Ingezonden Stukken.
--
ontwikkeld, dat bejeekent, haar streven
was er vooral op gericht, de zwakke
ren onder hen te beschermen, hun dra
gelijke levensvoorwaarden te verzekeren.
Daardoor werden de uitgaven van de
directeuren voor de groiote massa lager
personeel aan hun schouwburg zoo, groot,
dat de eerste rangs tooneelspelers moes
ten vreezen, dat er niet genoeg' mid
delen zouden overblijven, om) hun recht
matige hoogcre aanspraken te bevredi
gen. Er ontstond een beweging van de
„Prominenten", zooals men hen toenter
tijd noemde, die hun belangen zelf wil
den behartigen. De directeuren zagen
deze huiselijke twist in het genootschap
ïneesmiuilend aan. Maar hun verwachtin
gen werden beschaamd. De „Prominen
ten" zagen spoedig in, dat ook zij' zelf
zelf slechts dan hun invloed op den
duur behouden konden, als ze zich vast
aansloten bij hun collega's. Zo» vond
de nu uitgebroken tooneelstrijd de too
neelspelers eensgezind en in de verga
deringen der stakers, die nu iederen
avond tot in den nacht gehouden wor
den, kon men alle bekende koppen vin
den, die hel publiek anders in de schouw
burgen toejuicht.
Deze vergaderingen boden onvergete
lijke tooneelen. Men bemerkte, dat de
kunstenaars ook ran de arbeiders ge
leerd hebben. Als uit den grond gtetoo-
verd was plotseling een „stakingsleidimg"
aanwezig, die verbazingwekkend punc-
tioneel funclionneerde. Er werden wer
kelijk uitstekende redevoeringen gehou
den, met een temperament en een stemr
omvang, zooals den fabrieksarbeider niet
ten dienste staat. Een van de vroolijk-
ste èn luimigste Berlijnsehe tooneelspe
lers is Oskar Sabo, een fidele kerel, niet
alleen een meester in de beminnelijke
ver!olking van komische figuren, maar ook
in het zingen van coupletten, die hij
liefst zelf met de viool of de guijaar be
geleidt. En juist deze Oskar Sabb is de
onstuimiigste agitator van de staking, aan
wiens lippen de duizenden, die de ver
gadering bijwonen, onder adenikxoze stil
te hangen. Hij en zijn kameraden in het
comité zijn onvermoeid lom de uit zop
verschillende elementen bestaande menig
te 'in bedwang te houden. Zij' vinden
dagelijks nieuwe propagandamiddelen uil.
In de cinema's, de cabarets, de va
riététheaters worden toespraken gehou
den. Op straat worden vlugschriften
verspreid. Voor de groote schouwbur
gen worden werkelijke „stakingsposters"
opgesteld, want het heeft nauurlijk, zoo
als niet anders te verwachten was, ook
aan enkele „onderkruipers", arheidis-
willigen, niet ontbroken, die eerst door
woorden of door zadht geweld tot soli
dariteit met hun collega's gedwongen
gen moesten worden. Daarbij heeft het
ook aan grapipige intermezzo's niet lotut-
broken. Waar tooneelmenschen aan het
werk zijn, kan dat niet uitblijven. Een
van de directeuren had een aanwijzing
gegeven, dat hij de aangekondigde „sta-
kingsposters" door de massieve krachten
onder zijn theaterknechts in toom' zou
houden. Daarop verscheen voor zijn
schouwburg een ^roep van breedgje-
schouderde, gespierde, sportieve tooneel
spelers, werkelijke Herculesiges tal tente
gen wie de heeren thedlerknechjts het
niet durfden opnemen.
In een drukke straat in West-Berlijn
bevond zich onder cle v!ugschriftvter-
spreideqs ook de hoogte gestalte van den
tooneelsepler Westermever, die, zooals
hij gewoon was, ook bij deze gelegenheid
een monocle in het oog droeg. Een ar
beider kwam voorbij en vroeg1 ironisch-
„De nood der Monocle-dragers!" Daar
op stak Westermeyer kalm glimlachend
zijn monocle in zijn zak, haalde zijft
bril te voorschijn en zette die op 'den
neus. Het publiek, dat dicht om de
groep heen stond, lachte. „Ich mache
Maske" zei de heer W|eistermeyer en had
het spel gewonnen.
Wat de staking wezenlijk ondersteun
de, was het reusachtige vermogen, dat de
„Bühnengenossenschaft" in lange jaren
opgespaard heeft. Deze middelen alleen
stelden haar reeds in staat, ieder, die
den arbeid neergelegd had, en behoeftig
was, vóór alles dagelijks 1000 Mark uil
te betalen. Maar afgezien daarvrn,
gaan werken op gevaar af een obus te
krijgen
Quinquis niet waar? Hij ïs net moe
dig. Maar Quelle-de-Renard evenmin.
Moest hij niet bij ons zijn?
Pierre knikte loestemtaend.
Op dit uur beginnen zij thuis zachtjes
aan hun boekweit te dorschen.
Thuis! De heilige woorden, die hen
allen deden droomen lijden, hopen en
ook den dood trotseeren, zij die de oorlóg
sinds veertien maanden ontrukt had aan
de huizen die verstrooid lagen over cle
velden en waarvan ieder de verplichting
heefl een stuk grond van Frankrijk te be
werken! De beide soldaten waren als
mei. één! sprong weer in het land van
Corno.uaille teruggekeerd, in de hofste
den van Kerjan en van Champdolent, ge
touwd op dezelfde helling, die naar de
zee uitloopt. Zij dachten al niet mieer aan
de boerenknechts, evenmin als aan den
oc:, 1 van de boekweit. Zij dachten aan
dezelfde .jonge vrouw: Marie. Er volg
de nu een langdurige stelte.
ITet is waar ook, zei eindelijk
Quéverne, ik moet mijn brief nog' lezen b
Hij z.eide dit uiterlijk kalms Hij wilde
zich niet verloochenen. Er kwam sok hij
dat hij vrees had voor het onbekende.
Bij de zeldzame gelegenheden, dat zijn
vader had geschreven of zijn zuster Julie,
stroomden letterlijk dagelijks riieuwe
geldsommten toe. De „Prominenten stel
den, de een na den ander, groote som
men ter beschikking. Buitenlanders, die
in Berlijn vertoeven, vooral buitenland-
sche kunstenaars, droegen aanzienlijke
bedragen bij. In de gebouwen van het
genootschap zelf, in de Keithstraat, werd
een noodkeuken voor hen opgericht, die
anders in de cantine van hun theater ge
woon zijn te eten. En de geliefste,
mooiste Berlijnsehe tooneelspeeelsters
beschouwden het als een genoegen, hJare
huishoudelijke talenten le toonen, dioi$r
in te koopen, te kolceü, en te 'bedienen.
Van alle kanten kwamen sympathictetui-
ngingen in. Zelfs de groote vereenijjin-
gen van tooneelspelers in Duitsehland
Oostenrijk, in Tsjecho-Slowakije en in
Zwitserland, verklaarden dat ze niet zou
den dulden, dat iemand, (Tie in Berlijp
als „onderkruiper" optrad, ooit weer jn
een schouwburg in hun land zou spelen.
Nu, de groote strijd zal wel weer be
daren. Als deze regels in druk verschij
nen, heerscht er waarschijnlijk reeds
weer vrede en eendracht. Op het oogen-
ttik spelen in Berlijn feitelijk alleen de
Staatsiscliouwhurgen, het Opperh'aus en
het Schausspielbpus, waarvan de mede
werkers als staatsambtenaren naar jan-
dere normen gehonoreerd worden en
daardoor er beter voor staan dan de
kunstenaars, die itan particuliere thea
ters verbonden zijn.
Behalve deze hebben er nog biijlzon-
dere voorstellingen plaats, die door de
stakingsleiders nïiar hun beste krach
ten geënsceneerd worden. Het publiek
wordt echter ongeduldig. En de directeu
ren? Ze berekenen met gemengde ge
voelens de kolossale vermindering van
hun inkomsten, juist in den tijd voor
Kerstmis, als Berlijn door vreemdelingten
overstroomd wordt. Ook hunne halsstar
righeid zal wel verslappen.
•Tuist de laatste weken hadden een
btelangrijken bloei van het Berlijnschje
theaterwezen gebracht. Bijlzonder opzien
heeft daarbij een zeldzame gebeurtenis
gebaard: de eerste opvoering van een
Fransch tooneelstuk, dat in Frankrijk
zelf nog noöit gespeeld is. De auteur
is domain Rolland, de groote Fransche
strijder voor liet pasifisilsme, en zijn stuk
was een drama uit den Boerenoorlog.
Het draagt den titel: De tijd zal komen"
en is reeds twintig jaar geledjen ge
schreven, niet alleen ontstaan uit ver
ontwaardiging over den Engelschen in
val in de Zuid-Afrikaansche republiek,
die toentertijd zoo heftig in Frankrijk
losbarstte, maar ook uit een opstandige,
universeele stemming, die den oorlog
in 't algemeen verafschuwt. Onverbloemd
worden de voorvallen uit den strijd van
de Boeren ten tooneele gevoerd. De En-
gelsche veldmaarschalk, die 'in werke
lijkheid Lord Roberts heette, hjeet hier
Lord Clifford. We kennen den aanvoer
der der Boeren: de Wiet hier treedt
de weduwe van den gevallen comman
dant „de Wit" op. Haar jonge zoon
neemt ha.lf onbewust, wraak' op dte ver
overaars en schiet den Britschen gene
raal neer. Clifford is echter van Hol
land's stam. Hij is een soldaat, die zijn
plicht doet. Maar in zijn binnenste
knaagt de twijfel of dit heele oorlogswerk
geen onrecht aan de menschlijeid is. De
debatten, die hij met de andfere Engel-
sche officieren voert, klinken nu, alsof
ze niet afkomstig zijn uit dien lang ge
leden Afrikaanschen veldtocht, maar in
den Europeesrhen oorlog1, die onmiddel
lijk achter ons ligt, met de graimofoon
zijn opgenomen. .Vis de soldaten op n
regenachtigen avond om een kampvuur
zitten en over den hel van hurt krijgs-
bestaan morren, gelooven de Berlijnsehe
toeschouwers onze Duitsche „Feld-
igrauen" van 1918 te hooren.
De tweede acte eindigt met een mach
tig dichterlijk Visioen. Uit een van de
beruchte concentratiekampen van cle -ge
vangen Boeren ook dit detail ont
breekt niet is een jonge, Italiaans'che
vrijheidsheld, die met Iijpn vocht, uitge
broken. Een F.ngelsche soldaat roept hein
aan, Schoten vallen. Beiden worden doo-
deliik gewond op het tooneel getracht
en stervend omarmen de vijanden elkaar
de religieuse of de knappe ondermeester
van .Tauréquiberry had Pierre gewoon
ünet zijn vinger den .brief opengemaakt,
Waarbij dan het papier meestal scheur
de. Maar loen hij nu zijn hand diep in
zijn zak had gestoken waarbij hij zich
blikte haalde hij tegelijk Snel den brief
een snoeimes met hoornen hecht te voor
schijn stak het in de spleet van de enve
loppe en sneed met veel zorg het papier
door .alsjof het een reliquie was1, een
Gtukje van den sluier van een heilige uit
Breia, ne. Kerkudol keek uit bescheiden-
beid, zooals dit behoort, naar de w'a-,
yen die over de vlakte reden terwijl zijn
l.arteraad den brief las. Het -gedreun van
zwaar geschut kwaln van den horizon.
De vlakte weerkaatste licht naar den
henve.z zooals op zomjerdagen. Het deed
goed wat uit tc rusten in het gras.
Kerkudol?
Wat was de stem van Pier-re Quéverne
in een enkele 'mfinuut veranderd!
Zeg Kerkudol, hij is van mlijn doch
tertje... deze keer! De mfceder heeft
enkel maar het adres geschreven en de
woerden, dat begrijp je... Wat zal zij
lief zijn, de kleine Jeanne Marie!
Stom van bebazinig te verlegen om het
te Iconen bleef Kerkud|0l met aandachj
naar de vlakte kijken, zonder een woord
te zegge.a en zonder zich te verroeren.
als broeders. Zoo vergeeft ook de ster
vende veldmaarschalk den knaap, die
hem doodde. „Ik kan niet meer hafeu"
zegt zijn moeder, die tot nu toe slechts,
aan bloedige vergelding dacht. De tijd
zal komen, denkt Ronxain Rolland, dat
alle menschen zoo denken, allen den
oorlog verwenschen, allen zich broeder#
gevoelen.
Werkelijk? Zat ze komen?
Dr. MAX OSB.ORN.
D-E, SCHOOLKWESTIE TE
KOUDEKERKE.
Geachte Redactie
Naar aanleiding van hetgeen de heer
Sanderse in de bijeenkomst van Vrijdag
avond j.l. zeide betreffende het peil van
het onderwijs op en openbare school
in onze gemeente, wensch ik het vol
gende op te merken.
Dit jaar deed een leerling der open
bare school toelatingsexamen voor de
ambachtsschool te Middelburg. Het ge
tal aanvragen was grooter dan dat der
beschikbare plaatsen. De leerling kon
geplaatst worden.
Verleden jaar deed een leerling toe
latingsexamen voor de burgeravondschool
te Wissingen. Het getal aanvragen stond
tot dat der beschikbare plaatsen als '3
tot 1. De leerling' slaagde.
Een paar jaar geleden deed een leer
ling toelatings.examen voor de ambachts
school te Middelburg om als bankwer
kersleerling plaatsing te bekomen. Het
aantal aanvragen stond tot dat der fcfe-
schikbare plaatsen als 4 tot 1.
De leerling slaagde.
Buiten de genoemde drie hebben geen
andere leerlingen zich voor eenig exa
men opgegeven. Er is dus ook niemand
afgewezen.
Bij deze drie gevallen zal ik het voor-
loopig laten. Volledigheidshalve zij' ver
meld, dat van opzettelijk voorbereiden
geen sprake is geweest. De kennis' op- de
schoolbanken opgedaan bleek voldoende.
Feiten bewijzen meer dan woorden. De
liggen kort achter ons en een onderzoek
er naar zal zeer gemakkelijk vallen.
Zoo noodig, geachte redactie, kan ik
nog meer feiten aanvoeren. Mijn reper
toire is nog vei^ van uitgeput.
Met 'beleefden dank voor de opneming,
Hoogachtend,
H. MEIJLER,
Eloofd der Openbare School
te Koudekerke.
Koudekerke, 5 December 1922.
0
OUB-GEPENSIONNEERDEN I>ER
MARINE.
Mijnheer de Redacteur.
Beleefd verzoekt ondergeteekende U 't
onderstaande wel als ingezonden stuk in
Uw veelgelezen blad te willen opnemen.
De Memorie van Antwoord iop de Ma-
rinebegrooting brengt den oud-gepensi-
onneerden der Zeemacht weer een 'bit
tere teleurstelling', naar aanleiding van
de daarin vervatte mededeeling dat:
„De nood der oud-gepenslonneerde mi
litairen reeds herhaaldelijk een punt van
„overweging heeft uitgemaakt, doch dat,
„hoe gaarne de Minister aan dienmood
„eénigernfate zou wenschen tegemoet t®
„komen, de daaraan verbonden bezwa
ren van dien aard zijn, dat hij tot zijn
„leedwezen toekenning van een toelage
„als wordt gevraagd, niet kan in uit
richt stellen."
Dat die oude zeevaarders een beter®
behandeling verdiend hebben, daarover
zijn vele Ministers en Volksvertegenwoor
digers het eens, maar steeds stuiten gun
stige overwegingen af op het bang zijn
voor de gevolgen die daaruit zouden kun
nen voortvloeien.
Den jongeren misgunnen wij hun be
tere pensioenen niet, maar is het billijk,
zouden wij willen vragen, om! de oude
ren hiervan geheel buiten te sluiten? In
het arme België huldigt men een andere
opvatting en krijgen ook de oud-gepen-
sionneerden een pensioen, aanpassende
aan "de tegenwoordige tijdsomstandighe
den.
Hij plukte een grasspriet en stak die in
zijn Ti Hond. Toen vermande hij zich en
zei op eens alsof helmi iets te binnen
schoot.
Ik heb' jou Jeanne Marie weerge
zien
Dat heb je nooit gezegd I i
Het was ook voor de .September
aanvallen, toen ik 'met verlof gegaan ben.
Ik was toen nog niet bij"1 het zevende..
Op wie lijkt zij nu?
Kerkudol beet verlegen op zijn gras
sprietje.
Wees maar niet bangSpreek maar
eerlijk! Niet op Imlij?
Neen, sprekend op haar!
Dan is zij ïnlooiDat beloofde zij
al toen ik van haar ben weggegaan
Maar wat was zij toen nog klein! Welzoo!
Lijkt zij op Marie? Dat is. aardig'Zij
heeJI dus een blonde teint?
-- Volkomen Mank met kleine zomer
sproetjes m
Fen uiterlijk, dat ik niet veel in
onze streek gezien heb.
Dal lijkt taij ook zoo.
Een stettn' die pijn doet, of gloed
en die in het hart dringt? Herinner je je
wel?
Zij heeft in m(ijn bijzijn niet ge
sproken.
Welnu kamferaad mijn dochtertje
Met volle overtuiging wordt hier neer
geschreven dat, hetgeen door Land- en
Zeemacht in de tropen en door velen
ook hier te Lande gedurende de mobili-
saliejaren vóór 1 Januari 1918, maar
vooral in de tropen gedurende de jaren
1885—1900 is verricht tot handhaving1
of vestiging van het Nederlandsch ge
zag in de Buitenbezittingen, hun ten vol
le recht geeft om) maar steeds weer op
herziening hunner pensioenen aan te
dringen, temeer daar hun, bij hunne in
diensttreding een verzorgden ouden dag
in uitzicht werd gesteld en het des jij ds
genoten wordend salaris vooral in
de tropen zou belachelijk klein was,
dat hiervan niets voor de toekomst kon
worden afgezonderd.
Eén voorbeeld slechts móge dit toe
lichten:
Een sergeant-onderofficier b.v, had
hier te lande f 32 salaris' in de maand,
welk bedrag jn Oost-Indië met f 8 (zegge:
„acht g|ulden") per maand werd verhoogd,
zoodat in O. I. f 40 per maand in zijn
geheel genoten werd, waarvan vrouw en
kinderen in Holland geheel móesten wor
den onderhouden en de man zich 'boven
dien in Oost-Indië moest kleeden, wasch-
gejd 'betalen enz. Het vooruitzicht om
op den ouden dag verzorgd te zijn hield
echter den moed er in.
Ook de gepensionneerden volgens de
oude wetten weten en begrijpen dat we
in een tijd van bezuiniging leven, maar
toch zou met eenigen goeden wil nog
wet wat voor die oude gepensionneerde
militairen gedaan kunnen worden zonder
bang te móeten zijn, dat een verhooging
van pensioen over de geheele lijn op
deze verbetering zou móeten volgen.
De gepensionneerde militairen bene
den den rang van officier, ge pension-
nee rd vóór 1 Januari 1918, genieten
slechts' ongeveer 30 pCt. van hun ge
noten salaris aan pensioen, terwijl de
burgerlijke ambtenaren, vallende onder
de oude pensioenwetten, ongeveer 66
pCt. van hun genoten salaris aan pen
sioen genieten.
De volgens de nieuwe pensioenwetten
gtepensionneerd wordende 'militaire en
burgerlijke ambtenaren worden op den
zelfden grondslag berekend, waardoor
dus erkend is dat gelijkstelling billijk is.
Wanneer nu b.v. de 40 pet. wet van
1920 zoodanig werd gewijzigd dat den
gewezen militairen niet 40 maai" b.v.
80 pCt. toeslag op hun pensioen werd
toegekend, dan zou het bedrag van hun
pensioen slechts in overeenstemtming! zijn
gebracht mtet dat genoten wordende doior
de onder de oude wetten vallende bur
gerlijke ambtenaren en waren de slechtst
bedeelden hierdoor althans weer eenigV-
zins geholpen.
Op Scheveningen werd door Hare 'Ma
jesteit de Koningin een monument ont
huld, opgericht van gtelden door het Ne-
derlandsche Volk bijeengebracht, om
dank te brengen aan Land- en Zeemlacht
voor al hetgeen gedurende de oorlogsja
ren voor de handhaving! onzer onzijdig
heid is gedaan.
Prachtig vinden ook wij dergelijke han
delingen, maar wanneer aan de vóór 1
Januari 1918, wegens lichaamsgebreken
afgekeurde en gepensionneerde militai
ren een 'pensioen wordt toegekend, waar
van zij met den besten wil niet kunnen
bestaan en de na 1 Januari 1918 ge
pensionneerden dikwijls het driedubbele
van het hun toegekend bedrag genieten,
dan kan ik mij voorstellen dat zij de
verzuchting slaken: „wat hebben wij aan
steenen monumenten, wanneer ons een
pensioen wordt toegekend zoo reusach
tig verschillend mtet hen. die het geluk
hadden eerst na dien fatalen datum' van
1 Januari 1918 te worden gepension-
neerd."
Wanneer het waar is dat hel recht
altijd zegeviert, dan 'ben ik overtuigd,
dat de hierin bedoelde gepensionneerde
militairen niet lang meer op een beter
pensioen zullen moeten wachten, want
recht hebben zij" zeker daarop, het was
hun beloofd en de nieuwe pensioenen
leveren het 'bewijs, dat de oude pensioe
nen veel en veel te klein zijn
om' van een verzorgden ouden 'dag: te
kunnen spreken.
U, 'mijnheer de Redacteur, beleefd dank
schrijft mij maar de moeder heeft het
bedacht, dat ik verlof moet nemen en
te Fouësnant tmloet komen! I
Kerkudol kon zich haast niet bedwin
gen. Hij keerde het hoofd om en bemerk
te dat Pierre Quéverne dicht bij he'ml
was- gekomen, dat zijn oiogen van vreugde
straalden ,dat liij lachte en daarbij zijn
witte tanden liet zien en dat hij helm
den brief toestak. Diep gjetroffen bij
het hooren van zooveel dingen op één
cogenblik, waagde de 'meesterknecht van
Kerjan het terwijl hij de boersche voor
zichtigheid ,die hefm tot nu toe weer
houden had vrijuit te spreken op zij
zette, te zeggen:
Ik heb' je vrouw ook weergezien in
den grooten boomgaard op 'n mórgen
toen een ruwe wind de appelen had af
gerukt!
'Hij ging nu vertellen van den dag,
dien hij op Kerjan en op Chamfpdolenl
had doorgebracht, de woorden die hjj
gezegd had zelfs die niets' te beteeke-
nen hadden en hoe Marie naar Pierre
had gevraagd.
Als iis geweten nad, dat je dit plei-
zier zou gedaan hebben dan had ik het
je zeker eerder verteld. Maar weet je,
'men is wat huiverig: de huisgezinnen.
Ja de -wereld begrijpt er niets van.
Enkel de góede God. Jij Kerkudol, die
zeggend voor de verleende plaatsruimte,
teekent gaarne
Hoogachtend,
C.
BURGERLIJKEN STAND.
Vlissingen.
Van 30 Nov.6 Dec. Ondertrouwd
J. P. de Hullu, 25 j. en C. P. Volk,
23 j.; C. Stroo, 21 j., en J. H. Harincfc,
23 j.; G. J. de Muijnck, 25 j., en L. Kerni-
pe, 20 j.; J. J. Mesker, 28 j., en J. Bun-
scholen, 28 j.; J. L. F. Sm'its, 32 j., en
H. Th. Piepers, 26 j.; H. Caljó, 27 j.,
en C. M. Rademaker, 32 j. I
Getrouwd: L. J. Smits, 31 j„ en J. va*
Wezel, 28 j.; I. v. d. Ruuse, 24 j. en
de Ridder, 18 j.
Bevallen: J. W. M. Eschler, geb. Streef
kerk, z.; A. M. v. d. Dood, geb. Rlinto-
hoff, z.; R. Hamers, geb. Leijen, d
J. Verhage, geb. De Nooijer, z.; C. Baaü,
geb. Komen, d.; H. E. Legein, geb. Eve>-
raers, z.; B. J. v. d. Endt, geb de Tos,
d.; E. M. Wisse, gteb. Goote, 2.z. (twee®.)
J. P. M. C. Hertstein, geb. Den Har jog,
z. (Ievenl.)
Overleden: K. F. Kokelaar, wedr. wan
C. Bouwens, 88 j.; M. S. CaljouW, wedf.
van A. van Tol, 58 j.; L. I. Remaut, welcl.
van J. M. Vandamlne, 74 j.
VERGADERINGEN, CONCERTEN, ENK.
Dinsdag 12 Dec. Lezing met licht
beelden ver. Voor de Kunst. Fiifc
Lensveld over „Theaterkunst".
Maandag 18 Dec. Natuurk. Gezelschap
spr. prof. dr. G. JelgerspBa, Leiden
onderwerpDrioomen.
Woensdag 20 Dec. Zanguitv. 25-jarig
bestaan „Soli Deo Gloria". Con
cert en Gehoorzaal 8 uur.
Woensdag rtO Dec. Alg. verg. van
Venn. Nijverheidsver. Soóiteit
De Vergenoeging, 8 uur.
Wioensdag 20 Dec. Gen. Rep. In
strumentale. Concertzaal.
Donderdag 21 Deo. Concert In
strumentale. Concertzaal.
Vrijdag 22 Dec. Gymïi. vereen. „Ni
hil Sine Labore". Feestavond oipv.
„Het Spookhuis". Schouwburg
8 uur.
Donderdag 28 Dec. Voordrachtavond
J. J. van Elsacker. Concertz.
Wioensdag 10 Jan. '23 Winterlezing
Boigardzaal. Spr. dr. J. R. Galleö-
bach, Herv. pred. Rotterdam, On
derwerp „Guido Gezelle. 8 u.
Donderdag 11 en 25 J an. Cursus, Jean
Christophe, dr. Cannegieter. 8 u.
Woensdag 17 Jan. Afconn Concert
Gert. Förstel, Weingastver
Concertzaal.
Vrijdag 19 Jan. Geschied- en Lelterk.
Ver. Spr. Huib. Luns, den Bosch,
onderwerp*. Over den groei v. h.
beeldend vermogen der schilder
kunst in de Ital. renaissance. S3.
Concertzaal 8 uur.
Vrijdag! 26 Jan. Nieuwe Rythmiische
dansen. Mazure—Morks, Schouw
burg, 8 uur.
V r ij d a g 2 Febtr. Lezing: Ned. Prot
Bond, spr. ds. H. G. van Wijngaar
den, Amsterdam. Gebouw Vrijz.
Herv. 8.15 uur.
Donderdag SFefclr. Cursus „Jean
Christophe" dr. Cannegieter, 8 ufor.
Woensdag 14 Februari Winterlezing
Bogardzaal. Spr. dr. H. F. Ober
man, pred. Rotterdam:. 'Onderwerp.
„Dostojefski". 8 uur.
Woensldajg 14 Febr. Abonu. concert
Carenbat-kwartet. Concertzaal.
Woensdag 21 Febr. Wmterleang Bo
gardzaal 8 uur spreker d®. B. Ne
telenbos over: „Peer Gynl".
Vrijdag 2 Maart. Lezing Ned. Prot.
Bond. Spr. dr' J. C. A. Fetter,
Rotterdam. Geb. Vrijz. Herv.
8Vi uur.
-Woensdag 7 Maart. Abonn. Concert
Marteau en Stenhamroar. Con-
certziaal.
Woensdag 16 Maart. Winterlezing Bo
gardzaal. Spr. prof. dr. H. Th. ÖSb-
bink, hoogleeraar, Utrecht. Onder
werp „Mohammed". 8 u.
au een schijntje van de waarheid kent.
spreek er niet over!
Wees daar gerust over.
-- Spreek er niet alleen nu maar ook
later niet over! s
Men zal liet hooren Z'?odra ie mtet
verlof bent gegaan. t
Als ik ga.
jKerkudol legde zijn hand op Qué-
verne's schouder en antwoordde:
Ja, ik weet wel. dat je niet gewild
hebt toen het je beurt was maar je
bvnt er op terugkomenIk zal je een ka
meraad aanwijzen ,die geen familie beeft
maar wel een .goed hart. Votor veertig
spus zal liij zeker toeslemjtnen
Neen. Ik wil eerst een daad verrich
ten.
Welke?
De. overrompeling van den loopgraaf
van de boches. Je kunt niet begrijpen
waarom Dal is teen zaak tusschea den
kapitein en 'mijDaarna zal ik Marie ant
woorden.
Heb je den kapitein je woord ge
geven
Nog' niet.
(Wordt vervolgd'.