MIDDKUURftütfHK 101 RAIT
I56e Jaargang.
Zaterdag
20 December.
T AMI NI AU
JAM
de BESTE.
Kameroverzicht
If 301.
1913
Ooze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland iraneo pp. i
Afcenderlijke nummers kosten 5 «ent.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden.
Prospeotusien daarvan aijn ann het bureau te bekomen.
Advertentiën voor het eerstvolgende nummer moeten des middags vóór óén uur
aan bot bureau bezorgd zijn.
Advertentiën 20 oont por regel. Bij abonnement veel lager. Geboorte-, dood- en
alle andere iamiliebenchten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50; elke regel meer
20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, is gerechtigd het Algemeen Advertentie-Buren®
A. DE LA SAR Az., N.Z. Voorburgwal 265, Amsterdam.
Dit nummer bestaat uit twee bladen en
a-ja Einderblad.
EERSTK BLAD.
Jjs (Jen deel der oplage van het Bijvoeg
sel tot dit nummer staal als datum abu
sievelijk. nog 13 December inplaats van
20 December
Ais de middenstanders, die nu reeds
zoo lang roepen om bescherming legen
oneerlijke concurrentie, een antwoord
willen hebben op de vraag, waarom er
nog maar altijd niets in die kwestie tot
stand kwam, dan kunnen ze dat antwoord
vindon in de algeineene beraadslagingen
in de Tweede Kamer over de begrooting
van justitie
Er is niemand die ontkent dat er in
den. handel - en zelfs op veel uitgebrei
der gebied, want ook uit de bioscoop-
eoncurrcntie worden cr voorbeelden aan
gehaald dat er daar dingen gebeuren
waarvan men terecht kan zeggen zoo iels
moest toch niet geoorloofd zijn.
Maai*, als men dan aankomt met de
middelen, slaat men voor de moeilijkheid
hoe men een regeling moet maken die
©enerzijds niet de ongewenschte concur
rentie treft waar alleen de oneerlijke
concurrentie werd bedoeld, en die ander
zijds niet voorkomt, dal dadelijk na de
afkondiging der bepalingen er ook weer
nieuwe, even slechte handelsvormen onl
staan die niet door de wet getroffen
worden
Lu het Kamerdebat waren twee stroo
mingen te onderscheiden.
Er waren, er die meendeu, zooals de
heer Schim van der Loeff het uitdrukte,
dat bet veelkoppig monster der oneer
lijke concurrentie niet met enkele straf
bepalingen om hals te brengen is, omdat
men bij het afhouwen van eenige koppen
aou ontwaren dat daarnaast reeds nieuwe
aangegroeid waren; of wel die, zooals de
heer Ter Spill, van strafrechtelijke be
palingen een reusachtige chantage ver
wachtten. Deze beide sprekers waren
daarom meer voor een civiel-rechtelijke
oplossing der kwestie, dat wil dus zeg
gen. niet door een vervolging door be
middeling van den officier van justitie,
maar door een proces van een kooper
tegen een handelaar.
En tegenover hen stonden de heeren
Rink, Aalberse en de minister, die van de
civielrechtelijke behandeling van dit on
derwerp geen afdoende resultaten ver
wachtten, en een strafbepaling noodzake
lijk achtten.
O vei- de middelen door beide partijen
aanbevolen een kort overzicht, dat dan
tevens den huidigen stand van 't vraag
stuk aangeeft.
Eerst ten opzichte van het civiel recht.
Op 'toogenblik is het voornaamste wat
•p dat gebied bestaat art. 1401 e. v. van
het Burgerlijk wetboek, waarvan het eer
ste bepaalt: „Elke onregtma'ige daad,
waardoor aan een ander schade wordt
toegebracht, stelt dengenen, door wiens
schuld die schade veroorzaakt is, in de
verpligting om dezelve te vergoeden."
Die bepalingen worden echter verre
van voldoende geacht, en er is ook door
den vorigen minister van justitie een
wetsontwerp ingediend tol verruiming
dier bepalingen. Dit ontwerp is reegis in
een vorig zittingsjaar in de afdeelingen
geweest, de memorie van antwoord is er
op ingediend, en de Kamer kan het dus
in openbare behandeling nemen, zoodra
zij er aanleiding enlijd toe vindt.
Voorts is cr de wet op de Handels
merken, die echter al evenmin voldoet,
zoo zelfs dat er aan het departement van
Landbouw reeds onder het vorige mi
nisterie do samenstelling van een geheel
nieuwe Merkenwet in voorbereiding
kwam.
Maar dan is er nog een middel, dat
door den heer Schim van der Loeff zeer
krachtig werd aanbevolen, nl. de invoe
ring van een handelsregister, dat open
baar en dus voor ieder toegankelijk zou
zijn, en waarin men kan vinden wie de
persoon is die onder zekeren naam of
firma handelt; welke vcnnoolen uit een
handelsvennootschap zijn uitgetreden, en
bygekomen; wie algeheele of bijzondere
procuratie hebben, enz.
Zoo'n register zou dan beletten om
tfechls een paar voorbeelden te noe
men, dat een enkel persoon zich voor
doet als een handelsvennootschap, of
■elfs als een „maatschappij tot het ex-
ELST BIJ ARS HEUL
ploiteereu van dit of dat", of dat men
met een firma blijft handelen zonder te
weten dat er heel andere personen in
zijn gekomen
Het denkbeeld van zoo'n handels
register was den minister niet onsympa
thiek. Maar hij waarschuwde dal men
zich daar niet te veel van moet voor
stellen Het is best mogelijk dal men
dan weer andere middelen weet te vin
den om de goede trouw te ontduiken.
Hij zou aan het vraagstuk „zijn aandacht
schenken 1
Maar volgens de heeren Rink en Aal
berse zullen al die civielrechterlijke maat
regelen nièl helpen.
De eerstgenoemde zei jarenlang ge
meend te hebfl&n dat men er komen kon
met een verruiming van het bovenaan
gehaalde artikel van het B W. Hij was
echter „bekeerd" Hij was tot de over
tuiging gebracht, dat het ingrijpen van
deu strafrechter noodzakelijk is, en werd
in de overtuiging versterkt, waar hij om
zich heen waarham1, dat de omvang en
het getal en het geraffineerde van de
misleiding van het publiek eer toe- dan
afneemt
Vijf redenen noemde hij op waarom
men met de civiele procedure niets kan
aanvangen: ten eerste omdat zij te lang
duurt; ten tweede omdat zij te veel kost;
ten derde omdat het belang van eiken
individueelen kooper die misleid is, veel
te gering is om daarover een civiele
procedure te beginnen; ten vierde om
dat het winkeliertje dat aldus verkoopt
1 soms heel weinig of niets te verliezen
'heeft; ten vijfde omdat in een civiele
procedure in de meeste gevallen het be
wijs niet te leveren zal zijn, daar de mis
leide kooper als belanghebbende in de
procedure niet als getuige is toegelaten,
wat in strafzaken wel het geval is. En
om al die redenen vroeg hij een straf
rechtelijke bepaling.
Dat de heer Aalberse ook voor een
strafrechtelijke regeling is, weet men
reeds sedert hij op een proefschrift over
dit onderwerp promoveerde.
Heel nieuw slaat de Kamer niet voor
deze vraag.
Er is reeds vroeger een voorstel in
dien geest ingediend. Tien jaar geleden,
toen de tegenwoordige minister-president
minister van justitie was, heeft hij een
wetsbepaling voorgesteld, luidend
„Hij die om een handelsdebiet te
vestigen, te behouden of uit te brei
den, opzettelijk bedrieglijke hande
lingen pleegt tot misleiding van het
publiek of van zijn klanten, wordt
als schuldig aan oneerlijke concur
rentie, gestraft met een gevangenis
straf van ten hoogste een jaar of een
geldboete van ten hoogste f 900."
Door de snelle opeenvolging van mi
nisters aan het departement van justitie
is niets van dat voorstel gekomen, hoewel
ook minister Loeff het had overgenomen.
I En hoe staat nu de huidige minister
I van justitie hier tegenover?
Reeds in de Memorie van Antwoord
verklaarde hij „niet ontoegankelijk" te
zijn voor den aandrang van de zijde van
belanghebbenden, die slechts door tus-
schenkomst van den strafrechter een af
doende beteugeling van de oneerlijke con
currentie mogelijk achten. Maar hij zegde
de overweging daarvan slechts toe bij
de herziening van het Tweede Boek van
het Wetboek van Strafrecht. En dat kan
1 nog lang op zich laten wachten.
I Hij gaf echler in de Kamer aan den
heer Aalberse de toezegging, dat als deze
met een dergelijk voorstel kwam, hij dit
niet anders zou beschouwen dan als een
poging om het algemeen belang te be
hartigen.
Zoo staan de zaken, en we moeten
zeggen, dat als alleen de strafrechtpartij
aan het woord was geweest, zij door
haar argumenten wel een blijvenden in-
indruk zou hebben gemaakt.
Maar in diezelfde zitting Dinsdag
jl. is ook een woord gesproken dat in
eens met de verfrisschcnde nuchterheid
gen sluimeren iu dö harten van velen,
en dat die booze neigingen wel eens kun
nen ontwaken als een strafrechtbepaling
op oneerlijke concurrentie hun een kans
geeft een ongewenschlen concurrent te
weren of te doen bloeden
We bedoelen de reeds boven aange
duide waarschuwing van den heer Ter
Spill Deze had gelegenheid gehad een
kijkje te nemen aan het openbaar mi
nisterie te Moabit' (Berlijn) waar vier
substituut-officieren werkzaam zijn aan
strafzaken, betreffende auteursrecht, oc
trooien, handelsmerken, en oneerlijke
concurrentie. En hij had daar gemerkt
dat ten eerste het bestaan van strafbepa
lingen in Duitschland maar al te vaak
aan den afgunstigen concurrent gelegen
heid geven om stille-verklikker te spe
len bij de justitie, en ton tweede dat
er daarnaast vele gevallen van chantage
voorkomen, d w z gevallen van hel
dreigen met hel indienen van een klacht
die d.ati kanworden voorkomen door
het betalen van een schadevergoeding
Wat de heer Ter Spill verder zet over
de wenschelijkheid om de civiele pro
cedure niet te gemakkelijk te maken,
omdat dit anders tot hel misbruik zou
leiden van de zijde van personen die
iedere lastige concurrentie als oneerlijk
beschouwen, lijkt ons weinig overtuigend
tegenover de door den heer Rink ge
noemde redenen welke de civiele pro-
cedure in de meeste gevallen onmogelijk
I maken.
Maar zijn waarschuwend woord is toch
nuttig geweest om toch even er op te
wijzen dat men het ook met die straf
bepalingen niet te gemakkelijk mag ma
ken, vanwege het gevaar dal men door
bestrijding van de oneerlijke concurren
tie ook de vrije concurrentie zou aan
tasten.
En er bestaat toch nog altijd een an
dere belanghebbende, het publiek, waar
voor het behoud van de vrije concurren
tie zeer zeker gewenscht is
er aan herinnerde dat er booze neigin-
Tweede Kamer.
Zitting van Vrijdag
De werkzaamheid der Kamer was he
in twee bijna gelijke deelen gesplitst; hel
eerste deel betrof een reeks van niet
minden dan 31 kleine wetsontwerpen
en voorstellen onder welke kleine wets
ontwerpen intusschen ook viel het ze
vende hoofdstuk financien van de
begrooting en de middelen wet voor
I 1914, die beiden zonder discussie en zon-
I der stemming werden goedgekeurd. Van
i de overige ontwerpen was dat betref-
j fende de aanvulling der Marinebegrooting
I voor 1913 in verband met de opheffing
der rijkswerf een nieuwe eu gaarne aan
gegrepen gelegenheid voor de daarbij
I het nauwst betrokken afgevaardigden, de
heeren Helsdingen en Roodhuy-
I z e n, om nogeens weer op gunstiger be
palingen voor de werklieden die aan
deze werf zijn verbonden geweest aan te
dringen. De Minister verzette zich
niet, maar gaf met eenigen nadruk te
verstaan dat men op hem moest ver
trouwen en dat hij voor een volgend jaar
beslist voorzieningen zou treffen Daar
om toonde hij bezwaar tegen het amen
dement van den heer Helsdingen, het
welk den post met f 10 000 wilde ver-
hoogen. De Kamer scheen echter van
een andere meening en met een meerder-
i lieid van 1 slem, 28 legen 27 stemmen,
keurde zij het amendement goed.
I De tweede Minister die lieden tegen
over de Kamer in minder aangename
positie kwam was de Minister van oor
log, die vrij heftig werd aangevallen bij
het ontwerp tot wijziging van de begroo
ting voor 1912, zulks met betrekking tot
de inrichting van den automobiel- en rao-
tordienst en de nieuwe kleeding. Wat
het eerste betreft bleek er van mili-
tairen kant bezwaar dal men rangen kan
verkrijgen, zelfs die van majoor, zonder
ooit gediend te hebben en werd het van
niet-militairen kant niet onjuist onde
mocratisch geacht dat men dien rang kan
krijgen alleen omdat men door zijn geld
1 in het bezit van een goeden auto is
I De M i n i s t e r verdedigde zich slechts
zwakjes, voerde aan dal hij het corps ge
vonden had, zooals het nu was; zette
voorts uiteen dat het huren van auto's
beslist duurder zou zijn dan het hebben
I van een vasten dienst als nu. De Kamer
liet zich evenwel niet overtuigen en
dwong den Minister vrijwel de belofte
af dat hij althans geen nieuwe contracten
zou sluiten; hetgeen de Minister deed.
De h eer DuymaervanTwist maak
te bij de behandeling der kleedingstoelage
aanmerking over deze verkapte verhoo
ging van salaris der onderofficieren; hij
wil de verhooging ook wel, maar dan op
royale manier De Minister kwam ge
deeltelijk aan zijne bezwaren tegemoet
wat hem evenwel niet verhinderde toch
een amendement in deze in te dienen,
hetwelk echter met slechts 5 stemmen
voor werd verworpen
Tenslotte was er bij de kleine wets
ontwerpen eenige en vrij belangrijke dis
cussie over de herziening van hel regle
ment van orde die, vooral bedoeld als
ze is om te worden toegepast in deze
begrootiiigs-periode, nu bepaald niet te
vroeg komt daar wij de laatste zittingen
reeds naderen De heer Duymacr van
Twist wilde zich gaarne neerleggen bij
de bepalingen omtrent korter spreken
die daarin waren aangenomen, maar hij
had voor heden avond reeds een rede,
over de oorlogsbegrooting iu liet klad
die hij ons niet kon sparen, n' en dó-
plaise de Kamer en haar reglement, als
hij de rede nu maar mocht afsteken dan
ging hij met de wijzigingen mede, maar
hij had geen lijd meer om de rede te
veranderen. Er viel voor hel standpunt
van deu heer Duymaer wat te zeggen;
het bleek dan ook chit niemand ernstig
bezwaar had en dat bovendien zou de
lieer Duymaer de welwillendheid der
Kamer hebben ingeroepen, deze hem ze
ker zou zijn verleend Zoover kwam liet
niet, de wijziging werd goedgekeurd en
zal met het door de verschillende spre
kers gemaaide voorbehoud, nog heden
avond in werking treden Zullen wij er
beter mede opschieten ?1
En daarna ging men aan het tweede
deel van den dag de begrooting voor
Landbouw, Handel en Nijverheid, die
omtrent het mijnwezen nogal eenige dis
cussie gaf De heer A1 b a r d a over de
wering van arbeiders voor de mijnen en
de verhouding van de xnijndirectie tot de
R. K. Arbeidsbeurs, te Heerlen, die hij
wel wat al te innig vond en die hem aan
leiding gaf om te vragen of niet-arbci-
ders van een bepaalde soort werden
geweerd; de heer Drion over de re
sultaten van het mijnbedrijf, die hij niet
voldoende gunstig achtte; de heer Vlie
gen over hetzelfde onderwerp, over de
verkenningen in de Maasvelden en over
de protectie en het R. Iv. element, het
mijnwezen verzekerd; de heer Ruys
de Beerenbrouck over alle deze
punten om de jegens de katholieken
1 geuite beschuldiging te weerleggen en om
het op te nemen voor de gestie van den
directeur.
De Minister antwoordde kort maar
afdoende op de verschillende punten,
verdedigde den mijnraad en wees er op
hoe moeilijk het is juiste cijfers van het
bedrijf tot in de details te geven. Overi
gens verklaarde bij zich in bijna alle
punten bereid de. gehoorde grieven te
onderzoeken en in te grijpen wanneer
ingrijpen noodzakelijk kan heeten.
j Vermelden wij nog even dal aan het
begin van de begrootingsbeliandeling de
heer Schaper aanmerking maakte op
het vele en kostbare drukken van het de
partement van Handel De Minister
vond ook dat er wat al te veel gedrukt
werd, maar hij vond dat wat er van het
departement uitging er ook goed moest
uilzien. Dat nu was juist de grief van den
heer Schaper; hij zou wel tevreden zijn
als het wat minder gedrukt werd, maar
het moest vooral niet zoo duur wezen
V. d. M.
Avbndzitting.
Algemeene beraadslaging over de oor
logsbegrooting.
Nog een tikje nawerking van de Colijn-
periode ,maar toch niet erg, vanwege den
algemeenen politieleen toestand.
„De affaire wordt door dezen Minister
op denzelfden voet voortgezet, zei het
Unie-liberale lid De Jong Het is lood
om oud ijzer. Maar de gewenscht© con-
centraliekastanjes nopen ons dezen Minis
ter niet voor de voeten te ioopen, hetgeen
echter nog niet wil zeggen, dal wij bereid
zijn aan elk festijn van dezen Minister
mede te doen."
De heer Duymaer van Twist zal
'dus, ook al weer wegens die concentratie-
kastanjes, niet bijwonen wat hij als iels
noodzakelijks verwachtte, nl. dat de libe
rale Unie cn de Vrijz. Democraten tegen
over dezen Minister kleur moeten be
kennen.
Deze antirevolutionaire militaire spe
cialiteit begroette den nieuwen Minister
zeer welwillend, wat zijn beteekenis he ft
ten opzichte van de vraag of die partij
hel kabinet zou doen vallen door tegen
de oorlogsbegrooting te stemmen, iets
wat de socialisten zou dwingen als be
schermers op te treden Maar daar is
nu nog geen sprake van En dat is
begrijpelijk met de ondcrwijs-commissie
in T vooruitzicht.
De woordvoerder der S D AP, de
heer Ter Laan kon dan ook zonder
dwang zicli vierkant tegenover den mili-
lairistischcn geest van dezen „Colijn den
Tweeden" stellen.
Dat de positie van de onderofficieren
ook hier een groot aandeel in het debat
had is fe begrijpen. De heer Duymaer
aprak er over, de hoer Arts sprak er
over, en natuurlijk ook de heer Ter
Laan, terwijl daartegenover de heer
B v u m jn e 1 k a Dl p den minister waar
schuwde voor te slap optreden legen de
onderofficierenvcrceniging „Ons Belang"
Een ander punt van bespreking was
de voorgcoefendheid, waarover de heer
Juten eenige practische wenken gaf ten
opzichte van het platteland, en de heer
Ter Laan wees op dc comedie van het
examen van voorgcoefendheid waarbij
slechts 46 van de 514 candidaten slaag
den
De minister is nog niet aan 't woord
geweest.
BINNENLAND.
ONTSTEMMING.
We zullen nicl uitvoerig melding ma
ken van de ontstemming rechts over de
onoprechtheid van de „Standaard" inzake
het zitting nemen in de Onderwijscom
missie Het feil dient echter wel even ge
constateerd te worden dal vooral de ka
tholieke bladen er nicLs over geslicht zijn,
dat dr. Kuyper in de „Standaard" beu
van voorbarigheid beschuldigde om zijn
eigen draai goed te praten.
Uit Stad en Provincie.
Uit Middelburg
Tot commissaris van den polder Wal
cheren in de vacature, ontslaan door de
benoeming van den heer P Dumon Tak
tot raad, is gekozen de lieer W. A. de
Rijcke alhier
Met ingang van 1 Januari is benoemd
tot bevolkingsagent (ambtenaar ter secre
tarie) te Delft de heer J J Marsie te
Middelburg, werkzaam ter secretarie
van Veere.
De keurmeesters van vee en vleesch
alhier hebben een geslachte koe af
gekeurd, welke lijdende was geweest aan
algemeene tuberculose; een kalf, dat lij
dende was geweest aan etterverspreiding,
benevens eenige organen van verschil
lende slachtdieren. Het vleesch der koe
is opgezonden ter sterilisatie; overigens
is alles onder toezicht der politie be
graven.
Uit Vlissingen.
Kerstverkeer
Met de nachtboot Oranje-Nassau zijn
hedenmorgen te Vlissingen ongeveer
500 reizigers aangekomen De boot bracht
ongeveer 700 postzakken mede. De Noord-
duitsche maillrein was met vier rijtuigen
en vier postwagens versterkt.
De hoofdcouducleur der S S. P. v. Rijs to
Vlissingen welke begin October uit
den dienst ontslagen is, heeft met deze
straf geen genoegen genomen en vroeg
het scheidsgerecht aan met hel gevolg
dat genoemde P. v. Rijs thans weder bij
de S.S. in dienst is genomen doch thans
als arbeider inet verplaatsing naar Am
sterdam op een daggeld van f 2.
Door den Inspecteur van het Ned.
loodswezen is bij dien dienst te Vlis
singen als matroos aangenomen de
zeevarende A. L. A. A van Unen.
Uit Walcheren
Het was Vrijdag schoolfeest voor do
openhare en de bijzondere school te
Meliskerke. Door bijdragen uit de
gemeente en zoo noodig eenige subsidie
uit de gemeentekas daartoe in slaat ge
steld, werden de kinderen van 5 tot 13
jaar getrakteerd op chocolademelk, be
schuitjes cn een sinaasappel en nog be
dacht met een boekje, betrekking heb
bende op het feit van den dag, de her
denking van 1813.
Dat de kinderen genoten, laat zich
begrijpen. Zij zullen er nog vaak aan te
rugdenken, in dankbare herinnering.