ril allerlei in
ZATERDAG 29 APRIL 1933
NIEUWE ZEEUW8C.<E COURANT
Apologetische Vragenbus
GEKKE GESPREKKEN
te sturen waarop liijl scErffli Doe m»
een genoegen en qchrijf me nïet met
ni'ij'n jaardag; liet zou me niet aangenaam'
zlijn, dit jaar een brief van u te ont
vangen." i
Die vrienden dachten, dat liet leizén liem
z'w'aar ging vallen en sphreven niet.
iZeer gelukkig bekeek de 'pastoor eiken
dag do gestippelde eitjes; en toen liïjl na
drie wteken lawaai in do b'usj hoorde,
riep li'ij1 'de huishoudster. „Ik hbor wat
daar 'zijfn ze, die aan mij hun loven te
danken hebben. Ze zullen geen spijt
hebben van dat wat ik1 gedaan heb, en
ik evenmin,"
In den zelfden tijd beraadslaagde do
biqschop met zliju secretaris over de be
noeming van (een pastoor in 'n mojoie
parochie. „Ik' lieb oen oandidaat, die in
alle oprichten voor do vacante plaats
in aanmerking komt; mlaar, we zijn aan
onze eer1 verplicht, do open plaatst te
doen innemen door don pudston pastoor
van het dioceeq. HSJ Sal de benoeming
wel niet aannemen, zijln bescheidenheid
en den leeftijd Zullen het liem beletten,
doch wijl 'Jhebbten onzen plicht gedaan en
hem de gelegenheid tot promotie gegeven."
Dlaarom ging er een brief weg, waarin
stond „Wil terstond antwoorden, of lie
ver, kom me terqtond opzioieken, Want.
ik ben verplicht vlug iemand te be
noemen."
D|e brief Iklwam aan op den dag, waarop
de paqtoor den sleutel bijl zich had ge
stoken. Behoedzaam duwde de bode! hein
in de bits, waar hüjl op "den bodem onder
het nestje liggen bleef.. E,n de t'ijd brak
aan, waarop de kleine meazen over deu
rand buitelden, langsi de wanden drippel-
den in de bus. Dan waagden rij' zich
buiten. Die pastoor Zag dit alles met
een blij! en opgeWetot hart aan. Als hij
hen zag fladderen, terugkecren alsi bijen
naar den korf, zei hij1 in zichzelf! „Kijk,
de jengd is nu al voorbij', en wlat rijn
ze allemaal flink,"
Op n Imiddag, na, het eten, ging- hlij
na,ar de bus, den sleutel in de 'hand. „Sist.
sst." deed Wij'. 'Er was niets te hooren.
„Ik dacht het w'el," mompelde liiji. En
Mjl opende de bujS| en vond, bevuild door
afval uit het neqt, den briefvan den
bisschop. Onder het lezen verbleekte hij,
„Vlug m'ijin reisgoed klaa.r! De bis-
Jsohopi wacht me al sedert weken!"
„Dat is toch niet meer in te halen."
Enkele dagen bleef do paqtoor weg.
Toen Wij' 'terugkwam, zag hij: er kalm
uit; maar toch z'ag men 'n trek 'van
spanning om z'ijh gezicht.
Toen Wijl zich had verkleed en 'den
i uin inwandelde waren de vogels, bijeen
cm hun afscheidslied apn den. dag te
brengen. Ze zagen hun moester en wel
doener en fladderden rondom hem, maak
ten een b'uitenge'wöon lawaai en de k'ool-
ineeZen, nog s/echt in do voeren, pro
beerden schuchter hun steminetjes.
iMet vaderlijken blik keek Wij' hen pan
Iniaar met een Zw'aailmbedige teederheid
Eiioalsj men hen aankijkt die ons veel heb-
bon geklost, „Komaan kleintjes, zonder
mif Waren jullie niet hier en zonder
jullie was, ik nu pastoor in een grpiile
ISjl ad. Ik he!b ,er geen spijt van, maar houdt
nu (wat op, je bent te 'luidruchtig."
1 Hij' 1liad hooit eerzucht gekend, ma,ar
teen hv'ij den volgenden 3ag^ops,tond, na
een isjnpeüiooz'e nacht zei Wij' tegen de
huishoudster: „Als volgend jaar de mees
Weer komt, moet je 'me waarschuwen.
Het is beslist lastig."
Maar de kóolm'oosj k'walm niet terug
en ook kwam' er geen gelaktei brief met
liet w'apen van don bisschop.
Sientje is verdrietig
I k heb eem baantje aan hieb ministerie
van binneinlaind'scha zlak'en, m'ijin, salaris is
200 gulden in de mapnd, nog oen beetje
ren'© en hela,as, een herfa partij! jrussiem,
waar ik meer last, dan rente van heb!.
Eu buiten dat hen il? vrijlgeizieil, ik hielb1
norit den moed gehad «n tie itiiO|U|wien f
D.it eeuwige, resttawpamMievcn viafvlelelde
mie. Ik zoiu ook wel eens pen huishoudster
will n hebben, zioo'n soort alsi een vriend
van mij' er eentje had, zoo'n zorgzame
kle|uk en prinses!
Ik bracht mij|n laatste vaclainitjej in H.
door ein om kort te gaan ik kwam met
„de" k'eiukemplriinseis tettuig. t
Zo was twee en dertig jaar, had eem
paar haartjes: onder den new en' kon.' ettn
gewoon petje koken, dat ziopw;at het mid-
dteu hield hiissóhen een Zacht gekóokt eitje1
en. een kopje geurige boillom. Ze was efeln
goede behandeling gewend en zoiui zich wel
thuis gevoelen in e,en omgevingl Zonder
kind of kraai, waar da huishoudster zalf
de iuk'ooipan mo«sit doen. I I
Ik nam haar condities aan; en, omdat
hielt mie vporkWam dat liet voor haar v'ier-
driel ig Z0|U zljit haar vaderland te moeten
vierlitein, nam ik' een pa,ar dagen'vea-lof en
reisde me,t haar llstie klaisl terug.
Ziezbo, nu liad .ik een huishoudster 1
II zag dei wereld Wleer vol rozengeur en
mla uieisdhijtn, Ik, man van dio klok', ikl Tz'ag
wevr 's morgens om 8 uur mijn koffie
tafel gereed miet de werkelijk fwiaïme
broodjes. Eu middags om één tuutr, als
ik bin'nan kwaim, geurde mijl.de lekkere
goud-gele bo|uiilk>n alt tegen. Ein 's avonds,!
's avonds.!, fijne soep; een paar zacht g©-
ltio ikte eitjes, aardappels in boter gebak
ken, malsch© graemiton, mijn krant, 'ïnljln
pijp. Wat een wellust om te'leven!
Maar ach, na acht dagen Scheen Sientjie
Zoo had ik haar genoemd een beietjie
■verdrietig. Ik dacht, misschien, heimwee,
afln. de zaak' was nu, mijln huishoudster
nietl kwijt te raken, en Zondag .daarop,, na
da Hoogmis, zfeiide ik' liegen haar met gta-
voielige stem m'ijin stem kan sttrns zeer
gevoielig rijn:
-- Zeg, hm, Si|e|n|tjie, heb je| isiamsi
Yerilrielt.?, l.l t
Ja, ik vteirvieiel' m'e, ik z'ag na, heit
uitgaan van da lterk, landgenootan, die
dols avonds geregeld naar da biioBooop'
igu,a,nEn ik, ja, ik.?.!
Is heit. dat! ik zla|l .voor jioiu eiken
Zoiulagavtoind da hiasloooip beitialen! Ja, noig
betier, ik ken pater Hbmioriuis, de Directeur
van „de goted© Dioooo.cup.'en ik z'al jienr
vragen óf liiji jam elke.n Zondag ©en «mooi
plaatsje wil geven.
Sientj© 'lachte eventjes en ik wa,s Vleier
gea-ed
Maar heit duurde niet lang.
"Veertien dagen later was Sientje w'eea-
verdrietig.
Mankeert eir wat aan, Sientj©? vroeg
ik.
Ja, ik heb, ik ben, ik beigin 'ine it©
vervelen1
En de bk#3Ci0i0|p> dan'?,
Ja, de biosieopp', maar daar doön mijln
oogen zlop izieea' vlam. De hecmen, waar m'jjn
vriendinnen bijclieimeai zijn veel royaler
dan u mcnieer, rij bat,allen ,b. v. ctenlsehouiw-
bmrg voióa' hen.
Zoo, b'eitlaleiii die don schouwburg
vtior hun, Siemtjei, Ui :zla l'dieu dan ook
voor jou betalen! maar alleen goede stjuk-
ken, hé?. Je bent een goed christeWmieisjjiq
ein ik heib je ouders betaofld .gloed vlooi" je
te zorgen. Afin, ik zial den schouwburg
voor je betalenI
Sientje seheen weer gerust.1 G;ed|U|iieinde
ilweei Weiten was ze ziel'fS extrai goed,
soms neuriede zie aein w'ijlsj©, tal-Wijl zie Idp
ipudding aian|men:g|dei; m'ijin hort kreeg .weer
hoop, mijn hujsihoiuicllsiter Zou wel blijven.
.Maar o,p een Maandagmorgen stond ha a,r
gc.ziflht weer heel verkeerd.
Ben je soms ©en beetje ziek, Sientje,
dlei griep o'f! izloioi?," 1
Keien, dat niet, maar ik' gevoel me
•bWleedigd.
En door wie-.?,
Door u.
Door mij!?, 1 1
Ja, ui laat mie naar den schouwburg
gaan, ja, maar in dezie jaipion en imet deizWn
mantel! Ik heb, om Zopi t» zeggen, niette
om aan te Hekken. Ein ito ruik] naar do
goedkoop» i»made. Ja,, dat -Zei iemand;
c.n een ander z'eii, dat lijt niet tl© ointi4
kennen was.
Sientje, ik' zal vo,or j.o,u, eau de oo-
lolginiei en pdeiur kioopen." 1
-J,a, maar daarmee lieh ik nog' geen
bontjas.
Ook zlal ik een bont vaor je betalen.
Ik zal er direct een v'oar je halen!
Ik heb voor haar een vos geizioicht, zorgi-
vutldig ingepakt in de, cbmodela. 't Wiap
eon pracihit vossevel v!ain mijn grootmoe
der- 't Was wel geen zilvervos;, maar
't was t|0,ch gauw een vijftigghlden Waard.
Zijl bekeek hom, maar schee,n niet erg
bevredigd.
Vo,or den schouwburg ,zou ik' liever
oen hebben, die niet zoo gewoon iisi Zeido
zij.
Sientje, j« maakt' er nu êen grapijo
van, maar wacht' ©eins, ik', geloof, dat
ik nog eien skunks oppassum van tante
Amalia, heb. I 1
Ik k'w'am terug met eein lcort mianllel'tjo
in eien doos.
Sientje bekeek het ©enis, aaide het 'ns
ca haar breed ge-zicht plopide zich tot
een tevreden 1'aahja.
H-iea-van zmillein z'o z-ekfeir niet kun
nen. zeggen, dat. hot eon konijn is. Hiet
i« ren echt vel, al mieer dan hondord jaar
in onz'e fiamilio.
Gelukkig, mijn huishoudster bleef woer
Dei uitwerking va.n heit miaiitdltj'ei wlais
groot', maar hela,ais nieit, duiur'zaam.
Sientj© verviel langzamerhand weer'in
haar Verdrietige stemming. D'eizein kleer
had heit Verdriet, ,lraar gohoel terneier go-
slagen en schoen eien caitiaisltrofla wel onaf
wendbaar. l
Ik zocht daariona geleigenheid om eens
mot haar te, praten.
Ja, ik ben Zeier tirieisti gestemd,
huilde Sientje, „of zoui ,u sranis: denken,
dat het eien mo,oï baantje is om huislionid-
ist-er te zijn!"
Hlou jei toioh stil, j© bant voel geluk
kiger dan ilr
Stel u ©ensi Vo,oa-, dat er ©en ongeluk
gé,beurt, dan mo,eit ik direct naar heit
Ziekenhuis1
-Keien, maak je daar maar „niet be
zorgd voor, ito zal je hier laten v'er-
ploge.n. i
Dlaar heb ik geen verttauiwar in,
ach had hit miaiar geld!
Je zou toch in mijn dienst1 WlljVani?,
Ja, meneier, ,a,lisi heit maar een aan
gename ein vrijie beitrekkiiiig was.
.Maar, Sientje! ik bein tpeh ,o:oto in
die-nat va-n vele piertetoenik wiordt ook
geicïuMirandcerd door doze en gernelplen
door gene on op' voel minder aamgemamio
manier dan ik gewoon bein met. je te
spreken. Jij! kent de beieren v'an oihs kan
toor nieltEn ho©, haoigor men geplaatst
is, deis te moer moieit mieu dienen. Die, Pauls'
zieilfl wordt immeiis „de, dienaar van de
dienaren Gods" genoemd.
Ik Zeg toch nielt ,da,t ik Paus wil
worden, ik wil alleen gelid hebben.
Nu! Sieinltje. Je zult, geld hebben! i
Hoeveel i
Vijlf honderd gulden, ikheb niet
meer.
'En daarbij! nog mijln maandgeld?,
Ja.
Dan is heit, goed.
't Was oen warm, half .uurtje géwleosi,
ik had «r hieieil wat, veeirem bij! gelaten,
maar nu was mijln huishoudster toch izeike|i'
ook! vastgeschroefd in mijln dienst,
Wat had ik mijlverghsitAohfc .dagen
later was Sientje weer eVem humeurig pis
vroeger. Ze zei geen wpoird, zij.deed niiettis
dan huilen, zoadat liaar tranen haast in
de soepterine vielen. i
Maar, Sientje', wat heb je nu weer,
ik meende, dat er nu niette moer aan ont
brak
Niette meer aa,n ontbreken, tailles ont
breekt er a,ain!
Ik koek haar zeer verwonderd aan ter
wijl zo met de armen in de, lucht mij
toesnauwde:
OA, u meent, dat ik' geen hart heb,
omdat ik „maar hjiishioiuidsifer" bon!, maar
ik. ik h.e,b er well een l" 1
Maar Siontjei, zieker heib ik altijd ge
ineend, dat je es",n .hart hebt!
Ja, ik heb een hart ,en ik' wil trou
wen! Mij'n tKvlae laaidgeno oil en hebben iedler
oen man geWonden ,en ze troniwen nog flazie
maand. Ma,ar u, leieflt, ,a,Ls .©on vois. U
hebt nooit eens vrienden te gast! Jk' kan
hier mlet niemand kennis krijlgaa! Neien,
n'orit
Nu, dit koer, gevoelde ik mo verloaten.
'Ik -sHoioit oen loagenblikje mijn oagelnl,
oveiiL moest ik nadenken, hoe boiui 'ik «mi
voorgoed m'ijin huishoudster ,a,an m'ijin huis
verbinden. i
Sienltije, je wilt duis trortw'ori?,
Ja. meneer, ik ,wil Houwtenl
jWieelt je dan demrand am miet jie Ijo
trouwen?.
-Ach, néén, juiislfc jiieimand I
Nu, ik' bob' ©an miOioi plan, ao:u! j©
m'iii nis je aanstaande iiinnani aöoepbeeaien.?,
Zijl b'ekbek me eena in detZein nieuwen!
toestand, en ziedde toen zo-nder (Ie miinislfp
cinioiliei 1
Nu ja, gp-ed dan.
Ik wa,s wteer gered! Het had me, Km)t|ziet-
tend Veel gelcbiSfe, ma,ar nu, wa,s dan ook
voorgoed alle tegenstand v,a,n fn'ijb hnisr
heiudsteï gebroken. i
Och, wat eraij t©l©U|r,stelliiig Vooa- mijl,
arme ziel!
Acht dagen later, toen ik van heit mi
nisterie van Binneinllandschc Zaken terug
kwam, .vond ik Sieimtlj© alls, geiknaiklt in ©en
leiunstiotel zitten, terwijl z© tranen- met
tuiten huilde. I
Ach, m'jjn lieve Sienekfe, alweer de
oogen nat van de tfanein'. E|n ik' moenldo
nog wel, dat' er nu nietls meer :a,a,n je ga-
luk ontbrak. Je hebt een .b'omtjasje ,geld,
eem aangename woning, een glpieie man,
m'ijin hartje ,wat wil je nog meer.?
Sienltije •ylTjlde zich tegen mij aan, zoende
onl fluisterde: 1
Ja, i!e,tis ontbreekt cr nqg ^a,a,n!
En dait ja?,
'n HuiishiOndslier I
Uit „Elsptero, Kathojika,." 1 B.
Het ittclitendlied.
Als de eerst© vroogtijdigei (Zanger® on
der de voigels worden, maar de verschil
lende waarnemingen, leeuweriken ©n
kwartels- beschouwd, die als bewoners van
het vrije veld, waar de zonsopgang het
eerst valt wa,ar te nemen, reeds om 3
mir in den ochtend beginnen te Zingen.
En wel de leeuwerik gemiddeld om 2.39
en de kwartel oitn 2.4,5. Tot d© vroegopj-
staners b'eliooren ook de ISjlster, de tooekoelc
verscheidene grasmusschen, verder de
kraaien en de geelgors.. -D|at alleen het
zonlicht van invloed is( ,opi het b-egin van
den ochtendz'ang, kan blijken uit liet feit
dat op, donkere dagen het lied eerqt latei-
Wordt aangeheven, als liet tenminste niet
heelcmaal uitblijft. Ook vocdselmoeilijk|-
lieden 'beinvloeden menigmaal het begin
van de vroege aublade.
Ndodelaas niacin.
.Mevrouw' Gollinsj te 'Newi-Yiork heeft
400 dollar boiete en koisften mtoeten. betai-
len, omdat rij jioliltie on brandweer noiq-
delooa hoeft ppgebeld. Toch Was zlij 'feit
telijlk even 0nsicliuldig als do jpoli'tie en
brandweer zelf. Zïj' "had haar tweejarig
aoontje in de badkuipi gezet en ging ©ven
©en boodschap doon. Toen zij' na twee
miinuten terugkeerde, merkte Zij! dat zo
den sleutel had vergoten. DJe vrouw imiaaikj-
te zichzelf doodelijto lOngerust over haar
kind, dat zijl 'in haar verbeelding al in
da badkuip Zagver drinken. Zij! alarmeer
de de brandweer, m|a,ar deZc begreep do
saiak verkeerd en meende, dat ©r „3 en
rnloord waq gepleegd, weshalve .rij: voor
da 2'ekerheid ook de politie waars|ehuwde
Zoo, kWamien er aldr,a drie piolitiej-a.ut)©"'Sj,
Bes agenten op motorfietsen, eenige, order
bewaarders, te voet, voprts een 'ziokoni-
wagen, terwijl 'ten [slotte n,o:g eenige spe,ur-
derq op het appel verschenen. Men vond
mevr. Collinq in z'wlijin' voior- de deur.
Toen m'en de wloning binnendiiong en
ju do badkamler keek, Zat het kleine Co](>
liusje nog springlevend in rijn bad en
vermaakte zich koqtel'ijk iaet naar harte
lust in 't water te plasseu.
Een insecten," vergift.
Anierikaansche natuurvorschei-s hebben
uit do wortelen van tropische crwtenj-
:s|oorten liet gift „Eptenion"' gewionneii, dait
zij ids het doeltreffendste insecten vergift
beschouwen, terwijl het voor menschen
volmaakt onschadelijk is. Oorspronkelijk
Werdon deze wortelen dopr Zuid-Ajne.-
xik'aanscliei- en Oost-Indiac'he inboorlingen
b'ij de vischvaugst benut men wierp
daartoe de wortelen in afgedamde beken
en vergiftigde, daarintee de viqschen, dia
men naderhand, zonder het geringste nar
doel voor do gezondheid, ©ten kon.
Do© sterven de dieren?
Een bbek' van den Engelscbman Long
„fi-e dioden in de wildernisj", bteivat menig
boeiend lioofdqtuk, dat ons de dieren in
een ander licht lapt zien dan wij liet ge|-
vvoon zljii. W|| zien den menseh de heer-
'Sjchappij' over alle dieren in Zijn omgeving-
uitoefenen. H!ij gebruikt of .misbruikt zo
om .zooveel mogelijk nut van zo te heib;
ben, bekommert z'icli zoo (Weinig mogelijk
om hen en doorkruis! hun levenspad wan
neer liet hem goeddunkt. Long volgde:
de dieren en bbSjtudeierde ,lmn levensWijke'
in de vrije natuur om 'hieruit gevolgtrek
kingen to kunneai m'ak'en. i
„Hoe sterven cle dieren?" vroeg Hij
Het is waar, opkl 'in de wildernis hebben
de klieren hun vijanden; liet e:ene dient
het andere tot voedsel en het zWfikke is
aan het sterke als: ibiiit overgele-vetód.
.Maar terwijl wij! geneigd zijn, de ha,n,de
lingen van de dieren, (tegenover elkaar als
iets verschrikkelijks te beschouwen, vete
'tolt onS| 'Long, dat in vele gevallen ©en
weldadigj-aando-end gevoel van verdooviug
intreedt, waardoor "het l'ijden van het
-slachtoffer wordt verlieht,. Hij' 'baseert
zïjh meening op de verklaring van den
ontdekkingsreiziger, dat h'ijl .geen p'ijh ge|-
voelde, 'zelfsj niet wist dat' hij, 'gewond
waq, toen hij' 'met gfen zware schoudei)-
wbnde ondeir de klauwen van 'n leeuw
had gelegen.
„Medelijden is( bij' de dieren onbekend,"
'Zegt Long. „ZlijT gevoelen 'een geweldig|
wantrouwen tegenover alles;, wat maar
©enigermate vreeand of ongewoon i-sl onder
luin 'Sjoortgenooten. Zijl 'dulden geen ver
minkten, geen misjvormfdea of z'iekci dieren
in buil gemesn'siehap', eenigei gevallen uilj-
genomen. Wanneer ©ein dier oud «n ,zwak'
geworden is, als ©en eigenaardig gevoel
van het onbekende hent b'eisluipt, dan
volgt hij! ©en Zeilc'ei' instinct en veirdwijlnt."
In het boek van Long vinden we een
belangwekkende beis|ohrijving over een
isjtervenden adelaiaa", wiens laatste, welj-
lioht uit sluiven inisltinielt vaoirkbrnende, bd-
iviegingen Long uit zïjln soliuilhoekl kon
gadeslaan, nadat Mjl 'reeds langen tijd
had gezien, hoe de adelaar met rustige
blikken revue hield over dei heerlijke na|-
tuur, waarvau Mjl de heefslohappiji aan
anderen overliet. D|an verhiefMjl zich
van het neslt, breidde z5jh vleugelen uit
en teeheen in on'regelm'atiga voortdurend
kleiinea-e anngen om e-dn middelpunt te
vliegen, stiet een wild geschreeuw uit
en hiekl zlijfn vleugels! wijd en stijff uitj-
geblroid; hliji kw'aW ml lager en lager,
vloog rechts1 over ©en landtong en k!wlam
met lialfge-sjloten oiogen in ©en bloschje
aan -die tegenovergestelde rijfde. Elenigen
tijfd later vond Long. hem' dond. 1
KniLnfk'ens! vo,or verstand en hart.
Eien klein versltand, een groot speikj-
takiel, die bouw'on vaak één tabernakel.
Wiaar de ploeg verroest, gaat het
land tenonder.
WAT MENIGEEN NIET WEET-
Ofschoon reeds in het jaap 235 vóór
Chr.Ohrisjtus muntstuklk'en van nikkel gej-
maaikt voorkwamen, zooi vond dit metaal
toch eerst in do tweede helft der vorige
oouW Ingang in het muntweZen. Sladeirtt
dien bedieneii Zich 24 staten, van zuiveïl-
n'ikkel muntstukken, terwijl 70 andere
nikkellégeeringen in hun muntsjbelse! ge|-
bruikén.
Na het toepaqsen van daden van
geweld is) in ,de herderjreplubliök An
dorra het algemeen istemreioht ingevoerd.
Om aa,n een lang gekioesjterdeln
wlenisloli te voldoen, is nueindelijk, t-o
Parijls! een „PérskOningin',' in de gestalte
van de 21l-jari'ge 'Margaretha .Oré ge
kozen. i
Die ©erslte „natte" dag in de Vereel-
nigde |S,taten eindigde met een verbruik
van rond anderhalf ptillioen vaten bier.
Eicr.-'t. nadat Lode'w'ij'k :XV, in het,
jaar 1760' tljldenlsf do ontvangst van een
gezantschap, van (Mohammed VI kioffio
genoten had, k'wlam deze drank in Erank1-
rijk allengs in Zwtmg.
Dó Berlijfeehe sehupofs krijgen
thans reeds onderricht in vele vreemdo
talen, om zich duaa-vau blji 'gelegenheid
der &:9. Olympiade vldt te kunnen b-el-
dienen.
'Gedurende 3e jaren 1931/1932 ven-
lieten 102.129 lieden, die het land moede
waren, de Vexeenigd» Stalen terwijl slechts
35.576 emigranten zich in do .V. Bi. vesj-
tigden.
ïn 'is mtensohen dikken daam' leven
120 b'illioen bacteriën, ,die niet alleen
onschadelijk rijn, mlaiar die ons organismo
z'elfs noo'dig heoï't. Pogingen om die b!aetc(-
riën sltcriel te maken, hebben z'ware ziekj-
ten bij1 den mensioh veroorzaakt.
'In Londen wterdt het beroep van
„erwtemscbieter" uitgeoefend. Die erwten-
'schieters ga,a,n, met blaasroeren toegerust,
's. morgens vroegtSjdiig door de straten en
schieten erwten tegen do vensterglazen
van diegenen die bij' hen voor het „por
ren" geabonneerd rijn.
In Spanjei bestaat een fasoistisdho
organisatie, die in navolging van de Huilt
ische bruinliemden en Italiaansehe zlw'artl-
hemden, blaulw'e hemden dragen, die voor
zien z'ijh van het ordeteektem van ''den
H. Santiago.
D(e Coliianbliaf-Universiteit to New
York heeft vastgesteld, da,t de mtensoliej-
lijkle neus in staat is 6561 verschillende
reuken en geuren w!ao,r te nemen. Als
men zich nu m'aiar niet verteld heeft!
Onlangs werd to Sjan Seblastiaan
{Spanje) 60.000 po,nd sardines in zteo
ge'worpen omdat da:aa-vop:r geen afnem'er
te vinden Was|.
Die halve "Wereldhandelsvloot leeft
(hans v,an staatsgelden. D|e Vei'. Staten
betaalt jaarlijks; 100 millioen dollar a,a.n
haar handelsvloot en Italië besteedt aan
b'ouwpiremie'si voor rijn schepen 40 millioen
lire per ja,ar. r
Maandelijks Worden ter herdenking
30 tot 35 onbekende dioden naar de
Bcrlijnscho mbrgue gebracht.
De Ei'anschen verklaarden in 1917,
dat rij eeuwig Am!erika,''S| schuldenaren
Zouden blijven. Het Sjchijint, dat Am'erikia
'die Woorden niet goetl begrepen heeft.
'Er zijn ter wereld 18.500 kilom'e'tor
elcctris|ohe spoorwtegen. fBïj, 54 pnöent
daarvan gebruikt men gelijkstroom en
b'ij de rest Wisselstroom.
Een goede ham' is; liet best als zij
oen jaar oud ia
Bjj "53 procent van alle ongelukken
Worden handen en larm'on gewond.
Vragen worden ingewaoht bijl de redactie.
V raag: Waiq Jeizlus niet twijfelmoedig,
(oen H(ij'na;n het iktui'f) uitriep: „Mijn God.
mijln God, fwlaaa-okn hejb't Gij! Mijf verlaten
Anttw'.P'ia kreet isj het begin van
Ps|alm 21. Die psalm'ziangen waren bij: de
'Joden z'eer vertrouwd en ze gebruijkten
z'o meermalen in hum gebeden: tot God.
Ook Jpzlujs| wendt ze dikwijls aan. Dommi
ge van de psplmen noemen wbi M'essiaan-
'qclie, omdat er z(k> duidelïjlkl het leven van
den Messias: in voorspeld wordt. In dezen
psjalm 21 kbmen o.;a. do b'obeude woorden
voor: „Ze helbben Mljh kleodra-ein onder
elkander verdeeld ten o,ver M'ijh gewaad
het lot geworpen." .Vlak na, J.eZuiq'' dood
geibeurde dat. D|oor m'et dat kruiswoord
de, aandacht der Jpden nog even te ves;ti-
gen op, den hun zoo, bekenden 21enP;s,alm,
wilde Jeiz'usj nog eens duidelijk' te kennen
geven, dat Hlijl w'erkelijlk! do beloofde Mes
sias was. Die uitroep was dus meer een
wijze les' dan een wanhoopskreet. Boven
dien hebben hartsjtoohtelijke vragen.' juist
door hun overdpijVing een omgekeerde
beteek'enisi. Als het kind va-aagt: „Moeder,
Waarom bant u kwaad op me.?", dan weet
dat kind vaok goed dat moeder vol
strekt niet kwnad is, maar het wil ,uit
liefdedrang gna,ajg nog eens| die bekentenis
van moeder hooren. In dien zin miieten
we Jeiz'uq' kruiswoord verstaan.
.V r a ia giS'trijldt het niet met Gods) vol
maaktheid, in 't ibij[zonder met Zijn vol
maakt geluk, dat Hlijl door menqcheu be-
'leedigd kan worden.?,
A n t w.Houd goed voor qogen, dat
we in navolging van, den Bijlbei moerj-i
malen van onze betrekking tot God in
m'eniq,ehel!ijk,e voorstellingen «m begrippen
'spreken. D'at doen we, opdat die bovemi-
natuurl'ijke waarheden des; te me,er in
druk op, ons; zouden maken en nok, omdat
ze anders niet voldoende onder pus meni-
schelïjk bereik zonden komen. Als do
Bijbel dus Zegt: „E|n God sprak tot
Adam," dan zal dat wel geen eigenlijk
'spréken geweest zïjh, want God, d© zui
vere Geest, heeft geen lichaam, dus ook
geen mond pf tping,. Ails de Bijbel Zetelt,:;
„Het speet God, den menseh geschapen
te hebben," dan iq dat slechts eem aan'
ons menschelljk: begrip aangepaste spreek-
w'ij'ze om ons beteir de zwaarte "der zondo
te doen gevoelen. Wjamt hl Gods; werken
KÏj'n volmaakt zooals; II,ijl ze wenschte, en
spijt Ss dus uitgesloten. 'Als we Zeggen:
„Jesus weent in Zijln Tabernakel om do
z'onden der wereld." dam is; dat olwee;r
een menschelïjk'e uitdrukking, want Jesus
is; na 'de Verrijfzlenis altijd in eeuwige
vreugde. In dit lichtb'ezlien begrijpt -u
al beter het nntwiooTd op uw ,vrala,g.
God -schept den menseh met vrijfen wil,
dien hij ten goede of ten klvade. kan aan
wenden. Het voor- of nadeel ligt alleen
bij den menis'ch, nooit bijl God. God is
niet méér gelukkig door de deugd van
den rechtvaardige, niet minder gelukkig
door d© ontiioufw' van den Zondaar, want
'Hij! is volmaakt gelukkig; daar kan niets
bij; ©n nietsl 'af. D|e vlo,ek der verdoemden
in d,e hel is' evenzteer een cculwigel lof-
'Zang van hulde o,p Gods; rechtvaardig
heid als' 'de vreugde der heiligen 'een
lofzang op Zljh barmhartige liefde is.
Hoe beter ,u zich dit indenkt, hoe dui
delijker het gaat worden.
Een vxouW, die in een dorpsjwinkel ©en
muizenval gekócht heeft, brengt dien de#
zeilden avond Weer terug ©n vraagt, op-
schuldig: „Zou u den val hiet voor iets
armors kennen r-uilen? .Wij- heblben de
muis al gevangen."
„iAü.iVouw zegt do kleine Elsje, die
op sonoo 1 aardrijkskunde leert, tot de
onderwijzeres, „wat ben ik blij', dat wijl
Inuis maar met zijln drieën kinderen zijn.
„Waarom dan, kind.?"
„Omdat ik hier in 't boek loesj, dat
ieder vierde kind, 'dat op aarde geboren
wordt, een Chinees is."- 1
i i
|Men herinnert zich' w'aarsjc'hijnlijk!
nog wel het groot sehanda,a/met de val'-
sche Van Goghs DlestljÜs w'erd ook de
meening van den inmiddels overleden gej-
heimraaid Bode, als, deskundige ingenomien.
Hjji meende: „Ja, van de ongeveer 150
ficmlaer'ij'en, die van Gogh gemiaakt heefl,
bevinden er zich meer dan 1300 in par]-
ticulier bezit."-
Er werd een banket gegeven ter ge|-
legenheid van het 25i-jarig, jubileum van
ecu 'schouwbui-gdirecteur. iSpeeoh og
speoeli werd afgestoken; eindelijk sta,at
een aan het eind der feieqtdiseh zittenda
tooneclk'necht op, en tikt aan z'ij'n glas.
.Waarop allen in gropto verwachting Zwij
gen. En de w'akkere man Zegt: „Eir
rijn hier geen aardappelen genoeg!"., en
ging bedaard weer Zitten.
f I
Nu telefoneert de chef met zijh vrouw'.
Hoe 'weet je dat? Hij1 zegt toch niets!
Niet? Zie je dan nietsl?, Bij! doet toeli
aldoor rij'n mond o,p,en om w|at te zeggen.
D|e gunsteling van den koning van
Tituana heeft heel wat op z'ijh kerfstok.
Zlijin ergste vijand, degene wiens- ambt h'ijl
nu aan het hof inneemt, staat hem naar
hot leven.
Wees) maar gerust, zegt de koning, als
Mjl liet mocht Wagen je om te brengen,
'dan Laat ik' hein' den volgenden dag :op|-
hangeti. 1 1 I
WSjise kb,uilig, zegt 'de gunsteling, ik
zóu eigenlijk liever hebben, dat giji hem'
den dag te voren opkhoopen liet...
Ku,n je mij' ook een nuttig dier opf-
noemten
Het ipuard
(Heel goed, waaroimi is| het Zoo, 'nuttig'?
Omdat men er, fllsf m'en op het goede
paard izet, veel geld meei verdienen kan.
Geld hefc ik niet goede man, maax werk
kan ik jei wel geven!
„'Nee, dank-je, ialsl p toch geen geld
hebt, om' mij voor mijn arbeid te betalen.