Tweede Blad
NIEUWE ZEBUWSCHE COURANT
Onze Missie-Paus aan het
hoofd der Propaganda-Fide?
FEUILLET (DN
In twee werelddeelen.
KERKELIJK LEVEN
Apologetische Vragenbus
KOLONIËN
ONTSPANNINGSLECTUUR
Naar uit Rome wordt gemeld, zo» ,Z-H.
da Paus voornemens zijn binnenkort zelf
het ambt van prefect der Congregatie
der Propaganda Fidei op zich te nemen.
Zecals men weet, werd deize functie ycor-
heen bekleed door wijlen Z.E|m. Kardi
naal van Ross.uim. Na, dienis dood heeft de
PauiS 'evenwel nog 'geen opvolger beno,eand.
Indien dit gerucht werkelijkheid bevat
en de Paus er in den loop van het Heilig
daar er toe zon, overgaan zelf al3 prefect
der Propaganda Fide lOjpl te treden, -zou
deze congregatie op één lij» komen te
staan met de Congregatie van hat Heilig
Officie, van heit Consistorie en van do
Oostersche Kerken, waarvan de PaiUis ook
zelf prefect is. De mogelijkheid,dait Pius
XI zelf als prefect der Propaganda, Pida
zal optreden, is nieit geheel on waarschijn-1
lijk te achten. Zijn groote liefde en ijver
voor de missie is immers alom bekend en
niet ten onrechte wordt hij' de Missie-Paus
genoemd. Reeds terstond niadat Piuis XI
dan Pauselijke» troon had bestegen, kwam
zijn groots liefde voor de Missie tot
uiting in zijn wijziging Van de Litanie
voor Alle Heiligen, wiaarin hijl.de smeek
bede laschte: „Da,t giji alle aïjgedwaald-en
tot da eenheid deis Gelooft mioogt terug
roepen en alle ongieloovigcn tot bet licht
van het Evangelie maogt brengen, wij
bidden U vérhoor ons". In deiz'ei aanroie-
ping lag tevens het programma, da,t de
nieuwe Opperherderziöh biji het aanvaar
den van 'zijn taak had gesteld, opgeslo
ten. Met zijn onverdroten arbeid vooa-.de
inwendig» vervolmaking via» de H. Kerk,
verbond Hij van de» beginne a,f de»
noeste werkzaamheid voor ha,ar uitbrei
ding- In bijna alle graoite brieven ten
R opraken van den Pauis 'klemt dan oioik da
gedachte tot uitdrukking: Het Rijk van
Christus inwendig te versterken en de
Kerk te vervolmaken ,en uit te breiden
door de Missies. De Pauselijke zorg voor
de Missies is tweeledig. Van den eeinen
kant betreft Zij, de hulp, welkle de reeds
gekerstende landen ,a,a» de Mislsi© hebben
te verleene» on van den andere»! kent- be
oogt zij bet zoo hotog mogielijk opvoeren
van het Missiewerk zelve. Gedurende do
tien jaren, dat Z.H. Piuis XI de» Piajuse-
Hkën -Stoel bekleedt, heeft Hij lOmnoielmie-
lijk veiel gedaan voor de uitbreiding van
Gods Rijk pp .aarde. Ongeveer 45 aposto
lische Prefecturen jen r.uim 30 Apostolische
Vicariaten werden er tijdens zijn pontifi
caat opgericht, alsmede 57 bisdommen en
14 aartsbisdommen. De. viering v.a» het
300-jarig bestaan van de Congregatie de
Propaganda Fide in dan zomer van het
jaar 1922, was voior den Paus; panleidiiijg
zijn geloovigen tot een vurige» ij-ver voor
de missies aan te wakkenen. Tea- gelegen
heid van dit jubileum, waarbij tevens het
enrste ee.uwfeest van het Genootschap tat
Voortplanting deis Gelooft werd herdacht,
schreef Pius XI een groote» Missiedag
uit, welke door de giehieele Katholieke
Kerk m-eh grootten luister, wierd gevierd.
In zijn homilie ter gelegenheid van bat
derde eeuwfeest van de Propaganda Fide
op Pinksteren 1922 .zieide Z.H. o. a.:.
„veel is reeds bereikt, voel ie|er werd aan
God gegeven; maar ve|el, veel meier blijft
er nog te doen. Nog aojo ipinnocmelijik ve
len, én in het zwart» werelddeel én in de
groote uitlgesteakitheid van China en Indië,
dia nog wachten |0p heit woord des Hedls".
Onze Missionarissen hebbeu h»lp noiodig.
.Wel staan zij; in de voorste' rijen, maar zij
hebben gebrek aan wapenen, gebrek japt»
munitie. De .uitbreiding dar Kerk wotfdt
belet door gebrek aan middelen." 'Een
daad, welke de Missie-ijty!er van den .Pans
duidelijk demonstreerde, was de (Oprichting
van bet nieuwe CoHégje van de Propa
ganda Fide, welk college (evenals de con
gregatie reeds nieerjlan driehonderd jaar
oud is. Het College werd in die eerste
helft der 17e dauw gesticht, en w-ei door
Pauïï UrbanU'S VHI, naar Wi-en het pok
naam „Collegium Urbanum" nntving. Dit
college bevond zich aanvankelijk! aian de
Piazza di Spanga,; Pa,uls Fins XI bracht
het over naar den voelt vlam den iJlanicufuis,
gelegen aan den rand van de Vatioaainl3che
stad. De Pa,us verrichtte persoonlijk de
plechtigheid van deeerste-steenle|g(gingvan
dezen nieuwbouw, terwijl Z.H. het ook'
latei- bij de; ingebruikneming! 'plechtig insse.
gende. Hieruit blijkt wel, dat de 'Con
gregatie da Propaganda, Fid-e wiel heel
bi,i2ondc-r de Pauselijke belangstelling ge.
niet. De Pauis is eiohtor, niet pulleen éan
- 71 - I
öp eene ging er ,©en schok' dopr al zijn
ledematen-
Naast hem in de kamer der kinderen
klonk het zacht en teer, metfc zilveren, be
deesde stemmetjes:
Ai! 't Kerstkindje is geboren,
Nu Emgelkens kbmt tevoren,
Gloria, Gloria, Gloriat
Hij- kwam van den hemel gestegen
En is in het kribk'en gelegen
Gloria, Gloria, Gloria in excelsis.
Meester Dorrens vloog overeind. Hij-
kon geen adem halen. .Wat was dat.?
■dongen dat de kinderen niet, te Maas
tricht op de; Kleine Gracht, tegen Kerst-
mis.j zijne kinderen zongen zoo-
en h ad hij' ook dat -lied niet gezongen op
Moeders schoot'.?,
ïkji was buiten zich zelven.
..Wat scheelt ,u, vriend?" „Dat
zijn mijn kindei-en. Mjijln vrouw beeft hum
geleerd, en het gaat immers op Kersjt-
i- 3„,aanj Mngeln ze dat eto trekken
ngs de Maas achter 'het kasteel van
arennejl ftagen lichten .aan lapige stok
en. u kon ik nog eens thuis zijn met
vurig bevorderaar v(an de Missie, hiji ia
tevens ook een ij'verig Voorstandervan
da Missie-wetenschap. Onder Missiefwe
tenschap vet-stoat men de weitemschaplpie -
lijka kennis van alles, wat met.de Missie
samenhangt of daaropbetrekking heeft.
Volgens onzen groeten Missiepaus, aooals
Paus Pius XI met rech'fcjma-g worden ge
noemd, moet alles medewerken het Missie
werk te bevorderen. De dringende mood-
ikelijkheid van da bevordering der MisJ
sie-wetenscha.p' heeft den Paus dan. ook
bewogen om in 1925 te jR;ome een groot-
sclie Missie-tenteiomete'lling te houden, wel
ke -sindsdien als een blijvend Missie-mui-
seuiu is ingericht. Tevens stelde Z. H.
bij die gelegenheid alle pogingen in het
werk om te kbmen tot de oprichting, van
de uitgebreide Missie-bibliotheek. Deizle bi
bliotheek bevat thans reeds meer dan
30.000 boeken ,uit alle Missiegebieden dei-
aarde. Uit dit korte overzicht, blijkt wie.
duidelijk de wel zeer bijzondere voorlief
de van den Paus voor de Missie. Men
zegt nu, dat de Paus aan de geloovigen
van de verschillende Missies ccn nieuw
blijk van zijn genegenheid 'en achting ge
ven wil dooi- zelf het ambt van prefect
der Congregatie der, Propaganda Fide op
zich te, nemen.
Tie H. Andreas Oorsini.
4 F-eibruari.
De H. Andreas werd geboren te Flo
rence en was de zoon van z'eer voorname
en vrome ouders. Zij' hadden hu» kind
toegewijd aan de Allerheiligste Maagd en
gaven den jong-,en een ®eer zorgvuldige,
opvoeding. Zijn jongelingsjaren beloofden
echter niet, veel goeds; hij zwierf het
liefst in bosoh en oipen yeld, waar hij
het eigendom van anderen vernielde. Da
gelijks stichtte hij: ongenoegen in liet
ouderlijk huis en van God of zij» 'zielen
heil wilde hij niets weten. Door .zijn drang
naar genot en vermaak, zonk hijl dieper.
Zijn vrome ouders leden hieronder ten
zeerste en deden alles om hun neon op
het goede pad terug 'tb brengen, maar alles
was 'tevergeeÜseh. Elens verweet zijn moe
der hem, dat liij de wolf was, waarvan
z'iji 's nachts gedroomd had. Getroffen
vroeg Andreas, waarom hij' een wolf ,was.
Zijn moeide,r vertelde hem toen, dat zij ge
dr.oo.md had, dat haar zoon een wjolï was;
maar de wolf ging in een kerk -en werd
veranderd in een lam. 'De wolf was
Andreas thans en innig smeekk't© izlij! haar
zoon, da.t hij zidh toch bakëeren zoiu en
een lam worden, en zijl voegde erbij, dat
Andreas aan de II. Moeder Gods wais toe
■gewijd. Zwijgend ging. Andreas heen; den
volgenden nacht kon hiji niet slapen, do
gedachte, dat hiji aan Maria wais toegewijd,
liet hem geen ruist. Thans betreurde hij
zijn zondig leven en nain- zich .ernstig vo,oa'
■een ander miensoh te worden. Deo volgen
den dag ging hij naar de .Garmelietenkerk,
waar liij voor een 'Maria-beeld neerk'nielr
de en vurig bad. Vervolgens begaf An
dreas zich naar den Provinciaal der Car-
melieten, wien hij vroeg om in de orde
te worden opgenomen. Toen de provinciaal
de. beweegreden van dit vea-zioek' (viernam,
liet bi- de ouders van Andreas J>ij zich ko
men. Deze hadden hun zo,o» reeds gezocht
en verheugden zich innig over de Verande
ring, welke, bij hem plaats had gegrepen
■en gaven gaarne hun toestemming. 'Rouw
moedig vro-eg Andreas hen om vergeving
cn -smeekte hem t-e zegenen. In het kloos
ter droeg men den ij'verigen noivioe de
zwaarste werkkziaiamheden io.p, wélke hij
oei iter met vreugde verrichtte. Op Ver
langen van zijn overts'em liet hij rich na
afloop van zijn studies tot priester (wij
den. Bij zijn eerste H. Mis, welke hij in
stilte opdroeg, verscheen hem na d-e H-
Communie de H. Maagd, Die tot hem
sprak: „Gij zïjt miijin dienaar, Ik heb
uitgekozen en ik wil in u geëerd worden.'
Dit werd spoeidg vervuld door z'ijjn pre-
dicaties, waarmede hij' bij' het volk de
liefde tot God aanwakkerde, alsook door
zijn heiligen ijvei-, waarmede hij als Prion-
zijn orde bestourde. In het jaar .1360,
toen de bisschop' van Piesole was gestor
ven, koos men Adreas tot opvolger. De
heilige vluchtte, toen liiji da tijding ver
nam -en verborg zich bij de Karthuizers,
Maar zijn verblijfplaats werd door een
driejarig kind aan de verzamelde gees
telijken bekend gemaakt. Bij: haf over
nemen van het bisschoppelijk ambt ver
dubbelde Andreas zijn gebeden en boete
doeningen. St. Andreas stierf op 70-
jarigen leeftijd in geur van heiligheid; na
zijn dood geschiedden er talrijke wonderen.
.Vragen worde» ingewacht bij de redactie.
Vraag: En zullen nu de heidenen,,
die het ware geloof niet kennen, voor
altijd uit den hemel blijVee, omdat Adam!
viel i
A n t. w'.W;el nee, dat heb ik al meer
malen beantwoord. D!e heidenen, die de
natuurwet, door God in iedea-si geweten
geprent, .onderhouden, bezitten daardoolr
een doopsel van begeerte en zullen dus
in den hemel .komen, evenals alle niet-'
gedoopten. die te goeder trouw- dwalen
en 'geen groot kwja.a.d doen, iof dat dolor een
volmaakt berouw uitwisSchen.
Vraag: Mag' men de werke» van
Adama van (Scheltema leze»
Ant-w.Adaina van Siobeltema werd
in 1&77 te Amfterdam geboren en stierf
in 1924. Na het gyninasjum te hebbfem
afgeloopen werd Wij: student in de medi
cijnen. maar legde zich niet zonder siucioes
op de letteren toe. H|ijl w;a^ een vurig so
cialist en is in zij» gedichten wranQ
en ontevreden. Hiijl vindt dat ongeveer ad
lijn it|ij'dgenooten het mis' hebben. Mist
absoluut een geloofsbasis, wat ziij'h mioxee-
len ondergang- 'wordt. Is dus stellig geen
lectuur voor een Roomsjch jong meisje,
zbojil's u z'elf all ondervond. Leg_ Zcjpi'n
boek dan dadelijk uit de hand, zoodra u
merkt dat het volgens; uw' eigen uitdruk
king godslasterlijk is.
Vraag: Toen God de Engelen schiep,
wist Hliji vooruit, dat Hijl oln sommigen
hunner een eeuwige hel moes,t scheppen,
om hen daarin eeuwig te straffen. .Wiaairj-
,om schiep Hijl "hem dan toch Xoojn duivel
verleidde Adam1 en Eva, waren dus, die
Engelen niet geschapen, dan Zouden mis
schien onz'e eerste ouders niet geZoni-
digd en Christus niet Zoo veel hebben
moeten lijden. Waarom deed God dat nu?
A n t 'w.U lia.dt uw brief niet naar
mijl maar naar O.L. Heea- mloeteu starten!
Wolk menschenkind zal kunnen zeggen,
waarom God iets doet? 't Is vermetel
zulks te vragen, 't Is voor ons niet do
vraag, waarom God iets: deed, en hoe H|iji
het misschien' cok' nog\ had kunnen doen.
en op welke wijfze Hij' het ons: nog ge
makkelijker liad kunnen maken; de prak
tische vraag voor ons blijft, hoe Hij
het nu letterlijk gedaan heeft. Em dan
moeten wij' altijd goed in ons; geheugen
knoopen. dat Kljin vcwruitweten nooit in
vloed heeft op den vr!ij|èTi wil van En
gelen en m'ensphen, dat Hlij| oneindig recht
vaardig isj en aan ieder voldoende ge
nade geeft om! zaligi ta worden. Willé»
Engelen en men'schen, Zélfs g'eholpen door
iZIjln genaden, hun vrijen wil gebruiken
en voor een eeuwige zaligheid van geluk
zich dat kleine beetje gevraagde inspan
ning niet geti:oos|ten, da» zlijh zij', en zij
alleen, aansprakelijk voor hun roekeloozé
daad, met alle consequenties die daaraan
vastzitten.
Kerstmis! maar die een® nacht! wat Zou
ik geluildkig ziijnl
Maar -zilveren stemmetjies hervatten:
De Herderkens roept te zamen,
Die door do velden al kwamen,
Gloria, Gloria, Gloria!
Helpt hen de lammekens dragen,
Tot voor het kribbeken dragen,
Gloria, Gloria, Gloria!
Gloria in excelsis!
En die stemmetjes ze klonken Zoo- zoet
en zoo zacht, het was een stuk' -uit bet
geboorteland, met een stuk hemel er bo
ven.
.Meester Dorrens verberg zijn gezicht
in de handen en viel meer op .zijia blo.k!.
Hiij luisterde eigenlijk" niét. meer naar
den braven man uit Haren. Het- was
bom onuitsprekelijk wonder -te moe.
Laat in den nacht begaven zlij zich 'ter
ruste.
Maar de slaapvlood ziijn oogen, .wat
biji ook deed. Hij' voelde het, hijl leefde
als iu het vaderland tusschen brave nran-
schen, God en Godsdienst waren als1 in
da lucht, en al de herinneringen zij|ner
jeugd togen aan zij» geest "voorbij.
Sliep hij' weer in, dan hoorde hij de
stemmen van zijn kinderenhij' z'ag ze, ze
kwamen bij hem a,an zijn bed en riepen:
„Vader, vader, kom toch ter.ug, wij' zdj'n
zoo alleen", en dan sprong hijl o,p, het
Er licerstht ellende eu nood in de desa!
De Indische pers slaakt een noodkreet
voor den dringenden nood, waa|rki aicli
momenteel de inlandsehe bevolking be
vindt. Heit is opi het land en in de desa
momenteel misère-troef. Algemeen bekend
is. het, dat, "het grooitste gedeelte der
Inlandsche bevolking uitisluit-e»d ,van de
opbrengst van zijn grond leeft. Daarvan
betaalt hij- zijn piadj-eig en zijn vele desa,-,
lasten b.v. pamtj-en, pianoekang e» o-eroqa»,
koopt hij -zijn kleeren en zjijn dagelijiksche
behoeften; kortom het heele huidh|o|uden
van den tani draait om de opbrengst vian
zin grond. Hoewel de olqgist niet plecht is,
is tengevolge van de geldschaarschte in
den kampong de prijjs der pg,odu'Cten lot.
meer dan een derde gedaald. Hoe dik-
wulis is het niet voorgekomen, dat men-
sollen, die met lalabs e.a. hasil boeitni njaiai-
den pasar gaan, weer met het- meegebrach
te huiswaarts keer en. Dat er tengevolge
van al die misère in den kampong onder
de inlandsche bevolking een toenemende
onrust valt, te oonist-ateeren, is begrijpelijk
Wie de p-ysche van den Inlander kent, zial
wel weten, dat de desaman nu niat ,al te
gauw klaagt, al zit hij! tot ,aver de, o»r,en
in de zorgen. Vrees voor stoesah, welke
tengevolge daarvan zal ontstaan, weer
houdt hem om zijn gemoed te luchten
Doen het kan niet worden gezegd, dat
Kromio. niet gebulct gaat onder de ellende
De desa's zijn te verdeelen in: bergdeisa's,
desa's in de lagere streken en desa's om
cn bij groote steden. De menschen uit de
koude zweet parelde op zijn voorhoofd,
dan weer meende hiji braaf Anneke» t-a
zien staan voor zijn legerstede, hem zo,o
diep bedroefd aanziende e» steeds herha
lende: „Harry! Harry! w,a,t hebt gijl met
onze. kinderen gedaan
Hi0, was waarlijk 'blijj toen de morgen
aanlichtte.
Maar toen de morgen kwam on het- licht
in Zijn -slaapkamer doordrpng, viel hij in
een koortsigen slaap en lang duurde het
eer hij ontwaakte, want de ao-n stond a,ain
den hemel
Hi, -schrok, sprong op in zijn leger
stede, en wilde zich kleeden met spoed.
Heel laat was het echter nog niet, en
de brave menschen, wier 'gast hiji was,
moesten wel met alle 'liefdevolle stilte
e,n zonder het minste gedruisch, hun eerste
bezigheden verricht hebben, om Wem niet
in .Zijln slaap te storen.
Zij hadden inderdaad gedacht dat de
vreemde man rust noodig, bad, na, dien
vreeselijfcan rit en dat nog vreeselijkter
onweer.
Meester Dorrens keek verwonderd rond
bij zijn ontwaken, en wist in 't begin nieit
hoe bij het had.
Langzamerhand klaarden zij» gedachten
op en zag hij' zijn toestand in.
Lang verbleef hij in zittende houding,
op zijn legerstede, de ellehoigen op de
Wgdeisa's leven voprnamelijjk ^an hoeima
en palawidja (tweede getwassen), die van
de lagere streken uitsluitend van padi en
vischteelt en de darde categorie Zoowel
van da landbouw, nijverheid, handel -als
ambacht. Toen de gnoote cultjur.es nog niet
zoo waren, als zij thans zijn, legden de
menschen zich alleen toe op verbouw va»
producten èn voor eigen gebruik' èn voioi'
da kleine maikt. Tot diep in de kampongs
worden cassave- en serali-ioliefabtrieken op
gericht; de dampieu (k'etèlla) heeft waarde
gekregen ,en iedereen begint sampan te
planten. De vraag, is mimdier gewojrden da»
het aanbod en de .prij'Zen dalen. Nu do
sampeu gaen waarde meer bijna, heeft, zit
ten de menschen met den aanplant natuur
lijk in de maag. Het hieele jk'ajpitajad. va»
den tani zit in den grond; in de hoo,p
later oentioieiiig tezullen hebben, d-ooh
thans kunnen zij' zelfs de schuld aan de
al'deelingschéfs voor werkkapitaal, do
schuld aan de loemboteng voor leeftocht,
de: schuld aan de dessaibamk .voor blandja,
niet eens afbetalen. Daar komt de padjeg
nog, die moet worden betaald, en de desa-
lasten. De hoema brengt niets op, die
padipirijjaen zijn zeer laaig waar moet
liet thans heen? De sereh! is nog het eeni-
ge. wat geld opbrengt, doch om de' sum-
p-eu-tuinen in „kebon sereh" te her
schapen, hier is geen gjeld voor. Men
sehen, die wel een aanplant hebben, zitten
dik in het voorschot bij den fabrikant
en moeten de sereh tegen een veol lagere»
prijS verkoio,p:en, dan zij' feitelijk waard
Zoodoende kunnen zij niet priafitee-
ren van de prijsstijgingen. Voojrwaar ee»
treurige geschiedenis! Er is gezegd ge-
warden, dat de Inlander in schulden is
geboren, in schulden leeft en met schulden
naar het graf gaiat. Een pijnlijke waar
heid. Door het sluiten der suikerfabrieken
cn cultiuurondernem-ingen heeft bovendien
de. arbeidende klasse geen bron van in
komsten meer. Zij zijn tot fast der fa
milieleden gedoemd. Een geluk' bij een .on
geluk in de Inlandsche maatschappij! is,
dat de familieband zoo' ruim is. Neven
en achterneven vinden bij een welgesteld
familielid nog wel een bordje rij'st. Ook
de gastvrijheid is soms zeer groot-. Een
onverwachte gast (gasten) vindt (vinden)
nog wel een plaatsje .aan den geza,menlij
ken discli. Intusschen is het .zaak', dat
de r.egeerinig: aan d'ezien noodtoestand haiar
volle aandacht schenkt en haar taak ver
staat.
Van spionnen en spionnage.
'Wanneer prinsen aan spionnage deelnemen.
Een der chefs van den Pransohen ge
heimen dienst, dia voor een groot g'edeelte
in en tiijfdena den oorlog is olpigiebouwd,
doet ons in züjln „Helden zonder' roem"
kennis maken toet wel bijl uitstek uiteen-
loopende typen van spionnen. In het ,alge-
toeen kan .mén zich. opj het ejtandplunb
stellen, dat stpjonnen, die wérken voor
geld, dat zlijï in groote mate kunnen ver
dienen, niet op| eten lïjki gesjteld mogjen
iwlorden met sjpionnen, die het doen uit
'liefde voor het vaderland. Maar er zïjh
uitzlonderingen. Eien izbodauiga vormde
Ra.oul, ingasHireven als no. 118, die be
hoorde tot een der weinige faaniliën in
Sjpanje, wier hoofd Grande "kan worden
geheeten. Deze R,a»ul, verarmd tengevolge
van lichtzSunigheid, pitgestooten tuit >zlij!n
kring tengevolge van gebrek' aan achting
voor het protocol, had zich! blijf den inlich
tingendienst aanglemeld, gelijk anderen
zich aanmelden 'bij! het vreemdelingen
legioen. Maar-niet HijT toeval kwam' hij in
Fraitscben dienst, Want zlijh sympathie
ging slechts naar de Fransdhen uit. Hij
ifi een waardevol medewerker voor den
Prans;che» geheime» dienst gleWeest; hij
was, op: zijfn plaats zoowel in de sallons
van Berlijn als aan de sppedit-a-fels1 te
Wiesbaden, maar hijl wist zich' ook aan ta
passen aan de omgeving van de minsten
onder de minsten. .Stoutjmloedig tot in het
ongelooflijke, gelukkig tot bijkan® op) het
laatste oogenblik, Waagde Kijf telkenmale
alles en allen. Slechts enkele maanden
voor het einde van de» oorlog wérd hij
.ontdekt. Hijf had zich Weten in te leven bij
een konvooi va» journali'sjten en bezoe
kers van rang, dat den Keizér op1 een
algemeen© inspectie van het 'front ihocht
volgen. 'Wat er met Ireimj gebeurd is',
Weet niemandsléchts staat vast, dat
liiijl liet konvooi op een gegeven aogenblik
heeft veriatan, en dat, reed-S korten tij'd
nadat men helm! in liecht'anisj naimi, zlijlu
lot vaststond. Die herfèt van 1918 zag
ziijln einde.
Maar dezé S.ljjaansche prins, wérkelijke
prins, was geens'zins de hoogste in rang
onder de spionnen. Integendeel, mag men
de berichten, die van meer da» een kant
uit de gedocumenteerde verhalen ihot ons
komen, gelooven, da» isi, een der zo,ons
van den Keiz'er nauwi blijf het spionnage-
-werk betrokken geweeqt. Dleze, die ,onj
gezondheidsredenen niet te veel aan den
oorlog kon deelnemen, had zich in zlijlu
-ijver te ver in liet vijandelijk land ger
wiaagd. Maar de Pranschen wiste» niet
welken ko-qtbaien krijgsgevangene z'ij in
handen hadden; zlagen in liem een eenvoiv
dig 'Spionneerend officier, 'hetgeen echter
het gevaar deed toenemen, dat, men qpj een
kwaden dag hem Zon fusjlleeren. Die spion,-
nage-centraie, die Djuits;chland te San Öe-
bais;tiaan onderhield, besefte dit gevaar
volkomen. Maar Zulks; weer opj hetzelf
de oogenblik, dat men nieit bespft hoe
dicht in de nabijheid een handlanger vau
den Pransohen geheimen dienst was.
Meer dan eens; waren van Franscha
zlijlde middelen overwogen om. in het Duit-
sehe spjonnagekampi in (San S.ebastiann
binnen te dringen, en den Raad van Vjijjf,
die daar z'etelde, te verraspen. Alll'e pogin
gen waren op de Djuitsjjhe waakzaam
neid afgestuit. Totdat de Pransche ge
heime dienst Zijn oog; vestigde opj een
'Zijher agenten, een fors|che volkomen be
trouwbare man, die voor nietsj tai\ug-
deinsjde, sterk Was van binnen en van
buiten. Hem werd opgedragen zich on
der het mom' van desjörteur bijl den Duifc-
sjchen dienst te Sa» Sabastiaan aa» te
melden en oog en ooi- goed de kjojsjt te ge
ven. De man verstond Zijjn vak; in den
trein, die hem van ParlijlsJ naai- da Pyre
neeën, z'ïjh tweede tehuisj zou, brengen,
wist hij! onaangenaamheden te krijgenj jnal.
een onderofficier, hetgeen er toa leidde,,
dat hijl aan het einde va» dé reisl wérd
'pplgepiakt en in ee» militair bureau, opjge-
siioten. Op eigen gelegenheid wist hijl ite
ontkomen,, de grenzen te bereiken en Zoo
iZijln intrede te doe» in San Seba^tjiaan. Hij
wachtte er zich wel voor Zich bij dn
D|uits,tehers te gaan aanmelden, maar hier
en daar, waar Mjl zich een borrel veroor
loofde, liet kijf niet na. Zijn ontevredenheid
te kennen te geven over den Fi-ansjchlen
diensjt. Het duurde dan ook nialj 'lang of
,'de Duitséhers kWaimen tot hém',, en wis
ten hem op gewon® wijfza uit 't Slpéan^elie
kamp der geïnterneerden te bevrijkten. Hij
'werd i n diensjt van de Diuitschea-s gesteld
hij eï-kende uitsjtelklend Sipaa»sch 'te ken
nen, maar veins.de geen wioord Duitsch
te verstaan, hetgeen hem het voordeel
(gaf, dat in zijln nabijheid dikwerf dingen
'werdengezég'd, die men anders) voor hém
Zou hebben verzWegen. 'Op sphijhbaar lis
tige wüjhë wisjen da Duit;schers zich van
zlijh diensten meester te mjrice11; hij tee-'
kende een contract met hen en Wijl ging
in hun dienst. Al spoedigmoest hij! 'een
reis naar Frankrijk ondernefnenals
Castiliaansch edelman vermoond bracht hij
'agen in een hotel "te Parijlsj door,, totdat
Ijl Op een gegeven oogenblik "de mededeef-
ling ontving, dat hijl zich op een bepaalden
avond opi een bepaalde plaafc^' in de Notre
Dame te bevinden had. Diaar liep hem
iemand tegen het lïjlf, die hem( een klein
biljet in de handen stolpte,, 'dat hem du
opdracht overbracht ,om bepaalde dingen
van den Franschen vliegdjenst iiiti te vin
den, en vooral naar San Sebaisjfciaian tu
brengen de teekening "van een njéuW en
met groote kracht werkend Prtansj^hj
vliegtuig. De Frani^che agent waagde het
zich,, zoo voorzichtig mogplijk, in verbin
ding te stellen mét Zijlne superieuren te
I'arijls. Dat was een niet ongevaarlijk 'ierts,
want te ParijlS evenals leiders loerden da
agenten van de Duit^eha spionnage Ceni-
l.rale op: hem. Maar dan eenige andlérd
sp-ionnagediemst had die der Djuitsehers
tot gewoonte en geen ^leehte gewoonlfi
om eigen sjpionnen nauwkénrig te doen
volgen teneinde zich van hun betroujwl-
baarheid te overtuigen. .Hoe goed ware
het niet mogelïjlk gCwéesjt, dat ra'en "hemt
op den weg naar het woonhuis van Zijln
sjuperieuren ware gevolgd en dan had
uiet alleen Zijln leven gevaar- geloolpetn;,
maar was er van Zijfn varderp plannen
niets terecht gekomen.
De '%ionnage centrale te San Sebaati-
aan nu had de moeilljlke opdracht ,uit
Duitschland ontvangen om het fusiléeren
van den Duiteehen Frins te beletten.
Wien kon men beter uitzenden dan den
vermomden FranSche» agent om! deh!
Duitsjehen Prins uit de Franschq gpvangq-
nis te bevrijden. Opnieuw ging deZe dus
naar Parijlsj en opnieuw waagde hij' het
zijln iquperieuren te bezloeken. Hij kfwani
op het best denkbare oogenblik. Die Duii-
schers hadden ee» grooten sla® 'geslagen
in het door hen bezétte gebied; dopir ee»
knieën gestut, het gelaat in de handen.
Langzaam toog al het beleefde, a,an zijn
geest voorbij'.
Weer schalde het kerstliedje dat te
Maastricht gezongen werd in zij» ooren
en een heele vlucht van herinneringen
stormde op hem aan.
Hij schudde droevig het hoofd, moede
loos. Bet was als wilde hij den Strijd
tegen het verleden dan toch maar opge
ven. Hij kon bijna niet meer.
Daar hoorde hij, opt ee.ns ,eén heel zwak
zilveren kinderstemmetje, half zingend,
half sprekend, een strofe van het kerst
liedje zeggen, meer gestameld, dan gespro
ken of gezongen, zoioals de kleine -dreu-
mes'sen gewoonlijk opzeggen of Otpzingen,
wat men hun met alle moeit® ingatrech-
heeft.
Hij stond op en tuurde door de reten
der planken .afscheiding.
Toen zag hiji klein Maijik'en, op het
groot bed op haar knietjes: gezéten, de
handjes gevouwen, de oogen gericht op
een kruisbeeld aan den wand, en op dreu
nende. met varieerende stem, dan half de
woorden qpslikk'end en dan weer met des
■te grooter overvloed de vlolgende uit te
stooten.
Het was een allerliefst gezicht.
Het hemdje was van een schouder afge
gleden, eu de blonde krullen wel wat ver
ward zaten als sen heiligen schijn om het
lieve koppetje.
Ai! komt dan ons qoik! te wekken,
Opdat met, spoed wij' vertrekken
Al tot in het land van Bethlehem.
Dan zullen wij dartele springen
Dan zullen wij vroolijko zingen,
Gloria, Gloria! voor Hem!
Gloria in excelsis!
Zoo zong de klein© en keek daarbij; zlo®
onuitsprekelijk naïef cp' tot onzie» Lieven
Heer, dat hat u diep moest aangrijpen.
Meester Dorrens kon zijn oogen niet af
wenden van dat kleine zangeresje, eta wat
al lieve tafereeltjes aweéfden er .op en
af tusischen dien man die daar gjunude
door de spleten der planken, met betrjian-.
da -oogen, en die onschuldige kleine, bid
dend en zingend op het grioote bed van
vader en moeder.
Hijl sloot de oogen en leunde het hoofd
tegen de planken.
Op eens trok hij zich terug.
„Het is toch te laait!" murmelde hij!, „te
laat, zoo k,on het niet, nu qojk niet, dus!
geen dwaasheden!" en hij ploniste zijn
hoioid in het water met nieuwen ijver, om
dan Weer stil te staan, in zijn overpein
zingen verloren!
Hij was klaar. Het was tijd.
Want er werd ook gekljopit.
(Wordt vervolgd.)