KRONIEK van den DAG.
BINNENLAND.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 28 JULI 1938. No. 175.
ZWITSERLAND.
IN GEHEIMEN DIENST.
WALCHEREN.
ZUID-BEVELAND.
Het Koninkrijk, Nederland
en Java,
Het nationaliteitenvraagstuk
in Tsjecho-Slovakije.
(a.i.) Op het eind der vorige week kwam
uit Londen het verrassende bericht, dat de
Engelsche 'regeering te Praag het voorstel
had gedaan, den Britschen oud-minister van
handel, Lord Runciman, naar Tsjechoslo-
vakye te zenden, teneinde aldaar op te tre
den als „adviseur" van de regeering bij de
regeling van het nationaliteitenvraagstuk.
Aangenomen kan worden, dat voordien
achter de politieke schermen terdege hier
over van doen is geweest, en dat, toen En
geland het denkbeeld opperde, men van
een gunstig onthaal bij voorbaat verzekerd
was.
Het Tsjechisch-Duitsche geschil vormde
de laatste maanden een haard van onrust
in Europa. Van het oogenblik dat, juist toen
de gemeenteraadsverkiezingen de aandacht
vroegen, twee Sudeten-Duitschersdoor een
Tsjecnische grenswacht werden doodgescho
ten, is de toestand gespannen gebleven. De
militaire voorzorgsmaatregelen, welke Tsje-
choslovakije tegen een mogelijken Duitschen
inval nam, hebben bij onze Oostelijke nabu-
ren indruk gewekt. Daarbij kwam dan nog
de houding van Engeland, dat een dringen'
de waarscnuwing te Berlijn liet hooren te'
gen een eventueele militaire onderneming
op Tsjechisch gebied. Een navolging van
den Anschluss voor het Sudetenduitsche ge
bied zou hier hoogstwaarschijnlijk toch wel
op een oorlog met Engeland en Frankrijk
zijn uitgeloopen. En een strijd met de wa
penen is voorioopig nog ietwat riskant voor
het Derde Rijk.
De groote verwijdering tusschen het Hit-
Ierbewind en Praag bleef bestaan en met
zorg moest er voor gewaakt worden, dat
dit tot een crisis zou leiden. Een gevaarlijk
punt vormde het nationaliteitenvraagstuk,
dat in een impasse dreigde te geraken, daar
de Tsjechische regeering en de Sudeten-
Duitschers maar niet tot een accoord kon
den komen. De Tsjechen verklaarden, dat
zij niet verder konden gaan met handhaving
van de integriteit van den staat. De Duit-
schers echter wenschten volledig zelfbe
stuur. Zij willen het Sudeten-Duitsche ge
bied op eigen manier besturen, zonder in
menging van een centrale Tsjechische re
geering. Voorts verlangen zij in het lands
bestuur evenveel zeggenschap als de Tsje
chen. Dit komt dus hierop neer, dat zij mee-
nen, dat de nationaliteiten waaruit Tsjecho-
slovakjje bestaat, allen evenveel recht heb
ben op het landsbestuur. De president der
republiek, Benesj, verklaarde evenwel nog
onlangs, dat hij een souvereinen Tsjechi-
schen staat wil, d.w.z. uitsluitende souverei-
niteit van de Tsjechen in den staat.
Beide partijen bleven op hun standpunt
staan en het geschil was nu in een stadium
gekomen, dat spijkers met koppen geslagen
moesten worden. De Engelsche regeering,
welke de ontwikkeling van den toestand,
zooais vanzelf spreekt, nauwkeurig gade
sloeg, overwoog of zij niet op directe wijze
kon bemiddelen. Het denkbeeld van een
Britschen adviseur werd te Praag gunstig
ontvangen. Tot nu toe had de Tsjechische
regeering iedere inmenging van buiten van
de hand gewezen, omdat zij meende, dat de
Sudeten-Duitschers daardoor als een sou-
vereine organisatie behandeld zouden wor
den. Dit bezwaar zal nu niet langer meer
gelden. De Tsjechen zien in Lord Runciman
een onbevooroordeeld en bevoegd adviseur
en niemand zal kunnen ontkennen dat het
noodig is dat er een bemiddelaar naar Praag
komt. Men beschouwt het als een garantie,
dat Engeland alles wil doen om te verhin
deren, dat de onderhandelingen met de Su
deten-Duitschers zuilen mislukken en dat
er een gewapend conflict uit voort zou kun
nen komen.
In elk geval is er thans een zekere ont
spanning ingetreden. Men moet nu evenwel
niet denken, dat het Tsjechische vraagstuk
binnen afzienbaren tijd volledig tot klaar
heid zal worden gebracht. Deze kwestie is
niet in een oogwenk uit de wereld geholpen.
ITALIAAN UITGEWEZEN.
Naar het Zwitsersche telegraaf agent
schap mededeelt, is de Italiaan Dante Se-
verin uitgewezen wegens publicatie van ir-
redentistische geschriften.
id.z. schrifturen waarin aangedrongen
wordt op vereeniging van alle Italiaansch-
sprekende gebieden bij het koninkrijk Ita
lië; in dit geval het Zwitsersche kanton
Tessino Red.]
Historische Avonturenroman.
Door G. P. BAKKER.
44).
„Mon général", antwoordde de markies,
„een avonturier is altijd een beetje een ge-
voelsmensch."
De koning keek den markies vol belang
stelling aan. „Als generaal Saxon u als rit
meester hebben wil
„Majesteit, het zal mij een voorrecht zijn.
Hij is dapper als Bayard en u heeft het zelf
gehoord hij is vlot ter tale, en dan de mar
kies spreekt behalve Fransch en Duitsch,
Nederlandsch en Spaansch, groote voor-
deelen voor mijn geheimen dienst".
De markies ging in de houding staan.
„Nederlandsch spreek ik", merkte hij op.
„Ik heb twee jaar als ritmeester gediend
onder den beroemden veldheer prins Fre-
derik Hendrik. En Spaansch. Wel ik ben in
Frankrijk aan de Spaansche grens geboren
en spreek het als mijn moedertaal".
Waarop de beide Fransche edellieden
vertrokken.
„Maar", vroeg Stahlhans, „welke beloo
ning krijgt nu die jonge luitenant?"
„Zooals u weet heb ik hem kort geleden
tot luitenant bevorderd, toen hij mij uit een
netelige positie had gered", antwoordde
Saxon.
„Dat bevredigt mij toch niet", meende
de andere.
HET VOORMALIGE
INSTRUCTIES AT AL JON TE KAMPEN
MARCHEERT
Er marcheerde gistermiddag een zeer
bijzondere colonne door de smalle straten
van de oude IJselvesting Kampen. Als
een langgerekte slang kronkelde zij zich
tusschen de aaneengesloten, eeuwenoude
huizenrijen. Geen Kampenaar was thuis
gebleven om het voorbijtrekken van de
troep gade te slaan. Voorop: de stafmu-
ziek van het eerste regiment infanterie
en daarachter: achthonderd oud-volontairs
van het voormalige instructiebataljon, dat
tot 1924 in Kampen gelegerd is geweest
en toen is opgeheven. Zij marcheerden in
rijen van vier. In de eerste rij: dr. H.
Colijn, minister van staat, minister van
algemeene zaken, maar ookvolontair
van 1886. Rechts van hem luitenant ge
neraal J. J. G. baron van Voorst tot Voorst,
commandant van het veldleger, links van
den minister-president: de burgemeester
van Kampen, de heer H. M. Oldenhof en
de garnizoenscommandant te Kampen,
luitenant-kolonel J. K. Lammerts.
En daarachter, in tweehonderd rijen
van vier: opper-ofifcieeren, hoofdofficieren,
subalterne officieren, onderofficieren en
soldaten, geleerden en ambachtslieden,
bankdirecteuren en ambtenaren, hotelpor
tiers en treinconducteurs enz. enz., doch
allen: oud-volontair te Kampen.
Achthonderd oud-volontairs uit alle
rangen der maatschappij gaven spontaan
gevolg aan de uitnoodiging voor enkele
dagen naar hun zoo geliefd Kampen te
komen. Even talrijk waren de brieven en
telegrammen, welke het comité van oud-
volontairs uit Oost- en West-Indië en uit
het buitenland ontvingen en waarin zij
met de gelukkige gedachte werd gefeli
citeerd en uiting werd gegeven aan ge
voelens van leedwezen niet aanwezig te
kunnen zijn.
Nu deed zich de gelegenheid voor oude
kameraden na tientallen van jaren te zien
en te spreken en herinneringen op te
halen uit lang vervlogen maar niet ver
geten dagen. En van die gelegenheid is
dankbaar en ten volle gebruik gemaakt.
Veel tijd tot overpeinzing werd hun gis
teren overigens niet gegeven.
De reünisten, in het bijzonder natuur
lijk dr. Colijn, werden door de saamge-
stroomde Kampenaren hartelijk toege
juicht.
Na de plechtigheid in het kerkgebouw,
waar dr .Colijn een rede uitsprak, gingen
de reünisten wederom in marschformatie
terug naar de kazerne. De reünisten ver
zamelden zich op het voorplein en voor
de tweede maal sprak de minister-president
hen toe. Nu was zijn toespraak geheel
gewijd aan de nagedachtenis van generaal
Van Heutz. Hij deelde mede, dat het le
gerbestuur heeft goedgevonden, dat de
kazerne voortaan de „Generaal J. B. van
Heutsz kazerne" zal heeten.
Door hem te eeren zoo sprak dr. Co
lijn wordt het geheele voormalige in
structiebataljon geëerd. Aan het slot van
zijn korte toespraak trok de minister-pre
sident het doek, hetwelk de letters had
bedekt, van de voorgevel weg.
De reünisten kwamen des avonds bijeen
in de cantine van de kazerne. Heden wordt
de reünie voortgezet.
Op Westerveld vond Woensdagmiddag
onder enorme belangstelling de crematie
plaats van het stoffelijk overschot van dok
ter L. Heijermans, oud-directeur van den
gemeentelijken geneeskundigen en gezond
heidsdienst te Amsterdam.
EEN REGELING TUSSCHEN
NEDERLAND EN GENERAAL FRANCO.
Geen erkenning de jure of de facto.
De regeeringspersdienst deelt het volgen
de mede:
In aanmerking nemende, dat het gezag
van generaal Franco zich thans uitstrekt
over het grootste gedeelte van Spanje,
heeft de Nederlandsche regeering met diens
bewind een regeling getroffen inzake we-
derzjjdsche vertegenwoordiging, in dier voe
ge, dat elk van beiden een agent in het ge
bied van den ander zal vestigen teneinde de
belangen van zijn landgenooten voor te
kunnen staan.
Bovendien zullen in een aantal nader
overeen te komen plaatsen sub-agenten
kunnen worden benoemd, die werkzaamhe
den zullen verrichten, vergelijkbaar met die
van consulaire ambtenaren.
Een erkennning, hetzij de jure, hetzij de
facto, houdt deze regeling niet in.
[Het verschil tusschen een erkenning de
facto en een erkenning in feite als boven
vermeld lijkt ons toch wel zéér theoretisch!
Red.]
„Benoem hem tot ritmeester", raadde
Banner.
„Hij is nog zoo jong", oordeelde Baudis-
sen.
„De hertog van Weimar was zeventien
toen hij onder den markgraaf van Baden
bij Wimpfen moedig vocht als ritmeester
tegen Tilly. Tilly verstrooide de protestant-
sche legers en Bernhard trad in dienst bij
prins Maurits en later bij Frederik Hen
drik. Nu is hij een onzer beste krijgsover
sten. In het Hollandsche leger werden de
helden gekweekt".
„Maar hij was een hertog", opperde Bau-
dissen.
„Mijn meening is bekend. Ik heb die
nooit onder stoelen of banken gestoken.
De beste officieren komen uit de rijen,
'k Moet niets van adellijke vrijwilligers
hebben, meende graaf Banner.
„Ik ben het met u eens", zei Stahlhans,
die zelf van nederige afkomst was.
„Ik verzoek de heeren de kwestie van den
jongen luitenant aan hun koning over te
laten", oordeelde Gustaaf Adolf. „Kijk",
vervolgde hij, „daar komt juist weer een
afdeeling van onze nieuwe artillerie. In
Zweden maken we toch het beste oorlogs
materiaal".
HOOFDSTUK XXVII.
Na het noenmaal zat de koning met zijn
generaals in een afzonderlijke zaal in de
Oude Herberg. De ernstige zaken waren
WERELDREIS PER VLIEGTUIG EN
BOOT.
Twee Nederlandsche zakenlieden, de
heeren C. H. Dreyer en F. J. Entrop, zijn
heden met het K.L.M.-vliegtuig PH-ARB
„Buizerd", gezagvoerder de heer J. J. van
Balkom, van Amsterdam naar Batavia ver
trokken. Zij zullen enkele dagen in Neder
landsch Indië verblijven om vandaar met
een der K.N.I.L.M.-vliegtuigen in 2% dag
van Java naar Sydney te vliegen. Onze
landgenooten maken een wereldreis op
commercieele basis. De luchtweg wordt al
leen genomen met vliegtuigen, welke de
Nederlandsche vlag voeren. Van Sydney
zullen de heeren Dreyer en Entrop hun reis
vervolgen per boot, n.l. met de Canadian
Pacific, naar Vancouver en van daar langs
de Amerikaansche Westkust door het Pa
namakanaal en de golf van Mexico naar
New York. De tocht wordt besloten met
een zeereis.
EINDJES SIGAAR OF SIGARET EN
RIJDENDE AUTO'S.
Het aschbakjesvraagstuk in automobielen is
altijd niet op even doeltreffende wijze opge
lost. Dat behoeft geen reden te zijn schrijft
ons de K.N.A.C. om brandende peukjes si
gaar of sigaret zonder meer uit een der
raampjes van een rijdende auto te gooien.
Onlangs is het gebeurd dat zoo'n brandend
sigareneindje terecht kwam tusschen de
kleeding van een juist voorbijkomenden
motorrijder, die niets kwaads vermoedende
doorreed om plotseling tot de ontstellende
ontdekking te komen dat zijn kleedingstuk-
ken brand hadden gevat. Doordat hij zijn
tegenwoordigheid van geest niet verloor
werd erger voorkomen. Voorts is het ge
vaar van boschbranden welke op deze wijze
kunnen ontstaan lang niet denkbeeldig.
De K.N.A.C. spoort dan ook ieder aan
om alvorens sigaren- of sigaretteneindjes
weg te werpen deze eerst te dooven.
Muziek op het Molenwater.
De uitvoering van het Middelburgsch Mu
ziekkorps op het Molenwater had gisteren
wel geen massa menschen getrokken, maar
zij, die er waren, konden daarom rustiger
naar de muziek luisteren en gaven ook bij
herhaling blijk het gebodene op waarde te
kunnen schatten.
Een propagandatocht.
De propagandatocht van de adspiranten-
afdeelingen en de signaalafdeeling van
Achilles, mocht zich gisterenavond in veler
belangstelling verheugen en de kranige
houding der meisjes en jongens, zal ze
ker niet-turnsters en niet-turners wel tot
de overtuiging gebracht hebben, dat de gym
nastiek nuttig werkt.
De Stadhuisbelichting.
Dat het aantal vreemdelingen gelukkig
weer grooter was dan de vorige weken,
bleek gisteren o.a. uit de belangstelling voor
de belichting van het Stadhuis.
DOMBURG. Het komt meermalen voor
dat badgasten hun auto voor hun zomerver
blijf des nachts buiten laten staan. Zij voe
len zich dan veilig indien in de onmiddel
lijke nabijheid een straatlantaarn brandt.
Echter deze lantaarn gaat des avonds op
een bepaalden tijd uit en de politie loopf
ook 's nachts op haar ronde. Zuks onder
vond een heer uit Overijsel, die een bekeu
ring kreeg toen om 3 uur 's nachts zijn auto
op den openbaren weg werd aangetroffen,
zonder verlichting.
DOMBURG. Ook uit deze gemeente zijn
naar Wageningen opgezonden eitjes van,
naar verondersteld werd, den coloradoke
ver. Ze waren aangetroffen in een aardap
pelveld van den landbouwer J. De gerust
stellende mededeeling is thans ontvangen
dat het hier betrof eitjes van een „Onze
Lieve Heer's Beestje". Deze schijnen alleen
in kleur te verschillen met die van den
coloradokever.
D.D.D. is een heldere vloei
stof, die diep in de poriën
doordringt, en de ziekte
kiemen doodt. Flacons
?5 ct., f. 1.50 en f. 2.50.
(Ingez. Med.)
blijkbaar afgehandeld, want Saxon liet
Fransche champagne komen en zei met 'n
vroolijk lachje:
„Heeren, welkom onder mijn dak".
„Is dit jouw huis?" vroeg Gustaaf ver
wonderd.
„Zeker Sire. Een paar jaar geleden voor
het eerste beleg van Maagdenburg, dat
Wallenstein, zooals u allen weet heeft moe
ten opbreken, reed ik eens met hem hier
langs. De herberg was verlaten. Ik maakte
de opmerking, dat de ligging zoo mooi en
uit strategisch oogpunt voor sommige doel
einden uitstekend was. Bovendien die oude
herberg lag daar als een sprookje uit vroe
gere eeuwen te midden der donkere beu
kenwouden, diep verscholen in het groen,
en toch slechts een klein eindje van den
grooten heerweg verwijderd.
De hertog antwoordde niet, maar een
paar dagen later, ik had hem een kleinen
dienst bewezen, gaf hij mij de koopacte op
zijn naam en een bewijs van overdracht aan
mij. Ziehier Saxon zei hij je idyllisch
plekje met wat bosch er bij. Ik heb zoo'n
idee, dat die herberg je later in de praktijk
wel eens goed te stade kan komen. Of hij
het nu met zijn sterrewichelaar gelezen
had? Ik durf het bijna niet gelooven, want
eerlijk gezegd heb ik noch in Zeno, noch in
de sterren ooit veel vertrouwen gesteld,
maar toch is zijn voorspelling uitgekomen.
Ik stond de herberg in bruikleen af aan
Rudolf, een oud wachtmeester van mij,
RAAD VAN RITTEM.
RITTEM. Woensdagmiddag vergaderde
de Raad dezer gemeente onder voorzitter
schap van burgemeester P. W. ter Haar.
Afwezig de heeren L. Osté en P. J. de Pag-
ter.
Voor de gemeentebegrooting 1939 werden
de volgende subsidies vastgesteld: 25 aan
de afd. Soeburg-Rittem van de ver. „Het
Groene Kruis"; 82.50 aan de afd. Soeburg-
Rittem van de ver. voor Chr. Wijkverple
ging; 10 aan de afd. Soeburg-Rittem van
de ver. Kinderherstellings- en vacantiekolo-
nies; 20 aan de plaatselijke muziekver-
eeniging „Oefening na den Arbeid"; 500
aan het Burgerlijk Armbestuur.
Op een verzoekschrift van het gewestelijk
bestuur van Zeeland van den B.V.L. tot
verkrijging van een jaarlijksehe subsidie
werd afwjjzend beschikt. Besloten werd,
dat, indien van de plaatselijke afdeeling
van den B.V.L. een verzoek om een bijdrage
mocht worden ontvangen, deze afdeeling
dan een nader vast te stellen subsidie te
verleenen.
In verband met het a.s. regeeringsjubi-
leum van H.M. de Koningin stelden B. en
W. voor, aan de plaatselijke Oranjevereeni-
ging „Oranje Boven" een bijdrage van 60
te verleenen voor het organiseeren van een
feestdag. Dit werd goedgekeurd.
De rekening van het Burgerlijk Armbe
stuur werd aangeboden met een bedrag aan
ontvangsten van 1272 en aan uitgaven van
1135; batig saldo dus 137.
Goedgekeurd werd de begrooting van het
Burgerlijk Armbestuur over het jaar 1939
met aan ontvangsten en uitgaven 1312 en
een post Onvoorzien van 81. De gemeente
rekening werd aangeboden met in ontvangst
11339 en in uitgaaf 9239. Een batig sal
do derhalve van 2100.
Besloten werd een overeenkomst aan te
gaan met het Destructiebedrijf N.V. Gekro,
te Overschie, inzake de destructie van on
deugdelijke vleeschwaren en kadavers. De
overeenkomst zal worden geacht te zijn in
gegaan op 1 Juli 1938 en zal eindigen op 30
Juni 1943. Op een vraag van den heer Lou-
werse deelde de voorzitter mede, dat aan
alle inwoners een circulaire zal worden
toegezonden, houdende alle bepalingen van
het contract met de N.V. Gekro.
Bij de rondvraag merkte de heer Lou-
werse op, dat de Rittemsche straatweg na
bij den Zaaihoekweg verscheidene putten
vertoont. De Voorz. antwoordde, dat dit
komt doordat de Waterleidingmaatschappij
Vlissingen in de aldaar aangebouwde wo
ningen waterleiding heeft aangelegd. Deze
maatschappij is echter verplicht de desbe
treffende straatgedeelten te herbestraten.
VERE. Bij een landbouwer in deze ge
meente heeft men op de aardappelplanten
een groot aantal larven van den colorado
kever ontdekt. De Plantenziektenkundige
dienst heeft de noodige maatregelen geno-
DE NIEUWE SPOORBRBUG GEHEEL
GEREED.
SCHORE. Daar Woensdag ook het Noor
delijk gedeelte van den nieuwen spoorweg
officieel in gebruik is genomen, is den hulp-
overwegwachters, J. v. Eckelen, A. Mieras,
J. Staal, J. v. d. Maas en A. Goossen, allen
alhier, eervol ontslag verleend.
Een zéér krasse oude heer.
OUDELANDE. Dinsdagavond was men
bezig met het plaatsen van een zwaren re
genbak van beton. Toen het gevaarte opge
takeld was aan een bok, viel de heele stel
lage omver. De 83-jarige J. M„ die stond
te kijken, kreeg den kantelenden bok op
zijn schouwer. Hoewel hij zijn schouder niet
meer kon bewegen, achtte hij het niet noo
dig geneeskundige hulp in te roepen. Zijn
familie vond dit echter wel gewenscht. De
ontboden geneesheer achtte opname in een
ziekenhuis noodig.
Toen de Röntgenfoto werd gemaakt, bleek
er behalve een ontwrichting, ook nog een
breuk te zijn van het schouderblad en van
de bovenste 6 (zegge zes) ribben!
Wie sprak daar van kleinzeerigheid
WEMELDINGE. Gistermiddag had op
den oprit van den Westel. kanaaldijk alhier
een aanrijding plaats tusschen een door dr.
G. bestuurd motorrijwiel en den trailer van
G. W. De botsing werd veroorzaakt door
dat een hond naar den motorrijder toe
schoot, met het gevolg dat dr. G. de macht
over zijn stuur kwijtraakte en tegen ge
noemden trailer, die reeds stilstond, botste.
Met een gekneusd been en eenige ontvellin
gen werd dr. G. vanonder de vrachtauto
gehaald en vervolgens per auto thuisge
bracht. Het ongeval is wonder boven won
der voor dr. G. goed afgeloopen. Het mo
torrijwiel is evenwel ernstig beschadigd.
met wien de heeren trouwens kennis ge
maakt hebben, evenals met zijn vrouw An
nette, een bekoorlijke zoetelaar. Die beiden
wilden trouwen. Ze hebben een aantal flin
ke knechts, ook kurassiers, en maken het
hier heel goed. Mijn kamers zijn altijd ge
reed. Meermalen heb ik hier een toevlucht
gezocht en van vermomming verwisseld".
„Dus dit is de herberg, waarheen je met
prinses Marion gevlucht bent?" vroeg de
koning.
„Ja, sire. Hier bracht ik haar in veilig
heid tijdens de verwoesting van Maagden
burg. Hier speelde ze voor werkvrouw om
aan Pappenheim te ontkomen".
„Het spreekt vanzelf", vervolgde Saxon,
„dat de heeren hier mijn gasten zijn en als
een uwer soms in de buurt komt en wat
uitrusten wil om de een of andere reden,
dan is hij hier welkom en volkomen veilig.
Zelfs Tilly zou hier de roode haan niet dur
ven laten kraaien. De acte op naam van
Wallenstein, hertog van Friedland, ligt in
de kast van Rudolf en de macht van den
hertog, die zijn opvolger Tilly, onder ons,
niet veel goeds gunt, gaat heel ver. Wal
lenstein heeft nog altijd lange armen".
„Mijn waarde graaf", zei de koning. „Je
schijnt overal schuilplaatsen te hebben en
hulp te kunnen krijgen".
„Sire", antwoordde generaal Saxon. „Uwe
Majesteit heeft mij indertijd opgedragen
den geheimen dienst in handen te nemen;
zonder den steun van vele zijden zou het
(Van een bijzonderen Indischen
medewerker).
Het Koninkrijk der Nederlanden omvat
het grondgebied van Nederland, Neder-
landsch-Indië, Suriname en Curasao: aldus
heeft artikel 1 der grondwet van 1922 de
eenheid van het Koninkrijk vastgelegd;
geen koloniën en bezittingen in andere we-
relddeelen onder een Europeesch moeder
land, doch vier evenwaardige en gelijkge-
ordende Rjjksdeelen.
Acht miljoen zielen in Nederland, 60 mil
joen in Azië; rond 250.000 in Amerika.
Een rijk ter uitgestrektheid, in Europa
dimensies, van Ierland tot Ankara, in Azië;
kleine verloren eilandjes met oudhistorische
namen in de Cariabische Zee; een beperkt
vlakte-, bosch-, en laaggebergtegebied op
Amerika's vasten wal. Van de overzeesche
deelen des Koninkrijks steekt Nederlandsch-
Indië zonder meer ver uit.
Is zich het Europeesche Rijksdeel, voor
zoover het in bestuur en wetgeving de
functies van het overkappende instituut
van het Koninkrijk uitoefent, de positie en
de politiek ten opzichte van die Rijksdeelen
bewust? Oogenschijnlijk ja.
Constitutioneele zelfstandigheid van be
stuur en wetgeving voor de betrokken ge-
biedsdeelen, Gouverneur-Generaal en Gou
verneurs het algemeen bestuur uitoefenend
in naam der Koningin. Een parlement dat
de algemeene richtlijnen van dit beleid be
paalt door hanteering van het begrootings-
recht en de regeling der algemeene zaken
in verband van het Koninkrijk; een minis-
ster van Koloniën, die aan deze volksverte
genwoordiging parlementair verantwoorde
lijk is voor het geheele openbare beleid en
bestuur in naam der Koningin.
Niet alleen bewustheid van verantwoor
delijkheid in politiek en bestuurlijk opzicht.
Onder de Europeesche Mogendheden met
overzeesche rijksdeelen, bezittingen, kolo
niën, neemt Nederland een eervolle plaats
in met aan de wetenschap van overzee ge
wijde instellingen: het Koloniaal Instituut
te Amsterdam, het Koninklijk Instituut
voor de Taal- Land- en Volkenkunde van
Nederlandsch-Indië te 's Gravenhage, de
Universiteiten, de werkzaamheden van li
chamen als het Koninklijk Nederlandsch
Aardrijkskundig Genootschap; zendings- en
missie-instellingen; gebruik van de radio
omroep voor uitzending naar Azië; steun
van de machtigste handelslichamen tot het
kleine geld in de Zondagcollecte van de
dorpskerk en het blok in de kleinste pa
rochiekapel
In Indië ruim 60000 geimmigreerde Ne
derlanders onder de ruim 200.000 Euro
peanen; dat beteekent zeker 40 of 50000
Nederlandsche gezinnen - die bloedverwant
schap overzee bezitten.
De mail per vliegtuig en per motorschip,
het Indische nieuws van de couranten, de
Indische paragraaf der politieke partijen,
de actie van lichamen als „Oost en West",
,Indië-Nederland"de aandacht van het
Algemeen Nederlandsch Verbond aan de
Nederlanders buitengaats gewijd, de figuur
van de „roeping" van Nederland in poli-
ticis ten opzichte van Indië, het Neder
landsch kapitaalbelang bij de cultuuronder
nemingen, de agrarische industrieën, de
mijnbouw, de scheepvaart, de tramwegen,
het bankwezen; het paleis van de N.H.M.
aan de Vijzelstraat, de Indische entrepöts,
de werven van de „De Schelde", de koperen
bordenrijen op banken en administratiekan
toren, met de reeksen uitheemsche namen
van plantages en fabrieken, Indië en Ne
derland ljjken sterk verweven.
De werkelijkheid echter is anders. On
danks al deze zaken leven de beide rijks
deelen een eigen leven. De divergentie der
staatkundige belangen is evident; de levens-
eischen der staatkundige en sociale licha
men schijnen uiteen te loopen. De sfeer
van openbaar leven, van de samenstellende
deelen der politieke en maatschappelijke
bewegingen lijkt te verschillend dan dat ge
lijkgerichtheid van belangen, zelfs van be
langstelling, verzekerd zou kunnen bestaan.
Van uit Nederland schijnt Indië ver weg,
ondanks driemaal wekelijksche luchtmail
en dagelijksche Aneta berichtgeving. In
Indië lijkt Nederland klein en niet van
overwicht voor het Aziatisch rijksdeel, on
danks milliarden geinvesteerd kapitaal, on
danks Nederlandsche scheepvaart en Ne
derlandsche overzeesche handel en ondanks
de macht van het Nederlandsche parlement.
De tegenstelling weg te cijferen zou onmo
gelijk zijn.
Haar te trachten te verklaren is noodig;
maar belangrijker is, onder vooropstelling
van deze feiten, weer te geven wat in
mij onmogelijk zijn van de bewegingen van
den vijand op de hoogte te blijven".
„Maar je trekt er altijd zelf op uit",
meende Banner.
„Dat moet. Het zou een beetje lang du
ren u geheel op de hoogte te brengen van
mijn systeem van werken en van alle mid
delen, waarover ik beschik, maar dit staat
vast, als men van zijn menschen veel, ja
soms zelfs het schijnbaar onmogelijke vergt
dan moet men zelf voorgaan. Uwe Maje
steit geeft ons immers altijd het voorbeeld".
„Ik weet, dat je in verschillende ver
mommingen optreedt. We hebben dat van
morgen trouwens zelf gezien, maar 'n goe
de vriend heeft me verteld, dat je als zan
ger altijd zooveel succes hebt. De rol van
bard schijnt je bijzonder te liggen", zei de
koning. „Zou je iets voor ons willen zin
gen?"
„Zoo'n voornaam gehoor heb ik nog nooit
gehad, sire. Een geheele generale staf. Ik
wil natuurlijk graag iets zingen, maar ik
ben een beetje droevig gestemd. Vanmor
gen zijn we door het verwoeste Maagden
burg gereden. Ik geloof, dat de markies
gelijk heeft: een avonturier is altijd een
beetje een gevoelsmensch, en de komende
slag houdt mij bezig. Het zal dus geen vroo
lijk lied zijn". Hij liet zich een luit brengen.
(Wordt vervolgd)