g landarts J, BH IJS IN Z. Voorstraat 209 - Sooiaielsdi'ili VERKOOPING. 54 perc. Hoverijlaod AAMBEIEN. Jk DE SALAMANDER d. WOENSDAG 7 MAART 1928 DWAALLICHTEN. Sproeten komen vroeg in het voorjaar, koop tijdig een pot Sprutol. Bij alle Drogisten. Pluimveeteelt. PROTESTANTENBOND. Brielle (Kerkstraat), 's av. ds. de JoDge uit Bergen op Zoom. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vin. en 'sav. ds. Van Velzen. Stellendam, vrn. en 'sav. leeskerk. Ouddorp, vm. en nam. ds. Diemer. Ooltgensplaat, vm. en 'sav. ds. De Lange. Den Bommel, vm. en nin. ds. Schaafsma. Stad a.'t Haringvliet, vm. en 's av. ds. De Graaff. Hellevoetsluis, 'sav. ds. Westerhujjs. Nieuw-Helvoet, vm. Westerhuijs. OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE. Stad aan 't Haringvliet, vm.,nm. en 'sav. leeskerk. GEREFORMEERDE GEMEENTEN. Dirksland, vm. en 'sav. ds. De Blois. Herkingen, vm. en 'sav. leeskerk. DOOPSGEZINDE KERK. Ouddorp, vm. en 'sav. ds. Schopenhouer. MET WEINIG GELUKKIG! Weer rijst het beeld van zee en strand, Gekleurd door avondzonnebrand, Van 't duin vol geur in lentedauw, Waar boven rozig hemelsblauw, Weer ryst daar 't beeld van 't eenzaam [kind, Gestreeld door zoelen avondwind, Genietend van dien zaal'gen vree, Gedaald daar over strand en zee, Haar eenzaamheid vergetend dan, Nu heerlik zij bespieden kan, Het golvenspel aan 't rustig strand, En scheepjes, schuivende aan land, Totdat één uit een scheepje stapt, Die haar als een geheim verklapt, Dat Jaapbuur-uit zijn net in zee, Haar brengt een reuze zeekruik mee. Verrukt hoort zy het nieuwtje aan, Dan vliegends zien w' in 't duin ze gaan, Naar 't hutje, waar de kruik haar wacht, Door Japebuur daar reeds gebracht. R. M. D. O. iS UR litr ijn! Spreekuren Dagelijks van 81/, tot 10 uur voorro. en van 1 tot 21/, n.m. en volgens afspraak. TeJeSoon No. 236. Op Woensdag 14 Maart 192$ voorm. half tien uur te SOMMELSDIJK aan den Dorpsweg van 5 Werkpaarden!, Land- bouwgereedschappen. Hooi, Stroo enz. ten verzoeke van Mevr. Wed. G. JOPPE—Oprel. VERHURING. Op Woensdag 14 Maart 192S namiddags 5 uur te STELLENDAM, ter herberge van A. KAASHOEK van in den Eendrachts- en Halspolder onder STELLEN DAM ten verzoeke van den heer D. GOEKOOP te GOEDEREEDE. Notaris VAN DER SLUYS. LAAT NIET S.05 RADICALE GENEZING de hardnekkigste Aambeien kunt U genezen binnen enkele weken. 9 Kipstraat 43, R'dam I Niet goed, geld terug. hADVERTEERT IN I ONZE EILANDEN H Prijs per kwartaalf I, Losse nummers 0,07s Advertentiën v. 1—6 regels 1,20 Elke regel meer. 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f I,— per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het werdt uitgegeven deer de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. Ne. 15 Veerstraat Middelharnis. 10E JAARGANG. - N°. 36 Moderne Politiek. Over de noodzakelijkheid van deover- heersching der politiek in onze samen leving en meer speciaal bij deoverheids- bemoeing, is reeds zóóveel geschreven en zoowel in als buiten het Parlement zóóveel gesproken, dat dezerzijds bescheidenlijk het oordeel wordt gelaten aan degenen, die er kennis van namen. Wij concludeeren dus niets, maar rele- veeren slechts. Wij bekommeren ons niet over de redac- tioneele verbazing in een ochtendblad, dat de heerStenhuis, een grooter inkomen heeft dan een minister en daarin verge zeld wordt door den heer Oudegeest. Wij gunnen den heer K. ter Laan gaarne zijn pensioen, zijn burgemeesterssalaris van Zaandam en zijn vijf duizend gulden als Tweede Kamerlid, om van zijn vrije reis kosten nog maar te zwijgen. Wij weten nu eenmaal dat dit geen uitzondering is, maar in alle partijen regel dreigt te wor den. De voorbeelden hiervan zijn bij de andere partijen ook bij bosjes op te noemen. Wij verbazen ons alleen over het feit, dat iemand Kamerlid- en Burgemeerster- schap vereenigbaar kan achten, dat in Haarlem iemand Wethouder, Lid van de Tweede Kamer, Lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, leider van een bekend advocatenkantoor en redenaar op tal van bijeenkomsten kan zijn en wij vragen ons angstvallig af, hoe bij deze wondermenschen een toch gewenschte toewijding ten opzichte der hun toever trouwde belangen en de door hen aan vaarde taak met den besten wil mogelijk is Een mensch is toch maar een mensch en zelfs de politiek zal niet vermogen, hier zulke ongekende uitzonderingsgeval len in het leven te roepen, die de samen leving die waarborgen bieden, welke zij vol-op belastingbetalend, met het meeste recht kan eischen. Dat onze politieke atmosfeer zuiver is. zal wel niemand beweren. Maar dat zij bezwangerd wordt door een ongehoorde baantjesjagerij ten koste der gemeenschap en in elke politieke partij zonder uitzon dering, zal iedereen toegeven, die „het niet maar gelooft" maar zijn oogen den kost geeft. Onverschillig welke richting men is toegedaan moet voorkomen worden, dat overigens verdienstelijke voormannen over belast worden, waardoor de zaak, die zij hebben voor te staan zonder twijfel moet worden geschaad. En waar zich dit euvel in elke partij voordoet, kan een vinger wijzing elke partij dienen en opbouwend werken. Wij zullen „politiek" geschreven, de politiek buiten beschouwing laten. Er is evenals de diplomatie veel vóór, maar ook veel tégen. Ieder moet ten slotte een eigen begin sel bepalen en handhaven. Maar ieder heeft er in zijn eigen belang en dat van de gemeenschap ook voor te FEUILLETON. E. WERNER VERTALING VAN HERMINA. Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.) waken, dat de behartiging van dat begin sel kan geschieden, door ordelijk gekozen leiders, die over voldoenden tijd beschik ken, om hun taak naar behooren te ver vullen. Nu is dat in vele gevallen, al zouden de betrokkenen dag en nacht door werken, onmogelijk en het kan derhalve voor iedereen nut hebben dit euvel onder de oogen te zien, een meening te vestigen en die meening in een daad om te zetten. Het eigen belang zal U trouwens reeds zeggen dat „moderne" politiek, twee drie of meer belangrijke functies, door één persoon waargenomen, partij en samen leving, nimmer ten goede kan komen. Het heeft met de personen natuurlijk niets te maken, maar het feit staat als een paal boven water. (Adv.) Voor kuis en hof. IN DUN GKOENTENTUIN. Gecombineerde teelten. Dit stelsel wordt door de beroepskweeker toegepast, om een zoo groot mogelijke productie te verkrijgen. De hooge pacht- of koopprijzen dwingen hem tot deze wijze van exploitatie, waar door het mogelijk wordt gemaakt, meerdere gewassen op denzelfden te verbouwen. Deze gewassen worden zoodaDig door hem ge kozen, dat ze in verschillende tijdstippen van het jaar, liefst zoo ver mogelijk uit elkaar liggende, hun volledige ontwikkeling berei ken. De groentekweeker moet woekeren met de beschikbare grond en een doelmatige combineering van de verschillende gewassen is hierbij voor hem een machtige steun. Zonder dit systeem is een loonende groente teelt niet meer mogelijk en wordt daarom reeds jaren lang algemeen toegepast. De amateur tuinier tracht dit natuurlijk in zyn tuintje ook toe te passen. Vooral de bezitters van kleine tuintjes, willen ze voor een groot gedeelte in hun eigen behoeften kunnen voorzien, zijn hierop aangewezen. Een nadeel van het combineeren is, dat elk gewas geen volledige opbrengst kan geven, daar ze voor hun volledige ontwikkeling moeten worden opgeruimd, wijl ze anders de verdere groei van het opvolgend gewas der combinatie te veel belemmeren. Bij een gecombineerde teelt moet bovendien iets meer tusschenruimte worden genomen. Er bestaan natuurlijk heel wat combinaties van gewassen, zoodat het niet doenlijk is, hier na te gaan, hoe men kan combineeren. Wij zullen volstaan met eenige combinaties aan te geven, om den lezer een idee van dit systeem te geven, want hoewel het stelsel al oud is, vindt het tot op beden nog niet algemeen voldoende toepassing. Een voorbeeld van een goede combinatie is de teelt van spinazie of radijs tusschen doperwten, met als navrucht augurken. De spiDazie of radijs heeft in April haar volle ontwikkeling bereikt en kan alsdan worden geoogst. De doperwt „bereikt einde Mei of 45) „\k meen de vorstelijke dames, Hoogheid 1" zeide de oude man met bijzonderen nadruk. „Die vorstelijke datnes kunnen mij hoogstens op een wandelrit met een bezoek vereeren, maar voor een jachtpartij kan ik haar niet uitnoodigen, daar ik ongetrouwd ben." „Ja, wéarom is Uwe Hoogheid toch altijd nog ongetrouwd?" vroeg Stadinger op verwijtenden toon. „Kerel, ik geloof waarlijk, dat gij ook al trouw plannen voor mij hebt, evenals mijne aller evenals de heele wereld, wil ik zeggen!" riep Egon lachend. „Doe maar geen moeite, ik trouw niet!" „Dat's verkeerd Hoogheid," bracht Stadingee hiertegen in, die zijn heer en meester om het ander- woord bij zijn titel noemde, terwijl hij hem onder- tusschen'doorgaans geducht de les las, „en on christelijk is 't ook, want de echtelijke staat is een heilige staat, waarbij men zich wél bevindt. Mijnheer uw vader is ook getrouwd en ik ook!" „Natuurlijk, gij ookl Ge zijt zelfs al grootvader van een allerliefst kleindochtertje, dat gij je moest schamen weggestuurd te hebben i Wanneer komt begin Juni haar volle ontwikkeling. De augurk wordt einde Mei tusschen de rijen dorperwten geplant. Voordat de augurken den geheelen grond in beslag nemen, zijn ook de doperwten verdwenen. Op deze wijze kan men dus bereiken, dat drie verschillende gewassen achtereenvolgens op hetzelfde stukje grond groeien. De afstand tusschen de rijen doperwten moest iets ruimer worden genomen, doch hier staat een 3-voudige vrucht tegenover. Bij combineeren moet worden vermeden, dat de vruchten onge veer op denzelfden tijd tot volle ontwikke ling komen, daar anders alle voordeelen ver vallen, immers, dan zouden wij voor iedere vrucht de volle oppervlakte grond noodig hebben op ongeveer denzelfden tijd. Een ander voorbeeld van een goede com binatie is de teelt van kropsla, vroege bloem kool en stokboonen. Hierby wordt vroeg in het voorjaar de kropsla geplant en direct hier tusschen de bloemkool op de gewenschte afstand. De kropsla is veel vroeger klaar als de bloemkool en zoodra de kropsla wordt geoogst of soms zelfs eerder, worden de stoksla- of stoksnyboonen gepoot. Dit kan zonder bezwaar plaats hebben, daar debloemr kool reeds uit den tuin is verdwenen, als de boonen de volle ruimte ncodig hebben. Er kan op allerlei manieren worden gecom bineerd, doch hierbij dient tevens niet uit het oog te worden verloren, dat by een ge combineerde teelt, de bemestiDghierbij veel zwaarder moet zijn, daar anders de tweede of derde vrucht niet tot een behoorlijke ont wikkeling kan komen. De verzorging van kamerplanten. Het voorjaar is mede de meest geschikte tijd om kamerplanten te verpotten, wan neer dat noodig is. Wie er niet van op de hoogte is, welke grondmengsels gebruikt moeten worden, 'nale wat aarde bij den bloe mist, onder opgave van de namen der plan ten, waartoe die aarde dienen moet. Is de pot te klein geworden voor de plant, daar uit blijkende, dat een blank net van wor telen langs de potranden ligt, dan moet een wijdere pot worden genomen, maar vooral niet een te wijde, die aanleiding zou geven tot verzuring der aarde en vernietiging der plant. Een goede maat is die waarin de oude precies past. Bedenkt, dat uw planten niet kunnen groeien en bloeien van water alléén. Koopt een pakje goede plantenmest. maakt de bovenste laag van de aarde langs de potranden los met een lepelsteel, zoodat een geultje ontstaat; strooit in dat geultje een eetlepel plantenmest uit, werpt het geul tje weer dicht, giet wat lauw water vooral niet warm over de aarde en her haal deze kuur eens een paar maand behalve in den winter. Yoor kleine plantjes varen tjes en dergelijke gebruike men naar verhouding minder mest. Regenwater is het beste gietwater voor planten; leidingwater is minder geschikt; slootwater goed. Het water moet eerst op kamertemperatuur worden gebracht, vóór het wordt gebruikt. Glazen en glazuren bloempotten vermoor den de planten Wel mag men gewone rood aarden potten in zulke sierpotten plaatsen, mits tusschen de wanden voldoende ruimte blijft voor ventilatie Staan de potten op schoteltjes, dan mag in die schoteltjes nim mer water bleven staan; het beste is om de potten op een paar kleine houten of Zenz eigenlijk terug?" De slotbewaarder jiet deze laatste vraag wijse lijk onbeantwoord en bleef hardnekkig bij zijn onderwerp. „Hare Hoogheden mevrouw de hertogin en prinses Sophie denken er net eender over. Uwe hoogheid moet die zaak eens ernstig overleggen." „Nu, Stadinger, als gij mij dan zoo vaderlijk daartoe opwekt, zal ik er eens over nadenken. Maar wat prinses Sophie betreft ze heeft plan naar Bucheneck te rijden, waar vandaag de plaats van samenkomst voor de jacht zal wezen, en dan is 't mogelijk dat zij je daar ziet en aanspreekt." „Zéér wel mogelijk, Hoogheid!" stemde de oude man met groot zelfbewustzijn toe. „Hare Hoogheid vereert mij altijd met een aanspraakje, daar ze mij als den oudsten dienaar van het vor stelijk geslacht kent." „Goed! Als de prinses je dan toevallig naar de slangen en roofdieren mocht vragen, die ik van de reis heb meegebracht, dan zegt ge, dat ze al naar een van de nadere kasteelen zijn verzonden." „Dat's niet noodig, Hoogheid," verzekerde Stadinger geruststellend. „Hoogheids' allerge- nadigste tante weet er al alles van." „Weten? Waarvan? Wat hebt ge haar dan ver teld? En wanneer?" „Eergisteren, toen ik op Furstenstein was. Hare Hoogheid kwam juist van een wandelrit thuis en wenkte mij aan hare zijde om mij uit te vragen. Hare Hoogheid doet dat altijd graag." „Ja, dat weet de hemel!" mompelde de jonge vorst, allerlei kwaads vermoedende. „En wat hebt ge haar toen gezegd?" „Have Hoogheid moest zich maar niet ongerust maken, zeide ik. We hadden geen andere levende ateenen schijfjes te plaatsen, zoodat de lucht ook van onderen af tot aarde en wortelen kan toetreden. Lucht en licht zyn van noode, maar tocht is doodelijk voor kamerplanten. Onze Huisdieren. Veel menschen zijn voor poes en hond zoo lief, als waren het troetelkindjes, wat ongetwijfeld goed bedoeld, maar verkeerd is. Wy, menschen, zijn terecht hoogst veront waardigd, als we ons „als beesten behandeld" voelen, maar als de dieren spreken konden, zouden onze ooren tuiten van hun veront waardiging over de mensch achtige behan deling, die ze moeten ondergaan. Ieder schepsel voelt zich nu eenmaal het gelukkigst in natuurlijke omstandigheden."We doen een hond geen goed, door het dier vol te stoppen met koekjes en andere zoetigheid, waarvan het een dikke buik en huid-uitslag krijgt. Een dons-gevoerd mandje achter de kachel is een warme plaats, maar beneemt alle weerstand tegen ons klimaat, zoodat hond en poes verkoudheid en longontsteking op- loopen by de noodwendige dageiyksche wandelingen in de buitenlucht. Zeker, onze huisdieren moeten zich aan de huiselijke omstandigheden aanpassen, maar zoo veel mogelijk moeten we toch die verzorging en voeding verstrekken, die met de natuurlijke behoeften overeenkomen. Ontaardt de dieren niet met snoep en zoetig heid, maar geeft ze haar portie dieren voer: rauw vleesch, visch, gekookte ryst, boonen, groenten," melk. Dat dieren van melk loo- pende oogen krijgen is onzin. Verwen ze niet door te veel kunstmatige verwarming, maar zorg, dat ze op den dag de noodige beweging kunnen nemen. Kam en borstel den huid geregeld en geeft vol wassen honden eens per 14 dagen een flinke bewassching met water, waarin een scheut creoline en met sunlightzeep; de haren goed uitspoelen en binnenshuis doen opdrogen. Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door onze abound"s worden gezonden aan DrB. J. G. te Hennepe, Diergaarde singel 96c Botterdam. Postzegel van cent voor antwoord insluiten DE VOEDING VAN PLUIMVEE. Bet eiwit-vraagstuk. Uit het vorig artikel hebben wij gezien, dat een voornaam punt bij de voeding is de veiteerbaarheid der voedingsstoffen. Deze verteerbaarheid wordt thans nog aan het Rijksproefstation te Wageningen door middel van chemische proeven bepaald en voor den handel is dit ook op heden de eenige er. beste waardebepaling. De handelaar koopt zyn grondstoffen b.v. vleeschmeel op het gehalte aan eiwit en wil men nauwkeuriger zijn, dan laat men het verteerbaar eiwit Eigenaardig is d3t de vertering bij ons pluimvee zoo snel gaat. By onze zoogdieren duurt het soms dagen eer het voedsel door het lichaam gepasseerd is. By kippen kan men een eenvoudige doch duidelijke proef doen door ze een paar dagen witte haver te voeren en dan ineens zwarte haver geven. Drie uren na de voedering kan men de zwarte haver al in den mest terugvinden. Dit is dus ontzettend snel in vergelijking met andere dieren. De vertering van graan duurt gemid deld van tien tot vijftien uur, doch gemalen graan of z.g. ochtend voer is gemiddeld na vier uur het lichaam al gepasseerd. Tijd om celstof te verteren heeft de kip dan ook eigen- niet. Koeien verteren celstof doordat die in de maag door bacteriewerking ont leedt wordt en ook in de darmen verder verteerd wordt. Voor zoo'n proces is echter tijd noodig en vandaar dat de kip bijna geen celstof kan verteren, wat een belangrijke uitkomst is van moderne proeven. Men moet wel begrijpen dat een leggende kip eigenlijk een machine is, die onder hoogen druk enorm veel arbeid moet verrichten en dat dus in de machine zoo weinig mogelijk nutteJooze arbeid verricht moet worden. Voert men nu veel vezelstof, bijv. ruwe tarwezemelen dan vereischen deze te veel inspanning van de verteringsorganen, waardoor bloed wordt ont trokken aan de eierlegorganen en zoo werkt tenslotte deze extra belasting der ingewanden schadelijk op de eierproductie. Laten we nu eerst de eigenlyke scheikun dige grondstoffen eens nader bekyken. We zullen beginnen met wat voor een leggende hen een der voornaamste is n.l het eiwit. Eiwit. Bij scheikundige ontleding van eiwitten vindt men dat deze bestaan uit koolstof, waterstof, zuurstof en stikstof. Ik spreek daar van eiwitten, omdat er verschei dene soorten zijn. Bekijken we de grondstof fen dan zien we, dat deze zeer eenvoudig zyn en de plant kan dan ook onder invloed van de zon in haar lichaam eiwitten opbouwen uit de genoemde elementen. Dit kan het dier niet; het dier is altijd aangewezen waar het eiwit betreft, op de plant. Dit klinkt vreemd, doch de leeuw bijv. die andere dieren ver-; slindt, krijgt ook zijn eiwit uit de planten, die zyn prooi gegeten heeft. De eiwitten zijn verreweg de duurste grond stoffen en we zullen later zien, dat de pluim veehouders by den aankoop van deze dure grondstoffen het hardste bedrogen worden, omdat de gemiddelde pluimveehouder en 4 voerhandelaar van de eiwithoudende voeding stoffen maar heel weinig verstand heeft. Met granen kan men een lanöbovwer die kippen houdt niet gemakkelijk bedriegen, doch met vischmeel, diermeel enz. kan hij op honderden manieren bedrogen worden. Alle eiwitten van planten of dieren hebben tenslotte, hoe sterk ze ook verschillen, twee eigenschappen gemeen n.l. Ie. Bevatten ze allen stikstof in een be paalde verhouding n.l. 16 en 2e. Bestaan ze allen uit eenvoudige stof fen, bouwstoffen zou men ze kunnen noe men, die men awino-zuren noemt. Er zijn planten die eiwitten, die bepaalde bouwstoffen (awino-zuren) ontbeeren. Voert men nu de dieren daarmede, dan kunnen ze in hun lichaam geen volledige eiwitten opbouwen en worden ziek. Vandaar dat het altijd veiliger is meerdere voederstoffen te mengen. Wat de een dan te kort komt heeft de andere soms over cn zoo komt betv dier dan aan genoeg awino-zuren om zijn lichaam er uit op te bouwen. Er zijn ongeveer een 20-tal verschillende awiDO-zuren bekend. Men vergete niet dat ongeveer 50 van de droge stoffen die bij droging van het geheele dierlijk lichaam overblijven eiwitten zijn, dus dat deze grondstof van veel belaDg is. Vandaar dat ik er lang by stil sta. Neem bijv. mais, een zeer geliefd en ook uitstekend dieren op het kasteel dan apen en papegaaien, slangen waren er In het geheel niet geweest, er zou wel een groote zeeslang zijn gekomen, maar die was op reis gestorven, en de olifanten hadden zich bij het inschepen losgerukt en waren weer naar de palmbosschen teruggeloopen dat had Uwe Hoogheid mij ten minste gezegd. Twee tijgers waren er nog, maar opgestopt, en van den leeuw lag alleen het vel in de jachtzaal, en zoo kon hare Hoogheid zelve begrijpen, dat die wilde dieren niet losbreken en kwaad aanrichten konden." „Neen, maar gij hebt dat aangericht met je ge babbel!" riep Egon verstoord. „En de prinses? Wat zeide zij toen?" „Hare Hoogheid lachte en vroeg toen ook nog, hoe 't met het vrouwelijk dienstpersoneel op Ro- deck was gesteld, en of er ook meisjes uit deze streek bij waren, maar toen zeide ik Bij deze woorden zette Stadinger een geweldig hooge borst toen zeide ik: „Wat er van vrouwvolk in het kasteel is, dat heb ik in dienst genomen. Werk zaam zijn ze, en knap ook, déarvoor heb ik ge zorgd maar Zijne Hoogheid zet 't op een loopen, als hij ze maar van v^rre te zien krijgt, en mijnheer Rojanow loopt nog harder, en nadat de heeren ééns in de keuken zijn geweest, zijn ze er nooit weer in gekomen!En daarop was Hare Hoogheid zeer genadig gestemd en behaagde 't haar mij te prijzen en mij uiterst tevreden mijn afscheid te geven." „En ik zou je uiterst ontevreden naar den drom mel willen jagen!" barstte dc jonge man woedend uit. „Gij verwcnschte oude boschgeest, wat hebt ge daar weef uitgevoerd!" Stadinger, die blijkbaar gemeend had die zaak uitstekend behandeld te hebben, zag zijn meester verbouwereerd aan. „Ik heb niet anders dan de waarheid gezegd, Hoogheid!" „Maar er zijn omstandigheden, dat men de waar heid niet mag zeggen." 1 „Zoo? Dat heb ik nooit geweten!" „Stadinger, ge hebt een verwenschte manier om te antwoorden! Hebt ge soms ook aan de prinses verteld, dat Zenz al sedert vier weken in de stad is?" „Ja, Uwe Hoogheid!" „Wat hebt ge weer met Stadinger uit te staan?' vroeg Hartmut, die ook gelaarsd en gespoord voor de jacht, het kasteel uitkwam en de laatste woor den hoorde. „Hij heeft een verbazende domheid begaan!" verklaarde Egon. Maar dit bekwam hem slecht De „oudste dienaar van het vorstelijk geslacht' hief beleedigd het hoofd op. „Met uw verlof, Hoogheid ik heb die dom heid niet begaan 1" „Bedoelt ge soms, dat ik die begaan heb?' Stadinger wierp zijn meester van ter zijde een scherpen blik toe en antwoordde daarop voor zichtig: „Dat weet ik niet, Hoogheid maar dat's wel mogelijk." „Ge zijt een lomperd!" riep de vorst driftig. „Daarvoor sta ik door het geheele bosch be kend, Hoogheid!" „Kom, .Hartmut, met dien ouden brombeer is toch niets te beginnen!" zeide Egon, half ver stoord en half lachend. „Eerst brengt hij mij in ongelegenheid en dan beknort hij mij nog boven dien. De hemel sta je bij, Stadinger, als gij je ooit weerszoo verpraat!" Met deze woorden begaf hij zich, door Rojanow vergezeld, naar den jachtwagen en steeg in. Sta dinger bleef echter in stramme houding staan en groette vormelijk en eerbiedig; in „respect" zou hij niet licht te kort schieten. Daarom kwam 't hem intusschen niet in den zin ooit toe te geven; dit moest Zijne Hoogheid vorst Egon doen. Deze kon nu eens niet tegen zijn Peter Stadinger op. Egon was ook van dit gevoelen, toen hij zijn vriend gedurende den rit het voorgevallene mede deelde en met een soort van grappige wanhoop besloot: „Nu kunt gij je voorstellen, welk een ontvangst mij bij mijne allergenadigste tante te wachten staat. Ze heeft natuurlijk begrepen, dat ik haar niet op Rodeck wil hebben; mijne zedelijkheid is in hare oogen gered, maar ten koste van mijn waarheidsliefde. Hartmut, doe mij het genoegen en wees eens zoo beminnelijk mogelijk jegens mijn hooggeachte tante! Maak desnoods een vers op haar als bliksemafleider anders treft mij de straal van haar allerhoogsten toorn." „Nu, gij zijt tegen een duwtje bestand, dunkt mij!" antwoordde Hartmut spottend. „Zij niet alleen, maar ook anderen hebben je al menigmaal zulke streken moeten vergeven. Zullen de her togin en de jongere dames de jacht dus te-paard bijwonen?" „Ja. In de rijtuigen zou er niet veel van te zien zijn. Weet ge wel, dat mevrouw van Waimoden uitstekend goed rijdt? Ik ontmoette haar eergis teren, toen zij met haar zwager, den opperhout vester, van een wandelritje terugkwam." „Zoo! Nu, dan weet men alweer waar men vorst Adelsberg vandaag zal kunnen vinden," Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1928 | | pagina 1