Ingezonden Stukken. -- ontwikkeld, dat bejeekent, haar streven was er vooral op gericht, de zwakke ren onder hen te beschermen, hun dra gelijke levensvoorwaarden te verzekeren. Daardoor werden de uitgaven van de directeuren voor de groiote massa lager personeel aan hun schouwburg zoo, groot, dat de eerste rangs tooneelspelers moes ten vreezen, dat er niet genoeg' mid delen zouden overblijven, om) hun recht matige hoogcre aanspraken te bevredi gen. Er ontstond een beweging van de „Prominenten", zooals men hen toenter tijd noemde, die hun belangen zelf wil den behartigen. De directeuren zagen deze huiselijke twist in het genootschap ïneesmiuilend aan. Maar hun verwachtin gen werden beschaamd. De „Prominen ten" zagen spoedig in, dat ook zij' zelf zelf slechts dan hun invloed op den duur behouden konden, als ze zich vast aansloten bij hun collega's. Zo» vond de nu uitgebroken tooneelstrijd de too neelspelers eensgezind en in de verga deringen der stakers, die nu iederen avond tot in den nacht gehouden wor den, kon men alle bekende koppen vin den, die hel publiek anders in de schouw burgen toejuicht. Deze vergaderingen boden onvergete lijke tooneelen. Men bemerkte, dat de kunstenaars ook ran de arbeiders ge leerd hebben. Als uit den grond gtetoo- verd was plotseling een „stakingsleidimg" aanwezig, die verbazingwekkend punc- tioneel funclionneerde. Er werden wer kelijk uitstekende redevoeringen gehou den, met een temperament en een stemr omvang, zooals den fabrieksarbeider niet ten dienste staat. Een van de vroolijk- ste èn luimigste Berlijnsehe tooneelspe lers is Oskar Sabo, een fidele kerel, niet alleen een meester in de beminnelijke ver!olking van komische figuren, maar ook in het zingen van coupletten, die hij liefst zelf met de viool of de guijaar be geleidt. En juist deze Oskar Sabb is de onstuimiigste agitator van de staking, aan wiens lippen de duizenden, die de ver gadering bijwonen, onder adenikxoze stil te hangen. Hij en zijn kameraden in het comité zijn onvermoeid lom de uit zop verschillende elementen bestaande menig te 'in bedwang te houden. Zij' vinden dagelijks nieuwe propagandamiddelen uil. In de cinema's, de cabarets, de va riététheaters worden toespraken gehou den. Op straat worden vlugschriften verspreid. Voor de groote schouwbur gen worden werkelijke „stakingsposters" opgesteld, want het heeft nauurlijk, zoo als niet anders te verwachten was, ook aan enkele „onderkruipers", arheidis- willigen, niet ontbroken, die eerst door woorden of door zadht geweld tot soli dariteit met hun collega's gedwongen gen moesten worden. Daarbij heeft het ook aan grapipige intermezzo's niet lotut- broken. Waar tooneelmenschen aan het werk zijn, kan dat niet uitblijven. Een van de directeuren had een aanwijzing gegeven, dat hij de aangekondigde „sta- kingsposters" door de massieve krachten onder zijn theaterknechts in toom' zou houden. Daarop verscheen voor zijn schouwburg een ^roep van breedgje- schouderde, gespierde, sportieve tooneel spelers, werkelijke Herculesiges tal tente gen wie de heeren thedlerknechjts het niet durfden opnemen. In een drukke straat in West-Berlijn bevond zich onder cle v!ugschriftvter- spreideqs ook de hoogte gestalte van den tooneelsepler Westermever, die, zooals hij gewoon was, ook bij deze gelegenheid een monocle in het oog droeg. Een ar beider kwam voorbij en vroeg1 ironisch- „De nood der Monocle-dragers!" Daar op stak Westermeyer kalm glimlachend zijn monocle in zijn zak, haalde zijft bril te voorschijn en zette die op 'den neus. Het publiek, dat dicht om de groep heen stond, lachte. „Ich mache Maske" zei de heer W|eistermeyer en had het spel gewonnen. Wat de staking wezenlijk ondersteun de, was het reusachtige vermogen, dat de „Bühnengenossenschaft" in lange jaren opgespaard heeft. Deze middelen alleen stelden haar reeds in staat, ieder, die den arbeid neergelegd had, en behoeftig was, vóór alles dagelijks 1000 Mark uil te betalen. Maar afgezien daarvrn, gaan werken op gevaar af een obus te krijgen Quinquis niet waar? Hij ïs net moe dig. Maar Quelle-de-Renard evenmin. Moest hij niet bij ons zijn? Pierre knikte loestemtaend. Op dit uur beginnen zij thuis zachtjes aan hun boekweit te dorschen. Thuis! De heilige woorden, die hen allen deden droomen lijden, hopen en ook den dood trotseeren, zij die de oorlóg sinds veertien maanden ontrukt had aan de huizen die verstrooid lagen over cle velden en waarvan ieder de verplichting heefl een stuk grond van Frankrijk te be werken! De beide soldaten waren als mei. één! sprong weer in het land van Corno.uaille teruggekeerd, in de hofste den van Kerjan en van Champdolent, ge touwd op dezelfde helling, die naar de zee uitloopt. Zij dachten al niet mieer aan de boerenknechts, evenmin als aan den oc:, 1 van de boekweit. Zij dachten aan dezelfde .jonge vrouw: Marie. Er volg de nu een langdurige stelte. ITet is waar ook, zei eindelijk Quéverne, ik moet mijn brief nog' lezen b Hij z.eide dit uiterlijk kalms Hij wilde zich niet verloochenen. Er kwam sok hij dat hij vrees had voor het onbekende. Bij de zeldzame gelegenheden, dat zijn vader had geschreven of zijn zuster Julie, stroomden letterlijk dagelijks riieuwe geldsommten toe. De „Prominenten stel den, de een na den ander, groote som men ter beschikking. Buitenlanders, die in Berlijn vertoeven, vooral buitenland- sche kunstenaars, droegen aanzienlijke bedragen bij. In de gebouwen van het genootschap zelf, in de Keithstraat, werd een noodkeuken voor hen opgericht, die anders in de cantine van hun theater ge woon zijn te eten. En de geliefste, mooiste Berlijnsehe tooneelspeeelsters beschouwden het als een genoegen, hJare huishoudelijke talenten le toonen, dioi$r in te koopen, te kolceü, en te 'bedienen. Van alle kanten kwamen sympathictetui- ngingen in. Zelfs de groote vereenijjin- gen van tooneelspelers in Duitsehland Oostenrijk, in Tsjecho-Slowakije en in Zwitserland, verklaarden dat ze niet zou den dulden, dat iemand, (Tie in Berlijp als „onderkruiper" optrad, ooit weer jn een schouwburg in hun land zou spelen. Nu, de groote strijd zal wel weer be daren. Als deze regels in druk verschij nen, heerscht er waarschijnlijk reeds weer vrede en eendracht. Op het oogen- ttik spelen in Berlijn feitelijk alleen de Staatsiscliouwhurgen, het Opperh'aus en het Schausspielbpus, waarvan de mede werkers als staatsambtenaren naar jan- dere normen gehonoreerd worden en daardoor er beter voor staan dan de kunstenaars, die itan particuliere thea ters verbonden zijn. Behalve deze hebben er nog biijlzon- dere voorstellingen plaats, die door de stakingsleiders nïiar hun beste krach ten geënsceneerd worden. Het publiek wordt echter ongeduldig. En de directeu ren? Ze berekenen met gemengde ge voelens de kolossale vermindering van hun inkomsten, juist in den tijd voor Kerstmis, als Berlijn door vreemdelingten overstroomd wordt. Ook hunne halsstar righeid zal wel verslappen. •Tuist de laatste weken hadden een btelangrijken bloei van het Berlijnschje theaterwezen gebracht. Bijlzonder opzien heeft daarbij een zeldzame gebeurtenis gebaard: de eerste opvoering van een Fransch tooneelstuk, dat in Frankrijk zelf nog noöit gespeeld is. De auteur is domain Rolland, de groote Fransche strijder voor liet pasifisilsme, en zijn stuk was een drama uit den Boerenoorlog. Het draagt den titel: De tijd zal komen" en is reeds twintig jaar geledjen ge schreven, niet alleen ontstaan uit ver ontwaardiging over den Engelschen in val in de Zuid-Afrikaansche republiek, die toentertijd zoo heftig in Frankrijk losbarstte, maar ook uit een opstandige, universeele stemming, die den oorlog in 't algemeen verafschuwt. Onverbloemd worden de voorvallen uit den strijd van de Boeren ten tooneele gevoerd. De En- gelsche veldmaarschalk, die 'in werke lijkheid Lord Roberts heette, hjeet hier Lord Clifford. We kennen den aanvoer der der Boeren: de Wiet hier treedt de weduwe van den gevallen comman dant „de Wit" op. Haar jonge zoon neemt ha.lf onbewust, wraak' op dte ver overaars en schiet den Britschen gene raal neer. Clifford is echter van Hol land's stam. Hij is een soldaat, die zijn plicht doet. Maar in zijn binnenste knaagt de twijfel of dit heele oorlogswerk geen onrecht aan de menschlijeid is. De debatten, die hij met de andfere Engel- sche officieren voert, klinken nu, alsof ze niet afkomstig zijn uit dien lang ge leden Afrikaanschen veldtocht, maar in den Europeesrhen oorlog1, die onmiddel lijk achter ons ligt, met de graimofoon zijn opgenomen. .Vis de soldaten op n regenachtigen avond om een kampvuur zitten en over den hel van hurt krijgs- bestaan morren, gelooven de Berlijnsehe toeschouwers onze Duitsche „Feld- igrauen" van 1918 te hooren. De tweede acte eindigt met een mach tig dichterlijk Visioen. Uit een van de beruchte concentratiekampen van cle -ge vangen Boeren ook dit detail ont breekt niet is een jonge, Italiaans'che vrijheidsheld, die met Iijpn vocht, uitge broken. Een F.ngelsche soldaat roept hein aan, Schoten vallen. Beiden worden doo- deliik gewond op het tooneel getracht en stervend omarmen de vijanden elkaar de religieuse of de knappe ondermeester van .Tauréquiberry had Pierre gewoon ünet zijn vinger den .brief opengemaakt, Waarbij dan het papier meestal scheur de. Maar loen hij nu zijn hand diep in zijn zak had gestoken waarbij hij zich blikte haalde hij tegelijk Snel den brief een snoeimes met hoornen hecht te voor schijn stak het in de spleet van de enve loppe en sneed met veel zorg het papier door .alsjof het een reliquie was1, een Gtukje van den sluier van een heilige uit Breia, ne. Kerkudol keek uit bescheiden- beid, zooals dit behoort, naar de w'a-, yen die over de vlakte reden terwijl zijn l.arteraad den brief las. Het -gedreun van zwaar geschut kwaln van den horizon. De vlakte weerkaatste licht naar den henve.z zooals op zomjerdagen. Het deed goed wat uit tc rusten in het gras. Kerkudol? Wat was de stem van Pier-re Quéverne in een enkele 'mfinuut veranderd! Zeg Kerkudol, hij is van mlijn doch tertje... deze keer! De mfceder heeft enkel maar het adres geschreven en de woerden, dat begrijp je... Wat zal zij lief zijn, de kleine Jeanne Marie! Stom van bebazinig te verlegen om het te Iconen bleef Kerkud|0l met aandachj naar de vlakte kijken, zonder een woord te zegge.a en zonder zich te verroeren. als broeders. Zoo vergeeft ook de ster vende veldmaarschalk den knaap, die hem doodde. „Ik kan niet meer hafeu" zegt zijn moeder, die tot nu toe slechts, aan bloedige vergelding dacht. De tijd zal komen, denkt Ronxain Rolland, dat alle menschen zoo denken, allen den oorlog verwenschen, allen zich broeder# gevoelen. Werkelijk? Zat ze komen? Dr. MAX OSB.ORN. D-E, SCHOOLKWESTIE TE KOUDEKERKE. Geachte Redactie Naar aanleiding van hetgeen de heer Sanderse in de bijeenkomst van Vrijdag avond j.l. zeide betreffende het peil van het onderwijs op en openbare school in onze gemeente, wensch ik het vol gende op te merken. Dit jaar deed een leerling der open bare school toelatingsexamen voor de ambachtsschool te Middelburg. Het ge tal aanvragen was grooter dan dat der beschikbare plaatsen. De leerling kon geplaatst worden. Verleden jaar deed een leerling toe latingsexamen voor de burgeravondschool te Wissingen. Het getal aanvragen stond tot dat der beschikbare plaatsen als '3 tot 1. De leerling' slaagde. Een paar jaar geleden deed een leer ling toelatings.examen voor de ambachts school te Middelburg om als bankwer kersleerling plaatsing te bekomen. Het aantal aanvragen stond tot dat der fcfe- schikbare plaatsen als 4 tot 1. De leerling slaagde. Buiten de genoemde drie hebben geen andere leerlingen zich voor eenig exa men opgegeven. Er is dus ook niemand afgewezen. Bij deze drie gevallen zal ik het voor- loopig laten. Volledigheidshalve zij' ver meld, dat van opzettelijk voorbereiden geen sprake is geweest. De kennis' op- de schoolbanken opgedaan bleek voldoende. Feiten bewijzen meer dan woorden. De liggen kort achter ons en een onderzoek er naar zal zeer gemakkelijk vallen. Zoo noodig, geachte redactie, kan ik nog meer feiten aanvoeren. Mijn reper toire is nog vei^ van uitgeput. Met 'beleefden dank voor de opneming, Hoogachtend, H. MEIJLER, Eloofd der Openbare School te Koudekerke. Koudekerke, 5 December 1922. 0 OUB-GEPENSIONNEERDEN I>ER MARINE. Mijnheer de Redacteur. Beleefd verzoekt ondergeteekende U 't onderstaande wel als ingezonden stuk in Uw veelgelezen blad te willen opnemen. De Memorie van Antwoord iop de Ma- rinebegrooting brengt den oud-gepensi- onneerden der Zeemacht weer een 'bit tere teleurstelling', naar aanleiding van de daarin vervatte mededeeling dat: „De nood der oud-gepenslonneerde mi litairen reeds herhaaldelijk een punt van „overweging heeft uitgemaakt, doch dat, „hoe gaarne de Minister aan dienmood „eénigernfate zou wenschen tegemoet t® „komen, de daaraan verbonden bezwa ren van dien aard zijn, dat hij tot zijn „leedwezen toekenning van een toelage „als wordt gevraagd, niet kan in uit richt stellen." Dat die oude zeevaarders een beter® behandeling verdiend hebben, daarover zijn vele Ministers en Volksvertegenwoor digers het eens, maar steeds stuiten gun stige overwegingen af op het bang zijn voor de gevolgen die daaruit zouden kun nen voortvloeien. Den jongeren misgunnen wij hun be tere pensioenen niet, maar is het billijk, zouden wij willen vragen, om! de oude ren hiervan geheel buiten te sluiten? In het arme België huldigt men een andere opvatting en krijgen ook de oud-gepen- sionneerden een pensioen, aanpassende aan "de tegenwoordige tijdsomstandighe den. Hij plukte een grasspriet en stak die in zijn Ti Hond. Toen vermande hij zich en zei op eens alsof helmi iets te binnen schoot. Ik heb' jou Jeanne Marie weerge zien Dat heb je nooit gezegd I i Het was ook voor de .September aanvallen, toen ik 'met verlof gegaan ben. Ik was toen nog niet bij"1 het zevende.. Op wie lijkt zij nu? Kerkudol beet verlegen op zijn gras sprietje. Wees maar niet bangSpreek maar eerlijk! Niet op Imlij? Neen, sprekend op haar! Dan is zij ïnlooiDat beloofde zij al toen ik van haar ben weggegaan Maar wat was zij toen nog klein! Welzoo! Lijkt zij op Marie? Dat is. aardig'Zij heeJI dus een blonde teint? -- Volkomen Mank met kleine zomer sproetjes m Fen uiterlijk, dat ik niet veel in onze streek gezien heb. Dal lijkt taij ook zoo. Een stettn' die pijn doet, of gloed en die in het hart dringt? Herinner je je wel? Zij heeft in m(ijn bijzijn niet ge sproken. Welnu kamferaad mijn dochtertje Met volle overtuiging wordt hier neer geschreven dat, hetgeen door Land- en Zeemacht in de tropen en door velen ook hier te Lande gedurende de mobili- saliejaren vóór 1 Januari 1918, maar vooral in de tropen gedurende de jaren 1885—1900 is verricht tot handhaving1 of vestiging van het Nederlandsch ge zag in de Buitenbezittingen, hun ten vol le recht geeft om) maar steeds weer op herziening hunner pensioenen aan te dringen, temeer daar hun, bij hunne in diensttreding een verzorgden ouden dag in uitzicht werd gesteld en het des jij ds genoten wordend salaris vooral in de tropen zou belachelijk klein was, dat hiervan niets voor de toekomst kon worden afgezonderd. Eén voorbeeld slechts móge dit toe lichten: Een sergeant-onderofficier b.v, had hier te lande f 32 salaris' in de maand, welk bedrag jn Oost-Indië met f 8 (zegge: „acht g|ulden") per maand werd verhoogd, zoodat in O. I. f 40 per maand in zijn geheel genoten werd, waarvan vrouw en kinderen in Holland geheel móesten wor den onderhouden en de man zich 'boven dien in Oost-Indië moest kleeden, wasch- gejd 'betalen enz. Het vooruitzicht om op den ouden dag verzorgd te zijn hield echter den moed er in. Ook de gepensionneerden volgens de oude wetten weten en begrijpen dat we in een tijd van bezuiniging leven, maar toch zou met eenigen goeden wil nog wet wat voor die oude gepensionneerde militairen gedaan kunnen worden zonder bang te móeten zijn, dat een verhooging van pensioen over de geheele lijn op deze verbetering zou móeten volgen. De gepensionneerde militairen bene den den rang van officier, ge pension- nee rd vóór 1 Januari 1918, genieten slechts' ongeveer 30 pCt. van hun ge noten salaris aan pensioen, terwijl de burgerlijke ambtenaren, vallende onder de oude pensioenwetten, ongeveer 66 pCt. van hun genoten salaris aan pen sioen genieten. De volgens de nieuwe pensioenwetten gtepensionneerd wordende 'militaire en burgerlijke ambtenaren worden op den zelfden grondslag berekend, waardoor dus erkend is dat gelijkstelling billijk is. Wanneer nu b.v. de 40 pet. wet van 1920 zoodanig werd gewijzigd dat den gewezen militairen niet 40 maai" b.v. 80 pCt. toeslag op hun pensioen werd toegekend, dan zou het bedrag van hun pensioen slechts in overeenstemtming! zijn gebracht mtet dat genoten wordende doior de onder de oude wetten vallende bur gerlijke ambtenaren en waren de slechtst bedeelden hierdoor althans weer eenigV- zins geholpen. Op Scheveningen werd door Hare 'Ma jesteit de Koningin een monument ont huld, opgericht van gtelden door het Ne- derlandsche Volk bijeengebracht, om dank te brengen aan Land- en Zeemlacht voor al hetgeen gedurende de oorlogsja ren voor de handhaving! onzer onzijdig heid is gedaan. Prachtig vinden ook wij dergelijke han delingen, maar wanneer aan de vóór 1 Januari 1918, wegens lichaamsgebreken afgekeurde en gepensionneerde militai ren een 'pensioen wordt toegekend, waar van zij met den besten wil niet kunnen bestaan en de na 1 Januari 1918 ge pensionneerden dikwijls het driedubbele van het hun toegekend bedrag genieten, dan kan ik mij voorstellen dat zij de verzuchting slaken: „wat hebben wij aan steenen monumenten, wanneer ons een pensioen wordt toegekend zoo reusach tig verschillend mtet hen. die het geluk hadden eerst na dien fatalen datum' van 1 Januari 1918 te worden gepension- neerd." Wanneer het waar is dat hel recht altijd zegeviert, dan 'ben ik overtuigd, dat de hierin bedoelde gepensionneerde militairen niet lang meer op een beter pensioen zullen moeten wachten, want recht hebben zij" zeker daarop, het was hun beloofd en de nieuwe pensioenen leveren het 'bewijs, dat de oude pensioe nen veel en veel te klein zijn om' van een verzorgden ouden 'dag: te kunnen spreken. U, 'mijnheer de Redacteur, beleefd dank schrijft mij maar de moeder heeft het bedacht, dat ik verlof moet nemen en te Fouësnant tmloet komen! I Kerkudol kon zich haast niet bedwin gen. Hij keerde het hoofd om en bemerk te dat Pierre Quéverne dicht bij he'ml was- gekomen, dat zijn oiogen van vreugde straalden ,dat liij lachte en daarbij zijn witte tanden liet zien en dat hij helm den brief toestak. Diep gjetroffen bij het hooren van zooveel dingen op één cogenblik, waagde de 'meesterknecht van Kerjan het terwijl hij de boersche voor zichtigheid ,die hefm tot nu toe weer houden had vrijuit te spreken op zij zette, te zeggen: Ik heb' je vrouw ook weergezien in den grooten boomgaard op 'n mórgen toen een ruwe wind de appelen had af gerukt! 'Hij ging nu vertellen van den dag, dien hij op Kerjan en op Chamfpdolenl had doorgebracht, de woorden die hjj gezegd had zelfs die niets' te beteeke- nen hadden en hoe Marie naar Pierre had gevraagd. Als iis geweten nad, dat je dit plei- zier zou gedaan hebben dan had ik het je zeker eerder verteld. Maar weet je, 'men is wat huiverig: de huisgezinnen. Ja de -wereld begrijpt er niets van. Enkel de góede God. Jij Kerkudol, die zeggend voor de verleende plaatsruimte, teekent gaarne Hoogachtend, C. BURGERLIJKEN STAND. Vlissingen. Van 30 Nov.6 Dec. Ondertrouwd J. P. de Hullu, 25 j. en C. P. Volk, 23 j.; C. Stroo, 21 j., en J. H. Harincfc, 23 j.; G. J. de Muijnck, 25 j., en L. Kerni- pe, 20 j.; J. J. Mesker, 28 j., en J. Bun- scholen, 28 j.; J. L. F. Sm'its, 32 j., en H. Th. Piepers, 26 j.; H. Caljó, 27 j., en C. M. Rademaker, 32 j. I Getrouwd: L. J. Smits, 31 j„ en J. va* Wezel, 28 j.; I. v. d. Ruuse, 24 j. en de Ridder, 18 j. Bevallen: J. W. M. Eschler, geb. Streef kerk, z.; A. M. v. d. Dood, geb. Rlinto- hoff, z.; R. Hamers, geb. Leijen, d J. Verhage, geb. De Nooijer, z.; C. Baaü, geb. Komen, d.; H. E. Legein, geb. Eve>- raers, z.; B. J. v. d. Endt, geb de Tos, d.; E. M. Wisse, gteb. Goote, 2.z. (twee®.) J. P. M. C. Hertstein, geb. Den Har jog, z. (Ievenl.) Overleden: K. F. Kokelaar, wedr. wan C. Bouwens, 88 j.; M. S. CaljouW, wedf. van A. van Tol, 58 j.; L. I. Remaut, welcl. van J. M. Vandamlne, 74 j. VERGADERINGEN, CONCERTEN, ENK. Dinsdag 12 Dec. Lezing met licht beelden ver. Voor de Kunst. Fiifc Lensveld over „Theaterkunst". Maandag 18 Dec. Natuurk. Gezelschap spr. prof. dr. G. JelgerspBa, Leiden onderwerpDrioomen. Woensdag 20 Dec. Zanguitv. 25-jarig bestaan „Soli Deo Gloria". Con cert en Gehoorzaal 8 uur. Woensdag rtO Dec. Alg. verg. van Venn. Nijverheidsver. Soóiteit De Vergenoeging, 8 uur. Wioensdag 20 Dec. Gen. Rep. In strumentale. Concertzaal. Donderdag 21 Deo. Concert In strumentale. Concertzaal. Vrijdag 22 Dec. Gymïi. vereen. „Ni hil Sine Labore". Feestavond oipv. „Het Spookhuis". Schouwburg 8 uur. Donderdag 28 Dec. Voordrachtavond J. J. van Elsacker. Concertz. Wioensdag 10 Jan. '23 Winterlezing Boigardzaal. Spr. dr. J. R. Galleö- bach, Herv. pred. Rotterdam, On derwerp „Guido Gezelle. 8 u. Donderdag 11 en 25 J an. Cursus, Jean Christophe, dr. Cannegieter. 8 u. Woensdag 17 Jan. Afconn Concert Gert. Förstel, Weingastver Concertzaal. Vrijdag 19 Jan. Geschied- en Lelterk. Ver. Spr. Huib. Luns, den Bosch, onderwerp*. Over den groei v. h. beeldend vermogen der schilder kunst in de Ital. renaissance. S3. Concertzaal 8 uur. Vrijdag! 26 Jan. Nieuwe Rythmiische dansen. Mazure—Morks, Schouw burg, 8 uur. V r ij d a g 2 Febtr. Lezing: Ned. Prot Bond, spr. ds. H. G. van Wijngaar den, Amsterdam. Gebouw Vrijz. Herv. 8.15 uur. Donderdag SFefclr. Cursus „Jean Christophe" dr. Cannegieter, 8 ufor. Woensdag 14 Februari Winterlezing Bogardzaal. Spr. dr. H. F. Ober man, pred. Rotterdam:. 'Onderwerp. „Dostojefski". 8 uur. Woensldajg 14 Febr. Abonu. concert Carenbat-kwartet. Concertzaal. Woensdag 21 Febr. Wmterleang Bo gardzaal 8 uur spreker d®. B. Ne telenbos over: „Peer Gynl". Vrijdag 2 Maart. Lezing Ned. Prot. Bond. Spr. dr' J. C. A. Fetter, Rotterdam. Geb. Vrijz. Herv. 8Vi uur. -Woensdag 7 Maart. Abonn. Concert Marteau en Stenhamroar. Con- certziaal. Woensdag 16 Maart. Winterlezing Bo gardzaal. Spr. prof. dr. H. Th. ÖSb- bink, hoogleeraar, Utrecht. Onder werp „Mohammed". 8 u. au een schijntje van de waarheid kent. spreek er niet over! Wees daar gerust over. -- Spreek er niet alleen nu maar ook later niet over! s Men zal liet hooren Z'?odra ie mtet verlof bent gegaan. t Als ik ga. jKerkudol legde zijn hand op Qué- verne's schouder en antwoordde: Ja, ik weet wel. dat je niet gewild hebt toen het je beurt was maar je bvnt er op terugkomenIk zal je een ka meraad aanwijzen ,die geen familie beeft maar wel een .goed hart. Votor veertig spus zal liij zeker toeslemjtnen Neen. Ik wil eerst een daad verrich ten. Welke? De. overrompeling van den loopgraaf van de boches. Je kunt niet begrijpen waarom Dal is teen zaak tusschea den kapitein en 'mijDaarna zal ik Marie ant woorden. Heb je den kapitein je woord ge geven Nog' niet. (Wordt vervolgd'.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1922 | | pagina 2