OVERSTE SAX0N vnafflgög® HieuwemTC Onverandei J* KRONIEK van den DAG. ZEELAND. BINNENLAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE Zt^üWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 19 FEBRUARI 1935. No. 42. Historische Avonturenroman, MIDDELBURG. WALCHEREN. -3,10, o. h, Sven Hedin 70 jaar. Ont dekkingsreiziger in hart en nieren. Man van groote kennis en onuitputtelijke ener gie. Vandaag is een beroemd man 70 jaar geworden: de Zweedsche ontdek kingsreiziger Sven Hedin. Dr. Sven Hedin pleegt zich niet met kleinigheden op te houden. Daarom kon men hem vandaag niet in zijn wo ning in de Zweedsche hoofdstad Stock holm vinden. Hij vertoeft ergens in China, waar hij pas een belangrijke op dracht van de Chineesche regeering heeft volbracht. Elke schooljongen weet uit „Van Pool tot Pool", dat prachtige boek van den koenen ontdekkingsreiziger, hoe Sven Hedin, nauwelijks twintig jaar oud kort na zijn eindexamen met een Zweedsche ingenieursfamilie naar Ba- lakhini bij Bakoe (Z. Rusland) ging om den zoon des huizes onderwijs te geven en zoo al direct een flink eind naar de lokkende Orient kwam, die hij dan ook, zoo spoedig als de lessen defini tief afgeloopen waren, met 400 van zijn vader geleende kronen ging be zoeken. De lust om ontdekkingsreizi ger te worden, om onbekende landen te bezoeken, de witte vlekken op de wereldkaart te doen inkrimpen en ver dwijnen, die lust was al jaren tevo ren in hem ontwaakt toen hij op een lenteavond tusschen de dicht opeen gepakte menigte aan een Stockholm- sche kade stond om de thuiskomst van Nordenskiöld en Pallander, die met de „Vega" hun beroemde vaart rond Eu ropa en Azië hadden volbracht, gade te slaan. Door heel het jaar rond in een onverwarmd vertrek met open ra men te slapen, door zich te wennen aan weinig eten, door allerlei boeken op 't gebied der aardrijkskunde te lezen en alsmaar kaarten te teekenen, be reidde hij zich op zijn levenswerk voor, terwijl hij kort voor zijn vertrek naar Rusland twee maanden lang een mili tairen cursus in cartografie mocht vol gen, waarbij hij, die later de Trans- himalaya en den Zijdeweg in kaart zou brengen, zich oefende op de heuvel tjes en de paadjes van een oud land goed aan den buitenkant van Stock holm. Van Bakoe uit ondernam Sven He din dan zijn eerste expeditie, zijn reis door Perzië, waarbij hij al spoedig ge legenheid had met de woestijn en met roovers kennis te maken. Volgden en kele jaren van hard studeeren te Stockholm, Uppsala en Berlijn, een tweede reis naar Perzië als lid van een buitengewone ambassade, waarna hij op zijn eigen houtje verder Azië in trok en voor de eerste maal in het Chineesche rijk kwam, daarna nieuwe jaren van studie en tenslotte de pro motie tot doctor in de filosofie te Hal le in Juli 1892. In het najaar van 1893 begon Hedin zijn eerste wetenschap pelijke expeditie, die hem dwars door Azië voerde en van welke hij nimmer teruggekeerd zou zijn, wanneer hij op den vreeselijken tocht door de woes tijn niet juist toen de nood het hoogst gestegen was in het vrijwel uitgedroog de bed van de Khotan-Darja een klein waterplasje had gevonden, waar hij zijn dorst lesschen kon en zijn laars met water kon vullen om den reeds van uitputting ineen gezakten bedien de Kasim lafenis te brengen. Na drie en een half jaar kwam hij in 't vader land terug, in 1899 trok hij opnieuw voor drie jaar naar Azië en in 1905 begon dan zijn groote expeditie naar Tibet, die aanvankelijk door de Brit- door G. P. BAKKER. 46). „Als ik haar in mijn macht heb", vervolgde hij, „zal geen opoffering u te groot zijn haar te bewaren voor laat ons zeggen onaangename dingen, n Man die zich voor haar had willen la ten ophangen, alleen.... Ja? Waarom? Het is mij niet duidelijk. Om de partij, die zij aanhangt niet te verraden? \Om onbekend te sterven, opdat haar naam niet in verband gebracht wordt met 'n gehangene? Uit liefde? Maar wat heeft ze aan een gehangen man?" „En de prinses? Ik zei het al: ze zal alles doen om u voor mogelijke gebeur lijkheden te beveiligen. U heeft haar 't leven gered, beschermd voor iets ergets. Het is bijna een ridderroman. Men heeft mij het een en ander ingefluisterd. Zij zou uw leven met het hare koopen. Twee geliefden, die voor elkaar zouden willen sterven." Een glimlach verscheen om zijn lippen. „Maar, Excellentie" „Ik weet. Ik weet. Maar Messer Ni- col Machiaveili heeft reeds een eeuw ge'eden geschreven: De deugd is: het al tijd gereed zijn voor gebeurlijkheder cn de gelegenheid benutten. Altijd ge reed zijn in te grijpen met het volle ge wicht van eigen macht. De deugd is het tegengestelde van goedheid. Het is de activiteit, die staat boven goed en kwaad- Vergeet niet, dat mijn houding sche autoriteiten belemmerd werd, maar daardoor juist zulke schitteren de resut#,ten opleverde. Tijdens deze expeditie was het dat Sven Hedin de Transhimalaya ontdekte en in kaart bracht en de scholieren, die dat ge bergte moeten leeren, mogen er dr. Hedin eigenlijk wel heel dankbaar voor zijn, dat hij het tenslotte dezen naam gaf. Oorspronkelijk had hij het name lijk Nin-tschen-tang-la willen doopen. De wereldoorlog stuurde de plannen van dr. Hedin danig in de war en het duurde tot October 1926 voor hij er weer op uittrok om in Centraal-Azië nieuwe onderzoekingen te verrichten. Dit werd, naar tijd en verrichten we- tenschappelijken arbeid gerekend, zijn groote expeditie. Ditmaal werd hij ver gezeld door een staf van Zweedsche, Duitsche en Chineesche geologen, ar- chaeologen, meteorologen, zoölogen en geodeten, jonge mannen over 't alge meen, die in hun jeugd misschien de boeken van Sven Hedin hadden ver slonden en toen gedroomd hadden van ook eens zoo op expeditie te gaan. Er zouden tientallen boeken vol te schrijven zijn over hetgeen de leden van deze expeditie, die tot 1933 duur de, allemaal beleefd en gevonden en ontdekt hebben en verscheidene van die boeken zijn trouwens al geschre ven. Maar nadat de expeditie feitelijk al geëindigd was keerde dr. Hedin na een kort verblijf in 't vaderland weer naar Azië terug, nu om als hierbo ven reeds vluchtig aangeduid -voor de Chineesche regeering te onderzoe ken in hoeverre de oude karavaan weg, die van Peking naar het Wester- land voerde, bruikbaar zou zijn als autoweg ter verbinding van de ver uit een liggende deelen van het Chineesche Rijk. Dat werk heeft langer geduurd dan men aanvankelijk gedacht had, de expeditie van Sven Hedin heeft den noodigen last ondervonden van bur geroorlogjes en bandietisme, de auto's en daarmee de benzinevoorraden zijn beurtelings door vrienden en vijanden gerequireerd voor transport van vluch telingen en gewonden, en in Maart van het vorige jaar heeft het een haar gescheeld of opstandelingen hadden Sven Hedin en zijn metgezellen dood geschoten 'teneinde zich in het bezit van de auto's te stellen. Was het in 1895 zijn geologische kennis geweest, die hem het waterpoeltje deed vinden, dat hem het leven redde, ditmaal was het zijn kennis van de gewoonten der Aziatische volken, die het hachelijke avontuur op 't laatste nippertje nog een goede wending gaf. Want toen Hedin voor de zooveelste maal een paar of ficieren van de rooverbenden van ge neraal Ma Tsjoeng Jin geweigerd had de auto's te leenen, hoewel zij met de revolver in de hand stonden, merkte hij, dat het ernst werd en dat zij het ditmaal niet bij dreigen alleen zouden laten, zoodat hij den tolk toeschreeuw de, dat ze de auto's konden krijgen. Sven Hedin had gezien, dat de officie ren hun muilen uittrapten en hij wist, dat de religie dezen menschen verbiedt iemand met geschoeiden voet te doo- den Binnenkort denkt de 70-jarige via Siberië naar Zweden terug te keeren. Veel „werk" wacht hem daar, huldi gingen en zoo, maar ook echte arbeid: het schrijven van nieuwe boeken en verslagen. Maar hij hoopt, daar toch met klaar te komen, voordat eventu eel verval van krachten hem een nieu we en dan wellicht laatste expeditie naar Centraal-Azië zal beletten. Want de droom van den 70-jarige, die er uit ziet als een 50-jarige, is om nog eens S de bergen te aanschouwen, die hij „ontdekte" en in kaart bracht, de Transhimalaya. Over vitaliteit gespro ken. den dporslag kan geven in dezen oor log. Niets zal me terug houden. Ik zal ingrijpen met het gewicht van eigen macht. Ik wil zelfs geen cijfers noemen. Ofschoon een voorwaarde als deze: De prinses gaat weer over tot het oude eenig ware geloof mij wel door het hoofd speelt". „Maar dat zou ze nooit doen", riep Saxon uit- „Denkelijk niet dadelijk, maar onze pleitbezorgers zijn zeer weisprekend. De prinses is zonder twijfel eenige moei te waard. Men heeft mij gezegd, dat ze niet alleen een der rijkste, maar ook een der mooiste en interessantste vrou wen van Duitschland is. Ik zeg u rond uit, overste. Ik zal den toestand zoo veel uitbuiten als in mijn vermogen ligt". Saxon bleef zwijgen. Hij wist dat Von Pappenheim de macht en zelfs het recht aan zijn zijde had. Bovendien, wie niet verliezen kan, moet niet vechten. Maai' hij werd nog bleeker dan hij reeds was. Voor zijn oogen verschenen afschuwe lijke toonee en. Marion.... Te wreed om aan te denken. Hij zag Marion-t Neen, niet zien- Nu niet. Sterk zijn. Aan zichzelf dacht hij geen oogenblik. „Excellentie", zei hij en deed zijn uiterste best om zijn stem te beheer- schen, „Dat is een plen, dat de duivel had kunnen uitdenken." „Het ligt nog al voor de h,and._U weet even goed als ik wat er op het spel staat. Het geheele Duitsche rijk. De overwinning der keizerlijken of der ketters. Het is geen wraak, omdat u en de prinses mij in Mei ontkomen zijt, Het is geen haat. Ik voel voor haar zelfs sympathie. Ik ben nieuwsgierig die HERZIENING VAN DEN WETTELIJKEN TIJD. Nieuwe regeli ng zal dit jaar in geen geval in werking treden, Naar de Msb. verneemt heeft de minis ter van Binnenlandsche Zaken bepaald, dat, indien het wetsontwerp tot herzie ning van den wettelijken tijd door de Eerste Kamer mocht worden aangeno- men, het om technische redenen niette- min onmoge ijk zal zijn die nieuwe lijd- regeling nog dit jaar in werking te doen treden. I EEN MEEVALLERTJE VOOR LIMBURGSCHE BOEREN. j In verschillende Limburgsche grens dorpen kan op het oogenblik eene be langrijke opleving in den stroohandel worden geconstateerd- In de buurt van Venlo passeeren dagelijks tal van auto's en karren de grens om bij de boeren stroo op te koopen. In Duitschland schijnt er namelijk groot gebrek aan stroo te zijn. De prij zen van het stroo, dat enkele maanden terug nagenoeg waardeloos was en zelfs door sommige boeren niet zelden weid verbrand, zijn door deze opleving en de groote vraag naar dit artikel aanzienlijk gestegen. Voor goed stroo wordt zelfs tot f 8 a f 9 per 1000 kg geboden, ter wijl het overige stroo voor ongeveer f 7 gretig van de hand gaat. De boeren, die van levering op crediet niet willen weten, ontvangen van de Duitschers als regel contante betaling. (N.R.C.) De salarissen van het gemeente- personeel. B. en W. herinneren er den Raad aan, dat krachtens het besluit van 14 Februari 1934 sedert 1 Januari 1934 aanvankelijk een crisiskor.ting van 5 pet toegepast werd op alle wedden, loonen en andere in pensioensgrond slagen opgenomen emolumenten, die direct of indirect uit de gemeentekas werden genóten, terwijl, ter uitvoering van het bepaalde bij het besluit van 27 April 1932, op de wedden van het gemeente-personeel, dat niet onder de bepalingen van de pensioenwet valit, eveneens eene korting werd toegepast van 8 Yz pet, t.w. 5% pet tot een be drag van f 3000 en 3 pet over de to taalwedde c.a. en wel tot 1 Mei 1935, resp. 1 Januari 1936. Het eerstgenoem de besluit zou zoodanig worden opge vat, dat, indien met ingang van 1 Juli 1934 tot een verhoogd, wettelijk pen- sioensverhaal van 10 pet. zou worden besloten, hetgeen inmiddels heeft plaats gevonden, de tijdelijke salaris korting met 1% pet zou worden ver minderd. Krachtens deze besluiten worden thans op de wedden c.a. van het personeel de navolgende kortin gen toegepast: A. Personeel dat onder de Pensi oenwet valt: 4% pet pensioenverhaal van den vollen grondslag, 5% pet van den grondslag tot f 3000 en 3% pet cri siskorting, totaal 13% pet. Intusschen heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken o.m. medege deeld van oordeel te zijn, dat de tijd is gekomen om met het stelsel van tijde- mooie wilde avontuurlijke prinses te leeren kennen. Maar voor persoonlijke overwegingen is hier geen plaats. Het gaat om het allerhoogste. In onze vaan dels staat geschreven: Voor kerk eu rijk. U moet toegeven, dat het niet on- vede'ijk is- Ik vertrek weer naar Halle. Vanavond of vannacht zal ik u laten overbrengen. Ik heb mijn troeven open op tafel geworpen. En nu de uwe?" „Misère ouverte", luidde het ant woord en het gelukte hem dit te zeg gen met vaste stem en een glimlach. „Het is niet de kogel, die ons doodt, maar het noodlot", vervolgde Saxon. „De plaats, waar we staan", klonk 't koele antwoord van den veldmaar schalk. De veldmaarschalk belde. „Hopman, de wacht! Geleid de over ste naar zijn tent. Behandel hem vol gens zijn rang, maar bewaak hem goed. Je staat met je hoofd voor hem in." „Tot later overste." Saxon stond te midden der helle baardiers. Hij salueerde in de houding maar sprak geen woord, HOOFDSTUK XXVIII. Saxon zat aan de tafel in de ruime tent. Zijn hoofd steunde op zijn han den. Hij had gedacht en gedacht om 'n uitweg te vinden tot zijn gewond hoofd van vermoeidheid voorover zonk en de toekomst nog hopeloozer scheen. Von Pappenheim had duidelijk ge noeg gesproken. Hij wist dat er geen redding mogelijk was. Marion moest overgaan naar het oude geloof. De rui tergeneraal, die alles kreeg wat hij wilde door zijn onstuimigen moed, zijn II nnA TAST-TOE - ao cl. Per 'I' p° PET1TBEURRE-M,tr:ippond b*tohs- - GINGER NUTS. 22'/jcl lijke kortingen te breken, en dat tot een definitieve herziening van de bezoldi ging dient te worden overgegaan. Naar het gevoelen van den Minister zou een vermindering van de bezoldiging, welke vrijwel neerkomt op een verlaging van de thans geldende regeling mei 5 pet, kunnen worden aanvaard. B, en W. heb ben zich met de zienswijze van den Mi nister kunnen vereenigen en dienover eenkomstig eene wijziging van de wedderegeling bij de Commissie van Georganiseerd Overleg aanhangig ge maakt. De meerderheid der Commissie heeft zich met het voorstel, dat voor de Ge meente eene bate van rond 3800 zal opleveren, vereenigt. Bij de besprekingen is door enkele or ganisaties er op aangedrongen de wed den naar boven af te ronden en de Voorzitter heeft toen onder voorbehoud toegezegd, dat de afronding van de loo nen der werklieden en ambtenaren een punt van bespreking zou uitmaken bij B. en W. Bij de afronding tot een veelvoud van 25 voor de ambtenaren en van „24" voor de werklieden, zou het een mindere bate voor de gemeente van f 674,20 en bij f 50 en „48" van f 2247,76 beteekenen. B. en W. kunnen daarom niet aan den geuiten wensch tegemoet komen. De omzetting van de tijdelijke in een definitieve korting zou dan voor een grooter of kleiner deel als bate voor de gemeente verloren gaan. B. en W. zou den de nieuwe wedderegeling willen doen ingaan op 1 Maart a.s. en meenen ten aanzien van de vraag of sommige groepen of functies anders behooren te worden geclassificeerd, te mogen verwijzen naar hun antwoord op het rapport des Secties over de gemeen- tebegrooting. Daar deelden zij mede, dat na aanvaarding van 't nu ingediende voor stel zij zullen overwegen of sommige functies of groepen nog anders dan nu behooren te worden geclassificeerd of samengesteld. Inzake de wedde van 't Hoofd van den Vee- en Vleeschkeu- ringsdienst en den klerk-laboratorium- bediende, tevens plaatsvervangend hulpkeurmeester, is overleg gepleegd met B. en W. van Vlissingen met tot resultaat, dat B. en W. van Middelburg voorstelden voor het Hoofd van Dienst f 4750f 5700 met 4 tweejaarlijksche verhoogingen van f 237.50 (thans f 5000, f 6000 en f 250) en voor den klerk laboratoriumbediende f 1628f 2300 (thans f 1728f 2400). Hoewel nog geer antwoord uit Vlissingen is ontvangen dat met den ingang van deze regeling per 1 Maart 1935 accoord wordt gegaan, meenen B. en W. deze wedderegeling toch voorloopig te moeten aanhouden en haar ook te doen gelden voor de andere alleen aan den dienst te Mid delburg verbonden hulp-keurmeesters. Voor het personeel, dat niet onder gebruik maken van elk middel, zijn groo te sluwheid en zijn onbuigbaren wil was nieuwskierig de mooie, wilde, avontuur lijke prinses te leeren kennen. Zij zou niet de eerste vrouw zijn, die de be geerte van Von Pappenheim opwekte en zich voor zijin wil moest buigen. Als hij haar zag, zou hij haar begeeren, daarvan was Saxon overtuigd, "begeeren met geheel zijn vurigen rooden harts tocht. Hij zou de middelen weten te vinden haar tot onderwerping te bren gen. Hij wilde haar geld en haar zelf hebben en hij zou geen enkel middel onbeproefd laten, voor geen wandaad terugschrikken. Hij zou niet met geld alleen tevreden zijn. Bovendien had zij groote bezittingen in Hongarije en die kon Pappenheim slechts bemachti gen door haar bezit, door haar te ma ken tot zijn toegeeflijke, gedweëe sla vin. Marion, zijn Marion in de macht van Von Pappenheim! Hij kende hem. In t gevecht worgde hij met zijn sterke han den de vijandelijke soldaten), 'Zij zou als een pasgeboren kind zijn in Je ar men van dien bruut. Want een wilde woesteling was hij, al was hij een zeer geleerd man, die aan vele universitei ten had gestudeerd, vele talen vloeiend spr,ak en zich aangenaam kon voordoen. Saxon was niet gebonden, maar hij had geen enkel wapen. Hij had de tent aan alle kanten onderzocht, maar geen enkele zwakke plek gevonden. Er was geen maas in het net, waardoor hij zou kunnen kruipen. Achter het zeildoek hoorde hij de regelmatige schreden der hellebaardiers en aan de voorzijde was het wachtlokaal. Als hij maar een goed zwaard had. zou hij alleen den strijd (Ingez. Med.) de bepalingen der Pensioenwet valt, willen B. en W. geen 15 doch 13% pet. totaal korten, omdat het door gemis iaan pensioenrechten toch reeds yi on gunstiger conditie verkeert dan het overige personeel. Verder ligt het nog in het voorne men van B. en W. overleg te plegen met het Bestuur der Godshuizen en 't Burgerlijk Armbestuur nopens vermin dering van de wedden van het personeel aan die instelling verbonden, en met 't Bestuur van den Armenraad nopens de belooning van den armbezoeker. Naar aanleiding van opmerkingen in de secties nopens korting op de wedden van het Brandweerpersoneel, het sala ris van den Directeur van het sport terrein en de wedden van het perso neel van de Arbeidsbeurs, verwijzen B. en W. naar hun antwoord op het sec tierapport. Voor het Brandweerperso neel en het personeel der Arbeidsbfeurs zegden zij daarbij overweging van een herziening toe, het salaris van den di recteur van het sportterrein achtten zij niet voor voor verdere verlaging vat baar. Voor de werkloozen. Morgenavond wacht de werkloozen in het ontspanningslokaal een leerrijke le zing van den heer J. H. Hemmers uit den Haag, die aan de hand van licht beelden zal spreken over zijn verblijf in de Bataklanden op Suriname en o.a. in het melaatschendorp. De werkloozen, die een cursus in Es peranto willen volgen, moeten zich daarvoor zoo spoedig mogelijk opgege ven, opdat de aanvang van den cursus kan worden bepaald. De buit was niet groot. Zondagavond zijn uit een winkel op den Dam twee busjes, die voor het in zamelen van gelden voor bepaalde doel einden daar waren neergezet, door het open duwen van de deur weggenomen. De ledige en geforceerde geopende bus jes zijn teruggevonden op een stoep van een woning in de Bogaardstraat, Er zal in beide busjes samen een zeer klein be drag aan geld zijn geweest. DOMBURG. De coöperatieve ver- bruiksvereeniging „Ons belang" telt thans 91 leden, aan wie in 't afgeloopen boekjaar verkocht is voor f 17,730, waar door ruim 15 pet. bruto-winst is ge maakt- Na afschrijving van f 140 reserve blijft f 442 beschikbaar voor dividend aan de leden, die 4 pet. zullen ontvan gen. In de Maandagavond gehouden le denvergadering werden in het bestuur herkozen de heeren Ant. Provoost; Chr Maas Johz. en W, Bos, terwijl de heer H. v. d- Welle opnieuw door de verga dering als commissaris werd. aangewe zen. Van de hypotheek is f 250 afgelost, aanvaarden, trachten door de wacht heen te breken, maar met ledige han den viel daar niet aan te denken. Een hellebaardier trad binnen, salu eerde. „Overste kapitein Govaerts wenscht u te spreken," „Kapitein Goyaerts? Wie zou dat zijn?" „Laat binnekomen." „Kapitein-ingenieur Govaerts was de schansmeester, die had moeten consta- teeren dat Willem de Schipper een Hollander was. Saxon h,ad geen acht op den naam geslagen. Hoe lang was dat nu al geleden?" „Overste", zei hij, „ik heb dikwijls- van u gehoord. En daar we landgenoo- ten zijn, heb ik verlof .gekregen u te bezoeken." Hij sprak Hollandsch met een vreemd accent. „Dat is heel vriendelijk van u, kapi tein." „Uw maal staat nog onaangeroerd, zie ik. U moet eerst flink eten en een glas drinken, In zwarte oogenblikken heeft men de meeste kracht noodig. Ik weet ongeveer wat uw moeilijkheden zijn, maar de vrees voor het noodlot is dikwijls erger dan het noodlot ?elf. Zij ondermijnt de kracht en verzwakt den helderen blik, noodig om den vij and te bestrijden. Zoolang de bijl niet gevallen is, staat het hoofd nog op de schouders." „In het huis van den gehangene...." „Toch wel. Maar eet en drink eerst." Kapitein Govaerts schonk twee roemers ■vol. „Uwe gezondheid." (Wordt vervolgd) k

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5