VAN DER PLAAT
J KOOPT L
,T - MIDDELHARNIS
Predikbeurten.
AAMBEIEN.
J. DE SALAMANDER JL
bij die firma's
die in dit blad
adverteeren
WOENSDAG
11 JANUARI 1928
DWAALLICHTEN.
Uw Haar
Pluimveeteelt.
De vervalsching was als volgt geschied: een
echte zilverbon van een rijksdaalder was met
hectografeerinkt bestreken en daarna op het
hectografeerblad overgedrukt. Op die wijze
kon men zooveel afdrukken maken als men
wilde. Later werd de vervalschte zilverbon
met verschillende kleuren inkt bijgekleurd.
In totaal zijn 26. van deze zeer slecht nage
maakte zilverbons uitgegeven. Een drietal
is bij diverse winkeliers in beslag genomen.
Beide mannen zijn ter beschikking van de
Justitie gesteld, terwijl de vrouw, die bij haar
vier nog jeugdige kinderen niet gemist kan
worden, voorloopig nog op vrije voeten is
gelaten.
NOG AL DRUK?
Postjes met je dribbelpasjes,
Met je schommelenden gang,
Met je ernstige gezichtjes,
Zoo te zien voor niemand bang.
Kom, waar blijven onze kaartjes,
Reeds geruimen tijd verwacht?
Hebben jullie met die drukte
Aan bestellen niet gedacht?
Al die wenschen van familie,
Reeds met Kerstmis afgestuurd,
Liggen nog op de kantoren...
Heb je toch niet ingezuurd?
Ja, we moeten je beklagen,
't Is een drukke narigheid,
Maar we zien toch wondergaarne
De Nieuwjaarswensch op z'n tijd.
S. M. J. N.
Zondag 8 Janaar! 1928.
NEDERLAiNDSCU HERVORMDE KERK.
[liddelharois, vm. leeskerk en 's av. ds. Den
Oudsten-
ommelsdijk, vm. leeskerk en nam. ds Bax uit
f Oude Tonge.
irksland, vm. leeskerk en 's av. ds. Baarslag
|J uit Melissant.
lerbingen, vm. en 'sav. dhr. Van IepereD.
jelissant, vm. ds. Baarslag.
ellendam, vm. dhr. Bouman en nam. ds. Baar-
Jlslag uit Melissant.
[jedereede, nam, dhr. Bouman uil Stellendam,
ïddorp, vm. ds Den Oudsten uit Middelharnis
|en nam. leeskerk.
jeuwe Tonge, vm. en nm. ds. Klomp uit 01-
jdebroek.
Ide Tonge, vm. ds. Bax.
Itgensplaat, vm. leeskerk en 'sav; ds.Van der
LjZee uit Den Bommel.
Jngstraat, vm. en nm. dhr. Vetler.
o Bommel, vm. ds. Van der Zee.
id aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhugs en
[im. leeskerk.
PROTESTANTENBOND.
|elle (Kerkstraat), vm. ds. Poortman.
GEREFORMEERDE KERK.
Iddelharnis, vm. en 'sav. ds. Van Velzen.
•llendam, vm. en nam. leeskerk.
Jjddorp, vm. en nam. ds. Diemer.
Itgensplaat, vm. en 'sav. ds. de Lange,
j Bommel, vm. en nm. ds. Schaafsma.
d a.'t Haringvliet, vm.en's av. ds. De Graaff.
OUD GEREFORMEERDE GEMEENTE,
d aan't Haringvliet, vm.,nm.en 'sav. leeskerk.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Jkslaod, nam. ds. De BloiB (in het koor der
fed. Herv. kerk).
kingen, vm. ds. De Blois, nm en'sav.lees-
Vk.
DOOPSGEZINDE KERK.
Idorp, vm. ds. Schopenhouer.
/ANAF HET STATION
ÏTOGRAFISCH GEBIED
i)T, PRIMA WERK
RADICALE GENEZING
de hardnekkigste AambeUn
kunt U genezen binnen enkele weken.
I Kipstraat 43, ^'dam I
Niet goed, geld terug.
Prijs per kwartaalf I,
Losse nummers „0,075
Advertentiën v. 1—6 regels 1,20
Elke regel meer. 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,— per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Uit blad verschijnt lederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
M.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
10E JAARGANG. - N°. 20
Gemeenteraad Sommelsdyk.
Voorzitter burgemeester den Hollander.
Met hem alle leden aanwezig.
Na het gebed spreekt de voorzitter aller
eerst ziju dank uit voor de blijken van be
langstelling bij het wisselen des jaars van
de zijde der heeren ontvangen, herdenkt hoe
een hunner in het afgeloopen jaar door den
dood aan den raad ontviel en spreekt de
hoop uit dat de heeren in hun particulier
bedrijf, in hun huisgezin of gezondheid geen
tegenslag van belang mogen ondervinden.
Waarop punt een der agenda volgt, onder
zoek naar den geloofsbrief van het nieuw be
noemd raadslid den heer Dijkers De com
missie adviseert tot toelating.
Punt twee, de notulen worden voorgelezen,
en onveranderd goedgekeurd. De heer Blok
stelt naar aanleiding van deze notulen voor
om art. 4 van het reglement te herzien. Het
voorlezen der notulen kost veel tijd en spr.
zag liever een commissie benoemd, die deze
onderzoekt.
De heer Van den Doel is het met den
heer Blok eens en in de volgende vergadering
komen B en W. met een nieuw voorstel.
Intusschen is de heer J. H. Dijkers inde
raadszaal gekomen en geeft den voorzitter
het verlangen kenbaar om beeëdigd te wor
den. De voorzitter neemt hem den eed af en
verklaart hem geïnstalleerd en wenscht
hem geluk.
Ingekomen stukken. Diverse aannemin
gen schoolcommissieleden en dergelijke.
Zonder op- of aanmerkingen stilzwijgend
goedgekeurd of kennisgenomen.
Punt 4. Wijziging gem. begr. 1927 en 1928.
Gebeurt zonder op of aanmerkingen.
Punt 5. Voorstel-Blok tot aanstelling van
een boventallige 7e tij del. Leerkracht aan
de O.L.S.
Om eens te zien of het werkelijk zoo nood
zakelijk was had men den heer Tieleman,
het hoofd der school, een vragenlijstje ge
stuurd, om inlichtingen. Uit deze vragen
blijkt dat de heer Tieleman zeer aandringt
om over te gaan tot benoeming van een
7e leerkracht. Er is b.v. nu een klasse met
over de 60 leerlingen voor een onderwijzer.
Bovendien hadden B. en W. advies ge
vraagd betreffende deze zaak aan de school
commissie, welke ook tot de conclusie
kwam, genoemde boventallige leerkracht
te benoemen.
De heer Blok wenscht hieraan weinig toe
te voegen. De noodzakelijkheid spreekt uit
het schrijven.
De heer Van Zetten gaf in overweging te
bedeDken dat. wanneer de benoeming plaats
had, door de Bizondere School eenzelfde ver
zoek zou worden gedaan, dat natuurlijk ook
zou moeten worden toegestaan. Zooals hij
vernomen had, was daar echter het bezwaar
aan verbonden dat, wanneer het Rijk bij
event, invoering van het 7e leerjaar de
boventallige leerkracht der Openbare School
overnam, de Bizondere School het recht had,
hun boventallige leerkracht nog twee jaar
aan te houden, en dan op kosten van de
gemeente, hetwelk door den Voorzitter als
juist werd erkend.
De heer Dijkers toont zich een heftig tegen
standers van§ het benoemen van een tijdelijke
leerkracht tezijn. Uitzijn langeredevoeringen
halen we de volgende puntenle. de bizondere
school komt eveneens met het verzoek, 2e. de
belasting komt door die benoeming hooger,
FEUILLETON.
E. WERNER
VERTALING VAN HERMINA.
Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.)
de Raad moet ze naar omlaag doen, 3e. hij
twjjfelt aan de noodzakelijkheid van die be
noeming. Het aantal leerlingen is 25S, zooals
de heer jTieleman mededeelde. Aldus per
leerkracht 43. 4e Combineer de klassen
anders, zoodat de 5e klasse dan slechts 39
en de zesde dan slechts 47 leerlingen zal
bezitten. Ondertugschen gaf hij den heer
Lecomte een verwijt als zou deze onwaar
heden hebben verteld in de vorige vergade
ring en haalde een paar citaten van socia
listische voormannen aan, in zake onderwijs.
En ten slotte vond hij dat we te veel be
taalden voor het onderwijs. Volgens het
Handelsblad, dat speker aanhaalde, zou het
in Nederland over de 157 millioen zijn.
De heer Lecomte komt op tegen de be
wering dat hij leugens zon hebben verteld.
Hij heeft zijn cijfers en punten van den heer
Tieleman, het hoofd der school en het zijn
dezelfde die aan den raad zijn medegedeeld.
Hij vindt heit overigens jammer dat Volks
onderwijs, een vereeniging met een uitge
sproken links karakter, met het aanstellen
van ee.n 7e leerkracht op de proppen kwam,
terwijl het de taak van de schoolcommissie
was geweest.
Do heer Blok verwonderde zich over de
redevoering van het spiksplinternieuwe
raadslid, die zoo zijn voorstel bestreed. Hij
meende, dat men alleen zou stemmen, niet
zou debateeren over zijn voorstel. Het heeft
verder zeer zijn bevreemding gewekt dat de
A. R partij opeens zoo zwaar het finantieele
van de zaak voorop stelt en niet het geeste
lij ke gedeelte. Spreker wijst er op dat het
arbeiderskind met zijn twaalfde jaar de
school verlaat en dat het daarna haast geeD
kans meer voor ontwikkeling heeft Daarom
alleen zou spreker willen dat men alles deed
om het onderwijs zoo goed mogelijk te laten
zjjn Eo bovendien, voor hen die naar H B S
of M.U L.O. gaan, moet het onderricht goed
zijn dat nu, met zulke groote klassen, haast
onbereikbaar is.
Ten slotte over het fiaancieele gedeelte
stelt de heer Blok dea heer Dijkers gerust,
heusch boven het cijfertje 3 komt men met
opcenten niet, al kwam zijn voorstel er door.
Maar de Raad bleek er desniettegenstaan
de toch afkeerig van. De heeren Blok en van
der Veer bleken bij stemming de eenigen
te zijn die er voor waren.
Het voorstel B en W> het benoemen van
een kweekeling met acte werd aangenomen,
tijdelijk tot Mei, met de stemmen van de
heeren Slis, Born,- v. d. Doel, Hokke en
Dijkers tegen.
Voorstel 6 Steun bjj Emigratie naar Canada.
De raad besluit in te gaan op de circulaire
van den Minister van Arbeid in dezen, onder
voorwaarde dat de desbetreffende per
soon minstens 2 jaar in de gemeente moet
hebben gewoond.
Punt, 7. Verzoek erfpachtsuitgifte grond
G. P Mast Pzn., A. de Keizer en D van der
Bij. Wordt to'egestaan tegen 8 cent per vier
kante meter nadat een voorslel van den heer
Joppe om tegen 7 cent grond af te staan
was afgefetemd.
Punt 8. Benoeming 4e helpster Bewaar
school.
Na gehouden geheime vergadering werd
Mej. A. Vroegindeweij met 8 stemmen be
noemd.
Punt 9. Interpellatie-Van der Veer betref
fende verkorting van den wekelijkschen
werktijd en verlaging van het loon der aan
29)
Hij wist dan ook van liet begin af, dat hij de
vrouw van den gezant voor zich had, wie men met
geen vrijpostig complimentje te na mocht komen,
zooals Hartmut zich jegens de onbekende had ver
oorloofd, en met zijne ongedwongen wellevendheid
gejukte 't hem zelfs de koele atmosfeer te door
dringen, waarin de schoone vrouw zich bewoog.
Egon genoot ten slotte het voorrecht, haar de
fraaiste punten van het landschap aan te toonen
en uit te leggen.
Hartmut nam minder deel aan het gesprek dan
anders zijne gewoonte was, eri toen hij den verre
kijker, dien de vorst hem verzocht, weer te voor
schijn haalde, miste hij opeens zijn zakportefeuille.
De torenwachter bood zich terstond aan deze te
gaan zoeken, maar Rojanow zeide dat hij 't zelf
wilde doen. Hij herinnerde zich nog de juiste
plek, waar hij, de trap opklimmende, iets had
hooren vallen, zonder verder acht daarop te slaan,
't Zou zeker de portefeuille zijn geweest: zonder
moeite zou hij ze terugvinden en het gezelschap
weer opzoeken. Met een groet verliet hij dus het
plat.
Op een anderen tijd had Egon 't misschien vreemd
de gemeente te-werk-gestelde werkloozen.
Spreker begint met zijn dank te betuigeD
aan B. en W. voor de hem geboden gele
genheid om deze interpellatie te houden.
Spreker had zich zelf eerst afgevraagd wat
toch wel de beweegredenen van B. en W.
konden zijn dat zij de loonen hebben ver
slechterd ten opzichte van verleden jaar.
Is het dat de boeren zulk hoog loon beta
len. Spreker meende dit te moeten betwij
felen. Is het dat het stempelen zooveel
steun geeft, ook dat niet.
Tot slot meende spreker dit tot eind
resultaat te krijgen dat B. en W. het loon
van de boeren tot grondslag namen voor ge-
meente-te-werk-stelling.
Hierdoor is de toestand heel wat slechter
geworden, want vyf dagen a 1,50 geeft
7,50. Verleden jaar was dit hooger. Daar
om neemt spreker de vrijmoedigheid om
voor te stellen dit loon te brengen op ƒ2,
per dag.
De Voorzitter stemt toe dat B. en W. den
loongrondslag van de boeren hebben over
genomen. Den Zaterdag houdt men vrij om
het werk te rekken en daardoor zooveel
mogelijk menschen aan 't werk te kunnen
stellen.
De heer Van Zetten zeide, dat, toen hij
in de Commissie zitting nam en had ver
nomen, dat door B. en W. was aangenomen,
dat 1,50 per dag zou worden betaald, voor
een oogenblik gevoelde dat hij ook werkman
was en zich afdroeg, wat die menseden
daar nu eigenlijk mee moeten beginnen,en
kan zich dan ook daarom wel met het voor
stel van v. d. Veer vereenigen.
De heer Dijkers wilde voor't volgend jaar
een andere regeling zien toegepast, omdat
het een maatschappelijk vraagstuk betreft.
Waarop de heer Le Comte niet onjuist
opmerkt dat het hier geen questie van
systeem is maar van loon. Is deze billijk.
Neen, Spreker zal dus het voorstel v. d.Veer
eveneens steunen.
De heer Slis meent dat het loon van ƒ1,50
niet te laag is. Hij vraagt zich af of er wel
met de belastingpenningen zoo geleefd mag
worden.
De heer van der Veer merkt op, dat bij
de boeren een hooger loon wordt betaald
omdat men daar 6 dagen werkt, wanneer
men 6 dagen laat werken dan vindt hij dat
ook best.
De heer Mijs verklaart het standpunt B
en W. Op de begrooting wordt een post uit
getrokken en nu moeten B. en W. maar zien
hoe ze er mee rondkomen en hoe ze dit geld
willen besteden. Wil de raad hooger loon
geven, dan is de verantwoording indien de
begrooting overschreden wordt, voor den raad:
niet voor B. en W.
En verder: moet de gemeente een voor
beeld stellen voor de particuliere werkgevers
of moet. de raad voorzien, omdat er bij de
particulieren geen werk is? Spreker zag
gaarne dat de raad nu maar eens uitspraak
deed.
De heer van der Veer merkt op dat B. en W.
vrijwel uitsluitend productief werk hebben
laten verrichten. Hij wilde het loon gelijk
stellen met dat wat in Middelharnis wordt
betaald.
Het voorstel van der Veer om 2,— per
dag wordt verworpen met alleen de stemmen
van de heeren van der Veer, Le Comte, van
Zetten en Blok voor.
De heer van Zetten doet vervolgens een
compromis-voorstel en zag gaarne, dat, waar
het eerste voorstel was afgewezen de toe
stand weder gebracht zou worden zooals het
vorige jaar dus 1,70 per dag met de Zater
dag inbegrepen.
De heer Blok verkrijgt het woord en spre
ker verzoekt de heeren om zich eens op een
ander standpunt te gaan stellen. Het stand
punt van menschelijkheid en niet van macht,
waarop de heeren staan. Het spijt hem dat
hij er in het openbaar over moet spreken,
het is de schuld van B. en W. Hij had zich
dat blijkt hem nu bij de begrooting in het
arbeiderselement vergist.
Het voorstel-van Zetten valt met dezelfde
stemmen als 't vorig voorstel voor en tegen.
De heer Slis stelt voor 1,70 per dagen
de uren, die Z iterdags gewerkt worden te
betalen. Dit gaat er door, met alle stemmen
voor.
Bij de rondvraag vroeg de heer van Zetten
of de Voorzitter ook inlichtingen kon geven
betreffende de vraag in een der vorige ver
gaderingen gedaan, over het plaatsen van
een waterplaats bij de Ned. Herv. kerk. De
voorzitter zeide, dat dit in behandeling was
bij den gemeente-opzichter.
De heer Joppe sprak even over de Kreek
straat, waar te veel water blyft staan, en
allerlei afval wordt neergeworpen.
Hierna sluiting.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
wordï gezond en sterk
teet Ikrijflt mooier glans
Sues wordt vrij van roos
bet Mips beter zitten
bet valt niet meer uit
indien gij des morgens een weinig PUROL
tusschen de handen wrijft en dit door de
haren uitstrijkt, 't Voldoet iedereen.
gevonden, dat zijn vriend het aanbod van den
ouden man zoo beslist afsloeg en zichzelf de moeite
gaf van het verlorene op de donkere wenteltrap
te zoeken; maar nu was hij geheel vervuld met zijn
ambt als uitlegger en scheen 't zelfs niet onaange
naam te vinden, dat men hem het veld vrij liet.
Mevrouw van Walmoden had den verrekijker aan
genomen, dien hij haar bood, en volgde met blijk
bare belangstelling zijne aanwijzingen, terwijl hij
haar de namen van sommige bergen en dorpen
noemde.
,,En daar ginds, achter die begroeide bergen,
ligt Rodeck," besloot hij, „liet kleine jachtslot,
waar wij als twee menschenschuwe kluizenaars
wonen, van de geheele wereld afgescheiden, met
geen ander gezelschap dan eenige apen en pape
gaaien, die wij uit het oosten meegebracht hebben,
en die ook al heel melancholiek zijn geworden."
„Maar gij ziet er toch niet uit als een menschen-
hater, Uwe Hoogheid," zeide de jonge vrouw met
een viuchtigen glimlach.
„Neen, dat ligt minder in mijn aard! Maar
Hartmut heeft soms wezenlijk een aanval van die
ziekte cn voor zijn plezier ga ik mij dan weken lang
mee in de eenzaamheid begraven."
„Hartmut? Dat's een oud-Germaansche naam!
en 't is ook wel vreemd, dat mijnheer Rojanow
het Duitsch zoo zuiver en zonder eenig vreemd
accent spreekt. Hij zeide toch, toen hij zich aan
mij voorstelde, dat hij een buitenlander was?"
„Ja, hij is uit Rumenië afkomstig, maar bij fami
lie in Duitschland opgevoed, van wie hij waarschijk
lijk ook zijn Duitschen voornaam heeft geërfd",
zeide de jonge vorst natuurlijk en ongedwongen,
waaruit bleek dat hij zelf ook niets naders van de
1 afkomst van zijn vriend wist. „Ik leerde hem te
Haiisvestitiig vata faoetaders.
Achtereenvolgens zullen hier in ons blad
een serie artikelen worden geplaatst, waarin
alle pluimvee-vraagstukken systematisch
zullen worden behandeld, welke voor den
pluimveehouder van belang zijn.
We zullen daarom beginnen met eenige
artikelen over de huisvesting. In de praktijk
blijkt nog maar al te vaak, dat hieromtrent
nogal eigenaardige opvattingen bestaan en
er nog heel veel kippenhokken zijn, wc-lke
alleen de naam „hok" verdienen. De meeste
ouderwetsche kippenhokken zijn als kippen-
verblijf totaal ongeschikt, bieden geen vol
doende beschutting, zijn veel te broeierig
en heel vaak vervuild.
Die nachthokken, welke men bij deze
hokken altijd aantreft, zijn niet alléén over
bodig, doch zelfs geheel verkeerd. De meest
dezer nog bestaande nachthokken zijn veel
te klein, waardoor er 's nachts een bedorven
atmosfeer heerscht, broeierig warm zijn, en
een ware kweekplaats voor allerlei onge
dierte, dat er zeer welig tiert.
De hoofdzaken, waaraan een goed kip-
penverblijf moet voldoen, zijn in de eerste
plaats, voldoende beschutting tegen ons
afwisselend klimaat, voldoende ruimte en
voldoende licht en ventilatie De vorm van
de hokken is geheel en al bijzaak, evenals
de architectonische eisehen. Alle overbodige
Parijs kennen, toen ik op het punt stond van mijn
reis naar het oosten te ondernemen, en iiij maakte
plan om mij te vergezellen, 't ls mijn gelukkig
gesternte geweest, dat mij met hem in aanraking
heeft gebracht!"
„Gij schijnt wel zeer ingenomen met uw vriend
te zijn," hernam zij op min of meer afkeurenden
toon.
„Ja, mevrouw, dat ben ik ook!" viel Egon geest
driftig uit, „en ik niet alleen! Hartmut is een van
die geniale geesten, die overal, waar ze zich maar
vertoonen, de menschen stormenderhand ver
overen en voor zich innemen. Men moet hem zien
en hooren, als hij zich geeft zooals hij is en bestaat,
zonder eenige achterhoudendheid, dan brengt hij
allen en alles in vuur en geestdruft, dan sleept hij
ieder met zich mede, dan moet men hem volgen,
waarheen zijne vlucht zich ook uitstrekt!"
Deze opgewonden beschrijving stuitte op een
zeer kalme toehoorster af. De jonge vrouw scheen
al hare aandacht aan het landschap te wijden, ter
wijl zij antwoordde:
,,'t-Kan zijn, in mijnheer Rojanow's oogen ligt
iets van dien aardmaar zulke vurige zielen wekken
altijd meer mijn afschuw dan mijne sympathie."
„Misschien omdat ze dien demohischen stempel
dragen, die het genie bijna altijd eigen is. Öok Hart
mut heeft dien, soms kan hij mij zelfs doen ont
stellen en toch trekken juist die ondoorgrondelijke
diepten van zijn karakter mij onwillekeurig aan.
Ik zou wezenlijk niet meer zonder hem kunnen
leven en er alles voor overhebben als ik hem voor
goed hier in het land kon houden."
„In Duitschland? Dat zult ge wel niet gedaan
krijgen, MUwe Hoogheid'. Mijnheer Rojanow heefö
een zeer geringe opinie van ons vaderland, zooals
luxe is af te raden, waar dit nergens voor
dient en ons dwingt tot onproductieve uit
gaven. Met zeer eenvoudige middelen, kun
nen bestaande hokken of schuren worden
omgebouwd, tot practische kippenverblijven.
Aan deze uitgaven is niet te ontkomen, even
als aan de kosten van een geregeld onder
houd. Onze kippen zullen deze uitgaven ruim
schoots vergoeden in den vorm van meer
eieren.
Een goed kippenhok bestaat uit een stal
(voor dag- en nachtverblijf) en een uitloop.
In stadstuintjes en ook bij kippenhouders,
welke over weinig ruimte kunnen beschik
ken, is deze uitloop beperkt, en wordt alge
meen betiteld met de naam van „ren". Op
boerderijen, waar de kippen het geheele erf
tot hun beschikking hebben, is deze uitloop
vrijwel onbeperkt. Zoo'n vrije uitloop heeft
veel voor op deze rennen. De dieren kunnen
zich hier beter bezighouden en scharrelen
er voor een belangrijk gedeelte hun kostje op.
De stal. Deze is gelyktijdigdag-en nacht
verblijf. Bij ongunstig weer vinden ze hier
beschutting en bezigheid. Vooral hiervan
geen apart hoekje afschutten voor nachtver
blijf, want de geheele stal doet hiervoor
dieDst. Alles moet zoodanig in elkaar zijn
getimmerd, dat tocht is buitengesloten. Hier
voor kan dus niet anders als droog materiaal
worden gebruikt, daar anders door krimping
naden en reten ontstaan. Verder verdient
het aanbeveling alle losse deelen en deuren
naar buiten draaibaar te maken. Hierdoor
wordt zoowel het schoonhouden, als de ven
tilatie yergemakkelijkt.
De hoogte. De hoogte wordt zoodanig ge
nomen, dat een volwassen persoon overal
rechtop kan staan. Het werkt niet prettig
in gebukte houding, waardoor het schoon
houden wel eens wordt overgeslagen, of maar
half verricht. Met het oog op het afwateren
kan men de voorkant t-ee meter hoog nemen
en dit naar achteren tot 180 centimeter laten
afhellen.
De grootte. Deze wordt bepaald door het
aantal kippen, dat hierin moet worden onder
gebracht. We nemen 4 hoenders per vier
kante meter als normaal. Zoowel minder- als
meer verdient afkeuring, met 't oog op de
warmte. Worden er minder gehouden, dan
is het in den winter te koud, en bij meer,
is het te broeierig.
De productie van de kippen is reusachtig
opgevoerd, doch hiermede zyn de dieren
tevens veel gevoeliger geworden en veel
meer vatbaar voor ziekten. Indien daarom
in een of ander onderdeel der verzorging
een fout wordt gemaakt, dan zal zich dit
onverbiddelijk wreken in de productie Breekt
er ziekte door uit, dan zijn we nog veel verder
van huis.
De ligging. De ligging van het hok moet,
zoodanig zijn, dat de voorzijde naar het Zuid-
Oosten is gekeerd Heeft dit bezwaren, dan
de voorzijde naar het Zuiden, of anders Zuid-
West. Indien mogelijk, dan dit laatste ver
mijden Vrijstaande hokken kunnen als regel
wel in de gewenschte richting worden ge
plaatst.
Verlichting, lengte en diepte. Om een
goede verlichting te krijgen, worden aan de
voorzijde ramen aangebracht, welke aan de
bovenzijde met scharnieren worden bevestigd.
Deze naar buiten draaibare ramen kunnen
in den zomer geheel naar boven worden
omgeslagen en door middel van krappen
worden vastgezet. Aan de onderzijde dezer
hij eergisteren, toen ik hem ontmoette, op een vrij
onaangename wijs liet blijken."
De jonge vorst werd opmerkzaam. Die woorden
gaven hem op eens de verklaring van de koele
en stijve houding, waaraan Hartmut zich tegen
over een schoone vrouw anders nooit schuldig
maakte en die hem van het eerste oogenblik af
had verwonderd. Hij glimlachte echter.
„Aha! Daarom verzweeg hij dus die ontmoeting!
Gij hebt hem natuurlijk daarover beknord nu,
dat verdient hij ook. Waarom zegt hij dit ook altijd
zonder 't te ineenen? Ook mij heeft hij dikwijls
genoeg met die voorgewende minachting geërgerd,
die ik in allen ernst opnam; maar nu weet ik 't
beter."
„Zou hij 't niet meenen?" Adelhied wendde de
oogen plotseling van het vergezicht af en vestigde
ze op den spreker.
„Neen en ik heb het bewijs daarvan in han
den. Hij dweept met onze Duitsche natuur! Ge
ziet mij ongeloovig aan, mevrouw Mag ik u
een geheim meedeelen?"
„Nu?"
„Van morgen zocht ik Hartmut op zijn kamer,"
vertelde Egon, „maar vond niet hem, doch wel
een vers op zijn schrijftafel liggen, dat hij denke
lijk had vergeten achter slot en grendel te bergen;
want voor mijne oogen was 't zeker niet bestemd.
Ik heb 't gestolen zonder eenige gewetenswroeging
en heb dien roof op zak. Mag ik u den inhoud
„Ik versta geen Ruineensch," zeide mevrouw
van Walmoden op koelen min of meer spottende»
toon; „en mijnheer Rojanow zal zich wel niet
verwaardigd hebben in de Duitsche taal te dich
ten
Tot eenig antwoord bracht Egon een papier te
voorschijn en vouwde dit open.
„Gij zijt tegen mijn vriend ingenomen, zie ik,
en 't zou mij spijten als gij hem in het valsche licht
beschouwde, waarin hij zichzelf geplaatst heeft.
Mag ik hem met zijn eigen woorden rechtvaar
digen?"
„Als 't u belieft!"
Dit klonk zeer onverschillig en toch vestigde
Adelheid den blik met gespannen verwachting op
het blad, dat slechts weinige, blijkbaar haastig
op het papier geworpen regels bevatte.
Egon begon te lezen, 't Waren inderdaad Duit
sche verzen, maar zoo zuiver cn zoetvloeiend als
slechts iemand, die zijn taal volkomen meester is,
kan dichten, en het tooneel, dat zij de toehoorster
voor oogen tooverden, kwam haar wonderlijk be
kend voor. Een donker bosch, eenzaam en stil,
waar de eerste najaarskoelten suizen; onafzien
baar groene valleien, die onweerstaanbaar lokken
en wenken met haar donkere schaduwen; geurige
weilanden, badende in het gouden zonlicht; stille
kleine vijvers, die in het verschiet blinken; een
schuimende beek, dL zich klaterend van de hoogte
neerstort. En dit alles sprak en leefde; wat daar
in klonk en fluisterde, 't was het overoude lied
van het bosch zelf, zijn waaien en ruischen, zijn
geheimzinnig ieven en werken, in welluidende,
muzikale woorden gebracht, terwijl het geheel de
uitdrukking was van diepen weemoed, van innig
verlangen naar zulk een vreedzame, boschrijke
omgeving.
In het begin had de vorst met ingenomenheid,
daarna met geestdrift gelezen. Thans liet hij het
blad zinken en zeide zegevierend:
„Nu?"
(Wordt vervolgd.)