AGS
IRANT
akjes
tOE?
I
g&neesê&ri
preid.
REEKE,
eze week
Tweede Blad
foordiger
rij KLOOSTERMAN
nMei) Meubelen
Mei a.s.
SOPER BIJ:
5CHE COURANT
niet alleen
HANDEN.
tengewone
cs de groote
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
'lechtige Com-
wij een zeer
longenspakjes
CHAPPEN
IJZERWAREN
BANKET
robsstraat 13 - GOES
WASBEITS
ciale Beitskwasijes
ULTE&THIEMEl
ELS
I cent voor
GOES
De man'met den hamer.
FEUILLETON
HOOG SPEL.
h™™ J"1 11001 611 ^ieiIïa ft0'011' EW-
ONTSPANNINGSLECTUUR
ZATERDAG 13 MEI 1933
COURANT".
lan bij
aat 63
GOES
fijns en niet duur
18 cent per ons.
ok onze andere
O E K J E S
'orden steeds
ïeer gevraagd!
Uw
kaal geworden of ver-
Id zijn, dan kunt U
weer opknappen met
MERK
TWEE PIJLTJES".
Wasbeits is gemak
te verwerken en
prachtige resultaten,
int Wasbeits merk
e Twee Pijltjes"
men in de tinten
er, middel en licht
Mahonie en zwart,
eschjes van 25 cent.
5, 25 en 30 cent.
DROGISTERIJ
T HUIS MET DE R00DE
AREN, MIDDELBURG.
wederkasrlg ta koopaa
te Adverteerder», steunt
ook zijn algvn zaak.
NDEBOOM
j Periscoop je.
jV erleden week s;to®d ik me zoo- echt te
verielen oj» een perroa van het gepote
Br® i.selsche station. De wind «nar/pra qis
een Novemberstorm oyer alle perrons en
joeg in wilde vjuiciht de rookpluimen bo
ven de overkapping de lucht in. Ik be-esch
ine wat honger flp in mijn jekker
qch akte me vaster in mijn kraag en stond
op t punt bief-fïherming te gajan zoeken bij
een kop Jieetiei koffie in de restauratie toj ju
van het tqaject Lejuven een boemeltreintje
bin, lenschoinmelde. Het loqpjmptiefje hijg
de wat (amechtig en zelfsj voor 't -oor van
een onbevoegd©,rammelde er hier i|n daar
wal, dat waarschijnlijk wei vroeg om een
vei vangstuk. Overigens kon 't niet z'o.o.-
veel kwaad want boemeien is- boemer
lenen als; zoon tam kiidde-tje wa-gonf-
netje® als sloome k]o(eien achter elkaar
koaat aangehuppeld, kan er blij! oen even
tueel spoorwegongeluk' hoogstens nog wat
meer rammelen. Hot tamme verwaande
puntende laeomjotiefje posteerde zioh met
zijn sloom gevplg op.een Zij|spoortje. De
reizigers stapten uit en 't bleef verlaten
«tarn alsof het sedert eenwen sliep en 't
«tond er alsof het thuis koorde in jh'et
spa ookje van de fc'lchaone Slaapster.
'Hoen verscheen 'ergens tnssohen de
rails, een kleine man: Hij| droeg, oen blau
we kiel en oen pet met een vuil' goud
bandje. Lustig dampte zijn plijlpje. Ln zijn
ha aden zwaaide hij' een hamer met een
Jangen slanken steel, ta Heerlijke blanke
hamer. Bij den nichterqten wagon b'ij| 'het
laatste wiel begon hij' ziijjn tocht. Telkens
bleef h ij' staan en tikte m'et zlijjn siank'eu
hamer onder de treeplank' tegen 't wiel.
Tilkens, klonk' een tik als het geluid van
een aambeeld dat niet dóórklinkt. Som®
bleef hij even s.taan; itkbe nog eens en
di aaide ergens een schroef aan en ging
weer verder. 'Eien keer- boog hiji zich diolrt
er naar toe en sloeg nog eenigq keeriCjfi en
isc hudde het hoofd. Toen hïj| 'klaar was en
al de wielen had betikt verdween hiji
tusschen de buffers en klauterde naar het
perron. En even daarna kwam de man
met den toeter plus. een rangeerder c|n on-
dir schokten en stqoten werd één wagen
er uit gehaald en apart gezet.
Links van het perron hoopten sJToh
mensohen met koffers en tasschen op.
Het sein stond opi veilig; koppen bogen
zich over de rails om even te turen in de
verte en voorop' donderde, ijlzer opj jjfzesr,
grootmachtig, een reusachtige J|umb|a het
slation binnen een edel ijlzeren paard
van reusachtige afmetingen. Hij gierde
voorbij, hlij''daverde v'oprbij, een heerlijke
siorm van ijzer, een ontembare ■oirka.an
van erts. HJj stond. Gedrang, geduw', ge
fluit maar aan de andere zijde ven
scheen weer plotseling de man met den
hamer en telken® weer klonk zijn droge
slag, onmiddellijk stil gelegd, zonder re
sonantie. In de regelmjatigei opeenvolging
van zïj'n slagen k|w;ajn] hier en daar, even,
een heel kleine pauze, en kijl ging week
\erder, tot het 'laatste wiel' was aange
tikt.
De reizigerd letton er niet op. Ze
li oorden het niet eens en de kleine hamcfi-
man ging zijn weg. Zonden ze wel ooit
bevroeden w:at die droga tik! te beteetel-
nen heeft Dat dit een signaal van veilig;-
heid is, gegeven ,uit het binnenste van het
S,zer zelf; dat de gewichtige kostbare
Juensfchen die btaven da wielen slapen en
praten en Kaarten en gokken, veilig de
groote ruimte kmnnén instormen in wer-
vel-vaaxt.5 D.a,t het gebarsten geluid een
stille kreet is, ®it het hart van het
ijzer, over een noodlot' van honderden.
De tik met den hamer slaat al die
geheimen los uit het hart van hét erts,
van het roteerendiei wiel dat voortdavert
in duiz'elvaart, in honderden wentelingen
langs de sidderende rail's. Zé weten het
niet. Ze lachen orrr het rammje-lende- 'boe
meltreintje, het afgedankte maeriaal en
fitappen doodrustig in "den vviagen van de
groote verten, die @elb'o;ute'd is in de laatste
jaren.
Ook de wielen van den grooten trein
iiebbea den diamer naodig*.
Dln donderde de bloc'-trein binnen, die
nog vqornam'er is, en .alleen voor die. aller
verste verten, diei a,an bijna aUe stations
voorbij,iijlt Zonder stoppen; die de wereld
verovert in SjjlvïuCht.
Hij! zit vol met de allergewichtigste,
mensc'hen, die de hlee-Ie qarde noodig heb-
ben Yioor hiun expiansie.
0^a,ai', Mi'' dampend en blazend stil
laat, duikt weer 'de man op, met zijn
Maar ®n moest hij! fieh de vragen
zijii igaisfbheqr lafen Welgeval-en. in ziijin
wantrouwen wilde Afn^rioo; meer van hom
wellen. i
„Komt ;u van Assjjsi.?," vroeg ,hij:.
,',Van het kamp van den Hertog
.Vatentinpis," antwloioiidd©. de -afgflziaint.
„Ein 'benit n dadelijk na, hef' ter dood
brengen van Paolo, ein Gravina, wegge
vlucht.?," I
„Dat niet." Messere Pa.n lal cone zag
den valstrik'. In dit SP'e-1, wa,a,r het op
slimheid aankwiam, was hiji wiel tegen tien
zulk® boekengeleerden als den Meesitiar vain
rieva-iui opigaw,assen. „Pat is, aoioals ilj
Beide, gisteren gebeurd voordat' Ceisaire
orgia. de bewijlzen ha.d, van mijn tqeiwSf-
ümg jiaq de Orsini's. Al'sl ik niet zooveel
le a VP01 hen ha.d gevoeld en daa,r nieit
naar gehandeld had, was ik' nu mag officier
n e leger van deni tirain geweest. Maar
ik wist toevallig, welke pltannen .Volanjti-
een waarsokulwingsblriejf aaiaa'
van
ziijin
.van
slankenh lamer en hij! tikt de kostbare
wielen, aan, die Kostbare hasten dragen.
En do Etoile du Hord!....
Toen er vanm'orgen eerst een arme
Zw'oeger van de straat, en een half uur
later een gezlelen zakenman, en tegeln
etenstijd een invloedrijk bestuursman bij
me was geweest begreep ik' de symbo
liek van den man met den hamer.
Heel kleine menCchen zijn er in de we
reld en heel groote en daarthisschen de
inmder-kleinen en die minder-grootcn. Zo
moeten van tijd tot hij'd stil staan en den
liamer laten Zwaaien om betikt te worden.
'Er Zijh goeden, en slechten, zwakken
en sterken.
Rammelde daar iets?,
En zie ik daar niet in dat groote karak
ter een kleine barst
H. DE GRiEiEVjEJ, a J.
SAMEN.
„Hielt va.n mij, ma.ar van niemauid imin-
de,r dan Pa,us Lejo, jXHJ iq heb (wioioird, dait
dia sdhooilvraag vooir hek Chrisifcendom, eien
vraag is v.a.n levlein en doo.d! Dat' hebban'
onzla vijanden zeer wel begrepen'geen
middel...."
klon. "Altijd voor Zopveir liijl ijussdhein zfijkr
loandieijwijiztor en z'ij'n learliinigi .gaian Kom.
„Neem 'n siglaiar, Bteuigala" Het
aohoclhiopifd 'Sitraeiplte seeds 'n liiicdfer; aan.
Heit vlammet je sloeg, groot en klein au ta
bnonz'em tint lichtte over het jopge gezicht
van Beugels.
„Die, Jaap Ejedjjwfews is nieit -de handel-
baareltia uit pjazH, 'derde, wel?"
„Is z'n moeider Komen Magen|?"
'n "Vraag om ta .amtlwoioird. Ze Zaten
elr onmiddeillifk' midden mee ju ta geval,
begrepen duis elllkan-dea- wlonudeaiwel.
„Och klagen is ta goeie .wiootrd nieit,.
Vrouw Riedj'ndeire is een van de Weinige
moeders, die men verplicht, is te wo,«rd
t|g sifcaan."
„Ma.ar meneiea' TiUmmeirs, t is met die
dmge-n toch koekoelk-iééiaz'aing. ta 'Is
!vóh begrijpelijk'. Ze 'had ta natuurlijk
oyer dat nablijven
„Daar óók' over ,jia. Ze vroeg ,u,
heim pjeit op de middag-ulren te Jhojudemi.
.Wait dacht je daarin to kunman doem?"
„Ze zal wel ge-zeigd hebban, wia.t m'n
a;n()w;o.crd Wiais!"
„Volstrek'fc niet, Bfeugels. Zooiéte lijkt
mijl niet in vro,u|W Heijmdensj aard te Ég
gen. Geilhof' me, 'K heb wat ervaring Jn
dia dingen.cu afgaande op den goedein in-
drukj welke de viioiulw. maakte, zou 'K
Vertellen, dat 't nu de laatste Keer as, dat
oin-2'a Kees na vier uur in schooi blijft.
Ver-staat u.?, 'k Laat 'm .ommaddeilijk eir
u-iti halen. .Wat voor den drommel... Léér
da kSmder-a beter I En maak ze ni-at zoo
lastig en misselijk!"
Gieëergexd keelt meester Tummars naar
't groepje seheol'kinderen achter de kiji-
venda vrouw. Dft was nu, 'ni v|odledi-g
pireptige-verkraeliting. In do ooigeni vaiu
den jongen Beugels speelde duidelijk' do
vcirwaohting.: „Wat zou ta hoofd der
sohocd nu. doen?,"
„vr-jiiw de Rijk, is dit nr. wel no
goede manier cm zoo-iets te behandelen
Denk er t.oc'h om, waar we hier 'zijn. Kom
liever mee- binnen. 1"
„Heelemaal niet noodig, meneer. Als jij
maar tegen die schoolfrik gaat zeggen,
dat ze- Kees onmiddellijk' laait, "gaan. 't Is
kta'arit o,v,er vier. Schande, En a.ni-
der-s Zal ik zelf even de school 'binnqnt
trekken."
„Dan laait ik u, eir onmiddellijk door de
politie uitzetten
Tummeïs zei helt kout en kraohtig. Hij
wist nie.t eens, of d'e j,uffÈO|U|w! op (dit
opgonblik nog in isobopl was -of iniet', maar
d-a.t d-aed er niet toe, Zoota optreden febu
hij! niet dulden. Do vaiouyl achrcuk er
.(ïventjeis van. 1
„Blegi'ij'pe'lijk. Toen zo dien middag
hiér zooveiel lawaoi maakte ein Kees /uit
da 'söhool w'einis'clhlt'e te halen, z'at-i-e ea- mioitia
bene nieit een® in'. Teirwajjt izltai mioeder
Mar aain ta hekje Stand, haid-iei thni® de
provisiekast igeanSlpaotleercl en de vroinw
v'ond bij! haatr teiruglcloimist.' ta ïeegei jb-isiquitsl-
tromimeï. Nu laat ze 'in liever maar 's
ta kwartiertje bijl He „frik".i i
(„ScKoolbert."). C. L. POLDERVAART.
LAND- EN TUINBOUW^)
Ouki'jiitl.
Lang voordat de l-andboaw; zioh had pm/fc-
iwiilckeld tjo-t het tegeniwpoj-dige peil, al
peujwen Voordat, er een lanidbo|u|wlw!et«n-
(schapi bestlond, wins de piirapfcohe boer
.ovextuïgd van he't belang en 'de uop-d-
z'akeiïjlkheid van osnikruidbe&tlrijding.
Gerust kan geragd iwjqrden, dat diifc een
van da aHe'reensltle eultiuluraorgein is gee
weest, -die de mensA besteed hlaeft aan
da gewassian die hiji aaniplautte. 1
M,en kan de beattrijidinlgsjwijiae mui ó-fwéL
langs meAaniseihein', ófwel l-ainlga oheimi-i
acheini weg bereik'ein. i
De eerste bestaat in hat (wieden, foakkleni,
sohoff'elen ,emz., waardoor da oink'ru-id-
planten ófwel uit 'den gromid getarOkkan,
J 1
'Riieiemnnggg....II
Tummeais keek op door 't gieriink Van
z'n huissiahel; „dei. voort-jij;" van Het'
Sohoolbestuiur lag vóór hem cip tefel. Wie
kon eir nu, ointniddelUijk na vier iptuir,
reed's 'n bezoek' komen brengen- a,a,n 'it
lipoid der schoof?. Het di-e-nsitoeisjie kw'arn
vcirtellon: J.uf£ro|u|w' Rieïjnders."
Meneer T.umme'iis trok naar: hatispreek-
kam'ertje.
„Moeder R'e'ijudeiis. Goad gezond?.
Da'-s bést Zop, gaat mater .zditlpi
Ejopjüang".-
„jk Dank u wal, meneer, 'k heb Wék
Vee!) tijd, ziet u. Ik kw;am! |u ra,3'"-1' «we»»
wiat vragen." i I i
„Toch geen gevaaifijke dingen?. Laat
mlaar 's hopren dan." 'I
„U 'wleiöt, Jaap is mieifc gelm|akkeliik,.
Ooh me.em, meneer Tumim'eirs, u kiiimfc het
geiru-St laten blijken.' 'li 'w,eet Iwia.t, °|k laan!
mta lcinder-s heb. Ein Jaap is ta buiten-
beentije 1" i
It Hoofd der -school kinakta. I - 1
„A'Uiehit z'al-ie vfijugigeir straf verdie-
hIgiitl dan 'n .andGi" kdjidTiu'ulrilrj'k.
Maar, ie zit. n,u; bijtanen-eeirBeuigeljs eini-inie..."
T-umpiiems vol ernstige aandaoht
m'en diende immer® Zoo. uiterst vqoirzldh-
tig te zijn met 't, 'luisteren naar- .en qor-
deeilen over klachten, die, de ouders kiwla,-
mieini indienen telgein het personeel.
Mee,ster Bie-ugefs sj-a, n,og .jong, vol
vui-ir, „avlanit garde" daf well, dat !wcl.
ta Tikje mnwnja, driftig! Wiaitl iweinig er
varing, ja, ju. Ejn deze. vr|0,uwl?i Als
Tummers de mioederlïjk-'Z'a,oh« geraiitle woor
den beluisterde, nee, dan leek m Jieella-
m.a;al niét. wait men noemt „ta ofbreieksltler"
vani het school-lpreistjge. -
„M.en-eer Beitikers hpu'dt Jaap telkens
'tnsseh-en de, middaguren pin na, te blijlvem,
Istlral'werk te miakein, w'eet ik' Ve«|l.
Ejj'k, meneer, dat ie z'opi erg moeilljib
voor rn'ij. M'n man moe-b p'pl "tijd pp dei
fabriek t-eii'ugzfj'n en zop ea djain ook, Vop/r
één na-komer blijf ik evengoed met ,de
geheele afwlasich en afr.uim van d'e 'tafel
izbiftein. Misschien vindt n da,t iwel pdetlut-
tiga huissloofj-es-diugen, m'aar...l"
„H.eel'emaal nieit, "juffroiuiw Réijtadeirs, 'lc
h,e|b -ook 'n gezin, 'k Begrijp dat volko
men.. Maar, Wanneer Jaap au stjraf
heeft verdiend..."
„Mp.et Jaiap die' hebben, mien-fter. Nie
mand die da,arvan hete overtuigd is dan
iW. Alleen, dat uiur is Zoo- lastig, Daarom
helb ik' aa-n meester Bte.ugeïs a,l 'is! gevraagd
om' Ja:qjy liever na vier fa hóuden.
„Ja.?. En?,"
,,0'öh al-s u mta ve-rZoék' 's iwdlde mn-dcir-
Slcunen. men-eea'. 't Zoiu .zjooin gemak' ge
ven. 's. Middags va-llt het opik izioioi pipl aa-n
tafell', als J.aap manWaeirit'. Dan z'ijggen
Truus'je .en Frans .„Jaap mloeit, pp'e'eff hitiraf
uitzittenDat. vind ik .eng ergeffillijik. -Ze
mioc/tian dat vian mektew mielt wef/ësi,. E'n
'a namiddags Zo-u ik' da|t Wel Ku'nnlelni fweg-
moileilein." I 1 i I
Meie-Ster Tiumtners Kreeg aieispect! v.opr
d.eizei moeder. Ofsdhopin hij zHi .Vopti,-
Uaim earslt het geval' eraptig te ©nidopIZoo-
kein, kaeeig ze van he,ml de verZeiKelri'ng
mpia, dat hij- vopir haar izou docini Iw'af hij;
Petr.uoci te zenden. Dit sckrijlven- w-e|t'd
ondexschapit en ik had nog. maar jnist dein
tijd om op mijn pajrd te sjt&en, yoordati
■de knechten van dan Jmit zcjuden
komen ihafen. Eien mijl yam, hier heb ik
hat dier do,od geraden. Mijta .plan was
'geweest, naar Peltr.uoöi en Siena. t« (rijldan;
maar daar mijn paa^d dood was on ik'
voortdurend gevapii' liep', gevangen ggno-
men t,e worden, Kwam hét denkbeeld in
mijl OP cim hierheen teji'omien «m bij'.jii épln'
sehnalplaate _t,e zoeken. M-aax, toidh, mijn-
haar, zoo eindigde hij!, terwijl hij. schijn
baar -met veel pijin en moeite opstond, „als
docr mijp aanwazi'glreid, hier, Vaillenltino'-a
wrekende hand zich liegen u m-ooht k-eerein,
dan... ILj trok zijnmantel om zich
heen als iemand, diS m het gunt staat
ojm; aiscUiCid t,e nemen.
„Een «ogenblik1, mijinheer' eau «ogen
blik,' .zeide Almerico aarzelend; -011°hij
Stok e-en hand uit cmU den onia,n tegen te
houden. - r
„Wal. kan die Valantino oins schelen'?,"
riep het, ineisije meit van drift fonkelen,da
oogein, die als safffiecren schitterden. „Wie
is voor ham hang?. Het Zou Wel heel
laag ya.n jms zqu, waarneer jw'ij, tax voor luw
edalmioedige opwelling Jieiten lijlden, mijia-
hem, door u, die een vriend was van om-
zoo, zéggein: als ,w!e kunnein, laat o-ns idalt
naar beider genoegen tradhtlein- te regielen
,,'k Zal glra'ag ieder ta geuoiegeai doen»
M'aiajr 'k meen toclh ook, dat 't .prestige
van de, klap den onderwijzer onverdeeld
belhorrt,. De ouders moeten m. i. niet in
onze rechten treden, ik' bedeel, de gle-
Wöm-e rechten van «dei en tiuidht der klaste
zeli'!"
„Niet treden in d-e jadhtein. Bleiugels,
kerel, laten wie jfak niet in xnlooiljjeB en
vakjes piaiaifeein. 'lc G-aeif toe, mieeiatal
Koimem we op minder-jlrettige w'ijize met da
ook, als eir dan 'n kans is, om; zpinder iet®
van den invloed pp den leerling ,te vleirllie-
ran, zionder hef prestige te schademj met
de ouder® samen te werkïn, dopir sen l|eg|eK
,miOiatkp.iniiig van on'Z'ein kan't! laat oins
dat zieker dóen. We konden -spijlt ki-ijgein
van het tegenovergestelde." 1
„K'Wijatie1 van meeining, TJ zji'lit zien
vandaag 'n vinger, morgen 'n hand. We
kennen dat." 1 i
„Ja, wie keinnen dait. We habbein. samen
'n dikke dertig dienstjaren an ,ate ik ta-eo
mag piraten uit 't deel van mij1, idan- raadit
de .-oudorvinding me hier, data iwa Jaap
Reijhdeirs liever na viar u'uir moStiern1 bon
don. Dan hebben wé wnaarscbijinlijik' "de me
dewerking van ziyln, oudeirs1 giok nog!"
Beugels voalda ach ta tikje geraakt
over da.t „sarnein hebben" van die „dertig
dienstjaren". Hlijl snapte bllikte«ms-iw!el de
bedoeling, dat er maar 'n paar van hèm
bij' waren. Tummeirs had data zoo drtfig-
weg geragd. E11 «ml niat Verslagen te
sehijlnien, meende hiji daia ook nog te moe-
ie;lln' zeggen:, 1
„Die, ouders ziuillen u veel w-mi' geive-n
op die manier, wiamta zo Wéten inög!a,l iwata."
„L.rat. data gerurt aan mijl pver, Bbpgels.
lader geval is .afzonderlijk te bao,ordae-]lein.
juataan we 't e-elrst eens bijl Jaa.pl Rejjinidea-a
liouncn, dat is, om te beginnen; (al heel
aardig. H]°e meer van aujikie! dingemi wie
plas zétten, lioe idealer en aangenamer
wei 't onderW'ijls ar m-ea makenI"
Tummieirs de,ed zta ondeirwijfzér lui-tge-
leide. 'Hij' Wandelde nog mee, van E'ta
dieu,r, door 't t1u.inlpla3.dje, tusisdhen 'fc ge'u-
riga p-aars der, blloeianicle -staringen. Ze
bleven aan 't hekje nog ta poosje genieten
vain 't eenige, Mertwe-ertje,. 't Was eein
dier zeldz'ame zaóhte vojOrjaa,risdagpn, dat
Holland eventjes tópt aan 't Zuiden van
Frankrijk. 1 J
Uit de -straat naderde rumoer van stem
men. Jongeinsateinme-n ar ook bij', Meester
Tumm-crs keelt onder de boo'm-en door e-n
telleen hoorde hij', met 'n air van vijiata-
djgei duidelijkheid:.
„Moio-i, daar ^ta.an ze netl" 1
Vrouw d© Rijk uit de Kadestraata. Van
geen Meiatj-e verlagen. E|n oat-aefc-Jfemd
ftn-viea-standig
Beugels voelde in(w'endig ta' kriebeltje
blijdschap, want je. kon 't izioo vóóri
v-aele-n, dit werd de eerste opvolger Van 't
geval J.aa,p Reijhdens, maar van je- rette-
ketetfcke-tè. Want Kees de Rijk was ta
„klant" hij zat bijl 'n -omderwSjzeres in de
tlwieede
„Meneer, 'lc kwam n dit maar eventjes
zen bloedverwant, van hjer Weg te zen-
dan. Zoolang er een dak bovem Pieva-no
is, kunt gij' daar ijustig onder elapan."
Tioem zijn dochter die impulsieve, woor
den had uibgéspïiofc'en, schoof Almérioo
zacht bromimnnd in zijn stoel heen en
wieer. Naar zijin idee liep z'ijit doebte
wat 1® vlug van stapel, jjociwel hijlzpilf
omga,arme deizeoi mam, die bij! 'hem bescher
ming .kwaim zoeken, weggezonden: zou heb
ban, was Monna Fulvi» hejn op h«f piUnt
van gastvrijheid teóh da ba,as.
H|ij at.ak een doorsehajmemda hairnd naar
dein gloed van heit. vulur nif en Bteeek' nnie/t
de. ajidere nadenk'eind langs. lïijl.n gladge
schoren kin. Toen keek' hiji ..demi vraam-
deling strak a,an:. 1 i i
„H oe is uiw naapi vioeg hij kóirtaf.
„Ik b-en Panillaleoine degli Ubealti", zeidie
da avonturier, dia ganoeg Wie.neild;w.Sjisibeid
had opgeidaain oim nopitl een leiugoni te, ge-
bvunlten, wanneer meini veilig, de wiaapjieid
kom spirekten. 1 1
„Een (aehtoniSw,aardiige naam", mompelde
da .oude mun bijl. Ziehzelvan, .terwijl Mj'
me|t het hoofd knikte. „.We'l, wel! Ik aal
heit aan iiw discretie overlaten, mljiiihee.r,
om niet langer ia Pjevapo; te blijven, dam
noodig ig, ik denk niet .ajatnt miijiz'elvein-"
Zejdei hij; terwijl bij .meitl een vqiiscb)0.on,e|n[-
„Ja, vro,u,W de Rijk', versta, mé gloed. Ilc
ban steods bereid ji,we klaehtaein te onr
döryoeken. Ma air 'lc heb geen sniplper tijd
moch lust, oim -er mij'11 aandaidht aaini te
isc'banjcen bij dergelijk onbehoorlijk pp-
ta'-edén. Ergernis gevend vam belang- /m
ons kleineeremcl waar u oims; Votor diende
ta staan. Je weet heel' gLoed wiaih ilc' ba-
doiel
Da viiouwi kaelc ta beetje- beduusd naar
da .griimekienda kindenem. Meestlcr Tnmi-
miers ergerde zicli voor drie. Wat idee
hadden zulke. vr,0|UiWen toch van «pvioel-
ding?
„Ook wat- mpiois. Die vroiuW: va-n Reijn-
ders zlei me gisteren nog, dati je hier bij
'it séhioiolhioicfd gerust klom koimeml" i
„Volkomen waar. Maar op deze manier,
dat Zal vromW' Reijhdeuls niet ge|z'egd
hebban."
Meester Beugel-s had initusschen de kin
deren al 'n wenk gegeven en z'e ta fiimid
d»orgeSt>u.urd.
„Dus je kemit onderscheid," meende
vrouw de Rijk. „D-e èen zóó en da ander
zóó."
Tummeais wendde zich af pm hinnein
te gaan.
„Als jij nog één keer on'z'e Keeis
„V.r,ouw de Rijk, als u nog -één lcee,r cpp
treedt ,a,ls nu,, zal 'k u,W' 'zoom z'n' pas-
pioirt meegeven. Begrijpt u ,Onae school
maakt ook weirk' vpin lasitiga Kinderelnl,
a,ts de, ouders meewiillein, maiar laisitige. kin
deren èn laisltige piu-daris' samen, dait, gaat
nieit. Goeie in-iddag!" I
Die jonge Be-ugels ging nog' evan terug
naar biunian. Hij- meen-da izóó iniat te kun
nen wég-gaan ein dadhta, dat het slchool-
hool'd 'binnen zta haait ea- nog. eemis fel
o,vcr luchtem -zbiU. Maair er, Kwiamem niels
■darn twice k'opijee fijne' taheei en 't hwjl
'tot hét diemislltneisjs „Bertie, schuif hef
raam toch 's op/en mei dit Ijj'ne Iweerl"
Onderweg naar huis overdacht de jonge
omdcrwijz-e-r het hordate optreden van
Tumimers. Daar had hij' respect, vooir.
Mielt z-o.o'n man kon- mein in zee. ll,ij
Mérkte giraag mee- met de ouders, maair
wisti o,ok op; te treden voor ,z'ij!n leei'lcra,eh-
te-iK i
Veertien dagen later riep j.ufflrpiujw
Rluijndeirs hem van zijd fielte ein bedankte
ftiem hartelijk, omdat Jaapi den vórigeii
dag in den namiddag was kujnnen natolijL
veu I"
„W« wetaen maar al te goed, meester
Beugels, data-ie- wlaltl nopidig heeft, 'k tIo|ud
nii'11 hart soms. vast omi idiem jongeln'. Maai'
11. kunt opi mie rekenen; ,aj|s 'tl (niondig is.
Ik daulc je, nog eietms van haute', ineasiter!"
Hé hé, zoota Wlaardeareiiiid |wto|or,dje, öj
wlais 't dan maar van dei moedea' vaal Jaap
Reijindeks, deed toic'h wel goed, ook' aan '11
hart met, enkele dienstjaren, vond maesfer
Beiigel'3.
En 't wias ook veel aaflgemameir teem
hij aan 't schoolhoofd kon z'egg,ein: 1
,,'t Gaat. gosmeead tusaehein de familie
Riyjinders en mij- en Jaap iwioadit er ifeitelijtk
't baste van!"
„Praehtig.. Ein moieder de Rijk' is
haar excuse® kioiman aaabiadenil." 1
„Oh j
diem glimlacli de 8chouders ophaalde; een
buitenigewoon bekoorlijke glimlach waa 't,
die het eerwaardige, «ude galaat als het
ware, met een spoor van Zijln veiwllogpn
jeugd sch-eian. te verfidhtaem,. Ilc ban- te piuid
■om de weinige leVe-nisjia-nan, .die mij} inlog
ove-i'blijven, te doe® «pwegian tiegan; 'het
bewijzen van een dienist aan |0an achtens
waardig m-ain. Maar, Wii moietem ,aan dit
kind denken, ein aan het gevaar, data z)jj!
Zo>u Joope®, wanneer mam 11 hier JWti'd."
Nu viel Zij. hem echter in de rade -en
bracht m-eit een opwelling van haar edel
moedige jeugd ..pin vromw,slijk medelijden
in het midden:, i 1
„Ieroand, die grgote gevaren trotasceirit,
moet niet vo-or een klein gevaar terug
schrikken!" Mestere Pantailcone spit® to de
o-oren. j, 1
„Neen, bij den hemel!" antwoordde haar
vader. „Wij. mogen niet nog meer doe®,
waardoor wij da -aain-dacbt op ons zoude®
kunnen vestige®. Ziet
Bij pen plotlseling herleven va® ï,ijn
voorzichtigheid, zweag hij!eenisklaps, ter
wijl hiji zlij'n bezoeker - seherp aankeek.
Patafeafeone's gelaat was echter ondoor
grondelijk al-s een jjomitien masker, datani-ets
van zijn ininetalajiké vpldoenin-g .liet bllijkea.
Want het had heim' geien moeite ,gakö<s[t,, de
ófwel vlalc' ondar de «pparvlakte aoodanig
beschadigd wjordein, da,t ze afs|tervesn. Dezlc?
miathiode. is fix sommige gevallen ©ether nf-et
met volledig, siuccies door te voeren.
In gr aangewassen, V,o,o-ral' als zè uit de»
liand gezaaid zijn, ka.n met een! machina
niets, «1 met dol hand maar heel -Weinig
bereikt worden. I -
Maar zelfs als het gelwas ,op rijen etaata,
en liet tusschen de rij-e-ii iOpkbimiepdéi .on
kruid Zo'ndeir al te grpioite mo-rite verjwïj-
derd klan wlo-rdeu, is de b.es(ti''jjlding .in- Ida
rijen altijld nog zeer be'zlwiaarlijlk. j
Daar komt bij', dat deize met'hode yan
onlu'uidbcatrijding altijd zéér veel werk
vordert en das dn®r, is, vo«al' als ,hpit
feexe 'gewassen beltfeft, die mieitgroote, aong
biehundeld moeiten wordein, zoioials bijv.
uien. I11 zlujkei gevallen pu- ka® m#n toert;
suüffeis e?n ohefljijpiclhe mathflid'e toigpassien.
Elein der meest .bék'emdö hulplmiddelleih
biervoor is de fijngemalen Kainiet,. die qp
g*ra,angüwia,ssan en uiein Êtchititerehd® nesu/li-
taten oplevert. 'li
De fïjlnigemalem kiainieta -wioindt in hoe-
vcelhèid v-ipn 800-1200 Kg» Der H..A (af-
hiankelljlc vla® da hoeveelheid odklruid, dia
men vteirlwiacht) over hsit gqwias uitge
strooid oip een miongen,/ate lalleiS flink' Pat
is van de dajxw, terwijl men een helderen,
zonnige® da,g yarwachtein' kia®. De fijn
gemalen kiainief lois't dia® op in- de1 da,uiW»
idruppeltjes «jj de bladeren, en als do
dau,vv beiglin't «pi te trekken, broedt, door d-e
c-cnoemtratieveihoioigiiig .Ve-rbnaindin^ vjg® de
bladei-en iOpi.
D-c igraan-gawjasisein, «11 ook .uiein; 'lijlden
hiervan niets, doordat da bla,diere® va®
deiz-a gewassen smal zijln, steil' «vereipd
staan- en bedekt zïjin mist ee®1 dun jw|a,si-
laagje, data veabrapding
De beste tijd voor aanwiemding is, n,lsi do
oink'riiidpl'antijieis nog ®ieit! te g-roioli zijn',
dus als ze- .ongeveer 4 pi' 5 blafldjesi heb
ben-. i i
Nadat- d» verb'nanding der onkiruid-e®
heeft ptliaaite gehad z'al na Ko-rtieren of
laingeren tijd da kainiet op- de® grond te
recht ldome®, en 'hagsuit idarn ais twieeldo
vooraeel, zijn werMpg alis kalimiestetof.
De-ze laaitist'e wfarkjpg zlal zelfs in ieder ge
val plaats hebben; ook, wannéea'oipgieluk-
kige-rwij'ze «pa ontiijidigia rejgenbuj. de fijn-
gamalen kainiet va® de blaidaran a-fepoclt,
voordat licit, verbrandingsproces der .fin-
lcruide® heeft plaats gehad.
De bem-estingswaarde blijft altijd be
houden, eai Waar juist de kali-ebemesljnlg
da 'laatste jaren al te v.'e;el verwaaiflioiqSd is,
mag -dit wel degelijk' meetellfen.
Immers, bij' onze granen geaft k'alige-
brek al z'eer g.a,u,w aanleiding Jiqt legeren,
aantasting door roest, slechte kolwelvtar-'
mtn-g, pm nog ,niet eens te spreke® van
verlaging -der opbrengsten. Zpp 'w'etad bijiv.
opi een proefveld met fijngemalen leainiet
ter bestrijding va® herik in have® "te
E-tten (N. B'.) op lje* niet be-strioojdei per
ceel slechts 2400 Kg. korrel verhreige®,
terwijl het bestrooide' 3000 Kg, opleverde,
V-Ofr een dergelijk proefveld te B®del wa
ren deze cijfers vopr rogge reis|p. 180Q
«o 2800 Kg. 1 T
Naast de veahopgingi va® opbrqngst
lanuitgesprofce® zin van don Heer van
Pievariö t« voltop-ien.; zijln «vértuigimg, dat
M-atatea Orsini zich hier bevond, werd er
door bevestigd. j
T-o-en hij. bem'ea-kte, -dat men hem met
wantrcu\v,en aanzag, voind hij het noodig
om p'loitseling op- de plaatasj waar h,ij! gitond
te wankelen. Hij zw|aaide naar -op zij e®
bracht één hand a-an zijn V<x*rh«oifd,. ter
wijl hij met- de andere -zwak naiar steun
zocht. Toen vie'l hiji .-legen -een binoinz-en
tafeltje -aan, dat vlak' bijl heaa SÖon-d en
nu, mat veel gei-qa® een eind pver de mar
meren tegels weggleed. Bijl li-et missen
van dezen Steun, zionk de man in eik-aar
en bleef er Japguit naaist liggen. I -
„Ik kan niat meer," kermde hijf
'Gelijktijdig, sprongen z'ij alle drie ,op
ho,m toe, Almerico, zïjjn dochter en d-e
knecht, die achteraf' was Mijjven staan
wachten^ tot men hem Zon wlagzQniden.
Ein terwijl jiajir sadeir zij® ,qude Ünieëin
botO;g, oni da eers'tie liitllpi t© vorlei^ieiii,
Ma-donna Fulvi-a aam de-n versohrikten
knecht vlug ha-ar /Kavelen, 1 1
„Baal Mario, vlug," gela,s|tta zij'. „Laat
hij -wij®, az'ij'n eni dqeke® br-Ongan. HjaaiSt
ja!"
I (Wordt vervolgd.) I