iekkorps.
azeuse
OE S.
De Groote Oorlog.
n
Donderdag 26 Augustus 1915.
Elfde Jaargaug.
Herschijnt eiken MAANDAG-,JOEHSDAG- en VRIJDAGAVOND.
I 11 I hand' V°et 11 11 I Van e6U ft II €en M
I oog8 U duimU -wijsvinger
Macht en Recht.
ING
ugustus,
Iannink,
LWERK
RT
Augustus,
ENST
iyter" en
/eland".
.asmabkt
k 150
ddelburg.
No. 100.
Losse Oorlogsberichten.
ingstellenden
uitgenoodigd
uur,
houw" Groote
ïsul N. V. B.
et
UR.
irdam en
boot
ROTTERDAM,
irgens 1 uur.
irgens 2 uur.
MSTERDAM.
rroeg.
1 naar GOES,
rrgens 5 uur.
argens 11 uur.
yl naar GOES,
uur.
m, Haring
men te Goes
(NHEMIUS, te
UMAN Zn„
heeren J. B.
IS en te Rot-
ot-Heederij v/h
T.
Sou—Dordt—
1. retour f 1,10.
Ie soort)
got gestelds
steld ult lets
en is fljn van
de bedelaar dat
Mien vrijspreekt,
igen.
op het paleis
met den com-
vaa een substi-
aris maakte zijiu
cht tot het hou-
lenljjlk verpacht
nde huizen nog
e voor zeer ge-
no ver de maat-
er overheid was
.hl; zij, die zioh
wisten te ont-
door het uit
roep.
slechten indruk
vorsckjjnan met
gheid in een ge-
genomen te zijn.
huldigde Xavier
naam verzwegen
iieldüig van do
.t zijn inzet be-
ordt vervolgd.)
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes 0.75, daarbuiten 0.95.
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Kantoor v. d. Administratie: Ganzepoortstraat C 209, GOES.
Tel. interc.: Directie no. 33. Redactie no. 97.
Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Advertentiën van 15 regels ƒ0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 _X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. A contant.
1500
gulden bij verlies van beide
handen, voeten of oogen.
Voorts bij ongeneeselijke
verstandsverbijstering
De abonné's op dit blad, in het bezit der door de
directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de
daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden,
GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor:
De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank'
B» gulden bij Jk gulden bij A gulden bij
A 8L 8 verlies van een jfl 8 H 8 I verlies 8 8 8 verlies van B H—
te Schiedam.
gulden bij
verlies van
eiken anderen
vinger.
De dag van 26 Augustus is voor alle
vrienden van wetenschap en beschaving
of „Kultur" zooals het in Duitschen
mond meestal klinkt een dag van droe
vige herinnering.
Immers ging dien dag van het jaar 1914
de beroemde boekerij der Leuvensche
universiteit „ein Hochburg der Wis
senschaft" en nog wel als Deutschfreund-
lich" bekend in de vlammen op als
straf z.g. voor gepleegde franctireursda-
den der Leuvensche burgers jegens de
Duitsche bezetting.
Wij willen niet nader ingaan op het
al of niet juiste van die „franctireurs-
daden", waaromtrent het laatste woord
nog niet is gesproken, doch alleen in
herinnering brengen, hoe de verwoesting
dier bibliotheek, tegelijk met die der St.
Pieterskerk en van de huizen en have
van talrijke Leuvenaren met ontzetting
en afschuw in geheel de beschaafde we
reld werd vernomen.
Als vanzelf wordt dan onze aandacht
opnieuw gevestigd op het ongelukkige
België, dat hoewel het vrij en onafhan
kelijk was, even vrij en onafhankelijk
als Nederland, als Denemarken, als de
Noord-Amerikaansche republiek, buiten
zijn schuld aan het Duitsche militaire
geweld ten offer viel.
En met het woord „geweld" drukken
wij op zijn zachtst uit wat onze onge
lukkige nabuurstaat heeft te lijden gehad.
Zelfs indien men hoogst wantrouwend
staat tegenover de Belgische, Fransche
en Engelsche rapporten, die van zeer
vele onmenschelijkheden, door de Duit-
schers bedreven, gewagen, zoo valt het
toch, denkend aan wat te Aerschot,
Mechelen, Leuven en Dinant geschiedde
om van het verdere maar te zwijgen
moeielijk, niet in te stemmen met prof.
Staatsraad Struijcken die zijn beschou
wingen over het „Duitsche gedenk
boek over den Oorlog in België"
in „Van onzen Tijd" aldus besluit:
„In het gedenkboek worden eenige
voorbeelden aangevoerd van humane
behandeling, in het bijzonder van vrou
wen en kinderen, en niemand zal er
aan twijfelen dat deze met vele andere
zouden kunnen worden vermeerderd
de Duitsche soldaat blijft een mensch
al blijkt uit deze voorbeelden nog
niet, dat de vele onmenschelijkheden
waarvan in de Belgische, Fransche en
Engelsche rapporten de Duitschers
worden beschuldigd, niet zouden zijn
gepleegd.
Maar, vraagt men zich af, welk sy
steem is gevolgd ter onderdrukking
van het werkelijke of vermeende ver
zet van de burgerij, dan kan het ant
woord geen ander zijn dan terrorisme,
doodslag en veiwoesting op groote
schaal van schuldigen en onschuldigen
zonder eenige evenredigheid met de
mate van het kwaad dat men onder
vond of meende te ondervinden, ter
onderdrukking van het vermeetide ver
zet en afschrikking voor de toekomst."
Waarom wij dit schrijven? Om de ge
moederen op te zetten tegen Duitsch
land? Allerminst. De oorlog heeft in zijn
nasleep van jammeren ook deze, dat de
soldaten, onverschillig van welk
leger, zoedra zij zich van straffeloos
heid verzekerd weten en hun lagere
instincten baas laten worden over eer-
en plichtsgevoel, excessen plegen, die
met het eigenl jjk oorlogvoeren niets heb
ben uit te staan. Het tafereel van de
verwoestingen, door de Russen bij hun
dubbelen inval in Oost-Pruisen en Galicië
aangericht, is ook alles behalve roos
kleurig.
Maar wij schrijven dit om ons zeiven
en anderen te wapenen tegen blinden
eerbied voor de militaire prestaties
van Duitschland, voor het wierook-
branden aan de macht ten kos
te van het recht.
„Militaire noodzaak". Met dit woord
verklaart en verontschuldigt men veelal
den inval der Duitschers iu België. Maar,
eilieve, waar was die noodzaak? Was in
Augustus 1914 het Duitsche volk den
ondergang nabij Zag het zich door vij
andelijke legers in eigen land als in
doodsomarming gevangen Allerminst.
Het betrof alleen een kortere weg
om Frankrijk te overvallen en neer te
slaan, een strategische zet, een mili
taire verrassing, maar die de 0n-
a f h a n k e 1 ij k li e i d en het v r ij e
volksbestaan van België op het
spel zetten en de schennis uitmaak
ten van een recht, aan België gegeven
en door een mede door Pruisen
onderteekend tractaat plechtig
bezworen.
Er steekt veel waars in hetgeen dezer
dagen de Parijsche correspondent van
een onzer groute bladen uit de Fransche
hoofstad schreef:
,,'t Is niet door hun superio
riteit boven de Fransche le
gers, niet door hun meerdere
gevechtswaarde op het slag
veld, dat de Duitsche troepen
een deel van Frankrijk heb
ben kunnen overstroomen
en zich er nestelen, maar en
kel dank zij een traetaats
en rechtsschennis, dank zij
een woordbreuk, dank zij het
schenden van de onzijdigheid
van België en het met ont
zaglijke overmacht verplet
teren van een kleine, geheel
onschuldige, enkel zijn recht
en eer verdedigende natie.
Gij zijt nog niet overtuigd? Welnu,
veronderstel gij woont tusschen twee
buren, A en B die elkander doodelijk
haten en op een gelegenheid zinnen met
elkander af te rekenen. Gij hebt niets
met hen te maken, zijt uw eigen baas
en bemoeit u noch met den eenen noch
met den anderen. Daarbij acht ge u
veilig in uw woning, die tusschen A en
B ligt, zoodat A B niet anders dan langs
een omweg kan bereiken.
Doch, wat gebeurt Op het onverwachts
klimt A over uw tuinheg, loopt op uw
erf alles plat, vernielt „en passant" uw
huis en inboedel, steekt u en uw huis-
genooten overhoop en rent als een woes
teling op B. in, die zich niet dan met
moeite den aanvaller van het lijf houdt.
Wat zou men van 't bedrijf van A zeggen?
Zou niet iedereen het als een zeld
zaam brutaal stuk, als een daad van wil
lekeur, baldadigheid en schromelijk on
recht brandmerken Zet nu voor U België,
voor A Duitschland, voor B Frankrijk in
de plaats en gij hebt precies hetzelfde.
Denk ouk nog HieraanAls aan Duitsch
land was te beurt gevallen wat nu aan
België is overkomen gesteld dat er
zoo'n machtig rijk was, dat aau Duitsch
land hetzelfde kon aandoen, wat België
van Duitschland te lijden heelt gehad
zou niet de wereld gedaverd hebben van
het Duitsche protest over zoo'n weerga-
looze rechtschennis 1 Zou niet de rijks
kanselier in den rijksdag in een vlam
mende rede de euveldaad van den over
weldiger voor heel de menschheid strie
mend hebben gegeeseld en op de kaak
gesteld
Trouwens, wij kunnen met Cicero zeg
gen „habemus conlitentem reum", wij
hebben een schuldige die zijn schuld
bekent". Von Bethmann Holweg heeft
openlijk in den rijksdag veiklaard dat
de inval in België een vergrijp was
tegen het volkenrecht.
De Duitsche krijgshistorie van 1914 en
1915 ziet er van militair standpunt bezien,
wellicht schitterend uit. Maar er kleeft
een vlek op de verkrachting van Bel
gië die evenals de bloedvlek op Lady
Macbeth's hand door geen specerijen van
het gansche Morgenland is weg te wis-
schen.
Wil men den cijns zijner hulde beta
len aan Duitschland's weergalooze mili
taire kracht, aan zijn overwinnend stand
houden tegen een wereld van vijanden,
men ga zijn gang, doch bedenke, dat ten
lange leste alle wapengeweld, alle macht
van Kruppkanonnen, alle strategisch ge
nie moet onderdoen voor het recht, dat
men wel een tijd kan onderdrukken, maar
niet vernietigen kan.
„Justitia fundamentum regnorum", „de
rechtvaardigheid is de grondslag der sta
ten". Dit rechtsprinciep, de levensvoor
waarde behelzend voor de geordende sa
menleving, verliest nooit zijn beteekenis
gaat dit ten onder, dan keert de wereld
terug tot den chaos van verwarring en
verwildering.
Zoo bij de droeve herinnering aan Bel-
gië's noodlot ééne zaak ons troost, dan
is liet deze, dat dat kleine, ons stamver
wante volk met zijn bloed het vooitbe-
staan heeft gekocht van het recht, dat
aan vrije natiën, hoe klein ook het
recht laat zich niet afmeteii naar kilo
meters een vrij en onafhankelijk voort
bestaan waarborgt.
Plukt Nederland die vrucht, dan mag
het, ondanks den zwaren economischen
last, dien de oorlog het te torschen geeft,
met dankbaarheid op deze benarde tijden
terugzien en met voldoening op alles wat
het deed om het leed van België's kin
deren te verzachten.
De toestand.
Inmiddels is de Duitsche vloot er ook
niet zonder kleerscheuren afgekomen,
meldden we in ons vorig overzicht, spre
kende over de operaties der Duitsche
Marine in de golf van Riga.
Volgens Russische en Engelsche be
richten hebben daar de Duitschers
een gevoelige nederlaag geleden en een
hunner beste oorlogsbodems, de „Moltke"
met neg verschillende andere schepen
van kleiner kaliber verloren.
Ook de poging der Duitschers om te
Pernau aan de noordpunt van de golf
van Riga manschappen te doen landen,
die de Russen bij Riga in den rug moes
ten aanvallen, is mislukt. Wel landden
de soldaten op het aangegeven punt,
maar werden omsingeld door de Russen
en gevangen genomen.
In Petersburg heerscht natuurlijk
groote vreugde over deze overwinning.
Het publiek jubelt, „doch", zoo seint
de correspondent van de „Daily Tele
graph" te Petrogrado, „in militaire krin
gen van de Russische hoofdstad ziet men
er wijselijk van af de uitwerking van de
overwinning te overdrijven en geeft men
de mogelijkheid toe dat de Duitschers
nieuwe pogingen zullen wagen, om mees
ter te worden van de Golf van Riga".
Men kan dus binnen kort tijdsbestek
daar nieuwe en geweldige operaties ver
wachten.
De „Chicago Daily News" ontvangt
een telegram van Imbros, d.d. 20 Augus
tus, waarin wordt gemeld, dat de jongste
Engelsche troepenlanding op Gallipoli
een veel grooter succes beteekent, dan
men zou opmaken uit de Engelsch-
Fransche communiqué's.
Het forceeren der Dandanellen en
eventueel de val van Constantinopel,
worden thans als onvermijdelijk be
schouwd.
Deze stoute slag der Eugelschen be
reidde den Turken een vernederende en
noodlottige verrassing, die als resultaat
had de verovering en vernietiging der
voornaamste verbiudingen tusschen Con
stantinopel en de verdedigers van het
schiereiland Gallipoli.
De „Daily Telegraph" ontvangt uit
Athene bericht, dat 30Ü00 arbeiders bezig
zijn de Tsjataldsja linie te versterken.
Vier evenwijdige spoorwegen worden
gebouwd, hier en daar voorzien van reus
achtige liften, welke in staat zijn een
geheelen gepantserden trein te dragen
en dezen door daling onzichtbaar te ma
ken. Een stelsel van kanalen en dijken
is aangelegd, waardoor het Meer van
Derko dienstbaar kan worden gemaakt,
om het geheele terrein vóór de verde
digingslinie onder water te zetten.
Indien werkelijk de Turksehe hoofd
stad in gevaar geraakt, zou dat van
grooten invloed wezen op de houding
der nog neutrale Balkanstaten.
De „Lokal Anzeiger" verneemt uit
goede bron, dat het herhaaldelijk ver
spreide bericht, als zou een overeenkomst
tusschen Turkije en Bulgarije thans tot
stand zijn gekomen, in neutrale diplo
matieke kringen te Berlijn voor onjuist
verklaard wordt. De overeenkomst is nog
niet tot stand gekomen, ofschoon men
wel kan zeggen, dat alle voorteekenen
aanwezig zijn, die op een bevredigende
oplossing duiden.
De op den voorgrond gebrachte bewe
ring dat er een overeenkomst zou bestaan
tusschen Italië en Roemenië, waardoor
dit laatste Rijk thans verplicht is in den
oorlog in te grijpen, moet als een ver
zinsel worden beschouwd. Met zekerheid
kan worden gezegd, dat een dergelijke
verplichting van de zijde van Roemenië
niet bestaat; dit Rijk is nog altijd vrij
in al zijn handelingen.
Volgens „Morning Post zal het nieuwe
Grieksche ministerie een jegens de en
tente welwillende neutraliteit bewaren.
In Engeland wil men Griekenlands
hulp koopen, door het Cvprus af te staan.
N.B. Bij het afdrukken van dit over
zicht ontvingen wij de Duitsche tegen
spraak van het gebeurde in de golf van
Riga. Men zie onder laatste berichten.
Red,
Jaaroverzicht van den Oorlog.
25 Augustus 1914. Een Zeppelin,
de waakzaamheid der fortenbezetting
rondom Antwerpen wetende te ver
schalken, verschijnt boven de stad en
werpt verschillende bommen op gebou
wen in de buurt van het koninklijk paleis
op de Meirplaats, dat blijkbaar het doel
van den aanvaller was. Groote verwoes
tingen worden aangericht, verschillende
menschenlerens vallen te betreuren.
26 Augustus. De Duitschers maken
in geforceerde marschen, allen tegen
stand met geweld brekende, een groote
omtrekkende beweging in België en
vallen ter hoogte van Rijssel het Fransche
grondgebied binnen.
De vesting Namen en het sperfort
Longwy aan de Luxemburgsche grens
vallen. Bij Rijssel en in den Boven Elzas
moeten de Franschen terugtrekken.
De regeering der Fransche republiek
wordt van Parijs naar Bordeaux verlegd
In Oost Pruisen dwingen de Russen
de Duitschers tot den terugtocht en be
zetten een reeks van grensplaatsen,
waaronder ook Tilsit.
In Leuven geeft de Duitsche comman
dant Manteuffel uit weerwraak over be
weerde maar nog steeds niet bewezen
franc-tireursdaden der stedelijke bevol
king last, de stad in brand te steken
Het geheele stationskwartier, de prach
tige St. Pieterskerk en de Universiteits-
biblioteek gaan in de vlammen op. Vele
burgers, waaronder geestelijken en uni
versiteitsprofessoren worden gefusileerd,
tal van mannen naar Duitschland ge
voerd, vrouwen en kinderen uit de stad
verdreven, huizen geplunderd, kortom,
gedurende 24 uren heerscht in de oude
hoofdstad van Brabant een waar schrik
bewind.
De Benediktijner abdij op den Keizers
berg blijft als door een wonder gespaard.
De beschieting der Belgische kust.
Men schrijft uit Cadzand aan de Midd.
Crt.
Reeds een heele week hadden we
niets van den oorlog; kunnen hooren. Al
les was rustig en stil. In den neveligen
nacht van Zondag op Maandag waren
weer vele lichtkogels te zien, die tot ver
in den omtrek een schitterenden glans
verspreidden, 's Morgens om ongeveer vijf
uur werden we uit den slaap gewekt
door hevige schoten, een eigenaardig ge
rommel als van den donder, dat telkens
afbrak in een verschrikkelijken knal. De
Welk weder zullen wij hebben
Verwachting tot den avond van 26 Aug.:
Meest zwakke, veranderlijke wind; half-
bewolkt, waarschijnlijk droog, behoudens
kans op onweer. Weinig verandering van
temperatuur.
huizen dreunden, de ruiten rammelden,
alle bewegelijke voorwerpen schudden.
Al spoedig zaten eenigen in den kleinen
dorpstoren, gewapend met een verrekij
ker. Kil was het in de lucht en nevelig
in het verschiet. Toch werden we aan
den Noordwestelijken gezichteinder en
kele vaartuigen gewaar, die oorlogssche
pen bleken te zijn. Ze hadden het ge
munt op de Belgische kust. Nu en dan
waren vlammen uit de vuurmonden zicht
baar. Enkele vliegtuigen kon men ook
waarnemen. Een stuurde België in, een
ander zette koers naar Vlissingen.
Velen, ook uit omliggende gemeenten
spoedden zich naar de duinen, van waar
men echter niets méér te zien kreeg. Tot
ongeveer 8 uur bleef de aanval, die waar
schijnlijk van Engelsche zijde kwam,
voortduren. Toen verdwenen de logge
gevaarten langzamerhand achter de kim.
Slechts eenige rookwolkjes wezen de
plaats aan, waar ze zooeven hun vuur
uitbraakten.
SLUIS, 24 Augustus (O.V.) Omtrent
de beschieting van de Belgische kust
door de Engelsche vloot, vernemen wij
nog de volgende bijzonderheden uit den
mond van betrouwbare vissehers, welke
in de buurt gevischt hadden.
Op ongeveer 20 K.M. van de Belgische
kust lagen enkele groote Engelsche oor
logsschepen, omringd door een zwerm tor
pedobooten, welke om 6 uur 's morgens
begonnen te vuren. Er moet geschoten
zijn met kanonnen van 38 c.M. in de
richting van Zeebrugge. Te half zeven
kwam een Duitsch vliegtuig uit de rich
ting van België om de verrichtingen der
vloot te verkennen.
Het vloog laag over de Hollandsche
vissehers, zoodat het kruis op de zijvlak
ken duidelijk te zien was. Nadat het vlieg
tuig verdwenen was werden zes schoten
gelost van de Belgische kust. De zware
granaten sloegen voor en voorbij de En
gelsche schepen neer, doch geen der oor
logsbodems werd getroffen.
Te 7.45, nadat ongeveer 70 granaten
van zwaar kaliber afgeschoten waren,
stoomde het Engelsche eskader in Noor
delijke richting weg. Omtrent de aange
richte schade kan nog niets gezegd wor
den. Wel hebben andere ooggetuigen gra
naten boven Zeebrugge zien barsten.
(Msbode.)
De Paus en de Oorlog.
De Berlijnsche correspondent van de
„Tijd" schijnt te verwachten, dat de Paus
uit dezen oorlog de wereldlijke macht
zal herkrijgen.
De correspondent haalt eerst aan wat
dr. Spahn, uit naam van het centrum,
in den Rijksdag heeft gezegd in ant
woord op de hulde, die de rijkskanselier
aan den Paus voor zijn mensch-en vrede
lievend werk had gebracht. Dr. Spahn
onderschreef dat en vervolgde: „Intus-
schen hebben de omstandigheden van de
zen vreeselijken oorlog duidelijker dan
ooit de onhoudbaarheid aangetoond van
de positie, waarin de H. Stoel verkeert.
In de toekomst moeten wij bedacht zijn
op een internationale regeling, welke de
rechten, de waardigheid en de uitoefe
ning der verheven zending des Pausen
voor goed zal waarborgen
„Op levendige wijze betuigde de Rijks
dag zijn instemming met deze woorden,
die als een ofiicieele verklaring van de
Centrumsgroep mogen gelden", zegt dan
de correspondent van de „Tijd". „Dat de
Romeinsche quaestie bij de vredesonder
handelingen door de noodzakelijkheid
van den loop der gebeurtenissen een
definitieve oplossing zal krijgen, houden
ingewijden voor volstrekt zeker". (Zei)