AGS IRANT akjes tOE? I g&neesê&ri preid. REEKE, eze week Tweede Blad foordiger rij KLOOSTERMAN nMei) Meubelen Mei a.s. SOPER BIJ: 5CHE COURANT niet alleen HANDEN. tengewone cs de groote NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT 'lechtige Com- wij een zeer longenspakjes CHAPPEN IJZERWAREN BANKET robsstraat 13 - GOES WASBEITS ciale Beitskwasijes ULTE&THIEMEl ELS I cent voor GOES De man'met den hamer. FEUILLETON HOOG SPEL. h™™ J"1 11001 611 ^ieiIïa ft0'011' EW- ONTSPANNINGSLECTUUR ZATERDAG 13 MEI 1933 COURANT". lan bij aat 63 GOES fijns en niet duur 18 cent per ons. ok onze andere O E K J E S 'orden steeds ïeer gevraagd! Uw kaal geworden of ver- Id zijn, dan kunt U weer opknappen met MERK TWEE PIJLTJES". Wasbeits is gemak te verwerken en prachtige resultaten, int Wasbeits merk e Twee Pijltjes" men in de tinten er, middel en licht Mahonie en zwart, eschjes van 25 cent. 5, 25 en 30 cent. DROGISTERIJ T HUIS MET DE R00DE AREN, MIDDELBURG. wederkasrlg ta koopaa te Adverteerder», steunt ook zijn algvn zaak. NDEBOOM j Periscoop je. jV erleden week s;to®d ik me zoo- echt te verielen oj» een perroa van het gepote Br® i.selsche station. De wind «nar/pra qis een Novemberstorm oyer alle perrons en joeg in wilde vjuiciht de rookpluimen bo ven de overkapping de lucht in. Ik be-esch ine wat honger flp in mijn jekker qch akte me vaster in mijn kraag en stond op t punt bief-fïherming te gajan zoeken bij een kop Jieetiei koffie in de restauratie toj ju van het tqaject Lejuven een boemeltreintje bin, lenschoinmelde. Het loqpjmptiefje hijg de wat (amechtig en zelfsj voor 't -oor van een onbevoegd©,rammelde er hier i|n daar wal, dat waarschijnlijk wei vroeg om een vei vangstuk. Overigens kon 't niet z'o.o.- veel kwaad want boemeien is- boemer lenen als; zoon tam kiidde-tje wa-gonf- netje® als sloome k]o(eien achter elkaar koaat aangehuppeld, kan er blij! oen even tueel spoorwegongeluk' hoogstens nog wat meer rammelen. Hot tamme verwaande puntende laeomjotiefje posteerde zioh met zijn sloom gevplg op.een Zij|spoortje. De reizigers stapten uit en 't bleef verlaten «tarn alsof het sedert eenwen sliep en 't «tond er alsof het thuis koorde in jh'et spa ookje van de fc'lchaone Slaapster. 'Hoen verscheen 'ergens tnssohen de rails, een kleine man: Hij| droeg, oen blau we kiel en oen pet met een vuil' goud bandje. Lustig dampte zijn plijlpje. Ln zijn ha aden zwaaide hij' een hamer met een Jangen slanken steel, ta Heerlijke blanke hamer. Bij den nichterqten wagon b'ij| 'het laatste wiel begon hij' ziijjn tocht. Telkens bleef h ij' staan en tikte m'et zlijjn siank'eu hamer onder de treeplank' tegen 't wiel. Tilkens, klonk' een tik als het geluid van een aambeeld dat niet dóórklinkt. Som® bleef hij even s.taan; itkbe nog eens en di aaide ergens een schroef aan en ging weer verder. 'Eien keer- boog hiji zich diolrt er naar toe en sloeg nog eenigq keeriCjfi en isc hudde het hoofd. Toen hïj| 'klaar was en al de wielen had betikt verdween hiji tusschen de buffers en klauterde naar het perron. En even daarna kwam de man met den toeter plus. een rangeerder c|n on- dir schokten en stqoten werd één wagen er uit gehaald en apart gezet. Links van het perron hoopten sJToh mensohen met koffers en tasschen op. Het sein stond opi veilig; koppen bogen zich over de rails om even te turen in de verte en voorop' donderde, ijlzer opj jjfzesr, grootmachtig, een reusachtige J|umb|a het slation binnen een edel ijlzeren paard van reusachtige afmetingen. Hij gierde voorbij, hlij''daverde v'oprbij, een heerlijke siorm van ijzer, een ontembare ■oirka.an van erts. HJj stond. Gedrang, geduw', ge fluit maar aan de andere zijde ven scheen weer plotseling de man met den hamer en telken® weer klonk zijn droge slag, onmiddellijk stil gelegd, zonder re sonantie. In de regelmjatigei opeenvolging van zïj'n slagen k|w;ajn] hier en daar, even, een heel kleine pauze, en kijl ging week \erder, tot het 'laatste wiel' was aange tikt. De reizigerd letton er niet op. Ze li oorden het niet eens en de kleine hamcfi- man ging zijn weg. Zonden ze wel ooit bevroeden w:at die droga tik! te beteetel- nen heeft Dat dit een signaal van veilig;- heid is, gegeven ,uit het binnenste van het S,zer zelf; dat de gewichtige kostbare Juensfchen die btaven da wielen slapen en praten en Kaarten en gokken, veilig de groote ruimte kmnnén instormen in wer- vel-vaaxt.5 D.a,t het gebarsten geluid een stille kreet is, ®it het hart van het ijzer, over een noodlot' van honderden. De tik met den hamer slaat al die geheimen los uit het hart van hét erts, van het roteerendiei wiel dat voortdavert in duiz'elvaart, in honderden wentelingen langs de sidderende rail's. Zé weten het niet. Ze lachen orrr het rammje-lende- 'boe meltreintje, het afgedankte maeriaal en fitappen doodrustig in "den vviagen van de groote verten, die @elb'o;ute'd is in de laatste jaren. Ook de wielen van den grooten trein iiebbea den diamer naodig*. Dln donderde de bloc'-trein binnen, die nog vqornam'er is, en .alleen voor die. aller verste verten, diei a,an bijna aUe stations voorbij,iijlt Zonder stoppen; die de wereld verovert in SjjlvïuCht. Hij! zit vol met de allergewichtigste, mensc'hen, die de hlee-Ie qarde noodig heb- ben Yioor hiun expiansie. 0^a,ai', Mi'' dampend en blazend stil laat, duikt weer 'de man op, met zijn Maar ®n moest hij! fieh de vragen zijii igaisfbheqr lafen Welgeval-en. in ziijin wantrouwen wilde Afn^rioo; meer van hom wellen. i „Komt ;u van Assjjsi.?," vroeg ,hij:. ,',Van het kamp van den Hertog .Vatentinpis," antwloioiidd©. de -afgflziaint. „Ein 'benit n dadelijk na, hef' ter dood brengen van Paolo, ein Gravina, wegge vlucht.?," I „Dat niet." Messere Pa.n lal cone zag den valstrik'. In dit SP'e-1, wa,a,r het op slimheid aankwiam, was hiji wiel tegen tien zulk® boekengeleerden als den Meesitiar vain rieva-iui opigaw,assen. „Pat is, aoioals ilj Beide, gisteren gebeurd voordat' Ceisaire orgia. de bewijlzen ha.d, van mijn tqeiwSf- ümg jiaq de Orsini's. Al'sl ik niet zooveel le a VP01 hen ha.d gevoeld en daa,r nieit naar gehandeld had, was ik' nu mag officier n e leger van deni tirain geweest. Maar ik wist toevallig, welke pltannen .Volanjti- een waarsokulwingsblriejf aaiaa' van ziijin .van slankenh lamer en hij! tikt de kostbare wielen, aan, die Kostbare hasten dragen. En do Etoile du Hord!.... Toen er vanm'orgen eerst een arme Zw'oeger van de straat, en een half uur later een gezlelen zakenman, en tegeln etenstijd een invloedrijk bestuursman bij me was geweest begreep ik' de symbo liek van den man met den hamer. Heel kleine menCchen zijn er in de we reld en heel groote en daarthisschen de inmder-kleinen en die minder-grootcn. Zo moeten van tijd tot hij'd stil staan en den liamer laten Zwaaien om betikt te worden. 'Er Zijh goeden, en slechten, zwakken en sterken. Rammelde daar iets?, En zie ik daar niet in dat groote karak ter een kleine barst H. DE GRiEiEVjEJ, a J. SAMEN. „Hielt va.n mij, ma.ar van niemauid imin- de,r dan Pa,us Lejo, jXHJ iq heb (wioioird, dait dia sdhooilvraag vooir hek Chrisifcendom, eien vraag is v.a.n levlein en doo.d! Dat' hebban' onzla vijanden zeer wel begrepen'geen middel...." klon. "Altijd voor Zopveir liijl ijussdhein zfijkr loandieijwijiztor en z'ij'n learliinigi .gaian Kom. „Neem 'n siglaiar, Bteuigala" Het aohoclhiopifd 'Sitraeiplte seeds 'n liiicdfer; aan. Heit vlammet je sloeg, groot en klein au ta bnonz'em tint lichtte over het jopge gezicht van Beugels. „Die, Jaap Ejedjjwfews is nieit -de handel- baareltia uit pjazH, 'derde, wel?" „Is z'n moeider Komen Magen|?" 'n "Vraag om ta .amtlwoioird. Ze Zaten elr onmiddeillifk' midden mee ju ta geval, begrepen duis elllkan-dea- wlonudeaiwel. „Och klagen is ta goeie .wiootrd nieit,. Vrouw Riedj'ndeire is een van de Weinige moeders, die men verplicht, is te wo,«rd t|g sifcaan." „Ma.ar meneiea' TiUmmeirs, t is met die dmge-n toch koekoelk-iééiaz'aing. ta 'Is !vóh begrijpelijk'. Ze 'had ta natuurlijk oyer dat nablijven „Daar óók' over ,jia. Ze vroeg ,u, heim pjeit op de middag-ulren te Jhojudemi. .Wait dacht je daarin to kunman doem?" „Ze zal wel ge-zeigd hebban, wia.t m'n a;n()w;o.crd Wiais!" „Volstrek'fc niet, Bfeugels. Zooiéte lijkt mijl niet in vro,u|W Heijmdensj aard te Ég gen. Geilhof' me, 'K heb wat ervaring Jn dia dingen.cu afgaande op den goedein in- drukj welke de viioiulw. maakte, zou 'K Vertellen, dat 't nu de laatste Keer as, dat oin-2'a Kees na vier uur in schooi blijft. Ver-staat u.?, 'k Laat 'm .ommaddeilijk eir u-iti halen. .Wat voor den drommel... Léér da kSmder-a beter I En maak ze ni-at zoo lastig en misselijk!" Gieëergexd keelt meester Tummars naar 't groepje seheol'kinderen achter de kiji- venda vrouw. Dft was nu, 'ni v|odledi-g pireptige-verkraeliting. In do ooigeni vaiu den jongen Beugels speelde duidelijk' do vcirwaohting.: „Wat zou ta hoofd der sohocd nu. doen?," „vr-jiiw de Rijk, is dit nr. wel no goede manier cm zoo-iets te behandelen Denk er t.oc'h om, waar we hier 'zijn. Kom liever mee- binnen. 1" „Heelemaal niet noodig, meneer. Als jij maar tegen die schoolfrik gaat zeggen, dat ze- Kees onmiddellijk' laait, "gaan. 't Is kta'arit o,v,er vier. Schande, En a.ni- der-s Zal ik zelf even de school 'binnqnt trekken." „Dan laait ik u, eir onmiddellijk door de politie uitzetten Tummeïs zei helt kout en kraohtig. Hij wist nie.t eens, of d'e j,uffÈO|U|w! op (dit opgonblik nog in isobopl was -of iniet', maar d-a.t d-aed er niet toe, Zoota optreden febu hij! niet dulden. Do vaiouyl achrcuk er .(ïventjeis van. 1 „Blegi'ij'pe'lijk. Toen zo dien middag hiér zooveiel lawaoi maakte ein Kees /uit da 'söhool w'einis'clhlt'e te halen, z'at-i-e ea- mioitia bene nieit een® in'. Teirwajjt izltai mioeder Mar aain ta hekje Stand, haid-iei thni® de provisiekast igeanSlpaotleercl en de vroinw v'ond bij! haatr teiruglcloimist.' ta ïeegei jb-isiquitsl- tromimeï. Nu laat ze 'in liever maar 's ta kwartiertje bijl He „frik".i i („ScKoolbert."). C. L. POLDERVAART. LAND- EN TUINBOUW^) Ouki'jiitl. Lang voordat de l-andboaw; zioh had pm/fc- iwiilckeld tjo-t het tegeniwpoj-dige peil, al peujwen Voordat, er een lanidbo|u|wlw!et«n- (schapi bestlond, wins de piirapfcohe boer .ovextuïgd van he't belang en 'de uop-d- z'akeiïjlkheid van osnikruidbe&tlrijding. Gerust kan geragd iwjqrden, dat diifc een van da aHe'reensltle eultiuluraorgein is gee weest, -die de mensA besteed hlaeft aan da gewassian die hiji aaniplautte. 1 M,en kan de beattrijidinlgsjwijiae mui ó-fwéL langs meAaniseihein', ófwel l-ainlga oheimi-i acheini weg bereik'ein. i De eerste bestaat in hat (wieden, foakkleni, sohoff'elen ,emz., waardoor da oink'ru-id- planten ófwel uit 'den gromid getarOkkan, J 1 'Riieiemnnggg....II Tummeais keek op door 't gieriink Van z'n huissiahel; „dei. voort-jij;" van Het' Sohoolbestuiur lag vóór hem cip tefel. Wie kon eir nu, ointniddelUijk na vier iptuir, reed's 'n bezoek' komen brengen- a,a,n 'it lipoid der schoof?. Het di-e-nsitoeisjie kw'arn vcirtellon: J.uf£ro|u|w' Rieïjnders." Meneer T.umme'iis trok naar: hatispreek- kam'ertje. „Moeder R'e'ijudeiis. Goad gezond?. Da'-s bést Zop, gaat mater .zditlpi Ejopjüang".- „jk Dank u wal, meneer, 'k heb Wék Vee!) tijd, ziet u. Ik kw;am! |u ra,3'"-1' «we»» wiat vragen." i I i „Toch geen gevaaifijke dingen?. Laat mlaar 's hopren dan." 'I „U 'wleiöt, Jaap is mieifc gelm|akkeliik,. Ooh me.em, meneer Tumim'eirs, u kiiimfc het geiru-St laten blijken.' 'li 'w,eet Iwia.t, °|k laan! mta lcinder-s heb. Ein Jaap is ta buiten- beentije 1" i It Hoofd der -school kinakta. I - 1 „A'Uiehit z'al-ie vfijugigeir straf verdie- hIgiitl dan 'n .andGi" kdjidTiu'ulrilrj'k. Maar, ie zit. n,u; bijtanen-eeirBeuigeljs eini-inie..." T-umpiiems vol ernstige aandaoht m'en diende immer® Zoo. uiterst vqoirzldh- tig te zijn met 't, 'luisteren naar- .en qor- deeilen over klachten, die, de ouders kiwla,- mieini indienen telgein het personeel. Mee,ster Bie-ugefs sj-a, n,og .jong, vol vui-ir, „avlanit garde" daf well, dat !wcl. ta Tikje mnwnja, driftig! Wiaitl iweinig er varing, ja, ju. Ejn deze. vr|0,uwl?i Als Tummers de mioederlïjk-'Z'a,oh« geraiitle woor den beluisterde, nee, dan leek m Jieella- m.a;al niét. wait men noemt „ta ofbreieksltler" vani het school-lpreistjge. - „M.en-eer Beitikers hpu'dt Jaap telkens 'tnsseh-en de, middaguren pin na, te blijlvem, Istlral'werk te miakein, w'eet ik' Ve«|l. Ejj'k, meneer, dat ie z'opi erg moeilljib voor rn'ij. M'n man moe-b p'pl "tijd pp dei fabriek t-eii'ugzfj'n en zop ea djain ook, Vop/r één na-komer blijf ik evengoed met ,de geheele afwlasich en afr.uim van d'e 'tafel izbiftein. Misschien vindt n da,t iwel pdetlut- tiga huissloofj-es-diugen, m'aar...l" „H.eel'emaal nieit, "juffroiuiw Réijtadeirs, 'lc h,e|b -ook 'n gezin, 'k Begrijp dat volko men.. Maar, Wanneer Jaap au stjraf heeft verdiend..." „Mp.et Jaiap die' hebben, mien-fter. Nie mand die da,arvan hete overtuigd is dan iW. Alleen, dat uiur is Zoo- lastig, Daarom helb ik' aa-n meester Bte.ugeïs a,l 'is! gevraagd om' Ja:qjy liever na vier fa hóuden. „Ja.?. En?," ,,0'öh al-s u mta ve-rZoék' 's iwdlde mn-dcir- Slcunen. men-eea'. 't Zoiu .zjooin gemak' ge ven. 's. Middags va-llt het opik izioioi pipl aa-n tafell', als J.aap manWaeirit'. Dan z'ijggen Truus'je .en Frans .„Jaap mloeit, pp'e'eff hitiraf uitzittenDat. vind ik .eng ergeffillijik. -Ze mioc/tian dat vian mektew mielt wef/ësi,. E'n 'a namiddags Zo-u ik' da|t Wel Ku'nnlelni fweg- moileilein." I 1 i I Meie-Ster Tiumtners Kreeg aieispect! v.opr d.eizei moeder. Ofsdhopin hij zHi .Vopti,- Uaim earslt het geval' eraptig te ©nidopIZoo- kein, kaeeig ze van he,ml de verZeiKelri'ng mpia, dat hij- vopir haar izou docini Iw'af hij; Petr.uoci te zenden. Dit sckrijlven- w-e|t'd ondexschapit en ik had nog. maar jnist dein tijd om op mijn pajrd te sjt&en, yoordati ■de knechten van dan Jmit zcjuden komen ihafen. Eien mijl yam, hier heb ik hat dier do,od geraden. Mijta .plan was 'geweest, naar Peltr.uoöi en Siena. t« (rijldan; maar daar mijn paa^d dood was on ik' voortdurend gevapii' liep', gevangen ggno- men t,e worden, Kwam hét denkbeeld in mijl OP cim hierheen teji'omien «m bij'.jii épln' sehnalplaate _t,e zoeken. M-aax, toidh, mijn- haar, zoo eindigde hij!, terwijl hij. schijn baar -met veel pijin en moeite opstond, „als docr mijp aanwazi'glreid, hier, Vaillenltino'-a wrekende hand zich liegen u m-ooht k-eerein, dan... ILj trok zijnmantel om zich heen als iemand, diS m het gunt staat ojm; aiscUiCid t,e nemen. „Een «ogenblik1, mijinheer' eau «ogen blik,' .zeide Almerico aarzelend; -011°hij Stok e-en hand uit cmU den onia,n tegen te houden. - r „Wal. kan die Valantino oins schelen'?," riep het, ineisije meit van drift fonkelen,da oogein, die als safffiecren schitterden. „Wie is voor ham hang?. Het Zou Wel heel laag ya.n jms zqu, waarneer jw'ij, tax voor luw edalmioedige opwelling Jieiten lijlden, mijia- hem, door u, die een vriend was van om- zoo, zéggein: als ,w!e kunnein, laat o-ns idalt naar beider genoegen tradhtlein- te regielen ,,'k Zal glra'ag ieder ta geuoiegeai doen» M'aiajr 'k meen toclh ook, dat 't .prestige van de, klap den onderwijzer onverdeeld belhorrt,. De ouders moeten m. i. niet in onze rechten treden, ik' bedeel, de gle- Wöm-e rechten van «dei en tiuidht der klaste zeli'!" „Niet treden in d-e jadhtein. Bleiugels, kerel, laten wie jfak niet in xnlooiljjeB en vakjes piaiaifeein. 'lc G-aeif toe, mieeiatal Koimem we op minder-jlrettige w'ijize met da ook, als eir dan 'n kans is, om; zpinder iet® van den invloed pp den leerling ,te vleirllie- ran, zionder hef prestige te schademj met de ouder® samen te werkïn, dopir sen l|eg|eK ,miOiatkp.iniiig van on'Z'ein kan't! laat oins dat zieker dóen. We konden -spijlt ki-ijgein van het tegenovergestelde." 1 „K'Wijatie1 van meeining, TJ zji'lit zien vandaag 'n vinger, morgen 'n hand. We kennen dat." 1 i „Ja, wie keinnen dait. We habbein. samen 'n dikke dertig dienstjaren an ,ate ik ta-eo mag piraten uit 't deel van mij1, idan- raadit de .-oudorvinding me hier, data iwa Jaap Reijhdeirs liever na viar u'uir moStiern1 bon don. Dan hebben wé wnaarscbijinlijik' "de me dewerking van ziyln, oudeirs1 giok nog!" Beugels voalda ach ta tikje geraakt over da.t „sarnein hebben" van die „dertig dienstjaren". Hlijl snapte bllikte«ms-iw!el de bedoeling, dat er maar 'n paar van hèm bij' waren. Tummeirs had data zoo drtfig- weg geragd. E11 «ml niat Verslagen te sehijlnien, meende hiji daia ook nog te moe- ie;lln' zeggen:, 1 „Die, ouders ziuillen u veel w-mi' geive-n op die manier, wiamta zo Wéten inög!a,l iwata." „L.rat. data gerurt aan mijl pver, Bbpgels. lader geval is .afzonderlijk te bao,ordae-]lein. juataan we 't e-elrst eens bijl Jaa.pl Rejjinidea-a liouncn, dat is, om te beginnen; (al heel aardig. H]°e meer van aujikie! dingemi wie plas zétten, lioe idealer en aangenamer wei 't onderW'ijls ar m-ea makenI" Tummieirs de,ed zta ondeirwijfzér lui-tge- leide. 'Hij' Wandelde nog mee, van E'ta dieu,r, door 't t1u.inlpla3.dje, tusisdhen 'fc ge'u- riga p-aars der, blloeianicle -staringen. Ze bleven aan 't hekje nog ta poosje genieten vain 't eenige, Mertwe-ertje,. 't Was eein dier zeldz'ame zaóhte vojOrjaa,risdagpn, dat Holland eventjes tópt aan 't Zuiden van Frankrijk. 1 J Uit de -straat naderde rumoer van stem men. Jongeinsateinme-n ar ook bij', Meester Tumm-crs keelt onder de boo'm-en door e-n telleen hoorde hij', met 'n air van vijiata- djgei duidelijkheid:. „Moio-i, daar ^ta.an ze netl" 1 Vrouw d© Rijk uit de Kadestraata. Van geen Meiatj-e verlagen. E|n oat-aefc-Jfemd ftn-viea-standig Beugels voelde in(w'endig ta' kriebeltje blijdschap, want je. kon 't izioo vóóri v-aele-n, dit werd de eerste opvolger Van 't geval J.aa,p Reijhdens, maar van je- rette- ketetfcke-tè. Want Kees de Rijk was ta „klant" hij zat bijl 'n -omderwSjzeres in de tlwieede „Meneer, 'lc kwam n dit maar eventjes zen bloedverwant, van hjer Weg te zen- dan. Zoolang er een dak bovem Pieva-no is, kunt gij' daar ijustig onder elapan." Tioem zijn dochter die impulsieve, woor den had uibgéspïiofc'en, schoof Almérioo zacht bromimnnd in zijn stoel heen en wieer. Naar zijin idee liep z'ijit doebte wat 1® vlug van stapel, jjociwel hijlzpilf omga,arme deizeoi mam, die bij! 'hem bescher ming .kwaim zoeken, weggezonden: zou heb ban, was Monna Fulvi» hejn op h«f piUnt van gastvrijheid teóh da ba,as. H|ij at.ak een doorsehajmemda hairnd naar dein gloed van heit. vulur nif en Bteeek' nnie/t de. ajidere nadenk'eind langs. lïijl.n gladge schoren kin. Toen keek' hiji ..demi vraam- deling strak a,an:. 1 i i „H oe is uiw naapi vioeg hij kóirtaf. „Ik b-en Panillaleoine degli Ubealti", zeidie da avonturier, dia ganoeg Wie.neild;w.Sjisibeid had opgeidaain oim nopitl een leiugoni te, ge- bvunlten, wanneer meini veilig, de wiaapjieid kom spirekten. 1 1 „Een (aehtoniSw,aardiige naam", mompelde da .oude mun bijl. Ziehzelvan, .terwijl Mj' me|t het hoofd knikte. „.We'l, wel! Ik aal heit aan iiw discretie overlaten, mljiiihee.r, om niet langer ia Pjevapo; te blijven, dam noodig ig, ik denk niet .ajatnt miijiz'elvein-" Zejdei hij; terwijl bij .meitl een vqiiscb)0.on,e|n[- „Ja, vro,u,W de Rijk', versta, mé gloed. Ilc ban steods bereid ji,we klaehtaein te onr döryoeken. Ma air 'lc heb geen sniplper tijd moch lust, oim -er mij'11 aandaidht aaini te isc'banjcen bij dergelijk onbehoorlijk pp- ta'-edén. Ergernis gevend vam belang- /m ons kleineeremcl waar u oims; Votor diende ta staan. Je weet heel' gLoed wiaih ilc' ba- doiel Da viiouwi kaelc ta beetje- beduusd naar da .griimekienda kindenem. Meestlcr Tnmi- miers ergerde zicli voor drie. Wat idee hadden zulke. vr,0|UiWen toch van «pvioel- ding? „Ook wat- mpiois. Die vroiuW: va-n Reijn- ders zlei me gisteren nog, dati je hier bij 'it séhioiolhioicfd gerust klom koimeml" i „Volkomen waar. Maar op deze manier, dat Zal vromW' Reijhdeuls niet ge|z'egd hebban." Meester Beugel-s had initusschen de kin deren al 'n wenk gegeven en z'e ta fiimid d»orgeSt>u.urd. „Dus je kemit onderscheid," meende vrouw de Rijk. „D-e èen zóó en da ander zóó." Tummeais wendde zich af pm hinnein te gaan. „Als jij nog één keer on'z'e Keeis „V.r,ouw de Rijk, als u nog -één lcee,r cpp treedt ,a,ls nu,, zal 'k u,W' 'zoom z'n' pas- pioirt meegeven. Begrijpt u ,Onae school maakt ook weirk' vpin lasitiga Kinderelnl, a,ts de, ouders meewiillein, maiar laisitige. kin deren èn laisltige piu-daris' samen, dait, gaat nieit. Goeie in-iddag!" I Die jonge Be-ugels ging nog' evan terug naar biunian. Hij- meen-da izóó iniat te kun nen wég-gaan ein dadhta, dat het slchool- hool'd 'binnen zta haait ea- nog. eemis fel o,vcr luchtem -zbiU. Maair er, Kwiamem niels ■darn twice k'opijee fijne' taheei en 't hwjl 'tot hét diemislltneisjs „Bertie, schuif hef raam toch 's op/en mei dit Ijj'ne Iweerl" Onderweg naar huis overdacht de jonge omdcrwijz-e-r het hordate optreden van Tumimers. Daar had hij' respect, vooir. Mielt z-o.o'n man kon- mein in zee. ll,ij Mérkte giraag mee- met de ouders, maair wisti o,ok op; te treden voor ,z'ij!n leei'lcra,eh- te-iK i Veertien dagen later riep j.ufflrpiujw Rluijndeirs hem van zijd fielte ein bedankte ftiem hartelijk, omdat Jaapi den vórigeii dag in den namiddag was kujnnen natolijL veu I" „W« wetaen maar al te goed, meester Beugels, data-ie- wlaltl nopidig heeft, 'k tIo|ud nii'11 hart soms. vast omi idiem jongeln'. Maai' 11. kunt opi mie rekenen; ,aj|s 'tl (niondig is. Ik daulc je, nog eietms van haute', ineasiter!" Hé hé, zoota Wlaardeareiiiid |wto|or,dje, öj wlais 't dan maar van dei moedea' vaal Jaap Reijindeks, deed toic'h wel goed, ook' aan '11 hart met, enkele dienstjaren, vond maesfer Beiigel'3. En 't wias ook veel aaflgemameir teem hij aan 't schoolhoofd kon z'egg,ein: 1 ,,'t Gaat. gosmeead tusaehein de familie Riyjinders en mij- en Jaap iwioadit er ifeitelijtk 't baste van!" „Praehtig.. Ein moieder de Rijk' is haar excuse® kioiman aaabiadenil." 1 „Oh j diem glimlacli de 8chouders ophaalde; een buitenigewoon bekoorlijke glimlach waa 't, die het eerwaardige, «ude galaat als het ware, met een spoor van Zijln veiwllogpn jeugd sch-eian. te verfidhtaem,. Ilc ban- te piuid ■om de weinige leVe-nisjia-nan, .die mij} inlog ove-i'blijven, te doe® «pwegian tiegan; 'het bewijzen van een dienist aan |0an achtens waardig m-ain. Maar, Wii moietem ,aan dit kind denken, ein aan het gevaar, data z)jj! Zo>u Joope®, wanneer mam 11 hier JWti'd." Nu viel Zij. hem echter in de rade -en bracht m-eit een opwelling van haar edel moedige jeugd ..pin vromw,slijk medelijden in het midden:, i 1 „Ieroand, die grgote gevaren trotasceirit, moet niet vo-or een klein gevaar terug schrikken!" Mestere Pantailcone spit® to de o-oren. j, 1 „Neen, bij den hemel!" antwoordde haar vader. „Wij. mogen niet nog meer doe®, waardoor wij da -aain-dacbt op ons zoude® kunnen vestige®. Ziet Bij pen plotlseling herleven va® ï,ijn voorzichtigheid, zweag hij!eenisklaps, ter wijl hiji zlij'n bezoeker - seherp aankeek. Patafeafeone's gelaat was echter ondoor grondelijk al-s een jjomitien masker, datani-ets van zijn ininetalajiké vpldoenin-g .liet bllijkea. Want het had heim' geien moeite ,gakö<s[t,, de ófwel vlalc' ondar de «pparvlakte aoodanig beschadigd wjordein, da,t ze afs|tervesn. Dezlc? miathiode. is fix sommige gevallen ©ether nf-et met volledig, siuccies door te voeren. In gr aangewassen, V,o,o-ral' als zè uit de» liand gezaaid zijn, ka.n met een! machina niets, «1 met dol hand maar heel -Weinig bereikt worden. I - Maar zelfs als het gelwas ,op rijen etaata, en liet tusschen de rij-e-ii iOpkbimiepdéi .on kruid Zo'ndeir al te grpioite mo-rite verjwïj- derd klan wlo-rdeu, is de b.es(ti''jjlding .in- Ida rijen altijld nog zeer be'zlwiaarlijlk. j Daar komt bij', dat deize met'hode yan onlu'uidbcatrijding altijd zéér veel werk vordert en das dn®r, is, vo«al' als ,hpit feexe 'gewassen beltfeft, die mieitgroote, aong biehundeld moeiten wordein, zoioials bijv. uien. I11 zlujkei gevallen pu- ka® m#n toert; suüffeis e?n ohefljijpiclhe mathflid'e toigpassien. Elein der meest .bék'emdö hulplmiddelleih biervoor is de fijngemalen Kainiet,. die qp g*ra,angüwia,ssan en uiein Êtchititerehd® nesu/li- taten oplevert. 'li De fïjlnigemalem kiainieta -wioindt in hoe- vcelhèid v-ipn 800-1200 Kg» Der H..A (af- hiankelljlc vla® da hoeveelheid odklruid, dia men vteirlwiacht) over hsit gqwias uitge strooid oip een miongen,/ate lalleiS flink' Pat is van de dajxw, terwijl men een helderen, zonnige® da,g yarwachtein' kia®. De fijn gemalen kiainief lois't dia® op in- de1 da,uiW» idruppeltjes «jj de bladeren, en als do dau,vv beiglin't «pi te trekken, broedt, door d-e c-cnoemtratieveihoioigiiig .Ve-rbnaindin^ vjg® de bladei-en iOpi. D-c igraan-gawjasisein, «11 ook .uiein; 'lijlden hiervan niets, doordat da bla,diere® va® deiz-a gewassen smal zijln, steil' «vereipd staan- en bedekt zïjin mist ee®1 dun jw|a,si- laagje, data veabrapding De beste tijd voor aanwiemding is, n,lsi do oink'riiidpl'antijieis nog ®ieit! te g-roioli zijn', dus als ze- .ongeveer 4 pi' 5 blafldjesi heb ben-. i i Nadat- d» verb'nanding der onkiruid-e® heeft ptliaaite gehad z'al na Ko-rtieren of laingeren tijd da kainiet op- de® grond te recht ldome®, en 'hagsuit idarn ais twieeldo vooraeel, zijn werMpg alis kalimiestetof. De-ze laaitist'e wfarkjpg zlal zelfs in ieder ge val plaats hebben; ook, wannéea'oipgieluk- kige-rwij'ze «pa ontiijidigia rejgenbuj. de fijn- gamalen kainiet va® de blaidaran a-fepoclt, voordat licit, verbrandingsproces der .fin- lcruide® heeft plaats gehad. De bem-estingswaarde blijft altijd be houden, eai Waar juist de kali-ebemesljnlg da 'laatste jaren al te v.'e;el verwaaiflioiqSd is, mag -dit wel degelijk' meetellfen. Immers, bij' onze granen geaft k'alige- brek al z'eer g.a,u,w aanleiding Jiqt legeren, aantasting door roest, slechte kolwelvtar-' mtn-g, pm nog ,niet eens te spreke® van verlaging -der opbrengsten. Zpp 'w'etad bijiv. opi een proefveld met fijngemalen leainiet ter bestrijding va® herik in have® "te E-tten (N. B'.) op lje* niet be-strioojdei per ceel slechts 2400 Kg. korrel verhreige®, terwijl het bestrooide' 3000 Kg, opleverde, V-Ofr een dergelijk proefveld te B®del wa ren deze cijfers vopr rogge reis|p. 180Q «o 2800 Kg. 1 T Naast de veahopgingi va® opbrqngst lanuitgesprofce® zin van don Heer van Pievariö t« voltop-ien.; zijln «vértuigimg, dat M-atatea Orsini zich hier bevond, werd er door bevestigd. j T-o-en hij. bem'ea-kte, -dat men hem met wantrcu\v,en aanzag, voind hij het noodig om p'loitseling op- de plaatasj waar h,ij! gitond te wankelen. Hij zw|aaide naar -op zij e® bracht één hand a-an zijn V<x*rh«oifd,. ter wijl hij met- de andere -zwak naiar steun zocht. Toen vie'l hiji .-legen -een binoinz-en tafeltje -aan, dat vlak' bijl heaa SÖon-d en nu, mat veel gei-qa® een eind pver de mar meren tegels weggleed. Bijl li-et missen van dezen Steun, zionk de man in eik-aar en bleef er Japguit naaist liggen. I - „Ik kan niat meer," kermde hijf 'Gelijktijdig, sprongen z'ij alle drie ,op ho,m toe, Almerico, zïjjn dochter en d-e knecht, die achteraf' was Mijjven staan wachten^ tot men hem Zon wlagzQniden. Ein terwijl jiajir sadeir zij® ,qude Ünieëin botO;g, oni da eers'tie liitllpi t© vorlei^ieiii, Ma-donna Fulvi-a aam de-n versohrikten knecht vlug ha-ar /Kavelen, 1 1 „Baal Mario, vlug," gela,s|tta zij'. „Laat hij -wij®, az'ij'n eni dqeke® br-Ongan. HjaaiSt ja!" I (Wordt vervolgd.) I

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1933 | | pagina 5