De Groote Oorlog.
No. 80.
Dinsdag S3 Juli 1918.
Veertiende Jaargang.
FEUILLETON.
Viruhijnl eiken MUNDIC JKKDM- m mCIIOHD,
Het mandement van 1868.
Onder den grond.
Do strijd in het Westen.
NIEUWE ZEEUWSQ
Atewrmmtiprij» p. 31— «iten rmr Gws f 1.iaarbuitfci 1.36.
AioornkerLgkt numoMri Mat, dubbol* bladaa 10 wnt
AdvortantiMt werdon fcvj»w*cht róér half «en uur 'i namiddags.
Kantoor v. d. Administratie: BoudtwIJn da Wltfaafraaf A 135* GOES.
lal. intarc.Directie no. Si. Redactie ao. 97.
Reclameberichtan 30 Ct. p. r. Bij abonnement epetaate ptijs.
AdrertentiSn ran 1*^-5 regels f 0-75, iedere regel meer 15 Ct
Eeneelfde ad Tartende 3 X geplaatet wordt 3 X bereketA.
Dén 22en Juli 1868 ronden de bisichop-
pen van Nederland een gezamenlijk
schrijven aan de hun toevertrouwde
geloovigen, waarin zij het standpunt der
Kerk betreffende het onderwijsvraagstuk
uiteen zetten.
In de vijftig jaren, die sinds de uit
vaardiging van dat schrjjvcn gewoon
lijk het mandement van '68 genoemd
zjjn voorbij gegaan, heeft het niet opge
houden een kracktigen en tegeljjk wel-
dadigen invloed uit te oefenen op de
denkwijze onzer vaderlaudsche Katholie
ken over de schoolkwestie. Immer bleef
het de strijders voor de bijzondere
Katholieke school bezielen en het strekte
hun tot richtsnoer bij hun actie voorde
vrijmaking dier school uit de liberale
overheersching. De forsche reactie tegen
Kappeijne's schoolwet, het volkspetione-
ment der 160.000 R.K. huisvaders aan
koning Willem III op 3 Augustus 1878,
het taaie vasthouden aan het eens ge
kozen doelde wettelijke gelijkstelling
van het openbaar en bijzonder Onderwijs,
ziedaar -evenzoovele schoone vruchten
die het mandement van '68 afwierp En
het zou bij de viering van het gouden
feest der uitvaardiging van dat herderlijk
schrijven als de kroon op het werk der
bisschoppen van '68 mogen worden be
schouwd, zoo ons de aanstaande Troon
rede de mededeeling bracht, dat de
beloften, neergelegd in het nieuwe grond
wetsartikel 192, in deze wetgevende
Seriode zullen verwezenlijkt worden en
e Roomsche school niet langer als het
stiefkind van den Staat wordt behandeld
gelijk haar geloovig Protestantsche zuster,
maar een gelijkberechtigde positie met
de openbare school zal gaan innemen.
Inmiddels ligt het geheel in de lijn
van de herdenking der uitvaardiging van
„het mandement",, daaruit een paar
markante passages aan den lezer voor
te leggen en wel eene, die het standpunt
der R.K. Kerk inzake het onderwijs
klaar en duidelijk weergeeft en eene
waarin de invloed van den onderwijzer
op zijn leerlingen wordt geschetst, waar
door vanzelf de „neutrale", d.w.z. gods-
disnstlooze school met „neutrale", d w.z.
zoolang zij doceeren on in betrekking
tot het te geven onderwijs godsdienst-
looze onderwijzers veroordeeld is.1)
„De Kerk wil dat de jeugd in de
wetenschap onderwezen worde, maarzij
eischt tevens, dat dit onderwijs in alle
opzichten katholiek en godsdienstig zij.
Van de eene zijde wil zij niet, dat de
jeugd in onwetendheid opgroeie, maar
van de andere zjjjde keurt zij niet elk
onderwijs goed. Zij verwerpt niet alleen
alle ongodsdienstig, maar ook alle gods
dienstloos, onzijdig onderwijs, waarbij de
godsdienst is uitgesloten. Het eerste
verfoeit zij als verderfelijkhet andere
keurt zij af, als minstens onvoldoende
en gebrekkig; het eerste mag nimmer,
het andere slechts bij gebrek aan beter
worden aangewend. Zal een school het
vertrouwen der katholieken alleszins
waardig r|jn, en hunne goedkeuring weg
dragen, dan is het niet voldoende, dat
zij den katholieken godsdienst (gelijk
het heet) eerbiedige, dat is, volstrekt
onaangeroerd latemaar zij moet dien
godsdienst zeiven leeren kennen en be
oefenen. Op zulk een school is het zoo
gezegde maatschappelijke onderricht met
het godsdienstige ten nauwste verbon
den, het godsdienstig beginsel doordringt
Seheel het onderwijs en overal doet zich
e invloed van den godsdienst gevoelen.
Met één woord, het onderwijs is daar
niet bloot het verhoogen van zekere
eerste kundighedenniet enkel een fat
soeneeren der jeugd tot burgerlijke wel
gemanierdheid en tuchtook niet het
opkweeken van een rechtschapen heiden,
die slechts eigen volmaking tot doel,
zelfbehagen tot grootste drijfveer zal
hebben, neen, het is daar een middel,
dat de ouders en zielsverzorgers te hulp
komt in de opvoeding van een jong
christen, die als kind Gods, als zoon der
Katholieke Kerk, als erfgenaam des he
mels moet leeren denken, gevoelen, en als
christen de christelijke deugden beoe
fenen".
De onderwijzer volgt dag aan dag de
trapsgewijze ontwikkeling van den jeug
digen geest, «n kan aldus geregeld,
allengs en ongevoelig, begrippen inpren
ten, die, vermengd met de overige leer
stof, het voedsel uitmaken van het ver-
stand, dat zich ontwikkelt en zich daar
mede als vereenzelvigt. Voegt hierbij
het gezag, het aanzien van kunde en
wijsheid, dat een bekwaam onderwijzer
bij de jeugd genietde afwisseling, die
hij in zijne godsdienstige of ongodsdien
stige lessen weet te brengen, door ze nu
eens bij het leesonderricht, dan bij het
verhalen eener geschiedenis, dan bij
eenige andere leeroefeningen te pas te
brengen, dit alles werkt mede om hem
het inprenten van goede of kwade be
ginselen in de harten der kinderen
gemakkelijk te maken".
Zooals men ziet, spreken de bisschop-
en in deze passages gelijk in gansch
et mandement onverbloemd en met het
onmiskenbaar gezag van mannen, die,
zooals de H. Schrift zegt, door den H.
Geest zijn aangesteld Gods Kerk te
besturen. En waar men ook ter wereld
elders het oor te luisteren legt bij de
bisschoppen van Gods Kerk, steeds en
overal vangt men in de schoolkwestie
hetzelfde geluid op.
„Aan u, vaders en moeders" dit is
een woord van het Fransche episcopaat
„behooren de kinderen, ornaat zij zijn
vleesch van uw vleesch en gebeente van
uw gebeente. Aan u komt het onver
vreemdbaar recht toe, om na hun het
leven des licbaams te hebben gegeven,
hen in te wjjden in het leven der ziel".
Het onvervreemdbaar recht
der Katholieke ouders op Katholiek
onderwjjs voor hun kinderen, door den
Staat erkend en geëerbiedigd, ziedaar
de quintessence van gansch onzen school
81) i
Het rumoer ia de prefectuur van po
litie hield aan, zonder dat in al die
drukte iemand scheen te denken aan de
gevangenen, die in de cellen opgesloten
en sedert bijna twintig uren van voed
sel verstoken waren.
Eenigen dier ongelukkigen, die des mor
gens tevergeefs hun eerste ontbijt, daar
na om negen uur hun tweede verwacht
hadden, beginnende te vreezen, dat men
hen van honger wilde doen sterven, trap
ten tegen de deuren en riepen luidkeels
om de bewaarders.
Het was bijna middag;; de bewaarders
antwoordden niet, hiet kanori bleef met
hevigheid bulderen en in de richting van
de rue de .Vaqgirard hoorde men liet
scherpe en regelmatige ratelen der chas
sepots.
Plotseling liet een gedruisch van paar
den en wielen zich op de binnenplaats
hooren, een compagnie gefedereerden, tot
aan de tanden gewapend, stormde de
gang binnen en de cellen weiden met
woest getier geopend.
Beangst door de nadering van het la
ger en zich in de prefectuur van politie
niet veilig meer achtende, oordeelde de
burger Ferré het noodig ten spoedigste
te verhuizen, ten einde dichter bij de
door hem aan den dood gewijde gijze
laars te zijn; overwonnen, voelde hij met
nog des te grootere hevigheid zijne bloed
dorstige lusten ontwaken en bereidde hij
met de woede van de vertwijfeling de
lang door hem en zijn afschuwelijke mede
plichtigen beraamde wraakoefening voor,
Door zijn lijfwacht van beulen omge
ven, had hij alvorens heen te gaan nog
nieuwe slachtoffers willen uitkiezen, ten
einde zie naar de voor de algemeeuo
slachting bepaalde plaats MazaS of la
Roquette mede te sleepen.
Afgrijselijk van toorn, met het schuim
op de lippen, het pistool in de hand
ging hij van cel tot cel, deed er de ge
vangenen uithalen en wees met een kort
woest gebaar diegenen onder hen aan,
die ten spoedigste naar la Roquette ver
voerd moesten worden.
Hun lot was geschreven op het vlam
mend gelaat van dien rechter zoowel als
op de onheilspellende tronies aer gefede
reerden; door een teeken van Ferré aan
gewezen, werden zijl ruw in het midden
der gelederen geduwd, met touwen ge-
strijd. En voor de vrije, onbeperkte uit
oefening van dat recht met erkenning
onzerzijds van het recht van den staat
om waarborgen voor deugdelijk onderwijs
te stel'en zal het Katholieke voik
strgden, zoolang het adem heeft.
J) Men ve-sta ons wel. Het is allerminst orss
bedoeling iets af te dingen op het gedrag of
het karakter van tal van voortreffrltfke, geloovige
Katholieke onderwijzers aan de openbare echolen,
die, voorzcover het van hen afhing en nog af
hangt, van de neutrale school wisten en weten
te maken wat er onder de bestaande reglementen
van te maken valt en vooral in die gemeenten,
waar eckel Roomsche kinderen ter openbare
schole gingen, die school zoo goed mogelfyk
trachtten dienstbaar te maken aan de opleiding
tot alle christelijke en maatachappelijke deug
den", ietf wat ook de liberale wetgevers van
1857 en 1878 beoogden, maar wat practisch een
fictie is gebleken. Zeer zeker heeft tegen den
wil dier wetgevers de houding van vele openbare
onderwijzers, die b.y. als sociaal-democraat aan
godsdienst, gezag en eigendom vijandig tegenover
staan, er veel toe bijgedragen de openbare school
ook bij tal van liberalen in discrediet te brengen.
Hat tegenoffensief dar Franschen.
Op één punt stemmen de meeningen
der militaire' critici allé overeen, n.l. dat
'in den sector Champagne generaal Gou-
raud, bekend van de Dar.lanellen, deu
vijand volkomen heeft, van de wijs ge
bracht en dientengevolge de strategische
plannen van de Duitschers ernstig heeft
verstoord.
Kolonel Repington toont aan, dat de
vijand een wanhopigen tegenstand ven
wachtte in de stelling van Moronvillers
en dat zijn plannen geheel in duigen wer
den geworpen, toen hij; ontdekte, klat deze
positie slechts" was bezet als een voor
uitgeschoven post, terwijl Gouraud'-sTeerste
gevechtsstelling meer naar achteren lag.
De Duitsche opeengehoopte kanonnen be
schoten de Moronvillerspositie zeer he
vig en de stormtroepen dachten, dat 't
gemakkelijker ging, dan was verwacht.
Maar toen kwamen rijf in de gevechtsstel
ling van generaal Gouraud, waar zijl
zwaré verliezen leden, zonder cenig voor
deel tei behalen. De stormtroepen stormden)
stormden tegen de gevechtsstelling op
zonder den steun van hun artillerie en
konden niets zonder het geschut, uitrich
ten. 1
De militaire médewerker van „De Tijd"
schrijft o.a„i
„De lezer heeft vaak uit onze beschou
wingen kunnen lezen1, dat wij' eene groote
bewondering hadden voor de .prestaties
van de Duitsche legerleiding, en het Duit
sche leger. Wat de Duitsche legerleiding
echter in de; laatste maanden te aan
schouwen heeft gegeven, heeft die be-
wondering wel een weinig doen dalen.
Wij constateeren in het Westen een sprin
gen van den hak op den tak, dat welis
waar weer met, behulp van „demon
straties" tot, een groote strategische lijn
te maken is, doch tot deze „aan'eikaar-
bonden, grof beschimpt, zelfs mishandeld
indien zij de uniform van het geregelde
leger diroegen, en zoo mogelijk nog ra
wer behandeld, wanneer de moordenaars
ia hen gendarmen, politieagenten, voor
al priesters of religieuzen meenden te
herkennen.
Onder de slachtoffers waren er ver-
scheidemen zelfs niet ondervraagd gewor
den; den burger gedelegeerde bij' de ju
stitie was zoowel hun naam onbekend
als de misdaad, die hun ten laste gelegd
werd, maar dat was hem om het even,
mits het bloed slechts met stroomen vloei
de en hij zich voor zijn dood, daar hij
toch niet kon ontvluchten, in het gfezicht
van de slachting kon verlustigen, zijn
lafhartigheid in een bloedbad versterken,
Op de binnenplaats brulden hellevegen,
dronken van wijn en bloeddorst, de Car
magnole, terwijl zij woest rondom de kar
dansten, omringd door een afzichtelijke
menigte, die onder de gruwzaamste ver-
wenschingen eischte, dat men hun de
Versaillanen zou overleveren 0111 ze te
verscheuren.
Het was een schouwspel de hel waardig.
Louise en Marg'aretha zaten alleen in
hare cel.
Bij het zien dier beide vrouwen haalde
Ferré minachtend de schouders op.
plakkerij" wenschen wij niet. mede te
doen.
De véél gesmade méthode der entente
n.l. die van dei „limited, objects" (bel
perkte doeleinden) begint thans ook aan
de Duitsche zijde; in gebruik te komen
en zal al evenmin toot een behoorlijk
eindresultaat leiden, hetgeen voor de
Duitschers bedenkelijker is, omdat 'zij
haast hebben met hun operatiën, gelet
op den geregeiden toevloed der Ame
rikanen".
Hetzij men het tegenoffensief der
Franschen toeschrijft aan het talent van
den opperbevelhebber Foch of aan den
steun van Amerika's hulptroepen of aan
beide omstandigheden, zeker is het dat
dit de plannen der Duitschers leelijk
dwarsboomt. Nu wordt wel in het Duit
sche communiqué de dag van 18 Juli
(waarop het Fransche offensief losbrak)
een teleurstelling genoemd, maar het zal
toch in Duitschland een onpleizierigen
indruk maken als m«n daar verneemt,
dat de Duitschers hun met veel moeite
veroverde stellingen bezuiden de Marne
hebben moeten ontruimen, al wordt dan
ook gezegd dat dit onmerkbaar ge
schiedde.
Het Duitsche legerbericht van Zater
dagmiddag meldde, dat de Duitschers
hun troepen ten Zuiden van de Marne
op den Noordelijkoen oever hebben terug
getrokken.
De posities waren daar voor de Duit-
-chers dus onhoudbaar geworden. Dit
indirecte resultaat, waardoor de Duit
schers het grootste gedeelte van de ter-
reinwinst opgeven bij hun offensief van
den 15en dezer behaald, is niethet min
ste succes van het Fransche tegenoffen
sief. De bedreiging, die het forceeren
van de Marne inhield, is voor de Fran
schen nu geheel afgewend
Volgens de laatste berichten uit Parijs
houden de Franschen thans heel den
Zuidelijken Marneoever bezet
Tusschen de Aisne en de Marne gaan
de Fransch Amerikaansche troepen voort
vordering te maken. Zij hebben de
Duitschers teruggedrongen, die zich hard
nekkig verdedigden.
Tusschen de Marne en Reims zijn
lievige gevechten aan den gang. De
Fransche en Britscbe troepen, die met
kracht aanvallen, zijn op belangrijke
troepenmachten gestuit. Ondanks den
herdnekkigen tegenstand der Duitschers
hebben de Franschen terrein gewonnen
in het bosch van Courton in het dal van
de Ardre en bij St. Euphraise.
Het aantal gevangenen dat de Fran
schen sinds den 18den gemaakt hebber,
bedraagt meer dan 2 0.0 00.
Meer dan 400 kanonnen zijn
hun in handen gevallen.
Volgens de „Echo de Paris" zouden
1000 machinegeweren zijn buil}
gemaakt.
Tegenover de verklaring van Duitsche
zijde, dat de opzet der Franschen bij
hun tegenoffensief mislukt is, wijst Havss
er op, dat het nimmer in de bedoeling
van het Fransche commando heeft ge
legen om het Duitsche front te door-
Men duwde haar ruw - in een hoek.
waar eenig'Pi vrouwen en kinderen, door
schrik verlamd, bijeenstonden.
Den gefedereerden was het niet om
vrouwou te doen en zij schenen zeer on
tevreden Zoo veel uitschot in de gevan
genis te vinden; gelukkig bood de vol-
gende cel een schoone vergoeding voor
die teleurstelling aan; in dezelfde cel had
men twee priesters en een soldaat opge
sloten; hunne verschijning; werd begroet
door ver wenschingen en twintig armen
grepen hen gelijktijdig aan en luwden
hen in de gtelederen onder de kreten van
„Ter dood met de calotins! Ter dood
met de moordenaars!"
Nadat, alle cellen geledigd waren, dre
ven een dozijn gefedereerden het uitschot
met kolfslagen in een ruimer vertrek, dat
tot gevangenis kon dienen en waarvan
de tralievensters op de straat uitkwamen.
Een bewaarder sloot de zware deur op
het nachtslot en de gendarmen der com
mune verwijderden zich, terwijl zij hun
prooi medevoerden.
Een ontzettend gebral verkondigde den
opgeslotenien, dat de gevangenen op de
binnenplaats verschenen waren, geweer
schoten weerklonken, men hoorde een ge
druisch als dat van een gevecht van wilde
dieren, die elkander de bloedige stukken
Welk weder zullen wij hebben?
Verwachting tot den avond van 23 Juli
Meest matige Zuidelijke tot West«l|kon
wind; zwaarbewolkt met tijdelijke opklariig;
waarschijnlijk enkele rsgen- of oawesrsbulon.
Zelfde temperatuur.
breken, evenmin om eventueel deze
doorbraak uit te buiten.
Het was den Franschen er om te
doen een tegenaanval te doen, die ten
doel had het Duitsche offensief in de
richting van Reims en Epernay tot staan
te brengen en den vijand nog verder
te verwijderen van het bosch van Villers
Cotterets, het voornaamste defensieve
bolwerk voor Parijs.
De „Timea" noemt als zeer belangrijk
resultaat van het tegen-offensief dat de
geallieerden, door hun vooruitgang van
8 mjjl naar het ravijn, waardoor de rivier
stroomt, door kanonvuur de twee spoor
wegen kunnen bestrijken, waardoor de
vijandelijke troepen in dezen sector voor
namelijk van voorraden worden voorzien.
De positie van de groote massa'a Duitsche
troepen, die dezen sector bezet houden,
wordt bijzonder moeilijk en het zal geen
verrassing zijn, als de vijandelijke strijd
krachten ten Zuiden van de Marne het
lot van de Oostenrijkers tegemoet gaan
die snel den Piave overtrokken. Hoe de
uitslag ook moge z|jn, Donderdag was
het de beste dag, dien de geallieerden ge
durende een zeer langen tijd op het
Westelijk front hebben gehad.
Losse berichten.
Tegenoffensief der Engeltoheb
De Engelschen ondernamen in Fransch
Vlaanderen een tegenoffencief tusschen
Armentières-Meteren. Meteren werd ge
nomen.
Het avond-eommuniquè van Haig meldt
dato 20 Juli.
Onze druk dwong den v|jand terug
te trekken uit het Rosière-bosch tusschen
Hebuterne en Bucquoy, welke thans
in ons bezit zijn.
Den vijand werden een aantal verliezen
toegebracht door onze achtervolgende
troepen.
In 't geheel namen wij in Meteren 453
gevangenen, 10 loopgraafmortieren en
50 machinegeweren.
De strijd aan het Italiaaneohe front.
ZURICH, 19 Juli. Naar gemeldt wordt
zou de opperbevelhebber van de Italiaan-
sche troepen generaal Diaz zich te Venetië
in zoodanige bewoordingen hebben uit-
gelaten, dat gedacht mag worden aan de
Italiaansche groote offensieve plannen in
de allernaaste toekomst.
WEENEN, 20 Juli. Aan het Tyiolscho
Westfront leefde gisteren de gevechtsbe
drijvigheid ten zeerste op. In het Amello-
gebied werden verscheidene Italiaasche
aanvallen afgeslagen. Op den Monte Ca
va,n, een prooi betwisten; daarop boven
het gekrijscb der furiën; de. scherpe stem
van Ferré een bevel géven; 'te hoeven
der paarden knarsten over de keien en
de kar zette zich in beweging, gevolgd
door de horde bloeddorstigen, die een,
dubbele rij gefedereerden. met möeite in
bedwang kon houden.
Daarop heerschte er in de gevangenis
een graf geworden, een ongewone, schrik
wekkende, doodsche Jtilte, «illeen afge
broken door het. geweeklaag der in de
zaal opgesloten vrouwen.
Buiten was de hamel helderblauw, de
Meizon, straalde in haar vollen luister
en de Seine stroomde helder als een
kristal, waarin zich de paleizen afspie
gelden, die hare boorden omzoomden.
Maar de alarmklok klepte onafgebroken1,
het ratelend gekraak der mitrailleuses
bleet zich vermengen met het knetteren
van het geweervuur, de granaten spron
gen met donderende slagen* en in het
azuur des hemels ontplooide zich de roo-
de vlag als een groote bloedvlek.
Dat alles raadde Margaretha eerder dan
rij het zag door de reten van de planken
luifel, die buiten voor de traliën gespij
kerd was om alle gemeenschap van binnen
met de straat ter verhinderen.
ij. i (Wordt vervolgd.)