KRONIEK van den DAG.
ZEELANR.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN DINSDAG 9 APRIL 1935.
No. 84.
ra
HET DRAMA OP WALCHEREN.
PERSKRONIEK.
MIDDELBURG.
scthi-a
Generaal Ludendorff zeven
tig jaar. De merkwaardige
„carrière" van den veldheer
na den oorlog. Een breuk
met Hitier, maar vandaag
wordt de verzoening gevierd.
Een merkwaardig man is vandaag 70
jaar geworden, een man, wiens naam
onverbrekelijk is verbonden aan de
rampzaligste période van het jongste
tijdvak der geschiedenis: generaal Erich
Ludendorff. Dè generaal! zoo werd hii
indertijd in zijn vaderland, het land
van de generaals, aangeduid. Het be-
teekende zooveel als: de oppermach
tige- Van 19141918 was zijn woord
wet in Duitschland. Met den generaal-
veldmaarschalk Von Hindenburg oefen
de hij een soortement van dictatuur
uit.
Het lot heeft .gewild, dat generaal
Ludendorff, hoewel de eigenlijke Duit-
sche opperbevelhebber uit den grooten
oorlog, wat populariteit en roem be
treft, de mindere van Von Hindenburg
is gebleven. Dat hangt met zijn karak
ter samen. Ludendorff is nooit, zooals
de „grijze veldmaarschalk" een „vader
des vaderlands" kunnen worden. Zijn
temperament liet dat niet toe. En
daarnaast beging hij groote stommitei
ten. Na de groote krach in 1918 is
Ludendorff niet zooals Hindenburg op
zijn post gebleven, om op meesterlijke
wijze den teYugtocht der Duitsche le
gers te leiden. Hij nam de wijk naar het
buitenland en keerde eerst naar zijn
vaderland terug, toen de revolutie was
afgeloopen en hem niet meer kon de
ren.
In vervolg van tijd zag men gene
raal Ludendorff telkens als samen
zweerder werkzaam. In Maart 1920
compromitteerde hij zich met den
Kapp-putsch', in November 1923 met
dien te München, waarbij ook Hitier
betrokken was.
Hij begaf zich vervolgens in de po
litiek, liet zich in den Rijksdag kiezen,
maar geraakte weldra in botsing met
zijn aanhangers en met den Beierschen
kroonprins, wien hij de schuld gaf van
de mislukking van den aanslag van
1923. Het gevolg was, dat zijn wapen
broeders alle contact met hem verbra
ken. Pogyigen om zich te verzoenen
en ex-kfoonprins Rupprecht van mee-,
ning te^doën veranderen, mislukten.
IntussBhen werd Ludendorff's huwe
lijk met zijn eerste vrouw, met wie hij
25 jaar was gehuwd geweest, ontbon
den, in Juli 1926; en twee maanden la
ter hertrouwde hij met MathTIde v.
Kemwitz, schrijfster en arts. Zij heeft
zich bekend gemaakt door haar stu
dies over Germaansche godenleer, die
zij in 1929 in Duitschland wilde predi
ken. Ludendorff voelde ook veel voor
dit soort heidendom en hij zette zich
er eveneens toe het in woord en ge
schrift te verspreiden.
De episode van 1923 had hem zeer
ver van Hitier vervreemd, zoodat hij,
toen de nazi's aan het bewind kwamen,
niet opnieuw naar voren kon komen.
Wrokkend en mokkend trok hij zich
aanvankelijk in eenzaamheid terug,
totdat ongeveer een jaar geleden zijn
naam weer meer genoemd werd en hij
ook in tijdschriftartikelen weer van
zich deed hooren, aanprijzend zijn hei-
densche leer, waarvan thans de be
grippen „ras" en „Duitsch erfgoed" be
langrijke ingrediënten uitmaakten. Te
gelijkertijd doken geruchten op, dat er
een verzoening tusschen Ludendorff en
Hitier zou plaats vinden. Den laatsten
tijd hebben deze vaster vorm aange
nomen en wist men met zekerheid te
vertellen, dat het zijn zou ter gelegen
heid van den 70sten verjaardag van den
generaal. Dat is dus vandaag. En het
kjopt. Er is althans van hoogerhand eer
officieel programma opgemaakt, vol
gens hetwelk vandaag Ludendorff
roman
plechtig gehuldigd moest worden. O i
persoonlijk bevel van Hitier moesten
alle staatsgebouwen de vlag uitsteke j
en in een proclamatie zegt de Führer
o.a.„Met gevoelens van diepe dank- j zijn
ter wordt nadruk gelegd, en gewaar
schuwd wordt, dat wat in Duitschland
mag passen en wordt aanvaardt, hier
te lande volstrekt misplaatst zoude
baarheid, herinnert zich het Duitsche
volk de onvergankelijke daden van i
zijn grootsten veldheer in
den wereldoorlog'.
Generaal Von Blomberg, de rijks-
weerminister, zou in den loop van van
daag generaal Ludendorff zelf de ge-
lukwenschen van de rijksweer over
brengen. In alle garnizoenen moest
voorts appèl worden gehóuden, waar
bij den soldaten de militaire beteeke-
nis van den jubilaris diende te worden
uiteengezet. Voor Ludendorff's huis te
Tutzing is van 8 uur van morgen af
een dubbele wachtpost opgesteld.
Deze huldetooging zal den grijzen ge
neraal zonder twijfel meer dan een
pleister zijn geweest op de wonde van
zijn jarenlange vergetelheid. Vooral
Hitler's woorden, hierboven gespati
eerd, dat Ludendorff Duitschland's
„grootste veldheer in den wereldoor
log" was, moeten hét gemoed van
den ouden man buitengewoon gestreeld
hebben. Veel onrecht, dat hem de
laatste jaren in eigen oogen werd aan
gedaan, is er door goed gemaakt.
DUITSCHE INMENGING IN ONZEN
VERKIEZINGSSTRIJD.
De Nw. Rott. Crt (lib.) schrijft:
Het ingrijpen der Amsterdamsche po
litie, ten gevolge waarvan eene verkie
zingsplaat van den Vrijheidsbond, die
tien dagen lang haar geen reden tot
optreden had gegeven, werd verwij
derd, eene plaat, waarmee op plasti
sche, zij 't in 'n onderdeel wat felle wijze
tegen aan fascisme en nationaal so
cialisme verbonden concentratiekam
pen werd gewaarschuwd, is inderdaad
verbazingwekkend. Volgens het pro
test van den Vrijheidsbond is het uit
gelokt door een protest van de Duit
sche regeering, die zich aldus in den
Nederlandschen verkiezingsstrijd meen
de te mogen mengen. Verbeeldt u, dat
de Nederlandsche Regeering zich zoo
iets in Duitschland veroorloven zou!
En kunt gij u indenken, dat eene Duit
sche autoriteit dan maar direct cha-
peau-bas zou gaan spelen?
Overigens begrijpen wij de Duitsche
oppositie tegen de plaat van den Vrij
heidsbond niet. Aanvankelijk scheen
zij hierop te berusten, dat men van
Duitschen kant meende, op de plaat
S. A.-mannen afgebeeld te zien. De
Vrijheidsbond spreekt tegen, dat er S.
A.- of S. S.-mannen op de plaat zijn
geteekend, maar al ware het zoo als
men van Duitschen kant meent, zou
dat dan nog zoo erg geweest zijn? De
Duitsche concentratie-kampen zijn vr
gens de officieele Duitsche uiteenzet
tingen geen strafkolonies of inrichtin
gen om de menschen iets onaange
naams aan te doen, maar veeleer eene
soort vam opleidingsinstituten, waar
degenen, die nog niet tot het nationaal-
socialisme bekeerd zijn, daaromtrent
worden onderwezen en daartoe wor
den bekeerd. Zij behooren tot het sys
teem, om langs alle daartoe openstaan
de wegen, de eenheid onder het Duit
sche volk te verwezenlijken.
Dit systeem zou echter volstrekt in
strijd zijn met het nationale karakter
van een volk als het Nederlandsche,
dat zijn inzichten en overtuiging niet
langs den weg van dwang opgelegd wil
zien, doch zich in vrijheid wil vormen.
Kan iemand, mag iemand, die buiten
ons volksleven staat, er aanstoot aan
nemen, zoo door eene treffende voor
stelling, in een tijd, waarin Duitsche
opvattingen hier worden gepropageerd,
op dit onderscheid in nationaal karak-
Oorspronkelijke detective-:
door
J. P. BALJé.
19).
Maar ik heb mijn netten uitgezet,
enik durf bijna met negentig pro
cent zekerheid te zeggen, dat de ont
knooping van het drama binnen enkele
dagen zal volgen. i
lk wacht nu nóg op een telegram, al-j
vorens ik tot definitieve stappen kan
overgaan. j
Het spijt me heel erg, dat ik je ver-'
der niets kan zeggen, je moet met dit*
weinigje tevreden zijn. Maar ik herhaal
nog eens, wat ik je reeds eenige malen i
eerder zei: Alles w,at ik doe, heeft een
doel, en ik verlies de opdracht, die ik!
heb, geen seconde uit het oog." f
Het was allemaal heel vaag en heel i
geheimzinnig, maar tenminste beter, dan
heelemaal niets.
„Ik dank je voor je vertrouwen", zei
ik, ondanks mezelf toch een tikje sar-1
castisch. „En zal ik de eer genieten, bij
de ontknooping aanwezig te mogei*
zijn?" j
„Daar geef ik je m'n woord op", zei
de detective ernstig, „als jij tenminste
geiegenheid hebt, die ontknooping bij
te wonen."
<>Dat is iets, dat ik me zeer zeker
niet zal laten ontgaan" zei ik vastbera-
den, „want ik kan je niet vertellen, hoe
ik n,aar het oogenblik hunker, dat de
sluier, die over de vele raadselen
hangt, zal worden opgelicht."
HOOFDSTUK 11.
De arrestatie
Het einde van mijn vacantie naderde
met rassche schreden, en aangezien ik
geen lust had. op den ,allerlaatsten dag
naar Amsterdam terug te reizen, ver
telde ik Jack O'Neill dienzelfden Vrij
dagavond, dat ik genoodzaakt zou zijn,
Zaterdags met den middagtrein myn
woonplaats weer op te zoeken.
„Maar", voegde ik er direct aap toe,
„zoodra de beslissing in het zicht is,
moet je me zonder verwijl waarschu
wen, opdat ik de glorieuse finale mee
kan maken Vier dan nog éémaal je
hartstocht voor „telegrammetjes" bot,
en sein me, amice." i
Jack O'Neill gaf me een knipoogje, j
„Het is heelemaal niet buitengeslo
ten, dat ik morgen met je meega naar
Amsterdam, mij boy", zei hij raadsel
achtig. „De hoofdstad van je land trekt
me. Ik ben er nog nooit geweest, maar
men zegt, dat Amsterdam „het Venetië
van het Noorden" wordt genoemd. Dat
zal wel w,at overdreven zijn, als ik ten
minste zoo in de krant de discussies
omtrent jullie „rivier" het Rokin lees,
maar toch wil ik er wel eens een kijk
je nemen."
Mijn Engelsche vriend gaf voor de
zooveelste maal blijk, dat hij zith ook
Het Duitsche protest kan, dunkt ons,
slechts berusten op gebrek aan inzicht
of angstig geweten. De Duitsche auto
riteit, die zich in onze binnenlandsche
aangelegenheden mengde had zich hier
van wel eens rekenschap mogen geven.
En de Nederlandsche autoriteit, die
zich aan de Duitsche inmenging gevan
gen gaf, zeker niet minder.
KINDERZORG.
De Maandagmiddag voortgezette ver
gadering van Kinderzorg opende ds. D.
J. V o s s e r s, als voorzitter, nadat ge
zongen was Gez. 3 vers 1, met een
woord van welkom tot den burgemees
ter, den heer M. Fernhout, wien hij
dank bracht, dat hij althans een deei
van de middagvergadering wilde bijwo
nen. Ook tot den voorzitter en den se
cretaris van den voogdijraad, mr. W.
F. E, baron van der Feltz en mr. P. van
Empel, tot mr. A. van der Hoop, rech
ter en den heer van Linsc.hoten, secre
taris van den Armenraad, richtte spr.
woorden v,an welkom.
Bericht van verhindering was o.a. in
gekomen van den Commissais der Ko
ningin en van mevrouw Quarles van
Ufford. Spr. zeide, dat het het bestuur
zeer veel genoegen deed dat mr. J. A.
baronesse Van Verschuer, secretaresse
van de Vereeniging „Kinderzorg" te
Arnhem bereid was een inleiding te
houden en hij heette haar speciaal
welkom om haar vervolgens het w >ord
te verleenen.
Onze verantwoordelijkheid als
voogdijvereeniging".
Over dit onderwerp sprak baro
nesse Van Verschuer.
Spr. zeide, dat de aanwezigeifer.zich wel
de verantwoordelijkheid bewust zijn,
maar dat het toch wel gewenscht is,
nog eens er op te wijzen, hoe zw,aar
die verantwoordelijkheid wel is. Op
voeding is moeilijk, vooral als het ande-
rqr bet.reft en dan nog wel
ver*jpreir|ba&(ite uit hun .milieu gerukte
kinderen.
Bij: eeif enquête onder oud-pupillen
van ongeveer 25 jaar, antwoordden er
31, van wie slechts 5 volkomen tevre
den waren over de als voogdijkind on
dervonden behandeling. Men moet dus
de tekortkomingen van besturen en di
recties niet wegdoezelen. In een con
gres van de Vereeniging tot kinderbe
scherming leek het wel of er geen fou
ten gemaakt werden, maar gelukkig
klonk in Januari j.l. een andere toon.
Men erkende de vele voetangels en
klemmen, die op den weg der vereeni-
gingen liggen.
In de eerste plaats komt de vraag, of
men gezins- of gestichtsverpleging zal
toepassen. De voorstanders van beide
wijzen van werken zijn niet vrij van
overdrijving. De beslissing over een der
beide voor een bepaald kind wijst op de
wenschelijkheid van observatie.
De gezinsverpleging is vrij duur en in
gestichten is daarentegen niet altijd
plaats. Als de kinderen uit zeer laag
staande gezinnen komen, voor vrij ach
terlijke kinderen en in het belang der
vakopleiding is een gestichts verpleging
wellicht te verkiezen. Vooral nu de
kans op plaatsing van oudere pupillen
schaarsch is; deze kan nog het best van
een gesticht uit geschieden. Als er meer
kinderen uit een gezin komen, is het
niet gewenscht ze bij elkaar vandaan te
halen, en dan kan gestichtsverpleging
ook beter zijn.
Bij de gezinsverpleging ontmoet men
ook verschillende bezwaren. Het is dik
wijls moeilijk een gezin te vinden en
nog voor andere zaken interesseerde
dan alleen voor den dubbelen moord.
Doch ik had het zoo langzamerhand wel
afgeleerd, mij over die dingen te ver
wonderen.
„Het zal me een waar genoegen zijn"
verzekerde ik hem met een lachje, „je
gids te zijn in Neerland's hoofdstad. Als
je maar niet verwacht een wereldstad
in zakformaat te zullen bewonderen,
want, ik moet het je tot mijn schande
bekennen, als vermaakcentrum legt
Amsterdam het glansrijk tegen het eerste
het beste buitenlandsche provinciestad
je af, Engeland natuurlijk buiten be
schouwing gelaten. Onze vroede vade
ren waken bijna even scrupuleus over
ons zedelijk heil als dat in Engeland de
mode is!"
„Maak je niet ongerust, Frits", ant
woordde hij, „ik heb zoo'n flauw ver
moeden, dat wij samen het „vermaak"
in Amsterdam op een heel ander ge*
bied zullen zoeken."
Het wordt bijna eentonig te moeten
vermelden, dat Jack den volgenden
morgen opnieuw een tweetal telegram
men ontving. Ook ditmaal werden ze
zorgvuldig in z'n portefeuille weggebor
gen, m,aar er was in zooverre een af
wijking van zijn gewoonte, dat hij nu
tenminste eenig commentaar ervop gaf,
door te zeggen:
„Dit geeft den doorslag. Je zult het
voorrecht genieten, in mijn gezelschap
naar Amsterdam te gaan."
Aldus geschiedde. Met gemengde ge-
dan moet dit nog voorzichtig doen en
zeker niet alleen op recommandatie.
Men moet ze zelf gaan opzoeken. Zoo is
het voorgekomen, dat men vroeg om-
wat kinderen naar Brabant te zenden
om te kunnen komen tot een bijzondere
protestantsche school tegenover de R.
K. school. Dan luidde het antwoord
ontkennend, omdat de kindèren wel
doel, doch geen middel zijn. Alleen als
een predikant op de juistheid van het
verzoek wees en er zich voorspande is
er wel eens gehoor aan gegeven.
Men heeft niet alleen tegenover de
kinderen, maar ook tegenover de ge
zinnen verantwoordelijkheid.
Inzake de hygiëne, wees spr. er op,
dat de geneeskundige verklaring over
den gezondheidstoestand der gezinnen
soms veel te lang geldig blijft. Het bes
te zou zijn als de gezinsleden in een
consultatiebureau konden worden on
derzocht, maar dat kan- niet, omdat die
er veel te weinig in ons land zijn. Men
mag de pleegouders niet onbekend la
ten met den aard der kinderen. Volgens
spr. is het het beste, dat normale kin
deren in gezinnen komen, omdat dit de
meest normale opvoeding is, nml. het
beste surrogaat.
Maar hoe goed ook, het blijft surro
gaat-Goede pleegouders zijn veel beter
dan slechte eigen ouders, maar niet be
ter dan goede eigen ouders.
Ten slotte is desélusie mogelijk, zoo
wel \voor de kinderen, als voor de
pleegouders en ook voor de vereeniging.
Het beste is dat de vereeniging be
schikt over een inspecteur of inspectri-
ce, die direct kunnen gaan kijken als
het noodig is en geregeld de gezinnen
bezoeken; wat niet uit sluit dat de be
stuursleden het toch ook nog doen.
Men moet zorgen, dat de kinderen
eens kunnen praten met bestuursleden
en hun hart kunnen uitstorten. Men
moet begrijpen, dat niet altijd rekening
kan worden gehouden met den wensch
der pupillen, maar men moet ook op
passen de pleegouders niet direct te
verwijten, dat men te hard was- De ve
le moeilijkheden hebben de vraag wel
eens doen stellen, of de voogdij-ver-
De moderne huisvrouw doet de schoonmaak op de snelste en doel
matigste manier! Zij gebruikt Sunlight Zeep, Rinso en Vim!
Gordijnen, beddegoed, glaswerk, porcelein, kastplanken, vloeren,
overlopers, alles is met Sunlight en Rinso in een ommezien schoon,
terwijl Vim beslist een uitkomst is in schoonmaaktijd voor al het
schilderwerk, linoleum, tegels, marmer, koper, ramen en deuren,
van de zolder tot de kelder! De huisvrouw van onze tijd doet alles
op haar gemak en ziet het voorjaar met vreugde tegemoet!
Wij wensen haar een prettige schoonmaak met Sunlight, Rinso en Vim!
voelens zei ik Vlissingen vaarwel. Mijn
vaqantie was nu niet direct geworden,
wat ik er mij van had voorgesteld, maar
ik had in ieder geval diè satisfactie, dat
nog geen enkele vaqantie ooit zoo emo
tievol verloopen was.
Aan het Centraal station nam Jack
O'Neill afscheid.
„Ik heb nog een en ander te regelen,
en er resten mij slechst enkele uren.
Vanavond, kerel, g,aan we er met grof
geschut op los. Ik geloof, dat ik je be
loven kan, reeds binnen enkele uren de
„apotheose" bij te wonen. Laten wij zeg
gen, dat we elkaar om negen uur tref
fen. Bepaal jij maar een plaats."
We kwamfen overeen, dat het ren
dezvous in American zou plaats vin
den. En met een handdruk scheidden
wij. Jack O'Neill had op het politiebu
reau één en ander te verrichten, ik be
gaf mij ijlings naar mijn pension.
Opgefrischt en met het gevoel in mijn
binnenste van iemand, die een genot
vollen, m,aar gevaarlijken avond tege
moet ging, stapte ik om vijf minuten
voor negen American binnen.
Een blik in het rond overtuigde mij
er van, dat Jack nog niet aanwezig was.
Ik zette mij dus aan een tafeltje, van
waar ik de zaal gemakkelijk kon over
zien, en wachtte.
Ik wachtte een kwartier en het werd
voller, doch geen Jack O'Neill liet zich
zien. Een heer zette zich aan mijn ta
feltje, zonder zich ervan te vergewissen,
dat de plaats vrij was wat mijn ergernis
opwekte. Ofwas ik wellicht wat ge
prikkeld door Jack's weinige accura
tesse, wat den tijd betreft? Tenslotte
was ik toch ook maar een mensch, en
nog wel een zeer ongeduldig mensch!
Ik brandde van verlangen, eindelijk eens
licht in de z,aak te zien, en mijnlneuws-
gierigheid naar de ontknooping kende
geen grenzen.
Weer verstreek een kwartier, en
naast mijn steigende ergernis, kwam er
ook een gevoel van onrust over mij. De
Engelsche detective was hier tenslotte
in Amsterdam onbekend, en in overwe
ging genomen, wat ik van zijn tegen
standers wist, zou het niet zoo buiten
gewoon verwonderlijk zijn, wanneer
hem iets overkomen was. Zou ik de po
litie opbellen? Een hevige tweestrijd
maakte zich van mij meester, en ner
veus trommelde ik op het tafeltje.
„Meneer, doe me een plezier, en laat
dat getrommel-" verzocht de heer aan
mijn tafeltje, „het is hier een café zon
der muziek, en als de directie haar
cliënten dat moderne lawaai bespaart,
behoeft U niet voor slagwerk te fun-
géeren."
Als verstomd keek ik den man aan.
Een dergelijke brutaliteit was me nog
nooit overkomen. Wat vermeet de ke
rel zich? Zijn valsche grijns irriteerde
mij in hooge mate.
„U is een onbeleefd mensch, meneer",
zei ik, zoo k,alm mij mogelijk was, „en
ik zou U aanraden zich met Uw eigen
zaken te bemoeien."
(Wordt vervolgd.)