IJJrouinaale JSeemuscIte
per Kilo eo legen stnktariel
SI
Dc abonnementsprijs bedraagt voor Middelburg en 't agentschap Vlissingen
2.30, elders 2.50 per kwartaal. Week-abonnementen in Middelburg
18 cent per week. De advertentieprijs is, voor de gewone advertentiën
30 cent per regel; voor ingezonden mededeelingen 60 cent per regel.
Bij abonnement voor beide veel lager. Men vrage daarvoor de tarieven.
UITG.: N.V. DE MIDDELBURGSCHE COURANT
Lange St. Pieterstraat, Middelburg
Telefoonnummers:
Redactie 269 -:- Administratie 139
Postchèque en Girorekening 43255
Familieberichten en dankbetuigingen: van 17 regels 2.10; elke reg<
meer 30 cent. In de rubriek „Kleine Advertentiën" worden, mits uit
drukkelijk daarvoor opgegeven, advertentiën, tot niet meer dan 5 regel
opgenomen a 85 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder „Brieven" c
„Bevragen bureau dezer courant" 10 cent extra. Bewijsnummers 5 cent
No. 2 0 4.
Twee bladen.
ZATERDAG 30 AUGUSTUS 193 0.
Eerste Blad.
173e Jaargang.
ONZE 50-JARIGE KONINGIN.
In verband met de Middelburg-
sche Oranjefeesten zal ons blad
Maandag 1 September a.s. niet
verschijnen.
Koninklijke onderscheidingen.
WASCHT
ARNHEM
MIDDELBURGSCHE COURANT
Hoe levendig staat het schrijver dezes
nog voor den geest, dat op den avond
van Dinsdag 31 Augustus 1880 in het
stadje van zijn geboorte de mare weer
klonk, dat Prinses Wilhelmina was gebo
ren. Die kennisgeving werd daar luid
keels verspreid door een troepje mari
niers en matrozen, opvarenden van een
in de haven liggenden monitor. Hun was,
ter gelegenheid dezer blijde gebeurtenis,
verlof tot passagieren gegeven en op hun
wijs werkten zij mee om aan deze ge
wichtige tijding in breeden kring, ook
aan de buitenaf wonenden, kennis te
geven.
Allerwege in den lande werd destijds
dit heugelijke nieuws met blijdschap
begroet. Daaraan werd op onderscheiden
wijs uiting gegeven. Een van die blijken
van blijdschap werd ons juist dezer dagen
van bevriende zijde ter hand gesteld;
in nagelaten papieren was nl. een oranje
kleurig biljetje gevonden, dat te Amster
dam was verspreid, waarin van de ge
boorte van de Prinses kennis werd gege
ven onder toevoeging van het volgend,
voor die dagen karakteristieke versje, dat
wij hier curiositeitshalve laten volgen:
Eind'lijk werd 't bericht vernomen,
Lang verbeid met ongeduld:
Neerlands Koninginne is Moeder!
's Konings hope werd vervuld!
Zeker klopt het hart der Ouders
Bij 't aanschouwen van hun pand;
Maar gewis strekt 's Kinds geboorte
Eveneens tot vreugd van 't Land.
Klokgelui, kanongebulder,
En de ontplooide Oranjevaan
Doen den volke allerwegen
't Hartverheffend nieuws verstaan,
En de wensch, thans uitgesproken
Door heel Neerlands burgerschaar,
Is: dat God, het Land ten zegen,
t Vorst lijk Wicht zeer lange spaar.
Toen Wilhelmina Helena Paulina Ma
ria, Prinses van Oranje Nassau, was
geboren leefde haar halfbroer Prins
Alexander nog; die is evenwel in 1884
reeds overleden. Aangezien er toen dus
geen mannelijke nakomeling van het
Oranjehuis meer was, werd bij de wet
van 1 Augustus 1884, dus toen zij nog
geen vier jaar was, aan Prinses Wilhel
mina de regeering opgedragen wanneer
de Koning zou komen te overlijden. Na
's konings dood, in 1890, werd Koningin
Emma met het regentschap belast, welke
itaak zij bij proclamatie van 24 November
1890 aanvaardde. En naast die zware
taak heeft Koningin Emma haar plichten
als moeder en opvoedster zoo voortref
felijk vervuld, dat niemand daarover
anders spreekt dan met woorden van
dankbaren lof.
Reeds vroeg werd bij het Prinsesje de
grondslag gelegd voor het verwerven der
breede kennis, welke van haar geëischt
zou worden bij de vervulling van haar
levenstaak. Nadat zij in haar prille jeugd
het eerste onderricht kreeg van hare
Engelsche gouvernante, miss Saxton
Winter, werden haar later de beste leer
meesters toegevoegd: 't Haagsche school
hoofd Gediking, de muziekleeraar Stor
tenbeker, dr. Salverda, prof. Kramer,
prof. Blok, prof. De Louter, terwijl gene
raal Kool haar inleidde in de kennis van
militaire aangelegenheden.
Haar eenvoud en vriendelijken aard
betoonde het Prinsesje reeds als kind. Zij
was graag kind met andere kinderen.
Haar moeder heeft haar een, voor een
toekomstige Koningin, eenvoudige op
voeding gegeven, al werd dan ook bij
alles steeds het oog gericht op de toe
komstige roeping van de Prinses om
Koningin Van Nederland te worden.
Daartoe ook dienden de talrijke reizen
welke haar moeder met haar door Neder
land ondernam. Haar eerste officieel be
zoek aan de hoofdstad had plaats op 27
Mei 1891, waar de ontvangst plaats had
in de Nieuwe Kerk En daarop volgden de
bezoeken aan Rotterdam, Utrecht, Leeu
warden, Groningen, Haarlem, enz
Verder werd haar gezichtskring uitge
breid door menig bezoek aan vreemde
landen: reeds op 15-jarigen leeftijd
bracht zij met haar moeder een bezoek
aan het Engelsche Hof, En ook later
heeft zij als Koningin aan andere Hoven
een bezoek gebracht: in 1899 aan Berlijn,
in 1910 aan België, later aan Frankrijk
en Denemarken. En daarnaast heeft zij
op haar vacantie-reizen vaak Zwitserland
en Noorwegen in streng incognito be
zocht.
In velerlei opzicht is deze halve eeuw
een tijdperk geweest van bloei en voor
uitgang, en, voor ons eigen land dan, van
vrede. Op het gebied van wetenschap en
kunst, van de techniek bovenal, heeft
Koningin Wilhelmina een statige rij van
groote figuren om zich heen zien opko
men. Bij de studie van en de propaganda
voor volkenrecht en vredesbeweging
stonden de Nederlanders mede in de
eerste rijen.
Waar zij kon, heeft onze Koningin
steeds hare warme en hartelijke belang
stelling betoond in alles wat ons volk
vooruit kon brengen. Maar ook als dat
volk, of een deel van dat volk, leed on
der zware rampen. Dat toonde zij bij den
watersnood in Zeeland in 1906, bij de
dijkdoorbraak in Noord-Holland in 1916
bij den watersnood in de Betuwe vóór
enkele jaren. Dan trotseerde zij alle ge
varen, dan ging zij naar haast onbereik
bare plekken om de in nood verkeeren
den, alleen reeds door hare tegenwoor
digheid, moed in te spreken. Want onze
Koningin is een kordate vrouw: was zij
niet het eerste gekroonde hoofd dat het
waagde om in een onderzeeboot onder de
oppervlakte der wateren te varen? Trou
wens, in de moeilijkste omstandigheden,
welke ons land doormaakte, tijdens den
oorlog, was onze Koningin een voorbeeld
voor allen door haar vaste houding en
toonde zij haar moed te midden van de
gevaren, zoo karakteristiek bij de beste
voorgangers van haar geslacht.
Van die zelfstandigheid getuigde ook
het besluit, met medewerking trouwens
der ministers genomen, om in 1900 den
grijzen president Kruger met de „Gel
derland" te laten ophalen. Onder haar
regeering was het ook dat tot zoo vroeg'
tijdige mobilisatie van land- en zeemacht
in de laatste dagen van Juli 1914 werd
besloten. Van de Koningin zelf is het
plan uitgegaan om het Koninklijk Natio
naal Steuncomité op te richten, tot hulp'
de talrijke slachtoffers van den oorlog
om ons heen. Ook schroomde H. M. niet
om in de Novemberdagen van 1918 het
middelpunt te vormen van de contra-
revolutionnaire beweging. En toen het in
1920 noodzakelijk was, aan de wereld te
laten zien hoe sterk de Nederlandsche
sympathiën «varen in de zuidelijke stre
ken, aarzelde onze Koningin niet om de
demonstratieve bezoeken te brengen aan
Zeeland, Limburg en Noord-Brabant,
waar zoo blij gejubel klonk en waar zoo
duidelijk de gezindheid der bevolking
bleek om bij Nederland te blijven en zich
niet bij een ander land te laten inlijven.
Van haar echt-nationalen zin heeft
onze Koningin talrijke blijken gegeven.
Reeds uit betrekkelijke kleinigheden
sprak dat: toen haar in 1914 door de
Rijksuniversiteit te Groningen het' eere
doctoraat in de Nederlandsche letteren
werd aangeboden, heeft zij dat gaarne
aanvaard met een betuiging van hare
„verknochtheid aan onze wonderschoone
taal", van „de bezieling die er van uit
gaat," Trouwens, reeds bij het begin van
hare regeering had zijn aan het Hof het
gebruik van vreemde talen afgeschaft:
men spreekt daar Nederlandsch, Doch
sterker nog kwam die gehechtheid aan
het eigen land, dat krachtdadig bese:
van hare roeping tot zijn recht in de
moeilijke jaren van 19141918, toen
H. M,, naar het getuigenis van hoog
staande mannen die geregeld met haar
de staatszaken bespraken, zich nooit
liet afbrengen van haar pad door het
geen wellicht persoonlijke sympathie
voor een der strijdende partijen zou heb
ben kunnen meebrengen: zij was ook
toen in alle opzichten pro-Nederlandsch.
Zij gaf in die dagen ook een uitnemenc
voorbeeld door reeds dadelijk bij de eer
ste oorlogsleening voor 2V2 millioen gul
den in te schrijven.
Bij de vele staatkundige moeilijkheden
waarin onze Koningin tijdens haar re
geering een oplossing heeft moeten zoe
ken, dank zij den feilen partijstrijd in de
politieke gelederen, is H. M. steeds hare
constitutioneele roeping getrouw ge
bleven. Van allerlei zaken op staatkun
dig gebied bleek zij altijd voortreffelijk
op de hoogte. Met ministers van de
meest uiteenloopende richtingen heeft
zij samengewerkt, want steeds stond zij
boven de partijen. Wel heeft zij van haar
sympathiën op godsdienstig gebied me
nigmaal openlijk getuigenis afgelegd.
Doch in den staatkundigen strijd heeft
zij nooit partij gekozen. Zij heeft ook,
zonder eenige uitzondering, altijd hare
koninklijke sanctie verleend aan wets
ontwerpen, welke door de Staten-Gene
raai waren aangenomen en nimmer ge
bruik gemaakt van het haar bij art, 71
lid 2 der Grondwet toegekende récht
van veto. Den wil des volks heeft zij ge
ëerbiedigd. H. M. dacht er niet aan zich
Wat is onoverwinnelijk, wanneer het
vooruitzicht op het hoogste geluk ons
moed en kracht verleent in den strijd?
te verzetten tegen de invoering van b.v.
het algemeen kiesrecht, 't vrouwenkies
recht, tegen de uitbreiding der sociale
wetgeving en wat dies meer zij.
Al beleven wij thans dan ook een tijd
perk van malaise, wij zouden geen Ne
derlanders wezen wanneer wij het hoofd
lieten hangen. Wij bouwen op de toe
komst, die dat alles wel weer ten goede
schikken zal. En wij werken voort, on
verpoosd en onversaagd. Vol vertrouwen
in wat komen zal, bouwen wij thans aan
een nationaal werk van enorme betee-
kenis, de droogmaking der Zuiderzee, de
schepping van minister Lely, tot welken
omvangrijken en moeilijken arbeid onder
de Pfegeering van Koningin Wilhelmina
het besluit werd, genomen.
Dat ons volk dankbaar is voor zooveel
wat onder haar regeering is tot stand
gekomen, en voor de voortreffelijke wijze
waarop zij haar constitutioneele taak
heeft vervuld, is bij menige gelegenheid
met treffende duidelijkheid tot uiting
gekomen. Dat zagen we in de dagen van
de zware ziekte, waaraan onze Koningin
vóór eenige jaren leed. Doch dat zagen
wij niet minder duidelijk in de dagen
van blijheid: bij de inhuldigingsfeesten
van 1898, bij haar verloving op 17 Octo
ber 1900, bij haar huwelijk op 7 Februari
1901, bij de geboorte van Prinses Juliana
op 30 April 1909, bij haar 25-jarige
regeering op 4 September 1923 en bij de
zilveren bruiloft op 7 Februari 1926.
Dat die band tusschen vorstin en volk
is blijven bestaan, dat er allerwege zulk
een groote sympathie is voor onze Ko
ningin, spruit in hoofdzaak voort uit de
waardeering voor haar persoon. Bij de
aanvaarding der regeering op 31 Augus
tus 1898 verklaarde H. M. in een pro
clamatie zich als levensdoel te stellen,
de houding van hare moeder te volgen
die haar „het voorbeeld gaf van een
edele en verheven opvatting der plichten
die op mij rusten", H.M, verklaarde te
zullen regeeren „zooals van een Vorstin
uit het Huis van Oranje wordt verwacht.
Aan de Grondwet getrouw, wensch ik
den eerbied voor den Nederlandschen
naam en de Nederlandsche vlag te be
vestigen. Ik wensch bij het opperbestuur
over de bezittingen en koloniën in Oost
en West rechtvaardigheid te betrachten
en naar mijn vermogen bij te dragen tot
verhooging van ons geestelijk en stoffe
lijk welzijn."
Aan die belofte is H, M. getrouw ge
bleven. In dien geest heeft zij haar taak
opgevat. Daarom heeft men hier te lande
in zoo breede kringen eerbied en liefde
voor het Hoofd van den Staat.
Maar ook om hare persoonlijke eigen
schappen zien wij op tot haar die mor
gen verjaart, omdat zij is een goede, ver
standige vrouw, een voorbeeld van liefde
voor man en kind, van aanhankelijkheid
aan haar moeder, aan wie zij inderdaad
zooveel verschuldigd is. Dat arbeid de
eerste en de heiligste plicht is, werd haar
steeds ingeprent; zij heeft dat in toepas
sing gebracht en op haar beurt heeft zij
haar dochter, eenmaal bestemd om haar
op te volgen, diezelfde opvatting bijge
bracht. Rechtvaardigheid heeft zij be
tracht, gelijk zij bij hare inhuldiging be
loofde. En daarvoor niet het minst heb
ben wij haar dankbaar te wezen.
Laat wapperen dan de vlag in deze
dagen, nu wij den 50en verjaardag van
onze Koningin gaan vieren
En denken wij dan aan dit eenvoudige
versje van J« D. C, van Dokkum
Hoezee Nu hijsch de wimpels op
Laat wapp'ren van den torenbouw
Laat wapperen van stag en top
Het frissche Oranje-rood-wit-blauw
En 't zij de dagen donker zijn,
Of vol van vreugde en zonneschijn;
Of 't welvaart blijve en vredestrijd,
Of dat er lijden zij en strijd.
Eén kreet van vreugde, één wensch,
één keus
Oranje-Boven zij de leus
Z. A. G. B
Bij den 50en verjaardag van H. M. de
Koningin zijn wederom een groot aantal
Koninklijke onderscheidingen verleend.
Aan die lange lijst ontleenen wij het vol
gende
Bij Koninklijk besluit
is bevorderd
tot grootkruis in de Orde van Oranje-
Nassau
jhr. dr. J. Loudon, gezant te Parijs
zijn benoemd
tot ridder in de Orde van den Neder
landschen Leeuw
mr. R. W. J. C. de Menthon Bake,
raadsheer in den Hoogen Raad der Ne
derlanden te 's-Gravenhage
mr. K. W. Brevet, president van het
gerechtshof te 's-Gravenhage
jhr. mr, J. A. van der Does, presi
dent van de arrondissements-rechtbank
te Arnhem
mr. W. L, Luyken Glashorst, officier
van justitie bij de arrondissements
rechtbank te 's-Gravenhage
mr. A. C. A. Jacobse Boudewijnse,
oud-deken van de Orde van Advocaten
te Middelburg;
I. D. J. Aengenent, bisschop van
Haarlem, te Haarlem
is benoemd
tot commandeur in de Orde van Oran-
je-Nassau
mr, Th. W. F. A. Mathon, procureur-
generaal bij het gerechtshof te 's-Her-
togenbosch
is benoemd
tot officier in de Orde van Oranje-
Nassau
H. J. Versteegh, hoofdcommissaris van
politie te Amsterdam
tot ridder in de Orde van den Neder
landschen Leeuw
J. J. C. Ament, lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, te Roer
mond
L. F. J. M. baron van Voorst tot
Voorst, lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, te Twello
mevrouw mr, B. BakkerNort, lid van
de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
te Groningen
J. M. Krijger jr., lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, te 's-Gra
venhage
F. E. H. Ebels, lid van de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal, te Nieuw-
Beerta
jhr. dr. W. A. Beelaerts van Blokland,
griffier van de Eerste Kamer der Staten-
Generaal, te 's-Gravenhage
is benoemd tot ridder in de Orde van
Oranje-Nassau
F. Wabeke Azn,, burgemeester van
Wemeldinge
D. J, Dees, te Terneuzen;
mej. Elis. M. Rogge, redactrice van
het Maandblad De Vrouw en haar Huis,
te Amsterdam
tot ridder in de Orde van den Ne
derlandschen Leeuw
mr. E. M, Meijers, hoogleeraar aan de
Rijksuniversiteit te Leiden
dr. W. Vogelsang, hoogleeraar aan de
Rijksuniversiteit te Utrecht
dr. J. Lindeboom, hoogleeraar aan de
Rijksuniversiteit te Groningen
mgr. dr. J. H. E. J. Hoogveld, hoog
leeraar aan de Roomsch-Katholieke uni
versiteit te Nijmegen
mr. dr. S. R, Steinmetz, hoogleeraar
aan de gemeentelijke universiteit te
Amsterdam
K. Brants, hoofdinspecteur van het
lager onderwijs in de 4de hoofdinspectie
te Haarlem
I, Israëls, kunstschilder, te 's-Graven
hage
dr. P. van Anrooy, dirigent van het
Residentie-orkest te 's-Gravenhage
zijn bevorderd tot officier in de Orde
van Oranje-Nassau
W. J. Heydeman, directeur der Mid
delbare Technische School te Amster
dam
H. M. Luns, directeur van het Rijks
instituut tot opleiding van teekenleera-
ren te Amsterdam
Hermann J. Robbers, letterkundige, te
Schoorl
Ant. H. Tierie, toonkunstenaar, te
Amsterdam
tot ridder in de Orde van Oranje
Nassau
P. Haverkamp, directeur der Zee
vaartschool te Amsterdam
Jan Fabricius, tooneelschrijver, te
's-Gravenhage
S. H. de Roos, sierkunstenaar, te Hil
versum
tot ridder in de orde van den Neder
landschen Leeuw
jhr. mr. A, M, C, van Asch van Wijck
secretaris-generaal van het Departement
van Financiën |.j
GROOTE MARKT C 12
(Ingez. MedJ
Bezoekt Hotel Restaurant
Plaza, Velperplein 78 -
Telefoon 23521 - Prima keu
ken - Billijke p r ij z e n -
(Ingez. Mfid-J
tot ridder in de Orde van den Neder
landschen Leeuw
de generaal-majoors
dr. J. C. Diehl, insp. van den geneesk.
dienst der landmacht, en
jhr. W. Roëll, commandant der 1ste
A. van Hengel, raad-adviseur bij het
Departement van Defensie
P. van Braam van Vloten, chef van
den technischen dienst der kustver lich
ting met rang van hoofdingenieur
R, Dufour, gepensionneerd luitenant-
generaal
P. S. R. Wolterbeek, gepensionneerd
schout-bij-nacht-titulair
zijn bevorderd
tot officier in de Orde van Oranje-Nas
sau (met de zwaardeji)
de kapitein ter zee C. J. E. Brutel de
la Rivière
de kapitein-luitenant ter zee J. van
Reede
zijn benoemd
tot officier in de Orde van Oranje-
Nassau (met de zwaarden)
de kapitein ter zee L. M. J. Gregory
de kapitein-luitenant ter zee H. van
Nie
de hoofdofficier van den marine
stoomvaartdienst der tweede klasse J.
.A. Lanz
'de kolonel W. H. E. Vrijdag, comman
dant der 1ste artillerie-brigade
de luitenant-kolonels
L. Schutte, comm. 18de reg. inf.
J. C. Hardeman, van den staf der ge-
nie
G. Le Poole, comm. 4de reg. inf., en
A. P. Seyffardt, v. d. generalen staf
de majoor-intendant A. Numans, van
den staf der IVde divisie
de majoor G. Doorman, van het 2de
reg. onb. art
de reserve-luitenant-kolonels
H. H. Timmermans en
J. U. H. Feikema
tot ridder in de Orde van Oranje-
Nassau (met de zwaarden)
de luitenants ter zee der eerste klasse
A. C. Wakerlin, J. Houtsmuller en J, J.
A. Schagen van Leeuwen
•de officieren van den marinestoom
vaartdienst der eerste klasse J. H, Klin
gen en W. Dollekamp
de officier van gezondheid der eerste
klasse C. W, Bottema
de officier van administratie der eer
ste klasse M. J. C. Klaassen
zijn benoemd
tot ridder in de Orde van den Neder
landschen Leeuw
ir. D. A. van Heyst, te 's-Gravenhage,
hoofdingenieur-directeur van den Rijks
waterstaat
ir. A. Wurfbain, te 's-Gravenhage,
voorzitter van den raad van bestuur van
de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij
voor Nederland en Koloniën
A, P. F. Duynstee, te 's-Gravenhage,
hoofdinspecteur der posterijen, telegra
fie en telefonie
tot officier in de Orde van Oranje-
Nassau
ir. J. F. Schönfeld, te Rotterdam,
hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat,
vroeger te Vlissingen;
ir. P. J. van Voorst Vader jr., te Haar
lem, hoofdingenieur van den Rijkswater
staat
A. Prins Th.zn,, te Sliedrecht, direc
teur van de N.V. A, Prins Th.zn. Aan
neming Maatschappij, te Sliedrecht
J. Kuiper, te Rotterdam, directeur van
de Rotterdamsche Tramweg Mij.
ir. L, Bienfait, te Amsterdam
tot ridder in de Orde van Oranje-
Nassau
J, A. J. B. M. G. Seydlitz, te Hulst,