FOTO'S
Fl. 1.50
KEES HELDER
Gevaarlijk spel.
tweede blad van de provinciale zeeuwscue middelburcsche courant (w.o. de coesche crt.) van zaterdag 18 december 1937. No. 298.
KROHIEK van den DAG.
BINNENLAND.
ZEELAND.
„Kruistochten."
IN ELKE GEWENSCHTE
UITVOERING
Decembermaand passend
KALENDERTJE GRATIS
FOTOGRAAF
LANGE DELFT 30 MIDDELBURG
QQES.
De reis van Delbos.
De Fransche minister van buitenland
sche zaken, Delbos, heeft thans het eind
punt van zijn reis door Oost-, Zuid-Oost
en midden-Europa bereikt: Praag, de
hoofdstad van Tsjecho-Slovakije. De
Tsjechen hebben hem luisterrijk inge
haald. Veel meer dan de Polen, de Roe
menen en de Joego-Slaven voelen zij
zich aan Frankrijk verknocht. Zoowel te
Warschau, te Boekarest als te Belgrado
zijn momenteel regeeringen aan het
bewind, welke het met de democratie
niet zoo nauw nemen. Een soort van
crypto-fascisme wordt hier in toepassing
gebracht. Het gevolg was een verwijde
ring van Frankrijk. Echter schoorvoe
tend en niet al te ver. Polen, Roemenië
en Zuid-Slavië vreezen dat zij door zich
bij de as RomeBerlijn aan te sluiten,
in het hol van den politieken leeuw zou
den geraken. Zij behooren nu eenmaal
tot de groep van naties, welke zegevie
rend uit den wereldoorlog te voor
schijn kwamen. Die omstandigheid houdt
hen als 't ware in het Fransche net ge
vangen. De buitenlandsche politiek van
Duitschland (en van Hongarije, dat ten
deze geheel aan de zijde van het Derde
Rijk staat) is, ontdaan van alle politieke
saus, gericht op „correcties" van de
Europeesche landkaart, zooals die bij de
vredesverdragen tot stand kwam. En
dergelijke correcties kan men zich moei
lijk anders voorstellen dan op hun kos
ten. De merkwaardige figuur is dus deze:
terwijl Polen, Roemenië en Zuid-Slavië
politiek-ideologisch min of meer tot het
fascistische kamp gerekend moeten wor
den, blijft hun buitenlandsche politiek
in wezen samenvallen met die van de
as ParijsLonden.
Ten aanzien van Tsjecho-Slovakije
geldt deze eigenaardige contradictie ech
ter niet. In Tsjecho-Slovakije is de par
lementaire democratie tot dusver in
stand gebleven. Ook ideologisch voelt
dit land zich nauw met de Fransche re
publiek verwant. Praag schijnt zich te
beschouwen als een soort van midden-
Europeesch Parijs; wat kleiner dan en
gespeend van zekere zeer bedenkelijke
Parijsche verschijnselen.
In de ontvangsten, welke DelboS ten
deel vielen, kwamen de politieke onder
scheidingen typisch tot uiting. Terwijl
die te Warschau, Boekarest en Belgrado
zich kenmerkten door een georganiseer
de diplomatieke hartelijkheid, had die te
Praag een inslag van nationale geest
drift. Zoozeer zelfs, dat de Tsjechische
regeermg gemeend heeft, de indrukken
daarvan op het buitenland een beetje
te moeten temperen. Blijkbaar teneinde
Berlijn niet opnieuw te ontstemmen.
Ook de Zuid-Slavische regeering is
maar dan anders aan het temperen
geweest, toen Delbos te Belgrado arri
veerde. Daar wilde een groote menigte
den Franschen minister op soortgelijke
geestdriftige wijze als te Praag geschied
de, verwelkomen. En daarmede dan te
vens lucht geven aan haar weerzin te
gen de autoritaire politiek van minister
president Stojadinowitsj c.s. Het resul
taat van een en ander was een luidruch
tig en tamelijk bloedig relletje, dat Del
bos tot nadenken gestemd zal hebben.
De opvattingen van Stojadinowitsj wer
den op deze wijze, beter dan woorden
konden doen, aan den Franschen gast
geopenbaard. Als er eens geen vredes
verdragen waren, welke ook Zuid-Slavië
dwingen, groot wantrouwen te blijven
koesteren ten opzichte van de as Ro
meBerlijn
De beteekenis van Delbos' reis voor
den politieken toestand in ons wereld
deel zal men naar alle waarschijnlijkheid
niet al te hoog moeten aanslaan. Die
politieke toestand is te gecompliceerd
en ongewis, om duurzaam veel invloed
van zulk een diplomatieke reis te kun
nen ondergaan. Alleen indien de Fran
sche minister den regeeringen, die hij
bezocht, belangrijke toezeggingen zou
hebben kunnen doen over drastischen
Engelschen steun, voor 't geval het eens
mocht gaan spannen in midden-Europa,
zouden politieke verschuivingen denk
baar zijn. Daar ziet het echter niet naar
uit en het lijkt ons ook ten zeerste de
vraag, of men zooiets zou moeten toe
juichen. Aan een verscherping van de
politieke tegenstellingen bestaat in geen
geval behoefte. Men kan den laatsten
tijd gelukkig eenige verzachting derzel-
ver waarnemen. Praag en Berlijn hebben
dezer dagen zelfs een overeenkomst ge
sloten, welke een einde moet maken aan
de periodieke persoorlogjes tusschen
Duitschland en Tsjecho-Slovakije. Mis
schien is op den duur door middel van
het stelsel der tweezijdige verdragen een
punt te bereiken, van waaruit de poli
tieke situatie in haar geheel belangrijk
verbeterd kan worden; belangrijk ge-
i noeg, om de befaamde beide assen in
vrijwel dezelfde richting te laten draai
en. Want daar zal het heen moeten, kan
er ooit sprake van Europeesche een
dracht zijn.
Financieel economisch
Uit het Engelsch van
PAUL TRENT.
66).
De zon scheen helder en ze besloot
angs de haven te wandelen. In de baai
agen verscheidene oorlogsschepen voor
a er en piketbooten voeren snel heen
en weer. Eindelijk bereikte ze de lan
dingsplaats en de commandant en de
scheepsdokter van de „Drietand" kwa?
men juist aan wal.
„Goedenmorgen", zei ze vroolijk toen
de officieren naar haar toe kwamen.
„Zoo, is u weer terug? Ik heb nog
geen gelegenheid gehad om u geluk te
wenschen met uw verloving met Hallam.
U weet zeker dat wij hem kwijt zijn?
vroeg de commandant.
„Ik ben niet meer verloofd met Hal
lam", antwoordde Ze met tegenzin.
„Dat spijt me, dat spijt me erg. Hij is
een beste kerel en we zullen hem mis
sen". zei de commandant en een pijn
lijke stilte ontstond. „Misschien is het
slechts een misverstane!. Dat hbop ik van
harte", voegde hij er eindelijk bij.
,Jk ook", zei zij bedaard.
„Ze zeggen, dat hij een baantje heeft
gekregen bij de admiraliteit. Dat betee-
kent gewoonlijk een vlugge promotie.
Furber is ook weggegaan. Hij zal niet
gemist worden.... Pardon. Ik vergat
weekoverzicht.
Een ware rage van de kapitaal
arme landen om tot conversie
van hun buitenlandsche schul
den te geraken.
Op de internationale kapitaalmarkten
vinden ware kruistochten plaats zij
het dan ook van een minder bloedig
karakter dan voorheen van debiteu
ren uit kapitaal-zwakke landen naar
crediteuren van kapitaiil-rijke landen.
Het is merkwaardig welke een merk
waardige aspecten hierdoor in het leven
worden geroepen. Zoo b.v. leent Frank
rijk d.w.z. de Fransche Spoorwegen
100 tot 150 millioen van Nederland
en 200.000.000 Zwitschersche franken
van Zwitserland, teneinde hiermede zijn
duurder crediet aan Engeland (f 40
millioen a 4% af te kunnen lossen.
Tegelijkertijd zien we echter België zijn
in den vorm van schatkistpapier in Ne
derland opgenomen 100 millioen gul
dens crediet aan dit land terugbetalen
(hiervan was reeds een belangrijk ge
deelte t.w. 62 millioen afgelost) om
dat het elders d.w.z. in Engeland goed-
kooper terecht kan. Tot dat doel leent
België 5.000.000 op langen termijn a
4 tegen 97 Terzelfdertijd zien wij
iets nog merkwaardigers. Nederland dat
blijkbaar dus niet bereid is een lange
leening aan een prima debiteur als Bel
gië op de voor dit land aanvaardbare
condities over te nemen, neemt wel
leeningen van een veel zwakkeren deb'-
teur als Denemarken over, en op voor
den crediteur onmiskenbaar ongunstiger
voorwaarden. Men denke slechts aan de
4 guldensleening der Kopenhaagsche
Telefoonmaatschappij groot circa 8
millioen, welke hier te lande a pari
werd gecomitteerd. Onwillekeurig vraagt
men zich af hoe zulks met elkaar te
rijmen valt. Weliswaar kan men zeggen,
dat de Kopenhaagsche Telefoonmaat
schappij deze 8 millioen niet netto
ontvangt, omdat hier natuurlijk een
behoorlijke marge voor het consortium
tusschen zit, maar datzelfde geldt ook
voor de 4 leening door Engeland aan
België verleend, zoodat een feit b'ijft,
dat door het Nederlandsche consortium
het Deensche crediet blijkbaar hooger
wordt aangeslagen dan het Belgische
crediet.
Het hoeft wel geen betoog, dat hoe
veel vragen zich bij deze hernieuwde
activiteit van Nederland als verstrek
ker van buitenlandsche kapitaal ook mo
dat hij een vriend van u is", zei de dok
ter.
Stella bleef zwijgen. Wat was ze blij
dat ze nu niet genoodzaakt was om haar
engagement met den man, die niet ge
mist zou worden, mede te deelen.
„Gaat u mee lunchen? Moeder zal het
prettig vinden u te zien",
„Met genoegen", antwoordden zij, want
mevrouw Cameron was heel populair bij
de marinelui. Ze begreep de zeeofficie
ren en had er den slag van het hen ge
zellig te maken.
Na de lunch sprak de commandant
eenige ©ogenblikken alleen met zijn
gastvrouw.
„Het doet me leed te hooren dat er
onaangenaamheden zijn geweest tus
schen uw dochter en Hallam, Hij is zoo'n
beste vent. Kan er niets aan gedaan
worden om dat weer in orde te bren
gen? Het is onbescheiden van me om me
er mede te bemoeien, maar ik heb uw
dochter gekend sinds ze een baby was
en Hallam van zijn jongensjaren af. Is
uw dochter van gedachte veranderd?"
„Neen", zei mevrouw Cameron be
slist.
„Hallam dan? vroeg hii en bemerkte
toen. dat Stella luisterde.
„Ik geloof dat er een misverstand is",
antwoordde mevrouw Cameron, „en ik
hoop dat het terecht zal komen."
„Ik ook. Misschien kom ik binnen
kort in de stad, dan zal ik hem eens
opzoeken. Komt u op de „Drietand"
gen opdringen, een feit blijft, dat de
betalingsbalans hierdoor op gunstige
wijze onder druk wordt gezet. Men hoe
de zich t.a.v. verdere buitenlandsche
credietverleening voor overdrijving.
De obligatiemarkt hier te lande blijf
in het teeken staan van verwachtingen
omtrent de toekomstige Nederlandsche
conversieleening. Men krijgt zoo den in
druk, dat de bevoegde instanties het
over de modaliteiten niet erg eens kun
nen worden.
Onze aandeelenmarkt vertoonde een
weinig geanimeerd beeld, hoewel de on
dertoon niet bepaald zwak kan worder
genoemd. Voor Koninklijke Olie bleek
een groote belangstelling te bestaan op
grond van een verwacht interim-divi
dend van omstreeks 8 Daarnaast
vielen aandeelen Aku op door een vaste
houding naar aanleiding van dividend
geruchten. Gezien de bezwaren, die
de Nederlandsche Regeering met be
trekking tot de transfer van rente var
een Duitsche maatschappij wier belan
gen voor het grootste gedeelte in han
den is van de Aku in den weg legt, lijkt
het ons niet zeer waarschijnlijk, dat zii
dezen post, welke een verzwaring van
de clearing beteekent, tot vereffening
toelaat.
Thans volgt het gebruikelijke staatje-
Koninklijijke Olie 347363
Un. States St4243
Anaconda 2323
Amst. Bank 153152
Rotterd. Lloyd106106
Stv. Mij. Nederland 11010"
H. V. A425—434
Deli Batavia Mij21221?
Deli Mij287—28®
Senembah 17521'
Philips 282—28'
GELIJKLUIDENDE PLAATSNAMEN.
Postale moeilijkheden door on
voldoende adressecring.
Vele plaatsnamen het zijn er eeni
ge honderden komen méér dan een
maal in ons land voor. Zoo zijn er hier
met den naam Aalst 3, A phen 3, Ber
gen 5, Driehuizen 10, Katwijk 3, Laren
3, Middelburg 2, Ouderkerk 2,
Rijswijk 3, Velp 2, Voorburg 2, Wirdum
2, enz.
In beide plaatsjes van laatstgenoem
den naam, waarvan het één in Friesland
het ander ;n Groningen ligt, is onlangs
een enquete ingesteld naar het aantal
poststukken dat, wegens onvolledige
adresseering, naar het verkeerde Wir
dum was gezonden en zijn bestemming
dientengevolge met vertraging bereikte
Dit aantal bedroeg gedurende vier we
ken, niet minder dan 121. Bovendien
was nog op 17 stukken de provincie
foutief aangeduid.
Hieruit blijkt wel, dat het steeds uoo-
dig is, bij gelijknamige p'aatsen op het
adres ook de provincie aan te dui
den. en die goed aan te duiden.
Anders is vertraging in de bestelling
met al de daaraan voor afzender en ge
adresseerde verbonden onaangenaamhe
den, niet te voorkomen.
HULP AAN DE CHINEESCHE
BURGERBEVOLKING.
Prof. dr. J. J. L. Duyvendak schrijft
ons:
Een oproep is dezer dagen gepubli
ceerd voor hulp aan de zoo geteisterde
Chineesche burgerbevolking.
Veel woorden zijn niet noodig. Heeft
men de film „De goede aarde" gezien?
Dan heeft men een klein denkbeeld ge
kregen van den onnoemlijk zwaren strijd
om het bestaan dien den Chinees te voe
ren heeft. Een strijd met de natuur-
ki achten, en daarom, hoe vreeselijk
ook, ligt er iets groots in. De Chinees
thee drinken?" stelde de commandant
voor.
De uitnoodiging werd aangenomen en
met gemengde gevoelens zette Stella
weer den voet op het dek van de „Drie
tand". Alles herinnerde haar aan Guy en
ze voelde dat ze dit verdriet niet dra
gen kon, Het was een geluk, dat zij niet
hoefde te praten en ze was dankbaar
toen ze weer weggingen.
Toen Stella den vo.genden morgen
wakker werd begreep ze niet hoe ze den
dag zou doorkomen. Na het ontbijt ver
telde z'e aan haar moeder dat ze aan
Furber geschreven had.
„Daar ben ik blij om", zei mevrouw
Cameron en kuste haar dochter teeder.
Na de lunch ging Stella naar de golf-
velden en probeerde te spelen, maar ze
gaf het spoed;g op en keerde naar huis
terug. Haar moeder was uit en zij ging
naar haar slaapkamer en pakte haar
handtasch. Toen schreef ze een paar re
gels aan haar moeedr:
„Ik ga alleen naar Londen, moeder.
Ik smeek u me niet te volgen. Ik wil Guy
spreken. Ons geluk zal niet door dom
me trots vernield worden. De oude heer
Hallam houdt van me, ik zal naar hem
toegaan en hem raad vragen. Ik logeer
in het Langham hotel. Kom niet, moe
der! Ik ben liever alleen.
Veel liefs, Stella.
Ze gaf dit briefje aan de dienstbode
en ging naar 't station. Ze haalde net
den trein, zoodat er geen kans was dat
draagt dien strijd met heldenmoed en
gelatenheid; zoo is nu eenmaal zi;n on
afwendbaar lot. Met bijna niets is hij
tei reden; wat hij 'betrekkelijken wel
stand acht zou bij ons nog als de ergste
armoede gelden,
Over deze miliioenen menschen is net
gruwelijk onheil losgebarsten, door
menschenhand gebracht. Geheele steden
zijn gebombardeerd en platgeschoten,
verbrand. Ontzetting heeft zich van hen
meester gemaakt voor het vreeslijke
monster in de lucht; zij zijn gevlucht,
her en der. Duizenden met afschuwe
lijke wonden overdekt, treft het erge lot
van nog te moeten leven. Allen is voor
langen tijd de bestaansmogelijkheid ont
nomen, terwijl zij alles verloren hebben.
Opgehoopt in vluchtelingenkampen,
worden zij bedreigd door epidemieën.
Aan alles is gebrek: aan geneesmidde
len misschien wel in de eerste plaats.
De plaatselijke organisaties in China
doen wat zij kunnen, Chineesche zoo
wel als buitenlandsche. Ook de Volken
bond, zooals men weet, zendt medische
hulp. Dit alles is nog geheel ontoere1-
kend om zelfs een deel van den nood te
leningen. Waar andere hulp niet moge
lijk is, mag een wereld, die zich be
schaafd noemt, niet lijdelijk toezien dat
honderdduizenden onschuldigen in el
lende vergaan. Ook Nederland niet. De
nood bij ons moge groot zijn, onverge
lijkelijk veel erger is de ellende ginds.
Dat menschen trachten het leed te ver
zachten, dat door menschen werd toe
gebracht.
(Ingez. Med.)
DE POORT OP DE HARINGPLAATS.
De Provinciale Zeeuwsche Schoon
heidscommissie heeft d.d. 2 December
aan B, en W. gerapporteerd en mede
gedeeld dat zij ten zeerste de stede-
bouwkundige ontwikkeling van de
Bleek betreurt en van oordeel is, dat
een poortgebouw aan de Haringpiaats
beslist noodzakelijk is.
Ten eerste als overgangsmotief naar
de (bij den vorm der Haringplaatss ste-
debouwkundig niet juist aansluiten) an
dersoortige bebouwing van de Bleek.
Ten tweede om de gesloten ruimte
werking aan de Haringplaats te herzien
en
Ten derde om van de Spanjaardsiraat
af de zeer leelijke onregelmatige zijge
vels der nieuwe won'ngen en van het
vroegere pand Belderok en Van Roo
zooveel mogelijk aan het oog te onttrek
ken.
MEDEDEELINGEN AAN DEN RAAD.
B. en W. deelen den. Raad o.a. mede,
cial zij voor de Bleek het éénrichtings
verkeer en wel in de richting Haring- j
plaatsZuidsingel hebben voorgeschre
ven.
Verder, dat door de demping van de
Dokhaven enz,, de bij A. Kosten in huur
zijnde oppervlakte van 56 op 36 m2 is
gekomen en daardoor de huur per jaar I
van 8.40 op 5.40, en het bij H. F.
Mink in erfpacht zijnde stuk grond van
50 op 51 m" komt en de canon van 5
op 5.10.
Ten slotte, dat B. en W. den heer J
Onderdijk hebben aangewezen als be
stuurslid van de stichting „Zeeuwsche
grondverbeteringsmaatschappij.
GROENE KRUISVEREENïGING,
In e gisterenmiddag in een zaal var
de Vergnoeging onder leiding van dr. H
Reilingh gehouden vergadering van de
Groene Kruisvereeniging heeft deze al.
afgevaardigde naar de te Breskens ge
houden vergadering van de Provinciale
Vereeniging verslag gedaan over het in
haar moeder haar zou volgen, althans
de eerste uren n;et.
Het was zeven uur, toen ze in hel
Langhamhotel aankwam, en nadat ze ge
geten had reed ze naar Ryderstraat, Tof
haar groote teleurntelling hoorde ze
daar van het dienstmeisje, dat mijnheei
Hallam niet thuis was.
„Hij ging een poos geleden uit om te
dineeren", zei zij.
„Weet je ook waar hij is gaan eten?'
„Ik hoorde hem tegen zijn vader zeg
gen bij admiraal Langton".
„Dank je", antwoordde zij en keerde
naar haar hotel terug.
Ze had admiraal Langton wel eens
ontmoet en zocht zijn nummer in de te
lefoongids op. Maar als ze Guy sprak
wat moest ze dan zeggen? Niets. In iede
geval zou 't beter zijn om maar weei
naar Ryderstraat te gaan. Om half tier
kwam ze daar weer,
„De oude mijnheer Hallam is juisJ'
thuis gekomen", zei het dienstmeisje.
„Dan zal ik naar boven gaan", ant
woordde zij en eenige oogenblikken la
ter klopte zij aan zijn deur.
„Binnen", riep iemand en ze ging bin
nen.
„Neemt u me niet kwalijk, maar ik
zou u graag even willen spreken",
„Goedenavond, juffrouw Cameron".
„Juffrouw Cameron?" begon zij ver
wijtend en toen viel het haar op dat er
iets vreemds was in de stem en het voor
komen van den man, dien ze voor Guy's
die vergadering behandelde speciaal be
treffende de nazorg voor herstellende
geesteszieken.
Nadat de penningmeester, mr. J. F.
van Deinse, de reeds door eene com
missie uit de leden nageziene rekening
over het vereenigingsjaar, dat 30 Juni
jl. had uitgebracht, werd deze overeen
komstig het advies der commissie goed
gekeurd.
Mejuffrouw M. Callenfels bracht als
secretaresse het jaarverslag uit, waar
uit blijkt, dat behalve de gewone mu
taties wegens vertrek, overlijden enz.
het ledental vrij wel stationnair bleef,
want steeds traden ook weer nieuwe
leden toe. Verschillende katholieke le
den bedankten of verminderden hun
contributie in verband met de oprich
ting van de afdeeling van het Wit-Gele
Kruis. De secretaresse memoreert, dat
jonkvr. S. H, van Doorn, wegens ver
trek naar Vlissingen, haar bestuursfunc
tie neerlegde. Haar wordt dank ge
bracht voor hare arbeid in het belang
der vereeniging en haar doel. Wat het
gebouw der vereeniging in de Gort-
straat betreft, dit voldoet aan alle
eischen en geeft ook voldoende plaats
nu grootere artikelen zijn aangeschaft
en ook voor desinfectie. De toestand
baart dan ook vooralsnog geen zorgen.
De heer Bouwens en zijn echtgenoote
beheeren alles op beste wijze en doen
alles om te voorkomen, dat niet-feden
artikelen betrekken uit het magazijn.
Bij de bestuursverkiezing wees ock de
voorzitter nog eens op wat de vereeni
ging in jonkvr, Van Doorn verliest. Zij
is 37 jaar in het bestuur geweest.
De vergadering koos n haar plaats
tot bestuurslid mevrouw A. S. Ghijsen—
Van Marle en herkoos als zoodanig
arts W. L. Pel.
Be Goescke Burgerwacht,
Donderdagavond werd In het Schut
tershof de jaarvergadering gehouden van
de Goesche Burgerwacht onder voor
zitterschap van den heer G, M, den Her
der. Spr. riep een hartelijk we.kom toe
aan den burgemeester, die ondanks
drukke werkzaamheden toch de verga
dering van de burgerwacht wilde bijwo
nen. Verder memoreerde spr. het droe
vig ong'eval dat Z.K.H. Prins Bernhard
heeft getroffen en sprak de wensch uit,
dat spoed g algeheel herstel mag intre
den.
Het verslag van den secretaris-pen
ningmeester wees ook dit jaar weer een
batig saldo aan. De heer H. J. van
Hove werd als bestuurslid herkozen.
Met dankbaarheid werd medegedeeld,
dat extra prijzen voor den wedstrijd wa
ren beschikbaar gesteld door de heeren
mr. Van Dusseldorp, burgemeester van
Goes en den oud-commandant Joh. Pi
laar. Na behandeling van enkele huis
vader hield.
„U is mijnheer Hallam niet", zei ze
driftig.
„U heeft vlugge oogen en ooren", ant
woordde hij.
„Wie is u? Ik heb uw stem al eens
meer gehoord".
Sylvester deed zijn vermomming' af en
ze herkende hem terstond.
„Wat doet u in deze kamer?" vroeg
zij.
„Ik zou u hetzelfde kunnen vragen,"
„Ik ben hier om mijnheer Hallam te
spreken".
„De vader of de zoon?" vroeg hij
droogjes.
„Beide", antwoordde zij uitdagend.
„Mijnheer Hallam is uit de stad. Mijn
heer Guy Hal'am zal laat thuis komen.
Hij is uit dineeren. Mag ik vragen waar
om u mijnheer Guy Hallam wilt spreken?
U is toch verloofd met mijnheer Mark
Furber?"
„Gaat dat u wat aan?"
Sylvester dacht dat het hem wel de
gelijk aanging, maar zei het niet. Het
zou zeker zijn plannen in de war sturen
wanneer er een verzoening plaats vond
tusschen zijn bezoekster en Hallam. Dat
moest tot eiken prijs vermeden worden
in ieder geval totdat juffrouw Glyn
alles wat z'e wist had verteld. Daarntf
kon het hem niet schelen wat er ge
beurde.
(Wordt vervolgd