SINATRAN KRONIEK VAN DEN DAG Goud in de Wildernis TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDBELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN VRIJDAG 1 MAART 1940. No. 52. Engeland, de Joden, de Arabieren en de Volkenbond. In dezen tijd heeft bijna niets de belang stelling van de menschheid als het niet in verband staat met den oorlog. Dit is geen sensatiezucht, maar een uitvloeisel van het besef, dat de belangen der geheele mensch heid bij dezen oorlog betrokken zijn. En dat nu dezer dagen in het Britsche Lager huis een fel debat is gevoerd over Pales tina, is zeker niet alleen vanwege de aan leiding hiertoe op zichzelf, maar mede van wege de gevolgen, die dit kan hebben voor Engeland en voor Engeland's oorlogvoe- ring. De Britsche regeering heeft besloten den verkoop van land aan Joden in Palestina te reglementeeren. Dit komt wij schre ven het gisteren reeds neer op een be perking van dezen landverkoop, en het is waarschijnlijk te beschouwen als een toe geven aan druk van Arabischen kant. Engeland zit met Palestina wel eenigs- zins in zijn maag. In den vorigen oorlog had John Buil het geld der groote Joodsche bankiers noodig en het kreeg dit. Daarte genover stond de belofte, dat Palestina het „Nationale Joodsche Tehuis" zou worden. Daartegenover stond echter nog iets an ders: kolonel Lawrence, de geheimzinnige Engelschman, die „de ongekroonde koning van Arabië" werd genoemd en een buiten gewonen invloed op de Arabieren had, wist deze over te halen tot opstand tegen de Turken in den vorigen oorlog de bond- genooten van Duitschland o.m. tegen de belofte van grooter zelfstandigheid en van steun tegen den Joodschen invloed in Pa lestina. Het schijnt, dat Lawrence tot deze toezegging gemachtigd was door de regee ring te Londen. En het moet voor hem een enorme teleurstelling zjjn geweest toen Lon den zijn belofte niet nakwam. De „Balfour- declaratie" inzake de stichting van een Joodsch Nationaal Tehuis stond hieraan in den weg. Londen wilde de kool en de geit sparen. Palestina, nabij het Suez-kanaal, was een te belangrijk gebied om er vijan den te hebben. Als Palestina inderdaad Joodsch zou worden, zou Engeland niets te vreezen hebben van dien kant. Maar sinds den wereldoorlog is er een steeds groeiende eenheid in de Arabische wereld, en in de Mohammedaansche wereld in het algemeen, merkbaar, waardoor Engeland er huiverig voor werd om den Arabieren voor het hoofd te stooten. In 1919 verleende de Volkenbond aan Engeland het mandaat over Palestina. Lon den zou over zijn beheer verantwoording moeten afleggen tegenover den Volken bondsraad. Van een dergelijke verantwoor ding is in de praktijk echter maar bijster weinig gekomen, ook niet toen in 1936 de troebelen in Palestina uitbraken, die dui zenden menschen het leven kostten en mil- lioenen ponden sterling schade veroorzaak-: ten. In 1937 werd de commissie-Peel benoemd ter oplossing van het Palestjjnsche pro bleem. Wat moest er gebeuren met het be loofde land, dat thans door de Engelschen aan verschillende partijen was beloofd? De commissie kwam tot het plan om Pa lestina in drie deelen te splitsen, een Ara bisch, een Joodsch en een stuk, dat onder mandaat van Engeland zou blijven. De Jo den en de Arabieren verklaarden zich on middellijk hiertegen. De eersten wezen er op, dat hun méér beloofd was; de anderen verklaarden hetzelfde en ontkenden bo vendien elk recht van de Joden om zich in Palestina te vestigen. Het Britsche parle ment nam het plan der commissie-Peel aan; zelfs werd het aan de mandaatscommissie van den Volkenbond voorgelegd, die het ook aannam. En daar bleef het bij. De op stand der Arabieren werd steeds erger. Engeland zpnd zijn „terreur-specialist", Togart naar Palestina, die meteen krach- Hei Nederlandsche Levertraan-preparaat tteS don smack èn de Vitaminen van Sinaasappel, maakt Uw k.nderen minder vatbaar voor kouvSttcn 200 '■°s t Fabr.N.V. Handelsver. A. J. ten Doesschate - Zwolle (Ingez. Naar het Engelsch van C. VANDERBELT Jr. 16). Maar ze moesten beiden lachen en hadden plezier in het spel, dat opeens zoo'n aardig spelletje scheen te zijn geworden, zooals de hgele dag en de zon en de stevige bries, die geregeld uit het Zuiden woei, heerlijk wa ren. Die bries blies hun Chineesche zeil op, tot het bol en strak stond. Hij dreef Ele phantine II voort, als was het een boot uit de J-klasse, die Mimi, volgens Jim, niet kon besturen. En eindelijk dreef hij de boot een meertje op, dat aan de eene zijde werd be grensd door een steilen, rotsigen oever waar witte berken bovenop groeiden. „Daar is dat berkenboschje!" riep Jim triomfantelijk. „En dóór", wees hij op een smalle kloof in den grauwen rotswand, „daar heb je het hol, dat op mijn Indiaan- sche landkaart staat aangegeven als de plaats, waar Nanna Byon en de Beer den heelen winter door slapen". Mimi zwaaide opgetogen met haar riem en sprong aan wal, om het lichte anker vast te zetten, terwijl Jim met zware anker overboord liet plompen van den achterste ven. En trillend van spanning als een echte goudzoekster bleef ze staan wachten, tot Jim de rots had beklommen. Slechts één enkel oogenblik, toen ze hem daarboven zag wankelen, voordat hij zijn evenwicht ge heel gevonden had kwam de gedachte bij haar op, dat ze nu kon vluchten; ze kon de tige maatregelen nam. De huizen, van waaruit opstandelingen afkomstig waren, werden in brand gestoken, later de dor pen, waar opstandelingen woonden of gast vrijheid hadden genoten. Er vloeiden stroomen bloed in Palestina. Om de oude stad van Jeruzalem had een halve veldslag plaats. Maar Togart slaag de: hp onderdrukte den opstand. De wereld wist tenminste niet beter. De journalisten verdwenen uit Palestina en de krantenle zende menschheid vergat den strijd om het beloofde land. Intusschen schijnt het daar toch niet pre cies volgens den wensch van Londen te ver- loopen, want het hier genoemde verkoop verbod is duidelijk een gevolg van de onte vredenheid der Arabieren. En ook in dezen oorlog is het Engeland veel waard om in Palestina en in de Arabische wereld in het algemeen geen tegenwerking te hebben. Natuurlijk zjjn de Joden ontevreden. Zij hebben reeds gepro testeerd. Maar Londen trekt zich daarvan .minder aan dan den vorigen keer, want de Joden zullen thans in geen geval de te genstanders der Geallieerden helpen! Zoo heeft Engeland het klaarblijkelijk verstandig geoordeeld wat toe te geven aan Arabischen druk. Dit is gebeurd buiten den Volkenbond om. Dé leider van de oppositie der Britsche Arbeiderspartij, Attlee, zag hierin aanleiding voor groot wantrouwen in de Engelsche regeering, Volgens hem heeft dit optreden in breeden kring het ge voel gewekt, dat Engeland het gezag van den Volkenbond en het internationale recht ondergraaft. De Engelsche minister van koloniën ant woordde, dat er geen tijd was om den Vol kenbond te raadplegen. Hieruit is te lezen, dat Engeland op kor ten termijn maatregelen moest nemen Naar buiten is echter in de laatste maan den niets gebleken van grootere onrust in Palestina. Wat niet zeggen wil, dat die er niet is! 1-Iet schijnt, dat de groote inspan ning van Engeland in het Westen tenge volge heeft, dat het op bepaalde andere plaatsen niet zooveel weerstand kan bieden als vroeger. China was er het eerste vc beeld van en nu komt Palestina. Het wordt voortdurend beter zichtbaar, dat deze oor log de politieke constructie van de wereld op. haar grondvesten doet schudden. Eden keert zich fel tegen het nationaaï-socialistische stelsel. TOEN HITLER NOG EEN BOL WERK VORMDE TEGEN HET BOLSJEWISME De Britsche minister voor de dominions, Eden (vroeger minister van buitenlandsche zaken) heeft gisteren te Liverpool een be gin gemaakt met een reeks vergaderingen, waarin niet in het eigenlijke oorlogskabi net zitting hebbende ministers het woord zullen voeren. Eden verklaarde: „Indien er voor de menschen een toe komst zal zijn, moet het nationaaï-sócialis- tische stelsel en al wat daarbij behoort, ver dwijnen. Er moet een einde komen aan de zen tijd van geschonden trouw. De politieke meineed moet verdwijnen. Ieder lapwerk en compromis zou ons na enkele maanden of enkele jaren slechts voor grooter gevaren plaatsen en dan zou het te laat kunnen zijn". Eden zeide, dat wanneer de oorlog voor bij zou zijn, de staatslieden die bijeen zou den komen om een vrede te sluiten een moeilijke taak zullen hebben. Zij zullen ge steund worden door: le een hechte mede werking der naties van het Britsche ge- meenebest en 2e een zelfs nog inniger een heid van Groot-Brittannië en Frankrijk. Sprekende over den oorlog in Finland zeide Eden, dat Duitschland ook daar de verantwoordelijkheid voor draagt. „Stalin is de agressor en Hitier de handlanger. Zij kunnen trotsch zijn op hun samenzwering tegen een klein dapper volk". Het is vreemd te denken, aldus Eden, hoeveel uren ik op het Foreign Office heb vertoefd, luisterende naar den tegenwoor- digen rijksminister van buitenlandsche za ken, toen deze ambassadeur te Londen was. Hij schetste mij in den breede de gevaren en verschrikkingen van het bolsjewisme. Alleen Hitier stond als een bolwerk tus- schen Groot-Brittannië en 't bolsjewisme" Geen ruimere staatkundige bevoegdheden aan Indië. Minister Welter verdedigt zijn beleid. Na een krachtige bestrijding door minis ter Weiter heeft 'de Tweede Kamer gister middag de motie van het sociaal-democra tische lid den heer Stokvis verworpen. Bij deze motie werd de regeering uitgenoodigd een onderzoek te bevorderen omtrent rich ting en omvang, waarin de toekenning van ruimere staatkundige bevoegdheid aan Ne- derlandsch-Indië ware tot stand te bren gen. Tegen deze motie stemden 53 leden, vóór de motie 22 leden, te weten de soci aal-democraten en de christen-democraten. Bij den aanvang der vergadering, waarin de behandeling van de Indische begrooting werd voortgezet, beantwoordde minister Weiter de sprekers in tweeden termijn. O.m. verklaarde de minister, dat het, door maatregelen van den minister van economische zaken, zeker is, dat de helft van de Nederlandsche koffie-consumptie zal bestaan uit Indische koffie. De stichting van een welvaartsfonds, waarop de heer Van Poll had aangedrongen, achtte de mi nister onder de huidige omstandigheden uitgesloten. Een dergelijk fonds zou wel licht verstarrend werken daar vele diensten bij de welvaartsbevordering zijn ingescha keld. Ten aanzien van de houding tegenover de N.S.B. in Indië zeide de minister, dat in Indië de N.S.B. een onbeteekenende fac tor is; zij levert geen gevaar op voor orde en gezag. De regeering oefent een nauwlet tend toezicht uit. In de motie van den heer Stokvis kon de bewindsman den gematigden inhoud waar- deeren, doch blijkens de toelichting wil de voorsteller den weg wijmaken voor een volwaardig parlement. De minister noem de de motie zoo gematigd, dat zij volkomen overbodig is. Immers spreker heeft ver klaard open te staan voor elke suggestie welke ligt binnen het kader van de grond wet en geen overdracht van macht naar Indië meébrengt. Aanneming van de motie zou onvervulbare verwachtingen in het le ven roepen, doch ook verwerping ervan zou misverstand wekken. De motie werd tenslotte verworpen. De Kamer werd verdaagd tot hedenmid- De pachtprijzen voor staatsgron- den in Zeeuwsch-Vïaanderen. EEN VERKLARING VAN DEN MINISTER OP VRAGEN VAN HET KAMERLID ALGERA. Op de vragen van den heer Algera in za ke verhooging van pachtprijzen voor staats- gronden in Zeeuwsch-Vlaanderen heeft de minister van financiën geantwoord, dat niet juist is, dat den pachters van de staats bonden in den Dijckmeesterpolder, den Hel legatpolder en den Mosselpolder in Zeeuwsch-Vlaanderen voor 1940 een pacht- verhooging van 10 pet. en meer is aange zegd. Wat geschied is, is het volgende. De pachten liepen af einde 1939. Bij de herverpachting zjjn de pachten geschat door •wee deskundigen'. In bepaalde gevallen zijn de nieuwe pachten 10 pet. en meer hooger, in andere gevallen zijn de nieuwe pachten 10 pet en meer lager. De nieuwe pachtovereenkomsten zijn door de pachtkamer van het kantongerecht le Terneuzen goedgekeurd. De verhoogingen en verlagingen van de [•achten vonden haar grondslag niet in ver beterde of verslechterde perspectieven voor den landbouw, maar in den toestand van de perceelen zelf. De nieuwe pachtsommen werden in Juni '939 vastgesteld. De pachtsommen worden reeds in rede lijkheid vastgesteld, in overeenstemming met wat een- en andermaal aan de ambte naren is voorgeschreven. MIJN ONTPLOFT TEGEN DEN DI.JK BIJ DEN HELDER. Gistermiddag is een mijn tegen den dijk tusschen Den Helder en Huisduinen gesla gen en geëxplodeerd. In den dijk ontstond jen gat van circa 2L meter diameter Door den Noordoostenwind was het ont ploffingsgeluid in Den Helder en Huisdui nen niet zoo sterk, als van den mijn, die Zaterdagavond op het Marsdiep tusschen de ijssschotsen tot ontploffing kwam en waarvan het geluid en de luchtdruk over de stad kwam, met het gevolg dat veer tien groote spiegelruiten op verschillende plaatsen braken. Ditmaal bleef, mede door de gunstige windrichting, de schade be perkt In Huisduinen werden slechts van drie woningen ruiten vernield. Het gat in den dijk werd terstond gedicht. Brokstuk ken van den mijn werden tot op een af stand van vijftig tot honderd meter ge vonden. De vreemde vliegtuigen boven Nederland. Van Duitsche zijde worden sedert eenigen tijd berichten verspreid over schendingen van onze neutraliteit door Britsche vlieg tuigen, welke des nachts over ons land zou den vliegen. Andermaal wordt er daarom van bevoegde zijde op gewezen, dat de na tionaliteit van vreemde vliegtuigen des nachts zelden kan worden vastgesteld. Dit kan toch alleen geschieden door beschijning met zoeklicht. Doch hetzij het wolkendek, hetzij de zeer groote vlieghoogte, welke ook het modernste zieklicht niet meer bereiken kan, onttrekken de vliegtuigen meestal aan herkenning. Zou men moeten uilsluiten, ge lijk van Duitsche zijde gesuggereerd wordt, dat zich onder de vliegtuigen van vreemde nationaliteit, welke des nachts boven Ne derland gesignaleerd worden, ook Duitsche toestellen bevinden, dan zou zich de vraag voordoen, waarom Duitsche vliegtuigen al leen bij daglicht boven ons grondgebied zijn verschenen. De terugkeer van gemobiliseerden in de burgermaatschappij. INTERDEPARTEMENTALE COM MISSIE GEÏNSTALLEERD. De Regeeringspersdienst 'meldt: De minister van Defensie heeft gisteren een interdepartementale commissie geïn stalleerd, wier taak zal zjjn: Ten eerste aan de regeering advies uit te brengen omtrent de voorzieningen, wel ke noodig zullen zijn om voor de gemobi liseerden zooveel mogelijk gelegenheid te scheppen, bjj hun terugkeer in de burger maatschappij een middel van bestaan te vinden, en ten tweede voor deze voorzie ningen, voor zooveel noodig, wettelijke re gelingen te ontwerpen. Deze commissie is gemachtigd om, voor zoover zjj dit voor het vervullen van haar taak nuttig acht, inlichtingen of raad in te winnen bjj niet tot de commissie behoo- rende ambtenaren van departementen van algemeen bestuur en bij organisaties van werkgevers of werknemers. Tot voorzitter van de commissie is be noemd mr. dr. A. L. Scholtens, secretaris generaal van het departement van sociale zaken. In Zwanenberg's frissche, heerlijke jam gaan alléén zuivere vruchten. Geen opvulsels van appel of ander „vulfruit". Desondanks laag in prijs. Met bon voor aardige legpuzzle (Ing. Med.J Zinsbegoocheling van de Britsche vliegers. DE DUITSCHE PERS OVER DE ENGELSCHE VLIEGTUIGEN BO VEN BERLIJN. De Duitsche pers maakt de van Britsche zijde verspreide berichten, volgens welke Britsche bombardementsvliegtuigen boven Berlijn zouden hebben gevlogen, belache lijk. De „Lokal Anzeiger" schrijft o.a. dat de Britsche openbare meening zulke leu gens worden voorgezet, dat zij alles wat tot nu toe in Engeland is uitgevonden in de schaduw stellen. De drieste piloten moeten zoo goed gevlogen hebben, dat zij met het bloote oog de Wilhelmstrasse en Unter den Linden konden herkennen. Het blad vindt het alleen eigenaardig, dat geen enkele Berlijner de Britsche bombardementsvlieg tuigen heeft gezien. Het blad wijst vervolgens op een verkla ring van den Britschen ambassadeur te Brussel, die gezegd heeft, dat de Britsche vliegers zich bij deze vluchten aan een groot gevaar blootstellen, wanneer zij op zeer groote hoogte hun verkenningsvluchten maken. Op een hoogte van 6 tot 8000 me ter worden de hersens snel moe door het gemis aan zuurstof, zoodat het moeilijk is de gedachten te concentreeren. Het blad besluit met de opmerking, dat zich hier mede de zinsbegoocheling laat verklaren van de Britsche vliegeres die, wanneer zij op groote hoogte hoven de Noordwestgrens van Duitschland vliegen, plotseling de Wil helmstrasse in Berlijn voor zich meenen te zien. Dmtscbe duikboot vernietigde 80.000 ton sclieepsruimte. Uit Berlijn meldt het D.N.B.: Een van een verren tocht terugkeerende duikboot heeft gemeld 45.000 br. registerton sclieeps ruimte te hebben tot zinken gebracht. De ze duikboot heeft daarmede in het geheel 80.000 br. reg. ton scheepsruimte tot zin ken gebracht. De commandant van de onderzeeboot is korvettenkapitein Werner Hartmann. LIJK VAN VERMISTEN MAN GEVONDEN. Vermoedelijk doodgevroren. Sedert 14 Januari werd een 36-jarige man N. uit Glanerbrug vermist. Hij werd verpleegd in een inrichting voor zenuwlij ders te Wolfheze. Bij een wandeling wist hij te ontsnappen en sindsdien was hij spoorloos verdwenen. Gisteren heeft men zijn lijk gevonden in een hooimijt, nabij de inrichting. Vermoedelijk is de man doodge- ez. Mud.» boot losmaken, den motor op volle kracht laten draaien en, het zeil zoo noodig hijschen en naar het eiland en de vliegmachine te- rugkeeren, voordat hij bij machte was, haar achterop te komen. Maar die gedach te vloog haar slechts een oogwenk door het hoofd. „Ja, hier hebben we werkelijk het hol", schreeuwde Jim i\aar omlaag, terwijl hij zich in de gevonden opening liet zakken. „Hé, Mimi, kijk eens of de schuit wel goed vastzit, want de wind begint op te steken". Mimi gehoorzaamde. En intusschen lachte ze vpor zich heen. „Zottin, dat je toch bent! Nou heb je alle mogelijke gelegenheid om te ontvluchten! Waarom doe je het dan niet?" En zelf gaf ze het antwoord: „Hoe zou ik paps ooit weer onder oogen durven komen, als ik moest bekennen, dat ik Jim in een dergelijke omstandigheid in den steek gelaten had?" Ze duwde het anker dieper in het zand, bracht haar handen naai den mond en schreeuwde omhoog naar de nu ledige opening van het hol: „Schip ligt gemeerd, kapitein!" Er kwam geen antwoord. Een... twee... drie... vijf minuten verliepen. Toen stap te ze naar den rotswand met het voorne men ertegen op te klauteren. Maar Jim stak juist zijn hoofd en schouder uit het hol naar buiten met een verschrikte uit drukking op zijn gezicht. „Nee, nee!" riep hij haar afwijzend. „Ik moet, voordat jij hier komt, eerst iets opruimen. Haal een schop voor me en breng ons reservezeil mee." Weer gehoorzaamde Mimi. En ondertus- schen klom Jim naar den top van de klip wat gemakkelijker ging dan het eerste ge deelte van het strand af. Mimi maakte een omweg en ging met hem met het zeil en de schop tegemoet langs de langzame glooiing, Alle menschenwerk van waarde is de vrucht van een geestdrift. IllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllU welke door het boseh naar den top voerde. „Wat..." begon ze, maar ze behoefde niet verder te vragen. Ze begreep het al. Zwijgend reikte ze hem de schop en het zeil over en zwijgend begon hij een grafkuil te graven. Toen hij daarmede klaar was, nam hij het zeil op. „Toe, Mimi, ga eventjes weg, wil je? Wees een lief kind en blijf hier een tijdje vandaan." Ze voelde zich opeens heel klein en af hankelijk en gehoorzaamde gedwee. Maar toen ze uit de verte hem met een onhan- digen last in het zeil gewikkeld tegen de helling zoo zag sjouwen, holde ze naar hem toe: „Laat mij nou even helpen!" „Heelemaal niet!" riep hij haar toe. „Te rug, anders gooi ik het in de rivier." Maar toen hij het graf weer volgewor- pen, er een ruw kruis opgezet en zijn han den gewasschen had, zei hij plotseling te gen Mimi: „Je bent toch een flinke meid!" En hoewel Mimi gewend was fabelachtig gevleid te worden, deed die nuchtere lof prijzing haar méér goed, dan alle com plimentjes van vele jaren. Die ontnam aan den toestand veel van het griezelige. Mimi was bijna in staat, het door Jim zooeven gedolven graf te vergeten en alleen nog maar te denken aan de verrassingen van prettigen aard, die het hol wellicht bieden zou. Ze volgde hem met een hoog opge heven zaklantaarn, terwijl hij de zijne, die veel sterker was, links en rechts langs de grond en wanden liet glijden. Plotseling uitte Jim een kreet, bukte zich en raapte een flesch op. Hij rook eraan, ,,'n Blinde Tijger! En we dachten dat we het heeie- maal uitgeroeid hadden! Dus begint het opnieuw!" „Wat is dat, 'n blinde tijger?" vroeg Mi mi. „Daarmee bedoelden ze een man, die aan de inboorlingen hier giftigen drank ver koopt, of dien zelf drinkt. Het is een ge meen goedje van methylacohol en een soort eucalyptus gestookt. Binnen enkele uren maakte het den drinker door het dolle heen en uiterst vechtlustig. Ik heb heele In dianendorpen erdoor ten gronde zien gaan en uitsterven". Onder het praten onderzocht Jim het hol verder. En eindelijk viel zijn lichtstraal op een hoop leischilfers en een houweel. Hij bukte zich snel en nam een handvol van die in Mimi's oogen doodgewone stukjes lei steen op. „Daar is die arme drommel liet laatst aan het werk geweest", zei Jim. „Hij heeft me heel wat werk bespaard". Jim begaf zich naar den ingang van het hol en bekeek zijn vondst in het laat namiddaglicht. Mimi was hem gevolgd en zag stukjes steen in het zonlicht schitteren. Ze geraakte in op winding. „Jimis datgoud?" Ze greep zijn arm beet en was op slag al haar vijandigheid tegenover hem vergeten. Jim wendde zich om en keek haar grin nikend in het lioogroode gelaat. „Zoo, zoo, ouwe goudzoekster, dat je bent!" Echt een van den ouden stam, wat" Nou, het spijt me dan, dat ik je moet te leurstellen, kindje, want die glinsterende stukjes zijn niet anders dan koperpyriet". Hij wierp ze schouderophalend in het meer. „De arme drommel, dien ik daarnet begra ven heb, dacht zeker, een rijke vondst ge daan te hebben en heeft daar een borrel te veel op gedronken." ,Maar hoe ben je toch aan die landkaart gekomen?" vroeg ze nieuwsgierig. „Die heb ik van een ouden Indiaan ge kregen. Maar dat hij in de meening ver keerde, hier dat vuile goud te zullen vinden, zegt nog niet veel. Na die goudvondst in Yellow Knife kan niemand hier in de buurt meer met een houweel op zijn schouder loopen, of ze bollen hem in bosjes na, om te weten waar hij heengaat". Jim hielp haar nu omhoog tegen de klip, waarop het berkenboschje stond. ,Een van m'n vrienden", vervolgde hij, toen ze den top bereikt hadden en zaten uit te blazen, „een grappenmaker, heeft eens met een bank in Toronto gewed, dat hij de heele stad op stelten kon zetten, door er op een geheimzinnige manier met een slee vol werktuigen tusschen uit te trekken". „Heeft h\j het gewonnen?" „Ja, maar de bende, die hem achterna- gekomen was, heeft hem bijna vermoord, omdat ze zoo teleurgesteld waren". „Ik voel me ook teleurgesteld", zei Mimi. „Ik had zoo graag goud in dit hol gevon den". En bij zichzelf dacht ze: „Er had goud moeten zijn! Dat zou de geschiedenis zooveel interessanter gemaakt hebben. Bo vendien zou Jim dan, niettegenstaande al zijn fouten, een multi-millionair zijn ge weest". Ze keek hem van terzijde aan keek naar zijn stoere schouders en zijn vier kante kin. Ja, hij was toch welecht een persoonlijkheid! Dat moest ze ten slotte toegeven. Hij was niet zoo'n verwijfd rijke luiszoontje, maar een man, die groote din gen zou doen. Hospitalen in de wildernis oprichten en vliegdiensten voor zieken in stellen en een nieuwe Chasse-Galerie III bouwen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 5