Overdenkingen Waarde Vriend als je even als ik 100 genot van je si garet eischty dan ga je on herroepelijk Chief Whip rooken! Neem de proef eens op de som koop vandaag nog een doosje De Beste voor Uw Gezondheid! TWEEDE ILAD VAN DE PROVINCIALE ZEE UWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 11 OCTOBER 1930. No. 239. Homo Sapiens. 1C04DEMIN HET leiVREEMDEUNQEN KUNST EN WETENSCHAP. ARDATH LONDON SPORT LANDBOUW. Linnaeus noemde, geloof ik, het hoogst bewerktuigde wezen van zijn klasse van zoogdieren „homo sapiëns", daarmede uitsprekende, dat de geestelijke vermo gens van den mensch de hem speciaal kenmerkende eigenschap vormen, waar door hij zich onderscheidt van de an dere hooger ontwikkelde dieren. Er is sindsdien wel dikwijls strijd ge voerd over de vraag, of wat aan ver stand en gemoedsleven bij de ons meest intiem geworden huisdieren, bij den hond b.v., schijnt te bestaan, inderdaad, ook geestelijk leven mocht worden ge noemd, in den zin van zelfstandige be wuste wilswerkzaamheid, dan wel met het woord „instinct" moest worden naar beneden gedrukt in de categorie van on bewuste, dus louter mechanische, hande lingen. Deze strijd is nog onbeslist. Eenerzijds zullen theosophen, vegeta riërs, dierenbeschermers, en verder al len, die zich sterk tot dieren aangetrok ken gevoelen, en dus dierenvriend wil len zijn, als hun geloofsovertuiging ten beste geven, dat menig dier iets men- schelijks in zich bevat, al of niet op grond van eenige theorie van zielsver huizing, of wel op grond van hun ge hechtheid aan een bepaald dierlijk we zen, b.v. hun huiskat of hun schoot hondje, hun kanarievogeltje of hun uit verkoren aap. Anderzijds zullen slagers, houders van mestvee en gevogelte, jagers en vis- schers, benevens een zeker soort straat jongens, mogelijk geneigd zijn, om aan het dier zelfs het vermogen van bewust pijn te kunnen lijden te ontzeggen, en met de bewering „die schepsels hebben toch geen verstand", aan een ook bij hen soms zich openbarende knaging des gewetens het zwijgen opleggen, om niet in hun genoegen of in hun bedrijf te wor den gestoord. De gemiddelde mensch, waartoe wij anderen behooren, denkt er gewoonlijk niet over na, is dierenvriend voor zoo ver het in het eigen persoonlijk leven te pas komt, maar eet toch vleesch, en ver delgt de dieren die het eigen bestaan kunnen schaden. Ik zeg niet dat dit ook mijn standpunt onjuist is. Maar ik had toch dezer dagen twee ervaringen, die mij weer opnieuw aan het denken brachten en ik kom er niet uit. ie Mijn jongen had een hondje. Een ver bazend aardig zwart diertje, maar ge weldig levendig en lastig. Mijn jongen ging naar zee, verdween voor goed uit onze omgeving, en zijn hondje bleef bij mij. Het was een gezellig huisgenoot, maar verbazend levendig en lastig. En toen dat zoo eenige jaren geduurd had, en het hondje ook al wat ouder was geworden, en niet minder lastig, en niet minder levendig, toen greep ik de gelegenheid aan, en deed het hondje over, gratis, op voorwaarde van goede behandeling, aan iemand in verre, an dere streek, opdat hij niet zou kunnen terugloopen. Een mij onbekende nieuwe baas. En sindsdien heb ik er niets meer van gehoord. Maar wilt ge wel gelooven, dat ik nu altijd weer die trouwe bruine oogen van dat aardige zwarte hondje voor mij zie, en me nu telkens weer afvraag: „wat zou hij er van hebben gedacht?" Al heeft hij het misschien nu net zoo goed of nog beter dan bij mij. Homo sapiëns, ja. De mensch een den kend wezen. Maar denkt een dier mis schien niet even goed als wij? En wat moet het dan denken van ons? ï«E,ctó //ismm PfiiS Het komt wel voor, dat door orakoo- perij in het voordeel van den een of anderen gegradueerde valsche eeden worden afgelegd, waardoor dan een man onrechtmatig gestraft wordt, dikwijls z*e*fm.en dan, dat de soldaat uit ver twijfeling en wanhoop zijn straf niet ten einde brengt en een einde aan zijn leven maakt. Zelfmoord komt in ht.t Vreemde- lingen-legioen trouwens veel voor. De soldij van een legionair bedraagt, als hij pas m dienst komt, 25 centimes per dag; van lieverlede wordt dat ver hoogd met het toenemen zijner dienst jaren. De eerste 18 maanden, d.w.z, zoo lang hij in Algiers blijft, behoudt hij echter dit soldij, doch zoodra hij naar Marokko of een der andere koloniën vertrekt, ontvangt hij bij zijn aankomst aldaar 75 centimes per dag. Van deze schandelijke lage soldij moet hij ook nog het noodige poetsmateriaal koopen, o.a, zeep, voor het wasschen zijner kleeren, wat de legionair zelf doen moet schoensmeer en verdere kleinigheden, benoodigd voor het in orde en zindelijk houden zijner uitrusting. De minste na latigheid bij een, inspectie, welke dikwijls Voor mijn raam ontstond een oploopje. Ik opende het venster. Er lag een dren keling in de gracht! Wat was het? En al spoedig hoorde ik, en ik zag het wel dra ook: er lag een kalf in het water! Het kopje stak boven het water uit en ik zag de pootjes zwemmen. Het was een sterk diertje, want het kwam flink vooruit; en waarlijk, het zwom naar den kant! Een zucht van verlichting steeg uit de omstanders. Het stomme beest! God dank, dat het niet verdrinken moest. En hulpvaardige handen reikten van den kant af, om het bij het halstouw te grij pen, als het dichtbij genoeg gekomen zou zijn. Hoe was dat zoo gebeurd? Daar stond zijn begeleider. Het boertje, dat zijn eige naar was. Met zorg had hij het gekweekt. En nu het flink en sterk en vet gewor den was, bracht hij het naar de stad. Een goeie prijs! En daar, verdraaid, daar rukt het beest zich los en springt in het water! Maar gelukkig wordt het ge red, en aan den kant geholpen. Het jonge leven toonde zijn levenshunkering En verheugd leidt het boertje zijn kost baar bezit naar den slager Homo sapiëns. Is er niet iets van be schaming in dat woord? Wij zijn wijs en verstandig. En wij hebben een hoog ont wikkeld gevoelsleven. Maar of de dieren niet ook voelen? En of bij hen verge leken onze sapiëntia niet ook dikwijls iets van slimheid, iets van listige bereke ning in zich bevat? Zou er misschien Eén Alomvattend Le ven zijn, dat ook door ons noodzakelij kerwijs altijd weer geschonden wordt, maar waartegenover wij dan toch telkens weder bewust ootmoedig en met schuld- belijden moeten staan? JACOBUS de KLEINE. Prof. Piccard. Een. Wlolff-telegram uit Augsburg meldt dat prof. Piccard zijn reis naar de hoog ste luchtlagen voor onbepaalden tijd heeft uitgesteld met het oog op de weers!- gtesileldheid, welke de eerstvolgéndé wé ken geen beterschap schijnt te beloven. Bovendien moet hij zelf wegens een ver koudheid het bed houden. Hij is voorne mens eerlang naar Brussel terug te koe ren. in afwachting van bestendiger weer. Zijn ballon blijft reisklaar in de ballon- fabriek Riedinger achter. Ornithologisch station op Texel. Dr. Jac. P. Thijsse deelt in „De Le vende Natuur" een en ander mede over het plan van de Ned. Ornithologische Vereeniging, de Club van Nederlandsche Vogelkundigen, het Leidsch Museum, de Ned. Vereeniging tot Bescherming van vogels en die tot Behoud van Natuur monumenten, tot het oprichten van een ornithologische station op Texel. Dr. Thijsse schrijft: „Het zal niet al leen een trekstation" zijn, dat een op somming geeft van de vogels die gaan en komen en van de meteorologische om standigheden waaronder dit gebeurt, maar ook een onderzoek instellen naar de voedingsvoorwaarden, naar de broed- vogels van de Noordzee-eilanden, de om standigheden waaronder de jongen op groeien enz. Op groote schaal zullen vo gels worden gevangen, vrij gelaten en nog eens gevangen, hetzij om eenvoudig hun gangen na te gaan, hetzij voor krop- onderzeok, waarvoor de vogel niet ge dood behoeft te worden." Eigenlijk is het een internationale ver plichting, geeft dr. Thijsse te kennen. In heel Europa is voor de vestiging van een ornithologisch station geen plaats aan te wijzen, zoo gunstig gelegen als de Noordpunt van Texel. geheel onverwachts plaats vindt, heeft een strenge bestraffing tot gevolg. Daar de meeste soldaten reeds van 't b gin af aan den drank verslaafd zijn en meestal ook het weinige geld, dat zij ont vangen, daarvoor besteden, is het gevolg, dat zij nalatig worden in het nakomen van deze plichten. Dan steken zij de handen uit naar het eigendom van hun kameraden, wier schoenen en kleeren zelfs, zij dan voor eenige francs in de stad aan de Arabieren verkoopen. Worden zij daarbij betrapt, dan volgt een veroordeeling voor den krijgsraad en al bestaat de diefstal b.v, maar uit een eenvoudig hemd, dan kan hij zeker zijn er onder de twee of drie jaar dwangar beid niet af te komen. Veelal echter komt de diefstal niet aan 't licht en dan wordt ook als regel de bestolene zelf de dupe. Dat is mij zelf overkomen: jk was on geveer twee en een halve maand in dienst en had van Zaterdag op Zondag 24 uren de wacht gehad. Na de aflossing van de wacht teruggekeerd op de kamer, wilde ik mijn kleeding opvouwen en op de plank boven mijn bed leggen. Kist of kast waarin men zijn goed kan weg sluiten heeft men daar niet. Op eens be merkte ik, dat een linnen hemd en een onderbroek mankeerden. Ik maakte er den anderen dag direct melding van bij den chef van mijn sectie. Deze gaf mij te verstaan, dat, als ik den dader niet kon aanwijzen, en ik binnen vier dagen niet CHIEF WHIP (Ingez. Med.) Voetbal. Overzicht Zuid. 2e Klasse A. Dje regen was evenals de vorige week ook nu weer de oorzaak dat Zondag j.l. talrijke velden afgekeurd moesten wor den. Desniettemin konden in deze afdeej- ling de vier vastgestelde wedstrijden we derom- alle plaats hebben. Deze Zondag stond in het teeken van plaatselijke ont moetingen. Zeelandia beet flink van zich af op haar eigen terrein tegen hafau plaatselijke concurrente Middelburg. Niet dan na inspanning van alle krachten wist zij den stand blank te houden. Hiermee; hebben de groenj-zwarten het eerste puntje binnen. Voor de groeni-witten was dit wel eenigszins teleurstellend, voop al omdat hunne tegenstanders in de 2 gespeelde wedstrijden nu niet zooveel ;bizond|ers gepresteerd hebben. Gebleken is hierdoor weer eens dat men op plaat- slelijk© derbys heelemaal geen peil kan trekken. In Bergen op Zoom' moesten d|e Raaybergbewoners de overwinning aan hun jong|ere starlgen ooien laten. Naj-> dat MJevo langen tijd een 3—0 voorsprong had gfehad, wist D-osko tenslotte den achterstand nog tot 3—2 te reduceeren. In de derde derby, die te Bperïa turp schen de Baronie en Breda plaats vond z(eg©vierde de bezoekende club. Breda wist [een 2—0 achterstand in een 2—5 overwinning om te zetten. Tension- tie kon Ri.Bi.C. het in- Dongen tegien de club van dijen naam- niet bolwerken. Dora- gjen heeft thans in 3 wedstrijden 12 doel punten gemaakt, terwijl haar doelverde*- diger nog voor de eerste maal gepjasj syeerd' moet worden. Indien de voorleekcv nien niet bedriegen en de Leerlooiers blijv(en in hun huidigen vorm speljens dan zal hen dit seizoen het kampioenj- schap hoe graag we het ook weer eens in onze hoofdstad zouden zien vali.- Jlen wel niet ontgaan. 1 1 Het programma voor morgen luidt-. MiddlelburgDe Biarronie. R. Bi C.—Zeelandia. D. O. S. K. O.Bpeda. T. S. C.Mtevo. Als het nu morgen zulk weer is als gisteren, dan kan het een prachtige voetv baldag wordien. Er staan weer een paar interessante ontmoetingen ,ap het pror gramma. De wedstrijden Middelburg—de 'Baronie en R. B. C.—Zeelandia vragen hier de meeste aandacht. De Biaroniei I hieeft evenals Zeelandia een gevoelig veij- lies geleden doordat haar back' Heijnen j in Allianqe is gaan spelen. We igfolooven dan ook stellig dat Middelburg morgen J op bteslist© wijze zal winnen. Van Zeelanë dia he©ft men den indruk gekregen dat; zij ieen moeilijk seizoen tegemoet zal gaan. Onzie groenj-zwarten zullen het grootendeeis van hun thuiswedstrijden moeten hebnen. Hoewel de clu'b van dc Luisterbergen tot heden toe ook nog niets opzienbarends gepresteerd heeft, geven we haar toch de beste kansen. Op zorgde, dat het goed terecht was, hij zijn rapport bij den kapitein zou uitbrengen en dit zou zeker mijn bestraffing ten gevolge hebben. Tevens zei hij veelbeteekenend: „Je bent legionair en een legionair moet zich weten te behelpen!'. Dat beteekende zooveel als: zie dat je op de een of andere manier maar weer in 't bezit van het vermiste komt. Als je denkt dat men het van je gestolen heeft, dan steel je het maar weer terug. Dit systeem wordt ook algemeen gevolgd. Daar ik nog te kort in dienst was om met die eigenaardige mentaliteit op de hoogte te zijn, dacht ik, dat men mij toch wel niet geheel onschuldig zou bestraf fen. Maar jawel: den vierden dag, toen de sergeant zijn rapport maakte, moest ik bij den kapitein komen. Nadat ik hem verteld had, hoe het geval zich toege dragen had, zei hij met een gemeen lachje: „ik vind het beroerd voor je, maar ik moet je bestraffen. Je hebt acht dagen provoost, omdat het de eerste keer is, maar den tweeden keer kom je er niet zoo gemakkelijk af, dan stuur ik je voor den krijgsraad. Dat smoesje van „ze heb ben het gestolen" past hier in het Vreem delingenlegioen niet, of men moet den dader kunnen aanwijzen. Met andere woorden beteekende dit dus: „je kunt het net zoo goed zelf ver kocht hebben." Als nu de kapitein 8 dagen provoo t geeft, dan blijft het daar niet bij en kan men er zeker van zijn, dat er nog wat bij komt van den kolonel. Zoo verging het mij ook. Ik zat 2 dagen toen mij werd aangezegd, dat ik 15 dagen had. Later, als ik weer eens iets miste, heb ik er nooit meer melding van gemaakt, maar altijd gezorgd op de een of andere j manier weer in het bezit van het ver- lorene of gestolene te geraken. De in het voorgaande geschetste to'e- standen hebben tengevolge, dat vele jonge soldaten, die door een of andere onbezonnenheid of zucht naar avontuur namen in het Vreemdelingenlegioen dienst, en die nog niet geheel verdorven waren, in korten tijd door en door groote misdadigers worden en geheel te gronde gaan. Het grootste gedeelte van hen, die dienst nemen in het Vreemde lingenlegioen, is daartoe gekomen ten gevolge van een of andere misdaad, waarvoor zij hun vaderland hebben moeten verlaten, om zich aan de handen van het gerecht te onttrekken. Dat neemt echter niet weg, dat er ook onder ge vonden worden, wien het ongeluk ver volgd heeft en die in hun wanhoop niet meer wisten, waarheen anders hun schreden te richten. Vooral de oorlog heeft daaraan veel schuld, want nooit kwamen er zulke groote transporten in het Vreemdelingenlegioen aan als de eerste jaren na den oorlog. Duizenden moesten om politieke redenen of door revolutie gedwongen hun land verlaten en zochten hun toevlucht in het Vreem dlen Raayberg zullen, D. O. S. K. 0[. ent Bjrjeda den strijd aanbinden. Hier achten wje een gelijk spel het meest ,waarschijn^ lijlce resultaat, of zal het lerreinvotordeel d|en doorslag geven tot een'kleine Dosiko<- overwinning. Erig benieuwd zijn we tent- si ottie nog nóar hetgeen T. S,. C. tegen; Mevo zal deen. Afgaande op de verplet^ tjerende neaerlaag, die Zeelandia in, Oosterhout leed, zal deze Bprgsche 2e klasser ook ,op hevigen tegenstand kunt- nen rekenen. We vragen ons af of Mievoi daar eveneens het kind van de rekening zal worden. Het antwoord is echter aan onzic lezers. Voor de 3e Klasse A spelen-. W alchieren—Sinoto TerneuzenVlissingen II. 1 kj Zeelandia II—Hulst 3e Klasse B<. Goes—H K. I. Vlissingen—N A. C. III. De mond- en klauwzeer-epidemie. Donderdag heeft te Arnhem een ver gadering plaats gehad van den Neder- landschen Bond van veehandelaars, naar aanleiding van de regeeringsmaatregeljen inzake, den veeafzet in de drie zuide lijke provinciën in verband met de heer- schemde mond- en kl,auwzeerepide!mie Er werd eeu motie aangenomlen, waar- delingenlegioen. Er kwamen zoo b.v, veel Russen, onder wie men vele gewezen of ficieren en hoogere ambtenaren aantreft. Ook werden in dien tijd (en ook nu nog) velen door ronselaars in het Vreemde lingenlegioen gelokt. Ik heb lieden ge kend, die men een contract liet teeke nen, hetwelk zij, daar dit in 't Fransch geschreven was, niet lezen konden; men had hen gezegd, dat het was om te wer ken in de Fransche kolonie en dat het teekenen van dit contract slechts een daartoe benoodigde formaliteit was. Deze mensclien waren na lange werk loosheid blij en vol hoop, dat zij werk vonden, maar hoe bitter was hun teleur stelling als zij later tot de ervaring kwamen, dat zij aangeworven waren voor het Vreemdelingenlegioen, Dikwijls gebeurde het, dat zulke menschen, bij aankomst in het regiment, dienst wei gerden. Men sloot hen dan eenigen tijd op, totdat zij eindelijk, om een eind aan hun ellende te maken, toegaven. Ble ven zij echter hardnekkig volhouden, dan werden zij beschuldigd van dienstweige ring en voor den krijgsraad gevoerd, waarop bestraffing volgde. Na afloop van bun straf moesten zij toch de jaren," waarvoor zij geteekend hadden, uitdienen. Zoo moeten ze altijd het onderspit delven. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1930 | | pagina 5