DE PAGODE
Vrouwenhanden
PUROL
KRONIEK van den DAG.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN WOENSDAG 15 APRIL 1936. No. 89.
ZEELAND.
Provinciale Zeeuwsche Vereen.
Het Groene Kruis.
Turkije wenscht de souvereini-
teit over de zeeëngten terug.
De desbetreffende conventie
heeft geen reden van bestaan
meer. Koren op den molen
der Sovjets.
Duitschland heeft het Verdrag van
Versailles overhoop gehaald; Oostenrijk
dat van St, Germain. Aan wie nu de
beurt? Men had gedacht: Hongarije of
Bulgarije, de beide landen, die ook moes
ten ontwapenen na den wereldoorlog.
Hongarije en Bulgarije hebben echter te
kennen gegeven, dat ze het Duitsche en
Oostenrijksche voorbeeld ,,nog niet wil
len volgen. De verdragen van Tnanon
en Neuilly schijnen voorloopig intact te
zullen worden gelaten.
Er zijn echter ook andere uitvloeisels
van den grooten krijg, die op den duur
niet gehandhaafd kunnen worden. Zoo
het verbod aan Turkije om de beide zee
engten, die den toegang naar de Zwarte
Zee beheerschen, met name de Darda-
nellen en de Bosporus, te versterken.
Op 24 Juli 1923 kwam hieromtrent een
conventie tot stand. Turkije, dat zich
aan beide zijden van deze zee-engten
uitstrekt, beloofde o.a. geen militaire
versterkingen aan de oevers te zullen
bouwen. De geallieerden hebben tijdens
den wereldoorlog geprobeerd zich met
hun vloten een doortocht door Dardanel-
len en Bosporus te banen, teneinde ook
van de Zwarte Zee uit tegen Oostenrijk
en Duitschland te kunnen optrekken.
Dat mislukte echter. Wij hoeven er hier
niet aan te herinneren, hoe hard er om
de Dardanellen is gestreden. De Engel-
schen vergeten ervaringen als deze nooit.
De conventie van 24 Juli 1923 was van
deze ervaringen het politieke gevolg.
Ze werd behalve door Engeland nog
onderteekend door Frankrijk, Italië, Ja
pan, Bulgarije, Griekenland, Roemenië,
Sovjet-Rusland en Zuidslavië. Aan al de
ze landen nu heeft de Turksche regeering
Zaterdag j.l. een nota gezonden, met het
verzoek haar op te heffen. Dit verzoek
moet men zien als een keten in de reeks
van „correcties" op de vredesverdragen,
Turkije motiveert zijn stap trouwens met
een verwijzing naar het herstel van den
dienstplicht in Duitschland en Oostenrijk
en de remilitarisatie van het Rijnland.
Uit die feiten is gebleken, zegt Siret Ha-
lulu, de Turksche minister van buiten-
landsche zaken, dat de veiligheidsgaran
ties, welke men in de jaren na den we
reldoorlog in het leven meende te roe
pen, niet aan de verwachtingen voldoen.
Met andere woorden: het staketsel van
vredesverdragen etc. is bezig ineen te
zijgen: daarom willen wij Turkije de vol
ledige souvereiniteit over onzen grond
en ons water ook terug. Er zullen wel
langademige diplomatieke pourparlers uit
het Turksche verzoek voortvloeien. Wij
twijfelen er echter niet aan, dat de ver
zoeker eerlang zijn zin krijgt. Is het niet
goedschiks dan kwaadschiks. Turkije
doet zich nu nog netjes voor. Het vraagt
om opheffing van discrimineerende be
palingen. Duitschland en Oostenrijk heb
ben bewezen, dat men tegenwoordig ook
zijn zin kan krijgen door te handelen,
zonder eerst te vragen. Daartoe kan
Turkije altijd nog overgaan, als men het
dwars zou willen zitten.
Van één land kunnen de Turken in
elk geval krachtig en steun verwachten:
van de Sovjet-Unie. Er bestaat een
vriendschapsverdrag tusschen Rusland
en Turkije; de laatste jaren hebben de
beide landen nauw samen gewerkt. Mos
kou beschouwt Angora dus als een
bondgenoot, die in het geval van een
Russisch-Duitschen oorlog een Duitsche
vloot gemakkelijk den toegang tot de
Zwarte Zee zou kunnen versperren.
Dat is van ontzaglijk veel belang voor
Sovjet-Rusland. De „Iswestia", 't groot
ste Sovjet-blad, betoogt dan ook reeds,
dat het Turksche verzoek billijk is. „Nog
Door MARJORIE BOWEN.
34).
Maar zij was geen meisje. (Waarom
had hij zijn heldin een meisje gemaakt)?
En zij had gevoeld dat zij stond bui
ten de geschiedenis, welke, hoe dan ook,
gediend had om haar geluk te verdon
keren door die hartverscheurende ge-
w^rwording van iets verlorens,
^ooit had zij, jong, door liefde kun
nen worden omvat in de fantastische
eenzaamheid der Pagode-kamer, zelfs
wanneer Timothy haar vertelde wat zij
voor hem w,as. Zij zou die leemte, dat
gemis voelen zij kon nooit haar droom
uitleven; die was haar tot het uiterste
gespannen blik voorbijgegaan.
Madame de Bellegarde laakte Mag
nus farryner om z;jn donkeren droppel
in de klare reinheid van haar feestwijn
en wanneer zij met hen allen gelukkig
om haar gezeten was zou zij, wart ze
vroeger niet gedaan had, denken aan de
graftombe van haar echtgenoot, zoo
zelden bezocht, streng in het kleine,
oude dorpskerkje, en dan zou die' tom
be inbreuk maken op h,aar vreugde aan
het bedriegelijke heden, als een vreese-
lijk verwijt wegens het bedriegelijke
verleden; in deze intermezzo's van me
lancholie leek het dat, aangezien zij uit
die kans van liefde niets had kunnen
maken, zij ook niet in staat zou zijn
nimmer werd de vrede zoo ernstig be
dreigd als op het oogenblik", schrijft het
blad. „Verschillende plaatsen op aarde
teekenen zich duidelijk af als oorlogs
haarden. In koortsachtig tempo wordt
gewerkt aan de voorbereiding van een
aanval, gepaard gaande met een open
lijk verzet tegen het werk van de col
lectieve veiligheid en een eenzijdige
schending van internationale verplich
tingen. Deze omstandigheden en de een
zijdige schending van de verdragen van
Versailles en Locarno door Duitschland,
het verdrag van St, Germain door Oos
tenrijk, rechtvaardigen het, den stap der
Turksche regeering volkomen natuurlijk
te noemen. De vredespolitiek volgend,
heeft Turkije niet den weg van Duitsch
land en Oostenrijk ingeslagen en niet de
methode toegepast van de eenzijdige
schending van verdragen. De Turksche
regeering constateerde, dat juist de be
langen van den vrede het herstel van
haar volledige souvereiniteit over de
zeeëngten noodig maken."
Het lijdt geen twijfel, dat de Russische
regeering er precies eender over denkt.
De Zwarte Zee zoo gauw mogelijk
weer op slot, dat lijkt Moskou nuttig
voor eigen veiligheid.
blijven ondanks alle huishoudelijke arbeid
I gaaf, zacht en blank door
(lngez. Med.j.
Dinsdag vergaderde de Prov. vereeni-
ging Het Groene Kruis in hotel Juliana
te Zierikzee onder voorzitterschap van
dr. C, O r b a a n, die eerst het woord
gaf aan den voorzitter van de afdeeling
Zierikzee, Jr. C. J. M. Boogerd.
Deze nep all en het welkom ioe en
zeide het dubbel op p.ijs te stehen, dat
men voor de tweede maal te Zierikzee
vergadert, De eerste maal was dit net
geval in 1930, toen Z'erikzee rog geen
ifueeling had. Thans heeft de a'deeiing
pas een wijkgebouw geopend. Spr
hoopte, dat de vergadering veel vruch
ten zal afwerpen voor het werk van het
Groene Kruis.
Hierna hield dr. O r b a a n een ope
ningsrede en zeide dat nu ruim 20 jaar
geleden ik in Zeeiand een provinciale
vereeniging „het Groene Kruis" werd
opgericht en hetgeen districtsgewijze
reeds meer of minder bestond, in een
gesloten provinciaal verband gebracht.
Het is de taak der Groene Kruisver-
eeniging om regelend en organiseerend
op te treden op een uitgestrekt terrein
van sociaal hyiènische barmhartigheid.
Het is in de allereerste plaats het par
ticulier initiatief, dat hiervoor moet
worden bewerkt, wakker geschud, aan
gemoedigd en bevorderd. Waar van
Rijkswege eveneens op deze gebieden
wordt gewerkt, spreekt het vanzelf, dat
samenwerking noodzakelijk is. Het is
in het belang van den Rijksdienst het
particulier initiatief te stimuleeren; het
is omgekeerd ook van belang voor het
Groene Kruis om met gepaste vrijmoe
digheid den ook financieelen, steun van
het Rijk in te roepen, wanneer het
Groene Kruis voelt, sommige werk
zaamheden niet zonder Rijkshulp af
doende te kunnen oplossen. In Zeeland
is het arbeiden in provinciaal verband
helaas aan natuurlijke belemmeringen
onderworpen. Het samenhorigheidsge-
iets te maken van welke .andere kans
ook; dit was haar oogenblik geweest
toen zij jong was.
En dat oogenblik was voorbijgegaan
Miss Stalling merkte een teringachti
ge zenuwachtigheid op in haar vroolijk-
heid.
Waarom houdt ge hem op een af
stand? vroeg zij eenvoudig.
Waarom zou ik niet? vroeg ma
dame de Bellegarde zenuwachtig uitda
gend. Hij begrijpt hij vindt het pret
tig te wachten, van dit tusschenspel te
genieten; niets zal ooit geheel hetzelfde
zijn als dit, niets zóó heerlijk.
Maar miss Stalling zeide:
i Dat is alles nog al teer, werk het
niet te mooi uit, Mischien begrijpt hij
het niet, ofschoon ik kan zien dat hij
nogal fantastisch is en wonderlijk
misschien.
Madame de Belelgarde lachte. Zij
hadden zich teruggetrokken in de ver
trouwelijkheid v,an haar kamer na een
dag van weelderig nietsdoen; deze vijf
menschen waren teer, maar tot nu toe
volmaakt ingesteld, en de uren waren
vol genoegen; toch was alles in een
staat van broze onzekerheid.
Miss Stalling voelde dit.
Als ge niet iets laat gebeuren van
binnen uit, z,al er iets gebeuren van bui
ten af om de dingen te veranderen.
Dat is absurd, glimlachte madame'
de Bellegarde teeder.
Dat is absurd, glimlachte madame i
voel wordt daardoor niet versterkt en
op bepaalde gebieden komt helaas een
onderling wantrouwen naar voren, dat
voor den opbouw van een organisch ge
heel niet altijd even bevorderlijk kan
worden genoemd. De Provinciale subsi
dies kunnen niet worden verstrekt, om
dat Zeeland op extra zware vaste las
ten zit en en de finantieele economische
draagkracht der bevolking is in het al
gemeen aan den lagen kant. Het is dan
ook begrijpelijk dat het Groene Kruis
werk zich anders heeft ontwikkeld dan
in andere provincies.
Intusschen is er geen reden tot onte
vredenheid, want men kan constateeren,
dat de arbeid van het Groene Kruis toch
ook in Zeeland steeds hechter wortel
wist te schieten en langzaam maar zeker
toenemende sympathie heeft mogen ont
vangen, De hoofdzaak is, dat de plaatse
lijke organisaties zich zoo volledig mo
gelijk aan hun schoone taak geven en 't
centrale punt zijn waar alle plaatselijke
sociaal hygiënische en individueele zie
kenhulp samenkomen. Gelukkig is een
centrum te prijzen, waar alles is gecon
centreerd in de handen van een kundige
verpleegster en binnen de muren van 'n
Groene Kruisgebouw. Met vreugde wijst
spr. erop, dat er in dit opzicht groote
vorderingen zijn gemaakt. De inwijding
van het wijkgebouw te Zierikzee is de
blijde bevestiging van den toenemenden
groei en bloei g'eweest, Spr. herinnert
aan het overlijden van den vroegeren
voorzitter en den secretaris-penning
meester en aan de zware stormen, die
toen over het hoofd der vereeniging zijn
losgebroken. Het is vooral de heer Abra-
hamse geweest, die op onnavolgbare
wijze het Zeeuwsche devies „Luctor et
Emergo" in praktijk heeft gebracht.
Het bestuur heeft geworsteld, doch is
nu aan de ergste benauwenissen on'-
komen. Spr. meent, dat de taak van het
Groene Kruis in de toekomst eerder toe
dan afnemen zal want de Rijksdienst zal
de Prov. vereenigingen steeds meer in
schakelen ter bereiking van verschillen
de sociaal -hygiënische doelstellingen.
Dat men ook nu weer een medicus als
voorzitter wenschte is een groot blijk
van vertrouwen in den geneeskundigen
stand Men moet zich niet bepalen tot
contact met de afdeeling'en en bevorde
ren van het plaatselijke werk, maar ook
denken aan het werken van de Commis
sie voor de hygiène van het kind; aan
de cursussen, aan de consultatiebureaux
voor zuigelingen en dan is men wel over
tuigd, dat men met vertrouwen de toe
komst kan afwachten. Dan is er ook de
Commissie voor de bestrijding der ge-
slachtziekten, die, wanneer niet alle
teekenen bedriegen, langzamerhand met
actieve werkzaamheden zal aanvangen.
Spr herinnerde vervolgens aan de in
gebruikneming van den ontsmettings
oven te Vlissingen en het latere bezoek
van den Commissaris der Koningin. Af
en toe krijgt spr. wel eens het gevoel,
dat bepaalde plaatselijke vereenigingen
alleen lid worden of blijven ter wille
van mogelijk materieel g'ewin en voor
het lidmaatschap bedanken wegens het
ontbreken van geldelijk voordeel.
Het hoofdbestuur beseft ten volle,
de noodzakelijkheid de uitgaven niet
noodeloos op te voeren. Het bestuur is
er dan ook in geslaagd voor te stellen
het beruchte quotum te verlagen, De
districtsdiemsten kunnen worden inge
krompen. Spr, betoogt, dat alle groene
Kruisvereenigingen zich een onderdeel
moeten voelen van het Alg. Nederl.
Gr. Kruis en spr, hoopt, dat ook vele
Zeeuwen het internationaal congres in
Utrecht zullen bezoeken. Er zijn in Zee
land 61 Gr. Kruisver. Hiervan zijn er
slechts 43 geabonneerd op het algemeen
maandblad der vereeniging. Van deze
43, die wel de algemeene organisatie
erkennen, zijn er 6 niet aangesloten; 18
vereenigingen lezen het maandblad niet
en hiervan zijn er eveneens 6 niet aange-
miss Stalling zich, maar ge moet wel
zien wat ik bedoel of misschien zoudt
gij dat niet willen,
Ik doe het niet en wil het ook niet.
En Timothy is niet wonderlijk. Wil je
gr,aag dat wij zeggen: We zijn ver
loofd, en maken dat iedereen zich sul
lig en verlegen voelt?
Ik veronderstel dat ge het op zeke
ren dag zult moeten zeggen.
Neen, dat behoeven we niet als
iedereen is heengegaan en de herfst
werkelijk is begonnen, zullen we op 'n
morgen uitgaan en trouwen
„In de dorpskerk", had zij haar zin
willen eindigen, maar met akelige snel
heid had zij gedncht aan de graftombe
daar van haar echtgenoot en zij brak
plotseling af en voegde er ademloos aan
toe:
In Tours, in de kathedraal, die
rustig is en leeg.
Miss Stalling kon dit alles begrijpen;
zij onthield zich ervan te gewagen van
de noodzakelijkheid van een burgerlijk
huwelijk, over prozaïsche détails; zij
vroeg echter of mr. Carless Roomsch
Katholiek was en toen madame de Bel
legarde antwoordde ja, voelde zij dat
dit weer een punt was tegen hem en
ten gunste van Magnus Farryner.
Maar gij en hij behoort onderling
klaarheid te hebben, opperde zij, een
poging doende uitdrukking te geven
aan iets dat haarzelf perplex deed
staan,
sloten bij de Prov. Organisatie. Men
mist dus het contact met 12 Groene
Kruisver. in Zeeland en 5 daarvan zijn
vroeger wel lid geweest. Dat laatste is
volgens spr, toch wel heel betreurens
waardig. Spr. uit de hoop, dat al de
afgedreven schapen weer bij de kudde
terugkomen en dan alle verdere losloo-
pende lammeren zich mede op de prov.
weide willen komen voeden. Met de op
wekking van „Sluit de gelederen", ver
klaarde spr. de jaarvergadering voor
geopend. (Applaus).
Bij de goedkeuring der notulen van
1934 en 1935, wees dr. Orbaan er op,
hoe goed het is, het juiste te hooren
voorlezen.
Spr, deelde nu mede, dat het quotum
niet verhoogd moet worden, dank zij
f 1500, die men van het Rijk cadeau
kreeg voor de kosten van den ontsmet
tingsoven. Men kwam zoo op vlotte wij
ze uit de ergste moeilijkheden. De af
rekening door de familie v,an wijlen den
secretaris is nog niet afgewikkeld, maar
dit is niet te verwonderen, want zelfs
over al of niet pensioneering van den
niet volwassen zoon is nog niets beslo
ten.
Hierna bracht de heer C. D i e 1 e-
m a n de jaarverslagen over 1934 en
1935 uit.
In dat over 1934 zegt de secretaris,
dat de vereeniging een instelling is wars
van politiek of partijbelang. Nieuwe af-
deelingen zijn niet opgericht.
Het verslag van 1935 herinnert aan
de vele moeilijkheden, die echter, dank
zij de medewerking van velen, zijn over
wonnen. De heer Abrahamse nam een
definitieve benoeming als penningmees
ter aan. Het secretariaat zal steeds gaar
ne alle gewenschte inlichtingen aan de
afdeelingen verstrekken.
Naar aanleiding van een vraag van
den afgevaardigde van Oud-Vossemeer,
zeide de voorzitter, dat het verslag op
de gebruikelijke wijze zal worden ge
drukt.
Spr. hoopte, dat de heer Dieleman
nog jaren dit werk zal kunnen verrich
ten in goede gezondheid en met arbeids-
lust.
Als plaats voor de vergadering in
1937 werd aangewezen Breskens en in
het jaar 1938 Vlissingen.
De rekening van den penningmeester
den heer P. L. Abrahamse, deed zien,
dat de rekening over 1934 en daarna
opleverde van 1332.92 en die over
1935 door den huidigen functionaris van
60.43 goed slot.
Bij monde van dr. H. Reilingh, voor
zitter van de afdeeling Middelburg,
werd geadviseerd tot goedkeuring, waar
toe besloten is.
Hierna verkreeg de heer Ir. J. W.
Sprenger uit Ginneken het woord en
zeide deze dat het jammer is, dat dr.
Beijerman niet kon komen, trouwens dat
vindt deze zelf ook zoo. Gaarne is spr.
in zijn plaats gekomen. Spr. meent, dat
men plaatselijk te weinig weet te behoo-
ren tot een groot geheel. Dit kan men
van 28 tot 30 Mei te Utrecht nader zien
aangetoond en o.a. wordt er gesproken
over:
Het wijkgebouw als centrum".
Ook in Brabant moet het hoofdbe
stuur alles doen. Men moet begrijpen,
dat boven de prov. ver., nog een groo-
ter contact aanwezig is. Deze landelijke
vereeniging telde op 1 Januari
561.000 leden, bijna alle staande aan het
hoofd van gezinnen, men kan dus wel
aannemen dat 2J4 millioen Nederlanders
bij het Groene Kruis zijn aangesloten
Zelfs Frankrijk en Engeland halen dit
niet en alleen Hongarije staat boven
Nederland. Spr. kan zich niet voorstel
len, dat 18 afdeelingen het orgaan niet
lezen. Hij hoopt, dat er ook vele wijk
verpleegsters naar het congres zullen
komen en meer dan er thans op de ver
gadering zijn. In Brabant komen er wel
12 op 25 afdeelingen. Er is gelegenheid
opleidingscursussen in te richten en
Waarom? Gelooft ge zoo sterk in
de macht van het gesproken woord?
glimlachte madame de Bellegarde en
dan voegde ze er met een zeker onge
duld bij: Alsof het er op aankom'
wat men zegt! Het is het gevoel men
kan een ander niet aan een bloote be
lofte houden als het gevoel is heenge-
vloden.
De menschen doen het.
D,at is afschuwelijk! Dat is een
treurspel!
Miss Stalling was tot zwijgen ge
bracht; iets eenvoudigs, practisch en
eerlijks in haar werd onprettig aange
daan door de vaagheid van de geheek
situatie, welke uiterlijk heerlijk en in
nerlijk zoo nevelachtig was. Aldus ter
minste scheen het miss Stalling toe; er
dan, hoe verrukkelijk dit dartele ooi
was, het kon niet duren zij moest te
rugkeeren naar het klooster, mr, Car
less naar Londen, Robinetta naar haai
klooster zelfs Magnus Farryner kon
stellig niet voor onbepaalden tijd in Tou-
raine blijven toeven, en het weer, dat
óók, kon zeker oogenblik breken, als
iets broos en hen laten te midden v,an
mist en druilerigen regen, waarin zij el
kaar zouden verliezen.
Een storm kon elk blad van de weel
derige boomen afstroopen en elke bloem
in de keurige perken vernietigen.
Gij wilt alles prettig geregeld heb
ben, glimlachte madame de Bellegarde,
spr. vraagt of dit in Zeeland wel al ge
schied is, het zou er zeker zeer ge-
wenscht zijn.
Het devies „Luctor et Emergo" moet
goed genoeg zijn om te slagen.
De v o o r z bracht den heer Spren
ger dank voor zijn woorden en gaf toe,
dat het zeker jammer is als men niet
voldoende contact heeft, Spr. heeft
verbaasd gestaan, toen hij vernam dat in
Brabant met zijn R. K. bevolking toch
25 afdeelingen zijn. Dit is relatief zeker
een groot aantal.
Bij de nu volgende bestuursverkiezing
werden; bij acclamatite herkozen .de
heeren jhr. R. J. H. Q. Roëil, Haamste
de en Z. de Ruiter, te 's Heer Arends-
kerke, aftreding 1938, C. Dieleman,
Tholen, L. G. Gelderman, Kortgene en
S. Hage, Bruinisse, aftreding 1939, In de
vacature-F. E. Pas, werd gekozen de
heer J. de Groote te Breskens met 45
stemmen, tegen 21 op mevr. A, Dees
Haak te Groede. Op den derden candi-
daat, den heer F. A. van Rosevelt wer
den geen stemmen uitgebracht en de
vierde dr. C, J. M. Boogerd, te Zierik
zee, had zich teruggetrokken,
Tegen mevr. Dees, zeide de voorzit
ter dat zij maar denken moet: „lukt het
van daag niet dan lukt het mergen".
Tijdens de nu volgende pauze ging
met in hotel Van Noppen den inwendi-
gen mensch versterken.
Na de pauze kwam de begrooting '36
aan de orde en kreeg de afgevaardigde
van Oud-Vossemeer op een vraag ten
antwoord dat de kwestie subsidie voor
wijkverpleg'ng afhangt van den plaatse
lijken toestand Als daarin termen te
vinden zijn voor subsidie wordt zij ver
leend en a's dit voor de afdeeling' Oud-
Vossemeer zoo is, zal zij na 3^ jaar nog
1 y2 jaar subsidie krijgen.
Dr. Ittman uit Brouwershaven be
toogt het niet wenschelijk te achten het
quotum tot 7 cent te verlagen, en meent
dat het hoofdbestuur zeker 8 cent moet
hebben om zijn werk naar behooren te
kunnen uitvoeren Spr. doet daartoe 'n
voorstel.
De voorzitter zeide, dat het hoofdbe
stuur het een goede geste achtte met
verlaging te komen. Het is juist dat er
nog veel kan worden gedaan, daarbij is
het kapitaal ingeteerd. Gaarne zal het
bestuur f 250 meer ontvangen, te meer
waar er kans op is, dat het rijk maat
regelen zal nemen, waarbij ook eenige
financieele hulp der vereeniging kan
worden verlangd of althans goed is.
Thans zal men reeds kunnen zorgen,
dat elke afdeeling twee exemplaren van
het maandblad krijgt een voor het be
stuur en een voor de wijkzusters.
Dr. Boogerd van Zierikzee wil 7 cent
handhaven, omdat men dan bij een spe
ciaal g'eval tot verhooging kan overgaan.
De voorzitter gaf toe, dat men nu af
wijkt van den eerst uitgestippelden weg
De meeste afdeelingen zijn niet gebaat
bij het kleine af te trekken bedrag.
De heer dr, Boogerd heeft geenszins
de bedoeling gehad de vereeniging fi
nancieel krap te doen zitten. Het volgend
jaar kan men weer zien.
Er werd opgewezen, dat tot nu toe
het quotum al 8 cent was, Een der aan
wezigen meent, dat men moet beginnen
met geld te geven aan de afdeelingen,
die het nog niet hebben.
Het voorstel-Ittman werd aange
nomen met 53 tegen 7 stemmen.
De f 50 voor steun aan afdeeling'en
van volgens den voorzitter moeten be
steed worden als bij de tb.c. vereeni
ging, nml. voor een bepaald doel in casu
ziekenvervoer.
Men moet oppassen, wordt er opge
merkt, dat men er niet op af komt.
Daarvoor is men niet bijeen.
De voorzitter: Juist.
Bij den post voor de centrale maga
zijnen, zegt de voorzitter bij de gehou
den besprekingen, dat het er niet om
zoodat iedereen naar huis, n,aar bed kan
gaan.
En dat leek inderdaad iets op miss
Stalling's gevoelen.
Ik zou graag weten dat gij en mr.
Carless elkander volkomen begrepen,
zeide zij w,at geaffecteerd.
Maar dat doen we, hield madame
de Bellegarde vol. Hoe is het mogelijk
dat gij er anders over denkt.
En miss Stalling onderstelde, dat het
haar eigen onervarenheid moest zijn,
welke haar zooveel gewicht deed hech
ten aan het gesproken woord, ,aan het
erkende verbond, de gedane belofte.
Maar madame de Bellegarde had an
dere redenen dan vertrouwen voor haar
uitstellen, want zij had niet alleen Ti
mothy Carless lief, maar de schoonheid;
haar leven lang had zij zich bewogen te
midden van schoonheid, maar zij had 't
nooit ten volle bemerkt tot nu toe, nu
zij ten volle gelukkig was, en zij was
zoo bang deze schoonheid te verbazen
of te verschrikken door een woord of
een gebaar.
Zij wist dat deze magische stemming
v,an betooverde matheid niet kon blij
ven, dat deze menschen slechts voor 'n
korten tijd bij haar waren, maar zij wil
de niet degene zijn, die het teeken zou
geven dat die zich in herinnering zou
oplossen.
(Wordt Vervolgd)