provinciate -Zeemusdte
No, 68
VRIJDAG 21 MAART 1930
173e Jaargang
Dit üKffissf bestaat uit 2 Bladen
EERSTE BLAD
Eén O pp erbo uwm eest er
voor de Lanqedelft
IN ONZE
STATEN-GENERAAJL*
Malesherbes.
Z E E L A N B-
BINNENLAND
MIDDELBURGSCHE COURANT
fye abonnementsprijs bedraagt voor Middelburg en 't agentschap Vüssingen
2.30, elders 2.50 per kwartaal. \Feek-abonnementen in Middelburg
cent per week. De advertentieprijs is, voor de gewone advertentiën
cent per regel; voor ingezonden mededeelingen 60 cent per regel.
Jij abonnement voor beide veel lager. Men vrage daarvoor de tarieven.
UIÏG.; N.V. DE MIDDELBURGSCHE COURANT
Lange St. Pieterstraat, Middelburg
Telefoonnummers:
Redactie 269 Administratie 539
Postcheque en Girorekening 43255
Familieberichten en dankbetuigingen: van 17 regels 2.10; elke regel
meer 30 cent. In de rubriek „Kleine Advertentiën" worden, mits uit
drukkelijk daarvoor opgegeven, advertentiën, tot niet meer dan 5 regelt
opgenomen a 85 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder „Brieven" of
„Bevragen bureau dezer courant" 10 cent extra. Bewijsnummers 5 cent.
Het is begrijpelijk dat men, nu drie-en-
een-halve maand na den brand in de
Langedelft, begint te vragen: wordt daar
nog eens herbouwd, of is men van plan
Verseput met klimop te laten begroeien,
terwijl op de overige terreinen misschien
een voetbalveld, tenniscourt of open-
luchtschool komt?.
Het gaat niet erg voorspoedig met den
herbouw van wat het vuur daar ver
woestte. Men ziet leelijke kale schuttin
gen, groote gaten in den straatwand
en verder: Meinsma is hersteld en Simon
de Wit bouwt, terwijl De Jager welis
waar achter al lang aan den slag is, maar
vóór valt ook hier pog niets te bemerken.
En de lente nadert straks is het zo
mer en we zitten nóg met den rommel!
Vandaar, dat we eens geïnformeerd
hebben, hoe de zaken nu wel staan; daar
bij zijn we het volgende aan de weet ge
komen.
Zooals gisteren reeds gemeld, is Ver
seput verkocht en, al zal het hotel
daar ter plaatse bestaan blijven, toch zal
het wel niet herbouwd worden zooals de
plannen (architectenbureau Cuypers, Am
sterdam) eerst waren. We hebben die
aanvankelijke plannen gezien en moeten
verklaren, dat naar onze meening een
gevel volgens die teekening het in de
Langedelft uitstekend gedaan zou heb
ben. Nü zullen we de toekomst dienen
af te wachten.
De Fransche Bazar komt, zooals
men weet, niet weer terug.
De firma Oosterhuis architect
Kok uit Rotterdam heeft den 15en
Februari haar plannen bij B. en W. in
gediend en den 25en was reeds het voor
waardelijke fiat daarop gesteld be
halve dan de aesthetische beoordeeling,
welke aan de Rijksmonumentencommis
sie was overgedragen. Den 20en Maart'
had Oosterhuis, tot zijn rechtvaardige ont
stemming, nog geen toestemming tot bou
wen gekregen; naar hem werd medege
deeld, omdat Monumentenzorg eerst alle
teekeningen van alle te herbouwen per-
ceelen wilde binnenhebben!
De firma Wiener Co. die twee
perceelen naast elkaar bebouwt aan de
zen kant had zich hiervoor eerst tot
een onzer allereerste bouwmeesters, Du-
dok in Hilversum, gewend. Deze kon
niet, doch gaf den Larenschen architect
H. F. Symons op en, zoo vernamen wij,
zijn definitieve teekeningen zullen deze
week gereed komen. Bij B. en W. heeft
zij echter nog geen aanvraag om bouw
vergunning ingediend.
De firma K a a n zit middenin de druk
te voor het a.s. rijwielseizoen en zij heeft
daarom nog heelemaal geen plannen in
de maak. Zij kan zich behelpen en zal de
herbouwquaestie wel eens na seizoentijd
aanpakken. De geruchten, als zoude
Kaan uit de Langedelft verdwijnen, kun
nen we echter met stelligheid tegenspre
ken: als er herbouwd wordt, dan is dat
op de oude plaats, al ware het alleen
om 't kapitaal aan gebouwen, dat achter
het afgebrande deel nog staat.
Dat is dus de eene kant aan de
overzijde rest alleen nog De Jager, om-
Si m p n de Wit, met een per
missie in z'n zak, nu bouwt.
De bouwplannen van De Jager
architect Goethals, Veere zijn sinds
3 Maart bij Monumentenzorg in Den Haag
maar toestemming tot bouwen heeft
ook deze hrma nog steeds niet.
a
4»
Het lijkt ons zoo toe, dat er voor de
ontevredenheid, die er met name onder
de „verbranden" heerscht, wel eenige
redelijke grond is.
Het getuigde van goeden burgerzin,
toen zij zich, kort na den grooten brand,
bereid verklaarden het oppertoezicht
over de gevelontwerpen der opnieuw op
te trekken perceelen te laten bij een in
stantie, die boven de individueele bouw
meesters zou staan. Maar het getuigde
van gezonden en redelijken zakelijken
zin daarnevens, dat daarbij de voorwaar
de gesteld werd: dat moet ons niet te
zeer belemmeren in den tijd, want elke
week, dat we later herbouwd zijn, zal ons
schade berokkenen.
Het betrachten van dezen spoed is
den betrokkenen toegezegd en, voor zoo
ver wij dat konden nagaan, heeft het aan
de afdoening van zaken binnen Middel
burg dan ook niet gelegen.
Maar met Monumentenzorg hokt de
zaak. Wel zouden, naar ons ter oore
kwam, enkele teekeningen (Oosterhuis en
De Jager) juist dezer dagen, vol aan
merkingen, teruggekomen zijn maar
het wordt toch op deze wijze een pro
ces, dat veel te lang duurt. Men kan en
mag niet eischen, dat de „verbranden"
zich aan dat proces zullen onderwerpen.
Wat moet er dan gebeuren?
Wij zouden zeggen, dat dit de aange-
wëzen weg is: men danke Monumenten
zorg vriendelijk voor de tot dusverre ge
dane moeite, en danke haar verder af.
Als we ons al niet heel erg vergissen,
dan zou Monumentenzorg er stellig niet
al te zeer om treuren, indien het dit
baantje kwijt was.
Dan wende men zich tot den Bond van
Nederlandsche Architecten, met het ver
zoek voor de Langedelft in Middelburg
één voor deze bizondere gelegenheid be
kwaam, raadgevend opper
bouwmeester aan te wijzen. Wan
neer die eene super-architect de zaak in
handen heeft, zoo nu en dan eens een
dag of paar dagen hier komt om met de
verschillende bouwmeesters en bouwhee-
ren overleg te plegen, en verder met de
noodige soepelheid de lijnen trekt, waar
langs een harmonieus geheel in onze
Langedelft kan verrijzen, dan zal er,
dunkt ons, meer voortgang gemaakt wor
den en: het resultaat zal er stellig niet
minder om zijn.
Tenslotte bedenke men dit: men heeft
als bouwheer het volste recht te vragen,
dat er bekwame spoed betracht worde.
Maar onze stedelijke overheid heeft te
genover dit tijdelijke belang evenzeer den
duren plicht, zorg te dragen, dat de her
bouw langs goede lijnen gaat.
De spoedige benoeming van één opper
bouwmeester voor de Langedelft lijkt ons
het middel, deze twee slechts schijnbaar
tegenstrijdige belangengeschillen tot een
vlugge en bevredigende oplossing te
brengen.
EERSTE KAMER,
Nederland en België De
bevaarbaarheid der Schelde
Kanalenquaesties.
Bij de behandeling van de begrooling
van bui te n 1 and sche zaken heelt
de heer Briët (a.-r.) gewaarschuwd voor 't
aanknoopen van betrekkingen met Sov-
(jet-Rusland. Hoofdzaak was echter de
behandeling van de quaestie Nederland-
België. Het ging daarbij om: le. de prin-
cipieele houding van Nederland; 2e. de
verbinding Anlwerpen—Luk—Maastricht-,
3e. idem Antwerpen—Noordzee en 4e.
Antwerpen—Rijn via Hansweert. Ten
aanzien van- het onder le. genoemde,,
heeft de heer De Savornin Lohman (ch.)
een krachtige redevoering gehouden,
waarin hij er op aandrong de rechls-
quaestie het allereeerst tot oplossing te
brengen en daarbij stevig vasthoudend
te zijn: elke concessie, die Nederland
nu doet, beschouwt België als een erken
ning van zijn recht. Het vasthouden van
België aan z ij n rechts,standpunt en het
doen, door Nederland, van concessie^
daaraan, is gevaarlijk' voor onze repu
tatie.
Nederland heeft zich voorbehouden 'iv
beroep te doen op het Internationale
Hof, ten einde de rechtsvraag tot een
beslissing fe brengen, wat door België
is afgewezen.
Laat de Nederlandsche regeering de
rechtsquaestie nu rusten?
België klaagt, aldus spr. nog, over
den onvoldoenden toestand van het 'ka
naal van Hansweert en van de vluchlha-
ven, Nederland ontkent dien. In België
klaagt men over de gevaarlijkheid van
het Hellegat. Nederland meent, dat dit
water goed bevaarbaar is. Volgens het
memorandum der Nederlandsche regee
ring hehooren deze zaken tot de onder
werpen, die bij een nieuw verdrag zul
len moeien worden geregeld. Maar hoe
kan zij dan senrijven in de M. v. A. dat
Nederland die werken ter verbetering
van de tusschenwateren onafhankelijk van
de tot standkoming van het verdrag ter
hand zal nemen?
De minister is overtuigd van het sa
menhangen der economische eu politieke
'vraagstukken. Spr. zou gaarne een na
dere inlichting ontvangen over de quaes
tie van de W i e 1 i ,n g e n, waarover in de
Wie te veel vrienden heeft, bezit er
geen enkele.
wederzijdsche concessies niet wordt ge
sproken. België houdt die quaestie daar
buiten en stelt het voor oï dat een
goedgunstigheid is tegenover Nederland
hetzelfde spelletje ais tijdens net nes tuur
Van minister Van Karnebeek.
Spr. besloot: Men redeneert in België,
dat als men daar maar geduld heeft,
Nederland de noodzakelijkheid wel zai»
inzien om het Belgische rechts.standpunt
tq aanvaarden.
Er zijn maar twee mogelijkhedenBel
gië liandhaart zijn standplint ein zijn wei
gering om de beslissing aan Tiet Interna
tionale Hof op te dragen. Dan behoort
de Nederlandsche regeerinig een behoor
lijke contra-memorie in te dienen ter ver
dediging van haar standpunt. Of: België
is bereid de rechtsvraag te elimineeren
om alleen op zakelij kheidsmo lieven te
willen onderhandelen. Dan kan de Ne
derlandsche regeering hetzelfde doen;
krenterig behoeft zij niet te zijn.
Hierna 'beeft de heer Van der Lande
(r.-k.) 'n uitvoerig beloog over de Neder-
landsch-Belgische quaeslies gehouden,
waaraan we het volgende ontleenen.
Wederzijdsclie bereidwilligheid om tot
een oplossing te komen is de spil, waar
om de quaestie van de betrekking tol
België draait. 2 Punten beheerschen 't
geschil de Schelde als weg voor de zee
vaart en de verbinding met den. Rijn.
Wat de Schelde betreft verlangt België
dat deze te allen tijde geschikt moet zijn
Voor de groolsle schepen. Dit verlangen
luid gemakkelijk geregeld kunnen worden
als men er voldoende rekening mee had
gehouden ,dal de Noordzee bij het licht
schip De Wandelaar 8.30 M. diep is, zoo
dat een daarmee overeenkomende diepte
van de vaargeul voor de Schelde vol
doende was geweest. In den laatstcn tijd
Schijnt men in Antwerpen overtuigd te
zijn, dat de diepte van de Schelde vol
doende Is. De Belgische directeur-gene
raal van bruggen en wegen meende, dat
de verbinding van Antwerpen met de
Noordzee tot in de eeuwigheid goed was
le noemen. Zelfs de reusachtige Belgen-
land kon drie uren vóór hoog water aam
dé Rijnkade meren. Van Belg'sehe zjjde
wordt erkend, dat de vaavdiepte van de
Schelde niets te wenschen laat.
De Nederlandsche regeering kan dan
ook' niets worden verweten. In België
zeide men zelfs, dat de directeur van
het Belgische loodswezen wel een kaars
je mocht opsteken in de calhedraal van
Antwerpen ter eere van het Nederland
sche Scheldebelieer. Aldus een uiting in
het orgaan van de „Fédération mariüne
d'Anvers."
De toestand van de Schelde behoeft
dus geen geschilpunt tusschen Neder
land en België meer uit le maken.
Thans de verbinding met den Rijh
Een verbinding Antwerpen—Moerdijk' is
economisch niet te verdedigen, le minder,
omdat de bestaande verbinding niet zoo
slecht is. Het oponthoud bij de brug
te Vlake kan geen argument zijn voor
'klachten, want dit is gemiddeld 34 mi-
naten dikwijls is er geen oponthoud!
want bij de sluizen van Anlwerpen
duurt het oponthoud wel eens 24 uur'
Eindelijk, zoo vervolgde spr., is bij de
beschouwingen de economische zijde op
den voorgrond (gekomen, torn van Bel
gische zijde werd gewezen op het nadeel
van het kanaal van Hansweert, dat er
twee zeesluizen moesten worden gepas
seerd. Een ander bezwaar is de gevaar
lijkheid van het Hellegat, waarvoor ech
ter geen betrouwbare gegevens werden
overgelegd, terwijl onzerzijds kon worden
aangetoond, dat er .gedurende 201 dagen
22 averijen waren voorgekomen!
Spr. licht verschillende van die averij-
gevallen 'nader toe, waaruit blijkt dat de
meeste, werden veroorzaakt door eigen
'roekeloosheid óf weinige zeemanschap
van sleepbootkapiteins. Zonken tijdens
den jongslen Jainuari-storm geen schepen
in de havens v5R Anlwerpen?
Spr. wijst erop dat het kanaal Bath-
Dintelsas vrijwel dezelfde voordeeleri
voor Anlwerpen biedt als het afgewezen
kanaal naar den Moerdijk, terwijl de
scheepvaart NederlandGent het eerst
genoemde kanaal zal prefereeren.
TWEEDE KAMER.
Het Jamm-wetje.
Men herinnert zich het gevalletje nog
wel: de bekende suikerbakkerswinkels
van Jamin wilden petroleumkacheltjes
voor verwarming gebruiken en de ar
beidsinspectie zei: dat mag niet. Jamin
vroeg toen: waar staat dat. dat het niet
mag? Toen zei de inspectie: dat staat
nergens, maar wij willen het niet hebben.
Toen zei Jamin: jullie kunnen naar de
pomp loopen. En toen werd er proces
verbaal opgemaakt enJamin won
het. Want het stond niet geschreven.
Nu heeft de Tweede Kamer een wetje
onderhanden genomen, in beginsel is het
er al door, waarbij dergelijke decreten
van ambtenaren der arbeidsinspectie wél
opgevolgd zullen moeten worden.
Men zou op het eerste gezicht zeggen:
daar is veel voor te zeggen. Een inspec
teur, die ieder geval afzonderlijk over
zien kan, is altijd in staat tot soepeler
behandeling van een geval, dan een on
noemelijk groot aantal gecodificeerde be
palingen kunnen. Men zou er dus vóór
zijn, als daarnaast de garantie gegeven
kon worden dat alle ambtenaren ideaal-
menschen waren. Dan kon het geen
kwaad eerder goed.
Maar nü zit er een heel gevaarlijke en
heusch niet onbelangrijke principieele
kant aan de zaak; zooals de liberale af
gevaardigde mr. Boon zeide: „voortaan
zal de wet niet meer bepalen, wat mag
en wat niet mag, maar de ambtenaar! De
rechtsstaat wordt een ambtenarenstaat.
Wat antwoordde de minister daarop?
Dit: Voor mij is het de hoofdzaak of we
in een staat leven waar het goed toe
gaat. En als het in een ambtenarenstaat
beter toegaat dan in een rechtsstaat, dan
verkies ik den ambtenarenstaat. Boven
de grondwet en de wet staat nog altijd
het algemeen belang en wanneer er wer
kelijke twijfel mocht bestaan, of er strijd
is met de Grondwet dan praevaleert de
eisch van het leven.
Wat zegt u daarvan?
Lou de Visser had het niet beter, niet
ècht-revolutionairer, kunnen zeggen!
Maar de bedoelingen zullen wel goed
zijn en nadat de minister verschillende
theoretische bezwaren nog had weerlegd
en gezegd had, dat tegen willekeur ge
waakt moest worden, werd zelfs de heer
Boon weerhouden van tegenstemmen.
Grootendeels is het wetje tot wijziging
van de Arbeidsetwet 1919 gisteren al
DE HYPOTHEEKKANTOREN.
Naar aanleiding van vragen van het
Kamerlid, de heer Smeen'k, heteft de
minister van Financiën toegezegd, zoa
spoedig mogelijk een commissie te be
noemen, om te boordeelen op welke
wijze het best wordt voorzien in het
verrichten van de diensten aan het hy-
pothee'k'kantoor ten behoeve van het pu
bliek.
DE VERDEELING VAN DEN
ZENDTIJD.
Naar de „.Telegraaf" van zeer bevoeg
de zijde zegt te vernemen, zal de Mi
nister van Waterstaat het vraagstuk der
radio-zendlijdverdeeling in den minister
raad 'brengen.
HET INVOERVERBOD VOOR HOL-
LANDSCH VLEESCH IN ENGELAND.
In hetv Fngelsche Lagerhuis is gis
teren aan den minister van landbouw
gevraagd, of hij bereid was het invoer
verbod voor Hollandsch vleesch op te
heffen. Minister Buxton antwoordde, dat
bern na nauwkeurig onierzoek gebleken
was ,dat het verbod noodzakelijk bleek
om den Britschen veestapel voor mond
en klauwzeer le vrijwaren.
STUDIEREIS,
De Belgische minister van verkeers
middelen Maurice Lippens vertrekt he
den uit Brussel naar Nederland voor
een studiereis, welke vooral de jongste
technische verbeteringen aam materieel
en exploitatie der spoorwegen en buurt
spoorwegen in Nederland zal betreffen.
- SS ïsitójggeggaKgafcg-ggggg
aangenomen.
DE WEDERINVOERING VAN DE
DOODSTRAF.
Op de vragen van het Eerste Kamer-
ldi de heer Van Voorst tot Voorst be
treffende wederinvoering van de dood
straf, heeft de minister van Justitie o.m
geantwoord, te betwijfelen of, indien men
de opzienbarende misdrijven tegen hel
leven, die in 'betrekkelijk korten lijd el
kander hebben opgevolgd, over een wat
ruimer tijdsverloop ziet, van een „ver
mindering op schrikbarende wijze van
de openbare veiligheid van stad en land"
moet worden gesproken.
De beschikbare statistische gegevens
althans, wijzen niet in die richting.
De cijfers toch van de strafrechtelijke
teroordeelingen ter zake van doodslag,
gevólgd, vergezeld of voorafgegaan door
een strafbaar feit ,een moord, over de
laatste tien jaren, geven, vergeleken bij
c:cn toestand van de jarem 1911—1913,
indien men dtarblj tevens e'ke ing houdt
met den bevolkingsaanwas, een betee-
kenende stijging niet le zien. Ook het
indexcijfer voor de gewelddadige levens-
beroovingen onverschillig dus, of ter
zake al dan niet een veroordeelmg is
gevolgd is niet bepaald ongunstig:
voor 1924 tot en met 1928 is het, indien
men rekening houdt met den bevolkings
aanwas re-sp. 76,93, 103, 88, 117 (1911/
1913: 100).
Dat misdrijven, als in de vragen be
doeld, door veiligheidsmaatregelen af
doende zouden kunnen worden voorko
men durft de minister niet aannemen.
Hij moet er zich dus toe bepalen
en beschouwt dit bij voortduring als zijn
taak de veiligheid zoo hoog mogelijk
op te voeren.
De minister merkt daarbij op, dat voor
de 'beoordeelinig van de scherpte der
bestraffing, die bestraffing nu in haar
geheel genomen niet minder dan de
zwaarte- der straf ook de zekerheid van
de oplegging daarvan een ról speelt
Van de wederinvoering der doodstraf
heeft de minister" zich bij herhaling als
een voorstander doen kennen, ecliler niet
op utilileitsgronden, doch als eisch der
gerechtigheid. Zoodra hij dus mag aan
nemen, dat een in genoegzame mate veld
winnende overtuiging aanwezig is, dat
ter voldoening aan de gerechtigheid de
doodstraf weer behoort te worden in
gevoerd komt de aangelegenheid voor
hem in een nieuw stadium.
Een fantastisch plannetje.
Wij lezen in de N. Roti. Crt.
lie Imperial Continental Gas Associa
tion, die gas levert uit de hoogovens bij
Brussel en daarmee o.a. .Antwerpen en
orftgeving voorziet, heeft een plan ont
worpen voor gasvoorzieninig van Wal
cheren, Zuid-Beveland en Westelijk N.
Brabant.
De ondernemingen,- welke op het
oogenblik concessie hebben voor levering
van gas in hel genoemde district, zoome
de de plaatsen, welke een eigen gasfa
briek exploiteeren, zouden tot elkaar
moeien komen voor de oprichting van
een distributiemaatschappij, aan welke
de gemeenten concessie zouden verl'ee-
nen voor de distributie van gas in het
gebeele district, volgens het principe van
bèlangengemeen.schap, waarbij het gas
in hel groot wordt verkocht. De Impe
rial Continental Gas Association zou het
gas tegen zulk een prijs aan de distribu
tiemaatschappij moeten leveren, dat deze
in staat zou zijn, net gas in het district
te brengen tegen een lageren prijs dan
de tegenwoordige productiekosten. In
brengers in de distributiemaatschappij
zouden zijn de gemeenten met een eigen
gasfabriek, deze zijn Middelburg,
Goes, Wi e m e 1 d i n g e, lerseke,
combinatie K r a b b e n d ij k e ~K r U i-_
n i n g e n cn^Bergen op Zoom, zoomede
de I. C. G. A. voor haar concessie met
Vlissingen en dorpen op Walcheren.
Tot zoover het 'bericht.
Het wil ons voorkomen ,dat er van
de verwezenlijking van dit plannetje wel
nimmer iets zal komen. Afgezien nog
van de vraag, of het wensehelijk zoude
zijn, de gasvoorziening van een belang
rijk deel qener provincie centraal uit
het buitenland te doen geschieden, mag
gevraagd worden, of de Continental in
derdaad in staat zoude zijn, het glas hier
tegen een prijs, lager dan de huidige
productiekosten, te leveren. Op grond
van deskundige inlichtingen meenen wij
dat vooralsnog ten sterksie te moeien be
twijfelen.
MIDDELBURG.
De vereeniging Handelsbelang or
ganiseert volgende week' Dinsdag in den
Schouwburg weder een filmavond voor
haar leden met één introducé, waarin
een drietal films op industriegebied zul
len worden gedraaid.
De lezing welke prof. dr. H. Th.
Obbink, Maandag a.s. in de Koorkerk zou
houden voor de 'Ethische Vereeniging,
gaat wegens ziekte van den spreker
niet door.
WALCHEREN.
ARNEMUIDEN. Woensdagavond verga
derde de alhier woonachtige leden van