MIDDELBERGSCHE COVftAIT. 1S6* Jaargang. Asia Donderdag 23 October. FEUILLETON. CHRISTINE, BINNENLAND. Bit de Staatscourant. Bit Siad en Provincie. 2Si Deze courant verschijnt i a g e 1 ij k s, net uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp. f2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Advertentiün bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn aan bet bureau te bekomen. Advertentiën voor het eerstvolgende nummer moeten des middags vóór óón uur aan het bureau bezorgd zijn. AdvertentiVi i 20 cent per regel. Bij abonnement veel lager, teboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels f 1.50; elke regel moer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing" van advertentibn en reclames, niet afkomstig nit Z e e 1 a n'd, betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, is gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bar*»* A. DE LA KAB Az., N.Z. Voorburgwal 866, Amsterdam. BB FABEL VAN DEN R1TUEELEN MOORD. We slaan werkelijk verbaasd over de brutaalheid waarmee ,,Zelandia" haar be weringen tracht te staven Op onze voorloopige vraag of in al die opgesomde gevallen een veroordeeling volgde dan wel 'een vrijspraak, antwoord de het blad in zijn nummer van Woens dag: In al de door ons genoemde ge vallen zijn de processen geëindigd met een veroordeeling, maar niet altijd is de uitgesproken straf toe gepast. Doch hoe kwam dit? Omdat het Joodsche kapitaal het voltrekken van het vonnis wist te voorkomen Dat is nu kortweg gezegd: een leq- geu Een leugen die des te makkelijker aangetoond kan worden, omdat ieder boek over dit onderwerp ten 'opzichte van die vonnissen natuurlijk hetzelfde meldt. De uitspraken zijn vaststaande feiten. We zullen kort zijn. Tegen zulke kwa de trouw is iedere verdere kwalificatie overbodig. We zullen ons tot de feiten bepalen 1882, moord op Esther Solymosy te Tisza-Esslar in Hongarije. Volledige vrijspraak van den beklaagde eerst door 'de rechtbank te Nyiregehara, welke vrij spraak in de twee hoogste instanties werd bevestigd 1888, op Severin Hacke te Breslau. De candidaat-rabbijn Bernstein werd veroordeeld, maar bleek bij hernieuwd onderzoek aan godsdienstwaanzin te lij den. Hij was uit een geslacht van krank zinnige aan vaders- en moederszijde. Hij had ook Joodsche kinderen gewond. Het geval bepaalde zich tot het toebrengen van een schram op de huid. (Dat noemde „Zelandia": bloed aftappen 1892 op Johanna Hexmann te Xanten. Volledige vrijspraak van den beklaag de. De officier van justitie zei „in zijn lange rechterlijke loopbaan nog geen en kel geval te hebben gehad waarin zulk een in elkaar sluitend en samenhangend bewijs is geleverd dat de beschuldigde de 'daad niet kan hebben gepleegd." 1716 op een christenkind te Nijmegen (een geval door Zelandia in zijn nummer van Woensdag nog aan het lijstje toege voegd) De beschuldiger Jacob Saxei bleek hoegenaamd niet in staat zijn be schuldigingen waar te maken. De doorhem als daders aangewezen personen konden bovendien hun alibi bewijzen. 1899 op een meisje te Polna. Onder den invloed van de geweldige anti-semie- tische beweging dier jaren werd de be klaagde eerst veroordeeld, maar dat von nis berustte op zulke gronden, dat het Hooggerechtshof het vonnis casseerde, en een nieuwe behandeling beval, daarbij Naar het Engelsch. door L. G. MOBERLY. een ritueelen moord voor uitgesloten ver klarend, en den moord rangschikkend on der de sexueele gevallen Er blijven nu van het lijstje yan"t,Ze landia" nog drie gevallen over. Van twee ervan (dat van 1878 te Stein-am-Anger, en van 1879 te Ivoutais) hebben we geen bijzonderheden gevonden. Het zullen dan toch zeker wel geen buitengewoon spre kende gevallen zijn geweest, wanneer -ze niet eens vermeld werden in boeken over dit onderwerp, die honderden an dere gevallen wel behandelen En dan tenslotte nog het geval van Damascus in 1840. Ja, daarin is een ver oordeeling uitgesproken. Maar als men dan leest dat aan de getuigen hun ver klaringen werden ontwrongen door mar teling (door karwatsslagen en door den strik op het voorhoofd, door het drijven van doorns tusschen nagels en vleesch van vingers en teenen, en op nog andere wijze, te gruwelijk oin mee Ie deelen) 'dan wordt de waarde die men aan de uit spraak zou kunnen hechten toch wel zeer klein. Twee der beklaagden zijn aan de folteringen bezweken. Door tusschenkomst van aanzienlijke Europeesche joden heeft de sultan van Egypte de veroordeelden in vrijheid gesteld. De lezer zal het begrijpelijk vinden wanneer we meedeelen niet verder te zullen ingaan op het geschrijf van een blad dat zóó misleidend de feiten durft verdraaien. Maar ten slotte nog een enkel woord over de houding der katholieken. In „Zelandia" vonden we nog geen protest. Wel vonden we er een ingezon den stuk van een „ab'onné", die verklaar de niet overtuigd te zijn, dat er nooit ritueele moorden zijn gepleegd. Met des te meer waardeering lazen we een ander katholiek blad aiit die streek, nl. in de te Sas van Gent verschij nende „Zeeuwsche Koerier", een artikel waaruit we het volgende knippen: Het geheele verloop der Beilis-af faire wijst op een anti-semietischen toeleg. Dat is hatelijk in hoogste ma te. Met de rechtmatige protesten daartegen stemmen wij dan ook ten volle in. Al herhalen we, dat het akelig is te zien, hoe vele vrijzinnigen, die, waar het Joden geldt, haantje-de- voorsten zijn, zwijgen als een graf wanneer katholieken op de meest schandelijke wijze in hun eer lijke rechten bekort worden. Dat laatste slaat in 't bijzonder op de katholieken-vervolgingen in Frankrijk en Portugal en de wering der Jezuïeten in Duitschland. We meenen dat het daarmee heel anders staat dan met de bloedbe- schuldiging der Joden. Het zijn meeren- deels kwesties van polilieken aard. Maar we hebben het toch ook nooit onder stoelen en banken verstoken, dat we allesbehalve sympathiseerden met het Combes-régime in Frankrijk, of met het optreden der republikeinen in Portugal KAMERVERKIEZING IN AMSTERDAM m. De S D. A. P. in Amsterdam III heeft besloten den heer J. Oudegeest te candi- deeren in de vacature Polak voor de Tweede Kamer. MINISTER BOSBOOM EN DE AAN STAANDE PENSIONNEERIN GEN. Men schrijft van welingelichte zijde aan de Tel.: In militaire kringen wekt hel optreden van den nieuwen minister van oorlog groote verbazing, vermengd met ergernis De nieuwe titularis toch heeft de gene raals Tonnet, Bruce, Kleinliens en Fabius, respectievelijk commandanten van de 2e en 3e divisie, der nieuwe Hollandsche waterlinie en stelling van Amsterdam, voorgeschreven, dat zij met 1 November den dienst met pensioen moeten verlaten. Dit optreden is te meer bevreemdend,! daar al deze opperofficieren een zeer goeden naam hebben en dat hun ontslag geschied is zonder medeweten of goed keuring van den chef van den staf, ge neraal Snijders, en de twee eerste boven dien pas ervaringen als divisie-comman dant bij de manoeuvres hebben opgedaan Men meent dan ook, dat het minister Bosboom vooral te doen is geweest om generaal Snijders te dwarsboomen. De minister, hoewel geen onbekwaam officier, heeft de, vooral voor een hoofd officier, lastige eigenschap, geen mee ning naast de zijne te kunnen dulden Zijn bijnaam is daarom ook „je sais tout". IIoe het zij, kolonel Bosboom, des tijds commandant der veldartillerie in Den Haag, werd door generaal Snijders niet benoemd tot sous-chef van den ge- neralen staf, waarover hij zich zoo ge belgd toonde, dat hij onmiddellijk zijn ontslag nam. Van toen af probeerde hij opvolger van minister Colijn te worden. Nauwe lijks was hem dit dan ook gelukt, of de gepensionneerde kolonel Bosboom liet zich door den ministerraad tot generaal benoemen en stuurde den bovengenoem- den generaals hun ontslag thuis. Ook ko lonel De Vries commandant der Vile in- fanterie-brigade, wien door minister Co- lijn, dus indirect door generaal Snijders een generaalsplaats beloofd was. Deze laatste heeft zich echter gebelgd over het onhebbelijk optreden slechts drie we ken te voren kreeg hij bericht van zijn ontslag niet, zooals de anderen, ge haast om pensioen te vragen, maar zich met een request tot de Koningin ge wend. Over liet heengaan van generaal Fabius is reeds veel te doen geweest. Inder daad was er scherpe critiek op de ma1 noeuvres geleverd, maar in een vergade ring van opper- en hoofdofficieren heeft generaal Fabius zich schitterend kunnen reliabilileeren, en kunnen aantoonen hoe de gemaakte fouten, zijn schuld niet waren. Er is dan ook voor 't ontslag van den slelling-commandant, die nog zeer jong is en een goeden naam als militair heeft, geen andere uiterlijke oor zaak, dan zijne goede verstandhouding met minister Colijn en generaal Snijders Men beweert echter, dat de politieke meening van generaal Fabius die zeer vooruitstrevend is, hem bij den minister die bekend staat als zeer conservatief, verdacht heeft gemaakt Een interpellatie in de Tweede Kalner over deze Nederlandsche Faurev-zaak zal dan ook niet uitblijven. Bij kon. besluit: is benoemd tot notaris te St Odiliën- berg, P Tijssen, candidaat aldaar, is bij het korps mariniers bevorderd tot kapitein, de eerste-luitenant H baron van Hemert tot Dingshof; zijn benoemd: tot ontvanger der registratie voor de burg. akten en der successierechten te 's-Hertogenbosch, A. B C. Meylink, thans ontv der reg. en dom te Wijkbij Duurstede, tot ontv. der reg. en dom. te Onder- dendam, D H. C. Ittmann, thans te Bolsward; te Heerenveen, J. G. Veenenbos, thans te Eindhoven te Woerden, J. C. Yerhoeff, thans te Schagen; te Hardegarijp H. de Groot, thans sur numerair; is, met 1 December, benoemd tot di recteur der reg. en dom. te Leeuwar den, H. W. de Wilde, thans inspect, der reg. en dom. te Breda; is ingetrokken de benoeming van den ontv. der dir. bel. en ape. J. Kruyff te Sliedrecht, tot ontvanger derzelfde mid delen te Zwijndrecht, en is hij beves tigd in zijn tegenwoordige betrekking; is J. H. van Barneveld, ontv. der dir bel. en a,cc. te Winschoten, benoemd tot ontvapger derzelfde middelen te Zwijndrecht. 34. De snelle rit over de heide, bij het ondergaand zonlicht van een namiddag in December, kwam liaar tijden daarna nög steeds voor als een heel buitenge wone droom een droom waarin èn zij èn de man met de grijze oogen èn de schoone bleeke vrouw alle drie een rol speelden; een droom die in 't geheel niet in werkelijkheid in verband stond met de gewone gebeurtenissen van het dagelijkscli leven. „Dit is Manborough", riep Rupert toen zij over een stcilon lieuvel eenige huizen mot roode daken tusschen de pijnbos- schen gewaar werden; „nu waai- woont nu de dokter? Eu hoe heet hij?" „Hij heet Dokter Martin Stokés; ik weet niet hoe het huis heet, maar Man borough is een klein plaatsje", antwoord de Christine. „Als u zoo vriendelijk wilt wezen mij te laten uitstappen in de hoofdstraat, dan zal ik het huis gemak kelijk vinden." „Neen, neon, wij zullen u, deftig voor het huis afzetten", luidde liet lachende antwoord; en de auto reed langzamer, terwijl Rupert iets vroeg aan een man dien zij tegenkwamen; deze wees rechts. „Dokters huis staat luidden tusschen de pijnboomen", zei hij, „dokter noemt het Huize Pijnbosch". „Wat een weinig romantisch en pro zaïsch man is die dokter!" zeidc Ru pert met een lach, „dit land en die bos- schen zouden iemand een wel wat poë tischer naam kunnen inspireeren. Ha! daar hebben wij het huis al even ordinair als zijn naam", en hij liet den wagen stilstaan voor een gesloten hekje; een goed onderhouden pad leidde naar een groot steenen huis, dat zeer goed uit een voorstad van Londen hier overgebracht kon wezen. „Ik kan geen woorden vinden om u te bedanken", zeide Christine met een ecnigszins bevende slem, toen zij bij hel bruin geverfde hekje stond en de jonge man met de blauwe oogen haar had helpen uitstijgen Hij liad gezorgd de eerste te zijn om haar deze beleefdheid te bewijzen. „Het is erg, erg vriendelijk van u dat u mij hebt willen helpen; ik maak u nog maals mijn excuses dat ik zoo vrijpos tig geweest ben het u te vragen." Rupert lachte en slak zijn hand uit. „Denk daar maar niet meer over", zei hij hartelijk „Ik ben heel blij dat u Uit Middelburg. Hlier ter stede is in vrijzinnige kringen de volgende circulaire verspreid: De ondergeteekenden hebben het voor nemen opgevat eene vrijzinnige kiesver- eeniging op te richten, welke hare pe- moeiingen zal uitstrekken tot de verkie zingen voor de Tweede Kamer der Sta- ten-Generaal, de Provinciale Staten en den gemeenteraad. Zij willen deze vereeniging stichten op vrijzinnigen grondslag om diegenen samen te bren gen en te organiseeren, welke zich nog liet ons gevraagd heeft en dat wij u zoo veel tijd hebben kunnen besparen. Ik hoop dat de dokter uw patiënt beter zal maken." Hij nam Christine's kleine hand-- je in de zijne, ook de andere heer gaf haar de hand en voordat de deur werd opengedaan van het huis van den dok ter, was de wagen al uit het oog ver dwenen. „Arm meisje, zij was aardig dankbaar", zeide Rupert tot zijn metgezel. „Ik ben benieuwd wie er zoo ziek was. Moedig van haar om ons te durven aanroepen. „Het is een energiek jong ding", ant woordde zijn metgezel. „Ik houd van dat soort, van die cordate manier om de moeilijkheden des levens het hoofd te bie den. Als ik in haar geval geweest was zou ik cr juist over zijn begonnen te denken wat er gebeurd zou zijn als ik den wagen had laten stilhouden, op het oogenblik dat hij al twee mijlen vooruit was „Waarde Wilfried, je declineert je zelf wel een beetje heel erg", antwoordde Ru pert met een lach; „het lcoml alleen van je verduivelde traagheid van geest dat je niet zoo a,d rem ben wanneer het noodig is als dat meisje met liaar groene oogen,.1" „Heel aantrekkelijk, die oogen", peins de Wilfried hardop, „en een glimlach waar zij veel mee kan uitrichten Kunnen wij morgen dezen zelfden weg niet terug niet aansloten bij of zich niet tehuis ge voelen in de Vrijzinnige-democratische kiesvereeniging. Zij hopen door stichting dezer vereeni ging velen, die zich hoe langer hoe raëer uit de politiek gingen terugtrekken, tot hernieuwde belangstelling en offervaar digheid op te wekken en een venster te openen, waardoor de slem van wat zij houden voor de groote meerderheid dei- vrijzinnigen hier ter stede en in de provincie, zich mei kracht en klem zal kunnen laten hooren. Hiermede hebben ondergeteekenden volstrekt niet op het oog de bestaande vrijzinnig-democratische organisatie te be strijden, doch zij wensehen eene vereeni ging in hel leven te roepen, welke hun ne denkbeelden naast die der vrijzinnig democraten zal kunnen plaatsen, in de hoop na gemeen overleg en met vereende krachten met goed gevolg den strijd te kunnen aanbinden tegen de gemeen schappelijke politieke tegenstanders Deze circulaire is onderteekend door E. Alberts, A. E. Boddaert, A. H. Goeman Borgesius, E. A. O. de Casembroot, J. F. van Deinse, F. B. Evers, J. A Fokker, C. M. Ghijsen, II. C .Ghijsen, J M. Goes- ter, J A. Ileijse, II van der Kamp, T. H de Meester, Jan Smit AznG. J Spren- ger, J. Terpstra, en J. W. Zijlstra De penningmeester van de ijsfabriek! tot wien men zich kan wenden tot het ver krijgen van aandeelen is niet de heer G doch de heer L J. Mes De heer Bloem is benoemd tot archi tect van de te bouwen rabriek. De lew- ring der machines werd opgedragen aan den heer Liebel. Indertijd is door ons gemeld, dat Fran- cina Kolvers, verpleegde in het pude liedengesticht alhier. Zondag a s. haar lOOsten geboortedag hoopt te herdenken en dat die dag feestelijk gevierd zal wor den. Wij hebben nu een verzoek aan de bewoners van de Lange Heerengracht eo wel om door het uitsteken van de vlag tot het feest van het oudje mee te wer ken. Door de politie alhier is aangehou den zekere vrouw de B. met haar lOjarig zoontje, die reeds eenigen tijd geleden als vreemdelinge zonder middelen vaa bestaan, over de grenzen was gezet Uit VIlsBingen. Aan de weduwe van den overleden roeier 2e klasse H J. Boetjc te Yilis- s in gen is bij kon. besl. van 17 October 1913 N 56 een pensioen toegekend van f 271 'sjaars De St. Crt. van heden bevat in een toe voegsel de statuten (no 1488) van de „Jongelingsvereeniging op Gereformeer den grondslag „Calvijn" onder de zin spreuk „Soli Deo Gloria" te V1 i s s i n- gen. o Uit Walcherei. Uit Arnemuiden meldt men ons Erg gunstig gaat het niet met het bouf- wen en stellen der twee nieuwe spoor- gaan, oude kerel? Misschien heeft zij dan wel een boodschap te doen in de tegenovergestelde richting; ik zal goed uitkijken op den weg of ik haar ook 'il" „Ik heb wel eenig plan dezen weg langs terug te kceren," antwoordde Ru pert kalm „ofschoon niet met het doel je in staat te stellen, jonge dames te hulp te komen Je behoeft geen dolende ridder te worden beste Wilfried; neen, doe dat maar niet. Maar ik moet wel over Graystone terug Want ik heb aan Cicely beloofd dat ik op de terugreis van Lewes eens naar Bébé zou gaan kijken en naar haar nieuwe kinderjuffrouw. Zij logeereu samen op de lioeve van juf frouw Naire, dat is ergens in de buurt van het dorp Graystone Cicely wou wel eens graag weten of de nieuwe juffrouw voldoet aan haar verwachtingen en goed op het kind past Wij zullen op den te rugweg eens gaan kijken." HOOFDSTUK IX. Een heel mooie dame De wachtkamer van den dokter was al even weinig belangwekkend als de rest van het huis, zoowel in- als uitwendig. Christine keek naar de ouderwetsche roo de wanden, de ordinaire platen, de ven sters met dichtgetrokken gordijnen en de stijve stoelen en tafels en een somber ge voel bekroop haar. Zij had gehoopt dat de dokter dien zij kwam halen een niet alledaagsche man zou wezen; zij had een voorgevoel dat de toestand waarin zij zich begeven moest wel wat vreemd was en zij kon liet denkbeeld niet uit staan dat zij zulk een heel ordinairen man moest zenden naar de schoone dame met het droevige gelaat Meer dan eens stond zij op met het vaste besluit heen te gaan en een anderen dokter te halen, terwijl zij zat te wachten in die verre lende kamer met het sombere uitzicht op hel donkere dennenbosch, Maarzij bedacht dat het geval zeer dringend was en dat hel lang niet zeker zou wezen of zij in de buurt een anderen dokter zou vin den, daarom gaf zij dit denkbeeld maar op ofschoon de moed haar geheel in de schoenen was gezonken, toen de deur ein delijk openging. Maar de binnentredende was volstrekt niet een man zooals zij had gemeend te zullen ontmoeten, htf had niets ordinairs in zijn voorkomen en evenmin in de wijze waarop hij haar groette en Chrisline was zeer dankbaar dat zij zich niet had laten misleiden door het uiterlijke voorkomen van hel huis en de meubels alleen. „Zou u zoo goed willen wezen mij te. zeggen wat ik voor u doen kan?" De stem was aangenaam en vriendelijk, dit gaf haar een zeker gevoel van rust f» de geheele persoonlijkheid even als eija stem boezemden haar vertrouwen in. (Wordt vervolgd.,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1913 | | pagina 1