VAN DER PLAAT J KOOPT L ,T - MIDDELHARNIS Predikbeurten. AAMBEIEN. J. DE SALAMANDER JL bij die firma's die in dit blad adverteeren WOENSDAG 11 JANUARI 1928 DWAALLICHTEN. Uw Haar Pluimveeteelt. De vervalsching was als volgt geschied: een echte zilverbon van een rijksdaalder was met hectografeerinkt bestreken en daarna op het hectografeerblad overgedrukt. Op die wijze kon men zooveel afdrukken maken als men wilde. Later werd de vervalschte zilverbon met verschillende kleuren inkt bijgekleurd. In totaal zijn 26. van deze zeer slecht nage maakte zilverbons uitgegeven. Een drietal is bij diverse winkeliers in beslag genomen. Beide mannen zijn ter beschikking van de Justitie gesteld, terwijl de vrouw, die bij haar vier nog jeugdige kinderen niet gemist kan worden, voorloopig nog op vrije voeten is gelaten. NOG AL DRUK? Postjes met je dribbelpasjes, Met je schommelenden gang, Met je ernstige gezichtjes, Zoo te zien voor niemand bang. Kom, waar blijven onze kaartjes, Reeds geruimen tijd verwacht? Hebben jullie met die drukte Aan bestellen niet gedacht? Al die wenschen van familie, Reeds met Kerstmis afgestuurd, Liggen nog op de kantoren... Heb je toch niet ingezuurd? Ja, we moeten je beklagen, 't Is een drukke narigheid, Maar we zien toch wondergaarne De Nieuwjaarswensch op z'n tijd. S. M. J. N. Zondag 8 Janaar! 1928. NEDERLAiNDSCU HERVORMDE KERK. [liddelharois, vm. leeskerk en 's av. ds. Den Oudsten- ommelsdijk, vm. leeskerk en nam. ds Bax uit f Oude Tonge. irksland, vm. leeskerk en 's av. ds. Baarslag |J uit Melissant. lerbingen, vm. en 'sav. dhr. Van IepereD. jelissant, vm. ds. Baarslag. ellendam, vm. dhr. Bouman en nam. ds. Baar- Jlslag uit Melissant. [jedereede, nam, dhr. Bouman uil Stellendam, ïddorp, vm. ds Den Oudsten uit Middelharnis |en nam. leeskerk. jeuwe Tonge, vm. en nm. ds. Klomp uit 01- jdebroek. Ide Tonge, vm. ds. Bax. Itgensplaat, vm. leeskerk en 'sav; ds.Van der LjZee uit Den Bommel. Jngstraat, vm. en nm. dhr. Vetler. o Bommel, vm. ds. Van der Zee. id aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhugs en [im. leeskerk. PROTESTANTENBOND. |elle (Kerkstraat), vm. ds. Poortman. GEREFORMEERDE KERK. Iddelharnis, vm. en 'sav. ds. Van Velzen. •llendam, vm. en nam. leeskerk. Jjddorp, vm. en nam. ds. Diemer. Itgensplaat, vm. en 'sav. ds. de Lange, j Bommel, vm. en nm. ds. Schaafsma. d a.'t Haringvliet, vm.en's av. ds. De Graaff. OUD GEREFORMEERDE GEMEENTE, d aan't Haringvliet, vm.,nm.en 'sav. leeskerk. GEREFORMEERDE GEMEENTEN. Jkslaod, nam. ds. De BloiB (in het koor der fed. Herv. kerk). kingen, vm. ds. De Blois, nm en'sav.lees- Vk. DOOPSGEZINDE KERK. Idorp, vm. ds. Schopenhouer. /ANAF HET STATION ÏTOGRAFISCH GEBIED i)T, PRIMA WERK RADICALE GENEZING de hardnekkigste AambeUn kunt U genezen binnen enkele weken. I Kipstraat 43, ^'dam I Niet goed, geld terug. Prijs per kwartaalf I, Losse nummers „0,075 Advertentiën v. 1—6 regels 1,20 Elke regel meer. 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,— per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Uit blad verschijnt lederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de M.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 10E JAARGANG. - N°. 20 Gemeenteraad Sommelsdyk. Voorzitter burgemeester den Hollander. Met hem alle leden aanwezig. Na het gebed spreekt de voorzitter aller eerst ziju dank uit voor de blijken van be langstelling bij het wisselen des jaars van de zijde der heeren ontvangen, herdenkt hoe een hunner in het afgeloopen jaar door den dood aan den raad ontviel en spreekt de hoop uit dat de heeren in hun particulier bedrijf, in hun huisgezin of gezondheid geen tegenslag van belang mogen ondervinden. Waarop punt een der agenda volgt, onder zoek naar den geloofsbrief van het nieuw be noemd raadslid den heer Dijkers De com missie adviseert tot toelating. Punt twee, de notulen worden voorgelezen, en onveranderd goedgekeurd. De heer Blok stelt naar aanleiding van deze notulen voor om art. 4 van het reglement te herzien. Het voorlezen der notulen kost veel tijd en spr. zag liever een commissie benoemd, die deze onderzoekt. De heer Van den Doel is het met den heer Blok eens en in de volgende vergadering komen B en W. met een nieuw voorstel. Intusschen is de heer J. H. Dijkers inde raadszaal gekomen en geeft den voorzitter het verlangen kenbaar om beeëdigd te wor den. De voorzitter neemt hem den eed af en verklaart hem geïnstalleerd en wenscht hem geluk. Ingekomen stukken. Diverse aannemin gen schoolcommissieleden en dergelijke. Zonder op- of aanmerkingen stilzwijgend goedgekeurd of kennisgenomen. Punt 4. Wijziging gem. begr. 1927 en 1928. Gebeurt zonder op of aanmerkingen. Punt 5. Voorstel-Blok tot aanstelling van een boventallige 7e tij del. Leerkracht aan de O.L.S. Om eens te zien of het werkelijk zoo nood zakelijk was had men den heer Tieleman, het hoofd der school, een vragenlijstje ge stuurd, om inlichtingen. Uit deze vragen blijkt dat de heer Tieleman zeer aandringt om over te gaan tot benoeming van een 7e leerkracht. Er is b.v. nu een klasse met over de 60 leerlingen voor een onderwijzer. Bovendien hadden B. en W. advies ge vraagd betreffende deze zaak aan de school commissie, welke ook tot de conclusie kwam, genoemde boventallige leerkracht te benoemen. De heer Blok wenscht hieraan weinig toe te voegen. De noodzakelijkheid spreekt uit het schrijven. De heer Van Zetten gaf in overweging te bedeDken dat. wanneer de benoeming plaats had, door de Bizondere School eenzelfde ver zoek zou worden gedaan, dat natuurlijk ook zou moeten worden toegestaan. Zooals hij vernomen had, was daar echter het bezwaar aan verbonden dat, wanneer het Rijk bij event, invoering van het 7e leerjaar de boventallige leerkracht der Openbare School overnam, de Bizondere School het recht had, hun boventallige leerkracht nog twee jaar aan te houden, en dan op kosten van de gemeente, hetwelk door den Voorzitter als juist werd erkend. De heer Dijkers toont zich een heftig tegen standers van§ het benoemen van een tijdelijke leerkracht tezijn. Uitzijn langeredevoeringen halen we de volgende puntenle. de bizondere school komt eveneens met het verzoek, 2e. de belasting komt door die benoeming hooger, FEUILLETON. E. WERNER VERTALING VAN HERMINA. Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.) de Raad moet ze naar omlaag doen, 3e. hij twjjfelt aan de noodzakelijkheid van die be noeming. Het aantal leerlingen is 25S, zooals de heer jTieleman mededeelde. Aldus per leerkracht 43. 4e Combineer de klassen anders, zoodat de 5e klasse dan slechts 39 en de zesde dan slechts 47 leerlingen zal bezitten. Ondertugschen gaf hij den heer Lecomte een verwijt als zou deze onwaar heden hebben verteld in de vorige vergade ring en haalde een paar citaten van socia listische voormannen aan, in zake onderwijs. En ten slotte vond hij dat we te veel be taalden voor het onderwijs. Volgens het Handelsblad, dat speker aanhaalde, zou het in Nederland over de 157 millioen zijn. De heer Lecomte komt op tegen de be wering dat hij leugens zon hebben verteld. Hij heeft zijn cijfers en punten van den heer Tieleman, het hoofd der school en het zijn dezelfde die aan den raad zijn medegedeeld. Hij vindt heit overigens jammer dat Volks onderwijs, een vereeniging met een uitge sproken links karakter, met het aanstellen van ee.n 7e leerkracht op de proppen kwam, terwijl het de taak van de schoolcommissie was geweest. Do heer Blok verwonderde zich over de redevoering van het spiksplinternieuwe raadslid, die zoo zijn voorstel bestreed. Hij meende, dat men alleen zou stemmen, niet zou debateeren over zijn voorstel. Het heeft verder zeer zijn bevreemding gewekt dat de A. R partij opeens zoo zwaar het finantieele van de zaak voorop stelt en niet het geeste lij ke gedeelte. Spreker wijst er op dat het arbeiderskind met zijn twaalfde jaar de school verlaat en dat het daarna haast geeD kans meer voor ontwikkeling heeft Daarom alleen zou spreker willen dat men alles deed om het onderwijs zoo goed mogelijk te laten zjjn Eo bovendien, voor hen die naar H B S of M.U L.O. gaan, moet het onderricht goed zijn dat nu, met zulke groote klassen, haast onbereikbaar is. Ten slotte over het fiaancieele gedeelte stelt de heer Blok dea heer Dijkers gerust, heusch boven het cijfertje 3 komt men met opcenten niet, al kwam zijn voorstel er door. Maar de Raad bleek er desniettegenstaan de toch afkeerig van. De heeren Blok en van der Veer bleken bij stemming de eenigen te zijn die er voor waren. Het voorstel B en W> het benoemen van een kweekeling met acte werd aangenomen, tijdelijk tot Mei, met de stemmen van de heeren Slis, Born,- v. d. Doel, Hokke en Dijkers tegen. Voorstel 6 Steun bjj Emigratie naar Canada. De raad besluit in te gaan op de circulaire van den Minister van Arbeid in dezen, onder voorwaarde dat de desbetreffende per soon minstens 2 jaar in de gemeente moet hebben gewoond. Punt, 7. Verzoek erfpachtsuitgifte grond G. P Mast Pzn., A. de Keizer en D van der Bij. Wordt to'egestaan tegen 8 cent per vier kante meter nadat een voorslel van den heer Joppe om tegen 7 cent grond af te staan was afgefetemd. Punt 8. Benoeming 4e helpster Bewaar school. Na gehouden geheime vergadering werd Mej. A. Vroegindeweij met 8 stemmen be noemd. Punt 9. Interpellatie-Van der Veer betref fende verkorting van den wekelijkschen werktijd en verlaging van het loon der aan 29) Hij wist dan ook van liet begin af, dat hij de vrouw van den gezant voor zich had, wie men met geen vrijpostig complimentje te na mocht komen, zooals Hartmut zich jegens de onbekende had ver oorloofd, en met zijne ongedwongen wellevendheid gejukte 't hem zelfs de koele atmosfeer te door dringen, waarin de schoone vrouw zich bewoog. Egon genoot ten slotte het voorrecht, haar de fraaiste punten van het landschap aan te toonen en uit te leggen. Hartmut nam minder deel aan het gesprek dan anders zijne gewoonte was, eri toen hij den verre kijker, dien de vorst hem verzocht, weer te voor schijn haalde, miste hij opeens zijn zakportefeuille. De torenwachter bood zich terstond aan deze te gaan zoeken, maar Rojanow zeide dat hij 't zelf wilde doen. Hij herinnerde zich nog de juiste plek, waar hij, de trap opklimmende, iets had hooren vallen, zonder verder acht daarop te slaan, 't Zou zeker de portefeuille zijn geweest: zonder moeite zou hij ze terugvinden en het gezelschap weer opzoeken. Met een groet verliet hij dus het plat. Op een anderen tijd had Egon 't misschien vreemd de gemeente te-werk-gestelde werkloozen. Spreker begint met zijn dank te betuigeD aan B. en W. voor de hem geboden gele genheid om deze interpellatie te houden. Spreker had zich zelf eerst afgevraagd wat toch wel de beweegredenen van B. en W. konden zijn dat zij de loonen hebben ver slechterd ten opzichte van verleden jaar. Is het dat de boeren zulk hoog loon beta len. Spreker meende dit te moeten betwij felen. Is het dat het stempelen zooveel steun geeft, ook dat niet. Tot slot meende spreker dit tot eind resultaat te krijgen dat B. en W. het loon van de boeren tot grondslag namen voor ge- meente-te-werk-stelling. Hierdoor is de toestand heel wat slechter geworden, want vyf dagen a 1,50 geeft 7,50. Verleden jaar was dit hooger. Daar om neemt spreker de vrijmoedigheid om voor te stellen dit loon te brengen op ƒ2, per dag. De Voorzitter stemt toe dat B. en W. den loongrondslag van de boeren hebben over genomen. Den Zaterdag houdt men vrij om het werk te rekken en daardoor zooveel mogelijk menschen aan 't werk te kunnen stellen. De heer Van Zetten zeide, dat, toen hij in de Commissie zitting nam en had ver nomen, dat door B. en W. was aangenomen, dat 1,50 per dag zou worden betaald, voor een oogenblik gevoelde dat hij ook werkman was en zich afdroeg, wat die menseden daar nu eigenlijk mee moeten beginnen,en kan zich dan ook daarom wel met het voor stel van v. d. Veer vereenigen. De heer Dijkers wilde voor't volgend jaar een andere regeling zien toegepast, omdat het een maatschappelijk vraagstuk betreft. Waarop de heer Le Comte niet onjuist opmerkt dat het hier geen questie van systeem is maar van loon. Is deze billijk. Neen, Spreker zal dus het voorstel v. d.Veer eveneens steunen. De heer Slis meent dat het loon van ƒ1,50 niet te laag is. Hij vraagt zich af of er wel met de belastingpenningen zoo geleefd mag worden. De heer van der Veer merkt op, dat bij de boeren een hooger loon wordt betaald omdat men daar 6 dagen werkt, wanneer men 6 dagen laat werken dan vindt hij dat ook best. De heer Mijs verklaart het standpunt B en W. Op de begrooting wordt een post uit getrokken en nu moeten B. en W. maar zien hoe ze er mee rondkomen en hoe ze dit geld willen besteden. Wil de raad hooger loon geven, dan is de verantwoording indien de begrooting overschreden wordt, voor den raad: niet voor B. en W. En verder: moet de gemeente een voor beeld stellen voor de particuliere werkgevers of moet. de raad voorzien, omdat er bij de particulieren geen werk is? Spreker zag gaarne dat de raad nu maar eens uitspraak deed. De heer van der Veer merkt op dat B. en W. vrijwel uitsluitend productief werk hebben laten verrichten. Hij wilde het loon gelijk stellen met dat wat in Middelharnis wordt betaald. Het voorstel van der Veer om 2,— per dag wordt verworpen met alleen de stemmen van de heeren van der Veer, Le Comte, van Zetten en Blok voor. De heer van Zetten doet vervolgens een compromis-voorstel en zag gaarne, dat, waar het eerste voorstel was afgewezen de toe stand weder gebracht zou worden zooals het vorige jaar dus 1,70 per dag met de Zater dag inbegrepen. De heer Blok verkrijgt het woord en spre ker verzoekt de heeren om zich eens op een ander standpunt te gaan stellen. Het stand punt van menschelijkheid en niet van macht, waarop de heeren staan. Het spijt hem dat hij er in het openbaar over moet spreken, het is de schuld van B. en W. Hij had zich dat blijkt hem nu bij de begrooting in het arbeiderselement vergist. Het voorstel-van Zetten valt met dezelfde stemmen als 't vorig voorstel voor en tegen. De heer Slis stelt voor 1,70 per dagen de uren, die Z iterdags gewerkt worden te betalen. Dit gaat er door, met alle stemmen voor. Bij de rondvraag vroeg de heer van Zetten of de Voorzitter ook inlichtingen kon geven betreffende de vraag in een der vorige ver gaderingen gedaan, over het plaatsen van een waterplaats bij de Ned. Herv. kerk. De voorzitter zeide, dat dit in behandeling was bij den gemeente-opzichter. De heer Joppe sprak even over de Kreek straat, waar te veel water blyft staan, en allerlei afval wordt neergeworpen. Hierna sluiting. INGEZONDEN MEDEDEELING. wordï gezond en sterk teet Ikrijflt mooier glans Sues wordt vrij van roos bet Mips beter zitten bet valt niet meer uit indien gij des morgens een weinig PUROL tusschen de handen wrijft en dit door de haren uitstrijkt, 't Voldoet iedereen. gevonden, dat zijn vriend het aanbod van den ouden man zoo beslist afsloeg en zichzelf de moeite gaf van het verlorene op de donkere wenteltrap te zoeken; maar nu was hij geheel vervuld met zijn ambt als uitlegger en scheen 't zelfs niet onaange naam te vinden, dat men hem het veld vrij liet. Mevrouw van Walmoden had den verrekijker aan genomen, dien hij haar bood, en volgde met blijk bare belangstelling zijne aanwijzingen, terwijl hij haar de namen van sommige bergen en dorpen noemde. ,,En daar ginds, achter die begroeide bergen, ligt Rodeck," besloot hij, „liet kleine jachtslot, waar wij als twee menschenschuwe kluizenaars wonen, van de geheele wereld afgescheiden, met geen ander gezelschap dan eenige apen en pape gaaien, die wij uit het oosten meegebracht hebben, en die ook al heel melancholiek zijn geworden." „Maar gij ziet er toch niet uit als een menschen- hater, Uwe Hoogheid," zeide de jonge vrouw met een viuchtigen glimlach. „Neen, dat ligt minder in mijn aard! Maar Hartmut heeft soms wezenlijk een aanval van die ziekte cn voor zijn plezier ga ik mij dan weken lang mee in de eenzaamheid begraven." „Hartmut? Dat's een oud-Germaansche naam! en 't is ook wel vreemd, dat mijnheer Rojanow het Duitsch zoo zuiver en zonder eenig vreemd accent spreekt. Hij zeide toch, toen hij zich aan mij voorstelde, dat hij een buitenlander was?" „Ja, hij is uit Rumenië afkomstig, maar bij fami lie in Duitschland opgevoed, van wie hij waarschijk lijk ook zijn Duitschen voornaam heeft geërfd", zeide de jonge vorst natuurlijk en ongedwongen, waaruit bleek dat hij zelf ook niets naders van de 1 afkomst van zijn vriend wist. „Ik leerde hem te Haiisvestitiig vata faoetaders. Achtereenvolgens zullen hier in ons blad een serie artikelen worden geplaatst, waarin alle pluimvee-vraagstukken systematisch zullen worden behandeld, welke voor den pluimveehouder van belang zijn. We zullen daarom beginnen met eenige artikelen over de huisvesting. In de praktijk blijkt nog maar al te vaak, dat hieromtrent nogal eigenaardige opvattingen bestaan en er nog heel veel kippenhokken zijn, wc-lke alleen de naam „hok" verdienen. De meeste ouderwetsche kippenhokken zijn als kippen- verblijf totaal ongeschikt, bieden geen vol doende beschutting, zijn veel te broeierig en heel vaak vervuild. Die nachthokken, welke men bij deze hokken altijd aantreft, zijn niet alléén over bodig, doch zelfs geheel verkeerd. De meest dezer nog bestaande nachthokken zijn veel te klein, waardoor er 's nachts een bedorven atmosfeer heerscht, broeierig warm zijn, en een ware kweekplaats voor allerlei onge dierte, dat er zeer welig tiert. De hoofdzaken, waaraan een goed kip- penverblijf moet voldoen, zijn in de eerste plaats, voldoende beschutting tegen ons afwisselend klimaat, voldoende ruimte en voldoende licht en ventilatie De vorm van de hokken is geheel en al bijzaak, evenals de architectonische eisehen. Alle overbodige Parijs kennen, toen ik op het punt stond van mijn reis naar het oosten te ondernemen, en iiij maakte plan om mij te vergezellen, 't ls mijn gelukkig gesternte geweest, dat mij met hem in aanraking heeft gebracht!" „Gij schijnt wel zeer ingenomen met uw vriend te zijn," hernam zij op min of meer afkeurenden toon. „Ja, mevrouw, dat ben ik ook!" viel Egon geest driftig uit, „en ik niet alleen! Hartmut is een van die geniale geesten, die overal, waar ze zich maar vertoonen, de menschen stormenderhand ver overen en voor zich innemen. Men moet hem zien en hooren, als hij zich geeft zooals hij is en bestaat, zonder eenige achterhoudendheid, dan brengt hij allen en alles in vuur en geestdruft, dan sleept hij ieder met zich mede, dan moet men hem volgen, waarheen zijne vlucht zich ook uitstrekt!" Deze opgewonden beschrijving stuitte op een zeer kalme toehoorster af. De jonge vrouw scheen al hare aandacht aan het landschap te wijden, ter wijl zij antwoordde: ,,'t-Kan zijn, in mijnheer Rojanow's oogen ligt iets van dien aardmaar zulke vurige zielen wekken altijd meer mijn afschuw dan mijne sympathie." „Misschien omdat ze dien demohischen stempel dragen, die het genie bijna altijd eigen is. Öok Hart mut heeft dien, soms kan hij mij zelfs doen ont stellen en toch trekken juist die ondoorgrondelijke diepten van zijn karakter mij onwillekeurig aan. Ik zou wezenlijk niet meer zonder hem kunnen leven en er alles voor overhebben als ik hem voor goed hier in het land kon houden." „In Duitschland? Dat zult ge wel niet gedaan krijgen, MUwe Hoogheid'. Mijnheer Rojanow heefö een zeer geringe opinie van ons vaderland, zooals luxe is af te raden, waar dit nergens voor dient en ons dwingt tot onproductieve uit gaven. Met zeer eenvoudige middelen, kun nen bestaande hokken of schuren worden omgebouwd, tot practische kippenverblijven. Aan deze uitgaven is niet te ontkomen, even als aan de kosten van een geregeld onder houd. Onze kippen zullen deze uitgaven ruim schoots vergoeden in den vorm van meer eieren. Een goed kippenhok bestaat uit een stal (voor dag- en nachtverblijf) en een uitloop. In stadstuintjes en ook bij kippenhouders, welke over weinig ruimte kunnen beschik ken, is deze uitloop beperkt, en wordt alge meen betiteld met de naam van „ren". Op boerderijen, waar de kippen het geheele erf tot hun beschikking hebben, is deze uitloop vrijwel onbeperkt. Zoo'n vrije uitloop heeft veel voor op deze rennen. De dieren kunnen zich hier beter bezighouden en scharrelen er voor een belangrijk gedeelte hun kostje op. De stal. Deze is gelyktijdigdag-en nacht verblijf. Bij ongunstig weer vinden ze hier beschutting en bezigheid. Vooral hiervan geen apart hoekje afschutten voor nachtver blijf, want de geheele stal doet hiervoor dieDst. Alles moet zoodanig in elkaar zijn getimmerd, dat tocht is buitengesloten. Hier voor kan dus niet anders als droog materiaal worden gebruikt, daar anders door krimping naden en reten ontstaan. Verder verdient het aanbeveling alle losse deelen en deuren naar buiten draaibaar te maken. Hierdoor wordt zoowel het schoonhouden, als de ven tilatie yergemakkelijkt. De hoogte. De hoogte wordt zoodanig ge nomen, dat een volwassen persoon overal rechtop kan staan. Het werkt niet prettig in gebukte houding, waardoor het schoon houden wel eens wordt overgeslagen, of maar half verricht. Met het oog op het afwateren kan men de voorkant t-ee meter hoog nemen en dit naar achteren tot 180 centimeter laten afhellen. De grootte. Deze wordt bepaald door het aantal kippen, dat hierin moet worden onder gebracht. We nemen 4 hoenders per vier kante meter als normaal. Zoowel minder- als meer verdient afkeuring, met 't oog op de warmte. Worden er minder gehouden, dan is het in den winter te koud, en bij meer, is het te broeierig. De productie van de kippen is reusachtig opgevoerd, doch hiermede zyn de dieren tevens veel gevoeliger geworden en veel meer vatbaar voor ziekten. Indien daarom in een of ander onderdeel der verzorging een fout wordt gemaakt, dan zal zich dit onverbiddelijk wreken in de productie Breekt er ziekte door uit, dan zijn we nog veel verder van huis. De ligging. De ligging van het hok moet, zoodanig zijn, dat de voorzijde naar het Zuid- Oosten is gekeerd Heeft dit bezwaren, dan de voorzijde naar het Zuiden, of anders Zuid- West. Indien mogelijk, dan dit laatste ver mijden Vrijstaande hokken kunnen als regel wel in de gewenschte richting worden ge plaatst. Verlichting, lengte en diepte. Om een goede verlichting te krijgen, worden aan de voorzijde ramen aangebracht, welke aan de bovenzijde met scharnieren worden bevestigd. Deze naar buiten draaibare ramen kunnen in den zomer geheel naar boven worden omgeslagen en door middel van krappen worden vastgezet. Aan de onderzijde dezer hij eergisteren, toen ik hem ontmoette, op een vrij onaangename wijs liet blijken." De jonge vorst werd opmerkzaam. Die woorden gaven hem op eens de verklaring van de koele en stijve houding, waaraan Hartmut zich tegen over een schoone vrouw anders nooit schuldig maakte en die hem van het eerste oogenblik af had verwonderd. Hij glimlachte echter. „Aha! Daarom verzweeg hij dus die ontmoeting! Gij hebt hem natuurlijk daarover beknord nu, dat verdient hij ook. Waarom zegt hij dit ook altijd zonder 't te ineenen? Ook mij heeft hij dikwijls genoeg met die voorgewende minachting geërgerd, die ik in allen ernst opnam; maar nu weet ik 't beter." „Zou hij 't niet meenen?" Adelhied wendde de oogen plotseling van het vergezicht af en vestigde ze op den spreker. „Neen en ik heb het bewijs daarvan in han den. Hij dweept met onze Duitsche natuur! Ge ziet mij ongeloovig aan, mevrouw Mag ik u een geheim meedeelen?" „Nu?" „Van morgen zocht ik Hartmut op zijn kamer," vertelde Egon, „maar vond niet hem, doch wel een vers op zijn schrijftafel liggen, dat hij denke lijk had vergeten achter slot en grendel te bergen; want voor mijne oogen was 't zeker niet bestemd. Ik heb 't gestolen zonder eenige gewetenswroeging en heb dien roof op zak. Mag ik u den inhoud „Ik versta geen Ruineensch," zeide mevrouw van Walmoden op koelen min of meer spottende» toon; „en mijnheer Rojanow zal zich wel niet verwaardigd hebben in de Duitsche taal te dich ten Tot eenig antwoord bracht Egon een papier te voorschijn en vouwde dit open. „Gij zijt tegen mijn vriend ingenomen, zie ik, en 't zou mij spijten als gij hem in het valsche licht beschouwde, waarin hij zichzelf geplaatst heeft. Mag ik hem met zijn eigen woorden rechtvaar digen?" „Als 't u belieft!" Dit klonk zeer onverschillig en toch vestigde Adelheid den blik met gespannen verwachting op het blad, dat slechts weinige, blijkbaar haastig op het papier geworpen regels bevatte. Egon begon te lezen, 't Waren inderdaad Duit sche verzen, maar zoo zuiver cn zoetvloeiend als slechts iemand, die zijn taal volkomen meester is, kan dichten, en het tooneel, dat zij de toehoorster voor oogen tooverden, kwam haar wonderlijk be kend voor. Een donker bosch, eenzaam en stil, waar de eerste najaarskoelten suizen; onafzien baar groene valleien, die onweerstaanbaar lokken en wenken met haar donkere schaduwen; geurige weilanden, badende in het gouden zonlicht; stille kleine vijvers, die in het verschiet blinken; een schuimende beek, dL zich klaterend van de hoogte neerstort. En dit alles sprak en leefde; wat daar in klonk en fluisterde, 't was het overoude lied van het bosch zelf, zijn waaien en ruischen, zijn geheimzinnig ieven en werken, in welluidende, muzikale woorden gebracht, terwijl het geheel de uitdrukking was van diepen weemoed, van innig verlangen naar zulk een vreedzame, boschrijke omgeving. In het begin had de vorst met ingenomenheid, daarna met geestdrift gelezen. Thans liet hij het blad zinken en zeide zegevierend: „Nu?" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1928 | | pagina 1