FEUILLETON.
De Man nel Den Hoepel.
No, 267
164Jaargang
innenland.
- Uwe Kinderen. -
PINK PILLEN
:siatas*3l&g 12 Movombes* t\
'•AbaV*-
D#t ufemmer bestaat uit DRIE bladert.
EERSTB BLAD.
jagfc
■mt
IETS TB LAAJÏ IS VEE^L TE LAAT.
M«n schrijft ons:
Zooals reedis voldoende bekend, moeten
personen, ouder dan 35 jaar en niet in
bet bezit eener rentekaart, vóór 3 De
cember 1921 een vrijwillige ouderdoms-
verzekering sluiten willen zij op 155-ja-
eigen leeftijd recht op rente hebben.
Vele ooidlerte personen waaronder velen
van 60 jaar en ouder, wachten nog. Voor
tl Deo. zullen ze het zeker dloen.
Waarom ze wachten? Voordeel lieb
toen ze niet bij het wachten, diat
weten ze ook wél. De soliditeit is
bek goed, de stftat waarborgt
d e rente.
SVaarom ze dan wachten? Ze wachten
Soi buurman of buurvrouw het doet.
Of ze wachten, omdat ze graag will'en
weten, wat broer én zuster ervan zeggen
zal. Ze weten het eigenlijk zelf niet
Waarom ze wachten. En ze zullen na"
Êuurlijk wachten tot het te laat is.
En als ze 65 jaar zijn, zullen ze geen
rente krijgen. Dan is het „had ik het ook
maai gedaan" of „Piet en Jan hebben
wel rente en wij niet. En w» kunnen het
iüok gebruiken."
Waar de rentetrekkers Piet én Jan heb.
ben niet gewacht; ze hebben een verze
kering gesloten.
■Tot 2 December 1921 is het nog tijd,
dat wil zeggen op 2 December 1921 moet
het formulier geteekend en opgezonden
tójn. Het poststempel van de enveloppe,
waarin het formulier opgezonden wordt,
mag geen later datum dan 2 December
1921 dragen.
iWechten er veel, dan kan die agent
in de laatste Jdagen niet allen helpen
»n komen zij door eigen schuld te laaL
Er is nu voldoende gewaaschuwd.. Nie.
mand kan zeggen „ik wist het niet"
Komen zij te laat, dan moeten zij zeg
gen „ik was te laksch."
Deze verzekering is tevens een w®!
kome aanvulling van het éigen pensioen
tof weduwenpensioen voor personen in
Idienst van Rijk, Provincie, Gemeente,
Waterschappen, Spoorwegen, enz. Want
deze personen mogen zich o<ok verze-
teeren. i 1 i
OVER MINISTER AALBERSB.
Blijkens het Voorl'oopig Verslag' der
Tweede Kamer inzake de Begpooting van
Arbeid, meenden verschillende le.
den, hoewel den Ijver en d® werkkracht
van den Minister waardeerende, dat hij
feich te veel blind staart op de arbei-
Iderswenschen en daardoor het belang van
de arbeiders zelf niet het best dient
Zij merkten op, dat de oorlog een sto
ring in die economische wetten heeft
gebracht, ook In dit opzicht, dat de werk.
gevers als stootblok werden weggeno
men. In normale tijden biedt de werk
igpver, mede geleid door zijn eigen be
lang, weerstand aan die verlangens van
üe arbeiders, d ie tot tè hoogq productie
prijzen zouden Itfden. Tijdens den oorlog
echter hielden de werkgevers meer en
meer op weerstand te bieden, zoodat zij,
daartoe door de omstandigheden, een dee]
van hun belangrijke economische taak
prijs geven Daarbij kwamen de beloften,
tijdens den oorlog gedaan en de invloed
van de revolutionnaire bewegingen na den
wapen stils tand. Een en ander heeft in
alle landen gevoerd tot een verdergaan
de wijziging in de positie van de arbei
ders, dan economisch houdbaar is. Voor
zoover deze positie alléén door yte eco
nomische verhoudingen wordt beheerscht,
zal zij wellicht niet zonder schokken
met de verandering! van die verhou
dingen, vanzelf de noodigé wijziging on-
dergaan. Anders is' het gesteld met het
geen, misschien eenigszins overhaast, en
zonder de noodige soepelheid in wet
telijke bepalingen is vastgelegd- Nn ®r
een sterke economische eb merkbaar is,
zal men niet kunnen nalaten die bepfa-
iingen te wijzigen of althans de ban
den, die zij aanleggen, eenigszins losser
te maken. De hier aan het wo.ord zijn
de leden merkten op, dat niemand te
rug' wil tot volkomen vrijheid van ar
beidsduur. Maar de Minister zal toch.
zoo betoogden zij, wil hij' onze industrie
niet het Laatste restje concurrentiemoge-
lijkheid ontnemen, een grondige herzie
ning van de daaromtrent ia de Arbeids
wet 1919 rteergfsltegfle bepalingen tei
lband Imoeten nemen.
Daarbij zal moeten worden gestreefd
naar minder eenvormigheid; voor de ver-
Isohilllende soorten van arbeid zullen naar
de mate van inspanning, die zij' vorde
ren of het igévaar voor de gezondheid
dat zij opleveren, uiteenloopend® rege
ling moeten worden gemaakt en de noo
dige ruimte worden gelaten voor afwijkin
gen, ook zonder ingrijpen v^n de in
spectie; Deze leden meenden, dat de Mi
nister niet voor het verwijt van „re
actie" uit den weg zou mogen glaan.
Vele andere leden kwamen te-
gén deze beschouwingen op. De hier aan
het woord zijnde leden hoopten dat de
Minister zonder' aarzelen op den ingé-
slagen weg zou voortgaan en o. n. spoedig
zou komen met een wettelijke régeling
van den arbeidsduur ïn land- en tuin
bouw. Ook de verdere uitvoeringsmaatre
gelen van de arbeidswet mogen, zoo be
toogden zij, niet langer wordlen uitge
steld.
Indien de werkgevers onder de nieu
we verhoudingen geen kans zien hun za
ken te drijven, moeten zij de leiding
maar aan de gemeenschap overgeven.
Als de ongewijzigde Arbeidswet 1919 hier
toe ongewild bijdraagt zag men hierin
slechts een ander heilzaam gevolg van
haar invoering.
Onder de leden, die in 'het algemeen
medestanders waren van den Minister en
hem gaarne lof toebrachten voor zijn
beleid, waren er, die daaraan toch gaar
ne den wensoh wilden toevoegen, dat
hij mei groote voorzichtigheid en wijsheid
zou voortgaan en de uiterst moeilijke om
standigheden, waarin ons bedrijfsleven:
verkeert, niet uit het oog zou verliezen
Enkele leden hadden met het oog op
den toestand van 's Lands financiën be
zwaar tegen het eventueel tot stand ko
men van een landbouwarbeids-
•wet Andere leden zouden liever willen,
afwachten wat andere landen in dit op-
zicht doen.
Verscheidene leden (gaveri ér hunne
teleurstelling over te kennen, dat nog
steeds niet een wetsontwerp tot regeling,
van dé coll. arbeidsovereen
komst is ingediend. Enkele leden kon
dten met dezen aandrang niet mede gaan.
Sommige leden die zich bij dezen aaa-
draru wel aansloten, gaven echter te
kennen, diat zjj liever igeen wettelijke^
achtten dat stelsel n.l. verderfelijk voor
het dtemocratische leven van de Neder-
landvche vakbeweging.
regeling zouden zien dan een regeling^ dén is dat een aanlleiding, om1 zelf zoo
waarbij het zongen, economische bedrijfs- weinig mogelijk te latten werken. Het-
rafdenstelsel zou worden ingevoerd; zij geen d» ministjer voorkomen wil: „trek"
van het land naar de industrie-ctentra,
vrees ik juist d|at gebeuren zal, vooral nu
do verwachting van min gunstige uit
kamsten van het landbouwbedrijf in de
toekomst niet ongegrond is. Of de losse
arbeiders onder werking van de wet nog
vaak op 2901 uur 'sjaars zullen komen,
betwijfel ik ten zjeerste terwijl van dte
regeling door den Minister te
treffen voor het vteeliopdiersbedrijf, zat
UIT DE PERS.
Landbouwarbeidswet.
In een beschouwing in ,,Ec. Stat. Be
richten", over het voorontwerp voor bo
vengenoemde wet schrijft Mr. E. van Wel- afhangen of het instituut vaste arbeider
deren baron Rengers o.a. het volgende: aldaar kan blijven bestaan.
Het zou zin hebben een bindende be
paling in een wet iop te nemen, als kans
bestand voor slechter wordten der toestan-
den. Maar aansezien op dit punt de na-HE, COÖPERATIEVE BEETWORTEL-
tuur het meest te zeggen heeft, behoeft), SUIKERFABRIEK „ZEELAND",
men dlaar niet bevreesd v,oor te wezen, j Verscheidene lezers en zeker zij, die j
We zien hier d[us een voorbeeld van wet- i het zoo kfij' uitstek Zeeuwsche
igeven ten pijsziere van den wetgever; product, de suikerbieten, verdouwen, j
aan diens zijde zullen natuurlijk staan gullen zich wel herinneren hoe wij1 j
de ambtenaren en nog meer zij, die het tijdens de bietencampagne 1920 en
hopen te wordten ten de belanghebbenden wel in ons nummer van Zaterdag 9 Oc-
in het drukkersbedrijf, want in dit ent-tober onder het hoofd „Van pee tot
werp zitten wejer kansen op bestellinjgeii suiker" een beschrijving gaven van bet-
van drukwerk. Meenlen wij dus, dat aan de geen in bovengenoemde fabriek met
eene zrjdje staan de minister, die weer, de suikerbieten geschiedt om er de
een wet kan maken voor zijn plezier en ruwe suiker voor de raffinaarderij van
ambtenaren en typografen, die hier ver
schaffing van loonarbeid in zien, aan de
te maken.
Ook zullen zij weten, dat toen reeds
andere zijde staan tw^e groepen, veel!, een aanvang was gemaakt met de uitbrei
talrijker, waarvan de eene last en de an- ding dier Zeeuwsche industrieele ou
dere schade van zoo'n regeling zal onder- iderneming. Toen wij nu eenigen tijd ge-
vinden. j leden de heer C. Matthijsse jr., bestuurs-
De lasten vian de wtet zullen aan de lid voor Walcheren van de coöperatie,
werkgevers komen, dte schade aan de ar-ontmoetten en hij ons vroeg of wij niet
bei vier s. j weer eens mede gingen kijken, naar de
Men verlangt van den landbouwer-fabriek, nu zoo veel grooter nog dan
werkgever administrat. werkzaamheden, jbij ons laatste bezoek, was ons ant-
gratis te verrichten. Waar weinig of geen woord dadelijk „Gaarne". Welke rechtr
overtredingen zullen voorkomen, zal de geaarde Zeeuw is niet trots op 'elk
landbouwer het idee hebben, dat hij blijk van Zeeuwsche durf en ondérn©-
die bezijghedlen moet verrichten om kan- mingskraclil en waar deze fabriek dlaar-
toormenschen aan 't werk te houden. Als van een der treffendste voorbeelden,
hij' zelf midden in den ooig'sttijid, evenlang1 is, wisten wij door de reis mede te
of Langer djan 2 uur boven het maximum maken weer heel wat belangrijks aan
(dr.l dan wel 10 uur zal zyn) heeft ge- onze lezers te kunnen mede.deeiefu. c
werkt, meent dia wetgever, dat hij ter« Begin dezer week \yerdten wij door
stond aan het lijstin vullen moet tijgen, ze- den heer Matthijsse aan onze toezeg-
ker uit overweging, djat na ingespannen ging herinnerd en Dinsdagmiddag zijn
spierarbeid het schrijven zoo gemakkelijk wij met hem naar Bergen op Zoom
gaat. 1 getrokken.
Van geheel andteren aard zijn mijn be- i Des morgens hadden de Vegen,
denkingen aangaande de gevolgen voor sneeuw en hagelbuien ons een koude,
een depl der arbeiders. Mijn groote vree* onaangename reis voorspeld, de witte
i;, dial de minder goedje arbeiders ten velden in Zuid Beveland herinnerden ons
platlelande de> dupe zullen worden van aan het vervangen van een laten zomer,
de bepalingen inzakte den arbeidsdag. Het door het gure najaarsweder, maar toen j
is niet erg moeilijk en vaak eerder voor- -wij den trein verlieten scheen de zonj
deelig dan schadelijk om minder te laten en bracht ons in een opgewelde stem-
werken. Een vruchtwisseling te wijzigen ming, die later steeds "zou toenemen,
zoodat minder arbeidskracht noodig is, ondanks vuile stralen en de gedachte
is heusch niet zoo moeilijk; een sloot kan aan waf een bieten terrein, bij zulk we-
ook wel eens wat mindler schoon worden der moest brengen,
gemaakt; om melkloon uit te sparen xan Na de stad Bergen op Zooin "door
men gemakkelijk (een paar stuks vee meert gewandeld te zijn, waar nog eten „dritte
weiden of wat meer jongvee houden jm bunde", een belangstellend inwoner
al die dingen betieekenen vaak voor de dier stad. zich bij ons aansloot, ging
geldelijke uitkomst van het bedrijf niet het Üe oude vestingpoort door ge-
veel, maar ze be(eekenen zeker min- lukkig is de angst, die Zondag de auto-
rier arbeidsgelegenheid. Ieder, die ap't riteiten bekroop, Hat deze poort liet
platteland woont, ziet die voorbeelden tegen den hevigen storm niet zou uit-
iu zijn omgeving en een aanmerkelijk aan- houden niet bewaarheid naar de haven
tal van die meerdere uren in het arbeid»- en waren wij spoedig bij "de oude fa-
intensieve bedrijf zullen vervallen, als briek.
de tegenwoordige verhoudingen te plat- wij gingen de fabriek niet in, maar
telande tusschen wterkgever en werkne- wel het naastgelegen kantoor en ter
mer worden vervangen door wettelijKe wijl de heer Matliijsse zijn zaken als
verplichtingen. Een aanduiding daarvoor bestuurslid afhandelde, hadden wij,
kan men reeds vinden in de houding van vriendelijk voorgelicht door een der
verschillende werkgevers, als in een hoofdambtenaren van het kantoor, ge
streek sprake is van werkloosheidsbes trij- tegenheid een kijkje te nemen in dte
ding van overheidswege. Bjj verschillen- groote zaal, waar een groot «gntul omb-
e V^elk llefetyker geschenk heeft dc natuur «ui
de menscben gegeVe*, dan hunne eigen kinderen.
'■g De gezondheid uwer kinderen is het voorwerp van
uwe aanhoudende zorgen. Gy weet hoezeer de groei
j§ hen vermoeit cn verzwakt. VoorjJ uwe dochters
eischen op dat oogenblik een byzonder oplettende
m m m - - «indacht. ------
Laat daarom door uwe kinderen, gedurende dat
kritieke tydperk hunner vorming, by iedere sei-
zcenswisseling een kuur met de Pink Pillen doen.
Op die wyze onderhoudt gy in hun teedere
gestel, dat behoefte heeft voortdurend te worden
gesteund en opgewekt, den rykdom en de zui
verheid van hun bloed en het weerstandsvermogen
- - - - van hun zenuwstelsel. - - - -
Als alle kinderen, zullen uwe kinderen zich by
de Pink PiJJen zeer goed bevinden. Gy zult
van dag tot dag hunne kleur helderder, htm
blik levendiger, hun eetlust regelmatiger, hun
- - - karakter vroolyker zien worden, - - -
Ziehier dan ook wat de ouders zeggen die tot de
Pink Pillen hun toevlucht hebben genomen. De
heer Rouge, boschwachter te Chaumont-Ja-Vi!-le
(Haute-Marne, Frankryk) schreef on3 het vol
gende a Ik heb dc Pink Pillen door twee myner
dochtertjes doen gebruiken. Nadat zy ecnigc
doosjes hadden ingenomen, vond ik dat zy hare
verschillende bezigheden met meer bcdryvigheid
uitvoerden, haar eetlust was veel grooter en zy had
den een veel betere kleur. Deze eerste resultaten zyn
toegenomen en nu zyn mync kinderen heel gezond.
Brief van Mevr. Marie Bley, wonende te Thé~
dirac (Lot, Frankryk) Myn dochtertje, oud
dertien jaar, was erg bloedarm. Zy was bleek «i
zwak en had nergens lust in. Uwe Pink Pillen
hebben haar heel cn al veranderd. Zy heeft nu
een goede kleur en een goede eetlust, zy is
- - - - opgewekt en krachtig. - - - -
De Prjii der Pink Pillen bedraagt f. i.yS de dooi,
f. t). oo de zee doozen. Zy worden verkocht in het
Tloofddepot Planaukade 314 le JtmderJam. Jlten
eitche dit adret en de hollandtche gebruikiaanwy-
zing. De Pink Pillen zyn ook te verkrygeu by de
- goede apotheken en drogisten in Nederland.
AUSULS
IWK
l&se kIZRSQNNESI
\j°M A£ES
o.a. bjj PaUL 7. SLUIS en N.V. C. A. SCHULTE
Clngee. Med.)
door Douglas Valentino
Steeotoriseerde vertaling van W. E. p.
(Nadruk verboden).
44).
We gingen weer voort, heel lange
«sam, tót waar een rijweg naar links af
sloeg. De weg was vol karresporen, wel
een voet diep. Monica en ik stapten
Hit om den wagen lichter te maken,
en Francis stuurde hem met volle vaart
den weg op. Maar hij was nog geen
vijf meters ver of de auto zat tot over de
iissen in den modder.
„AVe zullen de auto hier moeten ta
len," ze? hij, eruit springend. „Het
is tien minuten voor tweewe heb-
gen geen seconde te verliezen."
Hij haalde een pet uit den zak van
zijn militaire overjas, trok toen de jas
uit. Zijn gewone burgerkleeding kwam'
daaronder voor den dag. Hij had glim1-
Diende kaplaarzen aan, die tot de knieën
reikten. Hij pakte Zijn helm in de over
jas en dnoeg het geheel in een rol onder
Üen arm, Zijn j)et zettto 'hij Op.
„Nu, Monica," zei hij „we 'zullen
feéenen moeten msken, vrees ik: we
moeten onze schuilplaats bereiken, ter
wijl liet nog licht is, went anders zal ik
den weg fcrheen niet kunnen vinden, en
binnen twee uur 'is het donker in déze
hossclien. Ben je klaar?"
Wij sloegen van het zandpad af, het
bosch in. Er was niet veel lang gewas,
en de hoornen stonden niet al te dicht
opeen, dus onze weg was niet te zeer
belemmerd. Wij werkten ons vooruit
over een tapijt van natte blaren, strui
kelend over wortels van hoornen, otize
kleeren scheurend aan braamstrui.
ken; we brachten lawines van regen
naar beneden als we langs dennen of
sparren schuurden. Nu eens sprong een
eekhoorn van tak op tak, dan rende
een konijn terug naar zijn hol, dan weer
schoot een hert in de struiken bij onze
nadering. Het was overal zoo stil, dat
ik mijn vertrouwen terug kreeg. Er was
geen menschelijk spoor te zien, nu wij
eenmaal de sporen van wagens verlaten
hadden en ik had het gevoel onder die
statige, zwijgende hoornen, dat ik ein
delijk beveiligd was tegen alles wat
mij zoo lang bedreigd had.
Wij rustten dikwijls, ademloos en hij
gend, met de hand tegen de zijde
gedrukt.. Monica's uithoudingsvermogen
was verwonderlijk. Haar laarzen sopten
van bet water, haar rok was nat tot
san haar middel toe, haar gezidit was
geschramd en haar haar zakte, maar
geen klacht kwam haar over de 'lippen.
Francis scheen onvermoeid en was al-
tijd, vooraan, wanneer we weer na een
rust &p "weg gingen..
Het was moeilijk vooruitkomen, want
bij eiken stap zonken onze voelen diep
in de bladeren weg. Het bosch was vol
diepe kuilen en steile aardbanken, d e
ons heel wat ellende bezorgden. Het
werd ons al gauw duidelijk, dat we
hetzelfde tempo niet konden volhouden.
Monica werd zichtbaar moe, en ik had
er ook ongeveer genoeg van; ook Francis
scheen op. We liepen langzamer. Toen
we een van die ^steile aardbanken met
moeite opklommen, hield Francis, die
vooraan was, de hand omho-og.
De rijweg van Karei den Groote 1"
fluisterde hij, boen we boven kwamen.
Wij keken naar beneden vanaf cien boe
gen aardwal en zagen beneden ons een
groote open plek in het bosch, over
schaduwd door de dikke takken van
de oude boomen, die als liet ware
een gewelf vormde, dat zich, waar
de ruimte zich vernauwde, in een pad
voortzette. Dit verdween in de schaduw
van den reeds val.tenden avond.
Francis klom van den aardNval af en
wij volgden. Schemering hoerschte be
neden in de overwel de ruimte en zacht
ritselden de bladeren fancier onze
voetstappen. Het was een spookachtige
nick cn Monica klampte zich aan mijn.
arm vast, terwijl wij snel Francis volg
den, rlie haastig vooraan liep en bijna
uit ons gezicht verdween in de duistei-
j nis van den herfstavond Hij ging ons
tenaren aan hel boeken., cijferen enz.
zijn, want dat hier heel wat te pennen
en "te rekenen valt, om te zorgen dat
ieder lid het zijne krijgt, en dat ook
de Coöperatie haar uilkomsten zoo goed
mogelijk zal kunnen doen zijn, zal ieder
begrijpen. Een zeer praktische reken"
machine helpt het werk hier zeer zeker
heel wat verlichten. Ons werd ook een
kijkje gegund in de groote kluis, waar da
boeken tegen brand worden beveiligd,
wanï eert beak \veg, zou hecï wat fiharf-
cieele schade kunnen veroorzaken. Boven
het kantoor bezochten wij ook nog
even de kamer, tvaar de Voorzitter van
hel bestuur, 'de heer Jac. Welleman uit
Krabbendijke, zijn tenten opslaat, als
hij personen moet ontvangen en daar
naast de kamer waar vooral in da
campagne het dagelijksch bestuur zeer
dikwijls samenkomt, om met directeur
en bedrijfsleiders de talrijke vraagstuk-
vaor over de open plek, het nauwe pad
op. Een zijpad sloeg hier of, en dat
volgden wij. We kwamen nu door eenj
dichter gedeelte van het wioud, dan we
tot nu toe gezien hadden, groote rots
blokken staken uit tusschen dichte, drui
pende struiken en de braamstruiken
groeiden er in zoo groote menigte, dal
op sommige plaatsen het pad haast niet
te zien was.
Weer dwaalden wij, en vtoor ons lag
een steile wal, met groote rotsblokken
pp zij in 'n dichte verwarring van
kreupelhout en braamstruiken. Francis
sprong tusschen twee rotsblokken onder
aan de helling, toen keerde hij zich om,
wenkte ons hem te volgen en verdween
Monica verdween na hem en ik kwam
achteraan. Wij kwamen door een soort
na uwen ingang, uitgegraven in den
grond tusschen de rotsen, in een groote
ruimte, die blijkbaar onder de rots
blokken was gegraven, want toen ik
mijn 'hand uitstrekte, voeldle ik dat
boven ons de rots was, die vochtig
i aanvoelde.
j Francis en Monica stonden Stil in
deze ruimte, toen ik naar beneden
kwam. Dadelijk begreep ik waarom zij
zoo onbewegelijk stonden. Een schijn
sel van licht kwam uit het diepste ge
deelte van het hol en een vreemd ge
luid, een sport gesmoord snikken, trof
ons oor.
Ik kroop vooruit in donker ia de
richting van het licht, mijn uitgestrekte
handen stootten tegen een lage ope
ning. Ik bukte mij, krabbelde om ee*
rotsblok heen, en zag een tweede ruimte,
die verlicht was djoor een spatterendea
kaars, die aan den aarden muur beves
tigd was. Op den grond lag een man,
die snikte als of fijn hart breken zou
Hij droeg een soort militaire grijze
overjas met een gele streep over den
rug.
„Pst!" riep Ik hem toe, terwijl ik
mijn revolver uit mijn zsk trok. Terwijl
ik dit deed, raakte Francis achter mij
mijn arm aan om mij te laten weten,
dal hij er was.
„Pst!" riep ik weer luider. Ver
schrikt zwaaide de man zich om en
sprong op z'n knieën. Toen hij mijn
revolver zag, hief hij de handen sraee-
kend omhoog. Hij was vuil en ongescho
ren en met zijn van tranen nat ge
zicht zag er uit als een toonbeeld
van ellende en zieligheid.
„Ivamerad! Kamerad!" mompelde hij
wezenloos tegen mij. „Napoo! Kaput!
Engelschen
Ik staarde het vreemde wezen aan, en
kon nauwelijks mijn ooren gelooven. Dat
loiopgravenlaaltje op deze plek.
Ben je een Engelschman?" vroeg ik.
(Word vervolgd.)
B