FOTO'S Fl. 1.50 KEES HELDER Gevaarlijk spel. tweede blad van de provinciale zeeuwscue middelburcsche courant (w.o. de coesche crt.) van zaterdag 18 december 1937. No. 298. KROHIEK van den DAG. BINNENLAND. ZEELAND. „Kruistochten." IN ELKE GEWENSCHTE UITVOERING Decembermaand passend KALENDERTJE GRATIS FOTOGRAAF LANGE DELFT 30 MIDDELBURG QQES. De reis van Delbos. De Fransche minister van buitenland sche zaken, Delbos, heeft thans het eind punt van zijn reis door Oost-, Zuid-Oost en midden-Europa bereikt: Praag, de hoofdstad van Tsjecho-Slovakije. De Tsjechen hebben hem luisterrijk inge haald. Veel meer dan de Polen, de Roe menen en de Joego-Slaven voelen zij zich aan Frankrijk verknocht. Zoowel te Warschau, te Boekarest als te Belgrado zijn momenteel regeeringen aan het bewind, welke het met de democratie niet zoo nauw nemen. Een soort van crypto-fascisme wordt hier in toepassing gebracht. Het gevolg was een verwijde ring van Frankrijk. Echter schoorvoe tend en niet al te ver. Polen, Roemenië en Zuid-Slavië vreezen dat zij door zich bij de as RomeBerlijn aan te sluiten, in het hol van den politieken leeuw zou den geraken. Zij behooren nu eenmaal tot de groep van naties, welke zegevie rend uit den wereldoorlog te voor schijn kwamen. Die omstandigheid houdt hen als 't ware in het Fransche net ge vangen. De buitenlandsche politiek van Duitschland (en van Hongarije, dat ten deze geheel aan de zijde van het Derde Rijk staat) is, ontdaan van alle politieke saus, gericht op „correcties" van de Europeesche landkaart, zooals die bij de vredesverdragen tot stand kwam. En dergelijke correcties kan men zich moei lijk anders voorstellen dan op hun kos ten. De merkwaardige figuur is dus deze: terwijl Polen, Roemenië en Zuid-Slavië politiek-ideologisch min of meer tot het fascistische kamp gerekend moeten wor den, blijft hun buitenlandsche politiek in wezen samenvallen met die van de as ParijsLonden. Ten aanzien van Tsjecho-Slovakije geldt deze eigenaardige contradictie ech ter niet. In Tsjecho-Slovakije is de par lementaire democratie tot dusver in stand gebleven. Ook ideologisch voelt dit land zich nauw met de Fransche re publiek verwant. Praag schijnt zich te beschouwen als een soort van midden- Europeesch Parijs; wat kleiner dan en gespeend van zekere zeer bedenkelijke Parijsche verschijnselen. In de ontvangsten, welke DelboS ten deel vielen, kwamen de politieke onder scheidingen typisch tot uiting. Terwijl die te Warschau, Boekarest en Belgrado zich kenmerkten door een georganiseer de diplomatieke hartelijkheid, had die te Praag een inslag van nationale geest drift. Zoozeer zelfs, dat de Tsjechische regeermg gemeend heeft, de indrukken daarvan op het buitenland een beetje te moeten temperen. Blijkbaar teneinde Berlijn niet opnieuw te ontstemmen. Ook de Zuid-Slavische regeering is maar dan anders aan het temperen geweest, toen Delbos te Belgrado arri veerde. Daar wilde een groote menigte den Franschen minister op soortgelijke geestdriftige wijze als te Praag geschied de, verwelkomen. En daarmede dan te vens lucht geven aan haar weerzin te gen de autoritaire politiek van minister president Stojadinowitsj c.s. Het resul taat van een en ander was een luidruch tig en tamelijk bloedig relletje, dat Del bos tot nadenken gestemd zal hebben. De opvattingen van Stojadinowitsj wer den op deze wijze, beter dan woorden konden doen, aan den Franschen gast geopenbaard. Als er eens geen vredes verdragen waren, welke ook Zuid-Slavië dwingen, groot wantrouwen te blijven koesteren ten opzichte van de as Ro meBerlijn De beteekenis van Delbos' reis voor den politieken toestand in ons wereld deel zal men naar alle waarschijnlijkheid niet al te hoog moeten aanslaan. Die politieke toestand is te gecompliceerd en ongewis, om duurzaam veel invloed van zulk een diplomatieke reis te kun nen ondergaan. Alleen indien de Fran sche minister den regeeringen, die hij bezocht, belangrijke toezeggingen zou hebben kunnen doen over drastischen Engelschen steun, voor 't geval het eens mocht gaan spannen in midden-Europa, zouden politieke verschuivingen denk baar zijn. Daar ziet het echter niet naar uit en het lijkt ons ook ten zeerste de vraag, of men zooiets zou moeten toe juichen. Aan een verscherping van de politieke tegenstellingen bestaat in geen geval behoefte. Men kan den laatsten tijd gelukkig eenige verzachting derzel- ver waarnemen. Praag en Berlijn hebben dezer dagen zelfs een overeenkomst ge sloten, welke een einde moet maken aan de periodieke persoorlogjes tusschen Duitschland en Tsjecho-Slovakije. Mis schien is op den duur door middel van het stelsel der tweezijdige verdragen een punt te bereiken, van waaruit de poli tieke situatie in haar geheel belangrijk verbeterd kan worden; belangrijk ge- i noeg, om de befaamde beide assen in vrijwel dezelfde richting te laten draai en. Want daar zal het heen moeten, kan er ooit sprake van Europeesche een dracht zijn. Financieel economisch Uit het Engelsch van PAUL TRENT. 66). De zon scheen helder en ze besloot angs de haven te wandelen. In de baai agen verscheidene oorlogsschepen voor a er en piketbooten voeren snel heen en weer. Eindelijk bereikte ze de lan dingsplaats en de commandant en de scheepsdokter van de „Drietand" kwa? men juist aan wal. „Goedenmorgen", zei ze vroolijk toen de officieren naar haar toe kwamen. „Zoo, is u weer terug? Ik heb nog geen gelegenheid gehad om u geluk te wenschen met uw verloving met Hallam. U weet zeker dat wij hem kwijt zijn? vroeg de commandant. „Ik ben niet meer verloofd met Hal lam", antwoordde Ze met tegenzin. „Dat spijt me, dat spijt me erg. Hij is een beste kerel en we zullen hem mis sen". zei de commandant en een pijn lijke stilte ontstond. „Misschien is het slechts een misverstane!. Dat hbop ik van harte", voegde hij er eindelijk bij. ,Jk ook", zei zij bedaard. „Ze zeggen, dat hij een baantje heeft gekregen bij de admiraliteit. Dat betee- kent gewoonlijk een vlugge promotie. Furber is ook weggegaan. Hij zal niet gemist worden.... Pardon. Ik vergat weekoverzicht. Een ware rage van de kapitaal arme landen om tot conversie van hun buitenlandsche schul den te geraken. Op de internationale kapitaalmarkten vinden ware kruistochten plaats zij het dan ook van een minder bloedig karakter dan voorheen van debiteu ren uit kapitaal-zwakke landen naar crediteuren van kapitaiil-rijke landen. Het is merkwaardig welke een merk waardige aspecten hierdoor in het leven worden geroepen. Zoo b.v. leent Frank rijk d.w.z. de Fransche Spoorwegen 100 tot 150 millioen van Nederland en 200.000.000 Zwitschersche franken van Zwitserland, teneinde hiermede zijn duurder crediet aan Engeland (f 40 millioen a 4% af te kunnen lossen. Tegelijkertijd zien we echter België zijn in den vorm van schatkistpapier in Ne derland opgenomen 100 millioen gul dens crediet aan dit land terugbetalen (hiervan was reeds een belangrijk ge deelte t.w. 62 millioen afgelost) om dat het elders d.w.z. in Engeland goed- kooper terecht kan. Tot dat doel leent België 5.000.000 op langen termijn a 4 tegen 97 Terzelfdertijd zien wij iets nog merkwaardigers. Nederland dat blijkbaar dus niet bereid is een lange leening aan een prima debiteur als Bel gië op de voor dit land aanvaardbare condities over te nemen, neemt wel leeningen van een veel zwakkeren deb'- teur als Denemarken over, en op voor den crediteur onmiskenbaar ongunstiger voorwaarden. Men denke slechts aan de 4 guldensleening der Kopenhaagsche Telefoonmaatschappij groot circa 8 millioen, welke hier te lande a pari werd gecomitteerd. Onwillekeurig vraagt men zich af hoe zulks met elkaar te rijmen valt. Weliswaar kan men zeggen, dat de Kopenhaagsche Telefoonmaat schappij deze 8 millioen niet netto ontvangt, omdat hier natuurlijk een behoorlijke marge voor het consortium tusschen zit, maar datzelfde geldt ook voor de 4 leening door Engeland aan België verleend, zoodat een feit b'ijft, dat door het Nederlandsche consortium het Deensche crediet blijkbaar hooger wordt aangeslagen dan het Belgische crediet. Het hoeft wel geen betoog, dat hoe veel vragen zich bij deze hernieuwde activiteit van Nederland als verstrek ker van buitenlandsche kapitaal ook mo dat hij een vriend van u is", zei de dok ter. Stella bleef zwijgen. Wat was ze blij dat ze nu niet genoodzaakt was om haar engagement met den man, die niet ge mist zou worden, mede te deelen. „Gaat u mee lunchen? Moeder zal het prettig vinden u te zien", „Met genoegen", antwoordden zij, want mevrouw Cameron was heel populair bij de marinelui. Ze begreep de zeeofficie ren en had er den slag van het hen ge zellig te maken. Na de lunch sprak de commandant eenige ©ogenblikken alleen met zijn gastvrouw. „Het doet me leed te hooren dat er onaangenaamheden zijn geweest tus schen uw dochter en Hallam, Hij is zoo'n beste vent. Kan er niets aan gedaan worden om dat weer in orde te bren gen? Het is onbescheiden van me om me er mede te bemoeien, maar ik heb uw dochter gekend sinds ze een baby was en Hallam van zijn jongensjaren af. Is uw dochter van gedachte veranderd?" „Neen", zei mevrouw Cameron be slist. „Hallam dan? vroeg hii en bemerkte toen. dat Stella luisterde. „Ik geloof dat er een misverstand is", antwoordde mevrouw Cameron, „en ik hoop dat het terecht zal komen." „Ik ook. Misschien kom ik binnen kort in de stad, dan zal ik hem eens opzoeken. Komt u op de „Drietand" gen opdringen, een feit blijft, dat de betalingsbalans hierdoor op gunstige wijze onder druk wordt gezet. Men hoe de zich t.a.v. verdere buitenlandsche credietverleening voor overdrijving. De obligatiemarkt hier te lande blijf in het teeken staan van verwachtingen omtrent de toekomstige Nederlandsche conversieleening. Men krijgt zoo den in druk, dat de bevoegde instanties het over de modaliteiten niet erg eens kun nen worden. Onze aandeelenmarkt vertoonde een weinig geanimeerd beeld, hoewel de on dertoon niet bepaald zwak kan worder genoemd. Voor Koninklijke Olie bleek een groote belangstelling te bestaan op grond van een verwacht interim-divi dend van omstreeks 8 Daarnaast vielen aandeelen Aku op door een vaste houding naar aanleiding van dividend geruchten. Gezien de bezwaren, die de Nederlandsche Regeering met be trekking tot de transfer van rente var een Duitsche maatschappij wier belan gen voor het grootste gedeelte in han den is van de Aku in den weg legt, lijkt het ons niet zeer waarschijnlijk, dat zii dezen post, welke een verzwaring van de clearing beteekent, tot vereffening toelaat. Thans volgt het gebruikelijke staatje- Koninklijijke Olie 347363 Un. States St4243 Anaconda 2323 Amst. Bank 153152 Rotterd. Lloyd106106 Stv. Mij. Nederland 11010" H. V. A425—434 Deli Batavia Mij21221? Deli Mij287—28® Senembah 17521' Philips 282—28' GELIJKLUIDENDE PLAATSNAMEN. Postale moeilijkheden door on voldoende adressecring. Vele plaatsnamen het zijn er eeni ge honderden komen méér dan een maal in ons land voor. Zoo zijn er hier met den naam Aalst 3, A phen 3, Ber gen 5, Driehuizen 10, Katwijk 3, Laren 3, Middelburg 2, Ouderkerk 2, Rijswijk 3, Velp 2, Voorburg 2, Wirdum 2, enz. In beide plaatsjes van laatstgenoem den naam, waarvan het één in Friesland het ander ;n Groningen ligt, is onlangs een enquete ingesteld naar het aantal poststukken dat, wegens onvolledige adresseering, naar het verkeerde Wir dum was gezonden en zijn bestemming dientengevolge met vertraging bereikte Dit aantal bedroeg gedurende vier we ken, niet minder dan 121. Bovendien was nog op 17 stukken de provincie foutief aangeduid. Hieruit blijkt wel, dat het steeds uoo- dig is, bij gelijknamige p'aatsen op het adres ook de provincie aan te dui den. en die goed aan te duiden. Anders is vertraging in de bestelling met al de daaraan voor afzender en ge adresseerde verbonden onaangenaamhe den, niet te voorkomen. HULP AAN DE CHINEESCHE BURGERBEVOLKING. Prof. dr. J. J. L. Duyvendak schrijft ons: Een oproep is dezer dagen gepubli ceerd voor hulp aan de zoo geteisterde Chineesche burgerbevolking. Veel woorden zijn niet noodig. Heeft men de film „De goede aarde" gezien? Dan heeft men een klein denkbeeld ge kregen van den onnoemlijk zwaren strijd om het bestaan dien den Chinees te voe ren heeft. Een strijd met de natuur- ki achten, en daarom, hoe vreeselijk ook, ligt er iets groots in. De Chinees thee drinken?" stelde de commandant voor. De uitnoodiging werd aangenomen en met gemengde gevoelens zette Stella weer den voet op het dek van de „Drie tand". Alles herinnerde haar aan Guy en ze voelde dat ze dit verdriet niet dra gen kon, Het was een geluk, dat zij niet hoefde te praten en ze was dankbaar toen ze weer weggingen. Toen Stella den vo.genden morgen wakker werd begreep ze niet hoe ze den dag zou doorkomen. Na het ontbijt ver telde z'e aan haar moeder dat ze aan Furber geschreven had. „Daar ben ik blij om", zei mevrouw Cameron en kuste haar dochter teeder. Na de lunch ging Stella naar de golf- velden en probeerde te spelen, maar ze gaf het spoed;g op en keerde naar huis terug. Haar moeder was uit en zij ging naar haar slaapkamer en pakte haar handtasch. Toen schreef ze een paar re gels aan haar moeedr: „Ik ga alleen naar Londen, moeder. Ik smeek u me niet te volgen. Ik wil Guy spreken. Ons geluk zal niet door dom me trots vernield worden. De oude heer Hallam houdt van me, ik zal naar hem toegaan en hem raad vragen. Ik logeer in het Langham hotel. Kom niet, moe der! Ik ben liever alleen. Veel liefs, Stella. Ze gaf dit briefje aan de dienstbode en ging naar 't station. Ze haalde net den trein, zoodat er geen kans was dat draagt dien strijd met heldenmoed en gelatenheid; zoo is nu eenmaal zi;n on afwendbaar lot. Met bijna niets is hij tei reden; wat hij 'betrekkelijken wel stand acht zou bij ons nog als de ergste armoede gelden, Over deze miliioenen menschen is net gruwelijk onheil losgebarsten, door menschenhand gebracht. Geheele steden zijn gebombardeerd en platgeschoten, verbrand. Ontzetting heeft zich van hen meester gemaakt voor het vreeslijke monster in de lucht; zij zijn gevlucht, her en der. Duizenden met afschuwe lijke wonden overdekt, treft het erge lot van nog te moeten leven. Allen is voor langen tijd de bestaansmogelijkheid ont nomen, terwijl zij alles verloren hebben. Opgehoopt in vluchtelingenkampen, worden zij bedreigd door epidemieën. Aan alles is gebrek: aan geneesmidde len misschien wel in de eerste plaats. De plaatselijke organisaties in China doen wat zij kunnen, Chineesche zoo wel als buitenlandsche. Ook de Volken bond, zooals men weet, zendt medische hulp. Dit alles is nog geheel ontoere1- kend om zelfs een deel van den nood te leningen. Waar andere hulp niet moge lijk is, mag een wereld, die zich be schaafd noemt, niet lijdelijk toezien dat honderdduizenden onschuldigen in el lende vergaan. Ook Nederland niet. De nood bij ons moge groot zijn, onverge lijkelijk veel erger is de ellende ginds. Dat menschen trachten het leed te ver zachten, dat door menschen werd toe gebracht. (Ingez. Med.) DE POORT OP DE HARINGPLAATS. De Provinciale Zeeuwsche Schoon heidscommissie heeft d.d. 2 December aan B, en W. gerapporteerd en mede gedeeld dat zij ten zeerste de stede- bouwkundige ontwikkeling van de Bleek betreurt en van oordeel is, dat een poortgebouw aan de Haringpiaats beslist noodzakelijk is. Ten eerste als overgangsmotief naar de (bij den vorm der Haringplaatss ste- debouwkundig niet juist aansluiten) an dersoortige bebouwing van de Bleek. Ten tweede om de gesloten ruimte werking aan de Haringplaats te herzien en Ten derde om van de Spanjaardsiraat af de zeer leelijke onregelmatige zijge vels der nieuwe won'ngen en van het vroegere pand Belderok en Van Roo zooveel mogelijk aan het oog te onttrek ken. MEDEDEELINGEN AAN DEN RAAD. B. en W. deelen den. Raad o.a. mede, cial zij voor de Bleek het éénrichtings verkeer en wel in de richting Haring- j plaatsZuidsingel hebben voorgeschre ven. Verder, dat door de demping van de Dokhaven enz,, de bij A. Kosten in huur zijnde oppervlakte van 56 op 36 m2 is gekomen en daardoor de huur per jaar I van 8.40 op 5.40, en het bij H. F. Mink in erfpacht zijnde stuk grond van 50 op 51 m" komt en de canon van 5 op 5.10. Ten slotte, dat B. en W. den heer J Onderdijk hebben aangewezen als be stuurslid van de stichting „Zeeuwsche grondverbeteringsmaatschappij. GROENE KRUISVEREENïGING, In e gisterenmiddag in een zaal var de Vergnoeging onder leiding van dr. H Reilingh gehouden vergadering van de Groene Kruisvereeniging heeft deze al. afgevaardigde naar de te Breskens ge houden vergadering van de Provinciale Vereeniging verslag gedaan over het in haar moeder haar zou volgen, althans de eerste uren n;et. Het was zeven uur, toen ze in hel Langhamhotel aankwam, en nadat ze ge geten had reed ze naar Ryderstraat, Tof haar groote teleurntelling hoorde ze daar van het dienstmeisje, dat mijnheei Hallam niet thuis was. „Hij ging een poos geleden uit om te dineeren", zei zij. „Weet je ook waar hij is gaan eten?' „Ik hoorde hem tegen zijn vader zeg gen bij admiraal Langton". „Dank je", antwoordde zij en keerde naar haar hotel terug. Ze had admiraal Langton wel eens ontmoet en zocht zijn nummer in de te lefoongids op. Maar als ze Guy sprak wat moest ze dan zeggen? Niets. In iede geval zou 't beter zijn om maar weei naar Ryderstraat te gaan. Om half tier kwam ze daar weer, „De oude mijnheer Hallam is juisJ' thuis gekomen", zei het dienstmeisje. „Dan zal ik naar boven gaan", ant woordde zij en eenige oogenblikken la ter klopte zij aan zijn deur. „Binnen", riep iemand en ze ging bin nen. „Neemt u me niet kwalijk, maar ik zou u graag even willen spreken", „Goedenavond, juffrouw Cameron". „Juffrouw Cameron?" begon zij ver wijtend en toen viel het haar op dat er iets vreemds was in de stem en het voor komen van den man, dien ze voor Guy's die vergadering behandelde speciaal be treffende de nazorg voor herstellende geesteszieken. Nadat de penningmeester, mr. J. F. van Deinse, de reeds door eene com missie uit de leden nageziene rekening over het vereenigingsjaar, dat 30 Juni jl. had uitgebracht, werd deze overeen komstig het advies der commissie goed gekeurd. Mejuffrouw M. Callenfels bracht als secretaresse het jaarverslag uit, waar uit blijkt, dat behalve de gewone mu taties wegens vertrek, overlijden enz. het ledental vrij wel stationnair bleef, want steeds traden ook weer nieuwe leden toe. Verschillende katholieke le den bedankten of verminderden hun contributie in verband met de oprich ting van de afdeeling van het Wit-Gele Kruis. De secretaresse memoreert, dat jonkvr. S. H, van Doorn, wegens ver trek naar Vlissingen, haar bestuursfunc tie neerlegde. Haar wordt dank ge bracht voor hare arbeid in het belang der vereeniging en haar doel. Wat het gebouw der vereeniging in de Gort- straat betreft, dit voldoet aan alle eischen en geeft ook voldoende plaats nu grootere artikelen zijn aangeschaft en ook voor desinfectie. De toestand baart dan ook vooralsnog geen zorgen. De heer Bouwens en zijn echtgenoote beheeren alles op beste wijze en doen alles om te voorkomen, dat niet-feden artikelen betrekken uit het magazijn. Bij de bestuursverkiezing wees ock de voorzitter nog eens op wat de vereeni ging in jonkvr, Van Doorn verliest. Zij is 37 jaar in het bestuur geweest. De vergadering koos n haar plaats tot bestuurslid mevrouw A. S. Ghijsen— Van Marle en herkoos als zoodanig arts W. L. Pel. Be Goescke Burgerwacht, Donderdagavond werd In het Schut tershof de jaarvergadering gehouden van de Goesche Burgerwacht onder voor zitterschap van den heer G, M, den Her der. Spr. riep een hartelijk we.kom toe aan den burgemeester, die ondanks drukke werkzaamheden toch de verga dering van de burgerwacht wilde bijwo nen. Verder memoreerde spr. het droe vig ong'eval dat Z.K.H. Prins Bernhard heeft getroffen en sprak de wensch uit, dat spoed g algeheel herstel mag intre den. Het verslag van den secretaris-pen ningmeester wees ook dit jaar weer een batig saldo aan. De heer H. J. van Hove werd als bestuurslid herkozen. Met dankbaarheid werd medegedeeld, dat extra prijzen voor den wedstrijd wa ren beschikbaar gesteld door de heeren mr. Van Dusseldorp, burgemeester van Goes en den oud-commandant Joh. Pi laar. Na behandeling van enkele huis vader hield. „U is mijnheer Hallam niet", zei ze driftig. „U heeft vlugge oogen en ooren", ant woordde hij. „Wie is u? Ik heb uw stem al eens meer gehoord". Sylvester deed zijn vermomming' af en ze herkende hem terstond. „Wat doet u in deze kamer?" vroeg zij. „Ik zou u hetzelfde kunnen vragen," „Ik ben hier om mijnheer Hallam te spreken". „De vader of de zoon?" vroeg hij droogjes. „Beide", antwoordde zij uitdagend. „Mijnheer Hallam is uit de stad. Mijn heer Guy Hal'am zal laat thuis komen. Hij is uit dineeren. Mag ik vragen waar om u mijnheer Guy Hallam wilt spreken? U is toch verloofd met mijnheer Mark Furber?" „Gaat dat u wat aan?" Sylvester dacht dat het hem wel de gelijk aanging, maar zei het niet. Het zou zeker zijn plannen in de war sturen wanneer er een verzoening plaats vond tusschen zijn bezoekster en Hallam. Dat moest tot eiken prijs vermeden worden in ieder geval totdat juffrouw Glyn alles wat z'e wist had verteld. Daarntf kon het hem niet schelen wat er ge beurde. (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 5