TWEEDE BLAD
AfflSterdamsGhe Straattypen.
FEUILLETON*
Id het Land van den Dollar.
ingezonden Mededeelingen.
B P. SLUIS. Pï
VA» DE
TA*
Zaterdag 8 Maart 1913, ao. 58.
D£ MAN OP DEN VIERPOOT,
door
JAU FEITH.
(Nadruk verboften).
ga i in onze groote steden van die straat
typen, OTer wie een ieder het recht meent te
hebben te redderen; m a. w. het zyn de pu
blieke personen, wier wel en wee wij ande
ren ons aantrokken, alsof het iets van ons
eigen was.
Daar is bijvoorbeeld de man zonder beenen
Hij staat bij de straattypen van Amsterdam bo
venaan, zoo'n beetje de doyen van het fat
soenlijke bedelaars-gild, hun primus inter pa
res, de voorman, de uitverkorene bij de medc-
Lydéti betrachters. O! ik zeg er niets van. Hij
verdient dat wel. Waarom trouwens niet? Hij
is gebrekkiger dan de anderen, zijn kwaal is
opvallender, meer m het oog vallend en me-
dehjwekkendei Laten we maar nooit ver
geten, te onderhouden die beste eigenschap,
welke desn mensch kan sieren: naastenliefde,
mede-gevoel, belangslelbng voor de verdriet©
öjkbeden onzer naasten, en laten we daarbij
ook nooit het weldadigheidsgebaar vergeten,
dat zoo sierlijk kan zijn, mits het in het
verborgene geschiedt! Van de rechterhand
en van de linkerhand, die dan kwasi niet
mag weten van de ander Ieder weet wel
wat ik bedoel?
Ik meen, dat de man zonder beenen vooraan
staat bjj de openbare armenzorg in Amster
dam Behalve z'n beenen, die dicht bij zijn
beupen geamputeerd zijn, behalve dit tekort,
heeft de kerel alles meegekregen, 'n Pientere
kop, 'n fatsoenlijk uiterlijk, 'n nette spraak,
stellig voor z'n beroep innemende manieren.
Hij" is derhalve een volleerd vakman, indien ik
het zoo eens mag uitdrukken. Men mag hem
zien, zooals hij dagelijks aan z'n werk trekt,
opgewekt, frisch geschoren, knap in z'n pak,
't iaag-pootige stoeltje, waarop ie zit en loopt
tevens, altijd keurig in de glimmende boen
was Je materiaal moet in orde zijn, of je
kapitein bent van een houwitser-batterij, of
een vierpoot bedelaarDaar scharrelt-ie 's mor
gens al vroeg langs z'n vaste terrem. Met
beade banden houdt hij den rand van de stoel
zitting vast, en zoo wrikt-ie z'n zit- en loop
toestel handig voort, 't Gaat niet vlug, maar
haast heeft hij ook niet. Straattypen mogen
geen haast hebben; de bespiegelende kalmte
is bun beroepsgeheim. Haastige vragers heb
ben geen succes, 't Is een beroep van af
wachten van kansberekening, van overleg en
geduld Dus beent-ie daar wanneer ik
deze minder juiste beeldspraak mag gebrui
ken langs 's heer en wegen. Wanneer hij
'n eindje is voortgescharreld, neemt hij er
even wat rust van. Kalm aan, igeen haast,
geen overijling bij 't werk... Hij heeft al
een waarschijnlijken klant in de gaten. En een
van z'n handen laat hjj los, om beleefd z'n
pet af tp nemen en den voorbijganger den
hem toekomenden groet te brengen. Krijgt-ie
wat, dan heeft hij nog een tweeden groet in
reserve iets familiaarder, alsof 't een ken
nis gold, wiem. je een amikaal goei'endagje
brengt, 't Geldstukje is al in z'n zak verdwe
nen. En hij heeft alweer den rand van z'n
stoeltje beetgepakt en wrikt zich verder, een
volgenden klant tegemoet.
De man met den vierpoot is een gaarne ge
zien straattype op het Damrak, waar 't elk
uur van den dag wemelt van de Amsterdam
scbe wandelaars, beursmenschen, boodschap
Roman van LENE HAASE.
56.
Juffrouw Piefeke bedacht zich een oogenblik.
„U moet u vergissen, juffrouw, 't Zal bij
juffrouw Jervis hiernaast geweest zijn, op
23 Die beeft een machine, tenminste als
ze bem op 't oogenblik nog hoeft."
„Hoe zoo?"
„Omdat er vóór een paar dagen een door
een neger is weggehaald. Ik keek juist over
do schutting, terwijl de buurvrouw in haar
achtertuintje stond en telkens riep„Voor
zichtig, Johny, voorzichtig I" Alsof er aan
dat ouwe ding nog iets te bederven was I
De ©ene poot was middendoor
Loe triomfeerde inwendig 't Was natuur
lijk de naaimachine van mr. Smith en van
diefstal bleek dus geen kwestie te zijn.
„Maar 't zou mogelijk wezen, dat ze hem
juist naar een reparateur stuurde en hem Weer
terug heeft."
„In elk geval zal ik hiernaast eens even
gaan vragen", zei Loe.
„Doet u dat, juffrouw Maar laat u niet
in den nek kijken, want die Jervis dat is
er een I Ze heeft mij eens een oud, verroest'
atrijki,zer aangesmeerd en er me vijftig cents
voor afgenomen. Daarom laat ik haar links
liggen verder."
„Schandelijk I" erkennde Loe hoofdschud
dend.
pers, dagjesmenschen, forensen en wat dies-
meer zij. Hij groet ze allen; hij kent ze
allemaal; 't zijn bijna zijn vaste klanten. En
hij scharrelt maar hoen en weer, van het
Centraal-station tot den Dam, en van den Dam
tot bet Centraal-station. 's Morgens begint-ie
al vroeg; en 's middags laat kun je hem er
nog aan den arbeid zien. Zonder mankoeren,
altijd even proper, bij-de-band, opgewekt,
kwiek en bij do pinkenIk had bijna ge
schreven vlug ter been; maar zelfs die ver
schrijving ware nog niet zoo erg geweest,
en stellig niet onkiesch, want de man op den
vierpoot weet wel hoe zijn dagelijkschen le
vensweg te bewandelen, in den pas, zonder
struikelen, zonder ooit een verkeerden voet
stap te zetten.
Neenl Ik bedenk mei.... Hij heeft ééns in z'n
leven zich verstapt. Hij heeft dien verkeerden
tred gemaakt, waarvoor wij sedert onze prilste
jaren op het instantelykst door onze ouders,
leermeesters en opvoeders wordetri gewaar
schuwd,.
De man op den vierpoot raakte verliefd;
'm buurtmeisje maakte 'm het hoofd op hol.
Zoo verliefd werd-ie, dat hij van trouwen
sprak, van een eigen huishouden, van huwe
lijks-geluk en van nog zoo veel mooie, zoete
voorjaarsdmgea meer!.... Hij was verliefd tot
over z'n ooren, van z'n kruin tot z'n.,.. met-
teenen, want die had hjj niet; maar dan
toch tot de eind-stompjes van wat vroeger z'n
boenen waren .geweest. Dat hij z'n beenen
kwijt was, scheen zijn aangebedene zich niet
aan te trekken.
„Hal" zeiden wy ernstige waarnemers:
„Daar is er dan eene <lier zeldzamen die den
man beminnen zonder bijgedachten van geld,
van zwier, van branie! Ziet deze onbaatzuch
tige vrouwzij heeft een man lief, om hem zel-
verwille, om zijn hart, zijn ziel, zijn misvormd-
heid. Ziedaar dan eeue, die niet gekeken heeft
naar vorm en houding, naar mannolijken gang
en zwiengen tred!".... Want deze waren alle
eigenschappen, op welker bezit do man op den
vierpoot met kon bogen.
Er was werkelijk warme belangstelling in
Amsterdam toen hjj trouwde. De kranten zon
den him ijverige belichters naar het stadhuis,
om een beschrijving te geven van den bruid
stoet. En den avond van den huwelijksdag
stond daar zoowaar te lezen een keurige
beschrijving van de bruiloft, waarbij met
kieschc bewoordingen melding werd gemaakt
van do opofferingsgezindheid van de kuische
bruid en van het jonge stralende geluk van
den bruidegom, 't Was waarlijk bewonderens
waardig, zooals men had weten te vermijden,
eenige toespeling te maken op het kenmer
kende gebrek van Jen leenloozen echtgenoot.
Toch wisten de ooggetuigen achteraf met
voegzame woorden te vertellen, hoe handig de
bruigom zich had weten heen te slaan door
de technische moeilijkheden van den bruilofts
optocht: hij had witte handschoenen aangehad,
en met zijn witte bandschoenen had hij den
fco8telijk-g)immenden rand van z'n zit- en loop
stoeltje beetgevat, om zich naast zijn bruid de
trappen van bet stadhuis op te wrikken. De
eenige moeilijkheid was geweest het in- en uit
stappen der trouwkaros; maar een kerel, die
z'n levenlang aan het goochelen is mot het
ontbreken van zijn beenen, had het ook met
deze geringe belemmering weten klaar te spe
len, zoodat de talrijke nieuwsgierige toeschou
wers een gemompel van waardeering niet had
den kunnen onderdrukken bij de sierlijke po
ging van den beenloozen echtgenoot om èn
zijn bruid dan arm te bieden èn meteen zich
zelf de hoogo treden van bet trouwrijtuig op
te beuren.
Zoo was hij dan getrouwd.
Al zjjh vaste klanten wisten het. 't Had im
mers in de kranten gestaan! En nu wilde nie
mand zich blijkbaar onbetuigd laten. Als hij
zoo 's morgens daar weer over het Damrak
scharrelde, van het Centraal-station naar den
Dam en van den Dam naar het Centraal-sta
tion, dan. had hij 't nog drukker dan anders,
de duiten stroomden 'm toe, niemand liet zich
haast onbetuigd, 't Leek wel, of op deze wijze
het Amsterdamsche pubhek een bruidsgeschenk
bjj openbare inschrijving wilde aanbieden aan
dit straattype, dat men al sinds jaar en dag
kende, een bewijs gevende van sympathie aan
den bedelaar zonder boenen, aan den man op
„Hoe lang is u al in Amerika, juffrouw?"
vroeg ze daarop deelnemend
„Bijna anderhalf jaar, maar 't lijkt me een
eeuwigheid
„Gaat het u hier dap niet good?"
„Och, juffrouw, '1 is do domste streek
geweest, die mijn man ooit begaan heeft,
dat hij bierheen getrokken is. Hij was metse
laar, onderbaas, en had een goed loon, en
ik deed er wat fijn-strijken bij en hielp meo
verdienen. Toen kwam er staking en werd hij
door zijn kameraads opgezet om naar Amerika
te gaan. Eerst met dien ellendigen overtocht
kreeg ik er al jnoer dan genoeg van, maar toen
we in Baltimore aankwamen had hij 't hoofd
nog vol groole plannen Allemaal op niets
uitgedraaid, hoorEerst konden we geen
geen werk vindon en vermorsten we al onze
spaarduiten met van de eene plaats naar do
andere te trekken. August droeg 't hoofd,
nog altijd hoog, begrijpt u, en wou geen op
perman of zoowat worden, totdat Alles op was,
toen was-ie onder oen hoedje te vangen Ein
delijk vonden we allebei een plaatsje in een
katoenspinnerij en verdienden er flink geld
Maar werken dat we moesten I Veel langer dan
in Duitschland En dg stof en de hitte, die
we daar inademdenBij ons zon de ge
zondheidspoli tic zooiets niet hebben toege
staan Toen kreeg mijn man het aan de
longen en kon heelemaal niet meer werken
Ongevallen- of invaliditeitsverzekering bestaat
hier niet, zooals u weet. De „Boss" gaf ons
eenvoudig gedaan, slelde andere- arbeiders
aan, en daar stonden we allebei op straat
en allebei ziek I"
„Dat was vxecselijk I" zei Loe vol mede
lijden
„Ja, juffrouw! En^niets te eten! Och,och,
den. vierpoot. En de beenlooze had 't druk
met het afnemen van z'n pet bij al die kleine
hartelijke gaven van zijn vele klanten.
Maar 't moet dan al .spoedig niet goed zijn ge
gaan in het jonge huishouden. Waarom?., Ik
weet 't niet!... De kieschheid verbiedt mij zelfs
een vermoeden uit te spreken Welke zijn de
diepe raadselen van het menschelijk hart? Wat
is liefde, wat is trouwen?. Wat is blijvend
en wat is bestand tegen den duur?Er zijn
zoovele mogelijkheden, die zich opdringen: was
deze jonge vrouw wispelturig? begreep zij niet
den vollen omvang van haar geluk, ui. de uit
verkoren echtgenoote te zijn van een man
zonder beenen... neen! eigenlijk van een man
met vier beenen ,die dus hecht en sterk
moesten staan onder de weelde, een viertal
van stevig hout, dat wel bij machte was de
fortuin te dragen, die met dubbele versterking
de lasten des levens wist te torschen, die met
regelmatige, vast schreden zijn weg vervolgde
en die met vaste hand zijn eigen levensloop
stuurde.
Dit huwelijks-geluk was niet duurzaam Op
oen kwaden dag deed het praatje de ronde, dat
de man op het vierpootje zonder vrouw was;
ze was weggeloopen, do trouwelooze, met een
ander, met een op twee beenen, en den
wettelijkcn echtgenoot, dien met de vier bee
nen had 2e achtergelaten!.., Loop zoo'n slechte
vrouw maar eens na, die er van door gaat
met den cersle-de-best©en dal wanneer je
zelf de belemmering weet van je ongemak, zoo
dat 't je stellig onmogelijk is, je anders dan
in een langzamen vierkwarts maat te Herplaat
sen! O! neen, aan een achtervolging dacht
de bedrogen echtgenoot dan ook niet!.. Hij
kon niet anders doen dan berusten... En dit
deed hij, met waaxlijfee grootheid van ziel, Het
was niet aan hem te bemerken, of bij verdriet
had, of niet. Een ander zou de voeten dwars
zetten, de verzenen tegen de prikkels slaan,
stampvoeten van verbolgenheid, rnet z'n hak
ken een igat in den grond boren 1... Maar die
arme kerel kon dit alles gevoegelijk nalaten.
Daarop was hij niet toegerust; daartoe had hij
materiaal niet bij-de-liaudin zulke schoenen
had-ie nooit leeren staan of .gaanl... En dus
berustte hij, gelijk cén wijze zulks behoort te
doen Nauwelijks was het te merken aan zijn
gang; hij wankelde niet, zette de vier poolen
van zijn loop- en zitstocltje juist zoo neer als
vroeger. Hoogstens kon men iets aan hem
merken, omdat .hjj mot zoo opgewekt als an
ders zin groet bracht, doch 'n weinig zwaar
moedig de pet van het hoofd nam, alsof 'them
eigenlijk teveel moeite was, z'n ouwe klanten
goeien dag te zeggen
Eerlijk gezegd, hadden we er mee te doen
We lieten '1 hem ook wel merken
„Zeg 's, 'n vervelende geschiedenis met die
vrouw van jel"...
En dan keek-ie wal ongelukkig en neer
slachtig; met 'n verlegen blosje op z'n wangen,
zei hij terug „Je moet de dingen maar ne
men, zooals ze vallen: als je maar op geen
spijkers trapt, zooais;jk 't getroffen heb Maar
'n mensch houdt zichzelf toch maar weer op
do been, en je loopt daar weer door, alsof
d'r niets gepasseerd wasl"
En voor een kerel met zóóveel moraal en le
venswijsheid igrepen we wat dieper in den
zak dan anders.
Zoodat 'them op slot van rekening nog niet
zoo slecht verging t
In zijn gild van Amsterdamsche straatbede
laars is hij bovenaan blijven staan, ongeslagen,
de uitverkorene blijvend van het igoedgeefsche
publiek, dat het er nu eenmaal op gezet scheen
te hebben, den man met den vierpoot na zijn
verdriet weer op de been te helpen
En nu dezer dagen heb ik hem betrapt, dat
hjj zijn verloren geluk weer vergeten schijnt
te zijn, tenminste de rol van beklagenswaar
dig slachtoffer van vrouwelijkon ontrouw niet
langer meer wil vervullen.
Zijn pet staat hem weer netjes op het hoofd,
zijn duffelsche jekker is weer behoorlijk afge
borsteld, hij is weer zorgvuldig geschoren en
zjjn loop- en zitstoeltje glimt weer als van
ouds in de boenwas.
De vogeltjes zingen al weer buiten in de nog
kale takken, maar ze zingen toch reeds. Er
gaat al zooiels van voorjaars-geuren over de
landen's avonds gaat de zon achter roode
en als ik dan eens bedenk, hoe goed ik het
ajs dienstmeisje had gelia<d |»ij flen Geheimraad
en den Majoor in Potsdam Altijd overvloedig
te eten, niet te veel werk en 's Zondags
dansenMaar toen was ik ook niet tevre
den 't Is zonde cn schandeEn dan trouw
je liever met zoo'n vent, die je meesleept
naar Amerika!"
Loe stond op.
„Nu, juffrouw Piefeke, van harte bet beste
ik zal 't. nog eens oven hiernaast probeeren
of ik 't niet met juffrouw Jervis over een
koop eens kan worden."
„Tjö, Fraulem, dat was nog eens aardig
zoo'n praatje met een Duitsche. Maar
laat u vooral niet bij den neus nemen
voegde ze er nog bij, „want juffrouw Jervis
is werkelijk een kanalje."
Loe schudde lachend het hoofd en stapte
het tuintje van het volgende huis binnen.
Een magere, al vrij ..oude vrouw, in goed-
koopen opschik, deed de deur open Wan
trouwend keken haar donkere oogen de be
zoekster aan Loe besloot hier een beetje
de domme te spelen.
„Wilt u mij een oogenblik onder vier oogen
te woord staan?" begon ze met een gewich-
tig. geheimzinnig gezicht.
„Waarvoor?" vroeg juffrouw Jervis ijskoud
Loc's gezicht werd nog gewichtiger Ze
haalde haar penning te 'voorschijn
„Ik ben detective, juffrouw, en zou u
graag over een gewichtige aangelegenheid apart
spreken."
I „O ddt is wat anders f Come in, please
Hiermede opende juffrouw Jervis de deur
van haar voorkamer. Loe merkte heel goed
het spottend lachje om haar lippen op Ze
maakte zeker wel oen byzonder onnoozelen
schijnsels onder en 's morgens duikt zij op uit
nevelen vap lente-beloften. Wat slaat ons het
hart zoo veel sneller? wat jaagt ons hel bloed
al weer reppender? wat kriebelt on3 zoo jeug
dig door de beenen? Is het de groote drang
van nieuw leven, van jeugd, van hefde?.Ge
heimzinnigheid, welke ons allen beklemt, ons
verwarmt, ons opschrikt en tegelijk doet pein
zen en mijmeren en dweepen en jubelen, en
van nog zooveel andere dingen doet denken
en doen!
Waarachtig 1 Hjj is al weer verliefd, de man
op den vierpoot.
Hij kon niet alleen gaan door het loven. Hij
wil niet werken voor zichzelf alleen. En zon
der te zooken bijna, heeft hij gevonden een
nieuwe levensgezellin.
Ze leurt daar ook op het Amsterdamsche
Damrak, tusschen het Centraal-station en den
Dam. Ze verkoopt kranten, eerzaam en nuttig
beroep, minder winstgevend vermoedelijk dan
het wrikken met een vierpootje langs den weg,
maar niettemin een fatsoenlijkbedrijf
Wie er op letten, hadden reeds lont geroken.
Dat zou wel wat geven 1.Als hjj voorbij
beende op z'n vier houten beenen, dan keek
ze 'm al lang na Wanneer hij zoo voorbij
wrikte, dan kon ze hem zoo stilletjes naturen,
over haar kranten heen. En nooit had men
haar jaloersch gezien, omdat er zoo hoel veel
meer geldstukjes in zijn zak verhuisden dan
in den hate En wie daar meer wisten van de
raadselen van het menschelijk hart, hadden al
gedacht; „Zie daar is weer zoo oen onbaaf-
zuchtigo vrouw 1"... En zich verheugende, had
den zij voorzien hetgeen ie gebeuren stond.
Sedert eenige dagen is het nieuwe engage
ment er door: dat van de krant en-verkoopster
en van den man op don vierpoot.
Hij draagt nu een bloem in bet knoopsgat
van z'n duffel en z'n snor krult, en hoe de
boenwas van z'n stoeltje glanst!
Morgen is het weer bruiloft 1 Dan scharrelt
hij zichzelf de trappen van het Stadhuis weer
op, de nieuwe bruid aan z'n arm.
Hij durft 't aan, de wakkere kerel, die zoo
welgemoed door het leven gaat... zonder dat
hem het hart in de schoenen ooit zinkt I
KgjjgvMFI-FN PLUIMVEEVOEDER.»*^
andbcuuJkromek
VAN ONZEN VASTEN MEDEWERKER.
In den tuin.
III.
Van den bloementuin terugkeerende naar
den groentetuin willen we thans eenige
oogenblikken verwijlen bij de erwten.
Deze vrucht kan, zoodra de vorst geëin
digd is, geplant worden; sommigen leggen
erwten in 't laatst van December of in 't
begin van Januari en denken daardoor
vroeger vruchten te hebben dan zij, die wat
later op 't pad zijnzij denken zulks om
dat te laat geplante erwten slechte vrucht-
voortbrengsters zijn. Intusschen vergissen
zij zich in die gevolgtrekking. Men mag
de erwten wel vroeg planten, omdat zij be-
hooilijk diep in den grond gebracht wel
niet van vorst weten, maar voor er voldoende
warmte in den grond aanwezig is, komen
zij toch niet tot behoorlijke ontwikkeling,
welke door het diep planten bovendien nog
belet wordt.
De eerste erwten plant men 't liefst in
't begin van Maart in bakjes, die men in
een konden bak laat ontkiemen men plaatst
ze niet te dicht op elkander, zoodat zij zich
dharin behoorlijk bunnen ontwikkelen en
brengt ze naderhand, wanneer de planten
eene hoogte bereikt hebben van 5 tot 7 eM,
op het bed, dat men voor de erwten be
stemd heelt en dat men daarvoor met eene
indruk op do vrouw een detectieve, die zoo
maar dadelijk met de deur in liuis viel 1"
„Please, take a seat I"
„Thank you, madam."
Loe liet zich in een schommelstoel vallen.
„Het betreft hier natuurlijk de naaimachine,
die mr Smith van de firma Smith Brothers!,
die naai- en schrijfmachines en rijwielen in
huur geven, u voor een dollar per week heeft
afgestaan."
„Juist, madam", stemde de weduwe Jervis
toe, terwijl ze zich behaaglijk schommelde.
„Die machine is u ontstolen, door een ne
ger Johnny Johnston niet waar?"
.,Yes."
„Het is u natuurlijk wat waard de machine
terug te krijgen?"
„Of course, ma'am", antwoordde de weduwe
Jervis, op den diepen borsltoon der hartgron
digste overtuiging.
„Nu heb ik in opdracht, de machine
op te sporen", zei Loe met een zelfbewust
Lachje. „Wijst u me dus alstublieft d© plaats
van den diefstal eens."
Nu kon de weduwe Jervis nauwelijks haar
lachen meer bedwingen
„Wilt u dan maar even meegaan, ma'am?"
Ze ging Loe voor naar een achterkamer en
zei, op een leege plek voor *t raam wijzende
„Daar heeft de machine gestaan."
Loe trok een gezicht, alsof haar plotseling
een licht opging.
„1 se© 1 '1 Raam stond natuurlijk *s nachts
open en toen heeft de nigger de machine
zoo weggehaald."
„Yes 'm, zoo zal 't wel gegaan zijn 1"
stemde de weduwe Jervis toe, haar diepe min
achting duidelijk in den toon leggende.
„En hel was een Singer-naaima' liine, ge
goede kali- en phosphorzuurbemesting voor
zien heeft.
Het nat van zoodanige handelwijze is
velerlei. In de eerste plaats gaan deze
verglante erwten vroeger bloeien en zetten
dus ook eer vrucht dan de erwten, die men
zelfs reeds vroeger in den kouden grond
beeft gebrachtin de tweede plaats hebben
zij minder te lijdeD van vogels, die in het
voorjaar nog al eens gebrek aan voedsel
hebbende de ontkiemende erwten, welke even
boven den grond komen, uittrekken om bet
groen van de kiem voor voedsel te gebrui
ken musschen zijn daarop al bijzonder
belust omdat zij doorgaans reeds genoeg
voedsel vinden, wanneer de planten later
voor goed worden buitengebraebt. Om de
erwten, zoowel de vroeg buiten gelegde,
alsook de later geplante, tegen de roofzucht
en dartelheid der musschen te beschermen,
kennen wij geen beter middel dan op een
handbreedte boven den grond zwart naai
garen te spannen, verscheidene draden naast
elkander en kruiselings over elkaar. 1)
Zij schijnen bet garen niet te zien, hebben
daarvan bij bet neerdalen op het veld en
bet later opvliegen zooveel last, dat zij zel
den na eon eerste proefneming terugkomen.
Merels gelukkig ziju er niet zoo heel
veel kunnen overigens ook groote ver
woestingen in een opkomend erwtenbed
aanbrengen. Heeft men daarvan veel last,
dan blijft er weinig anders over, dan op een
morgen vroeg op te staan, 't geweer bij de
hand te nemen, een van die slimme dieven
neer te leggen en aan een scbuinstaanden
stok boven het erwtenbed te hangen. Ge
woonlijk spiegelen de anderen zich aan dit
afschrikkend voorbeeld.
Wanneer men terrein genoeg beeft kan
men van half Maart tot half Mei iedere
week een of meer erwtenbedjes aanleggen,
die bij goede keuze van soorten en goede
behandeling overvloedige vruchten zullen
voortbrengen. Men kan nog later, tot zelfs
in Augustus erwtenbedden aanleggen, welke
laatste in October nog vruchten kunnen
leveren, maar hoe later men plant, hoe ge
ringer de opbrengst wordt.
Wij kunnen de erwten uit versehilleade
oogpunten verdeelen in soorten, terwijl dan
daarbij nog in 't oog dient gehouden te
worden, dat van elke soort tal van ver-
scheidenbeden bestaan, waarvan het aantal
buitengewoon groot is, wat vooral in 't oog
springt, wanneer men de catalogussen raad
pleegt vaD zaadverkoopers in verschillende
landen.
In de eerste plaats onderscheiden wij
doppers en peulen, in Zeeland «uitdoenders»
en «scheulerwten> genoemd; de eerste wor
den alleen geplant voor de erwt, de tweede
soort wordt, nóg jong zijnde, met de peul
gegeten. Van beide soorten heeft men, naar
den tijd vnn zaaien en rijp worden te oor-
deelen, vroege en late en volgens de hoogte
zeer lage ol kruipers, lage, middelhoogs,
booge en zeer hooge.
Het voordeel van de booge en zeer hooge
erwten, hebben wij nooit kunnen inzien.
Ten eerste kosten zij meer om het booge
rijs, dat men daarvoor moet aanschaffen en
dat al zeer stevig geplant moet zijn, willen
de erwten niet topzwaar worden ten andere
dragen zij aan de onderhelft van de plant
nagenoeg niets, alleen het bovengedeelte
draagt maar dan nog doorgaans moeilijk
plukbare vruchten ten slotte werpen zulke
hooge bedden veel scbaduw op andere,
Als lage doppers vinden wij aanbevelens
waardig Het wonder van Amerika
en de Heraut, de laatste opmerkelijk om
hare groote, welgevulde peulen. Beide soor
ten groeien niet veel booger dan 30 cM.
Daarnaast kan men de vroege halfstam
penl planten, die 70 A 80 cM. hoog wordt
en die men daarom voorzien moet van rijs,
of wat ons nog beter voorkomt welke men
even als booger groeiende doppers kan
planten naast wijdgemaasd ijzergaas. Voor
de latere doppers verdienen de Kroon-
erwt de Laxtons Omega en de
Bus-capncijnder, die allen ongeveer
1) Een goed werktuig daarvoor is Blass'
gardenwebher.
nommerd 6602, groen gelakt en met kapot-
ten poot?"
„Yes 'm."
„Nu dank ik u voor de inlichtingen, mrs.
Jervis Ik zal dadelijk aan 't werk gaan om
dien Johnson op te sporen, en dan zullen we
't wel uit hem krygen, waar hij de machine
van de hand heeft gezet. Good-bve mrs, Jer
vis."
„Good-bey, ma'am I"
Haastig liep Loe naar den uitgang. Op
straat gekomen glimlachte ze voldaan Daar
had ze de weduwe Jervis mooi gevangen 1
Haar opgaven waren schitterend in tegen
spraak met het onverdacht© getuigenis van
juffrouw Piefeke. Vreemd alleen, dat ze den
naam van den neger, met wien ze in complot
was. zoo openlyk aangaf. Hoogstwaarschijn
lijk had hij do machine in 't geheel niet on
der zijn eigen naam verkocht Dat was na
tuurlijk ook een mogelijkheid Nadenkend wan
delde Loe stadswaarts Zou 't geval toch
nog ingewikkelder zijn dan zo dacht? Het
was nu middagpauze ze zou dus maar eerst
lunchen en dan verder op zoek gaan by
pandjeshouders en handelaars in tweedehands
artikelen, niet naar Johnny Jolinson, maar
naar de groengelakt© Singer-naaimachine No
6602, met den gebroken jx>ot. Ze sloeg een Zij
straat van de Ilouston-straati in en keek rond
naar een goede lunch-room. Een wit bord
boven een open deur trok haar aandacht.
„Tsing Leo. Chopj Svey", stond er op.
Allright 1 Ze zou de Chineesche keuken
ook eens probeeren. Nieuwsgierig trad ze
het kleine lokaal binnen.
(Wordt vervolgd).