II M HERSTELD.
Zaterdag 8 Oeeember 1922,
EÜILLETOI
No, 'iöi»
B i n n f n f s n 4
Behandeling door krulden
m
«faam* g
30——
caa83w-#"r
Dit numtaier bestaat uit TWEE bladen.
EERSTE BLAD.
Abonnementsprijs per kwar
taal:,
op de buitenwegen om Middelburg, en
■/oor de andere gemeenten p. post f 2.50:
voor Middelburg en agentschap Vlis-
singen f 2.30;
weekabonnementen in Middelburg 18
cent per week.
Advertentiën: 30 cent p. regel.
Ingezonden Mededeetingen: 50 cent p,
regel. Bij abonnement veel lager.
Familieberichten en dankbetuigingen:
van l7 regels 12.10, elke regel meer
30 cent.
Kleine advertentiën niet
grooler dan vijf regels druks en waarbij
is aangegeven dat zij in deze rubriek
moeten geplaatst worden, 85 cent bij
vooruitbetaling. Advertentiën onder
brieven of bevragen bureau dezer cou
rant 10 cent extra.
Bewijsnummer 5 cent plus 2 cent voor
port per stuk.
Advertentiën moeten, willen ze nog in
ons blad van dienzelfden dag worden
opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des
ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan
ons Bureau bezorgd zijn.
Aangesloten bij den Post-, Cheque- en
Girodienst onder no. 43255.
IN EN OM DE HOOFDSTAD
III.
St. Nicolaas-drukte.
De winkelier in snoeperij, bij wien ïk
deze week op een ochtend was binnen
,3'eloopen. had,- achter zijn toonbank
staande te midden van al zijn luxe-doo-
zen „vol"' chocolade ongerekend de
zich daarbij bevindende houtwol of pa
pier zijn taarsepain, borstplaat en
zooveel heerlijkheden meer, nog wel tijd
voor een praatje.
„Dit zijn uw daagjes, hè?" merkte
ik o<p, „zoo tegen St. Nicolaas dat
brengt 't geld in- het laadje".
Hij' haalde de schouders op en beweer
de dat 't niet dAt was-
„De menschen hebben geen geld, men
heer I Erge malaise, de goede jaren zijn
voorbij 'k heb nog geen reden om te
vreden te zijn.
„Kom, kom'," zeide ik glimlachend, ,;t
zal wel schikken; de tijden mogen nog zóó
slecht wezen, als 't tegen St Ni col aas
gaat, heeft iedereen nog wel wat over
voor .noepgoed; heel Nederland snoept
than,, groote mfenschen even goed als
de jeujgd."
„Nou ja", sprak hij weer, achter zijn
toonbank, ik zeg niet dat ik niet verkoop
ik heb niet te klagen, mfaar 't is
toch heel wat 'mfinder dan vroeger en
dan ik heb altijd zoo gedacht, dat we
alle; te veel op elkaar hebben
„Wat meent ge?" vroeg' ik.
..Wel, ziet u", Was zijn antwoord, „ik
heb altijd gezegd: 't Is slecht verdeeld
in één maand Sinterklaas, Kerstmis,
Oudejaarsavond, Nieuwjaarsdag. Deinen-
Bichen willen op al die dagen wat extra's
hebben "dan die soort dingen, waarvan
wij t' hebben uitoefen. Nou ziet u,
als er geld verdiend wordt, dan doet ;t
er zooveel niet toe, maar in zulke slechte
tijden als we nou beleven kan niet ieder
een 't bijbeenen om voor al die dagen
wat uil te geven voor lekkers en zoo
deet de een het alleen voor Sinterklaas
en de ander wacht op Kerstmis, en een
derde wil wat extra's op Oudejaarsavond
heu'Jch de kalender is slecht ver
deeld, alle. in één mlaand, 't is slecht
voor menschen als wij, die er van moeten
Lbe-taan. Sinterklaas in Amsterdam1 is
dat niet meer geen geld genoeg, en die
Ker vtmisviering, die zooveel bederft --
-is dAt nou 'n Hollandsch feest, mjen'neer?
Uit Duitschland (hij gebruikte een an
dere benaming voor het land onzer Oos
telijke naburen en 't klonk niet welwil
lend) hebben ze 't overgebracht, dat
zeg ik dee-e uw vader of de mfijne
daaraan mee
De woordenvloed werd afgebroken
door het binnenkomen van een klant,
een jong' meisje. Ze deed een vrij grooten
inkoop aan lekkers, wees ook op choco-
Jade vormige „luinbler-tjes, vroeg wat dal
was
„Advocaatjes juffrouw! Kent u die nog
niet? Zit heusiche advocaat in. 'k Heb er
ook "met heusjche boerenjongens iets
nieuws juffrouw iets hartigs." i
v" De juffrouw kocht nog een half do
zijntje boerenjongens en een even groot
aantal advocaatjes en verdween.
T^Jyertreding van de Drankwet!" zeide
'ik, op de nieuwe stoort snoepgoed wij
zende.
„Niets van gehoord," zei'de winkelier,,
„en die dingen gaan even goed als, boo-
neu met likeur gevuld. Je kunt er lee-
lijk de hoogte van krijgen mijn eigen
kinderen zou ik ze niet geven, hoor!
Maar wat zal ik u zeggen als je klan
ten 'l willen." t
Er kwamen meer klanten en ik ging
heen 't kwam me voor, dat hel
„snoep-standje" toch nog zoo slecht niet
ging, trots het klaaglied van dezen win
kelier.
Hij Ls de eenige niet, die klaagt
tot dusverre hoort men nog in geen
enkelen winkel met tevredenheid over
den naderenden St. Nicolaas spreken.
Overal hetzelfde liedje: „De tijden zijn
te slecht; de menschen willen koopjes
doen, kleinigheden; voor iets wat een
teetje kostbaar is, is geen geld", en dan
dikwijls met een „snee" er over heen:
„Maar ze hebben 't nog wel over voor
een bioscoop of een voetbalwedstrijd en
wij' winkeliers, die op de hoogste lasten
zitten en nog kans hebben, dat ze op
een goeden avond je ruiten insmijten,
h'ier sprak een neringdoende in de
Kalverstraat, doelende op de werkloozen-
(lees: kwajongens) relletjes, eenige da
gen geleden toen een paar spiegelrui
ten op den Nieuwendijk het hebben moe
ten ontgelden „wij: verdienen aan
zoo'n Sinterklaas eigenlijk onze etalage
verlichting niet eens."
't Is test mogelijk, dat 't waar is,
ofschoon aan de drukte langs de straat
en in de warenhuizen en bazars zou
men zoo zeggen, dat Amsterdam zijn
St. Nicolaasfeest nog niet vergeten is,
Waar echter tegen in kan worden get-
bracht, dat alle kijkers nog lang* geen
koopers- zijn, en dat juist de drukte in
warenhuizen cn bazars, waar men met
kleine bedragen terecht kan, niet zeg
gen wil, dat de zaken, die zich op
bepaalde en duurdere artikelen toelegL
gen, ook dien aanloop en dien om
zet hebben.
De jeugd verdringt zich natuurlijk voor
de lekkernij-winkels en voor de s'peelf-
goed-winkels. In een der hoofdstraten,
waar achter de groote spiegelruit een
complete miniatuur-draaimolen lustig
draait, is het gedrapg der jongeren
gansch den middag en avond buitenge
woon 'is een draaimolen niet een won
derlijk ding geworden nu de kermis
sen worden afgeschaft!
De oude volksfeesten der Anisferdatai'-
mers zijn verdwenen de kermis, al
sedert jaren her; alleen de ouden van
dagen herinneren zich nog de tent van
Bosch op hetgeen toen nog de Boter
markt, nu het Remtrandtplein is; de
najaarskermis op het Amstelveld, droef
uiteinde van wat eens kermis was
verdwenen; de Hartjesdag stervende
gelukkig maar we hebben geen volks
feesten meer, behalve dan dien eenen
Koninginnedag alleen het oude St. Ni
colaasfeest is overgebleven, handhaaf}
zich- nog, trots alle veranderde tijden,
en niettegenstaande na-rlen-qrooten-oor-
log-malaise, en toch, is het ook niet
aan 't ontaarden?
Hier en daar ziet men in de stratten
nog de poffertjes-kraam, dat wil zeg
gen binnenshuis, waar de St. Nicolaas
en zijn Zwarte Piet de aantrekkelijkheid
der kinderen zijn en voor wie de verge-
zellende ouders hun fooien offeren. Af
er toe raken de „heilige" Sint en de
„heusche" Zwarte Piet slaags, aks' een
van beiden de ontvangen Tooien nir/t
eerlijk deelt, somis zoo dat een andere
„heilige", die zich Hermandad noemt,
er bij te pas moet komen. Soms ziet
men een paar knapen, de een met wat
eens een witte baard is geweest en met
iets op het hoofd aat een mijter moet
heeten ,een eertijds rooden tap om1 de
schouder als de Sint; de ander met
beroet gezicht als Piet, door de stra
ten scharrelen, centen bedelende voor
zich zeiven en altij'd-goedgeefschc men
schen vindende. In een aantal kroegen
Iraait een orgel, of jankt een speeldoofs,
of dreunde tij' Wijlen de harmonica om
de vermoeide St. Nicolaas-etalagej-btekij-
kers tot binnentreden te nopen leven
we niet in de eeuw 'der „strijkjes"',
waarom zouden mindersoortige muzika
le uitingen ze niet vervangeh in tap
perij en kroeg? Maar 'n echt volksfeest
op straat, buitenshuis, ïs de Amster-
damsche St. Nicolaas toch niet en
laten we hopen, zal het nooit worden.
Want, het feest van den goeden Sint
moet niet ontaarden in buitenshuis-
vieren; het moet blijven het intieme,
het vriendelijke feest binnenskamers, liet
feest van den Hollandsehen familiekring1.
Breng het op straat en liet verliest
zijn vriendelijk karakter en het schaadt
het gezinsleven, dat in onze onrustige
tijden toch al zooveel heeft moeiten in
boeten door alle aantrekkelijkheid van
met schreeuwdende reclamte-platen lok
kende bioscopen en-de aanlokkelijkheid
van „lunch-room's", .jdivans", „cabarets"
cn soortgelijke, van oorsprong geen Hol-
landsche nieuwigheden.
Het Kerstfeest moge hebben zijn groo
te aantrekkelijkheid, voor de jeugd na
tuurlijk door de lichtjes in den boom
en de goede gaven aan zijn takken
iets typisch Hollandsch "is hfet niet, dat
is alleen het Sint Nicolaasfeest, met den
klomp vol hooi onder den schoorsteen
en den goeden heilige over de daken, die
zijn goede gave zoo maar fan tlat hooge
standpunt in de klomp weet te werpen.
Daar is. zoQveel van het aardige oude
te loor 'gegaan, dat we werkelijk het beet
je poëzie, dat een Sint Nicolaasfeest
VARIa.
nog in den liuiselijken kring brengen
kan, trots het minachtend smalen er op
van velen, die het in onzen tijd liever
buitenshuis zoeken, moeten trachten me| wassende^ resultaten voor alle
te behouden. En de hoofdstad, die de onderstaande ziekten, nieuwe en
Sint tot zijn beschermheilige hjkd, moet oude, zelfs ongeneeslijk verklaarde,
daarin zeker het voorbeeld geven f VOOR ELKE ZIEKTE VERSCHILLEND
maar vermoedelijk hebben gij, provincie;- j MIDDEL,
vrienden dat goed voorbeeld minder noo- j Suikerziekte, Onmacht, - Bloedarmoe
dig dan velen hier in de groote stad.jd Eiwiiziekte, Nierontsteking, -
Een prettige St. Nicolaas.-avond wordt er Asihma Hoest, - Bronchitis, - Huid
van harte toegewenscht door ziekten (huiduitslag, huidvin, eczeem,
'jeuk, puistjes enz. onverschillig waar:
baard, hoofdhaar, anus enz.) - Rhcuma-
tiek, - Jicht, - Zenuwpijn, - Verkalking
der bloedvaten, - Aambeien, - Consti
patie. - Aile ziekten der urinewegen en
blaas (ontsteking, pijnen, verschillende
vloeiingen, geheime ziekten, vernauwing,
ontsteking van den voorstandskHer,
bedwateren op eiken leeftijd, aandrang
tot dikwijls uriaeeren, ziekten der or
ganen der vrouw, enz.
Zelfs indien gij aile vertrouwen in de
geneesmiddelen verloren hebt, aarzelt
dan toch niet om bij M. SNABILIE,
Groote Markt 7, Rotterdam, aan te
vragen één der gratis brochures Nó 150
omtrent de producten van Dr. DAM
MAN, Specialist voor kruidenbehande
ling, benevens de bewijzer. van genezing.
Verzoeke duidelijk op te geven voor
welke ziekte.
EEN REIS DOOR ZEELAND IN DE
17DE EEUW.
Tn het midden der vorige eeuw. ont
dekte een Franschman, A. P. Faugère
in de bibliotheek in Den Haag1, bij hel
zoeken naar andere gegevens, een hand
schrift, btevajttend een in het Franse!}
gestelde beschrijving van een reis door
twee Hollandsche jongelui van goeden
huize in 1656—1658 gemaakt naar Parijë,
ter voltooiing van hun opvoeding. Het
waren twee heeren de Villers, kleinzoons
van Van Sommelsdijk, oud-gezant te Pa
rijs, neven van Cornelis van Aerssen van
Sommelsdijk. Hun verhaal van hetgeen
zij! waarnamen aan het Fransche hpf,
werd door Faugère van genoeg belang
geacht om een reisbeschrijving in helt
licht te géven (in 1862 bij Benu Duprat),
onder den titel „Journal du Voyage de
deux jeunes Hollandafe a Paris, en 1656
1658."
Deze, in slechts 500 exemplaren ge
drukte uitgave, was zeer zeldzaam ge
worden. zoodat in 1899 dóór L. Marillier
een nieuwe uitgave werd bewerkt, ver
schenen tij H. Champion, voorzien van
aanteekeningen die Faugère er later bij
gemaakt had.
Een exemplaar daarvan kwam on
langs in handen van een stadgenoot,
die. onze aandacht vestigde op'het begin,
de reis door Zeeland. Daar staat wel
niets buitengewoons in, maar we meen
(Ingez. Med.)
tend langs een mooieren weg', dan dien,
welken wij achter ons hadden, kwamen
wij te Middelburg, hoofdstad van liet
eiland Walcheren. De handel in Fran
sche wijnen en het Indiisehfe Huis hebben
de stad zeer verrijkt; hoewel' zij' niet aan
de zeekust is gelegen, heeft zij zulike
mooie grachten, dat de grootste schepen
eraanleggen. met behiüp van den vloed
van de zee. Daar deze zich ternggefrok-
kken had, waren wij verplicht om tot
den volgenden dag te wachten op onze
koffers, die in onze boot waren ge
bleven. Zoodra wij ze hadden lieten wij
den het toch in vertaling hier te moe,- Ze op een karretje laden, en na zelf
VAN RENE' BAZIN,
Lid van de Fransche Academie.
28).
Toen 'kwam! Marie naderbij. Hij kon
haar niet zien. Zij wierp nu in het kar
retje, dat nog niet half vol was, een
schep zeegras, toen nog "ben en toen
nog een. Hij hoorde het niet. In enkele
minuten had zij met inspanning van al
haar krachten zooveel geschept als haar
oude vader in een half uur. Hij' stond
rustig met zijn arm1 geleund op de s'choft
v<m la Buisonne en ademde de lucht,
die nu zachter was geworden, in.
Met een schuin oogje keek Le Treff
van ter zijde naar Marie. Hij begreep
het grapje niet en lachte in zijn rossigen
baard. Maar toen hij zag, dat zij niet
ophield met werken voor dien arm'en
pachter, haalde hij de schouders op,
stak zijn gaffel in het zand en met de ar
men over eikhar .gekruist steunend op de
ie steel wachtte hij imet een minachtend
l^czi _ht hoe dat af zou loopen.
Dfj wachtte al den tijd dien Buisonne
fcoetfij had om zijn handvol hooi op te
eten. Toen zij de kop oprechtte en schud
de terwijl zij Snet haar tong de laatste
spr'°tjes hooi, die de wind haar betwist
te naar binnen haalde, keerde de pach
ter zich om. Hij bemerkte nu Marie,
die vo#r Champdolent werkte. Verbaasd
tuet hij zijn armen omhoog, de vreugjde
keerde te ruig op het gelaat van den rech|t-
schapen man, hetgeen maar zelden meer
gebeurde. Toen hij zagf dat mjen hem
van rechts en links bespiedde, kwami
de kalme vermoeide trek weer op Qué-
verno gelaat en hij liep naar Marie toe.
Hij kwam heel d'cht bij haar, maar *ij j
durfde hem niet aanzien en gingdoor i
met 'werken.
Marie? Mijn kleine Marie, heb jij
dat gedaan? j
Ik zag dat gij vermoeid waart, vader
daarom heb ik u van dienst willen zijn.
j De tuc s houwers konden deze woorden
niet verstaan die op zachten toon gezegd
werden. Quéverne richtte nu nog' hel
woord alleen tot haar.
i Marie, ik heb in drie jaar zulk een
goeden dag niet gehad!
Het. zweefde heta1 op de lippen om
den naam te noemen van Pierre of Alain
,'maai hij aarzelde even. Toen bukte hij
zich om zijn buis op te rapen en ging.
naar bet paard, gespte den teugel vast
dien hij had lqgqemjfiakl, snoerde den
buikriem: dicht eii riep met luide stem':
Hu, la Buisonne!
De wielen sneden door het zand en de
wind begon dadelijk het wagen spoor uit
te wi.sschen en daarmede ook het spoor
van het karretje van Champdolent, dat
half gevuld wegreed.
Marie nam haai- plaats weer jn achter
'het karretje van Kerjan en hervatte het
werk. De knecht die ook de vork weer in
hel zeegras stak, vroeg, terwijl nij zijn
lasten ophief:
Wat heeft Quéverne u gezegd?
Hij heeft 'mij bedankt.
;Muar de man barsfte in een schater
lach uit en antwoordde nog' voor hij de
ladiniJ bruine slieren die om hem heen
vlogen, neerlegde:
Het is uw man dien gij geholpen
beb't! f
Zij zweeg. Er was haast bij iiet werk.
De zee begon te wassen en de hemjel
zag groen hoven les Glenans.
VIII.
Hel concert tusischen de dennen.
Haar 'man wasj in het kalonnement
Twee compagniëen waren onder dak ge
bracht in het dorp, namelijk in huizen
die geen dak, geen ramen en geen meu
bels 'meer hadden. De muren alleen vor-
anlen al een beschutting voor hen die
van den wind te lijden hebben. De mlan-
nen sliepen des nachts tussehen de vier
qleenen muren van hetgeen een Woning
heette, een vurig' benijd eigendom; keu
ken van den landbouwer, winkel van
den kruidenier, smederij van den wagen
maker, .geplaveide zaal waar de pastoor
zijn parochianen ontving' en op de confe-
renfiedagen zijn ambtsbroeders onthaalde
ten opnemen, omdat het een aardig
denkbeeld geeft van enisle plaatsen in
Zeeland in dien tijd.
Zij vertrokken 6 December 1656 uit
Den Haag per boot naar Delft, en toen
weer met een andere foo& naar Rot
terdam, waar zij den nacht overbleven
vanwege liet onstuimige weer. En over
hun verdere reis vertellen zij het vol-
ende:
Om tijd te winnen en - zoo spoedig)
wij konden Frankrijk te bereiken, huur
den wij hier een boot om naar Zeeland
te varen; er is er wel een die iede
re n dag vertrekt maar-wij' zouden dan I men, droogvoets en zonder ongerief,
bijna 2-1 uur hebben moeten wachten! We namen echter een karretje om
vóór wij ons zouden kunnen inschepen. geen verlet te hebben bij1 het begin van
Wij gingen in de door ons gehuurde j een lance reis. Vóór wij de stad bin-
bóot te 9 uur 's morgens aan boord,nen reden, moesten wij' echter uitstapf"
en den volgenden dag kwamen wij te 1 pen, omdat men de versleten bruggen
twee uur in den namiddag in 't gezicht had opgehaald om ze te herstellen, en
van Arnemuiden. waar wij uitstapten en terzelfder tijd maakte men van de gele
gedwongen waren te voet verder te genheid gebruik, om de haven .schoon
plaats le hebben genomen op een ander
karretje vertrokken wij' ongeveer le drie
uur namiddags naar Vlissingen.
Dit is een voldoend bekende zee
haven, zoodat wij er niet over behoeven
te vertellen. Wij' volstaan er mee, dat rij
zoo belangrijk is, dat Karei V, die ons
land beter kende dan eenig ander vorst,
die er over regeerde, aan zijn zoon den
séhriflelijken last gaf om te trachten die
stad nooit te verliezen. Zij ligt op slechts
een uur van Middelburg, en er loopt
een weg heen, die zoo goed geplaveid is
met klinkers, dat men ten allen Jijde
van de eene naar 'de andere stad kanko-
gaan door het slik, soms tot halverwege
de beenen tot aan 't genoemde Arne
muiden.
Dit is een zeer ontvolkt stadje zonder
handel, daar het zijn hjaven niet meer
heeft, die langzamerhand ondiep is ge
worden door het zand, en door dat een
een Oost Indië-vaarder er zonk.
Onze reis van Arnemuiden voortzei-
kelder van den herbergier, schuur steeds
rijk gevuld van den rijkaard van het dorp
die. tegelijk landbouwer en graanhande
laar was Beschoten door de Duitschebs,
beictaoten en onlangs weer heroverd
door de Fransphen, bewees het arme:
dorp in puin aan de mjannen en aan de
dieren -.edert veertien mfaanden mleejr
diensten dan het gedaan had in - den lijd
toen de zware herfstdampen van over de
vlakte van Chamjpagne slechts de goc.d
onderhouden daken en den witten bodem)
•sjchraal van gras voorzien, vochtig m'aak-
le Men was zeven kilomfeters van iiel
nieuwe front af. Van tijd tot tijd liet een
Dmcsch aviateur uit erkentelijkheid eeti
o.J meer bommen vallen op deze groe
pen soldaten, camions, veldkeukens, paar
den aan een paal 'gebbnden, dekzeilen die
alio mogelijke eetwaren bedekten welke
de bochtige, korte straat verstopten en
alleen in hel midden ruimte voor twee
wielige wagens openlieten. En dat alles
Was de achterhoede, de rustplaats, het
kantonnement waarvan men droomde als
men in de loopgraven was,.
De 7de Compagnie was wat hooger
ingekwartierd 'mjinslens een kilometer
vender op een verhoogd terrein. Eer.
Lijds had Ünjen de dorpshuizen om ze
beter tegen den sfottm en den wind
te beschutten, daar onder tegenaan ge
bouwd. Daar strekte zich een lang', eenigs
zins jmnl dennebbsch uit, dat de lijn
•van de kruin volgde, er een kam opzette
die groen en ineengedrongen was en al
te maken, die begon dicht te raken door
het zee-slib.
Nog niet zoo heel lang geleden was
Vlissingen slechts een armfealig dorp,
zooals uil de Kronieken van Zeeland
blijkt. In 1400 diende het nog slechts
als veer voor hen die naar Vlaanderen
gingen. Maar eenigen tijd later werd
het door Adolphe van Bourgondië met
dertig jaar op het bouwland had neerge
zien. Tn 'vredestijd op warme dagen, zag.
da geheele vlakte er met begeerte naar
op. De trekvogels brachten er een ge-
lieele nacht door. De hoornen waren met
zorg „ezaaid. Zij waren goed opgekomen
in weerwil van de schraalte \an liet wit
te krijt waarin hun wortels vastgrepen.
Maar de oorlog is houthakker. Hij had
■inteer takken verbrijzeld clan tien zo
mers weer kunnen doen groeien, stam
men geveld, kijkgaten gemaakt. Boven
dien was tot tweetaleal toe een golf
Sjti-vgas over den heuvel gestreken. De
bó olmten., die waren blijven staan en
liet vergif hadden ingezogen, loonden nu
okcrkleurige kronen en naalden en ros-
iSjige punten aan de lakken die over
de aarde sjeepten. Het geboomte was
dood en bleef bloedend overeind staan.
In het midden "stonden twee houen ba
rakken die kort tevoren door de genie
waren overgebracht om tot verblijf te
strek.en voor de (roepen en op dit
O-ogenblik voor de 7de comipajgjnie van
het balaillon koloniale infanterie. In een
andere, kleinere barak naar links 'had
ka-iilein Hellequin zijn bureau geves
tigd.
Pierre veriiet niet eenige anderen de
kamer,zooals hij zeide, toen eensklaps
alle anderen hem' in den steek lieten en
naar de barak liepen, waar de kapitein
was ingekwartierd. Bij de deur werd de
wapenmeester door een groep kolonialen
"bestormdWordt vervolgd'