No. 11 Vrijdag 14 Januari 1927 170' Jaargang MIDDELBURG DURANT. BLIJVEN» WAN TROUWEN. „Do ergste vijand van een Iractaatsbe paling is wantrouwen'*, zoo zei Minister van Kar neb eek in zijn ajitwoordrede over het verdrag met België ibij zijn bespre king van de Belgische oorlogsschepen op de Schelde. Ilij heeft toen echter bij de tegenstanders het wantrouwen in de Belgi sche bedoeling niet weggenomen, in weer wil van de op zijn aandrang geschreven verklaring der Belgische regiering, <iat de bedoeling slechts was vast te stellen, uit den tekst van het Verdrag niets kan worden afgeleid, on dat de kwestie bui ten het verdrag staat. Immers die tegenstanders concludeer den daaruit dan blijft de kwestie dus open, en kan zij op een voor ons zeer ongelegen oogenblik weer aan de orde komen. Thans heeft die regeering een hieronder vermelde tweede verklaring op dat punt afgelegd. Maar wij voorzien dat ook deze het wantrouwen niét weg zal nemen. Wanneer bij het bespreken van een overeenkomst de eene partij een clausule voorstelt, waarvan de andiere partij zegt, de noodzakelijkheid niet te begrijpen, en de eerste houdt dan' toch er aan vast m«*. de bewering, dat er niets door veranderd wordt, dan kdn het niet anders of de tweede gaat er over denken wat de be doeling kan zijn. En als hij dan de moge lijkheid van ongewenschte consequenties voorziet, en vraagt die immers niets ver anderende clausule te schrappen, en de andere blijft maar bij zijn bewering dat er niets door veranderd wordt, maar schrapt niet, dan kan 't niet an ders of het gewekte wantrouwen wordt versterkt. Zoo is het nier. En de wijze waarop 't antwoord gege ven is, doet dat des te meer. Er waren reeds half December zéér duidelijke, recht op het doel afgaande vragen door hel Belgische Kamerlid Vos gesteld over de botcekenis der reserve in zake de doorvaart van Belgische oorlogs schepen. Het antwoord op die duidelijke vragen is vermeden! Minister v. d. Velde heeft er niet op geantwoord, maar den vrager verwezen naar zijn antwoord op èndere, drie wekenjajer lot hem door een senator gestelde vragen. De argwaan is dadelijk gerezen, dat die laatste vragen opzettelijk zijn ingediend om een voor wendsel te hebben tot vermijding van be antwoording der eerste vragen. Die arg waan is nog \ersterkt door do geruchten over een overleg, dat Minister v. d. Velde zou hebben gepleegd met een der politieke parlijen in ons land ton eindo door zijn antwoord de Tractie ïlier partij in d,e Eer ste Kamer ten gunste van het verdrag '.e stemmen. En nu het antwoord zelf. Het bevat een herhaling van do reeds schriftelijk aan onze regeering gegeven verklaring, dat het doel is, de kwestie buiten hot verdrag telalen, en dal zij geen afbreuk doen aan onze souvereiniteit een bewering dat do zaak thans alle praclisch belang verloren heeft is, om dat België geen oorlogsschepen heelt (wat echter het tijdens een oorlog teil ge schenke geven van oorlogsschepen bijv. door Frankrijk niet uitsluit, en trouwens ook niet hel la tor aanschaffen door Bel gië van oorlogsschepen); en omdat er tij dens don grooten oorlog naast problema tische voordeelen van zulk een doorvaart talrijke eu ernstige moeilijkheden uit kon den voortvloeien (wat in een votlgend ge val heel anders gesteld kan zijn; en voorts (wal in het antwoord voorop staal) dat voor het geval van een oor logvoerend België en een neutraal Neder land die doorvaart beheerscht wordit door het Volkenrecht en door Nederland ver boden kan worden. Blijkbaar is de laatstbedoelde verkla ring bedoeld om het wantrouwen van Ne derland weg le neonen. Maar dan blijven er Iweo vragen Ten eerstewaarom schrapt Bel gië dan niet die gemaakte serve? Er wordt niet van gerept. En ten tweede- wat heeft voor een komslig geval meer waarde de als authentiek aanvaarde tekst van do Toe lichtende Memorio van liet verdrag, die de zaak immers buiten het verdrag stelt dus onbeslist laat? Of het daarmee i u strijd zijnde antwoord van een Minis ter op een vraag vian een senator? Het is geen kleinigheid die li ierbij be trokken is. Het gaat om do positie van ons Land in een toekomsligen oorlog waarbij een oorlogvoerend België wellicht gebruik zal willen maken van het aan dat land weer gegeven rqcht om Antwerpen als oorlogshaven te gebruiken. Het erkend „open" laten dier kwestie heeft hier een ernstige bezorgdheid ge wekt, die niet.door hot antwoord, on zeker niet door de wijze waarop het ge geven werd, is weggenomen. BINNENLAND. HET VERDRAG MET BEI.GIL. De doorvaart van Bel gische oorlogsschepen, Zooals men weet, heeft hel Belgische Kamerlid 11. Vos 1G Dec. aan Minister Van der Velde eenige nadere, en nauw keurig geformuleerde vragen gesteld over de beleekenis der veelbesproken reser ve in dc 'foei. Memorie, over <i& door vaart van Belgische oorlogsschepen on de Schelde. („De lekst sluit de oorlogs schepen uit Maar hij regelt niets om trent de doorvaart van Belgische oor logsschepen'). Hij had gevraagd: le. of de Minister erkent, dat Neder land hel recht bezil, de Schelde fe alten tijde, zoowel van oorlog als van vrede, voor Belgische oorlogsschepen le sluiten; 2e. dat indien Nederland in geval van oorlog de Schelde volstrekt of onder ze kere voorwaarden sluit, dit land verplicht is, dezelfde sluiting ook ten aanzien van Belgische oorlogsschepen toe te passen, wanneer België tot de oorlogvoerenden mocht behooren, beide behoudens de verplichtingen, die voor Nederland voort vloeien uit het lidmaatschap van den Volkenbond 3e. indien de minister deze vragen bevestigend beantwoordt, wil hij mij dan mededeeien, w*t de bedoeling is van de reserve in de toelichtende memorie? Het antwoord werd hier te lande met groote belangstelling tegemoet gezien. Er is echter geen direct antwoord op gegeven. De Minister heeft n.l. thans den heer Vos verwezen naar zijn antwoord op de later, n.l. 4 Januari, ingediende vragen van den senalor Lamborelle. Deze vragen luidden heel anders, n.l.: Zou de minister van buitenlandsche zaken mij willen mededeelen le. Wal is volgens hel Volkenrecht de huidige situatie op de Schelde voor wal betreft de doorvaart van oorlogs schepen in vredestijd en in tijd van oorlog? 2e. Op welke punlen is dit statuut misschien gewijzigd- door het Neder!.- Belgisch verdrag? 3c. Bestaan er geen gegevens, die ons in staal stellen na te gaan, welke pracli- sche beleekenis die kwestie van de door vaart der oorlogsschepen langs de Schel de voor 's lands verdediging zou kunnen hebben? 4e. Beslaan er met name geen desbe treffende studies van de marinestaven onzer geallieerden uit den oorlog en mogen <fe conclusies er van worden medegedeeld' Het antwoord van Minister v. d. Velde op deze vragen luidt als volgt le. De rechten van Nederland op het Nederlandsche igedeelte-van de Schel de zijn die van alle souvereine staten, in zoover zij niet beperkt worden door internationale overeenkomsten. In de commissie voor de herziening van de verdragen van 1839, de zooge naamde commissie van XIV, die in 1919 en 1920 zetelde, heeft de Belgische de legatie de stelling verdedigd, dal een dergelijke beperking bestond; zij steunde daarbij op een feilelijken toestand, be treffende de doorvaart der Belgische oorlogsschepen langs de Nederlandsche Schelde, die jaren lang bestaan heeft. Die stelling werd echter door de gedje- legeerden der andere mogendheden in de commissie van XIV (Amerika, Enge land, Frankrijk, Italië eu Japan) verwor pen, als zijnde niet in overeenstemming met de beslissing van den Opperslenf Raad (4 Juni 1919) waardoor iedere op lossing werd uitgesloten, die een over dracht van souvereiniteit of het schep pen van een internationaal servituut in sloot. Onder zulke voorwaarden blijkt hol dus onbetwistbaar, dat Nederland,, daar zijn souvereiniteit niet beperkt is door ecnig internationaal accoord, het recht heeft het Nederlandsche gedeelte van dje Schelde voor alle oorlogsschepen, welke ook hunne nationaliteit zij, gesloten le houden (behoudens natuurlijk de ver plichtingen die voor dit land voortvloei en uil hel handvest van den Volkenbond, in 't bijzonder art. 16 paragraaf 3). Voor het geval Nederland in lijd van oorlog onzijdig wenscht te blijven en Bel gië wal een zeer onwaarschijnlijke hypothese is belligerent zou zijn buiten de voorwaaiden, voorzien in hel hand vest van den Volkenbond, zijn de ver plichtingen van de Nederlandsche regee ring inzake de gelijke behandeling van alle belligerenten vastgelegd in hel vol kenrecht en bijzonderlijk in art. 9 der beide conventies van Den Haag over de rechten en plichten van neutralen in geval van oorlog te lande en van mari,- tieraen oorlog. 2c. Hel Nederlandsch-Belgische ver drag brengt geen enkele wijziging in den tegonwoordigen toestand op de Schelde, In den brief, gericht qp 27 October 1926 aan den Nederlandschen gezant te Brus sel, wordt, ijl overeenstemming met de Nederlandsche regeerijig, verklaard, dal „de reserve betreffende de Belgische oor logsschepen op de 'Schelde in de toelich tende memorie bij het verdrag van 3 April 1925 is opgenomen, ten einde uit drukkelijk vast le stellen, dat de door vaart der Belgi,sche oorlogsschepen een materie is, welke builen liet verdrag is geblc\en, dat di,'t laatste het politieke en militaire statuut van de Schelde niet heeft gewijzigd en de souvereiniteit van beide stalen ieder over zijn deel van de rivier niel aantast." 3e en 4e. Belgi,ë heeft geen oorlogs vloot meer en het vraagstuk van de vaart van vreemde oorlogsschepen door Neder landsche wateren heeft alle practische beleekeni,s verloren in verband mei ver plichtingen, welke aan Nederland, als lid van den Volkenbond, door do bepalingen van het Handvest, in 't bijzonder door art. 16 paragraaf 3 zijn opgelegd. Aan den anderen kant hebben de ge delegeerden van de Geallieerd^ en Ge associeerde mogendheden in dje commis sie van XTV Ier rechtvaardiging van bun- ne houding tegenover de Belgische dele gatie de volgende verklaring afgelegd: „Van uitsluitend militair en maritiem standpunt uit beoordeeld, zou het ver zoek van België (betreffende de doorvaart van oorlogsschepen), wanneer er gunstig over beschikt ware geweest, tegenover eenige problematische voordcelen, tal rijke en ernstige nadeelen hebben opge leverd, welke de militaire deskundigen in hun rapport aan de commissie van XTV naar voren, gebracht hebben." Het is niet nutteloos daaraan toe te voegen, zoo eindigt de Minister, dat die mcenïng van den Belgischen generalen staf op dit punt niet afwijkend is. Het verbod op schepen beslag te leggen. Men schrijft aan de N. Ft. Crt Op 9 dezer strandde hel van Ant werpen naai- Hamburg bestemde Fraji- sche s.s. „Forbin" op het Leugeiuiars- hoofd le Vlissingen. Dit hoofd is een der vele, die de zeezijde van Vlissingen den bekenden Boulevard, tegen tien vre- tenden stroom V3n de „Sardijngeul" be schermt. Hel doel „vsn deze uit dicht le gen elkaar geheide groengiart palen be staande hoofden is den stroom uil den wal te houden en den onderzleesfchen oever te beveiligen. De hoofden zijn van buitengewoon sterke en vsn eene in Ne derland verder niel voorkomende con structie en, daar hel vaarwater, dal daar zeer smal is, er vlak langs Joopl, worden zij herhaaldelijk door stoomschepen aan gevaren en vinden er strandingen plaats. De hoofden zijn in onderhoud bij den Rijkswaterstaat, het zijn Rijkswerken, zij vallen dus onder de Waterstaalswet. Bij beschadiging wordt aan hel schip, de reederij, den agent, contanten of meest borgstelling gevraagd, gecischt, dikwijls onder bedreiging, dat hij niel voldoen daaraan het schip zal worden in beslag genomen op de Schelde. Het s.s. „Forbin" dan voer op het; „jLeugcnaarshoofd" en maakte er een groot gat in. De schade aan het hoofd werd heden door den Rijkswaterstaat ge raamd op f21.000. Voor dat bedrag zal natuurlijk cautie worden gevraagd en deze zal wel worden gesteld, maar dp vraag rijst hoe zal men, of liever hoe zal de Staat der Nederland/en onder hel nieuwe tractaat zijn recht moeten zoe ken, wanneer hem het recht van inbe slagneming op de rivier is ontnomen. De Slaat zal dan zijn recht moeten zoe ken i,n Antwerpen! Het tractaat i,s de Grond wc t. Jhr dr. C. G. S. Sandberg heeft in de N. R. Crt. naast elkaar gesteld de Grondwetarli,kelen waarbij bepaald wordt dal de Wel <fye regels aan het waterstaatsbestuur geeft, dal de Koning heeft het volle toezicht en de Slalen der Provinciën hel toezicht, en dat water schapsbesturen volgens de regels, door een wel te s(e11 envorderi,ngen kunnen maken; en de verdragsbepalingen betreffende de macht der Commissie voor het Schel- debeheer ten opzichte van waterstaats werken. „Hier zou dus, vooral dooi* de daarin opgenomen arbitrageclausule, in een vi taal deel van onze staatsorganisatie bij verdrag een lichaam worden ingevoegd, dat nooit in de bedoeling van den Grond wetgever kan hebben gelegen. Genoemd arlilcel lasl aldus m. i„ zoo misschien niel naar de letter dan toch zeker naar den geestv de aangehaalde bepalingen van de Grondwet aan. en voor een' groot deel zelfs de Jetter." WIJZIGING I ORENSENBIELASTING. Naar de „Limburger Koerier" vei neemt, is bij de regeering ecu wijziging in de ForensenbeLasling in overweging, waarbij een billijker regeling voor de werkforensen met een laag inkomen tot stand zou komen. Werk forensen mei een inkomen f 2000 wellicht wordt dit uitgebreid tot f 2500 zullen aangeslagen worden voor 1/3 in de forense-gemeente cn voor 2/3 in de woojirgemeente. Werkforensen met een hooger inkomen zullen aangeslagen worden voor een lie- drag van f ,2000 (o(P f (21500; voor Va in dc forense- cn voor 2/3 in de woon-gemeen te Voor hel overige inkomen zal de regeling gelden, dat hiervan Ln de forense- en 2/3 in de woom-gemeente belast wordt. Heeft een werkforens b v. een inko men van f 3500, dan wordt daarvan f 2000 (of f <2500) voor 1/3 in de forense en voor 2/s in de woongemeente aange slagen, terwijl daarva'n f 1500 (elf f 1000 voor 2/3 in de forense- en voor ':S in de woon-gemeente belast wordt. EEN NIEUWE DRANKWET MET PLAATSELIJKE KEUZE. Naar „Oris Belang", het orgaan van den Ncderlandschen Bond van Koffie huis-restauranthouders en slijters, van welk orgaan het Kamerlid Abr. Staalman redacteur is, meldt, heeft cle boud toege zonden gekregen een voorontwerp met concept-memorie van toelichting lot wij ziging van de Drankwei Het blad zegl, 11a gewezen te hebben op den verlrouwelijken aard van hel toe gezonden stuk „Wij verklappen naar on ze meening geen geheim, wij begaan geen onbescheidenheid, wanneer wij mede deelen, dat het wetsontwerp een regeling voor de Plaatselijke Keuze inhoudt Het was trouwens wel eenigszins te verwach ten." EEN NEDERLAND5CH INCIDENT TE HANKOU. Di het in ons vorig nummer ondiep Nagekomen Belichten opgenomen tele gram over de mishandeling van een con sul, was door onduidelijke lelefoonop- gave vernield dat hel de Britsche consul was. Dat moest zijn: de Belgische consul. Maar bovendien blijkbaar dat hij op trad in de tevens door hem beklecdpl hoedanigneid van Nederland sell consul. Toen hij zich tegen het wegbrengen! van den directeur van een Nederland|schc firma door een Chineesch handelaar wil de verzetten, werd hij door dezen laatste met hulp van Ohineezen aangegrepen en naar een Chineeschen politiepost ge bracht. De Belgische consul-generaal is, na energieke lusschenkomsl van den Fransclien consul weer op vrije voeten gesteld. De Belgische ambassadeur te Pe king heeft den Franschen ambassadeur zijn dank betuigd, en het geval Ier kennis gebracht van den Nederlandschen gezant. sa MORi/VXN-BAV ook Uw merk zal zijn. -A^rei"GGElAftRJ(TOOOS£npAA~ (Ingez. Med.) (1st Stad au Provincie. Uit Middelburg. De afdeeling Walcheren van de Ne derlandsche Reisvereeniging houdt Za terdag a.s, een bijeenkomst in de groote zsal van het Schuttershof, waarin in filmbeeld en woord een reis n3ar de West Noorsche Fjorden zal worden te zien gegeven en besproken. Gisteren? \011a had op de bovenzaal van de Eendracht op <10 Markt hel laatste bedrijf plsats van de 7de internationale tentoonstelling vsn pluimvee, koniji duiven, welke gedurende de 'Kerstdagen alhier werd gehouden. Bij ontstentenis van den voorzitter der M. T den heer J. Kraamer, heette de vice-voorzilter, de heer J. L Wigard alle aanwezigen welkom en bracht in de eerste plaats dank aan alle inzenders eii schenkers; yan eere-prijzen.. Spr. meenl, d3t de tentoon stelling schitterend is geslaagd De dieren waren van betere kwaliteit dan voorheen liet bezoek was ook zeer bevredigend, vooral waar de Kerstdagen minder ge schikt vielen. Namens den voorzitter brengt spr. in het bijzonder dank aan de heer Weeda en v. d. Bout voor hun groote hulp. De secrelaris, de lieer \V. J o z i a s se zcide, dal hem spijl, dat men aan de laatste werkzaamheden is, gezien de pret tige samenwerking, die oök nu hecfl be staan, Spr. wijs! er op, dat de fokkers uit Goes, die de tentoonstelling bezoch ten evenals de keurmeesters zeer tevre den waren over de inrichting van dc ten toonstelling en het geexposeerde. Spr. hoopt, dal een volgende keer allen weer zullen medewerken. Hierna werd overgegaan tol verkoop bij opbod van de dieren en andere prij zen voor de verloting aangekocht, doch lot lieden niet afgehaald, waarbij 0113 bleek, dat er nog ecu vrij groot aantal personen is, dat de verlotingslijsten niet inziet. Hierna ging de secretaris over lot liet uitreiken der wisselbekers en eere-prij zen aan de inzenders, die aanwezig wa ren, en daarna van de klasse, dus geld prijzen. Hierbij moesten de prijs winners oen 'kwitantie teekenen en zeer toepasse lijk geschiedde dit met een pen verval in QCn voeren houder. Tevens werd, aan ver- koopers van dieren voor de verloting en aan particulieren het hiui toekomende uitgekeerd. Een en ander kostte natuurlijk nog il wat tijd, maar toch kwam er ook oon eindo aan en kon de heer Wiig.ird toen nogmaals hel woord nemen om al len te flanken voor hun aanwezigheid en hen een tot weerziens toe te roepen. Spr. voegde hier aan toe een bijzonder woord van dank aan den secretaris voor al het werk ook weer verricht aan do voor bereidingen voor deze prijsuiUkefiug. De heer R. A. Basliaanse meende de. tolk to zijn van alle inzenders als hij het bestuur dank brengt \oor alles wat het heeft gedaan voor het inrichten en welslagen dezer tentoonstelling. Spr kon de verzekering geven, dat allen gaarne weer terug zullen komen. De secretaris wees er nog op, dat al is de tentoonstelling niet ,groof'„ de Middelburgsrhe toch 111 Holland goed be kend staat Dit komt vooral ook 'door de goede regeling Sommige besturen zijn langzaam met het uitrijken der prij zen en al zou liet nog aangenamer zijn als hol op de tentoonstel ling zelve zou kunnen geschieden, meent spr. dat de prijswinners- met uRkeering ra 14 dagen ook tevreden kunnen zijn Na de tentoonstelling van 1922 toen er 1100 inzendingen war>n, is ren dalin0 in getreden, maar thans is er weer een stij gende lijn en spr. hoopt, dat dit zoo zal doorgaan Hierna werd de bijeenkomst opge heven. Gisterenavond begaf ongeveer 30-jarige mejuffrouw R. alhier zich met de tram van 7.30 ufaar de Abeele. Zij had den conducteur geen kennis ge geven daar te willen afstappen en dus werd niet geslopt. De reizigster had toen de groote onvoorzichtigheid toch van iiet achtcrbalcon te stappen en kwam daar bij achterover le vallen Zij werd bewus- teloos opgenomen en met een schedel breuk naar het gasthuis vervoerd. He den middag was haar toestand naar om standigheden vrijwel. Uit Zuid-Beveland. Donderdagavond kwam de raad van Kloe tinge bijeen. Afwezig de heer D. Sinke. Na een jaaroverzicht van den voorzitter, werd ingewilligd een verzoek van Jan de Jonge en Jacob Dekker, beiden te Kloelinge, om garantie te wil len stellen voor 'aanleg van gas en water leiding in den nieuwen Rijksweg. Besloten werd aan A. Glerum. oud- gemeentewerkman. voor 1926 wekelijks f3 te blijven uitbetalen voor zijn. leven. Na vaststelling van een instruct e voor deji gemeenteb.'iuwmoeslei". ging de raad tot benoeming van een nieuwen gem. bouwmeester over. Door B en W. waren alphabetisch aanbevolen de heoren: A. le Clercq le Kruiningen, W. H. J van dei- Hooft te Kloelinge en van Maris to Goes. Na eeji geheime zitting went ge stemd, en werd benoemd d,e heer 0. van Maris met 4' stommen, terwijl op den heer W. H. J van der Hooft 2 stemmen werden uitgebracht. Tot lid van de commissie van plaatse-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1927 | | pagina 1