NOORD-BEVELANDS
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
„Sport
No. 2538
Zaterdag 28 Juli 1951
54e Jaargang
Landbouwperikelen
DRUK EN UITGAVE A. G M. MARKUSSE TE WISSEKERKE TELEFOON »o 308 GIRO No. 32622
Abonnementsprijs f 2.00 per jaar. - Franco per post f 3.50. - Advertenties 5 cent per mm - 2100 betalende abonné's
door Ir H. Reiling.
Het maatschappelijk leven wordt
steeds gecompliceerder. Alles grijpt
als een fijn raderwerk in elkaar,
waardoor het geen wonder is, dat
er voortdurend storingen optreden.
Een fijn raderwerk zal immers veel
eerder op afwijkingen reageren dan
een grof. In de huidige maatschap
pij moet men veel nauwlettender
uitkijken dan vroeger. Meer dan
ooit moet men zich steeds afvragen
„Hoe moet ik het doen?" en „Doe
ik het goed?". Een eenmaal geno
men beslissing kan meestal niet
meer teruggenomen worden. Men
loopt steeds grote risico's.
Dit zijn algemeen geldende ge
dachten, doch in dit artikel willen
we ze speciaal bezien met het oog
op de landbouw.
Boer zijn is mooi, doch een bui
tenstaander ziet het meestal mooi
er dan het in feite is. Boer zijn is
ook moeilijk. In de huidige tijd geldt
het voor de boer zeker niet in de
laatste plaats dat uitkijken de bood
schap is.
We staan nu weer voor de graan
oogst. De maaimachines worden
weer tevoorschijn gehaald en nage
zien. Straks zien we ze door het
graan kruipen, vinnig, brommend,
snijdend. Ruisend valt het graan!
Dit klinkt ietwat poëtisch. Een
boer heeft echter bij het tevoor
schijn halen der maaimachines wel
andere dingen in zijn hoofd dan
poëtische mijmeringen. Hij vraagt
zich af welke machine tevoorschijn
moet worden gehaald: de zelfbin-
der of de maaidorser? Het zou
prettig voor hem zijn, wanneer de
Voorlichting op de beurs met grote
letters even precies aangaf wat hij
moest doen. Het landbouwbedrijf
kan echter niet volgens vastom
lijnde voorschriften worden uitge
oefend. Het is als met een schaak
spel. Elke nieuwe zet moet nauw
keurig worden overwogen. Men
moet steeds nadenken. Gelukkig
trouwens maar. Nadenken leidt tot
rekenen en deze bezigheid moet de
basis zijn van een goede bedrijfs
voering in de landbouw.
Het beantwoorden der vraag:
„Maaidorsen of binderen?" draait
om de strokwestie. We zeggen met
opzetstrokwestie en niet stroprijs,
hoewel de prijs wel het uitgangs
punt is. Uit dezen hoofde is het
reeds te begrijpen, dat het moeilijk,
zo niet onmogelijk, is, om aan te
geven op welke manier de boer in
deze zomer zijn graan moet maai
en. De stroprijs is immers niet van
te voren bekend.
Wel kunnen we elkaar echter
BROEKENWEEK
Deze week verkoop van
blauwe, grijze, khaki,
bruine en zwarte manchester
broeken enz.
aan zeer voordelige prijzen.
W. DINGEMANSE
Textielhandel, Colijnsplaat.
helpen door in deze vergelijking
met veel onbekenden de bekenden
nog eens goed te bekijken. We ge
bruiken hierbij enkele cijfers, ge
baseerd op gegevens over de jaren
1948, 1949 en 1950. Vergeleken
worden de totale kosten per ha
van een trekkerbinder (eigen werk
tuigen, terwijl het dorsen van de
klamp door een loondorser geschied
de) en die van een maaidorser (ei
gen machine). Trekkerbinder f 221.95
Maaidorser f 171.71.
De werkzaamheden, die hierbij
verricht worden, lopen van het
kanten snijden tot het bergen en
transport van het gedorste graan.
Uit deze cijfers blijkt, dat het ge
bruik van de trekkerbinder met
dorsen door derden f 50.— meer
kost per ha dan het gebruik van
genoemde maaidorser met achter
lating van het stro. Als we de ho
gere kosten van het binderen voor
het stro rekenen en de stro-op
brengst per ha stellen op 3 ton be
tekent dit dus, dat de stro-kosten
50:3 f 16.50 per ton bedragen.
Wanneer de verkoopsprijs van het
stro hierboven ligt zal het binderen
dus voordeliger zijn. Beëindigen we
nu dit gesprek, dan zou de maai
dorser onrecht worden aangedaan.
Het achterlaten van het stro, bij
gebruik van de combine moet wel
critisch bekeken worden. We moe
ten ons de vraag stellen: „Wat kan
men met dit achtergelaten stro doen
In de eerste plaats is dit te ver
zamelen, met pickup-pers of hoe dan
ook, en dan eveneens te verkopen.
Hoeveel kost dit verzamelen en hoe
is de prijs van het verzamelde pro
duct? Het is duidelijk dat het ver
schil tussen deze „verzamelkosten"
en de verkoopprijs van het verza
melde product van grote invloed
is ten gunste of ten ongunste van
de maaidorser. Helaas zijn ons o-
ver deze materie geen cijfers be
kend.
In de tweede plaats kan het
achtergelaten stro inderdaad op het
veld worden achtergelaten. In dit
geval openen zich weer twee mo
gelijkheden, ten eerste: „Moet het
stro worden verbrand ten twee
de: „Moet het worden onderge-
ploegd?"
Het wordt nu duidelijk waarom
we hierboven bij de beantwoording
der vraag: „Maaidorsen of binde
ren liever spreken over strokwes
tie dan over stroprijs, hoewel de
prijs uiteraard zeer essentieel is.
Een tweede belangrijke vraag, die
nauw met: „Maaidorsen of binde
ren?" verband houdt is nu: „Wat
is de waarde van stro als meststof?"
Met deze vraag treden we een
doolhof binnen van de moderne
landbouwwetenschap, waarbij men
in bepaalde kringen een bijna re
ligieuze overtuiging aan de dag legt.
We zullen echter trachten met
beide benen op de grond te blij
ven staan en deze doolhof niet al
te diep binnengaan.
Ten eerste: Het verbranden. We
zijn niet meteen geneigd om te zeg
gen: „Dit is uit den boze". Het is
waar, dat de voorziening der grond
met organische stof door het ver
branden minimaal wordt. De orga
nische stof verbrandt immers en gaat
in de vorm van gassen de lucht in.
De omzetting in de grond door mi
cro-organismen kan dus niet meer
plaats vinden. Het kernpunt bij el
ke organische stoftoevoer aan de
grond is de koolstof-stikstofver
houding. Hiervan hangt een snelle
micro-biologische omzetting van de
organische stof af. Bij zuiver stro
is deze verhouding te groot zodat de
omzetting in de grond gepaard gaat
met stikstofvastleggirg, wanneer er
tenminste geen extra stikstofgift
plaats vindt of klavers mee worden
ondergeploegd. Bij verbranding van
stro heeft men dus niet te rekenen
met dit stikstofprobleem, terwijl de
voorziening der grond met stoffen
als kali en fosfor gelijk blijft. De
waarde van het verbrande stro kan
men ruwweg berekenen door de ge
haltes der samenstellende stoffen er
van te vermenigvuldigen met de o-
vereenkomstige kunstmestprijzen.
Duizend kilo gerstestro bevat 4,5
kg stikstof, 17 hg kali en 2 kg phos-
phaat. Wanneer men de stro-op
brengst per ha rekent op 3 ton,
kan dus nagegaan worden wat on
geveer de bemestingswaarde der an
organische stoffen is.
Ten tweede: Het onderploegen.
Dit is inderdaad de beste methode.
Vooral, wanneer het een klaverhou-
dende stoppel betreft, waardoor de
bovengenoemde koolstof-stikstof-
verhouding in het reine komt. Be
treft het een klavervrije stoppel, dan
kan dit bezwaar worden ondervan
gen door een extra stikstofbemes
ting. Op ons eiland is de methode
des temeer aanbevelenswaardig, daar
we toch al over niet teveel orga
nische meststoffen beschikken. Bij
de vraag: „Binderen of maaidorsen?"
moeten we de waarde van het on-
dergeploegde stro dan zeker niet
te laag aanslaan. De betekenis der
organische stof van het stro als
grondverbeteraar ligt zeker enkele
honderden percenten hoger dan die
van de anorganische bemestings
waarde.
In verband hiermede vestigen we
ook nog even de aandacht op het
stalmestgebruik op ons eiland. On
ze boeren zijn geen veehouders en
de grond ontvangt dan ook betrek
kelijk weinig stalmest. Gelukkig er
kennen ze deze tekortkoming en
trachten haar door groenbemesting
te compenseren. Evenwel blijft stal
mest voor onze gronden een bege
renswaardig product. Een grondige
enquête naar de stalmestbestem-
ming op ons eiland zou zeer ge
wenst zijn. Kwade tongen beweren,
dat er nog stalmest van het eiland
wordt afgevoerd. Of zijn dit geen
kwade tongen en berust de bewe
ring op werkelijkheid? Als dit het
geval is, houdt de taak der land
bouwkundige op en begint die van
de burgemeester in de vorm van
een stalmestverordening of iets der-
DEZE WEEK
250 gram koekjes en
125 gram bruidsuikers of
100 gram toffees voor 75 cent
5 rol zuurtjes 25 cent
5 rol sterke pepermunt 25 ct
W. DINGEMANSE
Levensmidd.bedrijf, Colijnsplaat.
gelijks.
Onze blikken richten zich vra
gend naar Vlissingen waar een com-
posteringsbedrijf in werking is ge
zet. We weten niet hoever het hier
mede staat, doch zijn er van over
tuigd, dat een groot compostbe-
drijf in Zeeland ook voor Noord-
Beveland perspectieven heeft.
Resumerend merken we het vol
gende op.
De boer moet uiteindelijk zelf be
slissen, hoe hij zijn graan zal maai
en. Tenminste hij, die te kiezen heeft
tussen combine en binder. De stro-
prijzen lijken zo te worden dat het
binderen aanlokkelijk is. Wie ech
ter zijn grond op peil wil houden
zal er veel voor over hebben, ook
duur stro. Die zijn stro onderploegt
moet niet menen, dat hij grote ver
liezen lijdt. Men kan het ten allen
tijde beschouwen als een waarde
volle belegging. Aan de andere kant
kan men bij hoge stroprijzen de
opbrengst van het stro benutten
om zijn combine een jaar te laten
rusten en eventueel te laten revi
deren.
Bij hoge stroprijzen is het pro
bleem voor degenen, die geen com
bine bezitten, nog al eenvoudig.
We hopen hiermede de landbou
wers geholpen te hebben in hun
overwegingen en de niet-landbou-
wers een indruk te hebben gege
ven van de problematiek, waarvoor
de boer zich steeds gesteld ziet.
DUIVEN.
De P.V. „De Blauwe Doffer" te
Kortgene hield de volgende vluch
ten:
Vierzon. 1 L. de Fouw. 2 N. Cle
ment. 3 P. Koole. 4 en 5 Gebr. Wil-
derom.
Orleans. 1-2-4 N. Clement. 3-9
L. de Fouw. 5 Kesteloo. 6 F.
Leendertse. 7-14 O. Scherp 8 12-13
Z. C. van Damme. 10 C. Mullie. 11
Gebr. Wilderom.
Chateauroux. 1-2-4-9 N. Clement.
3 L. de Fouw. 5-8 Gebr. Wilderom.
6 C. Mullie. 7 Z. C. van Damme.
Vilvoorde, jonge duiven. 1 L. de
Fouw. 2-12 N. Clement. 3 P. de
Wit. 4-5 Gebr Noordhoek.6C Klein.
7-8-9 J. Versprille 10-11 J. Platschor-
re. 13 A. Goudswaard.
WEEK-RECLAME
Een half pond koekjes 50 ct
150 gr. bonbons 50 ct
200 gr. snoep 50 ct
2 fl. puddingsaus 50 ct
1 pak havermout en
100 gram snoep 50 ct
L. de Waal, Colijnsplaat