g
landarts J, BH IJS
IN
Z.
Voorstraat 209 - Sooiaielsdi'ili
VERKOOPING.
54 perc. Hoverijlaod
AAMBEIEN.
Jk DE SALAMANDER d.
WOENSDAG
7 MAART 1928
DWAALLICHTEN.
Sproeten komen vroeg in
het voorjaar, koop tijdig een pot
Sprutol. Bij alle Drogisten.
Pluimveeteelt.
PROTESTANTENBOND.
Brielle (Kerkstraat), 's av. ds. de JoDge uit Bergen
op Zoom.
GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vin. en 'sav. ds. Van Velzen.
Stellendam, vrn. en 'sav. leeskerk.
Ouddorp, vm. en nam. ds. Diemer.
Ooltgensplaat, vm. en 'sav. ds. De Lange.
Den Bommel, vm. en nin. ds. Schaafsma.
Stad a.'t Haringvliet, vm. en 's av. ds. De Graaff.
Hellevoetsluis, 'sav. ds. Westerhujjs.
Nieuw-Helvoet, vm. Westerhuijs.
OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE.
Stad aan 't Haringvliet, vm.,nm. en 'sav. leeskerk.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Dirksland, vm. en 'sav. ds. De Blois.
Herkingen, vm. en 'sav. leeskerk.
DOOPSGEZINDE KERK.
Ouddorp, vm. en 'sav. ds. Schopenhouer.
MET WEINIG GELUKKIG!
Weer rijst het beeld van zee en strand,
Gekleurd door avondzonnebrand,
Van 't duin vol geur in lentedauw,
Waar boven rozig hemelsblauw,
Weer ryst daar 't beeld van 't eenzaam
[kind,
Gestreeld door zoelen avondwind,
Genietend van dien zaal'gen vree,
Gedaald daar over strand en zee,
Haar eenzaamheid vergetend dan,
Nu heerlik zij bespieden kan,
Het golvenspel aan 't rustig strand,
En scheepjes, schuivende aan land,
Totdat één uit een scheepje stapt,
Die haar als een geheim verklapt,
Dat Jaapbuur-uit zijn net in zee,
Haar brengt een reuze zeekruik mee.
Verrukt hoort zy het nieuwtje aan,
Dan vliegends zien w' in 't duin ze gaan,
Naar 't hutje, waar de kruik haar wacht,
Door Japebuur daar reeds gebracht.
R. M. D. O.
iS
UR
litr
ijn!
Spreekuren Dagelijks
van 81/, tot 10 uur voorro. en van
1 tot 21/, n.m. en volgens afspraak.
TeJeSoon No. 236.
Op Woensdag 14 Maart
192$ voorm. half tien
uur te SOMMELSDIJK aan den
Dorpsweg van
5 Werkpaarden!, Land-
bouwgereedschappen.
Hooi, Stroo enz.
ten verzoeke van Mevr. Wed. G.
JOPPE—Oprel.
VERHURING.
Op Woensdag 14 Maart
192S namiddags 5 uur
te STELLENDAM, ter herberge van
A. KAASHOEK van
in den Eendrachts- en
Halspolder onder STELLEN
DAM ten verzoeke van den heer
D. GOEKOOP te GOEDEREEDE.
Notaris VAN DER SLUYS.
LAAT NIET S.05
RADICALE GENEZING
de hardnekkigste Aambeien
kunt U genezen binnen enkele weken.
9 Kipstraat 43, R'dam I
Niet goed, geld terug.
hADVERTEERT IN
I ONZE EILANDEN H
Prijs per kwartaalf I,
Losse nummers 0,07s
Advertentiën v. 1—6 regels 1,20
Elke regel meer. 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f I,— per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het werdt uitgegeven deer de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. Ne. 15
Veerstraat Middelharnis.
10E JAARGANG. - N°. 36
Moderne Politiek.
Over de noodzakelijkheid van deover-
heersching der politiek in onze samen
leving en meer speciaal bij deoverheids-
bemoeing, is reeds zóóveel geschreven en
zoowel in als buiten het Parlement zóóveel
gesproken, dat dezerzijds bescheidenlijk
het oordeel wordt gelaten aan degenen,
die er kennis van namen.
Wij concludeeren dus niets, maar rele-
veeren slechts.
Wij bekommeren ons niet over de redac-
tioneele verbazing in een ochtendblad,
dat de heerStenhuis, een grooter inkomen
heeft dan een minister en daarin verge
zeld wordt door den heer Oudegeest. Wij
gunnen den heer K. ter Laan gaarne zijn
pensioen, zijn burgemeesterssalaris van
Zaandam en zijn vijf duizend gulden als
Tweede Kamerlid, om van zijn vrije reis
kosten nog maar te zwijgen. Wij weten
nu eenmaal dat dit geen uitzondering is,
maar in alle partijen regel dreigt te wor
den. De voorbeelden hiervan zijn bij de
andere partijen ook bij bosjes op te noemen.
Wij verbazen ons alleen over het feit,
dat iemand Kamerlid- en Burgemeerster-
schap vereenigbaar kan achten, dat in
Haarlem iemand Wethouder, Lid van de
Tweede Kamer, Lid van Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland, leider van een
bekend advocatenkantoor en redenaar op
tal van bijeenkomsten kan zijn en wij
vragen ons angstvallig af, hoe bij deze
wondermenschen een toch gewenschte
toewijding ten opzichte der hun toever
trouwde belangen en de door hen aan
vaarde taak met den besten wil mogelijk is
Een mensch is toch maar een mensch
en zelfs de politiek zal niet vermogen,
hier zulke ongekende uitzonderingsgeval
len in het leven te roepen, die de samen
leving die waarborgen bieden, welke zij
vol-op belastingbetalend, met het meeste
recht kan eischen.
Dat onze politieke atmosfeer zuiver is.
zal wel niemand beweren. Maar dat zij
bezwangerd wordt door een ongehoorde
baantjesjagerij ten koste der gemeenschap
en in elke politieke partij zonder uitzon
dering, zal iedereen toegeven, die „het niet
maar gelooft" maar zijn oogen den kost
geeft. Onverschillig welke richting men is
toegedaan moet voorkomen worden, dat
overigens verdienstelijke voormannen over
belast worden, waardoor de zaak, die zij
hebben voor te staan zonder twijfel moet
worden geschaad. En waar zich dit euvel
in elke partij voordoet, kan een vinger
wijzing elke partij dienen en opbouwend
werken.
Wij zullen „politiek" geschreven, de
politiek buiten beschouwing laten. Er is
evenals de diplomatie veel vóór, maar ook
veel tégen.
Ieder moet ten slotte een eigen begin
sel bepalen en handhaven.
Maar ieder heeft er in zijn eigen belang
en dat van de gemeenschap ook voor te
FEUILLETON.
E. WERNER
VERTALING VAN HERMINA.
Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.)
waken, dat de behartiging van dat begin
sel kan geschieden, door ordelijk gekozen
leiders, die over voldoenden tijd beschik
ken, om hun taak naar behooren te ver
vullen. Nu is dat in vele gevallen, al
zouden de betrokkenen dag en nacht door
werken, onmogelijk en het kan derhalve
voor iedereen nut hebben dit euvel onder
de oogen te zien, een meening te vestigen
en die meening in een daad om te zetten.
Het eigen belang zal U trouwens reeds
zeggen dat „moderne" politiek, twee drie
of meer belangrijke functies, door één
persoon waargenomen, partij en samen
leving, nimmer ten goede kan komen.
Het heeft met de personen natuurlijk
niets te maken, maar het feit staat als een
paal boven water.
(Adv.)
Voor kuis en hof.
IN DUN GKOENTENTUIN.
Gecombineerde teelten. Dit stelsel wordt
door de beroepskweeker toegepast, om een
zoo groot mogelijke productie te verkrijgen.
De hooge pacht- of koopprijzen dwingen
hem tot deze wijze van exploitatie, waar
door het mogelijk wordt gemaakt, meerdere
gewassen op denzelfden te verbouwen. Deze
gewassen worden zoodaDig door hem ge
kozen, dat ze in verschillende tijdstippen
van het jaar, liefst zoo ver mogelijk uit elkaar
liggende, hun volledige ontwikkeling berei
ken. De groentekweeker moet woekeren met
de beschikbare grond en een doelmatige
combineering van de verschillende gewassen
is hierbij voor hem een machtige steun.
Zonder dit systeem is een loonende groente
teelt niet meer mogelijk en wordt daarom
reeds jaren lang algemeen toegepast.
De amateur tuinier tracht dit natuurlijk
in zyn tuintje ook toe te passen. Vooral de
bezitters van kleine tuintjes, willen ze voor
een groot gedeelte in hun eigen behoeften
kunnen voorzien, zijn hierop aangewezen.
Een nadeel van het combineeren is, dat elk
gewas geen volledige opbrengst kan geven,
daar ze voor hun volledige ontwikkeling
moeten worden opgeruimd, wijl ze anders
de verdere groei van het opvolgend gewas
der combinatie te veel belemmeren. Bij een
gecombineerde teelt moet bovendien iets
meer tusschenruimte worden genomen. Er
bestaan natuurlijk heel wat combinaties van
gewassen, zoodat het niet doenlijk is, hier
na te gaan, hoe men kan combineeren. Wij
zullen volstaan met eenige combinaties aan
te geven, om den lezer een idee van dit
systeem te geven, want hoewel het stelsel
al oud is, vindt het tot op beden nog niet
algemeen voldoende toepassing.
Een voorbeeld van een goede combinatie
is de teelt van spinazie of radijs tusschen
doperwten, met als navrucht augurken. De
spiDazie of radijs heeft in April haar volle
ontwikkeling bereikt en kan alsdan worden
geoogst. De doperwt „bereikt einde Mei of
45)
„\k meen de vorstelijke dames, Hoogheid 1"
zeide de oude man met bijzonderen nadruk.
„Die vorstelijke datnes kunnen mij hoogstens
op een wandelrit met een bezoek vereeren, maar
voor een jachtpartij kan ik haar niet uitnoodigen,
daar ik ongetrouwd ben."
„Ja, wéarom is Uwe Hoogheid toch altijd nog
ongetrouwd?" vroeg Stadinger op verwijtenden
toon.
„Kerel, ik geloof waarlijk, dat gij ook al trouw
plannen voor mij hebt, evenals mijne aller
evenals de heele wereld, wil ik zeggen!" riep Egon
lachend. „Doe maar geen moeite, ik trouw niet!"
„Dat's verkeerd Hoogheid," bracht Stadingee
hiertegen in, die zijn heer en meester om het ander-
woord bij zijn titel noemde, terwijl hij hem onder-
tusschen'doorgaans geducht de les las, „en on
christelijk is 't ook, want de echtelijke staat is
een heilige staat, waarbij men zich wél bevindt.
Mijnheer uw vader is ook getrouwd en ik ook!"
„Natuurlijk, gij ookl Ge zijt zelfs al grootvader
van een allerliefst kleindochtertje, dat gij je moest
schamen weggestuurd te hebben i Wanneer komt
begin Juni haar volle ontwikkeling. De
augurk wordt einde Mei tusschen de rijen
dorperwten geplant. Voordat de augurken
den geheelen grond in beslag nemen, zijn
ook de doperwten verdwenen. Op deze wijze
kan men dus bereiken, dat drie verschillende
gewassen achtereenvolgens op hetzelfde
stukje grond groeien. De afstand tusschen
de rijen doperwten moest iets ruimer worden
genomen, doch hier staat een 3-voudige
vrucht tegenover. Bij combineeren moet
worden vermeden, dat de vruchten onge
veer op denzelfden tijd tot volle ontwikke
ling komen, daar anders alle voordeelen ver
vallen, immers, dan zouden wij voor iedere
vrucht de volle oppervlakte grond noodig
hebben op ongeveer denzelfden tijd.
Een ander voorbeeld van een goede com
binatie is de teelt van kropsla, vroege bloem
kool en stokboonen. Hierby wordt vroeg in
het voorjaar de kropsla geplant en direct
hier tusschen de bloemkool op de gewenschte
afstand. De kropsla is veel vroeger klaar als
de bloemkool en zoodra de kropsla wordt
geoogst of soms zelfs eerder, worden de
stoksla- of stoksnyboonen gepoot. Dit kan
zonder bezwaar plaats hebben, daar debloemr
kool reeds uit den tuin is verdwenen, als
de boonen de volle ruimte ncodig hebben.
Er kan op allerlei manieren worden gecom
bineerd, doch hierbij dient tevens niet uit
het oog te worden verloren, dat by een ge
combineerde teelt, de bemestiDghierbij veel
zwaarder moet zijn, daar anders de tweede
of derde vrucht niet tot een behoorlijke ont
wikkeling kan komen.
De verzorging van kamerplanten.
Het voorjaar is mede de meest geschikte
tijd om kamerplanten te verpotten, wan
neer dat noodig is. Wie er niet van op de
hoogte is, welke grondmengsels gebruikt
moeten worden, 'nale wat aarde bij den bloe
mist, onder opgave van de namen der plan
ten, waartoe die aarde dienen moet. Is de
pot te klein geworden voor de plant, daar
uit blijkende, dat een blank net van wor
telen langs de potranden ligt, dan moet een
wijdere pot worden genomen, maar vooral
niet een te wijde, die aanleiding zou geven
tot verzuring der aarde en vernietiging der
plant. Een goede maat is die waarin de
oude precies past. Bedenkt, dat uw planten
niet kunnen groeien en bloeien van water
alléén. Koopt een pakje goede plantenmest.
maakt de bovenste laag van de aarde langs
de potranden los met een lepelsteel, zoodat
een geultje ontstaat; strooit in dat geultje
een eetlepel plantenmest uit, werpt het geul
tje weer dicht, giet wat lauw water
vooral niet warm over de aarde en her
haal deze kuur eens een paar maand behalve
in den winter. Yoor kleine plantjes varen
tjes en dergelijke gebruike men naar
verhouding minder mest.
Regenwater is het beste gietwater voor
planten; leidingwater is minder geschikt;
slootwater goed. Het water moet eerst op
kamertemperatuur worden gebracht, vóór
het wordt gebruikt.
Glazen en glazuren bloempotten vermoor
den de planten Wel mag men gewone rood
aarden potten in zulke sierpotten plaatsen,
mits tusschen de wanden voldoende ruimte
blijft voor ventilatie Staan de potten op
schoteltjes, dan mag in die schoteltjes nim
mer water bleven staan; het beste is om
de potten op een paar kleine houten of
Zenz eigenlijk terug?"
De slotbewaarder jiet deze laatste vraag wijse
lijk onbeantwoord en bleef hardnekkig bij zijn
onderwerp.
„Hare Hoogheden mevrouw de hertogin en
prinses Sophie denken er net eender over. Uwe
hoogheid moet die zaak eens ernstig overleggen."
„Nu, Stadinger, als gij mij dan zoo vaderlijk
daartoe opwekt, zal ik er eens over nadenken.
Maar wat prinses Sophie betreft ze heeft plan
naar Bucheneck te rijden, waar vandaag de plaats
van samenkomst voor de jacht zal wezen, en dan
is 't mogelijk dat zij je daar ziet en aanspreekt."
„Zéér wel mogelijk, Hoogheid!" stemde de
oude man met groot zelfbewustzijn toe. „Hare
Hoogheid vereert mij altijd met een aanspraakje,
daar ze mij als den oudsten dienaar van het vor
stelijk geslacht kent."
„Goed! Als de prinses je dan toevallig naar de
slangen en roofdieren mocht vragen, die ik van de
reis heb meegebracht, dan zegt ge, dat ze al naar
een van de nadere kasteelen zijn verzonden."
„Dat's niet noodig, Hoogheid," verzekerde
Stadinger geruststellend. „Hoogheids' allerge-
nadigste tante weet er al alles van."
„Weten? Waarvan? Wat hebt ge haar dan ver
teld? En wanneer?"
„Eergisteren, toen ik op Furstenstein was. Hare
Hoogheid kwam juist van een wandelrit thuis en
wenkte mij aan hare zijde om mij uit te vragen.
Hare Hoogheid doet dat altijd graag."
„Ja, dat weet de hemel!" mompelde de jonge
vorst, allerlei kwaads vermoedende. „En wat hebt
ge haar toen gezegd?"
„Have Hoogheid moest zich maar niet ongerust
maken, zeide ik. We hadden geen andere levende
ateenen schijfjes te plaatsen, zoodat de lucht
ook van onderen af tot aarde en wortelen
kan toetreden.
Lucht en licht zyn van noode, maar tocht
is doodelijk voor kamerplanten.
Onze Huisdieren.
Veel menschen zijn voor poes en hond
zoo lief, als waren het troetelkindjes, wat
ongetwijfeld goed bedoeld, maar verkeerd is.
Wy, menschen, zijn terecht hoogst veront
waardigd, als we ons „als beesten behandeld"
voelen, maar als de dieren spreken konden,
zouden onze ooren tuiten van hun veront
waardiging over de mensch achtige behan
deling, die ze moeten ondergaan. Ieder
schepsel voelt zich nu eenmaal het gelukkigst
in natuurlijke omstandigheden."We doen een
hond geen goed, door het dier vol te stoppen
met koekjes en andere zoetigheid, waarvan
het een dikke buik en huid-uitslag krijgt.
Een dons-gevoerd mandje achter de kachel
is een warme plaats, maar beneemt alle
weerstand tegen ons klimaat, zoodat hond
en poes verkoudheid en longontsteking op-
loopen by de noodwendige dageiyksche
wandelingen in de buitenlucht.
Zeker, onze huisdieren moeten zich aan
de huiselijke omstandigheden aanpassen,
maar zoo veel mogelijk moeten we toch die
verzorging en voeding verstrekken, die met
de natuurlijke behoeften overeenkomen.
Ontaardt de dieren niet met snoep en zoetig
heid, maar geeft ze haar portie dieren voer:
rauw vleesch, visch, gekookte ryst, boonen,
groenten," melk. Dat dieren van melk loo-
pende oogen krijgen is onzin.
Verwen ze niet door te veel kunstmatige
verwarming, maar zorg, dat ze op den dag
de noodige beweging kunnen nemen. Kam
en borstel den huid geregeld en geeft vol
wassen honden eens per 14 dagen een flinke
bewassching met water, waarin een scheut
creoline en met sunlightzeep; de haren goed
uitspoelen en binnenshuis doen opdrogen.
Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen
door onze abound"s worden gezonden aan
DrB. J. G. te Hennepe, Diergaarde
singel 96c Botterdam. Postzegel van
cent voor antwoord insluiten
DE VOEDING VAN PLUIMVEE.
Bet eiwit-vraagstuk.
Uit het vorig artikel hebben wij gezien,
dat een voornaam punt bij de voeding is de
veiteerbaarheid der voedingsstoffen. Deze
verteerbaarheid wordt thans nog aan het
Rijksproefstation te Wageningen door middel
van chemische proeven bepaald en voor den
handel is dit ook op heden de eenige er.
beste waardebepaling. De handelaar koopt
zyn grondstoffen b.v. vleeschmeel op het
gehalte aan eiwit en wil men nauwkeuriger
zijn, dan laat men het verteerbaar eiwit
Eigenaardig is d3t de vertering bij ons
pluimvee zoo snel gaat. By onze zoogdieren
duurt het soms dagen eer het voedsel door
het lichaam gepasseerd is. By kippen kan
men een eenvoudige doch duidelijke proef
doen door ze een paar dagen witte haver te
voeren en dan ineens zwarte haver geven.
Drie uren na de voedering kan men de zwarte
haver al in den mest terugvinden. Dit is dus
ontzettend snel in vergelijking met andere
dieren. De vertering van graan duurt gemid
deld van tien tot vijftien uur, doch gemalen
graan of z.g. ochtend voer is gemiddeld na
vier uur het lichaam al gepasseerd. Tijd om
celstof te verteren heeft de kip dan ook eigen-
niet. Koeien verteren celstof doordat
die in de maag door bacteriewerking ont
leedt wordt en ook in de darmen verder
verteerd wordt. Voor zoo'n proces is echter
tijd noodig en vandaar dat de kip bijna geen
celstof kan verteren, wat een belangrijke
uitkomst is van moderne proeven. Men moet
wel begrijpen dat een leggende kip eigenlijk
een machine is, die onder hoogen druk enorm
veel arbeid moet verrichten en dat dus in de
machine zoo weinig mogelijk nutteJooze
arbeid verricht moet worden. Voert men nu
veel vezelstof, bijv. ruwe tarwezemelen dan
vereischen deze te veel inspanning van de
verteringsorganen, waardoor bloed wordt ont
trokken aan de eierlegorganen en zoo werkt
tenslotte deze extra belasting der ingewanden
schadelijk op de eierproductie.
Laten we nu eerst de eigenlyke scheikun
dige grondstoffen eens nader bekyken. We
zullen beginnen met wat voor een leggende
hen een der voornaamste is n.l het eiwit.
Eiwit. Bij scheikundige ontleding van
eiwitten vindt men dat deze bestaan uit
koolstof, waterstof, zuurstof en stikstof. Ik
spreek daar van eiwitten, omdat er verschei
dene soorten zijn. Bekijken we de grondstof
fen dan zien we, dat deze zeer eenvoudig zyn
en de plant kan dan ook onder invloed van
de zon in haar lichaam eiwitten opbouwen
uit de genoemde elementen. Dit kan het dier
niet; het dier is altijd aangewezen waar het
eiwit betreft, op de plant. Dit klinkt vreemd,
doch de leeuw bijv. die andere dieren ver-;
slindt, krijgt ook zijn eiwit uit de planten,
die zyn prooi gegeten heeft.
De eiwitten zijn verreweg de duurste grond
stoffen en we zullen later zien, dat de pluim
veehouders by den aankoop van deze dure
grondstoffen het hardste bedrogen worden,
omdat de gemiddelde pluimveehouder en 4
voerhandelaar van de eiwithoudende voeding
stoffen maar heel weinig verstand heeft.
Met granen kan men een lanöbovwer die
kippen houdt niet gemakkelijk bedriegen,
doch met vischmeel, diermeel enz. kan hij
op honderden manieren bedrogen worden.
Alle eiwitten van planten of dieren hebben
tenslotte, hoe sterk ze ook verschillen, twee
eigenschappen gemeen n.l.
Ie. Bevatten ze allen stikstof in een be
paalde verhouding n.l. 16 en
2e. Bestaan ze allen uit eenvoudige stof
fen, bouwstoffen zou men ze kunnen noe
men, die men awino-zuren noemt.
Er zijn planten die eiwitten, die bepaalde
bouwstoffen (awino-zuren) ontbeeren. Voert
men nu de dieren daarmede, dan kunnen
ze in hun lichaam geen volledige eiwitten
opbouwen en worden ziek. Vandaar dat het
altijd veiliger is meerdere voederstoffen te
mengen. Wat de een dan te kort komt heeft
de andere soms over cn zoo komt betv dier
dan aan genoeg awino-zuren om zijn lichaam
er uit op te bouwen. Er zijn ongeveer een
20-tal verschillende awiDO-zuren bekend.
Men vergete niet dat ongeveer 50 van
de droge stoffen die bij droging van het
geheele dierlijk lichaam overblijven eiwitten
zijn, dus dat deze grondstof van veel belaDg is.
Vandaar dat ik er lang by stil sta. Neem
bijv. mais, een zeer geliefd en ook uitstekend
dieren op het kasteel dan apen en papegaaien,
slangen waren er In het geheel niet geweest, er zou
wel een groote zeeslang zijn gekomen, maar die
was op reis gestorven, en de olifanten hadden zich
bij het inschepen losgerukt en waren weer naar
de palmbosschen teruggeloopen dat had Uwe
Hoogheid mij ten minste gezegd. Twee tijgers
waren er nog, maar opgestopt, en van den leeuw
lag alleen het vel in de jachtzaal, en zoo kon hare
Hoogheid zelve begrijpen, dat die wilde dieren niet
losbreken en kwaad aanrichten konden."
„Neen, maar gij hebt dat aangericht met je ge
babbel!" riep Egon verstoord. „En de prinses?
Wat zeide zij toen?"
„Hare Hoogheid lachte en vroeg toen ook nog,
hoe 't met het vrouwelijk dienstpersoneel op Ro-
deck was gesteld, en of er ook meisjes uit deze
streek bij waren, maar toen zeide ik Bij deze
woorden zette Stadinger een geweldig hooge borst
toen zeide ik: „Wat er van vrouwvolk in het
kasteel is, dat heb ik in dienst genomen. Werk
zaam zijn ze, en knap ook, déarvoor heb ik ge
zorgd maar Zijne Hoogheid zet 't op een loopen,
als hij ze maar van v^rre te zien krijgt, en mijnheer
Rojanow loopt nog harder, en nadat de heeren
ééns in de keuken zijn geweest, zijn ze er nooit
weer in gekomen!En daarop was Hare Hoogheid
zeer genadig gestemd en behaagde 't haar mij te
prijzen en mij uiterst tevreden mijn afscheid te
geven."
„En ik zou je uiterst ontevreden naar den drom
mel willen jagen!" barstte dc jonge man woedend
uit. „Gij verwcnschte oude boschgeest, wat hebt
ge daar weef uitgevoerd!"
Stadinger, die blijkbaar gemeend had die zaak
uitstekend behandeld te hebben, zag zijn meester
verbouwereerd aan.
„Ik heb niet anders dan de waarheid gezegd,
Hoogheid!"
„Maar er zijn omstandigheden, dat men de waar
heid niet mag zeggen." 1
„Zoo? Dat heb ik nooit geweten!"
„Stadinger, ge hebt een verwenschte manier om
te antwoorden! Hebt ge soms ook aan de prinses
verteld, dat Zenz al sedert vier weken in de stad
is?"
„Ja, Uwe Hoogheid!"
„Wat hebt ge weer met Stadinger uit te staan?'
vroeg Hartmut, die ook gelaarsd en gespoord voor
de jacht, het kasteel uitkwam en de laatste woor
den hoorde.
„Hij heeft een verbazende domheid begaan!"
verklaarde Egon. Maar dit bekwam hem slecht
De „oudste dienaar van het vorstelijk geslacht'
hief beleedigd het hoofd op.
„Met uw verlof, Hoogheid ik heb die dom
heid niet begaan 1"
„Bedoelt ge soms, dat ik die begaan heb?'
Stadinger wierp zijn meester van ter zijde een
scherpen blik toe en antwoordde daarop voor
zichtig:
„Dat weet ik niet, Hoogheid maar dat's
wel mogelijk."
„Ge zijt een lomperd!" riep de vorst driftig.
„Daarvoor sta ik door het geheele bosch be
kend, Hoogheid!"
„Kom, .Hartmut, met dien ouden brombeer is
toch niets te beginnen!" zeide Egon, half ver
stoord en half lachend. „Eerst brengt hij mij in
ongelegenheid en dan beknort hij mij nog boven
dien. De hemel sta je bij, Stadinger, als gij je ooit
weerszoo verpraat!"
Met deze woorden begaf hij zich, door Rojanow
vergezeld, naar den jachtwagen en steeg in. Sta
dinger bleef echter in stramme houding staan en
groette vormelijk en eerbiedig; in „respect" zou
hij niet licht te kort schieten. Daarom kwam 't hem
intusschen niet in den zin ooit toe te geven;
dit moest Zijne Hoogheid vorst Egon doen. Deze
kon nu eens niet tegen zijn Peter Stadinger op.
Egon was ook van dit gevoelen, toen hij zijn
vriend gedurende den rit het voorgevallene mede
deelde en met een soort van grappige wanhoop
besloot:
„Nu kunt gij je voorstellen, welk een ontvangst
mij bij mijne allergenadigste tante te wachten
staat. Ze heeft natuurlijk begrepen, dat ik haar
niet op Rodeck wil hebben; mijne zedelijkheid is
in hare oogen gered, maar ten koste van mijn
waarheidsliefde. Hartmut, doe mij het genoegen
en wees eens zoo beminnelijk mogelijk jegens mijn
hooggeachte tante! Maak desnoods een vers op
haar als bliksemafleider anders treft mij de
straal van haar allerhoogsten toorn."
„Nu, gij zijt tegen een duwtje bestand, dunkt
mij!" antwoordde Hartmut spottend. „Zij niet
alleen, maar ook anderen hebben je al menigmaal
zulke streken moeten vergeven. Zullen de her
togin en de jongere dames de jacht dus te-paard
bijwonen?"
„Ja. In de rijtuigen zou er niet veel van te zien
zijn. Weet ge wel, dat mevrouw van Waimoden
uitstekend goed rijdt? Ik ontmoette haar eergis
teren, toen zij met haar zwager, den opperhout
vester, van een wandelritje terugkwam."
„Zoo! Nu, dan weet men alweer waar men vorst
Adelsberg vandaag zal kunnen vinden,"
Wordt vervolgd.