TA's
.VAN HULST
I
NEGROIDS
EERSTE BLAD
ZATERDAG
14 APRIL 1928
►ENING
voor eSkvak.
KOPERWERK
)olineutn en Teer.
ZANDPAD
liddelharnis.
'OSE
NITAS 1
•E EILANDEN"
C.J.H. VAN DEN BROEK.
CHRISTIAAN JAN HAGE VAN DEN BROEK
DWAALLICHTEN.
LOGEEREN
„Hotel-Restaurant SIMONS"
B0ERENY1SCHDIARKT12, bij de Groote Kerk
te ROTTERDAM.
PIET SIMONS zorgt voor U!
I r Ww^r
Prijs per kwartaal f 1,—
Losse nummers 0,075
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
10E JAARGANG. - N°. 46
- Melkhazelnoot
lade.
CWAL1TE1T.
laak in
i des woords.
'teeringen.
•eren tegen concurreerende
ng hopen wij onze ZAAK
waardigen naam te géven.
Aanbevelend,
jak voor de muziektent)
wereld.
rfterklngsmlddel.
is gevoelen; die spoedig ver-
ïarh en slechte spijsvertering;
ïjke of geestelijke vermoeienis
duizeligheid, pijn in rug of
O SE
iSoed, en geeft daardoor nieuwe
ft een gezonden eetlust; ver-
|heid.
12 fl. f 21.—.
Irs en Drogisten.
HAMAAK.
itraat 2c/4, Den Haag.
I. 7, Rotterdam |j
|e huis
HET OUDSTE
j?E ADRES VOOR
Breukbanden,
ensoirs, enz.
itls Brochures en Prijs-
ne worden toegezonden.
M. HUFKENS.
=><J
IN MEMORIAM.
Op Woensdag, 4 April 1928 had op de
Algemeene Begraafplaats aan de Kerkhoflaan
te '8 Gravenhage, de ter aardebestelling
plaats van een man, die voor het Eiland
Overflakkee en Goedereede van beteekenis
is geweest en wiens stempel als gedrukt
staat op de economische beteekenis van dat
Eiland.
werd geboren te Middelharnis op 15 Augustus
1S47 en werd opgeleid voor den militairen
dienst.
Na afgelegde studie werd hy al spoedig
bestemd voor den dienst in Ned.-Indië en
kwam na een groote reis om de Kaap de
Goede Hoop in onze Oost om deel uit te
maken van de Maritieme strijdmacht, noodig
voor het onderdrukken van den opstand
later Oorlog in Atjéh. Slechts korten tjjd
volgde by deze bestemming. In 1874 verliet
hij den dienst als Luitenant ter zee en
vestigde zich in Middelharnis.
Na zyn ontslag uit den dienst kwam hy
by zyn vader den heer W. M. van den Broek,
die een zeer uitgebreid administratiekantoor
had, op het kantoor, nadat hy zyn sollicita
tie voor Directeur van de Tooneelschool te
Amsterdam, waar hy als No. 1 op de voor
dracht was geplaatst, op verzoek van zyr
vader, had ingetrokken. Spoedig daarop nam
hy de zaken van zyn vader over. In 1888
volgde zijne benoeming tot Gemeente-Ont
vanger van Middelharnis.
Had hy in Indiö op het water gestreden
tegen het bruint ras, in Flakkee bond
al spoedig den stryd aan tegen het water en
de bruint modderwegen. Doortastend en ener
giek van karakter kreeg hy het al spoedig
aan den stok met menig conservatief polder
bestuur, die de een na den ander moesten
capituleeren en besluiten moesten uitvoeren
voor betere waterloozing en waterafvoer, en
de vooral in den herfst schier ondoorwaad
bare modderwegen gingen begrinten of op
andere wyze beharden. Als Rentmeester voor
tal van groote grondeigenaren was erbyna
geen polder op het Eiland waar hy niet als
Ingeland tegenwoordig of vertegenwoordigd
was, waardoor er waarschyniyk geen grint
weg in ons groote Eiland is die zonder zyn
initiatief of medewerking is tot stand ge
komen. Financieele bezwaren golden voor
hem niet. Moeiiykheden waren er voor hem,
om ze te bekampen en te overwinnen; nim
mer om er voor uit den weg te gaan.
Ook op economisch gebied was hy zyn
tyd - naar later is gebleken - een balve
eeuw vooruit. In het midden der negentiger
jaren van de vorige eeuw, zag hy als met
zienersblik dat intensiever cultuur nood-
zakeiyk zyn zon om de sterk groeiende be
volking van ons land bestaanmogeiykheid
te verschaffen. Voor de Departementen van
de My. tot Nut van 't Algemeen, van welke
Maatschappy hy een groot vriend was, hield
hy op tal van plaatsen voordrachten om den
tuinbouw te gaan beoefenen en ons land,
als het ware in één proeftuin te herscheppen,
van waaruit de omwonende bevolking hun
groenten en fruit zouden kunnen betrekken.
Deze lezing verscheen later in brochurevorm
onder den titel van „Tninbouwgehuchten"
en was om de onweerlegbare cyfers en feiten
onaanvechtbaar. Ook op het gebied van grond
verbetering en ontginniDg heeft by pioniers
werk verricht. Honderden gemeten woesten
grond heeft hy in Ouddorp door uit te mijnen
in vruchtbare akkers herschapen. Voorts gaf
hy het voorbeeld zoo voor eigen rekening,
als voor rekening van zijn principalen, war-
moezery en en fruitaanplantingen te stichten,
toen op het einde der vorige eeuw de land
bouw niet dan met verlies werkte. Te dier
tyde was de Ryksvoorlichtingsdienst nog in
zyn kinderjaren, zoodat hy zich zelf helpen
moest, en ook hielp. Ook hier bleek zyn
vooruitzienden blik en was zyn oog aller
eerst gericht op het belang van Flakkee.
voorzangers en redenaars
30 ets. per doosje
(Adv.)
zyn streven voor beter vak-onderwys werd
bekroond met de oprichting van de vereeni-
ging „Landbouwonderwys" de eerste en de
eenige van dat soort in ons vaderland. He
laas door de weinige medewerking van Ge
meente- en polderbesturen en van de land
bouwende bevolking byna schreven wy
stelselmatige en heimeiyke tegenwerking
leed deze vereeniging aan bloedarmoede,
waaraan ze dan ook na eenige jaren van een
kwynend bestaan te gronde ging.
De Centrale Proeftuin voor Flakkee mag
worden beschouwd, als althans grooten-
deels - te zyn, zyn werk.
Als Directeur van de Stoombootmaat-
schappy „Overflakkee en Goedereede" droeg
hy voortdurend groote zorg voor de best
mogeiyke verbinding met den vasten wal.
Vergissen wy ons niet dan is de thans nog
in de vaart zijnde stoomboot „Middelharnis"
zyn schepping, naar zyn voorschrift gebouwd.
By het te water laten werd dit schip een
„model passagiersschip" genoemd, door be
voegden.
In verband met den hoogen watervloed
in December 1894, gevolgd door-een derge-
ïyken vloedgolf in Maart 1906 en daarmede
gepaard gaande overstroomingsramp in
Zeeland, zon bet Provinciaal Bestuur op
maatregelen voor afdoende oeververdediging
en om de kosten daarvan te dragen door
alle landen en eigendommen binnen de water-
keering gelegen. Hetontwerp-reglement voor
dezen RING-Dyk werd be- en over het al
gemeen ver-oordeeld, waarop de heer van den
Broek in een fijn gestileerd, doch uitermate
scherp artikel in het Weekblad „Vooruit"
van 11 Juli 1906 onder een motief genomen
uit het boek „JOB" 28ste capp. versen 4-11
13-26 en vooral 28, genaamd „DE RAUWE
DIJKTAFEL", als niet gaar en dus onbruik
baar van het menu afvoerde. Gedeputeerden
reageerden daarop door alle polderbesturen
uit Flakkee, tot aan de grens van de Generale
FEUILLETON.
E. WERNER
VERTAUNO VAN HERMINA.
(Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.)
55)
„Als alles gelukkig is afgeloopen, kom ik u zelf
tijding brengen," antwoordde hij. „Mag ik dat?"
„O, zeker! Maar als er nu eens een ongeluk ge
beurt als ge eens komt te vallen
„Denk dan wat gunstiger over mij dan tot hier
toe, juffrouw Volkmar," zeide Willibald, ernstig
en hartelijk. „Ge hebt mij zeker voor een rechten
lafaard aangezien O, zeg maar niets, ge hadt
groot gelijk; ik heb dit zelf bitter genoeg gevoeld,
maar 't was mijne moeder, die ik gewoon ben te
gehoorzamen en die zooveel van mij houdt. Maar
nu zult gij eens zien, dat ik ook weet hoe een man
zich moet gedragen, als een onbeschermd meisje
In zijn bijzijn wordt beleedigd, nu zal ik de her
innering.,aan dat kwade uur bij u uitwisschen
desnoods* zelfs met mijn bloed!"
Zonder haar den tijd te laten om hem te ant
woorden, riep hij een van de wachtende rijtuigen
naderbij, opende het portier en gaf den koetsier
straat en huisnommer op, die Mariëtta hem noemde
Zij steeg in en stak hem nog eens haar kleine hand
toe, die hij éen oogenblik in de zijne hield; maar
daarop wierp het jonge meisje het hoofd luid snik-
Dykagie van Stellendam byeen te roepen in
de concertzaal van het Hotel Meyer te Mid
delharnis. Uit de - tot een Poolschen land
dag geworden vergadering, gevoerde bespre
kingen bleek dat Ged. Staten, profijt trek*
kende van de groote kennis van den heer
van den Broek, aanzieniyke wyzigingen in
hun ontwerp brachten.
Toen op 1 Juni 1909 het Bestuur was
samengesteld werd de heer van den Broek,
spoedig daarop met groote meerderheid van
stemmen tot Secretaris benoemd. Hoe kon
het anders. Een man die zooveel gestreden
had tegen de rauwe dyktafel, die zooveel
verbeteringen had weten aan te brengen en
die Secretaris was geweest van de Commissie
van voorbereiding van het Waterschap „De
Dykring Flakkee", met zyn kennis op water
staatsgebied kon niet anders zy'n dan de
man op de rechte plaats, om als Secretaris
van dat Waterschap op te treden.
Toen hy zich in 1915 uit de zaken terug
trok werd zyn groote verdienste voor de
polders en vanzelf voor het geheele Biland
erkend en op waardige wyze beloond door
alle polderbesturen van Flakkee.
Van vryzinnige richting is hy in de politiek
nooit op den voorgrond getreden. Deze stry'd
ging langs hem heen. zyn hoogstaand karak
ter kon zich niet verzoenen met veel on
waarachtigs, hetwelk de politiek onvoor-
waardeiyk aankleeft. Slechts by hooge uit
zondering liet hy zich in den stryd sleepen.
Eenigen invloed is op dat gebied niet van
hem uitgegaan.
Zyn liefde voor het goede en schoone,
vooral ook voor de natuur was groot. Waar
mogeiyk, werkte hy mee aan verfraaiing
van het landschap. De Oude dyk van Mid
delharnis is een der monumenten van zyn
smaak.
Kunst en wetenschap vonden in hem een
beoefenaar en beschermer, terwyi zyn om
gangsvormen, eenigzinBlos en amicaal, altyd
onberispeiyk waren. Hy was een man van
standing—|hulpvaardig en trouw voor zyn
ondergeschikten, streng doch zorgzaam als
een vader.
Met zyn heengaan verliest Flakkee een
zyner groote zonen, wiens nagedachtenis in
eere zal worden gehouden door elkeen die
hem heeft gekend.
HIJ RUSTE IN VREDE.
K.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Op de pier, in de duinen, langs het strand,
by de bloembollenvelden, in bosschen of
dancings, in de warme atmosfeer van poli
tieke congressen, thuis by de radio, prettige
lectuur en een lekkere versnapering, kortom
er is op dit terrein een ongekende keuze en
verscheidenheid.
Het mooie weer had een ware uittocht
uit de steden tot gevolg en duizenden stede
lingen hebben voor een wyie verpoozing
trachten te zoeken in de provincie. Alle
middelen van vervoer werden gerequireerd
om deze kleine volksverhuizing te ver
plaatsen.
De spoorwegen hebben tientallen extra-
treinen moeten inleggen, om den stroom van
reizigers te kunnen vervoeren. Zoowel de
vervoermiddelen, als de verschillende win
keliers, hebben goede zaken gemaakt. Vooral
de laatsten zullen de Paschen geen slecht
hart toedragen.
O
Of het voor al die uittrekkende stedelingen
een werkeiyke ontspanning is geweest, mag
oprecht worden betwyfeld. Het is werkelijk
geen pretje, om belast en beladen ingepakt
als haringen in een ton, in een benauwde
treincoupé of dito autobus te worden gestopt.
De benzinegeuren zullen er in het laatste
geval niet toe hebben bygedragen, om het
genot te verhoogen. De ontspanning gaat
dan al spoedig over in een geduchte inspan
ning. De duizenden bezoekers van de bloem
bollenvelden hebben hun veege lijf gewaagd
aan een eindelooze ry van automobielen,
welke ook al door hun benzinedampen en
stofwolken een heel groot deel der lente weelde
grondig hebben bedorven. Velen der bezoe
kers zullen achteraf tot de ontdekking komen,
dat het genotene in wanverhouding staat tot
de gebrachte geldeiyke offers. Met een zucht
van verlichting, zullen ze hun dageiyksche
bezigheden opnieuw hebben opgevat. Ook
onze fiscus deed schryver dezer rubriek van
zyn hervatting biyken, door een dwangbevel,
hetgeen me tevens hardhandig herinnerde
aan de nadeelen van my n staatsburgerschap.
Niettemin staat het te pry zen, dat ze hier
mede tot na de Paschen hebben gewacht.
0
Overigens is het nieuws voor een overzicht,
gedurende de Paschen erg schaars. Onze
Eerste Kamer zit nog steeds in de begrooting
en als ze het huidige tempo volhouden, zal
met Kerstmis de zaak zyn afgehandeld, als.
alle bestreden en niet goedgekeurde uitgaven
reeds aan de gelukkige eigenaren zullen zyn
ter hand gesteld. Het zou een dure geschie
denis worden, indien de heeren afgevaardig
den hun verlangde 40 per dag zouden kry gen.
Week-revue.
Binnenland.
De Paaschdagen liggen weer achter ons
en zoowel onze inwendige organen, als onze
portemonnaie zyn aan een zware proef onder
worpen geweest. Ieder heeft de Paaschdagen
gebruikt en doorgebracht op de wyze, zooals
men zich dat voor zich zelf en eventueel
voor zyn gezin het beste voorstelde.
kend achterover in de kussens en reed het rijtuig
weg. Willy keek 't zoolang na, totdat er niets meer
van te zien wasmaar toen hief hij zich op en zeide
met een soort van grimmig welbehagen:
„En nu, pas op, graaf! 't Zal mij een waar genot
zijn op je te schieten, zoodat hooren en zien je
vergaanl"
't Begon reeds vroeg te schemeren op dien som
beren Novemberdag en het paleis van vorst Adels-
berg was al verlicht, toen deze van een korten
wandelrit terugkeerde den op het voorplein stil
hield.
„Is mijnheer Rojanow in zijn vertrekken?"
vroeg hij naar binnen gaande aan den toesnellenden
bediende.
„Om u te dienen, Hoogheid," was het antwoord.
„Bestel het rijtuig dan tegen negen uur. We
rijden naar het kasteel."
Met deze woorden ging Egon vlug de trap op
en begaf zich naar de vertrekken van zijn vriend,
die naast de zijnen op de eefste verdieping lagen
en evenals de gansche vorstelijke woning met
ouderwetsche pracht waren ingericht. In de zit
kamer brandde een lamp, maar Hartmut lag lang
uit op de rustbank in een houding, die vermoeiénis
en neergedruktheid verried.
„Wel zoo, rust gij op je lauweren?" vroeg de
jonge vorst lachend, terwijl hij naderkwam. „Dat
kan ik je niet kwalijknemen, want ge hebt van
daag geen minuut rust gehad, 't Is wel een inspan
nende liefhebberij, zoo'n nieuw opgaande ster aan
den dichterlijken hemel, te zijn; men moet daar
voor stalen zenuwen hebben. De menschen vech-
generaal voor de Duitsche herstelbetalingen
heeft zich reeds geruimen tijd geleden uit
gesproken voor een definitieve oplossing van
het geheele reparatieprobleem. Theoretisch
is op papier alles geregeld, doch dit wil nog
geenszins zeggen, dat er praetisch geen groote
bezwaren tegen bestaan. Parker Gilbert, die
wel het beste op de hoogte is van al de moei
iykheden op dit gevaariyke gebied, maakt
een tour en na Londen en Parys t9 hebben
bezocht, heeft hy besprekingen gehouden te
Rome. Het doel van deze besprekingen is,
eens te polsen, hoe de verschillende belang
hebbende staten staan tegenover een even-
tueele herziening van de regeling volgens
het plan Dawes. Poincaire heeft te Carcasonne
onomwonden verklaard, dat Frankryk hier
aan zyn volle medewerking zal verleenen,
onder voorbehoud van Fran kry ks veiligheid
en reebt op schadeloosstelling. De geheele
kwestie komt in het kort hierop neer:
Duitschland heeft zyn vastgestelde herstel
betalingen te doen aan alle geallieerden. Ieder
dezer laatsten ontvangt het in onderling
overleg bepaalde percentage. Alle geallieer
den staan by Amerika dik in het krijt, voor
de aangegane oorlogsleeningen en hebben een
aanvang gemaakt met de terugbetaling dezer
schulden. Deze aflossingen houden voor een
belangrijk gedeelte verband met vau Duitsch
land binnenkomende bedrag, dat ieder jaar-
lijks ontvangt. De Duitschers hebben steeds
tot in den treure betoogd, dat de vastge
stelde bedragen, welke het had en heeft op
te brengen, veel te hoog zyn. Nu het gezond
verstand zoo langzamerhand weer terugkeert,
begint men dit ook in de vroegere geallieerde
landen in te zien. Al de Europeesche staten
zyn genegen een deel hunner vorderingen
op Duitschland te verminderen, indien ook
Amerika een deel zyner eischen ten hunnen
opzichte laat vallen. Hier ligt dus het zwaarte*
punt van de geheele eventueel reorganisatie
der herstel- en schuldregelingen.
Doch in verband met de verkiezingen in
de verschillende staten, kan het vraagstuk
heden niet ter hand worden genomen. Dit
zal eerst mogeiyk zyn indien de verkiezingen
zijn afgeloopen. Al deze besprekingen zijn dus
niets anders dan voorbereidende werkzaam
heden, welke, zoodra het tydstip voor hande
len is aangebroken, het mogeiyk maken, dat
deze belangryke zaak direct ter tafel kan
worden gebracht.
De Duitsche minister van financiën brengt
als goed katholiek een bezoek aan den Paus
te Rome en zal tevens met zijn Italiaanschen
collega wel eenige besprekingen voeren. Van
Duitsche zijde is dit ontkend, doch uit de'
Het gehouden congres der S. D. A. P. te
Utrecht heeft ons al zeer weinig nieuws
gebracht. We zullen den lezer niet vermoeien
met een opsomming van al het besprokene
We volstaan met te constateeren, dat het er
af en toe nogal warmpjes toegiüg en dat ver
schillende punten, o.a. het militaire vraag
stuk zoo duideiyk zyn besproken, dat het
voor velen zoo helder is geworden als koffie
dik. De meoningsverschillen zyn verder met
den mantel der liefde bedekt en voorloopig
uiteriyk althans van de baan.
Buitenland.
Parker Gilbert, de Amerikaansche agent
ten bijna om de eer je complimentjes te mogen
maken. Ge hebt vandaag letterlijk receptie ge
houden.
„Ja, en nu moeten wij nog naar het hof!" zeide
Hartmut op matten, onverschilligen toon. Dit
vooruitzicht scheen hem al zeer weinig te bekoren.
„Dat moeten we natuurlijk. De vorstelijke hee
ren en dames willen den dichter ook hunne hulde
bewijzen mijne ailergenadigste tante in de eerst
plaats. Ge weet wel, dat zij zoo'n soort van fraai
vernuft is of liever wil wezen en zich verbeeldt
bewijzen mijne ailergenadigste tante in de eerst
een verwante ziel in je te hebben gevonden. Ge
lukkig! Dan roept ze mij ten minste niet onophou
delijk aan hare zijde en vergeet ze daardoor mis
schien zelfs die vervelende huwelijksplannen. Maar
gij schijnt weinig vatbaar te zijn voor al die vor
stelijke beminnelijkheden, die gisteren al van alle
kanten op je neerdaalden. Ge antwoordt nu ook
nauwelijks Zijt ge niet wel?"
„Ik ben moe! Ik wilde, dat ik al die drukte ont-
loopen en mij op het stille Rodeck verbergen kon."
„Op Rodeck? Ja, daar zal 't nu prettig zijn in die
Novembermisten en natte, kale bosschen! Brr!
om te leeren tooveren, met spoken en geesten tot
gezelschap!"
„Dat's mogelijk, maar ik heb letterlijk het heim
wee naar die sombere eenzaamheid en ga er binnen
kort ook voor eenige dagen heen. Ge hebt er niets
tegen, hoop ik?"
„Wel, ik heb er veel tegen!" riep Egon verstoord.
„Ik vraag je in 's hemels naam, wat is dat voor een
inval? Nu, terwijl do geheele stad den dichter van
„Arivana" in de hoogte steekt, wilt gij haar van
je tegenwoordigheid berooven en al dat hulde
betoon ontvluchten, om je bij levenden lijve In
en het gebruiken van een middagmaal
is een kwestie van vertrouwen.
DOE ZULKS IN HET HUIS WAAR
UW VOOROUDERS DIT DEDEN.
(Adv)
een spookhuis te begraven, dat alleen bij zonne
schijn eenigszins bewoonbaar is. Dat's ongehoord!"
„Voor mijn part! Ik heb nu behoefte aan een
zaamheid en rust en ga naar Rodeck."
De jonge vorst schudde het hoofd. Hij was 't wel
is waar gewoon, dat zijn vriend zoo eigenmachtig
handelde, als 't hem in den zin kwam, en had hem
zelf zooveel mogelijk in dit opzicht verwend;
maar deze inval scheen hem toch al zéér wonder
lijk toe.
„Ik geloof dat mijn ailergenadigste tante gelijk
heeft," hernam hij, half schertsend, half verwij
tend. „Gisteren zeide zij in de komedie: „Onze
jonge dichter heeft grillen, evenals alle poëten."
Dat vind ik ook. Wat hebt ge toch eigenlijk, Hart
mut? Gisteren en vandaag den geheelen dag blinkt
ge van geluk en blijdschap, en nu, nadat ik je
nauwelijks een uur alleen heb gelaten, tref ik je
hier in zoo'n melancholieke stemming aan. Hebt
gij je soms knorrig gemaakt op de couranten?
Bevatten ze misschien een slechte, afgunstige
kritiek?"
Hij wees hierbij op de schrijftafel, waar de avond
bladen opengeslagen lagen.
„Neen, neen!" antwoordde Rojanow haastig,
maar tevens het hoofd afwendende, zoodat zijn
aangezicht in de schaduw bleef. „In de couranten
staan nog maar alleen korte verslagen en deze
zijn allen even vleiend. Ge weet wel dat ik soms
aan zulke stemmingen onderhevig ben, die mij
zonder aanleidende oorzaak overvallen."
„Ja, dat weet ik; maar nu het geluk je zoo van
alle kanten overstelpt, moest gij die van je kunnen
afzetten. Ge ziet er wezenlijk slecht uit: dat komt
zeker van het drukke leven, dat wij beiden in de
laatste veertien dagen geleid hebbend
Hij boog zich bezorgd over zijn vriend heen, die
hem, als in een opwelling van berouw over zijne
norschheid, de hand toestak.
„Excuseer, Egon. Ge moet geduld met mij hebben
't zal wel weer overgaan."
„Dat hoop ik, daar ik van avond eer wil inleggen
met mijn dichter. Maar nu zal ik gaan, zoodat gij
nog wat kunt uitrusten. Wacht vandaag niemand
vreemds meer af; we hebben nog drie uur vóór
ons, eer we van hier behoeven te gaan."
De jonge vorst vertrok. Hij had den bitteren trek
om Hartmut's lippen niet gezien, toen hij van
dat „overstelpend geluk" sprak, en toch had hij
waarheid gesproken. Roem was immers geluk,
misschien het grootste in dit leven, en deze dag
had den triomf van den vorigen nog vermeerderd
en bevestigd, totdat plotseling, nu een uur geleden,
zich een schrille wanklank te midden van al die
liefelijke tonen had doen hooren.
In zijn kamer teruggekeerd, had de jonge dichter
de couranten vluchtig doorgezien, die hij op de
schrijftafel vond. Deze bevatten wel is waar nog
geen uitvoerige bespreking van „Arivana", maar
roemden als om strijd den gunstigen indruk, dien
het stuk had nagelaten en beloofden uitvoerige
beoordeelingen voor den volgenden dag; overal
werd er over Hartmut Rojanow gesproken. Eens
klaps stuitte deze, toen hij het laatste blad om
keerde, op een anderen naam, die hem plotseling
een geweldigen schrik op het lijf joeg, al begreep
hij het' volgend oogenblik reeds, dat hij niet daar
mee bedoeld was. Het bewuste artikel bevatte de
mededeeling, dat de laatste reis van den Pruisi-
schen gezant naar Berlijn toch van meer gewicht
scheen te zijn geweest, dan men veronderstelde.
Wordt vervolgd.