ELD. Oe Groote Oorlog. UKANTOOR ditfaigkimer. No. 69. Donderdag 13 Juni 1918. Veertiende Jaargang. htiwt likt* lillllfi JNEISIlfi n fIIIIMVIND. De Stembus vee 3 loli a.s. f EUILLETON. fjes, Gouden Vijf- Gouden Munten TE ADRES UUR. Bij minitterieele be- ikking zijn wij vanaf heden igesteld om in Zuid-Beve- d de boerenboter van pro- senten op te koopan voor eeringeprij8 GEBR. STRAUB, Kloetinge. ijuffrouw A. C. H. TIMANS, Onder den grond. Welk weder zullen wij hebben? De strijd in het VsZssten. M. H. 'a-GraviettpoI- "h., J. R. Hoedeioene- 0 d. h., niet beletten ispoort: J. M. Nisse, P. v. d. P. Iersake, ogen. wild te bemach- •avenpolder, f5 b. s. eieren ran will: .mme,,F. F. D'. aldaar, h., in verboden tijd niet nret kunstvlieg: £1 b. s. 1 1. h., S. Goes, £1 b. s. J. Hansweert, f 10 b. op eens anders wei M. lerseke, £'2 b. s. klavers: A. J. d. J. s. 3 d. h., loopen op A. S. Schore, terug aan •abbendijke, f 1 b. s. 1 Boterwet: P. v. 'tW'. d. h., idem veiligheids- et: G. O. C. te Hein- f 15 b. s. 2 maal 15 |i hebben van een niet M. Krabbemdyke, J. C. 3. 2 d. h., rijden over l. Arendskerke, f 10 b. ertreding Slachtwet: I. s. 25 d. h.j op ver- chelde bevaren: C. K. 10 d. h., zieh bevin- Iverbolen plaats: P. S., b. s. 2 d. b,, M. L. b. s. 10 d. h., Zeep d. B. Hontenisse, 125 lajet vervoeren: J. v. P. aan ouders; voedings in: S. H. Krabbendijzie, h., zeep vervoeren: L. b. ,s. 25 d. h., op ielen: H. "W. Goes, fl idem met centen: J. v. Hansweert, £2 b. s. rijiden: J. M. v. d. S. s. 2 d. h., 's avonds ntaarn: J. E. 's-Graven- d. h., C. S. Nieuwer- d. h., I. F. F. Goes, :erke, A. K., J. d. R., G. G., Eilewoutsdijk, v. S., A. v. d. D., M. Arendskerke, A. K., M. J. F. 1». v. B„ Kattere- Haamstede, alien 12 b. voren en zonder belJ. ,m 11 b. s. 2 en 1 d. 'a., aan voet van zeedijk: J. 12 b, s. 2 d. h., dron- W. L. Hansweert, £3 J. 0. Goes, C. R. Kloe- 5 d. h., W,. C. d. .V. ling; 5 d. h. beklaagd van overtre- et: J. B., C. d. K.Arends- oedekenskerke, A. V. te fnder akte en vergunning: avenpolder; zoeken naar |d: P. v. B., Driewegen- J. d. K. Ierseke; mili- oopen: A. O. Hansweert; zonder lantaarn: J. v. id. n rechtsvervolgingbekl. Zondag: J. d. K. 's-Gra- Beleefd aanbevelend, let Bestuur der MaatechappU Brandverzekering voer Koninkrijk dor Nederlarv n, gevestigd te 's-Horlogon* och, opgericht in het jaar 1838, elt hiermede kennis, dat wegens t overlijden van den heer J. G- Timans, de waarneming van het jentechap '■•Heeronhook 's gedragen aan daar. De Directeur, AN DER DOES DE WILLEBOI9- Et DOES DEW] KW ZEEUWSCHE COURMR Abowaemeatapxö* P-8 ktamderiyka nummer» 6 Advertentên worden ingewacht tóói kalf Kenleer v.d. AdmMefratle: Beado«|n de WHeetreefJI 111* SOES. Tel. iatere.: Directie no. N. Redactie no. 97. IB 9. p. e. M lfi «fate Itt-Tfl. B X geplaatst. wordt B Nog drie weken en de derde Juli is dóór, de dag der Tweede Kamerverkiezing, de dag, waarop wij moeten gaan stem men. „Mo e ten", wij leggen expresselyk den nadruk op dat woord. Immers, wij leven onder de wet van den stem plicht. Wij kunnen niet meer zeggen ,,'t kan mij niet schelen", of „ik ga toch niet", of „ik maak mij niet druk" en dergelijke lanterfanterige, onverschillige uitdrukkingen m^er. Wie niet in 't stem lokaal verschijnt, maakt kennis met den kantonrechter.' Nu is 't waar, de tijden zijn niet gun stig voor stembusgeestdrift, leenen zich minder dan anders voor politieke actie. De gruwelijke wereldoorlog doet ook aan de neutrale landen Nederland allesbehalve uitgezonderd zijn weeën en plagen ge voelen. Schaarschte, ja, nijpend gebrek aan voedingsmiddelen, brandstof en wat verder tot ons levensonderhoud noodig is, teistert ons volk met toenemende scherpte en de eenige vraag schier, die regeerders en geregeerden dag in dag uit bezig houdt is: wat zullen wij eten, hoe kunnen wij den. mondkost rekken en verdeelen, hoe nieuwe bronnen van voedselproductie scheppen om. den hongersnood van ons al te weren. Geen wonder dan ook, dat wij in den jongsten tijd allerlei partijen en partijtjes als jonge doperwtjes uit den grond zien schieten, die uit den voedselnood poli tieke munt trachten te slaan en, door gouden bergen op 't gebied van voedsel productie en voedseldistributie te belo ven de kiezers tot zich zien te trekken; om wille van de kiezers? Wel neen, om wille van het Kamerzeteltje. Toch valt te hopen en te verwachten, dat, hoe duchtig thans de maag in alles medespreekt, het gezonde, nuchtere ver stand bij ons christelijk volksdeel al thans de boventoon zal behouden; dat het zal begrijpen, dat, zoolang een land als 't onze in vrede aan zijn innerlijke verbetering en vervolmaking mag werken, het wel der moeite waard is, zich voor de openbare zaak eenige moeite te geven door het goed gebruik maken van zijn stemrecht. Door te gaan stemmen in ver kiezingsdagen gebruikt men zijn burger recht waardoor men zijn aandeel heeft in het samenstellen der regeeringslicha- men. Door goed te stemmen, d.w.z. vol gens eer en geweten, voldoet men aan den zedelijken plicht welke ons voor schrijft, die regeeringslichamen zóó te 'helpen samenstellen als wij voor het gees telijk en stoffelijk welzijn des volks ge- wenscht en noodig achten. Vooral wij, Katholieke kiezers, die zijn grootgebracht in de leer, dat ,,de mensch niet leeft van brood alleen" ,dat er nog zoovele hoogere belangen zijn. van geeste lijken en zedelijken; aard, die bij eene verkiezing op het spel staan, wij behooren ondanks den druk der tijden, die ons oog alleen naar den stoffelijken kant der din gen wenden, voor die hoogere belangen op de bres te staan, zoodra de stembus 77) -- „Het zal een zware arbeid zijn om dat alles te ondermijnen". „Met tweehonderd werklieden vordert alleen het aanleggen der mijukamers meer dan een maand arbeid»". „Men zal er twee aan bésteden als het moet zijn", riep de sergeant Laurier. „Twee maanden!" brulde Deleseluze, die zich gieen begoocheling maakte .om trent den mogelyken duur van het beleg; „alles moet binpen acht -dagen gereed zijn". „Dan behoeft men slechts al de grijs aards, al de kinderen, al de vrouwen te pressen", galmde de. sergeant-peiro- leuse. „Het werk zou slecht gedaan worden", antwoordde de Gezouten Schelvisch koel, terwijl hij zich nit zijne bukkende hou ding oprichtte, „en de zaak zou mis lukken; zoo gaat het niet?" De generaal zag hem wantrouwend aan. „Dus acht gij mijn plan onmogelijk om uit Je voerea? vroeg hjj, wenkt. Het moet noch mag ons onverschil lig zijn, welke staatkundige richting in ons landsbestuur tot uiting komt: die welke rekening houdt met Gods wetten en geboden of die, welke God uit het openbare leven uitschakelt en alleen dö menschelijke rede en hare subjectieve op vattingen als hoogste richtsnoer erkent voor wat goed, zedeljjk en rechtvaar dig is. Wij mogen niet gedoogen, dat door ons lijdelijk toezien, erger nog, door onze on trouw aan- het eigen vaandel, het regeer- kasteel in handen geraakt van eene be zetting, wier banier het „ni Dieu ni mal- tre" tot opschrift voert: die van de re volutionair-socialistische machten; ofwel geen opschrift vertoont en in haar plooien alles maar „blauw blauw" laat: „die van het liberalisme, dat God doodzwijgt in het onderwijs, in de rechtspraak, in de wetenschap, in gansch het staatkundig beheer. Wij, Katholieken armen en rijken, grooten en geringen hebben er ons van te doordringen, dat wij geroepen zijn, de beproefde christelijke rechtsbeginselen, waaraan onze maatschappij steeds meer en meer ontrouw werd, te helpen doen zegevieren in de staatkunde. En, juist om dat wij overtuigd zijn, dat het christendom in de Roomsch Katholieke Kerk in al zijn goddelijke schoonheid ten volle uitstraalt en dat van de doorwerking der beginselen, door die Kerk verkondigd en voorgestaan, alleen de christelijke wedergeboorte der van God afgewende maatschappij mag worden verhoopt, moeten wij aan ande ren toonen, dat wij de stoffelijke goede ren, hoezeer door ons erkend als voor individu en gemeenschap noodig en nuttig, ophun juiste waarde schatten door ze te stellen achter de goederen van hoogere orde: de zedelijke en godsdienstige belan gen des volks. Kortom, wy hebben de roeping, ook aan de stembus te getui gen, dat onze waardebepaling der stoffe lijke goederen, vaak zoo heet begeerd, zoo hartstochtelijk nagejaagd, wortelt in het beginsel,- dat even eenvoudig als subliem in een der eerste vragen van onze Cate chismus wordt ontwikkeld, waar gewezen wordt op de eindbestemming van iederen mensch: God. Vooral in dezen, zoo materialistisch gekleurden tijd zijn er niet weinigen, ook onder de onzen, die met Ezau verzuch ten: „ik sterf van honger, wat baat mij mijn eerstgeboorterecht". M. a w. „Wat ge ven mij mijne beginselen, waar ik nau welijks weet hoe my te voeden; wat baten mij mijne geestelijke idealen, waar de lichamelijke nood al onze aandacht vraagt." En, gely'k Ezau zijn eerstgeboorte recht ruilde .voor een bord linzensoep, verkwanselen zij hun hoogheilige beginse len voor de stoffelijke baten welke de voorstanders van een z.g. „welvaartspoli- tiek" hen voorspiegelen, terwijl het aller minst vaststaat of die welvaartspolitiekers, hun beloften kunnen inlossen en mis schien niet ten slotte steenen voor brood blijken te geven. Denzulken zouden wij willen toeroepen: haast u zoo niiet met Ezau achterna te „Integendeel 1 met tweehonderd man van goeden wil en goed onder tucht zaJ al les in acht dagen gereed zijn". „Spreekt gij' daar borg voor?" „Mits men aan mij de leiding o verlate". „Het is vreemd, dat gij met tweehonderd man kunt doen wat gij met twee duizend voor onmogelijk verklaart", merkte een andere galeiboef venijnig aan. „Beneden deze met zoo veel zorg ge schoorde verdieping", ging de Schelvisch voort, „bestaat nog een andere ondoor- zocht, aan iedereen onbekend, behalve aan rnij. Zij rust slechts op brokkelige zui len, met gescheurde afgebrokkelde ver wulfsels, die bijl den geringsten schok in storten en waarin men gemakkelijk kan afdalen langs een trap, die niemand zou kunnen ontdekken". „Dat is een leugen", riep een stem. „Benoem een commissie om er mij in te vergezellen". „Ik verzoek er deel van uit te maken", zeide de petroleuse. „Hoeveel tijd is er noodig voor dat onderzoek?" vroeg de generaal. „Twee uren". „Komaan", hernam de generaal, „als gy geen waarheid gesproken hebt, zult gij doodgeschoten wordenneemt gij die voor waard*» aas?" loopen. Blijft bij ons; want pok in onze partij is nog plaats voor de erkenning der stoffelijke noodien, ook daar weet men nog hoe erm te voorzien. Raadpleegt het Katholiek program, waarmede onze partij thans den verkiezingsstrijd ingaat, een program niet van woorden of fraaie leu zen of marktsch-reeuwiexigé beloften, waar de Lommerd geen cent op geeit, maar van daden; een program door de kie zers zeil gemaakt en opgebouwd, dat :n al zijn onderdeeten, gjewjjd aan Buiten landsche Zaken, Justitie, Defensie, Fi nanciën, Onderwijs, Koloniën, Landbouw, Middenstand, Arbeid, van practischen zin en diepen ernst tevens getuigt, kortom een program, dat eens verwezenlijkt, tot waarachtig zedelijk en stoffelijk heil strekt van gansch ons volk en dus dubbel en dwars waard is, dat wij er een lans voor breken op den 3en Juli a.s. Neem maar eens het onderwijs, «Lw.z. de ge lijkstelling van de openbare met de bij zondere school, beloofd in art. 192 der herziene grondwet Wat denkt gy, Roomsch© vader, die prijsstelt op goed, degelijk maar ook Ro'omsch, Christelijk onderwijs voor uw kind, dat er terecht zal komen van die gelijkstelling, als links baas blijft aan de regeering. Of z'ijt ge zoozeer vreemdeling in Jeruzalem; dat ge niet weet wat in den joingstein tijd is geschied Hoe de z.g. „Palstaanders" der openbare schooi, mannen ais Otto, mieer en meer de overmacht zijn gaan krijgen aam de iinkerzyde der Kamer, waaruoor de ge voelens van edele loyauteit, van erken ning van het door ons geleden onrecht, als er huisden in de borst van mammen als Bos, bij velen hebben plaats ge maakt voor de oude kwaadaardige libe rale vijandschap tegen het bijizonder on derwijs? Hoe onlangs nog geheel de lin kerzijde welke vroeger de gelijkstel ling in theorie had aanvaard het omt- werp-Lohman verwierp, dat beoogde de salarissen der bijzondere onderwijzers aam die hunner openbare collega's gelijk te maken, een kwestie van recht, en daar enboven geheel liggende in de lijn van links, waar men altijd riep„hoe beter bezoldigde onderwijzers, hoe beter on derwijs". Welnu, die gelijkstelling 'komt er nooit, zoolang links het roer van staat in handen houdt 1). Dus, Roomsche vader, het is u plicht, den 3en Juli a.s. rechts te stemmen, d.w.z. pp de Roomsche I ij s t. Neem de kwestie van dem arbeid. Men heeft tegen de afspraak der partijen in, opnieuw van socialistische zijde' de ouder- domspensioenwet ingediend, een parade paardje, dat tegen de verkiezingen van „stal wordt gehaald om onnoozele arbei ders te bedotten. Maar de Katholieke werk man laat zich niet bedotten. Hij vraagt; waar blijft de uitwerking en toepassing der verzekeringswetten van Tal'ma, die sinds 1913 gereed zyn? „Ja, maar die zjjri niet volmaakt". Daar is niets .vol maakt op het ondermaansche en trouwens, de veranderingen die er moodig zijn kun nen er in aangebracht worden. Maar dat Deleseluze wees drie stevige gefede- reerden aam om hem te vergezellen; men voorzag zich met pektoortsen, touwen en ging op weg. Ronzier liep in hun midden. „Rue Souffiot", zeide hij. .„Moet daar dan nog iets medegenomen, worden?" vroeg de generaal. „Daar is een trap, die naar de eerste verdieping' voert". De gpneraal maakte verder geen aan merking. Binnen weinige minuten had mem jblet huis van den broeder bereikt.; 'het was een oude gefedereerde. Hij' bevestigde d© woorden zijns vriends en allen begaven zich naar den 'kelder, waarin men de opening van een put bemerkte, die met planken dicht gemaakt was. Deze betim mering weggeruimd zijnde, verlichtte het schijnsel der toortsen een wenteltrap vol komen gelijk aan die der abdij van Sint Gertrudis. De door Rouzier geleide hooswichten daalden in de ingewanden der aarde ai en betraden de bovengalerij, die, welke op de plans der atlas van Thury voor komt Bij het bezichtigen der stevige metsel werken tot schoring der gewelven kon Deleseluze zich tea twee-de male over geeft u, linkerzijde, geen recht om te doen alsof er geen wetten van Talma zijn. Door die niet uit te voeren, weder- houdt gij reeds vyf vode jaren aan 'n aan tal invaliede arbeiders en man verweesde arbeiderskinderen de uitfaseringen waar zij volgens die wet ten recht op hebben, om van de oude arbeiders niet te spreken. Dat alles wordt in de verste verte niet goedgemaakt door uw z.g. Staatspensioneering, welke niets anders is dan een s t a a t s aalmo es, uitgereikt aan staatsbedeelden in stede van aan vrye arbeiders, die op hun pensioen recht hebben, ontleend aan een premiebetaling, welke gedeelter lijk door de schatkist gedragen, dedeeJ- tely'k uit den arbeid zeil' gekweekt wordt. Juist, Roomsche werkman, zoo is het En daarom stemt elke rechtgeaarde Roomt- sche arbeider, trots het marktgeschreeuw van allerlei roode, rose of blauwe lok- vinkien, den 3em Juli a.s. rechts, d.w.z. op de Roomsche lijst. Bij het punt Financiën houdt het Ka tholieke program rekening met de groot te van het gezin bij de bepaling der belastingen, een door-en-door Katholieke eisch, getuigende hoe hoog wij de waarde der familie voor den Staat aanslaan. Geleidelijke afschaffing van indirecte belastingen op de eerste levensbehoefteh, ziedaar weer een onzer eischen, getuigend van het streven der Katholieke partij, om de volkslasten te verminderen. Foor 'de landbouwer? eischt ons pro gram herziening van de regeling der p ac h t co nt r a c ten, ophef fing. der heerlijke jachtrech- ten; bevordering van eigendoms- verkrijging door den gebrui ker; bevordering van het land bouwonderwijs; voor den midden stand strenge keuring van- en controle op de levensmiddel-en en het tegengaan der verval- sching van levensmiddelen. Dan zijn er nog onze programeischen, rakende de zedelijke belangen onzes volks bevordering der Z o n d ag s r us-t, bestrijding der openbare onze delijkheid, handhaving der Christel ij ke beginselen in de huwelijkswetgeving, krachtige ondersteuning der missiën in onze koloniën enz. enz. Wij1 doen slechts hier en daar een greep. Maar het schreeuwt als het ware onzen Room- schen kiezers in de ooren: Stemt den 3en Juli op de Roomsche lijst. Hoe dat stemmen nu op de meest prac- tische en doeltreffende wijze kan ge schieden, zullen wij in een. volgend artikel zien. 1) Hoe wijle'eml en onbetrouwbaar men ter linker rijde op bet arak der gelijketeUing is, blijkt nit de bonding van bet Kamerlid De Mural-die zyn stem gaf aan het nieuwe artikel 192, maar iu een verkieziogsrede te Zu-rlk-.ee onlangs zeide: „Voor zoover de scboolquaestie betreft, ban ik mij bjj de Vry-liberalen volkomen tbnis gevoelen. Ik voorzie van bet nieuwe artikel 192 veel ellende". Reken met znlke menscben nu maar eens op een eerlijke doorvoering van art. 192. tuigen, dat de Gezouten Schelvisch niet gelogen had; de kleine troep zette lang zaam zijn tocht door de lange en nauwe galerijen voort en bereikte weidra den kruisweg, waar de ingamg van de be nedenverdieping was, dien de pastoor van Sint Gertniuis alleen meende te kennetn. „De deur van de ttveeu'e galerij is hier", sprak de Gezouten Schelvisch; „wie uwer bemerkt ze?" De oude galeiboel duwde legen den steen, de ingang ging open en achter hem daalde de geheete troep de trap af, aan welks voet hetschrikwekkende net zich uitstrekte. Met hetzelfde gemak afs had hij' door de straten zijner wijk gewandeld, voerde Rouzier, door bijna onzichtbare merktee- kens geleid, hen gedurende een kwartier in dien doolhof van gangen rond, waar van de gescheurde ver «vmf'seiS dreigden, neder te storten, de uitgezette wanden op het punt schenen te bezwijken en de zuilen, hier en daar voor een groot ge deelte afgebrokkeld, slechts door een wou- dpr van evenwicht staande bleven. Op sommige punten waran de gangen ten deele versperd door instortingen, terwijl men o pverscheidene punten mee de groot ste behoedzaamheid moest loopetn mn het stilzwijgen bezwaren, jlgyjajl de minste Vtrwuktlif tot den «vend vai 13 Juni Zwakke tst matlgun, naardaiyk* tot noord- westelijken wind, gedeeltelijk bewolkt, wei nig of geen regen. Weinig verandering van temperatuur. Volgens de Duitsche legerautoreiten heeft de aanval tusschen Montdidier en de Oise tot het beoogde doel geleid. Het hoogland zuidwestelijk van Noyon is in Üuitxche handen. De overgang van de rivier de Matz is tot stand gebracht, terwijl de Frauschen tot op de Aronde zijn teruggedrongen. Het aantal gevan genen is reeds tot 10U00 gestegen. De Duitschers brengen blijkbaar in praktijk wat Foch op het papier bepleit: aan vallen om zoodoende de overwinning te behalen. Aan Ententezijde is men niet verrast Het Havas-bureau meldt: Het nieuwe offensief heeft dezen keer niet het voordeel der verrassing. Alleen in het centrum heeft den vijand wat voordeel kuunen behalen, overal elders werd hij door ons geschut in bedwang gehouden, üns geschut en onze mitrail leurs hebben den vijand letterlijk uit elkaar gescheurd. Het gevecht was zeer hevig maar onze heldenmoed er aan evenredig. Het gevecht staat er heel goed voor ons voor. Het is vooral van belang, dat de Duitschers, auders dan de vorige keeren, reeds op den eersten dag aanzienlijke verliezen leden, waaruit blijkt, dat van verrassing geen sprake is geweest. De „Homme Libre" zegt, dat het Fransche verweer zoodanig was, dat de slag het karakter had van een artillerie- duel. De „Petit Parisien", zich van alle belachelijke optimisme willende onthou den, zegt, dat men alle recht heeft te verwachten, dat de vyand dezen keer geen groot voordeel zal behalen. De vijand kwam maar over een front van 6 K.M. vooruit, d w.z. over een vierde van het aanvalsfront De gang, welke hij kon boren, wordt door ons vuur bestreken. Zonder over de toekomst te oordeelen, is het moeilijk, over dezen dag niet tevreden te zijn. De „Echo Paris" vindt het een goed teeken, dat de vijand zoo weinig terein won. De officieele eommuniqué's luiden: L0NDEN,J11 Juni. Het stafcommuniqué meldt In den qfgeloopen nacht is in de buurt van Morlaucourt met volkomen goeden uitslag een kleine operatie uitgevoerd door Australische troepen. Onze linies ten zuiden van dit dorp zijn daar onge veer ter diepte van een halve mijl en meer dan anderhalve mijl breedte voor uit gebracht. trilling; van de lucht de vreeselijkste ge- volgen kon hebben. „Wilt gij nog verder gaan?" vroeg de. bandiet, aan een werf gekomen, waarop twintig gangen uitliepen. „Wij kunnen wel terugkeeren", ant woordde de generaal. „Wat dunkt u van de gevolgen der ontploffing van eenige vaten kruit?" vroeg Rouzier. De tanden zijner metgezellen klapper den van angst. „Kom aan mijn hart!" riep Deleselu ze, den bandiet in zijn armen drukkende, „gij zijl een ware patriot, burger kolo nel; de Republiek zal u haar wraak ver schuldigd zijn en dank uw vaderlands liefde zal Parijs verdelgd worden'ii~ „Leve de Republiek!' riepen de gefe- dereerden, door die woorden begeesterd. Daarop namen zij den terugweg a,an; zij waren de trap dicht genaderd, toen, den hoek van een gang omslaande, een der bandieten een licht meende te be merken, dat ters.ond 'verdweenhij meen de, dat het de weerschijn was van een toorts op een vochtige zuil en volgde zijne makkers. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1918 | | pagina 1