ZOEK
inomen of
clientèle?
liiksche Opruiming
iters - Goes
en oud
i houdt
SS! Goes P
mg van de
PH. DE VALK
BEHOORENDE BIJ DE „NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT" VAN 25 JUNI 1921
i
J. W. RIJK.
soorten FQRNITUREN, zooals
fifenSerge vanaf f 70 ct. p. el
Rooseuttóa!
ilsslonair in Effecten.
keet" te Goes,
OPROEP
om Zaaiers voor Scandinavië.
Een verborgen Missiebloem.
Missiemedaljons.
JWSCHE COURANT
oek en Omstreken bezichtigt
i Porseleinaldee-
rr zooals je ziet is daar alles
Voortaan zal dit steeds ge-
ir je soliedst en goedkoopste
ize in Knoopen
e en Stikzijde, zeer geschikt
en kleermakers.
I - LINGERIE - TRICOT-
iN - HANDSCHOENEN -
IN - BOORDEN
TOFPEN
SIT-INfOeHTlNG.
urende de markturen zitting in het
aan voor alle voorkomende
Effectenzaken.
JEER BILLIJK. 2^26
8679-3»
rone Koopjes
jime keuze GasUlmpen,
lomforen in voorraad
voor Geëmailleerde en
eukart-Formiizen
•ter succes leveren wij P
erikaansche Petroleum- P
ornuizen
Aanbevelend,
ge Kerkstraat, Goes
MISSIENUMMER IEMID AGO
SS
Als we bij den H. Johannes de zoo roeren
de samenspraak hebben gelezen tusschen
Jezus en de Samaritaanscbe vrouw, dan valt
ons des te meer het woord op, dat de godde
lijke meester daarna tot zijn apostelen spreekt
„De maaier ontvangt loon en verzamelt
vrucht tot eeuwig leven, opdat èn de zaaier
te gelijk zich verheuge èn de maaier. Want
hier wordt het spreekwoord bewaarheid: De
een zaait en de ander maait, Ik zond U om
te oogsten, wat gij niet bearbeid hebt
anderen hebben gearbeid en gij zijt in hun
arbeidsveld ingetreden". (Joh. IV: 36-38).
Ziedaar, zijn apostelen noemt Jezus maaiers;
zij en hun opvolgers, de missionarissen,
moeten den oogst binnenhalen voor den
hemelschen Vader. Kostbare oogst, die zielen-
oogst!
Doch wat zij oogsten, hebben niet zij ge
zaaid. Zij plukken slechts vruchten, welke
zij niet deden groeien.
Wie heeft het graan dan uitgeworpen,
waaruit zulke rijke vruchten voortkomen,
welke is de zaaier, aan wiens arbeid zulk
een vruchtbare oogst te danken is?
Lezer, zult gij het gelooven, indien ik U
zeg, dat die zaaier niemand anders is dan
de ziel die bidt? Ja, hij die bidt voor de be
keering van zijn broeders, hij zaait, in 't
verborgene weliswaar, doch zijn zaad zal
opschieten en vruchten dragen tot eeuwig
leven.
Het gebed is het onfeilbaïe middel ter bekee
ring der zielen, de eenige sleutel de deuren der
Katholieke Kerk voor hen openend, de ingang
waardoor de Herder zijn schaapjes binnen
leidt in dén waren schaapsstal.
De missionaris is het werktuig, dat slechts
zijn nut heeft naarmate er gebeden wordt,
dat eerst dan met vrucht arbeidt, wanueer
een biddende ziel het scherpt en vaardig
maakt. - m..
En gaarne erkent de godsgezant deze
waarheid. Op het Vaticaansch Concilie sprak
een Bisschop uit het zwarte Afrika: „Men
is verwonderd over de snelle vorderingen
van het Katholiek geloof in- de Afrikaansehe
missiën, en men zegt met verbazing en eer
bied: „Wat hebben die missionarissen goed
gewerkt". Doch wij zeggen: „Wat hebben
de zielen in Europa vurig gebeden!"
Als het nu waar is dat het gebed de on
zichtbare graankorrel is, waaruit een heer
lijke zielenoogst opgroeit, wie zal dan weige
ren om op zulk een doelmatige wijze tot het
gejuk, het eeuwige vooral, van zooveel
duizenden menschen bij te dragen; wie zal
dan niet die zaaier willen worden, die den
akker des hemelschen Vader bebouwt?
Arbeiden aan het welzijn van onzen even-
mensch, ziedaar het ideaal, dat men zoo vaak
voor onze oogen doet schitteren in deze eeuw
van sociale werkeD. Doch met dien arbeid
beoogt men dikwijls enkel het tijdelijk geluk
van den naaste, terwijl het gebed voor
namelijk zijn eeuwig welzijn tot doelwit heeft.
Is dit niet een begeerenswaardig ideaal,
vreugdebrengend voor anderen niet alleen,
maar ook voor ons zelf'?^
Trouwens de goddelijke Verlosser zeide
tot zijn apostelen: „De maaier (d.i. de mis
sionaris) verzamelt vrucht tot eeuwig leven,
opdat èn de zaaier te gelijk zich verheuge
èn de maaier". -
O ziel, die bidt, welk een bron van gerust
heid en blijdschap zal het voor U zijn, wan
neer gij op den dag des Oordeels, gelijk de
Patriarch Joseph in zjjn droomgezicht, U
omringd zult zien door een menigte goudgele
gairven, vol van rijpe korenaren: uw deel
aan den oogst der zielen!
Welnu, Zj. II. Pius X heeft een syndicaat
in het leven geroepen van zaaiers, 'die zich
vrijwillig aaneensluiten om hun zielenzaad
op de akkers van Scandinavië uit te strooien.
De hoofdzetel van dit verbond, opgericht den
8ste Maart 1910, is gevestigd in de Abdij
van den II. Mauritius, Bisdom Luxemburg.
Door tusschen komst van den ijverigen missie-
vriend Dr. Jan Smit, kwam verleden jaar
een afdeeling daarvan voor Nederland tot
stand bij de Eerw. Paters van het Gezelschap
van Maria (Meerssen L.)
De verplichtingen der leden opgelegd zijn
zeer gering: dagelijks behoeven zij slechts
één weesgegroet te bidden voor de bekeering
van Scandinavië, waarbij wij tevens ook
Finland rekenen.
Aan het lidmaatschap zijn vele geestelijke
voordeelen verbonden en de inschrijving is
geheel kosteloos.
Wie wordt lidvan onze vereeniging? Wie
wil één weesgegroet per dag voor de be
keering der Scandinavische volkeren bidden?
Wie wil ook andere leden werven en als
zelateur of zelatrice optreden?
Jongelieden van Goes en omstreken, wilt
gij niet ter liefde van God en ter liefde van
de zielen werkzame zaaiers opsporen en ze
voor de Noordsche landen in dienst nemen
Bizonder gemakkelijk zal U deze taak zijn,
hu de missieweek de harten zal ontvlammen
voor het schoone werk der Missionarissen.
Niemand zal uw vraag als onwelkom afslaan,
daar gij geen geldelijken doch geestelijken
steun vraagt.
Komt, laat yoor U de missieweek niet
enkel bestaan in het aanhooren van een
preek, in het bezichtigen der missietentoon
stelling, in het brengen van een geldelijk
offertje, maar weest gedurende deze acht
dagen actief voor de missie, doet iets voor
haar. Het is de - -
goede God, die
liet U vraagt. Hij
ook zal U rijke
lijk loonen.
Keurige in
schrijvingsbiljet
tèn kunt U gratis
bekomen op de
tentoonstelling
aan den stand
van de Paters
van het Gezel
schap van Maria.
Geeft hun dan
ook de lijst der
nieuwe leden
(naam en voor
naam), welke gij
geworven zult
hebben, of indien
gij het verkiest,
kunt gij' ze op-
zendennaarmijn
adres. In 't laat
ste geval ver
zoek ik U te ver
melden of gij
aan de nieuwe
leden inschrij
vingsbiljetten
verstrekt hebt of
niet.
Vol vertrou
wen verwachten
wij dat er in
Goes en omstre
ken vele vlijtige
zaaiers voor de
missiën van Denemarken, Zweden, Noorwe
gen en Finland zullen gevonden worden.
P. BOERRIGTER,
Bunderstraat 329, Meerssen (L.)
IIoogEerw. Pater CYRILLUS THEWES, Ord. Carm.
Overste der Missie van de Paters Carmelieten in
Brazilië, geboren te Goes 17 Febr. 1870
Een der heldhaftigste en van apostolischen
zielenijver meest brandende missionarissen,
die de beroemde St. Joseph Congregatie van
Mill-Hill heeft voortgebracht, is voorzeker de
Amsterdammer Felix Westerwoudt, die 13
lange jaren heeft gearbeid onder de onbe
schaafde, ruwe en vuile berg-Dajaks van
den Shingi op Engelsch Borneo.
Deze zoon van patricischen huize koos
zich vrijwillig een leven van ontbering en
verlatenheid hij de eenige Europeaan
tusschen de wilden om de zielen van dat
op een schoone bloem, welke ongezien bloeit
in een ontoegangelijke rotskloof van het hoog
gebergte, alleen bij God bekend."
Moeraskoortsen, gevoegd bij afmattende
arbeid, dag en nacht onder tropisch klimaat,
sloopten de krachten van dezen voorbeeldigen
zendeling en hij die zich den len October
1885 als een gezonde, veerkrachtige jonge
man te Triest inscheepte voor Borneo, was
toen hij den 13 April 1898 op zijn stervens
sponde in het missiehuis te Kuchin lag uit
gestrekt; niet meer dan de ruïne .van een
mensch, opge-
teerd en uitge-
leefd, hoewel
nog maar 39 ja
ren oud, In den
dienst van God
en de beharti
ging van het
zielenheil der
Dajaks, wien hij
het Evangelie
had gepredikt.
Eerst na zijn
dood werd he
kend wie en wat
father Wester
woudt geweest
was. „Niets voor
zichzelven, was
hij alles voor
allen, schreef
zijn medebroe
der father Reijf-
ffert, van hem.
„De slaaf van
anderen, vernie
tigde hij zich als
het ware voor
hen. Heiligheid
bij hem bestond
in alles zoo vol
maakt mogelijk
te doen in be
trekking totGod,
tot den even-
mensch, tot
zichzelf - en
een dagelijks,
herhaald offer
van zichzelf, van alle gemakken, van alle
zelfvoldoening. Heel zijn doen en laten
was een stipte navolging van het leven der
heiligen. Zijn leven was een soort mar
telaarschap, zooveel te verhevener naar
mate die beproeving lang, geduldig en blij
moedig gedragen werden zonder eenigen
menschelijken troost, zonder aanmoediging,
zonder bewondering, bijna voortdurend in een
zaamheid."
Gelukkige Kerk, die zulke helden kweekt,
gelukkig Nederland, dat op zulke zonen
roemen mag
Indien wij den missiearbeid der zendelingen
dief ons vaderland hebben gekerstend, circa
1200 jaren geleden, zouden symboliseeren in
De ZeerEerw. Father A. RIJK, uit Goes,
met het baseball-team zijner parochiale school. Father RIJK is sedert 1907 werkzaam in
de Missiën der St-Joseph's-Congregatie voor Vreemde Missiën (Mill-Hill)
op de Phillippijnsche Eilanden
yoor hoogere indrukken schijnbaar onvatbaar
volk te winden voor de heilsleer van Christus.
Al wat naar rust, naar gemak, naar het meest
elementaire comfort zweemde, verachte hij
om, het leven der inboorlingen als een hun
ner medelevend, zich des te beter als hun
aller broeder ingang te kunnen verschaffen
tot hun hart.
Waarlijk, een verborgen Missiebloem, waar
van een ordesgenoot aan Felix'zuster schreef
„ik gelooi dat onze dierbare Felix Wester
woudt er de voorkeur aan geeft te gelijken
den [houw van een tempel, dan zouden wij
daarin medaljons behooren aan te brengen
met de beeltenissen der apostelen van Neder
land, zooals de in en buiten Rome beroemde
kerk van St. Paulus-buiten-de-muren de
medaljons vertoont met de beeltenissen der
pausen.
Voorop gaat dan ons aller vader in Christus,
de H. Willibrord. In 657 geboren, trad hij
reeds vroeg in de orde van St. Benedictus
en maakte te Rippon in Engeland en te
Rathmelsigi in Zeeland, vele vorderingen in
wetenschap en deugd. Op zijn 33e jaar als
missionaris naar Nederland toenmaals het
land der Friezen geheeten scheep gegaan,
landde hij, vermoedelijk in 691, te Katwijk
met zijn elf gezellen.
Eerst ging hij naar Pepijn van Herstel om
van den Frankischen hofmeiep den noodigen
steun voor zijn werk te ontvangen, daarna
naar Rome om van den Paus bevestiging
zijner zending te erlangen. Teruggekeerd
arbeidde hij met kcnnelijken zegen Gods aan
de christianiseering van ons vaderland en
met name Zeeland, speciaal het eiland Walche
ren, was het tooneel van zijn onvermoeid
ijveren voor de uitroeiing der afgoderij. Naar
Rome teruggegaan werd hij door Paus Sergius
tot aartsbisschop der Friezen gewijd. Terug
gekeerd in zijn missieland vestigde zich
Willibrord te Utrecht en stichtte daar het
beroemde bisdom, dat zoo onnoemelijk veel
voor de bekeering en beschaving van Neder
land heeft gedaan. Nadat Willibrord zoowel
in als buiten ons land overvloedig voor zijn
God had gewerkt, stierf hij den 7 November
739 te Echternach in Luxemburg.
Met St. Willibrord werkten mede aan de
bekeeriug van onze heidensehe voorvaderen
W erenfridus, apostel der Betuwe, Wiro, Plechel-
mus en Otger, die Gelderland en Óverijsel
cliristianiseerden, Adelbert en Engelmond apos
telen van Kennemerland. Verder Gregorius,
de beroemde leerling van Willibrord, bis
schop van Utrecht, die de kloosterschool
aldaar tot grooten bloei bracht en last not
least St. Bonifacius, wiens werkzaamheid wel
hoofdzakelijk in Duitscliland lag, maar die
toch drie jaren lang met St. Willibrord aan
de bekeering der Friezen arbeidde en op den
5 Juni 755 te Dokkum onder het zwaard
des heidensehe Friezen viel en zoodoende
met zijn martelbloed den vaderlandschen
grond besproeide.
Limburg roemt terecht in St. Servatius als
in zijn geestelijken Vader, die er reeds in
de 4e eeuw het evangelie predikte en in
384 als bisschop van Maastricht stierf. Zijne
opvolgers hebben veel voor het behoud en
de uitbreiding des geloofs gedaan, zooais de
H. Monulphus (f 520), de H. Amandus, de
II. Lambertus. omstreeks 708 gemarteld en
de H. Hubertus.
Waar wij in deze Missiedagen onze oogen
wenden naar de heidensehe landen van over
zee, mogen wij niet degenen vergeten, die
ons en ons voorgeslacht uit de schaduwen
des doods hebben overgebracht naar het rijk
des lichts, uitstralend uit het Evangelie. Niet
om niet vermaant ons de apostel„Gedenkt
uwe oversten die U het woord Gods verkon
digd hebben en hunne werken ziende, volgt
hun geloof na."
ZENDELINGSBEDE
Aan de Missionarissen van Scheut.
Eenen heb ik mij verkoren,
Eenen heb ik trouw gezworen,
Eenen, die mijn hart beviel,
Heb ik lief in zin en ziel,
Jezus, Jezus!
Hoort, zijn stem vol liefdesmerte
Roept en lokt mij uit de verte
Heer, ik heb Uw stem gehoord,
Mij geschiede naar Uw woord,
Jezus, Jezus
'k Wil Uw kruize zonder klagen
Langs Uw bloedig voetspoor dragen,
Lijden, sterven zooals Gij,
Onbekend aan Uwe zij,
Jezus, Jezus!
'k Wil van moederwonne weenen,
Zoo ik van de zwarte kleinen,
Uwe kinderen, eens maar, ach,
Eens Uw Name hooren mag,
Jezus, Jezus!
X.
N.B. De tekst van bovenstaand treffend gedicht
werd met eene schoone toonzetting van Em. Hnile-
broeck gepubliceerd in het Decembernummer van
den 3en jaargang van „De Lelie", R.-K. Damestijd
schrift voor Noord- en Zuid-Nederland. Red.
„Het leven van een missionaris
moet tot grondslag hebben de alge-
heele verloochening van zich zelf en
de navolging van Jezus' leven en dat
zijner Apostelen."
St. Vincentius a Paulo
a
-n