MIDDELBUMSCHE COURANT.
136* Jaargang.
Maandag
25 Augustus.
De Vredesbeweging.
P
3EU6LLETÖR
Erfelijk belast.
I
BINNENLAND.
Bit de Staatscourant.
Uit Stad en Provincie.
r. 200
1913
Dut eoaramt variafeijat lagtlijkt, m«t aitioaitriag tu Zo*- n iMitügiL
Pry» ptr kwartaal, toowol voor Midiolbmrg «li voor tilt plaatua 1* Ktdtrlud fraao» pp. f 1
Afjoadtrlijkt cammon koitia 5 etst.
ASveïtaatiö* bij akoaaaaiamt op vooiittlig» voorwaar*»*.
pTespteSiMM* /wr^sE tij* ui ktt barst* U btkoatt*.
voos b»t s?r«tvclg»;cd» **aiKtr motto* dei middag» vóór **r
:.»s tmi* bhzorfrS i\n.
AivtrtaatiCa 20 east par ragaL Bij abouaaaat vaal lager! Geboorte-, dood ai
alle aadara familieberichte* aa Daakbatmigiaga* va* 1—7 ragali 11.50alka regel man
20 eeat. Saalamoi 49 eeat per ragali Groota latten aaar da plaati, dia lij iaaamaa
Tot da plaatriag ram sdvartaatiHa aa reolamei, aiat afkomatig ait Zaalaad, betraSaadt
Haadel, Nijverkeïd aa Ualdwazea, ia gerecktigd kat Alxamaei AdTariaiti(vBv«RI!
DE LA MAB Aa., M.Z. Vaarbir^iral SM, Amrterdaa.
Het Congres voor den Wereldvrede is
naai' huis.
En hel practisch resultaat?
Eenige resoluties, wenschen, prolesten.
waarvan de direct betrokkenen zich wel
niets zullen aantrekken.
Gelooven de congresleden zelf dat er
op de ontwikkeling van de Balkan-ge-
beurtenissen invloed zal worden uitge
oefend door de congresresolutie waarin
allerlei daden voor en in dien oorlog
worden afgekeurd?
Of dat Amerika en Engeland zich er
aan zullen storen dat het vredescongres
or op aandringt hun geschil over de
Panama-acte aan het hof van arbitrage
te onderwerpen? Of dat Amerika er van
zal afzien forten aan de uiteinden van
het Panama-kanaal te bouwen, omdat
leden van het congres daar liever vredes-
beelden zagen?
Zullen de mannen van de hooge finan-
cieele wereld zich in een voorkomend
geval heusch laten leiden door de afkeu
ring in dit Congres uitgesproken over
het toestaan van leeningen ten doei heb
bende oorlog te voeren?
En zelfs al zou er over het plan-Vol
lenhoven tot instelling van een interna
tionale politie-macht een positieve beslis
sing zijn genomen men heeft nu de be
slissing verschoven naar een volgend con
gres dan zou er nog moeten afge
wacht worden, of de staten zelf met dat
plan meegaan.
Maar zouden al de knappe en eerlijk
naar hun ideaal strevende mannen die
nu in Den Haag bijeen waren, dan zoo
verblind-optimistisch zijn, dat ze zonder
eenig practisch resultaat telkens ieder
jaar weer bijeen koïnen om hetzelfde nut-
felooze werk te doen?
O, 't is zoo gemakkelijk zich over die
wenschen en protesten van zoo'n verga
dering van niet-verantwoordelijke perso
nen vroolijk te maken. En 't is nog veel
makkelijker maar men moet er een
eigenaardig gemoed voor hebben om
de congressisten uit te jouwen als huiche
lende kapitalisten-handlangers, zooals de
socialisten doen. In de „Notekraber" staat
zelfs een plaat over een „Haagsehen
Hartjesdag" waarop de congressisten om
een kapitalistisch monster dansen. Ed
dat van de zijde van een partij die zelf
in Bazel een internationale beweging op
touw zette om een oorlog af te wenden I
Maar met s pot redeneert men het feit
niet weg, dat die pacifisten, hoewel ze
zelf natuurlijk ook heel goed weten dat
de wereld-politiek zich niet door hun
resoluties laat leiden, toch ieder jaar
bijeenkomen met datzelfde geloof in het
Roman van
KLARA HOFER.
•29.
Zij keerde zich in haar stoel om, haar
slanke armen met de wijde kanten mou
wen naar haar hoofd opheffend. i„Het
zwarte of het blauwe lint?,,
Hij zei zeer beslist: ,,Het zwarte."
Zij trok het fluweclen lint door de lan
ge schildpadden rijgnaald.
Hij vroeg: „Waarom slinger je dat zoo
om? Doe je dat altijd zoo?"
Zij glimlachte .tegen hem. Haar fijn
profiel kwam behoorlijk uit tegen den
donkerder tint van den muur. „Zoo
wordt het smaller. Het lijkt anders zoo
opgeschikt. Zoo theatcrachtig. Overdres
sed."
Het kapsel was klaar. Zij stak er hier
en daar een speld in, trok, maalde los,
duwde een paar maal met de vlakke han
den naar rechts en links. Het zag er
uit alsof een eerste kapper er urenlang
aan geonduleerd, geborsteld, gedraaid en
gestoken had. Of eigenlijk mooier, omdat
het geheel natuurlijk was.
doordringen van hun ideeën ook in de
kringen der verantwoordelijke personen.
't Feit geeft te denken 1
We moeten bekennen dat we zelf nog
altijd ongeloovig staan tegenover de vre-
de-door-recht-beweging als een middel tot
definitieve vermijding van den oorlogs
gruwel. Als we die moties over den Bal
kan, over Fransch-Duilsche toenadering,
over 't Panama-kanaal e d lezen dan halen
we ongeloovig de schouders op. We kun
nen het optimisme van die voorstellers
niet deelen.
We zien nog altijd in de geschiedenis
van den dag, telkens weer, dat de fac
toren die over oorlog en vrede beslissen
sterker zijn dan de wenschen voor
„recht" van buitenstaanders, zelfs al
hebben deze ook negentig percent van
de publieke opinie achter zich. En we
zien ook telkens weer dat twee dier
factoren: het economisch eigenbelang en
het nationaliteitsgevoel in enkele dagen
een sterke publieke vredes-opinie kun
nen doen verjagen door een algemeene
volksuiting van geestdrift voor den strijd
Dat is heel droevig. Hóe idroevig weten
we zelf niet want al probeert men ook in
gedachten de verhalen van de Balkan
oorlogen over te brengen, naar eigen om
geving, naar bekende personen, dan lukt
dat toch niet. Men kan het zich niet
erg genoeg voorstellen.
Maar de harde werkelijkheid is ook,
dat een wereld zonder kans op oorlog
heel anders moet zijn samengesteld, dan
die waarin wij nu leven. En omdat we
in de eerste eeuwen zoo'n verander
de wereld niet verwachten, gelooven we
nog niet de beslissende kracht van die
moties.
En toch
Twintig jaar achtereen zijn die con
gressen nu reeds gehouden. Telkens
grooter. Zou dat mogelijk zijn geweest
wanneer ze geheel zonder uitwerking wa
ren? Zou dan de ijver niet reeds lang
verslapt zijn?
Wel, er zit in die congressen (ook
een element, dat alle aandacht verdient,
een nieuw element, nog vaag van vorm,
maar dat kAn groeien.
We zijn dien tijd reeds lang voorbij,
dat alleen de vorsten, soms om persoon
lijke redenen een volk tot oorlog konden
dwingen. Maar we zijn den tijd nog niet
voorbij, dat er over oorlog beslist wordt
door een kleinen kring van regeerders
zonder invloed van het volk, dat er het
meest door te lijden heeft, en vaak niets
geen belang heeft bij de oorlogsaanlei-
ding.
Hoeveel Duitschers zouden belang heb
ben gehad bij een Duilsch-Franschen oor
log over Marokko?
Die congressen brengen nu liet nieuwe,
Zij schoof haar stoel achteruit. De bor
stels, flacons en doozen op de dikke gla
zen plaat van de toilettafel schitterden.
Zij keek hem aan. „Je moet ook aan
je toilet denken I"
Hij verdween in zijn kleedkamer.
Zij ging nog een oogenblik zitten. God
dank, het zou Deler worden Beter? Was
dat waar? Wie kon dat zeggen? Als de
eene hinderpaal uit den weg was dan
kwam er iels anders. De vijand zat in het
bloed. O God, zij wilde er niet aan den
ken. Hij kon het niet helpen. En was het
niet iets grootsch, bij dezen aanleg dal
uit zichzelf te maken?
Zijn wij niet allen als ruiters langs een
onzichtbaren afgrond. Wij voelen ons vei
lig, wij lachen en streven voorwaarts
en beneden in de diepte loeren de som
bere machten, het vraatzuchtige noodlot
wat blijft ons nog over dan de oogen
te sluiten, er niet aan te denken, wat
die diepte verbergt. Gelukkig, wanneer
wij voor anderen het leven gemakkelijker
kunnen maken wij armzaligen, klei
nen, in het ommetelijke verloren
Wat blijft ons over dan de wanhoop
.wanneer wij niet vertrouwen....
I Het kamermeisje klopte. Zij trok haar
de schoenen aan, hielp haar bij het toi
let. Goddank. Zij kon niet meer denken.
Het was reeds donker in de zaal toen
dat daar hel volk zich zelf uitspreekt.
Men versta ons wel- we zouden niet
graag de beslissing over oorlog en vrede
in handen van het volk slellen We vree
zen dat er dan nog veel meer loorlogen
zouden gevoerd worden dan nu. Want we
zeiden het reeds de volksopinie slaat in
crisisdagen heel makkelijk over tot oor
logsgeestdrift
Maar we zien in die vredesbeweging
dit goede, dat luider dan ooit vroeger,
uit het volk, of liever uit de volken sa
men, een slem van protest opgaat tegen
het ongerechtvaardigde, dat zoo heel vaak
de oorzaak van den oorlog is.
Al wat die vredes-beweging méér wil,
stemt ons sceptisch We gelooven echter
wel, dat ook in de regecringskabinetten
ten slotte op die volksuiting, wat rechtvaar
digheid der motieven betreft, gelet zal
worden, en zelfs dat er al op gelet is!
De twee vredesconferenties dat zijn,
in tegenstelling met deze congressen,
de beraadslagingen der wel verantwoor-
lijke regeeringen waarvan de eerste
aan de wereld het Hof van Arbitrage gaf
en de tweede de niet minder zegenrijke
regeling van de rechten der neutralen,'
die twee Vredesconferenties zouden ja, I
wellicht wel mogelijk zijn geweest zonder
de vredescongressen, maar het is do
vraag of het resultaat even goed zou zijn
geworden, als die congressen niet een
voorbereidend werk hadden verricht, al
was 't alleen maar door de nog zoo vage
bespreking van het arbitrage-idee.
De Nederlanders, die in hun nuchter
heid koel blijven tegenover de hoogv
dravende redevoeringen en los-zwevêhde'
illusies van de pacifisten, kunnen echter!
met waardeering de gebeurtenis van deze i
week mee-vieren, nl. de opening van het
Vredespaleis, de belichaming van het- j
geen in de praktijk is bereikt.
Wij, als klein volk, hebben juist öm-j
dat we klein zijn, te meer reden ons te
verheugen in 't bestaan van een instel
ling, die zich de toepassing van recht
vaardigheid ook in de verhouding de.
volkeren ten doel stelt. De grooten kun
nen zich zelf wel recht verschaffen. De
kleinen niet.
En toch is er geen betere waarborg
voor 't behoud van vrede dan juist het
toepassen van rechtvaardigheid tegenover
de kleinen. Hoeveel oorlogen vonden hun
kiem in de onderdrukking van een zwak
ke door een sterkere?
Er is een tijd geweest dat werkelijk
velen onder den invloed van een cos-
mopolilischen geest de meening uitspra
ken: dat de kleine staten en naties ge
doemd waren te verdwijnen. Men denkt
daar nu, vrijwel algemeen, heel ander
over. Zelfs de groole volken althans
de verantwoordelijke regeeringsleiders en
velen met hen zien in dat hun kracht
niet zou versterken door het annexeeren
der kleinen.
Maar dan moeten die kleinen ook vrije
lijk kunnen leven En daarom zal een van
de voornaamste taken van de vredesbe
weging zijn de rechten der kleine na-
lies in het licht te stellen
Met opzet spreken we hier slechts van
in het licht stellen.
De verdediging dier rechten zal in de
eerste eeuwen nog wel de taak der natie
zelf blijven.
DE CRISIS.
Het onderhoud dat mr. Cort van der
Linden Zaterdagmiddag met H. M de Ko
ningin heeft gehad, heeft ongeveer vijf
kwartier geduurd.
Volgens de Nederlander zal mr. B. Ortt,
advocaat-generaal bij den Hoogen Raad,
in het nieuwe kabinet optreden als mi
nister van jusitic.
Dat kolonel Bosboom minister van oor
log zal worden, wordt aan het blad be
vestigd.
Als opvolger van den minister van ko
loniën noemde de Nederlander dezer da
gen mr. A D W de Vries, lid van den
Raad van State.
keuring tegen den heer Forluyn aange
nomen.
Zij wij wel ingelicht, zoo schrijft de
N. R. Ct., dan zal de heer Forluyn zich
hierbij niet neerleggen, doch een uit
spraak van hel a s congres der S. D. A.
P. uitlokken.
Bij Kon. besluit.
is met 21 Aug. benoemd tot koninklijk
commissaris bij dc Ncderlandsche Bank,
mr dr A. van Gijn, administrateur bij het
département van financiën, met den per
soonlijken titel van thesaurier-generaal;
is aan G A A. Middelberg, op ver
zoek, eervol ontslag verleend als lid van
de centrale commissie voor de statistiek
onder dankbetuiging voor de bewezen
diensten
is met 1 Sept. benoemd lot inspecteur
voor de scheepvaart in het 2de district
de heer G. H. Bouman, thans adj -inspec.
VREDESPALEIS.
Mevrouw Pasqual Costa, voorzitster van
het Vrouwenverbond voor den vrede tc
Buenos Ayres, heeft, naai- uit Brussel
aan de N. R. C. gemeld wordt, een voor
treffelijk Christusbeeld in ontvangst ge
nomen, tloor deze vereeniging met steun
van de Argentijnsche regeering, bij den
beeldhouwer Lagae besteld Het beeld,
dat verscheiden meters hoog is, heeft
000 franken gekost, is aan het vredes
paleis in Den Haag aangeboden, waar
het door mevrouw Costa zal worden ont
huld.
Naar het „Vad." verneemt, hoopt de
commissie van de Stead hulde in het
najaar het borstbeeld van den grooten
pacifist aan het Vredespaleis te kunnen
aanbieden.
Uit Middelburg.
De Commissaris der Koningin en me
vrouw Dijckmeeste'r zullen ter gelegen
heid van den jaardag van II. M de Ko-
ningin, ontvangen op Maandag 1 Sectem-
ber a.s. des namiddags van 3 uur af.
Het comité voor het feest in nationale
kleederdrachlen ter gelegenheid van het
bezoek van H. M de Koningin aan Am
sterdam stelt pogingen in het werk om
op 12 Sept. a s. voor H M. in het Von
delpark een opvoering te doen plaats
plaats hebben van de provinciale rei
(Zeeuwsche Boerendans) uit de hier ten
vorigen jare uitgevoerde „Feest-Reien"
van onze stadgenooten Ch. Mazure en Jan
Morks.
Het Middelburgseli muziekkorps zal
Vrijdag 29 Augs. des avonds ten 8 uur op
het Molenwater een muziekuitvoering
geven.
Jlir. VICTOR DE STUERS.
De Tijd verneemt dat er zich een com
missie heeft gevormd, om jhr mr Victor
Stuers den 20slen October den dag
waarop hij zijn zeventigsten verjaardag
viert te huldigen.
DEMAGOGSCII OPTREDEN'.
De quaestie van den heer J A. For-
tuyn, die zijn partijgenoot mr. Troelstra
in een openbare vergadering demagogisch
optreden had verweten, is gisteravond
in de afdeeling Amsterdam VI der S. D.
A. Pwaarvan de heer Forluyn deel uit
maakt, behandeld, Met groote meerder
heid van stemmen is een motie van af-
Uit Vlissingen.
Ter gelegenheid van de Landbouwten
toonstelling te Den Haag zal op Donder
dag 11 September van Vlissingen een
exlratrein loopen, stoppende aan alle sta
tions der Zeeuwsche lijn.
De exlratrein vertrekt te 5 uur 's mor
gens van Vlissingen, aankomst Sclievonin-
gen 9 52.
I Vertrek Vlissingen 6.29 's avonds. Aan
komst Vlissingen 11.25.
Een kellner van het hotel Noordzee-
boulevard te Vlissingen is er Zondag
avond vandoor gegaan, de kas ten bedra
ge van ongeveer 40 gulden medenemen
de Vermoed wordt, dat hij met de nacht
boot hedennacht naar Engeland is uitge-
I weken.
De pontonwerker J. Hendrikse te
jVlissingen welke ongeveer 8 uur he-
I denmorgen zich naar zijn werk begaf,
zij hun loge binnentraden. Mevrouw Von
Beust draaide zich om, met haar lorgnet
tegen de lippen, want juist begon de
slem van den grooten tooneelspeler
Kainz, zacht en toch duidelijk, genuan
ceerd tot in de laatste syllabes: „Meer
dan uw vader minder dan uw zoon..."
Het gebouw was overvol. Op de galerij
verdrongen de menschen zich. In het
parket, op alle rangen, zaten zij hoofd
aan hoofd. De gastvoorstclling was twee
maal uitgesteld. Er hceschte een adem-
looze stille. De schouwburg was oud,
de decoraties slecht. Er zou een nieuw
gebouw komen. De tooneelspelers, vrij
goed in moderne rollen, stonden tegen
over klassieke stukken met de verlegen
heid aan de middelmatigheid eigen Zij
stelden de bekende, ontzettend stereotype
theaterfiguren voor, zonder dat men zou
hebben kunnen zeggen, waai' de fout zal.
Zij verdienden den hun welwillend toe-
gezwaaiden lof der plaatselijke pers; er
werd heel dapper gespeeld-
En toch zweefde de adem van het ge
nie door de zaal; ieder, geblaseerd of
niet verwend, veeleischend of lichter vol
daan, voelde iets van de macht van het
grootschc, een openbaring uit lang vervlo
gen eeuwen: de schaduw van den reus
ging over het tooneel. Het drama der
gedachte uit den tijd van kracht en ge
weld.
Antoinette had zacht, om niet te sto-1
reu, naast haar man op de achterste stoe-
len plaats genomen. Beneden speelde zich
het eeuwige gedicht af. Zij had den laat-'
sten keer in Berlijn Matkowsky als Ham
let gezien. Kainz kende zij toevallig nog
niet. Als hij in Berlijn speelde, was het
altijd in rollen geweest, waarvan zij niet
hield, Franz Moor, Mephisto, Zanga uit
„Het leven een droom". En evenals ieder
in de zaal had zij het gevoel, dat slechts
zoo de Hamlet kon worden gespeeld.
Na het:
De tijd is uit zijn voegen; schande en
[wee,]
Dat ik ter wereld kwam dien recht
[te zetten,]
barstte een oorverdoovend applaus los.
De jongensachtige slanke gedaante in
het afgedragen, zwart fluweclen buis,
stond buigend voor het voetlicht.
De geestdrift sLeeg met elk bedrijf. Na
de groote monoloog in het derde bedrijf
werd zij tot razernij. De menschen stamp
ten, brulden, schreeuwden.
Eerst na een pauze kon Ophelia op
treden. Het was een piepjonge novice,
tenger en rank, met groote dwepende
oogen. Het kinderlijke wezen behoefde
slechts zichzelf te spelen. De electrisch
geladen atmosfeer der menschenmassa,
de onzichtbare en toch door ieder duide-
delijk gevoelde verbinding tusschen too
neel en toeschouwers, de genialiteit van
haar partner sleepten haar mede Zij
speelde aandoenlijk mooi, was geheel de
onschuldige nimf, zooals de dichter haar
noemt.
Mevrouw Von Beust keerde haar ko
lossalen rug om. „Die Kainz is cenphe-
nomeen."
Maar de kreitscommissaris verzekerde,
dat hij hem tijdens de zitting van het
Heerenhuis als Mephisto gezien had en
dat toen zijn spel nog subliemer was.
Zijn vrouw boog het hoofd met het
reusachtige lichtblonde kapsel naar An
toinette, die stil, in zichzelf gekeerd, ge
heel onder den indruk van het machtige
drama achterover in haar stoel zat ge
leund. Zij trok den handschoen van haar
rechterhand uit. „Wil je iets moois zien?"
Zij droeg een nieuwen ring naar den
laatsten smaak, open, kantachtig bewerkt,
in platina gezet, over den trouwring. „De
smaragd is van mijn schoonmoeder."
Zij liet hem ook aan Mary Feist zien.
„Het is nu bijzonder chic om den
trouwring te bedekken eigenlijk de ri
gueur."
(Wordt vervolgd.)