TA's .VAN HULST I NEGROIDS EERSTE BLAD ZATERDAG 14 APRIL 1928 ►ENING voor eSkvak. KOPERWERK )olineutn en Teer. ZANDPAD liddelharnis. 'OSE NITAS 1 •E EILANDEN" C.J.H. VAN DEN BROEK. CHRISTIAAN JAN HAGE VAN DEN BROEK DWAALLICHTEN. LOGEEREN „Hotel-Restaurant SIMONS" B0ERENY1SCHDIARKT12, bij de Groote Kerk te ROTTERDAM. PIET SIMONS zorgt voor U! I r Ww^r Prijs per kwartaal f 1,— Losse nummers 0,075 ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 10E JAARGANG. - N°. 46 - Melkhazelnoot lade. CWAL1TE1T. laak in i des woords. 'teeringen. •eren tegen concurreerende ng hopen wij onze ZAAK waardigen naam te géven. Aanbevelend, jak voor de muziektent) wereld. rfterklngsmlddel. is gevoelen; die spoedig ver- ïarh en slechte spijsvertering; ïjke of geestelijke vermoeienis duizeligheid, pijn in rug of O SE iSoed, en geeft daardoor nieuwe ft een gezonden eetlust; ver- |heid. 12 fl. f 21.—. Irs en Drogisten. HAMAAK. itraat 2c/4, Den Haag. I. 7, Rotterdam |j |e huis HET OUDSTE j?E ADRES VOOR Breukbanden, ensoirs, enz. itls Brochures en Prijs- ne worden toegezonden. M. HUFKENS. =><J IN MEMORIAM. Op Woensdag, 4 April 1928 had op de Algemeene Begraafplaats aan de Kerkhoflaan te '8 Gravenhage, de ter aardebestelling plaats van een man, die voor het Eiland Overflakkee en Goedereede van beteekenis is geweest en wiens stempel als gedrukt staat op de economische beteekenis van dat Eiland. werd geboren te Middelharnis op 15 Augustus 1S47 en werd opgeleid voor den militairen dienst. Na afgelegde studie werd hy al spoedig bestemd voor den dienst in Ned.-Indië en kwam na een groote reis om de Kaap de Goede Hoop in onze Oost om deel uit te maken van de Maritieme strijdmacht, noodig voor het onderdrukken van den opstand later Oorlog in Atjéh. Slechts korten tjjd volgde by deze bestemming. In 1874 verliet hij den dienst als Luitenant ter zee en vestigde zich in Middelharnis. Na zyn ontslag uit den dienst kwam hy by zyn vader den heer W. M. van den Broek, die een zeer uitgebreid administratiekantoor had, op het kantoor, nadat hy zyn sollicita tie voor Directeur van de Tooneelschool te Amsterdam, waar hy als No. 1 op de voor dracht was geplaatst, op verzoek van zyr vader, had ingetrokken. Spoedig daarop nam hy de zaken van zyn vader over. In 1888 volgde zijne benoeming tot Gemeente-Ont vanger van Middelharnis. Had hy in Indiö op het water gestreden tegen het bruint ras, in Flakkee bond al spoedig den stryd aan tegen het water en de bruint modderwegen. Doortastend en ener giek van karakter kreeg hy het al spoedig aan den stok met menig conservatief polder bestuur, die de een na den ander moesten capituleeren en besluiten moesten uitvoeren voor betere waterloozing en waterafvoer, en de vooral in den herfst schier ondoorwaad bare modderwegen gingen begrinten of op andere wyze beharden. Als Rentmeester voor tal van groote grondeigenaren was erbyna geen polder op het Eiland waar hy niet als Ingeland tegenwoordig of vertegenwoordigd was, waardoor er waarschyniyk geen grint weg in ons groote Eiland is die zonder zyn initiatief of medewerking is tot stand ge komen. Financieele bezwaren golden voor hem niet. Moeiiykheden waren er voor hem, om ze te bekampen en te overwinnen; nim mer om er voor uit den weg te gaan. Ook op economisch gebied was hy zyn tyd - naar later is gebleken - een balve eeuw vooruit. In het midden der negentiger jaren van de vorige eeuw, zag hy als met zienersblik dat intensiever cultuur nood- zakeiyk zyn zon om de sterk groeiende be volking van ons land bestaanmogeiykheid te verschaffen. Voor de Departementen van de My. tot Nut van 't Algemeen, van welke Maatschappy hy een groot vriend was, hield hy op tal van plaatsen voordrachten om den tuinbouw te gaan beoefenen en ons land, als het ware in één proeftuin te herscheppen, van waaruit de omwonende bevolking hun groenten en fruit zouden kunnen betrekken. Deze lezing verscheen later in brochurevorm onder den titel van „Tninbouwgehuchten" en was om de onweerlegbare cyfers en feiten onaanvechtbaar. Ook op het gebied van grond verbetering en ontginniDg heeft by pioniers werk verricht. Honderden gemeten woesten grond heeft hy in Ouddorp door uit te mijnen in vruchtbare akkers herschapen. Voorts gaf hy het voorbeeld zoo voor eigen rekening, als voor rekening van zijn principalen, war- moezery en en fruitaanplantingen te stichten, toen op het einde der vorige eeuw de land bouw niet dan met verlies werkte. Te dier tyde was de Ryksvoorlichtingsdienst nog in zyn kinderjaren, zoodat hy zich zelf helpen moest, en ook hielp. Ook hier bleek zyn vooruitzienden blik en was zyn oog aller eerst gericht op het belang van Flakkee. voorzangers en redenaars 30 ets. per doosje (Adv.) zyn streven voor beter vak-onderwys werd bekroond met de oprichting van de vereeni- ging „Landbouwonderwys" de eerste en de eenige van dat soort in ons vaderland. He laas door de weinige medewerking van Ge meente- en polderbesturen en van de land bouwende bevolking byna schreven wy stelselmatige en heimeiyke tegenwerking leed deze vereeniging aan bloedarmoede, waaraan ze dan ook na eenige jaren van een kwynend bestaan te gronde ging. De Centrale Proeftuin voor Flakkee mag worden beschouwd, als althans grooten- deels - te zyn, zyn werk. Als Directeur van de Stoombootmaat- schappy „Overflakkee en Goedereede" droeg hy voortdurend groote zorg voor de best mogeiyke verbinding met den vasten wal. Vergissen wy ons niet dan is de thans nog in de vaart zijnde stoomboot „Middelharnis" zyn schepping, naar zyn voorschrift gebouwd. By het te water laten werd dit schip een „model passagiersschip" genoemd, door be voegden. In verband met den hoogen watervloed in December 1894, gevolgd door-een derge- ïyken vloedgolf in Maart 1906 en daarmede gepaard gaande overstroomingsramp in Zeeland, zon bet Provinciaal Bestuur op maatregelen voor afdoende oeververdediging en om de kosten daarvan te dragen door alle landen en eigendommen binnen de water- keering gelegen. Hetontwerp-reglement voor dezen RING-Dyk werd be- en over het al gemeen ver-oordeeld, waarop de heer van den Broek in een fijn gestileerd, doch uitermate scherp artikel in het Weekblad „Vooruit" van 11 Juli 1906 onder een motief genomen uit het boek „JOB" 28ste capp. versen 4-11 13-26 en vooral 28, genaamd „DE RAUWE DIJKTAFEL", als niet gaar en dus onbruik baar van het menu afvoerde. Gedeputeerden reageerden daarop door alle polderbesturen uit Flakkee, tot aan de grens van de Generale FEUILLETON. E. WERNER VERTAUNO VAN HERMINA. (Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.) 55) „Als alles gelukkig is afgeloopen, kom ik u zelf tijding brengen," antwoordde hij. „Mag ik dat?" „O, zeker! Maar als er nu eens een ongeluk ge beurt als ge eens komt te vallen „Denk dan wat gunstiger over mij dan tot hier toe, juffrouw Volkmar," zeide Willibald, ernstig en hartelijk. „Ge hebt mij zeker voor een rechten lafaard aangezien O, zeg maar niets, ge hadt groot gelijk; ik heb dit zelf bitter genoeg gevoeld, maar 't was mijne moeder, die ik gewoon ben te gehoorzamen en die zooveel van mij houdt. Maar nu zult gij eens zien, dat ik ook weet hoe een man zich moet gedragen, als een onbeschermd meisje In zijn bijzijn wordt beleedigd, nu zal ik de her innering.,aan dat kwade uur bij u uitwisschen desnoods* zelfs met mijn bloed!" Zonder haar den tijd te laten om hem te ant woorden, riep hij een van de wachtende rijtuigen naderbij, opende het portier en gaf den koetsier straat en huisnommer op, die Mariëtta hem noemde Zij steeg in en stak hem nog eens haar kleine hand toe, die hij éen oogenblik in de zijne hield; maar daarop wierp het jonge meisje het hoofd luid snik- Dykagie van Stellendam byeen te roepen in de concertzaal van het Hotel Meyer te Mid delharnis. Uit de - tot een Poolschen land dag geworden vergadering, gevoerde bespre kingen bleek dat Ged. Staten, profijt trek* kende van de groote kennis van den heer van den Broek, aanzieniyke wyzigingen in hun ontwerp brachten. Toen op 1 Juni 1909 het Bestuur was samengesteld werd de heer van den Broek, spoedig daarop met groote meerderheid van stemmen tot Secretaris benoemd. Hoe kon het anders. Een man die zooveel gestreden had tegen de rauwe dyktafel, die zooveel verbeteringen had weten aan te brengen en die Secretaris was geweest van de Commissie van voorbereiding van het Waterschap „De Dykring Flakkee", met zyn kennis op water staatsgebied kon niet anders zy'n dan de man op de rechte plaats, om als Secretaris van dat Waterschap op te treden. Toen hy zich in 1915 uit de zaken terug trok werd zyn groote verdienste voor de polders en vanzelf voor het geheele Biland erkend en op waardige wyze beloond door alle polderbesturen van Flakkee. Van vryzinnige richting is hy in de politiek nooit op den voorgrond getreden. Deze stry'd ging langs hem heen. zyn hoogstaand karak ter kon zich niet verzoenen met veel on waarachtigs, hetwelk de politiek onvoor- waardeiyk aankleeft. Slechts by hooge uit zondering liet hy zich in den stryd sleepen. Eenigen invloed is op dat gebied niet van hem uitgegaan. Zyn liefde voor het goede en schoone, vooral ook voor de natuur was groot. Waar mogeiyk, werkte hy mee aan verfraaiing van het landschap. De Oude dyk van Mid delharnis is een der monumenten van zyn smaak. Kunst en wetenschap vonden in hem een beoefenaar en beschermer, terwyi zyn om gangsvormen, eenigzinBlos en amicaal, altyd onberispeiyk waren. Hy was een man van standing—|hulpvaardig en trouw voor zyn ondergeschikten, streng doch zorgzaam als een vader. Met zyn heengaan verliest Flakkee een zyner groote zonen, wiens nagedachtenis in eere zal worden gehouden door elkeen die hem heeft gekend. HIJ RUSTE IN VREDE. K. INGEZONDEN MEDEDEELING. Op de pier, in de duinen, langs het strand, by de bloembollenvelden, in bosschen of dancings, in de warme atmosfeer van poli tieke congressen, thuis by de radio, prettige lectuur en een lekkere versnapering, kortom er is op dit terrein een ongekende keuze en verscheidenheid. Het mooie weer had een ware uittocht uit de steden tot gevolg en duizenden stede lingen hebben voor een wyie verpoozing trachten te zoeken in de provincie. Alle middelen van vervoer werden gerequireerd om deze kleine volksverhuizing te ver plaatsen. De spoorwegen hebben tientallen extra- treinen moeten inleggen, om den stroom van reizigers te kunnen vervoeren. Zoowel de vervoermiddelen, als de verschillende win keliers, hebben goede zaken gemaakt. Vooral de laatsten zullen de Paschen geen slecht hart toedragen. O Of het voor al die uittrekkende stedelingen een werkeiyke ontspanning is geweest, mag oprecht worden betwyfeld. Het is werkelijk geen pretje, om belast en beladen ingepakt als haringen in een ton, in een benauwde treincoupé of dito autobus te worden gestopt. De benzinegeuren zullen er in het laatste geval niet toe hebben bygedragen, om het genot te verhoogen. De ontspanning gaat dan al spoedig over in een geduchte inspan ning. De duizenden bezoekers van de bloem bollenvelden hebben hun veege lijf gewaagd aan een eindelooze ry van automobielen, welke ook al door hun benzinedampen en stofwolken een heel groot deel der lente weelde grondig hebben bedorven. Velen der bezoe kers zullen achteraf tot de ontdekking komen, dat het genotene in wanverhouding staat tot de gebrachte geldeiyke offers. Met een zucht van verlichting, zullen ze hun dageiyksche bezigheden opnieuw hebben opgevat. Ook onze fiscus deed schryver dezer rubriek van zyn hervatting biyken, door een dwangbevel, hetgeen me tevens hardhandig herinnerde aan de nadeelen van my n staatsburgerschap. Niettemin staat het te pry zen, dat ze hier mede tot na de Paschen hebben gewacht. 0 Overigens is het nieuws voor een overzicht, gedurende de Paschen erg schaars. Onze Eerste Kamer zit nog steeds in de begrooting en als ze het huidige tempo volhouden, zal met Kerstmis de zaak zyn afgehandeld, als. alle bestreden en niet goedgekeurde uitgaven reeds aan de gelukkige eigenaren zullen zyn ter hand gesteld. Het zou een dure geschie denis worden, indien de heeren afgevaardig den hun verlangde 40 per dag zouden kry gen. Week-revue. Binnenland. De Paaschdagen liggen weer achter ons en zoowel onze inwendige organen, als onze portemonnaie zyn aan een zware proef onder worpen geweest. Ieder heeft de Paaschdagen gebruikt en doorgebracht op de wyze, zooals men zich dat voor zich zelf en eventueel voor zyn gezin het beste voorstelde. kend achterover in de kussens en reed het rijtuig weg. Willy keek 't zoolang na, totdat er niets meer van te zien wasmaar toen hief hij zich op en zeide met een soort van grimmig welbehagen: „En nu, pas op, graaf! 't Zal mij een waar genot zijn op je te schieten, zoodat hooren en zien je vergaanl" 't Begon reeds vroeg te schemeren op dien som beren Novemberdag en het paleis van vorst Adels- berg was al verlicht, toen deze van een korten wandelrit terugkeerde den op het voorplein stil hield. „Is mijnheer Rojanow in zijn vertrekken?" vroeg hij naar binnen gaande aan den toesnellenden bediende. „Om u te dienen, Hoogheid," was het antwoord. „Bestel het rijtuig dan tegen negen uur. We rijden naar het kasteel." Met deze woorden ging Egon vlug de trap op en begaf zich naar de vertrekken van zijn vriend, die naast de zijnen op de eefste verdieping lagen en evenals de gansche vorstelijke woning met ouderwetsche pracht waren ingericht. In de zit kamer brandde een lamp, maar Hartmut lag lang uit op de rustbank in een houding, die vermoeiénis en neergedruktheid verried. „Wel zoo, rust gij op je lauweren?" vroeg de jonge vorst lachend, terwijl hij naderkwam. „Dat kan ik je niet kwalijknemen, want ge hebt van daag geen minuut rust gehad, 't Is wel een inspan nende liefhebberij, zoo'n nieuw opgaande ster aan den dichterlijken hemel, te zijn; men moet daar voor stalen zenuwen hebben. De menschen vech- generaal voor de Duitsche herstelbetalingen heeft zich reeds geruimen tijd geleden uit gesproken voor een definitieve oplossing van het geheele reparatieprobleem. Theoretisch is op papier alles geregeld, doch dit wil nog geenszins zeggen, dat er praetisch geen groote bezwaren tegen bestaan. Parker Gilbert, die wel het beste op de hoogte is van al de moei iykheden op dit gevaariyke gebied, maakt een tour en na Londen en Parys t9 hebben bezocht, heeft hy besprekingen gehouden te Rome. Het doel van deze besprekingen is, eens te polsen, hoe de verschillende belang hebbende staten staan tegenover een even- tueele herziening van de regeling volgens het plan Dawes. Poincaire heeft te Carcasonne onomwonden verklaard, dat Frankryk hier aan zyn volle medewerking zal verleenen, onder voorbehoud van Fran kry ks veiligheid en reebt op schadeloosstelling. De geheele kwestie komt in het kort hierop neer: Duitschland heeft zyn vastgestelde herstel betalingen te doen aan alle geallieerden. Ieder dezer laatsten ontvangt het in onderling overleg bepaalde percentage. Alle geallieer den staan by Amerika dik in het krijt, voor de aangegane oorlogsleeningen en hebben een aanvang gemaakt met de terugbetaling dezer schulden. Deze aflossingen houden voor een belangrijk gedeelte verband met vau Duitsch land binnenkomende bedrag, dat ieder jaar- lijks ontvangt. De Duitschers hebben steeds tot in den treure betoogd, dat de vastge stelde bedragen, welke het had en heeft op te brengen, veel te hoog zyn. Nu het gezond verstand zoo langzamerhand weer terugkeert, begint men dit ook in de vroegere geallieerde landen in te zien. Al de Europeesche staten zyn genegen een deel hunner vorderingen op Duitschland te verminderen, indien ook Amerika een deel zyner eischen ten hunnen opzichte laat vallen. Hier ligt dus het zwaarte* punt van de geheele eventueel reorganisatie der herstel- en schuldregelingen. Doch in verband met de verkiezingen in de verschillende staten, kan het vraagstuk heden niet ter hand worden genomen. Dit zal eerst mogeiyk zyn indien de verkiezingen zijn afgeloopen. Al deze besprekingen zijn dus niets anders dan voorbereidende werkzaam heden, welke, zoodra het tydstip voor hande len is aangebroken, het mogeiyk maken, dat deze belangryke zaak direct ter tafel kan worden gebracht. De Duitsche minister van financiën brengt als goed katholiek een bezoek aan den Paus te Rome en zal tevens met zijn Italiaanschen collega wel eenige besprekingen voeren. Van Duitsche zijde is dit ontkend, doch uit de' Het gehouden congres der S. D. A. P. te Utrecht heeft ons al zeer weinig nieuws gebracht. We zullen den lezer niet vermoeien met een opsomming van al het besprokene We volstaan met te constateeren, dat het er af en toe nogal warmpjes toegiüg en dat ver schillende punten, o.a. het militaire vraag stuk zoo duideiyk zyn besproken, dat het voor velen zoo helder is geworden als koffie dik. De meoningsverschillen zyn verder met den mantel der liefde bedekt en voorloopig uiteriyk althans van de baan. Buitenland. Parker Gilbert, de Amerikaansche agent ten bijna om de eer je complimentjes te mogen maken. Ge hebt vandaag letterlijk receptie ge houden. „Ja, en nu moeten wij nog naar het hof!" zeide Hartmut op matten, onverschilligen toon. Dit vooruitzicht scheen hem al zeer weinig te bekoren. „Dat moeten we natuurlijk. De vorstelijke hee ren en dames willen den dichter ook hunne hulde bewijzen mijne ailergenadigste tante in de eerst plaats. Ge weet wel, dat zij zoo'n soort van fraai vernuft is of liever wil wezen en zich verbeeldt bewijzen mijne ailergenadigste tante in de eerst een verwante ziel in je te hebben gevonden. Ge lukkig! Dan roept ze mij ten minste niet onophou delijk aan hare zijde en vergeet ze daardoor mis schien zelfs die vervelende huwelijksplannen. Maar gij schijnt weinig vatbaar te zijn voor al die vor stelijke beminnelijkheden, die gisteren al van alle kanten op je neerdaalden. Ge antwoordt nu ook nauwelijks Zijt ge niet wel?" „Ik ben moe! Ik wilde, dat ik al die drukte ont- loopen en mij op het stille Rodeck verbergen kon." „Op Rodeck? Ja, daar zal 't nu prettig zijn in die Novembermisten en natte, kale bosschen! Brr! om te leeren tooveren, met spoken en geesten tot gezelschap!" „Dat's mogelijk, maar ik heb letterlijk het heim wee naar die sombere eenzaamheid en ga er binnen kort ook voor eenige dagen heen. Ge hebt er niets tegen, hoop ik?" „Wel, ik heb er veel tegen!" riep Egon verstoord. „Ik vraag je in 's hemels naam, wat is dat voor een inval? Nu, terwijl do geheele stad den dichter van „Arivana" in de hoogte steekt, wilt gij haar van je tegenwoordigheid berooven en al dat hulde betoon ontvluchten, om je bij levenden lijve In en het gebruiken van een middagmaal is een kwestie van vertrouwen. DOE ZULKS IN HET HUIS WAAR UW VOOROUDERS DIT DEDEN. (Adv) een spookhuis te begraven, dat alleen bij zonne schijn eenigszins bewoonbaar is. Dat's ongehoord!" „Voor mijn part! Ik heb nu behoefte aan een zaamheid en rust en ga naar Rodeck." De jonge vorst schudde het hoofd. Hij was 't wel is waar gewoon, dat zijn vriend zoo eigenmachtig handelde, als 't hem in den zin kwam, en had hem zelf zooveel mogelijk in dit opzicht verwend; maar deze inval scheen hem toch al zéér wonder lijk toe. „Ik geloof dat mijn ailergenadigste tante gelijk heeft," hernam hij, half schertsend, half verwij tend. „Gisteren zeide zij in de komedie: „Onze jonge dichter heeft grillen, evenals alle poëten." Dat vind ik ook. Wat hebt ge toch eigenlijk, Hart mut? Gisteren en vandaag den geheelen dag blinkt ge van geluk en blijdschap, en nu, nadat ik je nauwelijks een uur alleen heb gelaten, tref ik je hier in zoo'n melancholieke stemming aan. Hebt gij je soms knorrig gemaakt op de couranten? Bevatten ze misschien een slechte, afgunstige kritiek?" Hij wees hierbij op de schrijftafel, waar de avond bladen opengeslagen lagen. „Neen, neen!" antwoordde Rojanow haastig, maar tevens het hoofd afwendende, zoodat zijn aangezicht in de schaduw bleef. „In de couranten staan nog maar alleen korte verslagen en deze zijn allen even vleiend. Ge weet wel dat ik soms aan zulke stemmingen onderhevig ben, die mij zonder aanleidende oorzaak overvallen." „Ja, dat weet ik; maar nu het geluk je zoo van alle kanten overstelpt, moest gij die van je kunnen afzetten. Ge ziet er wezenlijk slecht uit: dat komt zeker van het drukke leven, dat wij beiden in de laatste veertien dagen geleid hebbend Hij boog zich bezorgd over zijn vriend heen, die hem, als in een opwelling van berouw over zijne norschheid, de hand toestak. „Excuseer, Egon. Ge moet geduld met mij hebben 't zal wel weer overgaan." „Dat hoop ik, daar ik van avond eer wil inleggen met mijn dichter. Maar nu zal ik gaan, zoodat gij nog wat kunt uitrusten. Wacht vandaag niemand vreemds meer af; we hebben nog drie uur vóór ons, eer we van hier behoeven te gaan." De jonge vorst vertrok. Hij had den bitteren trek om Hartmut's lippen niet gezien, toen hij van dat „overstelpend geluk" sprak, en toch had hij waarheid gesproken. Roem was immers geluk, misschien het grootste in dit leven, en deze dag had den triomf van den vorigen nog vermeerderd en bevestigd, totdat plotseling, nu een uur geleden, zich een schrille wanklank te midden van al die liefelijke tonen had doen hooren. In zijn kamer teruggekeerd, had de jonge dichter de couranten vluchtig doorgezien, die hij op de schrijftafel vond. Deze bevatten wel is waar nog geen uitvoerige bespreking van „Arivana", maar roemden als om strijd den gunstigen indruk, dien het stuk had nagelaten en beloofden uitvoerige beoordeelingen voor den volgenden dag; overal werd er over Hartmut Rojanow gesproken. Eens klaps stuitte deze, toen hij het laatste blad om keerde, op een anderen naam, die hem plotseling een geweldigen schrik op het lijf joeg, al begreep hij het' volgend oogenblik reeds, dat hij niet daar mee bedoeld was. Het bewuste artikel bevatte de mededeeling, dat de laatste reis van den Pruisi- schen gezant naar Berlijn toch van meer gewicht scheen te zijn geweest, dan men veronderstelde. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1928 | | pagina 1