Tweede Blad NIEUWE ZEBUWSCHE COURANT Onze Missie-Paus aan het hoofd der Propaganda-Fide? FEUILLET (DN In twee werelddeelen. KERKELIJK LEVEN Apologetische Vragenbus KOLONIËN ONTSPANNINGSLECTUUR Naar uit Rome wordt gemeld, zo» ,Z-H. da Paus voornemens zijn binnenkort zelf het ambt van prefect der Congregatie der Propaganda Fidei op zich te nemen. Zecals men weet, werd deize functie ycor- heen bekleed door wijlen Z.E|m. Kardi naal van Ross.uim. Na, dienis dood heeft de PauiS 'evenwel nog 'geen opvolger beno,eand. Indien dit gerucht werkelijkheid bevat en de Paus er in den loop van het Heilig daar er toe zon, overgaan zelf al3 prefect der Propaganda Fide lOjpl te treden, -zou deze congregatie op één lij» komen te staan met de Congregatie van hat Heilig Officie, van heit Consistorie en van do Oostersche Kerken, waarvan de PaiUis ook zelf prefect is. De mogelijkheid,dait Pius XI zelf als prefect der Propaganda, Pida zal optreden, is nieit geheel on waarschijn-1 lijk te achten. Zijn groote liefde en ijver voor de missie is immers alom bekend en niet ten onrechte wordt hij' de Missie-Paus genoemd. Reeds terstond niadat Piuis XI dan Pauselijke» troon had bestegen, kwam zijn groots liefde voor de Missie tot uiting in zijn wijziging Van de Litanie voor Alle Heiligen, wiaarin hijl.de smeek bede laschte: „Da,t giji alle aïjgedwaald-en tot da eenheid deis Gelooft mioogt terug roepen en alle ongieloovigcn tot bet licht van het Evangelie maogt brengen, wij bidden U vérhoor ons". In deiz'ei aanroie- ping lag tevens het programma, da,t de nieuwe Opperherderziöh biji het aanvaar den van 'zijn taak had gesteld, opgeslo ten. Met zijn onverdroten arbeid vooa-.de inwendig» vervolmaking via» de H. Kerk, verbond Hij van de» beginne a,f de» noeste werkzaamheid voor ha,ar uitbrei ding- In bijna alle graoite brieven ten R opraken van den Pauis 'klemt dan oioik da gedachte tot uitdrukking: Het Rijk van Christus inwendig te versterken en de Kerk te vervolmaken ,en uit te breiden door de Missies. De Pauselijke zorg voor de Missies is tweeledig. Van den eeinen kant betreft Zij, de hulp, welkle de reeds gekerstende landen ,a,a» de Mislsi© hebben te verleene» on van den andere»! kent- be oogt zij bet zoo hotog mogielijk opvoeren van het Missiewerk zelve. Gedurende do tien jaren, dat Z.H. Piuis XI de» Piajuse- Hkën -Stoel bekleedt, heeft Hij lOmnoielmie- lijk veiel gedaan voor de uitbreiding van Gods Rijk pp .aarde. Ongeveer 45 aposto lische Prefecturen jen r.uim 30 Apostolische Vicariaten werden er tijdens zijn pontifi caat opgericht, alsmede 57 bisdommen en 14 aartsbisdommen. De. viering v.a» het 300-jarig bestaan van de Congregatie de Propaganda Fide in dan zomer van het jaar 1922, was voior den Paus; panleidiiijg zijn geloovigen tot een vurige» ij-ver voor de missies aan te wakkenen. Tea- gelegen heid van dit jubileum, waarbij tevens het enrste ee.uwfeest van het Genootschap tat Voortplanting deis Gelooft werd herdacht, schreef Pius XI een groote» Missiedag uit, welke door de giehieele Katholieke Kerk m-eh grootten luister, wierd gevierd. In zijn homilie ter gelegenheid van bat derde eeuwfeest van de Propaganda Fide op Pinksteren 1922 .zieide Z.H. o. a.:. „veel is reeds bereikt, voel ie|er werd aan God gegeven; maar ve|el, veel meier blijft er nog te doen. Nog aojo ipinnocmelijik ve len, én in het zwart» werelddeel én in de groote uitlgesteakitheid van China en Indië, dia nog wachten |0p heit woord des Hedls". Onze Missionarissen hebbeu h»lp noiodig. .Wel staan zij; in de voorste' rijen, maar zij hebben gebrek aan wapenen, gebrek japt» munitie. De .uitbreiding dar Kerk wotfdt belet door gebrek aan middelen." 'Een daad, welke de Missie-ijty!er van den .Pans duidelijk demonstreerde, was de (Oprichting van bet nieuwe CoHégje van de Propa ganda Fide, welk college (evenals de con gregatie reeds nieerjlan driehonderd jaar oud is. Het College werd in die eerste helft der 17e dauw gesticht, en w-ei door Pauïï UrbanU'S VHI, naar Wi-en het pok naam „Collegium Urbanum" nntving. Dit college bevond zich aanvankelijk! aian de Piazza di Spanga,; Pa,uls Fins XI bracht het over naar den voelt vlam den iJlanicufuis, gelegen aan den rand van de Vatioaainl3che stad. De Pa,us verrichtte persoonlijk de plechtigheid van deeerste-steenle|g(gingvan dezen nieuwbouw, terwijl Z.H. het ook' latei- bij de; ingebruikneming! 'plechtig insse. gende. Hieruit blijkt wel, dat de 'Con gregatie da Propaganda, Fid-e wiel heel bi,i2ondc-r de Pauselijke belangstelling ge. niet. De Pauis is eiohtor, niet pulleen éan - 71 - I öp eene ging er ,©en schok' dopr al zijn ledematen- Naast hem in de kamer der kinderen klonk het zacht en teer, metfc zilveren, be deesde stemmetjes: Ai! 't Kerstkindje is geboren, Nu Emgelkens kbmt tevoren, Gloria, Gloria, Gloriat Hij- kwam van den hemel gestegen En is in het kribk'en gelegen Gloria, Gloria, Gloria in excelsis. Meester Dorrens vloog overeind. Hij- kon geen adem halen. .Wat was dat.? ■dongen dat de kinderen niet, te Maas tricht op de; Kleine Gracht, tegen Kerst- mis.j zijne kinderen zongen zoo- en h ad hij' ook dat -lied niet gezongen op Moeders schoot'.?, ïkji was buiten zich zelven. ..Wat scheelt ,u, vriend?" „Dat zijn mijn kindei-en. Mjijln vrouw beeft hum geleerd, en het gaat immers op Kersjt- i- 3„,aanj Mngeln ze dat eto trekken ngs de Maas achter 'het kasteel van arennejl ftagen lichten .aan lapige stok en. u kon ik nog eens thuis zijn met vurig bevorderaar v(an de Missie, hiji ia tevens ook een ij'verig Voorstandervan da Missie-wetenschap. Onder Missiefwe tenschap vet-stoat men de weitemschaplpie - lijka kennis van alles, wat met.de Missie samenhangt of daaropbetrekking heeft. Volgens onzen groeten Missiepaus, aooals Paus Pius XI met rech'fcjma-g worden ge noemd, moet alles medewerken het Missie werk te bevorderen. De dringende mood- ikelijkheid van da bevordering der MisJ sie-wetenscha.p' heeft den Paus dan. ook bewogen om in 1925 te jR;ome een groot- sclie Missie-tenteiomete'lling te houden, wel ke -sindsdien als een blijvend Missie-mui- seuiu is ingericht. Tevens stelde Z. H. bij die gelegenheid alle pogingen in het werk om te kbmen tot de oprichting, van de uitgebreide Missie-bibliotheek. Deizle bi bliotheek bevat thans reeds meer dan 30.000 boeken ,uit alle Missiegebieden dei- aarde. Uit dit korte overzicht, blijkt wie. duidelijk de wel zeer bijzondere voorlief de van den Paus voor de Missie. Men zegt nu, dat de Paus aan de geloovigen van de verschillende Missies ccn nieuw blijk van zijn genegenheid 'en achting ge ven wil dooi- zelf het ambt van prefect der Congregatie der, Propaganda Fide op zich te, nemen. Tie H. Andreas Oorsini. 4 F-eibruari. De H. Andreas werd geboren te Flo rence en was de zoon van z'eer voorname en vrome ouders. Zij' hadden hu» kind toegewijd aan de Allerheiligste Maagd en gaven den jong-,en een ®eer zorgvuldige, opvoeding. Zijn jongelingsjaren beloofden echter niet, veel goeds; hij zwierf het liefst in bosoh en oipen yeld, waar hij het eigendom van anderen vernielde. Da gelijks stichtte hij: ongenoegen in liet ouderlijk huis en van God of zij» 'zielen heil wilde hij niets weten. Door .zijn drang naar genot en vermaak, zonk hijl dieper. Zijn vrome ouders leden hieronder ten zeerste en deden alles om hun neon op het goede pad terug 'tb brengen, maar alles was 'tevergeeÜseh. Elens verweet zijn moe der hem, dat liij de wolf was, waarvan z'iji 's nachts gedroomd had. Getroffen vroeg Andreas, waarom hij' een wolf ,was. Zijn moeide,r vertelde hem toen, dat zij ge dr.oo.md had, dat haar zoon een wjolï was; maar de wolf ging in een kerk -en werd veranderd in een lam. 'De wolf was Andreas thans en innig smeekk't© izlij! haar zoon, da.t hij zidh toch bakëeren zoiu en een lam worden, en zijl voegde erbij, dat Andreas aan de II. Moeder Gods wais toe ■gewijd. Zwijgend ging. Andreas heen; den volgenden nacht kon hiji niet slapen, do gedachte, dat hiji aan Maria wais toegewijd, liet hem geen ruist. Thans betreurde hij zijn zondig leven en nain- zich .ernstig vo,oa' ■een ander miensoh te worden. Deo volgen den dag ging hij naar de .Garmelietenkerk, waar liij voor een 'Maria-beeld neerk'nielr de en vurig bad. Vervolgens begaf An dreas zich naar den Provinciaal der Car- melieten, wien hij vroeg om in de orde te worden opgenomen. Toen de provinciaal de. beweegreden van dit vea-zioek' (viernam, liet bi- de ouders van Andreas J>ij zich ko men. Deze hadden hun zo,o» reeds gezocht en verheugden zich innig over de Verande ring, welke, bij hem plaats had gegrepen ■en gaven gaarne hun toestemming. 'Rouw moedig vro-eg Andreas hen om vergeving cn -smeekte hem t-e zegenen. In het kloos ter droeg men den ij'verigen noivioe de zwaarste werkkziaiamheden io.p, wélke hij oei iter met vreugde verrichtte. Op Ver langen van zijn overts'em liet hij rich na afloop van zijn studies tot priester (wij den. Bij zijn eerste H. Mis, welke hij in stilte opdroeg, verscheen hem na d-e H- Communie de H. Maagd, Die tot hem sprak: „Gij zïjt miijin dienaar, Ik heb uitgekozen en ik wil in u geëerd worden.' Dit werd spoeidg vervuld door z'ijjn pre- dicaties, waarmede hij' bij' het volk de liefde tot God aanwakkerde, alsook door zijn heiligen ijvei-, waarmede hij als Prion- zijn orde bestourde. In het jaar .1360, toen de bisschop' van Piesole was gestor ven, koos men Adreas tot opvolger. De heilige vluchtte, toen liiji da tijding ver nam -en verborg zich bij de Karthuizers, Maar zijn verblijfplaats werd door een driejarig kind aan de verzamelde gees telijken bekend gemaakt. Bij: haf over nemen van het bisschoppelijk ambt ver dubbelde Andreas zijn gebeden en boete doeningen. St. Andreas stierf op 70- jarigen leeftijd in geur van heiligheid; na zijn dood geschiedden er talrijke wonderen. .Vragen worde» ingewacht bij de redactie. Vraag: En zullen nu de heidenen,, die het ware geloof niet kennen, voor altijd uit den hemel blijVee, omdat Adam! viel i A n t. w'.W;el nee, dat heb ik al meer malen beantwoord. D!e heidenen, die de natuurwet, door God in iedea-si geweten geprent, .onderhouden, bezitten daardoolr een doopsel van begeerte en zullen dus in den hemel .komen, evenals alle niet-' gedoopten. die te goeder trouw- dwalen en 'geen groot kwja.a.d doen, iof dat dolor een volmaakt berouw uitwisSchen. Vraag: Mag' men de werke» van Adama van (Scheltema leze» Ant-w.Adaina van Siobeltema werd in 1&77 te Amfterdam geboren en stierf in 1924. Na het gyninasjum te hebbfem afgeloopen werd Wij: student in de medi cijnen. maar legde zich niet zonder siucioes op de letteren toe. H|ijl w;a^ een vurig so cialist en is in zij» gedichten wranQ en ontevreden. Hiijl vindt dat ongeveer ad lijn it|ij'dgenooten het mis' hebben. Mist absoluut een geloofsbasis, wat ziij'h mioxee- len ondergang- 'wordt. Is dus stellig geen lectuur voor een Roomsjch jong meisje, zbojil's u z'elf all ondervond. Leg_ Zcjpi'n boek dan dadelijk uit de hand, zoodra u merkt dat het volgens; uw' eigen uitdruk king godslasterlijk is. Vraag: Toen God de Engelen schiep, wist Hliji vooruit, dat Hijl oln sommigen hunner een eeuwige hel moes,t scheppen, om hen daarin eeuwig te straffen. .Wiaairj- ,om schiep Hijl "hem dan toch Xoojn duivel verleidde Adam1 en Eva, waren dus, die Engelen niet geschapen, dan Zouden mis schien onz'e eerste ouders niet geZoni- digd en Christus niet Zoo veel hebben moeten lijden. Waarom deed God dat nu? A n t 'w.U lia.dt uw brief niet naar mijl maar naar O.L. Heea- mloeteu starten! Wolk menschenkind zal kunnen zeggen, waarom God iets doet? 't Is vermetel zulks te vragen, 't Is voor ons niet do vraag, waarom God iets: deed, en hoe H|iji het misschien' cok' nog\ had kunnen doen. en op welke wijfze Hij' het ons: nog ge makkelijker liad kunnen maken; de prak tische vraag voor ons blijft, hoe Hij het nu letterlijk gedaan heeft. Em dan moeten wij' altijd goed in ons; geheugen knoopen. dat Kljin vcwruitweten nooit in vloed heeft op den vr!ij|èTi wil van En gelen en m'ensphen, dat Hlij| oneindig recht vaardig isj en aan ieder voldoende ge nade geeft om! zaligi ta worden. Willé» Engelen en men'schen, Zélfs g'eholpen door iZIjln genaden, hun vrijen wil gebruiken en voor een eeuwige zaligheid van geluk zich dat kleine beetje gevraagde inspan ning niet geti:oos|ten, da» zlijh zij', en zij alleen, aansprakelijk voor hun roekeloozé daad, met alle consequenties die daaraan vastzitten. Kerstmis! maar die een® nacht! wat Zou ik geluildkig ziijnl Maar -zilveren stemmetjies hervatten: De Herderkens roept te zamen, Die door do velden al kwamen, Gloria, Gloria, Gloria! Helpt hen de lammekens dragen, Tot voor het kribbeken dragen, Gloria, Gloria, Gloria! Gloria in excelsis! En die stemmetjes ze klonken Zoo- zoet en zoo zacht, het was een stuk' -uit bet geboorteland, met een stuk hemel er bo ven. .Meester Dorrens verberg zijn gezicht in de handen en viel meer op .zijia blo.k!. Hiij luisterde eigenlijk" niét. meer naar den braven man uit Haren. Het- was bom onuitsprekelijk wonder -te moe. Laat in den nacht begaven zlij zich 'ter ruste. Maar de slaapvlood ziijn oogen, .wat biji ook deed. Hij' voelde het, hijl leefde als iu het vaderland tusschen brave nran- schen, God en Godsdienst waren als1 in da lucht, en al de herinneringen zij|ner jeugd togen aan zij» geest "voorbij. Sliep hij' weer in, dan hoorde hij de stemmen van zijn kinderenhij' z'ag ze, ze kwamen bij hem a,an zijn bed en riepen: „Vader, vader, kom toch ter.ug, wij' zdj'n zoo alleen", en dan sprong hijl o,p, het Er licerstht ellende eu nood in de desa! De Indische pers slaakt een noodkreet voor den dringenden nood, waa|rki aicli momenteel de inlandsehe bevolking be vindt. Heit is opi het land en in de desa momenteel misère-troef. Algemeen bekend is. het, dat, "het grooitste gedeelte der Inlandsche bevolking uitisluit-e»d ,van de opbrengst van zijn grond leeft. Daarvan betaalt hij- zijn piadj-eig en zijn vele desa,-, lasten b.v. pamtj-en, pianoekang e» o-eroqa», koopt hij -zijn kleeren en zjijn dagelijiksche behoeften; kortom het heele huidh|o|uden van den tani draait om de opbrengst vian zin grond. Hoewel de olqgist niet plecht is, is tengevolge van de geldschaarschte in den kampong de prijjs der pg,odu'Cten lot. meer dan een derde gedaald. Hoe dik- wulis is het niet voorgekomen, dat men- sollen, die met lalabs e.a. hasil boeitni njaiai- den pasar gaan, weer met het- meegebrach te huiswaarts keer en. Dat er tengevolge van al die misère in den kampong onder de inlandsche bevolking een toenemende onrust valt, te oonist-ateeren, is begrijpelijk Wie de p-ysche van den Inlander kent, zial wel weten, dat de desaman nu niat ,al te gauw klaagt, al zit hij! tot ,aver de, o»r,en in de zorgen. Vrees voor stoesah, welke tengevolge daarvan zal ontstaan, weer houdt hem om zijn gemoed te luchten Doen het kan niet worden gezegd, dat Kromio. niet gebulct gaat onder de ellende De desa's zijn te verdeelen in: bergdeisa's, desa's in de lagere streken en desa's om cn bij groote steden. De menschen uit de koude zweet parelde op zijn voorhoofd, dan weer meende hiji braaf Anneke» t-a zien staan voor zijn legerstede, hem zo,o diep bedroefd aanziende e» steeds herha lende: „Harry! Harry! w,a,t hebt gijl met onze. kinderen gedaan Hi0, was waarlijk 'blijj toen de morgen aanlichtte. Maar toen de morgen kwam on het- licht in Zijn -slaapkamer doordrpng, viel hij in een koortsigen slaap en lang duurde het eer hij ontwaakte, want de ao-n stond a,ain den hemel Hi, -schrok, sprong op in zijn leger stede, en wilde zich kleeden met spoed. Heel laat was het echter nog niet, en de brave menschen, wier 'gast hiji was, moesten wel met alle 'liefdevolle stilte e,n zonder het minste gedruisch, hun eerste bezigheden verricht hebben, om Wem niet in .Zijln slaap te storen. Zij hadden inderdaad gedacht dat de vreemde man rust noodig, bad, na, dien vreeselijfcan rit en dat nog vreeselijkter onweer. Meester Dorrens keek verwonderd rond bij zijn ontwaken, en wist in 't begin nieit hoe bij het had. Langzamerhand klaarden zij» gedachten op en zag hij' zijn toestand in. Lang verbleef hij in zittende houding, op zijn legerstede, de ellehoigen op de Wgdeisa's leven voprnamelijjk ^an hoeima en palawidja (tweede getwassen), die van de lagere streken uitsluitend van padi en vischteelt en de darde categorie Zoowel van da landbouw, nijverheid, handel -als ambacht. Toen de gnoote cultjur.es nog niet zoo waren, als zij thans zijn, legden de menschen zich alleen toe op verbouw va» producten èn voor eigen gebruik' èn voioi' da kleine maikt. Tot diep in de kampongs worden cassave- en serali-ioliefabtrieken op gericht; de dampieu (k'etèlla) heeft waarde gekregen ,en iedereen begint sampan te planten. De vraag, is mimdier gewojrden da» het aanbod en de .prij'Zen dalen. Nu do sampeu gaen waarde meer bijna, heeft, zit ten de menschen met den aanplant natuur lijk in de maag. Het hieele jk'ajpitajad. va» den tani zit in den grond; in de hoo,p later oentioieiiig tezullen hebben, d-ooh thans kunnen zij' zelfs de schuld aan de al'deelingschéfs voor werkkapitaal, do schuld aan de loemboteng voor leeftocht, de: schuld aan de dessaibamk .voor blandja, niet eens afbetalen. Daar komt de padjeg nog, die moet worden betaald, en de desa- lasten. De hoema brengt niets op, die padipirijjaen zijn zeer laaig waar moet liet thans heen? De sereh! is nog het eeni- ge. wat geld opbrengt, doch om de' sum- p-eu-tuinen in „kebon sereh" te her schapen, hier is geen gjeld voor. Men sehen, die wel een aanplant hebben, zitten dik in het voorschot bij den fabrikant en moeten de sereh tegen een veol lagere» prijS verkoio,p:en, dan zij' feitelijk waard Zoodoende kunnen zij niet priafitee- ren van de prijsstijgingen. Voojrwaar ee» treurige geschiedenis! Er is gezegd ge- warden, dat de Inlander in schulden is geboren, in schulden leeft en met schulden naar het graf gaiat. Een pijnlijke waar heid. Door het sluiten der suikerfabrieken cn cultiuurondernem-ingen heeft bovendien de. arbeidende klasse geen bron van in komsten meer. Zij zijn tot fast der fa milieleden gedoemd. Een geluk' bij een .on geluk in de Inlandsche maatschappij! is, dat de familieband zoo' ruim is. Neven en achterneven vinden bij een welgesteld familielid nog wel een bordje rij'st. Ook de gastvrijheid is soms zeer groot-. Een onverwachte gast (gasten) vindt (vinden) nog wel een plaatsje .aan den geza,menlij ken discli. Intusschen is het .zaak', dat de r.egeerinig: aan d'ezien noodtoestand haiar volle aandacht schenkt en haar taak ver staat. Van spionnen en spionnage. 'Wanneer prinsen aan spionnage deelnemen. Een der chefs van den Pransohen ge heimen dienst, dia voor een groot g'edeelte in en tiijfdena den oorlog is olpigiebouwd, doet ons in züjln „Helden zonder' roem" kennis maken toet wel bijl uitstek uiteen- loopende typen van spionnen. In het ,alge- toeen kan .mén zich. opj het ejtandplunb stellen, dat stpjonnen, die wérken voor geld, dat zlijï in groote mate kunnen ver dienen, niet op| eten lïjki gesjteld mogjen iwlorden met sjpionnen, die het doen uit 'liefde voor het vaderland. Maar er zïjh uitzlonderingen. Eien izbodauiga vormde Ra.oul, ingasHireven als no. 118, die be hoorde tot een der weinige faaniliën in Sjpanje, wier hoofd Grande "kan worden geheeten. Deze R,a»ul, verarmd tengevolge van lichtzSunigheid, pitgestooten tuit >zlij!n kring tengevolge van gebrek' aan achting voor het protocol, had zich! blijf den inlich tingendienst aanglemeld, gelijk anderen zich aanmelden 'bij! het vreemdelingen legioen. Maar-niet HijT toeval kwam' hij in Fraitscben dienst, Want zlijh sympathie ging slechts naar de Fransdhen uit. Hij ifi een waardevol medewerker voor den Prans;che» geheime» dienst gleWeest; hij was, op: zijfn plaats zoowel in de sallons van Berlijn als aan de sppedit-a-fels1 te Wiesbaden, maar hijl wist zich' ook aan ta passen aan de omgeving van de minsten onder de minsten. .Stoutjmloedig tot in het ongelooflijke, gelukkig tot bijkan® op) het laatste oogenblik, Waagde Kijf telkenmale alles en allen. Slechts enkele maanden voor het einde van de» oorlog wérd hij .ontdekt. Hijf had zich Weten in te leven bij een konvooi va» journali'sjten en bezoe kers van rang, dat den Keizér op1 een algemeen© inspectie van het 'front ihocht volgen. 'Wat er met Ireimj gebeurd is', Weet niemandsléchts staat vast, dat liiijl liet konvooi op een gegeven aogenblik heeft veriatan, en dat, reed-S korten tij'd nadat men helm! in liecht'anisj naimi, zlijlu lot vaststond. Die herfèt van 1918 zag ziijln einde. Maar dezé S.ljjaansche prins, wérkelijke prins, was geens'zins de hoogste in rang onder de spionnen. Integendeel, mag men de berichten, die van meer da» een kant uit de gedocumenteerde verhalen ihot ons komen, gelooven, da» isi, een der zo,ons van den Keiz'er nauwi blijf het spionnage- -werk betrokken geweeqt. Dleze, die ,onj gezondheidsredenen niet te veel aan den oorlog kon deelnemen, had zich in zlijlu -ijver te ver in liet vijandelijk land ger wiaagd. Maar de Pranschen wiste» niet welken ko-qtbaien krijgsgevangene z'ij in handen hadden; zlagen in liem een eenvoiv dig 'Spionneerend officier, 'hetgeen echter het gevaar deed toenemen, dat, men qpj een kwaden dag hem Zon fusjlleeren. Die spion,- nage-centraie, die Djuits;chland te San Öe- bais;tiaan onderhield, besefte dit gevaar volkomen. Maar Zulks; weer opj hetzelf de oogenblik, dat men nieit bespft hoe dicht in de nabijheid een handlanger vau den Pransohen geheimen dienst was. Meer dan eens; waren van Franscha zlijlde middelen overwogen om. in het Duit- sehe spjonnagekampi in (San S.ebastiann binnen te dringen, en den Raad van Vjijjf, die daar z'etelde, te verraspen. Alll'e pogin gen waren op de Djuitsjjhe waakzaam neid afgestuit. Totdat de Pransche ge heime dienst Zijn oog; vestigde opj een 'Zijher agenten, een fors|che volkomen be trouwbare man, die voor nietsj tai\ug- deinsjde, sterk Was van binnen en van buiten. Hem werd opgedragen zich on der het mom' van desjörteur bijl den Duifc- sjchen dienst te Sa» Sabastiaan aa» te melden en oog en ooi- goed de kjojsjt te ge ven. De man verstond Zijjn vak; in den trein, die hem van ParlijlsJ naai- da Pyre neeën, z'ïjh tweede tehuisj zou, brengen, wist hij! onaangenaamheden te krijgenj jnal. een onderofficier, hetgeen er toa leidde,, dat hijl aan het einde va» dé reisl wérd 'pplgepiakt en in ee» militair bureau, opjge- siioten. Op eigen gelegenheid wist hijl ite ontkomen,, de grenzen te bereiken en Zoo iZijln intrede te doe» in San Seba^tjiaan. Hij wachtte er zich wel voor Zich bij dn D|uits,tehers te gaan aanmelden, maar hier en daar, waar Mjl zich een borrel veroor loofde, liet kijf niet na. Zijn ontevredenheid te kennen te geven over den Fi-ansjchlen diensjt. Het duurde dan ook nialj 'lang of ,'de Duitséhers kWaimen tot hém',, en wis ten hem op gewon® wijfza uit 't Slpéan^elie kamp der geïnterneerden te bevrijkten. Hij 'werd i n diensjt van de Diuitschea-s gesteld hij eï-kende uitsjtelklend Sipaa»sch 'te ken nen, maar veins.de geen wioord Duitsch te verstaan, hetgeen hem het voordeel (gaf, dat in zijln nabijheid dikwerf dingen 'werdengezég'd, die men anders) voor hém Zou hebben verzWegen. 'Op sphijhbaar lis tige wüjhë wisjen da Duit;schers zich van zlijh diensten meester te mjrice11; hij tee-' kende een contract met hen en Wijl ging in hun dienst. Al spoedigmoest hij! 'een reis naar Frankrijk ondernefnenals Castiliaansch edelman vermoond bracht hij 'agen in een hotel "te Parijlsj door,, totdat Ijl Op een gegeven oogenblik "de mededeef- ling ontving, dat hijl zich op een bepaalden avond opi een bepaalde plaafc^' in de Notre Dame te bevinden had. Diaar liep hem iemand tegen het lïjlf, die hem( een klein biljet in de handen stolpte,, 'dat hem du opdracht overbracht ,om bepaalde dingen van den Franschen vliegdjenst iiiti te vin den, en vooral naar San Sebaisjfciaian tu brengen de teekening "van een njéuW en met groote kracht werkend Prtansj^hj vliegtuig. De Frani^che agent waagde het zich,, zoo voorzichtig mogplijk, in verbin ding te stellen mét Zijlne superieuren te I'arijls. Dat was een niet ongevaarlijk 'ierts, want te ParijlS evenals leiders loerden da agenten van de Duit^eha spionnage Ceni- l.rale op: hem. Maar dan eenige andlérd sp-ionnagediemst had die der Djuitsehers tot gewoonte en geen ^leehte gewoonlfi om eigen sjpionnen nauwkénrig te doen volgen teneinde zich van hun betroujwl- baarheid te overtuigen. .Hoe goed ware het niet mogelïjlk gCwéesjt, dat ra'en "hemt op den weg naar het woonhuis van Zijln sjuperieuren ware gevolgd en dan had uiet alleen Zijln leven gevaar- geloolpetn;, maar was er van Zijfn varderp plannen niets terecht gekomen. De '%ionnage centrale te San Sebaati- aan nu had de moeilljlke opdracht ,uit Duitschland ontvangen om het fusiléeren van den Duiteehen Frins te beletten. Wien kon men beter uitzenden dan den vermomden FranSche» agent om! deh! Duitsjehen Prins uit de Franschq gpvangq- nis te bevrijden. Opnieuw ging deZe dus naar Parijlsj en opnieuw waagde hij' het zijln iquperieuren te bezloeken. Hij kfwani op het best denkbare oogenblik. Die Duii- schers hadden ee» grooten sla® 'geslagen in het door hen bezétte gebied; dopir ee» knieën gestut, het gelaat in de handen. Langzaam toog al het beleefde, a,an zijn geest voorbij'. Weer schalde het kerstliedje dat te Maastricht gezongen werd in zij» ooren en een heele vlucht van herinneringen stormde op hem aan. Hij schudde droevig het hoofd, moede loos. Bet was als wilde hij den Strijd tegen het verleden dan toch maar opge ven. Hij kon bijna niet meer. Daar hoorde hij, opt ee.ns ,eén heel zwak zilveren kinderstemmetje, half zingend, half sprekend, een strofe van het kerst liedje zeggen, meer gestameld, dan gespro ken of gezongen, zoioals de kleine -dreu- mes'sen gewoonlijk opzeggen of Otpzingen, wat men hun met alle moeit® ingatrech- heeft. Hij stond op en tuurde door de reten der planken .afscheiding. Toen zag hiji klein Maijik'en, op het groot bed op haar knietjes: gezéten, de handjes gevouwen, de oogen gericht op een kruisbeeld aan den wand, en op dreu nende. met varieerende stem, dan half de woorden qpslikk'end en dan weer met des ■te grooter overvloed de vlolgende uit te stooten. Het was een allerliefst gezicht. Het hemdje was van een schouder afge gleden, eu de blonde krullen wel wat ver ward zaten als sen heiligen schijn om het lieve koppetje. Ai! komt dan ons qoik! te wekken, Opdat met, spoed wij' vertrekken Al tot in het land van Bethlehem. Dan zullen wij dartele springen Dan zullen wij vroolijko zingen, Gloria, Gloria! voor Hem! Gloria in excelsis! Zoo zong de klein© en keek daarbij; zlo® onuitsprekelijk naïef cp' tot onzie» Lieven Heer, dat hat u diep moest aangrijpen. Meester Dorrens kon zijn oogen niet af wenden van dat kleine zangeresje, eta wat al lieve tafereeltjes aweéfden er .op en af tusischen dien man die daar gjunude door de spleten der planken, met betrjian-. da -oogen, en die onschuldige kleine, bid dend en zingend op het grioote bed van vader en moeder. Hijl sloot de oogen en leunde het hoofd tegen de planken. Op eens trok hij zich terug. „Het is toch te laait!" murmelde hij!, „te laat, zoo k,on het niet, nu qojk niet, dus! geen dwaasheden!" en hij ploniste zijn hoioid in het water met nieuwen ijver, om dan Weer stil te staan, in zijn overpein zingen verloren! Hij was klaar. Het was tijd. Want er werd ook gekljopit. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1933 | | pagina 5