omdat het nog verhuurd is en men beter den weg eens geprojecteerd kan zien. Een verzoek van Zuster Verburg en C. Boeter Jzn. om het stukje grond gelegen tusschen de woning van Dr. Knöps en A. P. van Dorsser. B. en W. meenen, nu er eenmaal over gegaan kan worden tot het uitgeven in erfpacht, Zuster Verburg er eigenlijk, uit hoofde van gebruik, die eerst komt, er eerst recht op heeft. Destijds heeft Zuster Verburg het in erfpacht willen hebben, doch is toen geweigerd om uitgang te houden voor dien grond daarnaast gelegen, nu die grond een bestemming heeft is daartoe thans geen reden meer, en stellen daarom voor die grond aan Zuster Verburg te verstrekken. Struik meende dat B. en W. een [zekere voorliefde schjjnen te hebben voor Zuster Verburg Deze vraagt het voor tuin met in uitzicht een eventueele verbouwing. Spreker zeide zoo het idee gekregen te hebben dat aan Zuster Verburg, telkenB als er een ver zoek voor die grond is, gewaarschuwd wordt, maak dat je er bjj komt. Van die verbou wing zal echter wel nimmer komen en ge zien Boeter direct na dat de grond zyn eigendom is gaat bouwen, stelde hg voor den grond aan laatst genoemden aanvrager af te staan. Voorzitter: Zou er tegenover Zuster Ver burg geen antipatie bestaan by enkele raadsleden. Struik zeide er wel voor te zoadat Zuster Verburg dien grond kreeg, als zy het vroeg voor bouwterrein. Van der Meide vond dat Boeter er het meeste recht op had, omdat die dadeiyk gaat bouwen. Men moet den grond productief maken voor woningen en niet voor tuintjes. Struik kon zich nog wel met het voorstel vereenigen, onder voorwaarde dat Zuster Verburg ook binnen het jaar verbouwt. Voorzitter: Kunnen we dien termen niet op drie jaar stellen? Struik: Waarom moeten we Zuster Ver burg drie jaar den tyd geven terwijl alle inwoners verplicht worden binnen een jaar een aanvaüg te maken met bouwen op straffe van 1000,— boete. Die bevoorrechting kan ik niet goedkeuren. Het voorstel van B. en W. werd daarna met 6 tegen 5 stemmen verworpen. Daarna werd besloten om tegen 1 Januari de huur aan Zuster Verburg op te zeggen, alsdan zal het terrein ontruimd moeten zyn. Een verzoek van B. Viskil en M. Langbroek voor grond, gelegen naast den proeftuin werd ingewilligd. De erfpacht zal ook daar 10 cent per Ma. bedragen. De teekening werd goed gekeurd. De rooiljjn werd vastgesteld op de reeds aangenomen rooiiyn by de andere woningen. 4. Het adres van Van Zetten over erf- pacbtsgrond werd aangehouden om eerstin geheime vergadering te worden behandeld. 5. De Hoogste inscbryvers voor het land, pas gekocht van Boeter en Doornbos, waren de heeren D. Peeman voor 66 en Doornbos voor 43 cent per roede. Het totaal der pacht per jaar bedraagt 354,18. De Gemeente-begrooting dienst 1927 wordt met een kleine overschryving gewyzigd. 7. Adres R.K. Armbestuur over koop grond aan de Hoflaan. Voorzitter deelde mede dat biykens den brief gevraagd wordt een kooppry's van ƒ2,— per Ma. B. en W. stellen echter voor niet meer dan 1,75 te geven wat nog iets hoo- ger is als voor het andere land. Over de pryzen, ook die betaald voor het reeds gekochte) werd lang gedelebireerd, doch ten slotte werd besloten niet meer dan 1,75 te geven. Van G. van der Koogh was een schryven ingekomen waarin deze mededeelde dat de hem geboden prijs geaccepteerd wordt mits vóór 1 Mei overgeboekt, en deze kosten voor rekening van de gemeente komen. Besloten wordt dit ten spoedigste te rege len. 8. Vaststelling opcenten R. I. Belasting. B. en W. stellen voor in verband met de verlaging door het ry'k, ten einde toch aan dezelfde opbrengst te biyven deze te ver- hoogen van 100 op 125 opcenten. Struik vroeg of die verhooging wel noodig was, nu tegenwoordig nog al eens meeval lertjes komen. Voorzitter meende dat men het nu nog noodig had, op een volgend jaar zou men misschien tot verlaging kunnen overgaan. Daarna werd het voorstel van B. en W. aangenomen met 7 tegen 4 stemmen, die van Slis, van der Meide, Struik en Koese. Besloten werd het heffingspercentage even als vorig jaar vast te stellen op 2$. Besloten werd het stukje grond van Bever sluis te huren voor de motorspuit ingeval van brand, voor den prys van 26,per jaar. De rekening-courant overeenkomst werd goedgekeurd. Het wegenplan achter de begraafplaats werd op voorstel van B. en W. gewjjzigd. Thans zal een weg aangelegd worden vlak achter de begraafplaats, rechtstreeks op het tramstation aan. Het Kohier van de hondenbelasting werd vastgesteld. De uitslag aanbesteding Kaaimuur werd aangehouden, evenals het aangaan tot een geldleening, om eerst in gesloten zitting te behandelen. Rondvraag. De Voorzitter deelde eerst nog mede, dat er van het Hoofd der U.L.O. school eerst dezen morgen een schryven was ingekomen dat er uitgezien zal moeten wórden naar schoolruimte, daar er voor de derde klas die met Mei begint, plaatsgebrek is. B. en W. vragen machtiging uit te zien naar een tijdelijk lokaal om daarin een der lagere klassen van de gewone school in onder te brengen, zoodat de U. L. O. klassen by een biyven. Slis vroeg, of het niet mogelijk zou zyn huizen van de hoofden der scholen om te bouwen voor U.L.O. School, de hoofden vinden de huizen te groot en zouden gaarne een kleiner huis hebben. Van der Meide stelde voor om drie lokalen op de bestaande school te bouwen dan is men geiyk klaar met de zevende leerjaren 561 Mijnheer van Walmoden had op de audiëntie, die hij terstond na zijne aankomst bij den hertog had gehad, blijkbaar gewichtige zaken ter sprake gebracht, en thans werd een hooggeplaatst Prui sisch officier verwacht, die met de overbrenging van een bijzondere tijding aan zijne Hoogheid be last was. Ongetwijfeld waren er groote militaire veranderingen op til en de overste Hartmut van Falkenried zou binnen weinige dagen in de resi dentie aankomen. Hartmut had het blad uit de hand laten vallen, alsof 't eensklaps gloeiend ijzer was geworden. Zijn vader kwam hierheen en hoorde dan zeker alles door Walmoden moest alles wel hooren! Een ontmoeting was daardoor, niet alleen moge lijk, maar zelfs zeer waarschijnlijk geworden l „Als gij je een grootsche, prachtige toekomst hebt veroverd, kom hem dan weer onder de oogen en vraag hem, of hij 't ook dén nog waagt je te verachten 1" had Zalika haar zoon toegefluisterd, toen hij zich tegen de vlucht, tegen het verbreken van zijn eerewoord verzette. Nu was het begin tot die toekomst gemaakt. De naam Rojanow was reeds door dichterroem omlauwerd en hiermede tevens het gansche verleden uitgewischt dit zou en moest 't zijn Deze overtuiging sprak uit den blik, dien Hartmut den vorigen dag zoo zege vierend naar de loge van den gezant had opge zonden. Maar thans, nu 't er op aankwam de oogen van zijn vader te ontmoeten, nu sidderde de ver metele toch die oogen waren de eenigen, die hij op de geheele wereld vreesde. Hij had half en half besloten, naar Rodeck te gaan en niet eer terug te keeren dan nadat hij doOT de couranten vernam, dat die „hooggeplaatste officier" weer vertrokken was. En toch weerhield hem iets een heimelijk, maar brandend ver langen. Misschien was juist thans, nu hij als dich ter naam begon te maken, het uur der verzoening gekomen, misschien zag Falkenried in, dat zulk een talent de vrijheid en het leven behoefde om zich te ontwikkelen en vergaf hij hem dien onge- lukkigen jongensstreek, die hem van zijn stand punt beschouwd zeker diep en zwaar had getroffen, 't Was toch immers zijn kind, zijn eenige zoon, dien hij destijds op dien laatsten avond op Burgs- dorg met zulk een innige teederheid in de armen had gesloten. In Hartmut's binnenste nam het verlangen al meer en meer toe naar die armen, naar zijn geboortegrond, die hem dan ook weer zou mogen toebehooren, naar zijn geheele, ondanks allen uitwendigen dwang toch zoo gelukkige en onschuldige jeugd. Nu werd de deur geopend en trad de knecht binnen met een kaartje, dat hij hem wilde over handigen; maar Rojanow maakte een ongeduldig en afwerend gebaar. „Ik heb je immers gezegd, dat ik vandaag nie mand meer wil spreken en niet gestoord wil wor* INGEZONDEN MEDEDEELING. voor beide scholen. Besloten -werd begrooting te laten maken van de verbouwing der huizen, het bouwen van drie lokalen op de bestaande school en den bouw van drie nieuwe lokalen, teneinde te zien, wat het voordeeligst was. Koote zeide, dat de bouw van een Chr. school toch nu nog niet zoo heel onvoordeelig was geweest, was er een Chr. school, dan zou deze verbouwing niet noodig zijn, desty ds toen men schetterde dat Middelharnis ge doemd zou zyn onder een enormen schulden last, heb ik reeds gezegd, dat zulks in de toekomst niet zoo erg zou zyn en nu zal het er ook toe komen. Het is eigeniyk een schan daal dat hier geen Byz. school is. Yan der Meide vroeg, waarom nu zoo laat aandacht aan dit feit is geschonken, reeds in bet najaar heb ik gewezen op den toestand die nu te gebeuren staat met het onderwys. Voorzitter zeide, dat zulks is gebeurd in overleg met het hoofd, omdat men niet weet hoeveel nieuwe leerlingen er zouden komen. Van der Meide meende dat aan de besluiten van den raad zoo weinig uitvoering wordt gegeven. In Nov. is reeds besloten, die huizen naast het gemeentehuis af te breken. Thans zyn we een halfjaar verder en ze staan er nog. Voorzitter: Toen is besloten de huizen af te breken, ze niet meer opnieuw te verhuren en indien ze ledig zyn tot afbreken over te gaan. Twee huizen worden nog bewoond, dus kan het afbreken nog niet geschieden. De Raadsleden nemen wel besluiten, doch zonder deze eens van den practischen kant te bekyken. B. en W. staan dan voor uit- voeringsmoeiiykheden. Men kan die men schen toch niet het dak van boven het hoofd afbreken. Van der Meide stelde voor, dan het voorste deel te sloopen, dan is er een begin. Struik gaf ook biyk van ontevredenheid. Men moet steeds maar weer terug komen op genomen raadsbesluiten om iets uitge voerd te krygen. Besloten 1 Nov. onverwyid tot sloopen over te gaan. Van der Meide vroeg, hoe het nu met de bestrating vanjden Ring en het Zandpad stond. Voorzitter: Wy hebben gewacht op de plannen voor de electriflcatie, want dan moeten de straten soms weer worden op gebroken, indien dat doorgaat. Van der Meide kwam weer eens met de rioleering der Nieuwstraat ter tafel en vroeg wanneer die plannen nu tot uitvoering kwa men, omdat het daar een absoluut onhoud- baren toestand is. Dit laatste was voorzitter met hem eens, echter zyn nog niet alle bewoners te bewegen aan te sluiten en wachten ook deze werken op de electriciteitsplannen. Van der Meide zou toch in deze vergade ring uitgemaakt willen zien of tot uitvoering moet worden overgegaan ja of neen. Dat kan niet wachten en stelde daarom vooronmid- den." „Ik heb dien heer ook belet gegeven," antwoord de de bediende, „maar hij verzocht mij mijnheer Rojanow dan maar even zijn naam te noemen Willibald van Eschenhagen." Hartmut sprong eensklaps uit zijn liggende houding op. Hij meende den man niet goed ver staan te hebben. „Hoe heet hij zegt ge?" „Van Eschenhagen. Hier is zijn kaartje." „O laat hem binnenkomen! Dadelijk!" De knecht ging heen en het volgend oogenblik trad Willibald binnen, maar bleef aarzelend en onzeker bij de deur staan. Hartmut was opge sprongen en zag hem aan; ja, dat waren nog de bekende wezenstrekken, dat goede, oude gelaat, de eerlijke blauwe oogen van den vriend zijner jeugd, en met den hartstochtelijken uitroep: „Willy! zijt gij daar! Komt gij bij mij!" wierp hij zich onstuimig aan zijn borst. De jonge majoraatsheer, die niet kon vermoeden, hoe wonderlijk zijne komst juist in deze oogen- blikken met die oude herinneringen en droomen uit het verleden van zijn vroegeren vriend samen trof, was min of meer onthutst over deze ontvangst. Hij herinnerde zich, hoe Hartmut hem altijd uit de hoogte behandelde en hem zijne verstandelijke meerderheid bij elke gelegenheid had laten ge voelen; maar in plaats dat de dichter van „Ari- vana", die den vorigen dag zoo toegejuicht en ge vierd was, nog veel trotscher en verwaander zou zijn geworden, zooals hij zich stellig had voorge steld, ontving deze hem nu met de grootste harte lijkheid. „Doet mijn komst je genoegen. Hartmut?" vroeg Willibald, nog altijd eenigszins weifelend. „Ik vreesde eigenlijk, dat ik je niet welkom zou zijn." „Niet welkom ais ik je na tien lange jaren terugzie!" riep Hartmut verwijtend, en nu liet hij zijn vriend naast zich plaats nemen, en begon te vragen en te vertellen en was zóo hartelijk en belangstellend, dat Willy's beschroomdheid voor goed week en hij ook allengs weer in den ouden vertrouwelijken toon verviel. Hij deelde zijn vriend, mede, dat hij sedert drie dagen in de stad en op weg naar Furstenstein was. „Ja juist, ge zijt geëngageerd!" viel Rojanow in. „Ik hoorde al op Rodeck, wie de schoonzoon van den opperhoutvester zou worden en heb freule van Schönau al eens gezien. Hartelijk geluk, hoor!" Willibald nam deze gelukwensch met een wonder lijke uitdrukking op het gelaat in ontvangst en zag vóór zich, terwijl hij halfluid antwoordde: „Ja eigenlijk heeft mama dit zoo bestierd." „Dat kan ik begrijpen!" zeide Hartmut lachend. „Maar gij hebt toch zeker uit eigen beweging ja gezegd?" Willy antwoordde niet. Met de grootste belang stelling beschouwde hij het tapijt op den grond en vroeg op eens zonder verdere inleiding: „Hartmut hoe vangt gij 't toch aan om verzen te maken?" „Hoe ik dan aanvang?" 't Kostte Rojanow moeite een glimlach te onderdrukken. „Dat's niet gemakkelijk uit te leggen, en ik geloof niet, dat ik je daarvan een voldoende verklaring zal kunnen geven." „Ja, men voelt zich al heel wonderlijk, als men zoo wil dichten," stemde de jonge majoraatsheer met een droevig hoofdschudden toe. „Ik heb dat ook ondervonden, gister avond, toen ik uit de komedie kwam." „Hoe? Hebt gij gedicht?" „Ja, waarom niet?" zeide Willy met niet weinig zelfgevoel. „Maar ik kan alleen de rijmwoorden niet vinden," liet hij er eenigszins neerslachtig op volgen, „en 't klinkt dan ook heel anders dan uw verzen. Eigenlijk ging 't nog niet heel goed, en nu wilde ik je eens vragen, hoe gij die zaak aan pakt. 't Behoeft nu niet zoo iets groots en roman tisch te worden als je „Arivana" alleen maar zoo'n versje, weet ge!" „Natuurlijk aan héar," viel Hartmut in. „Ja, aan „haar", stemde de jonge landheer met een diepen zucht toe. Maar nu kon de ander zich niet weerhouden in lachen uit te barsten. „Ge zijt een modelzoon, Willy! Dét moet ge zegd worden! 't Kan soms gebeuren, dat men zich op vaderlijk of moederlijk bevel verlooft, maar gij verlleft nog plichtschuldig op het meisje, datje van hoogerhand is toebedeeld, en maakt zelfs verzen op haar!" „ja, maar 't is niet de rechte!" riep Willibald plotseling op zulk een wanhopigen toon, dat Roja now hem onthutst aanzag. Hij dacht wezenlijk, dat zijn vriend niet wei bij het hoofd was, en deze scheen zelf te begrijpen, dat hij een vrij wonder lijken indruk maakte. Hij begon de zaak dus nader toe te lichten, maar met zooveel horten en stooten en leemten, dat zij daardoor tiog veel ingewikkelder scheen. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1928 | | pagina 1