UIDDËLBURGSCHE COURANT
Vrijdag
4 Juni.
r 129.
4ö8e Jaargang
191»
Deie courant verschijnt dagelgks, mes uitzondering vsm Zo*- en FeeatdagCu.
Prjjs per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in
Nederland franco p. p. f 1.25|
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Aóverientië* 20 cent per regel. Bg abonnement veel lager. Öeboorte-, dooo_-
alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van l-*;7 regels f 1<50
elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Ghroote letters naar de plaats
die ig innomssjj
Advertenties vóór één aar te bezorgen^
Onze positie.
Er is een merkwaardige omslag te
constaleeren in de wijze waarop verschil
lende Nederlandsche bladen zich uit:
spreken over de beteekenis voor ons
land van den oorlog.
Maanden en maanden achtereen van
het begin van den oorlog af, hebben bijna
bladen in ons land zich algeheel onthout-
den ook maar door een toespeling aan
te geven aan welke zijde voor hel bef-
lang van ons eigen land een overwinlning
gewensebt werd.
Ja, er ""werd wM door de meesleneen
oordeel ge.veld over de strijdwijze, en!
over de handelingen van de oorlogvoer
renden legen elkaar En ook wij hebben
den neutrajiteitsplicht niet zóó opgevat,
dat hij ons ook oplegde ons van een
oordeel over die dingen le onthouden.
Maar over de vraag aan welken kant
ons belang lag, werd gezwegen, op een
enkele uitzondering na, die zich meer
door gevoels-argumenlen dan door iels
anders Het leiden.
Toen ongeveer Februari prof
Kernkamp in de „Vragen des Tijds" be
toogde dal Nederland ervoor diende te
waken zich niet door toevallige inciden
ten aan de ecne of andere zijde te laten
dringen, maar daarvoor alleen te let
ten op zijn eigen belang, was dat een
uiting, die yeler meening weer gaf, maar
in, laten we inaar zeggen: bescheiden
vorm
In hel Maartnummer van dat tijdschrift
werd wel door dr Schepers aangetoond
dat een met aan een Europeesche groot
macht onderworpen België een levens
belang voor Nederland was. Maar ook
daar bleef het bij, tenzij men lel op de
onverroomd pro-I)uitsclie artikelen van
„De Toekomst". En dan ook de (oude)
Amsterdammer was wat beslister aan den
anderen kant
Totdat de laatste weken in eens ver
andering kwam.
De hoefijzercorrespondent van het
„Hand sprak onomwonden uit, dat de
proclamatie van dc inlijving van België
door Duitschland een oorlogsreden voor
Nederland was, en daarop volgde in dat
blad een polemiek van dezen schrijver
met mr. F. Vorstman, die betoogde dat
Nederland dan maar liever dadelijk aan
Duitschland moest vragen wat zijn bedoe.-
ling was, en met mr dr. J. K. Labberlon,
dio de meening uitsprak dat de opvatting
van den schrijver in het Handelsblad al
leen redelijken zin zou hebben „wanneer
er een cenigszins noembare kans bestond
dat zoodanige houding onzerzijds Duitsch
land eventueel van zijn ondersteld voor
nemen zou Kunnen afbrengen", daar wij
zeer vermoedelijk bij een overwinning
van Duilrchiand onze eigen annexatie
zouden bewerken, of in het andere geval
onze verhouding lol Duit.-chland grondig
•en voor lange jaren zouden bederven
In de „Nederlander", het orgaan van
mr. de Savornin Lobman, werd door de
redactie op de plaats van het hoofdarti
kel opgenomen een artikel „Weest ge
waarschuwd" van ds. II. Koffijberg te
Muiden, wiens conclusie luidt, dat het
zeer problematisch, ja niet ongevaarlijk
te achten is, indien sommige vadcriand-
sche persorganen openlijk gaan propa-
geeren de meening, do' van DuiEchland's
overwinning, in den middellijken weg,
Nederland's economische en politieke
zelfstandigheid afhankelijk zou zijn
De redactie van dat blad leidt dit arti
kel in met oen kort woord, waarin zij zegt
zich niet voor Duilscbland beangstigd
te maken, maar zij meent dal „het zijn nut
kan hebben te doen gevoelen, dat wij
leven in een lijd, waarin alle grootd
Mogendheden, al erkennen zij het bestaan
van rechl, meenen dat recht te mogen ter
zijde stellen, negeeren, zoodra dit het
belang van den slaat eischt of want
rechlschennis is ten s.Iotte nooit in het
belang van den rechlschender s c h ij n t
te eischen Wij behooren op onze hoede
te zijn tegenover allen; en valsche
gerustheid le kweeken, ligt niet op
onzen weg."
En zelfs de N. R. Ctdie zich in dezen
heelen oorlog kenmerkte door een op
merkelijke omzichtigheid in het uitspre
ken van een oordeel, en die o a naar
aanleiding van heb weglaten van iedere
oordeelvelling over de „Lusitania" heel
wat te hoeren kreeg, heeft in antwoord
op het ook door ons aangehaalde artikel
van het „'Weekblad van het Recht" een
tweetal hoofdartikels gepubliceerd. Het
eene over „Wal wel eens gezegd mag
worden," nl. dal er geen grooter gevaar
voor een neutraal land is, dan dat door
eenzijdig pathos over deze of gene epir
sode uil den oorlog, de afkeer van den
oorlog zeil' verflauwt. Het andere oveij
„Wat niet verzwegen mag worden", waar
in niets meer of minder dan onze ver
houding tegenover Duitschland wordt be
sproken.
En uit dit laatste artikel knippen wc
hel volgende citaal, dat zeker in dat blad
dubbel merkwaardig is
„Een D.uitsch gevaar is er zeer
zeker, maar dit wenden wij niet af,
door ons dints to maken, dat het
Duilsclie volk geestelijk noch zen'
dejijk iets waard is. Met struisvogel
politiek is het nog nooit één land
voorspoedig gegaan „Hel Duitsche
gevaar" zijn niet de minder goede
hoedanigheden van het Duitsche
volk, doch die, welke liet tot ger
weldïge krachtsinspanning in staat
stellen. Laten wij dal gevaar, dat ons
dreigt en niet alléén ons land, al
zijn wij door onze ligging misschien
er hel naaste aan toe onder de
oogen durven zien, en aan ons volk
inprenten door het, in slee van het
die Duitsche eigenschappen, die ons
tegenstaan, voor te houden, duidelijk
te maken wat de eigenlijke kracht is
van Duitschland. Dit geeft een aan
sporing, waarmee we ons volk voor
den ontzaggelijk zwaren lijd, dio na
den oorlog onvermijdelijk aanoreektj
kunnen sterken, en waarmee we, als
neutraal land, misschien ook nog wel
builen onze landsgrenzen een dienst
kunnen doen. Ook zonder dc krijgs
trompet 1e roeren..."
Dit overzicht van pers uitingen zou
ruimschoots voldoende zijn om aan een
buitenlander le loonen waarover in ons
land in de eerste plaats gedacht wordt
als men spreekt over de positie van ons
land in dezen oorlog
,Er slaan ook wel andere meeningen Ier
genover bijv. het kalm geschreven ar
tikel „Waarom wij pro-Duilsch zijn", in
het jongste nummer van „De Toekomst"
van prol', dr. W. A. Vevsluijs, die zijn re
denen daarvoor samenvat in de woorden.,
„omdat Duitschland het schild van
Europa is tegen een overheersching
door de Slaven, omdat het roem
zuchtig en oorlogzuchtig Frankrijk
steeds is geweest en steeds
zal zijn een bedreiging voor
onze onafhankelijkheid, omdat En
geland is, evenals in dagen van
Coen, die onverdragelijke natie die
steeds bedreigt onzen handelsbloei
van ons koloniaal bezit".
Men zou een verkeerde voorstelling
geven van de stemmingen onder onze
bevolking als men dit laatste oordeel weg
liet. Want die schrijver slaat zeker niet
alleen. Maar er moet toch ook bij gezegd
worden ,dat dergelijke meeningen duide
lijk een minderheid zijn, en dat de
meerderheid de meeste zorg heeft voor
wat ons van den Oostkant dreigt, 't zij
tijdens, 't zij na den oorlog.
Dat die oordcelen eerst nu, na tien
maanden strijd, worden uilgesproken
.crhoog'l de beteekenis ervan
We hebben het uit eigen ervaring, en
we weten dat het bij anderen even zoo
gegaan, is, dat de bewondering die we
vóór den oorlog' hadden voor hel levens
krachtige jonge Duitschland, verdrongen
is door een gevoel van zeer groole zorg
toen Duitschland tegenover België loonde
hoe wéinig' het de rechten van een kleine
natie telde en toen dc hinderlijk verwaan
de uitspraken van Duitsche bladen en
de beruchte manifesten van Duitsche ge
leerden goed voelbaar maakten dat men
daar zich zelf geroepen achlte de Duit
sche „Kultur" aan de andere volken te
brengen. En de afkeer van de onbarmj-
hartige consequentie waarmee Duilsch-
land niets ontzag dat aan de „oorlogs'
noodzaak" in den weg' staat, heeft die
stemming' beslist verergerd
Hel is goed-geweest dat niet direct
onder den invloed van die stemmingen
uiting is gegeven aan wat er in ons oral-
ging.
Wal thans gezegd wordt is liet rèstfl-
taal van een rustigte overweging van
onze belangen, nationale en economische
belangen.
En dan is 't ook onze meening, dat
het gevaar voor ons niet zoozeer hierin
bestaat dat de oorlogsgebeurtenissen ons
in den strijd zouden brengen. De vree
daarvoor is door de gebleken zorg der
oorlogvoerenden o.m ons le ontzien ver
minderd.
Maar wanneer liet komt tot regeling
van den- toestand in Europa na den oor.
log; wanneer bepaald zal worden wie
onze buren aan onze Zuidgrens zullen
zijn, hoe de organisatie zal worden van
Aftïftlen-Europa, Avat er gebeuren zal mei
de vaart op den Pro en de Schelde, dan
zal ook blijken o v\j al of niel ons onaf
hankelijk bestaan oedreigd zullen zien.
Vóór dien lijd echter niet!
We Aveten nu wel uit de jongsLe Rijks
dagdiscussies dat de regeering daar oen
meerderheid voor de annexatie van Bel
gië zou vinden, al ,is dal land niel ge
noemd. Maar, we kunnen niet gelooven
dat Duitschland zijn beste troef bij de
vredesonderhandelingen uil de handen
zou geven liet beeld is van hel Hand
zelf - door reeds van te voren België
geannexeerd te verklaren.
En we gelooven daarom ook aiel dal
het mogelijk zal zijn voor onze regécring
gesteld dat zij hel wilde om iir die
annexatie een aanleiding te vinden lol
verklaring van den oorlog aan Duitsch
land.
Misschien zal bij die vredesonderhan
delingen de afstand van Nederland scb
gebied Ier sprake' komen 't Is heel vaak
gebeurd dat een neutraal land, ten slotte
bij den vrede tfisschen .anderen werd
aangetast.
Misschien zal 't dan blijken, dal de
economische bepalingen zóó ongunstig
worden, dat er een ernstigen toestand
voor ons geschapen wordt.
Maar preciseeren wat er dan aan de
orde zal zijn, kan thans niemand!
En onze beste en eenige waarborg le
gen een aantasting \'an onze rechten,
en belangen blijft onze weerkracht zoo
sterk te maken, dat anderen er tAvee of
driemaal over zullen denken ons Iets
op te dringen wat wij niet willen Men
A'ergete niel dat na de onvermijdelijke
uitpuiling der' oorlogvoerenden na den
oorlog, ook een klein, maar fmch en
degelijk voorbereid leger als 't onze een
factor van beteekenis is.
HET TIJDELIJK GEZANTSCHAP.
Ter voorkoming a an misA-erstand Avillen
,'e nog een enkele opmerking maken
over deze kwestie.
We hebben reeds in 'l begin dezci'j
week gezegd niet te weten en zelfs niet
te kunnen vermoeden welke motieven
minister Cort van der Linden had toen
hij van uitstel der behandeling ernstige
schade voor de zaak vreesde.
We staan in dezelfde houding legenf-
over de vraag welk landsbelang bevor
derd zou Avorden door de uitzending van
een tijdelijiv gezant naar het Vaticaan ten
behoeve van eventueel© vredesonderhan
delingen.
Met belangstelling wachten we af wal
de regeering daarover zal zeggen in de
weldra te verwachten Memorie van Ant-
Avoord. En ook in hoever de regeering
meent dal de deelneming van Italië, en do
daardoor moeilijk geworden positie van
den Paus verandering in den stand van,
zaken brengt.
Maar waar wjij legen op kwamen, dal
is legen de voorstelling dal in het regee-
ringsvoorstcl een boginselkweslie ligt op
gesloten, die een agitatie ter opzweping
van den haat legen Rome rechtvaardigt
Bmnsnlanl
NEDERLAND EN DE OOBLOfi
Aan Avien de schuld.
(Ingezonden.)
Aan wien de schuld, dat groote aard
appelen-partijen kans loepen onverkocht
te blijven. Natuurlijk wordt weer de
schuld geworpen op de handelaren en
landbouwers.
In de circulaire van den 11 April staal
dal de minister van landbouAv besloten
heeft nog een beperkte hoeveelheid aard
appelen-uitvoer toe te staan en wel van
die soorten, Avelke wegens hare geringe
duurzaamheid tot bederf anders groo-
tendeels zouden moeten overgaan. Verder
wordt verzocht allen die aardappelen te
koop hebben zich op te geven aan den
heer Bonthuis, Rijkscentraalbureau te
's Gravenhage.
Waar begin April bonte en blauwe
aardappelen niet behooren tot soorten,
die toen aan bederf onderhevig waren
hebben vele bonafides-eigenaars deze
soorten niet durven opgeven, daar zij
meenden dat deze soorten eerst later
zouden mogen opgegeven worden.
Voor een groot deel is hier dus de
schuld van een verkeerd gestelde cir
culaire dal deze partijen niet zijn opge-
Waar alle soorten van aardappelen van
den oogst 1914 aan bederf onderhevig
waren, had, waar de regeering de
bedoeling had opgave van aUe soorten
te krijgen, de circulaire, moeten luiden:
De Minister verzoekt opgave te doen
van alle soorten aardappelen van den
oogst 1914.
Veder wordt er gewezen dat velen de
hoop hadden, dal de prijzen zouden stij
gen.
Ik herhaal hetgeen ik gezegd li£b in
de hoofdbestuursvergadering der Zeeuw-
sche Landbouwmaatschappij "Waarom is
cr niel een partij aardappelen voor bin-
nenlandsche consumptie gereserveerd,
waarom mogen de .eigenaars van aardap
pelen niet profiteeren van groole prij
zen in het buitenland besteed voor dit
product en moeten zij zich tevreden stel
len melden prijs, die beneden de prijs is
in sommige jaren voor dit product op dit
oogenblik besleed.
Waarom Wordt wel toegestaan dal bon
nen en erwten reuzenprijzen bedingen op
dit oogenblik en heeft men de aardappel-
handel, welks producten zoozeer aaa be
derf onderhevig zijn, zulke aanzienlijke
verliezen toegebracht
Is het een wonder dat deze aaneen
schakeling van "tegenstrijdigheden het ver-
trouAven van de 1 andbouwers en 'hande
laren in den Minister en diens raadgevers
heeft doen verloren gaan, dat men zich
met angst afvraagt voor welke nieuwe
verrassingen men zal komen "te slaan
Nu Duitschland geen behoefte meer
heeft aan aardappelen zit men met de
handen in het !Ji aar, doch ik vraag aan
„wien de schuld
De Voorzitter der Afdeeling Tholen der
Zeeuwsche Landbouwmaatschappij
J v. VREDENBURCH.
Tholen, 2 Juni 1915.
S teenkoolvoorzïenining
Het Hdbl. meldt, dat de Amsterdam-
sche a\ethouder van financiën en gemeen
tebedrijven, mr S. de Vries, Czn., Woens
dag een onderhoud gehad heeft met den
minister van landbouw inzake den aan
koop van steenkool
De bedoeling van deze conferentie met
den minister was in de eerste plaats om
voor de sleden Amsterdam en Rotterdam
meer Duitsche kolen te kunnen krijgen,
dan tot dusver het geval is
Ten Iweede wenschlen Amsterdam en
Rotterdam, dat bij de vaststelling van den
prijs niet voor alle gemeenten dezelfde
prijs zou gelden, maar dat alle gemeenten
een c ven re dig "hoogerén prijs zouden be
talen dan vóór ld en oorlog 'was besteed.
Het kolenbureau z"al de zaak in over
weging nemen.
Vergoeding kostwinnerschap.
De minister van oorlog heeft, naar
aanleiding van beraadslagingen ïn de
Tweede Kamer, den burgemeesters ver
zocht, een ernstig onderzoek in te stellen
naar de vraag, of bij de toepassing van
het vergöedings-inslituut niet een te klei
ne maatstaf wordt aangelegd.
De minister doel opmerken, dat wat
hem betreft, goedkeuring aan de toege
kende vergoedingen, voor zoover deze
hef wettelijk maximum niet overschrijden,
slechts dan zal worden onthouden, wan
neer zij, tegen de bedoeling van den
weigever, mochten zijn verleend in ge
vallen, waarin de bij de zaak betrokken
dienstplichtige niet als kostA\inner kan
worden beschouwd; wanneer het geldt
personen of gezinnen, op Avie de in
de desbetreffende wetsartikelen voorko
mende omschrijving niel van toepassing
is;, wanneer de betrokken personen of
gezinnen zonder vergoeding voldoende
kunnen rondkomen; wanneer het toege
kende bedrag te boven mocht gaan het
verschil Lusschen hetgeen de dienstplich
tige inbracht vóór de mobilisatie en het
geen hij voor eigen onderhoud stellig
zal hebben gekost.
Voorts verzoekt de minister om, wan
neer bedoeld onderzoek mochl leiden tot
de erkenning, dal meer vrijgevigheid, in
verband ook met de tijdsomstandigheden
wel raadzaam zou zijn, dienovereenkom
stig le handelen. Het is de bedoeling van
den minister, bij een toe te kennen nadere
vergoeding of verhooging van toegekende
vergoedingen, daaraan geen terugwerken
de kracht te verlcenen, tenzij de beslis
sing een bijzonder geval mochl betreffen
Uitvoerverbod.
De tijdelijke opheffing van het uit
voerverbod van ruw katoen is weer in
getrokken.
IGÜ3 rangen passagiers.
Naar de "N. R C. verneemt, is een
Duitsche daïne, die in Maart 'aan boord
van het Nederlandsche stoomschip In-
sulinde naar Nederlandsch-Indië reizend,
te Colombo werd aangehouden en geïnter
neerd, ongeveer vier weken daarna in
vrijheid gesteld en met het stoomschip
Rindjani naar Java doorgereisd, nog voor
dat de Nederlandsche regeering van haar
aanhouding had kennis gekregen-
In Februari 1.1. werd le Colombo aan
gehouden een Duitsche dame, reizend
van Indië naar Europa, later Averd even
eens te Colombo gevangen genomen èèn
Oostehrijksclie dame. reizend aan boor*-
van de Prinses Juliana, die 2 Februari
van Genua was vertrokken
Hoewel de Britsche regeering had doen
weten, dat alle onderdanen van met Gr-
Bruannië in oorlog zijnde staten aan
boord van neutrale schepen in zekere
havens van de Britsche koloniën (waar
onder Colombo) aan gevangenneming zou
den blootstaan, heelt de Nederlaudsche
rogeering in dc beide Iaalstgemeide ge
vallen aan de Britsche regeering ophel
dering gevraagd ter zake van bedoelde
aanhouding eener vrouw aan boord van
een Nederiandsch schip. In beide geval
len heeft de Britsch regeering daaropf me
degedeeld, dat opdracht was gegeven de
gevangenen in vrijheid te stellen
Nekkramp te Harderwijk
'De maatregelen van isolatie van het in-
berneeringskamp te Harderwijk zijn gis
teren weder opgeheven
Sinds Zaterdag heeft zich geen nieuw
geval van nekkramp voorgedaan
DE VLUCHTELINGEN.
Hun aantal
De centrale commissie tot behartiging
van de belangen van naar Nederland
uitgeweken vluchtelingen heeft aan den
minister van binnenlandsche zalcen een
kort voorioopig verslag uitgebracht om
trent de 'vluchtelingenbeweging in Ne
derland en de werkzaamheden van ge
noemde commissie, waaraan het volgende
wordt ontleend-
Vrij zeker mag worden aangenomen,
dat ongeveer 1,000,000 vluchtelingen naar
Nederland de wijk hebben genomen, en
wel 500,000 over Noord-Brabant, 150 000
over Ze eland en ongeveer 70,000 over
Limburg Echter heeft deze toestand
slechts enkele dagen geduurd, daar velen
reeds onmiddellijk na de overgave van
Antwerpen terugkeerden
Met zekerheid echter kan worden
vastgesteld, dat op één moment het groot
ste aantal vluchtelingen, aan wie huis
vesting is verleend en wel in het begin
van October na den val va» Antwerpen,
len minste heeft bedragen ongeveer
720,000, van wie 594,111 in de drie Zui
delijke grensprovinciën en 120,000 in de
9 overige, ni.a ls volgt verdeeld Noord-
Brabant 410,000, Zeeland 156,000, Lim
burg 28,750. Zuid-Holland 57,000; Noord-
IIolland 34,000, Utrecht 7450; Gelderland
12,S00; Overijsel 4700; Drenthe 3000;
Groningen 2900;F riesland 2500, totaal
719,100, in 831 van de 1120 gemeenten.
Ook deze toestand bleef niet lang be
slaan, daar aangenomen mag worden, dat
reeds half October ongeveer de lielft der
vluchtelingen, de drie Zuidelijke grens
provinciën hadden 'verlaten, meerendeels
naar België terug en verder naai- Enge
land en veel Noordelijker het land in
Noord-Brabant huisvestte op 15 Oc
tober niet meer dan 110,000 vluchtelin
gen, terwijl het aantal in Zeeland tot
50,000 werd teruggebracht
In December viel reeds een merkbare
vermindering waar te nemen, odk ïn het
aantal gemeenten, waar vluchtelingen ge
huisvest werden Het aan de commissi®
bekende aantal armlastige vluchtelingen
bedroeg toen ISO, 100
Dat deze cijfers nóg lang niet het juis
te aantal vluchtelingen aangeven, bewyst
het feit, dal op iiet registratie-bureau
JHiim 200,000 vluchtelingen werden in-
geselireven, in Nederland aanwezig ge
durende de maanden November oji "De
cember 1914, en ook, dal, niettegenstaan
de zeer velen «aar België zijn terugge
keerd "en nog dagelijks 200 300 terug-
keeren of naar Engeland vertrekken, vol
gens de laatste opgaven van Mei er nog
ruim S0,000 aanwezig zouden zijn, onder
Avie nog ten minste 25,000 gegoeden,
die op eigen kosten leven
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij Kon. besluit:
is met 7 Sept. as. aan J. A van der
Kloes en aan J A Snijders C.Jz. wegens
het bereiken van den 70-jarigen leeftijd
e o. verleend als hoogleeraar aan de T.
H. le Delft en zijn in hun plaats benoemd