DAG
Gevaarlijk spel.
MIJHHARDTJES'
LANDBOUW.
BINNENLAND.
Kou en Gri
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MDDELBURGSCIIE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 3 JANUARI 1938.
No, U
Prinses Juliana terug naar
Soestdijk.
Minister Colijn verdedigt
nogmaals zijn kabinetsformatie.
Koning Carol laat
de wet verzetten.
Roemenië is het nieuwe jaar ingegaan
met een nieuwe regeering. Vermoedelijk
zal zij het aantal fascistische of crypto-
fascistische regiems in ons werelddeel
met een gaan vermeerderen.
Het nieuwe ministerie werd in elk ge
val in fascistischen trant geboren: dwars
tegen de politieke opvattingen van meer
dan 2/3 deel van het Roemeenschc volk
in. In de eerste helft van December zi;n
parlementsverkiezingen gehouden. De
uitslag daarvan was, dat 38 van het
totaal aantal uitgebrachte stemmen aan
de candidaten der liberale partij ten deel
viel; ongeveer 23 aan de op democra
tische leest geschoeide boeren-partij en
nog enkele procenten aan een paar klei
ne linksche partijtjes. De rest, plm. 30
viel ten deel aan een stuk of drie recht-
sche g'rcepen, de een verho en, de an
dere uitgesproken fascistisch. Aan het
hoofd van een dezer groepen, de Chris
telijke nationale partij, welke slechts 10
van de uitgebrachte stemmen was ten
deel gevallen, droeg koning Carol, tegen
aller verwachtingen in, de formatie van
een nieuw kabinet op. Goga, zoo heet de
man, had in een dag zijn ministerie in
elkaar gezet. De ministers zijn op vier
na uit de gelederen der Chr. Nat. Partij
afkomstig. De vier politieke buitenbeen
tjes behoorden tot den rechter vleugel
der Boerenpartij, welker bestuur hen
stante pede heeft geroyeerd.
Goga is de laatste jaren een van de
roerigste politici in Roemenië geweest.
Hij maakte vooral naam door een fel an
ti-semietisme, in felheid nauwelijks on
derdoende voor het temperament van
den Duitschen heer Julius Stre.cher. Men
heeft reeds vernomen, dat zijn eerste re-
geeringsdaden bestonden in een verbod
van door Joden geëxploiteerde kranten
en de afkondiging van maatregelen, om
Joodsche grondbezitters te onteigenen
en den handel door Joden te beknotten.
Goga heeft op deze wijs de practische
anti-semietische voortvarendheid der
Duaitsche nazi's zelfs in de schaduw ge
steld. In het Derde Rijk werd de offici-
eeïe politiek tegen de Joden bij stukjes
en beetjes over een betrekkelijk ruim
tijdsverloop ten uitvoer gelegd.
Het spreekt vanzelf, dat de nieuwe
Roemeensche regeering op de een of an
der® manier met het parlement zal moe-
te® afrekenen. Er is geen sprake van,
cM zij er een meerderheid voor haar be-
wisad kan vinden. Men schijnt te Boeka
rest te verwachten, dat over een of twee
maanden de Kamer weer ontbonden en
een nieuwe verkiezing uitgeschreven za
worden. Het moet Goga wel toever
trouwd zijn, om dan uit de stembu
ee» eclatante overwinning voo1" zijn
partij te voorschijn te tooveren.
We hebben een paar maanden gele
de® op deze plaats uiteengezet, dat ko
niag Carol eigenaardige neigingen voor
ee® autoritair bewind aan den dag leg
de Wat er nu in Roemenië geschiedt,
beteekent een bevestiging van dien in
druk. De koning heeft het zoo gewild.
Haf Met Goga bij zich komen, praatte et
lelijke uren met hem, en verleende hem
vervolgens de opdracht, een nieuwe re-
geerïng te vormen. Het initiatief ging
dus van den vorst uit.
Naar alle waarschijnlijkheid zal de
Roemeensche coup de théatre wel eeni
ge internationale aspectveranderingen
tem gevolge hebben. Roemenië behoorde
tot deze jaarwisseling nog altijd tot de
staten, die gezamenlijk het zgn. Fransche
blok in Europa vormen. Weliswaar ver
toonde het in het afgeloopen jaar reeds
eem zekere belangstelling voor Duitsche
en Italiaansche vriendelijkheden, maar
dat dan min of meer iri het platonische.
De Kleine Entente welke Roemenië,
Tsjecho-Slovakije en Zuid-Slavië (de drie
midden- en Zuid-Oost-Europeesche over
winnaars uit den wereldoorlog) vormen
was tot aan het einde des jaars een be
trekkelijk voorname factor in de politie
ke formule van ons werelddeel.
Die factor zal nu wel aan beteekenis
gaan inboeten: Goga heeft nooit onder
stoelen of banken gestoken, dat hij be
wondering koestert voor Mussolini en
Hitier. Het kan nauwelijks anders, o
die bewondering moet eerlang tot uit
drukking komen in Roemenië's buiten-
landsche politiek. Maar al te veel betee
kenis zal men daaraan ook weer niet
mogen hechten. Tenslotte blijft Roeme
nië wat het was: een overwinnaar uit
den wereldoorlog, d.w.z. een land welks
grondgebied werd vergroot in dit ge
val zeer aanzienlijk en dat dus reke
ning moet houden met de verliezende
partij, die het verlorene gaarne terug
zou winnen. Die verliezende partij is in
dit geval het met Duitschland en Italië in
vele opzichten nauw samenwerkende
Hongarije. De politieke verdeeling van
Europa in door ideologieën bepaalde
statengroepen loopt ook hier weer in
een politieke realiteit van geheel andere
orde vast. Wel is intusschen waarschijn
lijk, dat de ommekeer in Roemenië van
nadeeligen invloed zal blijken op de Roe-
meenschRussische betrekkingen. Goga
heeft een zeer virulenlen afkeer van het
communisme. De jaren na den wereld
oorlog en voordat Hitler in Duitschland
aan het bewind kwam, waren deze be
trekkingen overigens ook niet bijster
vriendschappélijk, vanwege het feit, dat
Rusland door den wereldoorlog Bessara-
bië aan Roemenië verloor. Eerst toen de
Sovjets met zekere nationaal-socialisti-
sche gevaren rekening moesten gaan
houden, bleken ze bereid in het verlies
van Bessarabië officieel te berusten en
een vriendschapsverdrag met Roemenië
te sluiten. Er is de laatste dagen sprake
van geweest, dat de Russische regeering
reeds besloten zou hebben, dit verdrag op
te zeggen en dan den ouden toestand
weer in het leven te roepen. Tot dusver
schijnen die geruchten op een verzinsel
te berusten.
Uit het Engelsch van
PAUL TRENT.
717/).
Vrouwelijke bekoringskunstjes, hè?
Misschien heeft u gelijk", zei hij.
Zij spraken niet meer totdat zij voor
het huis waren aangekomen. De baron
bracht haar regelrecht naar de rookka
mer, waar de prins beleefd opstond en
haar welkom heette.
„Goeden avond, Guy", zei ze vroolijk,
maar haar oogen had ze afgewend.
„■Goeden avond".
Ze zwegen allen. De prins keek
nieuwsgierig van den een naar den an
der en hij was het, die tenslotte het
eerst het woord nam.
„Juffrouw Glyn, u weet, dat luitenant
Hallam schitterend werk voor ons heeft
gedaan", zei hij ernstig.
„De baron heeft me alles verteld".
„Ik stel voor dat u en den luitenant
verder samen zullen werken. Mijnheer
Hallam is niet daartoe bereid en ik zou
graag zien dat u uw best deed hem over
ie halen met ons mee te doen. Ik heb
hem al de voordeelen uitgelegd, die hij
door het aan te nemen zal genieten en
de nadeelen en gevaren als hij weigert.
Hij zal waarschijnlijk eerder geneigd
zijn naar u te luisteren".
„Mijnheer Hallam weet wat het beste
is. Ik ben bereid mij bij zijn oo-deel neer
te leggen", zei ze nerveus.
verdrijft U wonder snel met
CACHETS MIJN HARDT
tien te
Koket* f2 cachets 5 O ct. Proef doosje 2 stuks fOct.
(Ingez. Med.)
MELISKERKE. Alhier vergaderde de
pl. afd. van de Z.L.M., onder voorzit
terschap van den heer Jac. Geschiere.
Van den kring Walcheren waren tegen
woordig de voorz., mr. M. C. van der
Minne, en de secretaris M. Kleinepier,
die door den voorzitter hartelijk werden
verwelkomd. De vergadering was goed
bezocht. Tot bestuurslid werd herkozen
de heer I. Matfhijsse.
Aan de geitenfokvereeniging en het
musschengilde werd een kleine subsidie
gegeven. Van den heer K. Sturm kreeg
de vereeniging een voorzittershamer ca
deau, wekle dankbaar werd aanvaard.
Besloten werd de oogstfilm van de
Z.L.M. op 5 Jan. in grooten getale te be
zoeken.
De landbouwonderwijzer G. Beukel-
man hield een lezing, die zeer leerzaam
en interessant was, over kalkbemesting.
Mr. Van der Minne en de heer Klei
nepier spraken waardeerende en opwek
kende woorden tot de vergadering en
,,Ik wist wel dat je dat zoudt zeggen",
riep Guy impulsief. ,,Ik heb den prins
gezegd dat ik mijn vrijheid vei lang'. Bo
vendien vind ik het een ellendig idee
dat mijn vrouw betrokken zou zijn in
dit soort dingen".
„Wat zegt u daarop juffrouw Glyn?"
vroeg de prins.
„Ik weet het niet. Ik kan slechts her
halen. wat ik juist gezegd heb. Ik zal
doen wat mijnheer Haljlam het beste
vindt".
De baron gaf den prins een veelbetee-
kenenden wenk.
„Zou ik mogen voorstellen dat wij de
jongelui alleen over de zaak laten pra
ten?" zei de eerste opgewekt.
„Een goed idee", antwoordde de
prins.
„Ga mee, Guy. Wij zullen morgen ons
antwoord geven"', zei Valda tegen den
prins.
,Neen, geen uitstel. Ga mee, baron,
we zullen hen alleen laten. Geef juf
frouw Glyn een glas wijn voor u weg-
g-aat".
Valda hield zich goed en liet niets
van haar ontsteltenis blijken. Guy was
ook nerveus. Hij dacht er op dit oogen-
blik alleen maar aan om natuurlijk te
doen en geen argwaan op te wekken.
De deur ging achter hen dicht en ze
waren alleen.
„Kus me, Guy", riep ze en snelde in
zijn armen en toen fluisterde ze. „Speel
comedie en doe wat ik zeg. We worden
beluisterd", en toen luid: „Ik houd zoo
van je, lieveling. Het is zalig om weer bij
TELEGRAM VAN KONINGIN
WILHELMINA AAN DEN NEGUS.
Nederland heeft niet het voor
nemen over te gaan tot een er
kenning „de jure" der Italiaan
sche heerschappij over Abes-
synië.
De Abessijnsche legatie te Londer
heeft een mededeeling gepubliceerd, vol
gens welke Koningin Wilhelmina een te
legram heeft gezonden aan den Negus
waarin o.m. gezegd wordt, dat Neder
land, terwijl het zich houdt aan de poli
tiek van het volkenrecht, rekening moet
houden met de verovering van Abessy-
nië, welke de Volkenbondsmaatregelen,
waaraan Nederland heeft deelgenomen,
niet hebben kunnen verhinderen.
Het telegram voegt hieraan toe, aldus
deze mededeeling van de Abessijnsche
legatie, dat de Nederlandsche regeering
zich in verbinding heeft gesteld met de
andere mogendheden, teneinde haar te
raadplegen over „een regularisatie van
de betrekkingen met Italië". „Mijn re
geering heeft niet het voornemen over
te gaan tot een erkenning de jure".
De Negus heeft op_dit telegram een
antwoord gezonden, waarin hij o.m. zegt,
dat hij dankbaar is voor de getrouwheid,
waarmede Nederland de Volkenbonds
maatregelen heeft toegepast.
De Negus voegt hieraan toe, dat het
Abessijnsche volk er nooit in zal berus
ten zich te onderwerpen aan de Italiaan
sche overheersching. „Ik begrijp wel, zoo
gaat de Negus verder, de zorgen van di-
olomatieken aard, die de regeering van
Uwe Majesteit bezig houden, maar ik
heb de vaste hoop, dat zij geen oplossing
zal aanvaarden, die zou kunnen worden
uitgelegd als een aanvaarding van een
algemeen veroordeelden toestand."
Prinses Juliana is na een verblijf van
verscheidene weken, Zaterdagmiddag te
tien minuten over half twee uit het Bur
gerziekenhuis te Amsterdam vertrokken
en per auto naar Soestdijk terugge
keerd, waar zij weer haar intrek in het
Paleis heeft genomen.
Het voornemen van de Prinses om op
den Nieuwjaarsdag naar het Paleis te
Soestdijk terug te keeren, was geheel
onbekend gebleven en toen de auto,
waarmee de reis werd gemaakt, kwam
voorrijden en het publiek dat even voor
den ziekenhuisuitgang b'eef kijken, en dat
in verband met den vrijen dag iets tal
rijker was dan anders, de Prinses zag
uitrijden, meende men dan ook, dat dit
wederom voor eén wandelrit was, zoo
als Prinses Juliana dit in de afgeloopen
-weken herhaaldelijk heeft gedaan, -wan
neer de .weersgesteldheid zulks maar
even toeliet.
Het spreekt vanzelf dat, na den toege-
wijden zorg, die Prins Bernhard zoowel
als Prinses Juliana in het Burgerzieken
huis hebben ondervonden, het afscheid
van geneesheeren en verplegend perso
neel zeer hartelijk was.
De Prinses was vergezeld door haar
hofdame, freule De Brauw en was- ge
kleed in een bruine bontmantel.
Voorafgegaan door een auto van de
Amsterdamsche politie, zwenkte de auto
de Linnaeusstraat in, waarna zij terstond
rechtsaf sloeg, de derde Oosterpark
straat in, om het wachten voor juist ge
sloten zijnde afsluitboomen van den
spoorwegovergang in de Linnaeustraat te
vermijden.
Het Amsterdamsche politie-escorte be
stelden in het licht wat de Z.L.M. doet
en hoe bepaalde crisismaatregelen wor
den uitgevoerd.
je te zijn. Ga zitten en laat ik je aankij
ken. Guy zeg me dat je me liefhebt".
Met haar armen om hem heen, ging ze
naar de divan en ging zitten.
„Liefste, we moeten over die lamme
geschiedenis praten. De baron is hee'
goed voor moeder geweest. Wij zijn hem
veel dank verschuldigd Hij kwam van
avond bij me en heeft alles uitgelegd. Hij
wil dat we samen werken",
„Haat je me niet om wat ik gedaan
heb?" vroeg hij en hij zag aan haar oo
gen dat zij hem bewonderde om zijn
goed comed;espel.
„Neen. Ik houd van je, wat je ook
doet. Ik voel dat ik eer'ijk tegen je moet
zijn. Ik ben tenslotte half Duitsch. Je
weet, hoe mijn vader stierf. Ik ben Enge
land niets schuldig. Het kan mij niet
schelen om te doen 'wat zij vragen. Eu
dan is er nog iets. Zij zullen ons goed be
talen. Jij bent arm en ik ook. Je
weet, dat ik van juweelen houd en van
Parijsche Japonnen en zulk soort din
gen".
„Ik wil vrij zijn. Ik houd niet van het
werk", zei Guy koppig.
HOOFDSTUK XL.
In de aangrenzende kamer luisterden
de prins en de baron door zorgvuldig
aangebrachte kijkga+en en hun gezichten
drukten groote vo'doening uit, want ze
waren beide overtuigd, dat Hallam hun
werktuig was en dat zij er in zouden
slagen hem te behouden.
„Het is een handige kleine duivel",
Fluisterde de baron goedkeurend.
geleidde de auto van de Prinses tot even
buiten Diemen. Hier werd een oogenblik
stil gehouden om de kap van de auto
van de Prinses open te zetten, wat door
het zachte, fraaie winterweer mogelijk
was. Hierna werd in matig tempo de
tocht naar Soestdijk voortgezet.
Voor het Paleis.
Wie het bekend gemaakt heeft, zal
wel nooit vernomen worden, doch het
was in de omgeving van het paleis Soest
dijk inmiddels een publiek geheim ge
worden, dat de Prinses zou arriveeren.
Honderden keken reikhalzend den lan
gen weg af om te zien of hof auto's in het
zicht kwamen.
De rijksveldwacht, welke in het ge
bouwtje tegenover het Paleis, gehuisvest
is, kwam met extra-bezetting naar bui
ten. Het verkeer werd geregeld, aan het
stopverbod extra streng de hand gehou
den en het publiek tot achter het rijwiel
pad teruggedrongen.
Men wist nu, dat de hofauto elk oogen
blik kon komen. De hekken van den
tuin stonden wijd open, op eiken hoek
een rijksveldwachter.
De spanning buiten steeg in het Pa
leis en in den tuin was echter alles uit
gestorven. Uit niets bleek, dat daar de
terugkomst van de Prinses elk oogenblik
verwacht werd.
Het werd al later en al kouder de
zon, welke voor het wachtende publiek
nog eenige verkwikking bracht, ging
langzaam schuil achter het Paleis en nog
steeds was er niets te zien.
Toen eensklaps commando's. Zou er
iets te zien zijn? Neen, de rijksveldwacht
rukte in, het verkeer werd vrijgegeven
en het publiek niet langer op een afstand
gehouden.
Eerst begreep men er niets van, doch
enkele oogenblikken later werd de stand-
aard op het middengedeelte van bet Pa-
leis geheschen en toen ging het als een
loopend vuurtje door de menigte: de I
Prinses is door den tuin aan de achter- j
zijde, het Paleis binnengekomen.
Langzaam verspreidden de menschen
zich toen.
De rit naar Soestdijk.
In een zeer langzaam tempo heeft de
Prinses den terugtocht nay Soestdijk
gemaakt. Er werd niet harder dan 20 km
per uur gereden. De belangstelling langs
den weg was vrij groot. De auto's welke
zich zoo langzaam voortbewogen, trok
ken natuurlijk veler aandacht.
Toen de Prinses Baarn gepasseerd was
en zich op den weg naar Soestdijk be
vond, gaf zij opdracht niet rechtuit te
jijden idoch eenige honderden meters
voor den hoofdingang rechts af te slaan
en via een zijweg den achtertuin in te
rijden. Zoo geschiedde het en op deze
wijze was de Prinses reeds in haar ver
trekken aangekomen, voordat het pu
bliek goed en wel wist, wat er aan de
hand was.
Zoo geschiedde de terugkeer van de
Prinses niet alleen volkomen onverwacht
doch ook geheel onopgemerkt.
H. K. H. heeft voorloopig haar intrek
genomen in het middengedeelte. Daar
stonden ook eenige fraaie bloemstukken,
welke in den loop van den dag ten pa-
leize waren bezorgd.
De Koningin te Soestdijk.
H. M. de Koningin is Zaterdagmiddag
per auto van Den Haag naar Amsterdam
vertrokken om een bezoek te brengen
aan Prins Bernhard.
Vandaar vertrok de Koningin om
streeks half zes naar Soestdijk, waar H.
M, eenigen tijd zal blijven.
Prins Bernhard's moeder en
Prins Aschwin te Soestdijk.
Zaterdagavond zijn te Soestdijk aan
gekomen de moeder van Prins Bernhard,
Prinses Armgard en Prins Bernhard's
broeder Prins Aschwin, die ten paleize
Soestdijk hun intrek hebben genomen.
„Maar de baron zegt, dat hij je kan
ruïneeren. Is dat waar?" zei Valda.
„Ja. Als ze me bij de admiraliteit ver
raden zou ik voor de rest van mijn leven
de gevangenis ingaan of gefusileerd wor
den", zei Guy.
„Dan moet je toegeven. Je bent in ge
vaar. Ik ben bang", riep ze.
,,Ik ben zoo beu van de heele geschie
denis".
„En ik dan? Guy. Niets anders komt
er op aan zoolang wij maar samen zijn.
Bovendien zal er geen gevaar bij zijn
Het is heel natuurlijk dat jij me schrijft.
De baron heeft de code uitgelegd. Lieve
ling, ik smeek je, doe wat ik vraag'".
Ze kuste hem telkens weer en slaak
te een kreet van vreugde toen hij scheen
te zullen toegeven.
„Ik wist wel, dat je verstandig zoud'
zijn. Zeg dat je het doet en dan zal ik
hen terug roepen",
„Neen", zei hij heftig.
„Het zijn er de mannen niet naar oir
zich te laten voor den gek houden. Ze
zullen je verraden en wat moet ik dan
beginnen?"
Ze speelde uitstekend comedie en- zii
verborg haar gezicht aan zijn borst, hef
tig snikkend.
?,Er is aan haar een groot actrice voor
de wereld verloren gegaan", fluisterde
de Drins.
„Ze zal het wel winnen", antwoordde
de baron op dezelfden zachten toon.
„O, Guv. Wat zou mijn leven zijn als
jk iou niet had. Mijn hart zou breken. Ik
zou sterven. Wees lie! voor me. Vraag
Verschenen is de memorie van ant
woord op de algemeene beschouwingen
der Eerste Kamer over de rijksbegroo-
ting 1938. Over de kabinetsformatie
wordt daarin o.m. gezega i
De formateur heeft, in verband met
den nood des tijds, die nog even groot
is als 4 jaar geleden en met de noodzaak
aan zoo groot mogelijke samenwerking
in de parlementaire arena, met inspan
ning van alle krachten getracht aan de
basis van 1933 vast te houden. Wilde dit
mogelijk zijn, dan moest echter ook re
kening worden gehouden met den uitslag
der verkiezingen, die aan de zgn. rech
terzijde 56 zetels had verschaft. Bij de
formatie kon toch aan deze groep van 56
niet een geringere mate van invloed
worden toegekend dan aan de groep van
10 (vrijzinnige) leden, waarvan geestver
wanten zitting hadden in het dezen zo
mer afgetreden kabinet. Dit te eischen
zou beteekenen van den formateur iets
verlangen, dat op levensvatbaarheid van
het kabinet, indien hij had kunnen door
zetten, van ongunstigen invloed zou zijn
geweest, doch ook had kunnen leiden tol
een toestand, waarbij hem de vorming
van een kabinet onmogelijk was geble
ken. Weliswaar had hem in het laatste
geval de weg opengestaan om ontheffing
van zijn opdracht te verzoeken, maar die
handelwijze zou niet een kabinet op zgn.
breede basis hebben gebracht. Dit wordt
natuurlijk niet betwist, doch er wordt
daartegenover gesteld, dat zulk een ge
dragslijn bij den formateur van een hoo-
gere opvatting zou hebben getuigd dan
de nu door hem gekozen houding heeft
gedaan.
Hier staat de formateur voor een on
overbrugbare kloof van opvattingen. Ze
ker, hij kan toegeven, dat hij bij het vra
gen om ontheffing van zijn opdracht van
bepaalde zijde gedurende enkele dagen,
enkele weken misschien, met gloriekran
sen zou zijn overstelpt, wegens onverzet
telijkheid van overtuiging, kracht van
wil en soortgelijke epitheta. Maar zijn
dat de motieven, waardoor een kabinets
formateur zich behoort te laten leiden?
Of heeft hij zich uitsluitend af te vragen
welke gedragslijn voor land en volk de
meest wenschelijke moet worden ge
acht? Eigen persoonlijke glorie of wat
daarvoor geldt mag hier zelfs niet in de
gedachten opkomen, laat staan een rol
van beteekenis vervullen. Hij had zich at
te vragen: Indien ik ontheffing van mijn
opdracht vraag, zal een ander dan met
meer kans van slagen de taak kunnen
volbrengen naar den aanvankelijken op
zet? Zonder overschatting mag op die
vraag wel worden geantwoord, dat als
dr. Cclijn hierin niet slaagde, een ander
het er wel niet beter zou hebben afge
bracht. Maar, zoo zal men zeggen, dan
had een andere formateur, een zuiver
rechtsch kabinet kunnen vormen. Maar
zulk een kabinet zou na een voorafge
gane mislukking nooit dezelfde positie
hebben ingenomen als die het huidige
kabinet inneemt. De slotsom, waartoe
men bij objectieve beschouwing van het
verloop en het resultaat van de kabinets
formatie zal moeten komen, kan be
zwaarlijk een andere zijn dan deze, dat
onder de gegeven omstandigheden een
betere oplossing in 's lands belang en
dat is het eenige belang dat gelden mag
niet aanwijsbaar is.
Door dr. Colijn is tijdens de verkie
zingscampagne nimmer over de kabinets
formatie gesproken. Van eenige politieke
slimmigheid kon daarbij geen sprake zijn,
Het mocht, krachtens zijn overtuiging,
dat, dat kabinetsformatie geen zaak der
kiezers is, over die formatie niet reppen.
Het formeeren van een kabinet geschiedt
krachtens een opdracht van de Kroon,
die, hierin door adviezen voorgelicht,
zelfstandig handelt. Kiezers kiezen hun
ik nu zooveel?"
„Alleen maar mijn eer".
„Maar ik geef jou mezejf".
Ze kuste hem weer en haar oogen wa
ren vol van wilde smeeking,
„Prachtig', mompelde de prins.
Guy vond dat hij nu wel beginnen kon
toe te geven. De spanning was hevig
geweest, zijn slapen klopten, maar haar
armen hielden hem stevig vast.
„Ik kan je niet opgeven", riep hij.
Terstond was ze opgesprongen en liep
naar de deur.
„Baron", i-iep ze triomfantelijk, en
ging toen weer naar Guy toe om hun
terugkeer af te wachten.
En toen zij binnen kwamen, had ze
haar arm door die van Guy gestoken en
keek hen aan.
„Mijnheer Hallam zal vertsandig
zijn", kondigde ze aan.
„Goed", zei de prins. „En nu uw be
looning".
Hij haalde uit zijn vestzak een ring
met een groote diamant.
„Geef me uw hand", zei hij en zij
slaakte een kreet toen ze het magnifieke
kleinood zag' schitteren
„Een vorstelijke gift", zei ze dank
baar.
„Nu nog een glas wijn tot besluit",
stelde de prins glimlachend voor en toen
de glazen gevuld waren, hief hij het zijne
op en zei plechtig: „Op den dag", en
keek Guy strak aan.
(Wordt vervolgd).