207. TWEEDE BLAD Het laatste kwartje, i soor- Zaterdag 24 Mei 1913, no. 121. ftan het onderhoud van den on dor 1 nraatjes over to brieven, 'k Denk soms wel gebogen, of het de stille dansmuziek opving j modern practisoh standpunt belicht. De kassen, die dan ook ,;ed r.iorgu zijn. .va;., - ik cr gok van worden zal." I van nimfen en kabouters, die zweven in die hoogleeraer beweert nl. als resultaat van neer er ten onzent kortweg over „dierentuin"! Ze zegt net balf huilend. j lichtende kluurenmist, waarmee do croml van nauwkeurige fysiologische onderzoekingen, Van den Haagschen Toren. Voordat Don Haag Zondag j .1. ontwaakte, waren al reeds twee beroemd geworden Hol- landschc vliegeniers, Bernard de Waal met zijn mecanicien lvuntner in een „Fokker vliegtuig" ai luitenant Versteegh in een „Van Meel's" biplan van Soesterberg naar hier ko men zweven, Nu is het waar, dat Den Haag met buiten gewoon vroeg ontwaakt, vooral des Zondags niet, daar volgens een overoud gebruik de Zaterdagavonden voor alle mogelijke bezighe den zijn bestemd, waarbij liet wel eens laat wordt, zoodat voor liet uitrusten de Zondag dan ook de meest geschikte dag is. Om dus het vroege morgenuur aan le geven, zol het voor den lezer duidelijker zijn te ver- melden, dat de „mensch vogels" om even over vieren in den morgen van Soesterberg ver trokken vertrokken en De Waal reeds één uur later op het terroin „Hanenburg" vlot landde, terwijl luitenant. Versteegh tegen zes uur zijn tocht volbracht h ad Deze afstand is voor eou vliegenier als De Waal, die van Berlijn naar Soesterberg kwam vliegen, onder gewone om standigheden een „peulschilletje", doch hij deze evolutie hadden zij te kampen met ster ken wind en veel regen, zoodat vooral luit. Versteegh in zijn veei lichter gebouwde ma chine geweldig geschommeld had. „ra®* is Diks, Blaar die. kou en Bal vtoe8e opstaan ze. De Waal, verkleumd raultoo. pende, waren de meest onaangename gewaar wordingen van het vliegen, hetgeen zich be grijpen laat. Slechts enkele menschen waren dan ook gesproken wordt, bedoelt men niet meer of i „Hou toch op, hou toch op." vaart hij uit het bosch is betooverd. Hoort hij niet minder djji „Hot Koninklijk Zoölogisch „Je zouj er mij ook nog dol van maken. Kan ik I ziet hij die bloemenhoofdjes zwijmelend njjgen Botanisch O nootschap", dat dus ook ten doelhet helpen, dat sommige tijdschriften zoo of ze zich aan do borst vlijen van de nimfen, heeft de botanie te „beschermen". De lustig laat plaatsen? Ik doe toch m'n best. „Daar' draaien," voorjijarsgasten doen dus een goed I staat nou werk hij „Onze Tijd", bij „De Weg werk, ,n het moet gezegd, steeds is er een -wijzer", „de Nieuwe Wegwijzer", met nieu' igheidjo, dat de attractie verhoogt. Zoo is r k hier de vhegliefhebbenj doorgedrongen. He nieuwe draai instrument met vliegmachines v- i bijzonder in den smaak der Haagscho s toonen. De hangende schuitjes van dezo aai molen, beschrijven, door de middelpunt .iedemdo kracht groote cirkels buiten de eigen- jko tent, waardoor zij, naarmate.de beweging teller is, een meer verticalen stand, aanno- en Dit zweven veroorzaakt veel schreeuwen i gilletjes, die blijkbaar de vreugde nog ver- li ïgcn, 'want behalve de „vliegeniersters" v«. maken, zich een groot aantal toeschouwers in leze zweef demonstraties. A er nog vele voor jaarsfeesten zullen ge weest zijn, zal het genootschap misschien we der ku ten overgaan tot het aankoopen van een teeu\. en misschien is in dien lijd de wetenschap af de dressuur zoover gekomen, da,l er „vege', rische leeuwen" te verkrijgen zullen Zijn, hetgc de finajdtiön van het Ge nootschap dan niet ••einig ten goede zal komen mekaar een licele duit „Net of dut wat helpt, als we nog minsteais een half jaar moeten wachten 'k Kan toch met to'n kwartje Ilij lacht er om ,,'t Is misschien van net zoo'n wouderbaarlijke rekbaarheid ala da olie en het meel van de weduwe van Sarphat ..."l „Nee, dat kan ik nou hoeltomaal niet uit staan" ,s nikt zij boos, „die luchthartigheid, terwijl ik me geen raad weet," ze luchtig dansen I O, wat is de wereld veel schooner en groo- ter en dieper dan het zoo oppervlakkig schijnt, i't Is of er een hymne uit opstijgt in kleu ren en vormen en klanken, die uitsmelt in een za.chten vredezangDaar kwettert de spotvogel zijn 1 ustig lied en vraagt de wiele waal met gouden klankslingers naar vroolijken tegensch&tex F.n daar loopt hij, met knijprimpels boven den neus uit ergernis over oen huiselijk ru zietje En daar zit z'n vrouw thuis, op gesloten in haar slaapkamer, te kniezen over Deze week zijn de officieele data i" verkiezingen, stemmingen en herstem mingen bekend gemaakt. Voor Den Haag lange lijst. Niet alleen moeten do kiezers in actie komen v<?or do Kamer en do Provinciale Staten, doch ook zijn de stemmingen voor den Gemeenteraad steld op 8 Juli, de herstemmingen op den 22sten van die maand Mag er nu nog tijd zijn om in een draaimolen te stappen, in de maanden Juni en Juli zijn de Hagenaars zoo gebonden, dat zij om zoo te zeggen bij de stembus moeten blijven logeeren Van va cantia nemen is dan ook die dagen geen biljet is nauwlijks in do um gedeponeerd of hot andere moet reeds ingevuld worden. Van Christelijk-historisclie zijde is men over deze verkiezingsdata'!? voor do Tweede Kamer niet bijster te vreden -ie wwiswiea w^i u<« uu* herstoinmin;„ op Woensdag 25 Juni is go- b; de dabag, doet om bekomj. vdl bsmm mel all<1 werf, dot ook s middags woder vloekten eou- preaitantffll d„ Nk1 H«rr te* met huaoe dan word» eed.» war» oen poot rnrntid ollderIil (or „r6aderillg stad|genooten naar het terrein gegaan. Tot vhe- - gen kwam het echter niet, het weer werd! slechter en ruwer, doch de belangstellenden hadden een welbesteden middag, daar de ver- scliillande vliegtuigen werden bezichtigd' fen ten gaan. Zooals indertijd reeds in dit blad is opgemerkt, luidt het artikel 37 van het Alge meen Reglement van dit kerkgenootschap, dat deze vergadering moet gehouden worden op den laatsten Woensdag van de maand Juni. urai laciiaitsii va-u ue iiicuuiu juiu. do w»h»g der,ImoïB; ^«mokstrOTd Vel0 oufcl,«geri di<sl door d» keer Vim Moei d,o zeil do macllmo d k b waarmede luit. Versteegh gekomen was, had i iinuiig deel namen. Van. een rechts-mmisterie gebouwd. Ook waren een groot aantal autori- 3, -ï j 1 fb - wordt het als een onvnendelnke daad be- teiten aanwezig en zoo werden de moedige i J. Hollondsoho «liegers MogoBproto, door ko-1 de'«broodors, dat load Van Terwinga, die Do Waal huldiSde, »l> .8, of dat go®, rftoun,; ,8 terwijl generaal Snijders de kloene vlucht vain Juit. Versteegh in herinnering bracht, zijn onverschrokkenheid en volharding roemende en hem niet tan onrechte een dier eerste Ne- derlandscho militaire vliegeniers noemende. Ook ontving hij een reuzenkrans met natio- igehouden met het. reglement der Ned. Herv. Kerk. Voor de Gemeenteraads-verkiezing is tus- schen de verschillende kiesvereenigingen van links een accoord getroffen. Van de Unielibe ralen, Vrije liberalen en Vrijzinnig democraten zijn verschillende leden candidaat gesteld. Uit «aio lint», «oa vriendelijkheid vau Van Mooi, ~welS^ als nulde voor de eerste overland-vlucht on der zulke bezwarende omstandigheden op het door Van Meel geconstrueerde vliegtuig. Nog eenmaal hebben de vliegdemonstralies zich deze week herhaald en wel Woensdag j.l., door prachtig weer begunstigd. Vele vluchten werden ondernomen en verschillende passa giers werden door De Waal medio door het luchtruim gevoerd, onder wie kolonel Terwisga, kapitein Meijwerk en de luit. van het O.-I. leger Olto. Voor verschillende medereizigers! was het de eerste maal, dat zij in een vlieg tuig plaats namen en omtrent de beoordeeling van de sentatie, bij het vliegen ondervonden^ waren de meeningen zéér verdeeld. De een vond het heerlijk,do ander vond het gevoel van opstijgen en dalen maar matig, terwijl de meesten i boven onaangenaam winderig von den. Onverdeeld waren echter do meeningen van 'hen, die den „luchtdoop" ondergingen, over de stabiliteit van het Fokker-toestel en over de zekerheid, waarmede de bestuurder De Waal zijn toestel behandelde. Deze Welgeslaag de demonstraties zullen dan ook veel enthou siasme voor de vliegsport ten gevolge hebben. blijkt, dat de van den wethouder van finantiën, de heer J. dia ook aftreden moet, er niet op voorkomt. In een vorige vergadering van de Nieuwe Vrijzinnige kiesvereeniging ,,'s-Gravenhage" werd de voorlbopige candidatuur van den heer Simons verdedigd, hetgeen een. levendige discussie ten gevolge liajd. Het bestuur van deze kiesvereeniging 'wtenschte den heer Si mons geen caindidaat te stellen en dreigde met (aftreding, indiefn de leden toch hiertoe over gingen. Dit krasse besluit vindt zijn oorzaak in de houding, die de wethoudeT van finantie heeft «aangenomen in zake de sinds berucht gewor den Haagsche belasting-kwestie, eemige maan den geleden behandeld. Zooals de lezer zich herinneren zal, reclameerden verschillende ne ringdoenden, zooals de firma Strauss, Broer man en anderen, do terugbetaling van te veel betaalde belasting penningen, waartegen de 'weihouder van finantiën op zeer betwist bare gronden in den Raad zich verzette. Men zou hier kunnen zeggen„loontje komt om z'n boontje" Uw getrouwe Torenwachter. In den Haagschen dierentuin hebben weder do gebruikelijke „voorjaar^feosten" plaats. Deze naam is een meer deftige, meer „Haag- Bche" naam voor kermis, want do Haag sche kermis is afgeschaft, die behoorde tot de „ouderwetsche ontspanningen", terwijl de liefhebberij voor dit „voorjaarsfeest" buiten- glelwoon groot is, niet het minst hij onze elegante jonge dames. Na zijn entree-geld tot den dierentuin te hebben geofferd, hetgeen niet noodig is als men lid of aandeelhouder van liet gedootschap j „Als de bel gaat, staat m'n hart stil," zegt .is men huig dit entreegeld dan als dividend mevrouw Scheper en ze kijkt haar man diep Tekenen treedt men den lusthof binnen i wanhopig aan groolc straat gevormd door schitterende kra- „Dan zullen we den klepel met watten om men, carousels, glij-, zweef- en draai-gelegen-woelen", izuclit mijnheer Scheper, zijn hest heden, heeft de plaats ingenomen van leeu- J doende om de zaak van den komischen kant op en hjgerhokken, Welke men eerder inte nemen. door JAN EIGENHUIS. een Zoölogisclien tuin zou denken pan le Treffen. De uitheemsche beestjes zijn echter langzamerhand verdwenen, omdat de finantiën v,an de onderneming, het houden van deze dure kostgangers niet veroorloofden. De be langstelling voor een collectie dieren, wilde dito's natuurlijk, mocht ook hij onze vreedzame Kan toch geen gelid van m'n lichaam haar laatste kwartje en te luisteren naar die snijen 'k Verbras het piet.. En verder zaDverschrikkelijke bel Vpn (menschen, die omi geld ajfes ijwel terecht komen." [komen. En al die menschen rondom hem „En 't is schande, zooals je mij 'r maar heen, voelden zo iels vap het breede en diopo voor laat zitten," snauwt ze zenuwachtig.. en harmonieuze in de mooie wereld? Zij zou- „Daar, hoor jie, weer de scheï O lievedeh ook wel hun trage hersens vol hebben hemeltje, wat zal dat nu wezen! van nietige," pietluttige dingen, al lokt de Een piekhaxig dienstmeisje steekt haarvolste lenteweelde bloedeloos vuil gezicht naar binnen „Me-Dat laatste kwartje Was het niet vermake vrouw, de schoentjes van Frans terug En lijk, torwjjl zijn ziel zoo ruim Was, dat ze 'l is Jvijftig cent..." er elke ^openbaring van de wereldziel in Me-;ouw maakt een verwijtend gebaar en kon opnemen, om dan zich zijn zaligheid te Ir.i.t heel gewichtig haar portcmonnaie uitvierpanden aan een paar geldstukkon? ,,'k Kan 't niet passen. Mietje Zeg dat j't I Hij zag zijn rijkdom zoo groot naast de morgen (wel aanreiken zal dwaasheid van zijn armoe, dal hij zich eeP Mietje .snuft heel minachtend haar vuile koning Voelde, lachend om den rol van bede- roeusje op en smijt de deur dicht om mei laar, waarin hij liefhebberde. Hij zag zich den schoenmaker heel oneerbiedig over haar gaan met een narrekap op het hoofd en zich „kale" toevTouw te babbelen kostelijk dwaas als een heel groot kind aan- „Zie je, dat je nu voor zoo'n kwaje meid stellen, grijpend naar speelpenningeri, en met je te schande moet zetten. Zij brengt onZe zijn (Vrouw de dingetjes natellend met een heele pnnoedc over de straat *t Kan zoo niet zalig gezicht, maar wanhopig als de penningen lpnger, hooi-. Ik zal de rekeningentjes voortaan uit de vingors vielen en verdwenen En maar bij jou laten brengen, dan kan je 'risdaar zaten z> te treuren en elkaar te be- mjerben iwpt het is kibbelen als vechtende kippen, omdat er nog „Hou nu toch op met dat gejeremieer," maar 'één zoo'n speelschijfje over was. O, onderbreekt hij den woordenvloed „Kon ik het Was om te gieren, dat zulke dingen in- „ïïoo kan j'er nu nog gekheid over maken", valt mevrouw uit. ,,'k Ileb net nog één kwartje in huis. En elk oogonblik kan do slager komen met z'n rekening, en de bakker en de melk boer „Nou, dan stuur je ze weg", antwoordt mijn heer knorrig. „Dat komt immers wel terecht. Hagenaars niet groot genoemd worden, zoodat Zoo 'gauw ik weer een idee heb, werk ik er door afsterven en verkoopen, het genootschap dag en nacht aan, en dan zijn we'r overheen een zekere „economie" kon maken, De eer Alle uitgevers hebben even graag werk van van den dierentuin wordt nu opgehouden, door i me." «enige apen, papegaaien, eenden en geiten. „Ja, jij praat mooi. Jij loopt' maar de deur, Dit zal voorloopig wel zoo blijven, want van Uit. En do leveranciers, die willen nog wel gouden paardenbloem blijde vlekken En statig de voor jaarsfeesten kan niet gezegd worden wat (wachten. Maar een rekeningetje van een rechtop, tzoo,als hij het in den zomer nooit had dat het een „beestenboel" is. Zoolang de paar kwartjes terugsturen, geen cent te heb-1 gezien, stijgt het look-Zonder-look op. Wat kermis daar jaarlijkscli plaats heeft, behoeft ben voor zeep, garen, band, post en al die heeft dat anders zoo onaanzienlijke kruid, dat aan het voortbestaan van het genootschap niet kleine dagtilijteclie dingetjes, dat is om jo het nu zoo boeit en als in zijn ziel weer- getwijfeld te worden, daar door de verhuring suf te maken, 't Zijn van die kleine vernede- kaatst wordt Hoe zelfbewust staat bet daar d«r (plaatsruimten een aardig duitje wordt ringetjes, Waaraan je elke minuut bloot staat, in de gratie van een elfengestalte, het glan- j- tv» er het land aan om «I die zend, smetteloos witte bloemtrosje luisterend het helpen.. „Ja, maar je trekt er je niks van aan, je lacht er maar wat om „Spaar mo non dat gezeur.. Je maakt het me hcelemaal onmogelijk in m'n nieuwe werk te bonM?n „Denk je dan dat ik m'n huishouen op die manier opgewekt kan doen.. Als je wil ver stellen gaan geen garen in huiswil je laten (wasschen geen. zeep de kinderen hebben aan alles gebrekEn bij jóu vind ik heelemaal geen steun." Ze snikt het uit, en ongeduldig staat hij op, snauwend „Non, een gezellige boel hier. En dan moet je in een rustige stemming we zen, om in je werk te kunnen komen. Je ont neemt ine al m'n Werklust...," „Je werklust. IK? En dat zeg je tegen mij, die den heelen dag ploeter, om maar te ver zinnen, geen geld uit te gevein Maar hij hoort haar niet meer. Hij1 heeft zijn hoed al opgezet, en de buitendeur achter zich dicht gesmeten, i 't Is me tegenwoordig een toestand, zuclit hij. Als je 'ris krap zit.... Om daar nu zoon misbaar over te maken en hem te prikkelen dat hij heelemaal niet meer aan zijn werk kan toekomen. Hoe kon hij zoo de noodige rustigheid van geest hebben, om zich in z'n sujetten in te leven en ze uit te beelden met liefde en alge- heele overgave aan z'n onderwierp.... 'tj Is dwaas om zoo als een kind t|S keer te gaan] en tjp jammeren over dingen, waaraan niets t]e viexhelpen Viel.... (Ze Wapen er 'toch altijd nog gekomlen.... En wie in ons kleine landje van Z'n pen moest leven, mocht blij wezen als hij een inkomentje v,an een kantoorklerkje kon bijmekaar schTapen.... Maar wat hadden ze niet laltijd intens samen geleefd...., samen in z'n onderwerpen, er samen heelemaal in. Zijn scheppingsgienot samen gedeeld en zij het ver- verdubbeld door liaar dankbaar kunnen door voelen van wat hij uit z'n innerlijk naar voren bracht'Zulk een huwelijksleven Was toch (alleen voor een kunstenaar weggelegdEn over liet laatste kwartje.... Loop naaT de maan, dat laatste kwartje. Had bij, de be roemde letterkundige Scheper, wal met zoo'n Vuil geldstukje uit te staan I Mocht zijn ge moed, waar zulke mooie dingen uit oprezen1, heel teer en heel innig als waterlelies uit de donkere waterdiepte, mocht dat beroerd worden cn Wild op en neer deinen, omdat er toevallig in de portcmonnaie van z'n vrouw niet meer dan eon zoo'in Smerig geld stukje zat... Do heele wereld Was toch van hem De ziel van een koning evengoed als de ziel van een armen Zwerver, ja als de ziel van het heelal Hoor I Daar stijgt het op uit de ziel van het heelal! Volle orgerlonen mot blijden jubel. Do merel zit boven op een dunnen twijg, hoog! in de blauwe lucht, z'n stoavellje stijl op waarts, of zijn Wecldelied uit een fontein op spuit, die het in breede stroomen van ver rukking over het aardrijk uitstort Hij staat even stil. Een andere merel ant woordt in legen jubel. En daaronder tinkelen de kleinere geluidjes als heldere droppen, die opspatten cn neer- klfitcren,. Hij wandelt maar door en het is of de douche yau zilverblanken hem heeft opgefrischten do zenuwen versterkt. Zijn binnenste komt in evenwicht en de lenteweelde weerklinkt er in afs in een stilleg tempel. Hij ziet weer de streeling van het Zijige groen, da,t pas ontsproten is en de twijgjes omzweeft als een satijnen mist van kleur. Zie op' den grond of er alles niet wazig is van schoonheid. Het gras en teere kruid is zoo blij opgeschoten uit de aarde met zulke te'ere tinten, dat hot iels onwezenlijks krijgt. Daar- tusschen verven de roode stengeltjes van dö wilde geranium, en de gele rozetten van de vloed, konden hebben op haar stemming, zijn stemming terwijl hij toch in zijn ziel do heele wereld, ja het heelal had, dat ze opbouwden en ombouwden, samen rijk en machtig in zijn schopping als goden op den Olympus, 't Was zóó dwaas, dat hij heel zijn wezen voelde lachen en ra heel do natuur blijde plaagzucht voelde met de kin* deraclitigheden, waarmee hij zich had ingela ten. En het groeide in hem tot een machtigen drang, om don humor uit te beelden van den geest in de flescb, yan den geest, die het heelal kon omvangen en zich liet begrenzen in een brooze omheining yan een halven span ruimte. „Het laatste kwartje" zou een god delijke klucht worden, Simson met een zijden draad gehouden, Prometheus vastgeklonken. aan een vuil, nietig geldstukje Zoo kwam hij thuis Zijn fvirouW 'stond1 ?iem al op le Wachten aan de, trap. Ze lachte. En hij omhelsde haar en samen lachten Ze, dat Ze schaterden. „Zoo, Beli, de kinderen Zjjn toch naar school, kom bij me zitten op m'n kamer." „Hè jia, recht tegenover je, met een klein handwerkjeDan voel ik mee met je, en I3f kan ik hot niet in woorden zeggen, ik besef wat je schrijft.2' „Een goddelijke klucht zaj het worden „Ja, ik weet bet, „het laatste kWartjo," raaddfe ze. Hij knikte en zijn pen krabbelde vlug de schots op het papier, die hij zoo voor zich' 'zagZonder ophouden begon hij het eerete toonbel te schrijven, en het ging zonder een enkele doorhalingAls hij toevallig even haar oogen ontmoette, dan knikte hij ver strooid en toch met een verliefd glimlachje. O, Wat Teefde ze toch intens één met hem'. Ze IJas geen letter en toch doorleefde ze .alles Wat hij schreef, en als ze bot straks «apfen zouden overlezen, zijn arm om haar hals, dan zou het haar allemaal bekend voor komten. Daar wterd gescheld en ze schrok niet eens. Het vuile neusje snufte weer in de deur eerst toen het kind haar een postwissel' aanreikte, kwam Ze tot he tbesef er van. Vijf twintig gulden 1 Vaji een kleine bijdrage in een periodiek, die zo heelemaal vergeten waren. Haar gedachten dwaalden af.. Die kwamen al heel goed van pas. Nu behoefde zjj het dienstmeisje niet te laten wachten oh de schoenen kondeli betaald worden, en de bakker en de (melkboer en O, hemel wat zou het weer gauw opwezen Hij smeet de pen neer. „ft Wil niet langer," zei hij. „Maar ik bén een mooi end opgeschoten AIS het zoo gaat, (schrijf ik het in een week afEen kostelijk ding I Maar wat er is, weet ik niet... Ik was er toon zoo heelemaal uit, ineens. „Ik weet het Wel," glimlachte ze. ,,'tWae weer dat eeuwige kwartje En ze toonde hem den postwissel. Met verachting smeet hij het ding op zij. „Je kan er niet buiten," hernam hij wijV goeng „En 't komt juist van pas. Maar zoo gauw d<> mammon komt, gaat de kunst op de vlucht." De kindéren roezemoesden de trep op. Een za.t er gauw vader op den nek, één moeder om den hals, één tusschen beiden in, met van ieder een hand als een pompzwengel zwaaiend. „Mietje nog even naar het postkantoor vóór het eten," gei mijnheer, den wissel op haar naam stellend. „En Beli, berg nou dat kos telijke laatste kwartje weg. 't Is oen fetisch bepaald. Er zit toch bezieling in VARIA. DE VOEDINGSWAARDE DER.... LIEFDE. Naar de >Mediziniscbe Klinik" bericht, heeft de Amerikaansche professor Halkins, op grond van ingrijpende «wetenschappe lijke» onderzoekingen, een nienwe theorie van de lietde ontwikkeld, die dit vraagstuk niet van poëtisch of wijsgeerig, maar van een onderzoek werd "ingesteld, dat de liefde als voedingsmiddel kan gelden. Natuurlijk a ie', procios in dan zin van een stuk rundvleesch of kaviaar, maar door middel van bepaalde, fysiologi sche gebeurtenissen welke voor een deel aan die werkingen zullen beantwoorden, als door het opnemen van voedsel in bet lichaam worden opgewekt. Professor Halkins gaat van het bekende, echter niet steeds voorkomende verschijnsel uit, dat verliefden maar weinig eter strek hebben en dientengevolge ook minder eten, als niet verliefde menschen onder anders gelijke omstandigheden. Hij verklaart zich dit verschijnsel aldus, dat de psychische verschijnselen, die met heftige verliefdheid samengaan, in staat zijn in het lichaam een zekere warmte te ver wekken, zooals ook de spijzen warmte voort brengen. Daardoor kan echter, aldus meent de opsteller dezer oorspronkelijke liefdes theorie, een deel van de anders noodige voeding voor de warmte-vorming gemist worden en moet dit, als het niettemin door het lichaam wordt opgenomen, tot vet- aanzetting leiden. Daarom nemen ook jong gehuwden dikwijls opvallend in lichaams gewicht toe. Tot nn toe heeft men deze gewichtsvor- meerdering altijd daarnit afgeleid, dat den jong6n echtvrienden de goede kost en ver zorging, die hun hun pas gehuwde en daarom dubbel zorgvuldige vrouwtjes doen deelachtig worden, 6venals het in de liefe lijke wittebroodsweken meestal in toepas sing gebrachte «zalige niets doen» uitstekend bekomt. Men hoort anders wel, dat de liefde ver teert. Naar men bemerkt, is onze Ameri kaansche geleerde van tegenovergestelde meening. Hij blijft daarbij, dat vet-aanzetting het gevolg van de liefde is op grond van zijn ontdekking, dat ze warmte-waarden, caloriën-hoeveelheden te voorschijn roept, welke dan tezamen met de overtollige calo- riën-waarden de dagelijksche voeding tot overvoeding leiden. Zelfs ontbeert de bewijsvoering van den Amerikaanschen professor niet de »exacte" basis met cijfers. In elk geval opent de ontdekking eigenaardige uitzichten. Als b.v. een jongeling of jong meisje over magerheid te klagen heeft zen men hem of haar den raad kunnen geven, het eens met eon kuur bij professor Halkins te probeeren. De jon gelui behoeven dan maar heftig en natuur lijk gelukkig verliefd te worden, en boven dien hun gewone dieet vol te houden. Dan kan een liefelijke lichaamszwelling niet uit blijven, waardoor de inzichten van den professor gerechtvaardigd worden. Ook kan men door de liefde tot aanzienlijke be sparingen komen. De verliefde behoeft er daartoe slechts op te letten, dat de voedsel- opneming in zoo verre beperkt wordt, dat noch een vermeer- noch een vermindering van het lichaamsgewiche intreedt. Naar bekend is, heeft de volwassene, om in 8tofwi8selings-evenwicht te blijven, ge durende den dag ongeveer 3000 caloriön noodig. Nemen wy nn aan, aldus ontwik kelt de >Eölnische Ztg." verder de beschou wingen van den Amerikaan, dat de liefde hem 500 caloriön levert, dan behoeft hij dus slechts voor de productie van 2500 caloriön te zorgen. Hovendien bespaart hy dagelijks nog zooveel geld, als hij anders voor die voedingsmiddelen zou dienen uit te geven, die hem de ontbrekende 500 caloriön leverden. HAMLET EN GRAAF ESSEX. Naar mer weet placht Shakespeare nare voorbeelden te werken. Het oud-Engelsche stuk, dat Shakespeare de stof voor zijn diep zinnigste tragedie geleverd heeft, is ons echter niet bewaard gebleven. We kunneD ons slecbts den inhoud daarvan eenigermate voorstellen, waarbij hoofdzakelijk het bericht van Saxo Grammaticus over Amletbns ons te stade komt. Maar tusschen dit stuk en Shakespeare's arbeid blijven verschillen staan, die niet zoo eenvoudig te verklaren zijn. Voornamelijk, omdat de held van den Deenschen geschiedschrijver een Noorsch krijgsman is, die de aanhangers van zijn vader dronken voert, tapijten over hen heen spijkert en vervolgens het huis in brand f'cekt. Daarin steekt dns niets van den buitengewoon gewetensvollen droomerigen aard van den Deenschen prins in Shakes peare's drama. Bovenal echter wijst de voorgeschiedenis de opmerkelijke afwijking aan, dat bij Saxo Grammaticus da boosaardige mededinger naar het bezit van Hamlet's moeder haar man bij een feestmaal overvalt, terwijl bij hem naar men weet in Shakespeare's geniale schepping door middel van vergif om het levan breDgt. Zouden deze trekken ook in de bron zijn voorgekomen, die Shakespeare voor het schrijven gebruikt heeft Grace Rhys, die zichin het Engelsche maandblad >The Ni neteenth Century" met de vraag bezig houdt, beantwoordt die ontkennend en tracht de Hamletopvatting van den grooten dramaturg uit het jeugdleven van den beroemden graaf Essex te verklaren. De vader van dezen ongelukkigen gunste ling van Koningin Elisabeth is naar alle waarschijnlijkheid ten offer gevallen aan di niets ontziende genotzucht en wreedheid van den ook in onze geschiedenis niet te best bekend staandeD Leicester. Deze heeft met de vrouw van den ouden Essex, Lettice, in verboden betrekking gestaan. Ieder gaf Leicester de schuld, toen Walter Devereux, graaf van Essex, op 35-jarigen leeftijd plot seling overleed, met de aanklacht op de lippeD, dat men hem een vergiftigden drank had geboden. De openbare meening koos met zooveel klem tegen Leicester partij, dat De genees-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1913 | | pagina 5