MIDDELBURGSCHECOURANT ZBIJ-VCKEO-SIÈJIL, Arie Smit, Jhr mr W. Six. J. J. van Kerkwijk, Jules Vogelvanger. Mr P. C. J. Hennequin. BEKENDMAKINGEN. Onderwijs. Vrijdag 2 Maart 1888. N°. 53. Voor de hoogst belangrijke verkiezingen die op Dinsdag a. 6 Maart moeten plaats hebben voor leden der Tweede kamer, hevelen wij ten dringendste aan bij de kiezers in het; DISTRICT MIDDELBURG, DISTRICT GOES, DISTRICT ZIERIKZEE, DISTRICT HONTENISSE, DISTRICT OOSTBURG, Middelburg 1 Maart. Jan Frederik Schütz. VAN DE VAN (Aftredend, lid). (Aftredend lid.) GEMEENTERAAD. De burgemeester van Middelburg maakt bekend, dat op Zaterdag den 3 Maart 1888, des na middags te 3{ uren, een openbare zitting van den gemeenteraad zal plaats hebben. Middelburg, den 1 Maart 1888. De burgemeester voornoemd, SCHORER. Zooals men weet sloeg de redacteur van bet anti-revolutionnaire blad in onze provincie bij de lezing van den beer Goeman Borgesius te Goes een allertreurigst figuur. Dat hij nu den schijn en zijn eer nog tracht te reddenwij mogen hem dit niet kwalijk nemen. Maar hij werpe daarom geen blaam op een eerlijk tegenstander en blijve fatsoenlijk. Hij zegt dat de massa onwaarheden in de rede van den heer Goeman Borgesius hem zoo groot voorkwamen dat hij er geen beginnen, geen door komen, geen eindigen aan wist." En even te voren wierp hij den heer Borgesius rondweg de besehuldiging naar het hoofd dat deze: »in zijn openbaar optreden als verkiezings agent dikwijls lieg t." De zaak die men voorstaat moet al zeer zwak staan, of men heeft al weinig begrip van goede Welke Middelburger heeft hem niet gekend Wie, die zijn zomeravond-wandeling langs de Loskaai maakt, heeft hem daar niet vaak ont moet, met de handen op den rug voortgaande, telkens stil staand en rondkijkend en opziende in de avondluchten naar de lichte rooskleurige wolkjes, zich stil verheugend in het rustige effect der weinige driemasters, aan den wal gemeerd en weerspiegeld door het effene water Wie die hem daar sprak had geen schik in zijne eenvou dige, aardige opmerkingen over de kleuren, die het zoo gewone tafereel in gloed zetten? En dan nog een vriendelijk saluut, en Schütz ver volgde zijn weg, zijn oogen den kost gevend, tevreden met zijn genot, dat hij - evenmin als Poot's landman voor geen koningskroon had willen missen. Ja, door zijne oogen heeft hij het leven genoten»wat ik eenmaal heb gezien", placht hij te zeggen, »dat zie ik altijd weer voor me als ik wil". Van daar dat gij hem geen enkel schilderachtig plekje op gansch Walcheren kondet noemen, of hij schetste 't u in enkele trekken voor. Dat waren de herinneringen aan den eersten tijd van zijn schildersloopbaan, toen hij uitsluitend aan landschap deed, en een onver moeid zwerver was. Laat ik n wat van zijn leven vertellen. Schütz stamde zjjn ronde aard wees er op uit eene familie van zeevarenden, en werd in 1817 te Middelburg geboren. Zijn vader, die vele reizen op de koopvaardijvloot medemaakte, was gestorven, toen de zoon, eenig kind, volwassen werd; zoodat Schütz alleen met zijne moeder woonde op de Groote Markt in het huis tusschen Lange Delft en Gravenstraat, waar nu nog dezelfde luifel do aandacht trekt. In dat huis dreef de manieren, wanneer men tot zulke grofheden rijn toevlucht neemt. Onder den titel «Zoo zijn er" schrijft het Vaderland Dr Kuyper, die de harten peilt en de nieren proeft, heeft weder eens de doopceel der liberalen gelicht, en daarbij goedgunstiglijk erkend, dat het niet allen goddelooze schobbejakken zijn. Wel bestaan zij, naar wij lezen, voor 30 pet. uit Jan Rap en zijn Maat, wier godsdienstig besef zich in vloek en godslastering uit, kroegloopers en straatslijpers, maar er is toch ook onder hen een breede schare nette, fatsoenlijke, burgerlijk brave en eerlijke lieden, die in handel en nijver heid, in de ambtenaarswereld en in 't onderwijs een alleszins respectabel figuur maken, maar die helaas koud zijn voor alle religie en door geen religieus motief ooit gedreven worden. En einde lijk is er nog een kleine klasse van vrome mo dernen, die leven voor een ideaal, doch die wars zijn van alle orthodox vertoon en voor de mys. teriën der Verzoening hun schouders ophalen. Deze classificatie heeft haar verdienste, en zij laat zich mutatis mutandis zeer wel op de Calvinis ten toepassen. Als het ons vergund ware, evenals dr Kuyper, als rechter over de conscientiën op te treden, zouden wij kunnen zeggen, dat zijn Cal vinistisch volkje voor 30 pCt. bestaat uit Jan Rap en zijn Maat, die HeereHeereroepen, die biddend opzien tot den hooge of ootmoedig staren in het stof, die zuchten over de verdorvenheden der wereld en het hoofd schudden over de libe rale ongerechtigheden, maar die ze intusschen hebben achter den mouw, die de kat knijpen in het donker, en die doen de werken der duis ternis schuwende het licht. Toch blijft er nog onder de Calvinisten «tweeërlei slag lieden over, die we ons wel wachten zullen met de nietelingen en immoreele lieden op een hoop te werpen." Men vindt bij hen een breede schare nette, fat soenlijke, burgerljjk brave en eerlijke lieden, die in handel en nijverheid, in handwerk en ambacht een alleszins respectabel figuur maken en die trou we volgers zijn der orthodoxe predikanten, omdat ze in zulk een omgeving zijn opgegroeid en op gevoed, omdat ze aan een nette, deftige, niet onprofijtelijke gewoonte willen trouw blijven, omdat een passend vroom vertoon des Zondags hun in het burgerlijke leven hij lastgevers, cliën ten en begunstigers geen windeieren legt, maar voor wie de vroomheid slechts een Zondagsch vernis is, dat met hun innerlijk leven niets te maken heeft. En eindelijk is er nog een kleine schaar oprechte vromen, wien het orthodoxe geloof is geworden tot merg van hun gebeente en tot ijzer van hun bloed, die daarvoor leven en daardoor bezield worden in al hun doen en denken, en van wie het slechts te bejammeren is, dat zij zich in hun kortzichtigheid door dr Kuyp er laten lijmen om het bed te spreiden voor ultra- montanen en radicalen. Op uitnoodiging van de centrale katholieke kiesvereeniging trad gisteren avond de heer dr H. J. A. M. Schaepman hier op om eene politieke voordracht te houden. De groote Schuttersho/zaal, waar de lezi ng plaats vond, was flink bezet door mannen van onder scheidene politieke- richtingen, want zoowel de katholieken, voor wie de voordracht eigenlijk bestemd was, als de liberalen en de antirevolu tionairen waren er vertegenwoordigd. «Welke behoort de houding te zijn der katho lieken in Nederland ten opzichte der groote vraagstukken, door de Grondwetsherziening aan de orde gesteld en tegenover de partij, die tot dusver de heerschappij in Nederland gevoerd heeft?" was de vraag die spreker wenschte te beantwoorden. weduwe handel in gerookte zalm, potten en pan nen, of, zooals ik eene echte Zeeuwsche 't hoorde noemen, «geleijerd goed". De zoon was ook voor de zee bestemd, die hij liefhad zoo als zijn vader naar de wijde plas verlangde, toen die een jongen was, kloek en rond. Maar aan den vooravond van het vertrek schijnt de droefheid der moeder den jongen te machtig te zijn geworden, en hij besloot hij haar te blijven. »Wat dan?" was de natuurlijke vraag. Dan zou hij teekenmeester worden Hij had zoo wel eens wat krabbels ge zet, doch nam van dit oogenblik de zaak ernstig op, en deed later het toelatingsexamen voor de Middelburgsche Teekenacademie, waar hij in 1839 werd aangenomen. De lezer vergunne mij eene kleine uitweiding: hem is misschien niet geheel duidelijk wat deze academie beteekende, noch minder duidelijk stel lig wat zij thans is. In de maand November 1778 werd in Middelburg het «Teeken-collegie tot voortzetting van de schilder,- beeldhouw- en bouwkunde", zooals de weidsche naam was, op gericht, voortgekomen uit eene kleine vereeni- ging van kunstlievende mannen, die zich een jaar vroeger vereenigd hadden om in wekelijksche bijeenkomsten te téekenen naar het model. Het doel van deze kunstminnaars met het oprichten van het Collegie of genootschap was, om niet enkel eene gelegenheid tot stand te brengen voor eigen oefening, maar tevens om een school te stichten voor jongelieden die zich in het teeke nen naar pleister en naar 't leven, of in 't bouw kundig teekenen wenschten te bekwamen. Zij hadden succes op hun pogen: de magistraat dei- stad gaf krachtige hulp, wees eenige vertrekken aan boven de Stads-Waag tot het houden der colleges, en gaf nog een «douceur", waardoor de kosten van vuur en licht bestreden konden wor den. Uit de magistraat zelve werden twee leden aangewezen voor de opper-directie der academie: G. van Citters en E. J. v. d. Mandere, en tot Alvorens dit te doen schetste de heer Schaep man den politieken toestand van het oogenblik en wees hij erop dat de katholieken door de tot standkoming der nieuwe grondwet niet van slechter conditie zijn geworden dan vroeger. Het kan niet ontkend worden dat der nieuwe grondwet gebreken aankleven, dat zij fouten be vat, maar toch acht de heer Schaepman een herziening van de, met zooveel moeite tot stand gebrachte nieuwe wet, door een der partijen wenschelijk geacht, thans ondoelmatig, wijl hij van oordeel is dat de herziening der grondwet toch niet kan zijn eene der vaste bezigheden eener regeering en dat aan zulk eene herziening- te veel vast is om die zoo dikwijls te herhalen. Evenmin acht de heer Schaepman het noodig het pas geregelde kiesrecht opnieuw te verande ren, ofschoon hij niet verheelt dat aan de addi- tioneele artikelen te dezer zake veel onnauw keurigheden en veel onvolmaaktheden kleven. Iedere verandering in het kiesrecht is eene om wenteling, die het volk in gisting brengt en licht een voorwendsel worden kan tot bewegingen van veel ernstiger aard. Toch is er eene fout, nl. de meervoudige kiesdistricten, die billijks halve moet worden hersteld en tot welke herstelling alle partijen behooren mede te werken. Daarna behandelde spreker de twee vragen die voor do katholieken van het allergrootste ge wicht zijnlo het zoogenaamde sociale vraag stuk en 2o het onderwijs. Wijzende op hetgeen door de enquête met betrekking tot het le punt is aan het licht ge bracht wees de heer Schaeijman op de noodza kelijkheid dat de regeering het zich ten taak stelle den arbeid ter hulp te komen, dat zij wake voor het misbruik dat van de werkkrach ten van kinderen en vrouwen gemaakt wordt en bepalingen make in het belang der Zondagsrust. Niet overdreven mag die staatsbemoeiing echter zijn; aan het particulier initiatief moet ruimte ge laten worden om tal van onbillijkheden weg te nemen, terwijl de staat de van die zijde aan te wenden pogingen moet steunen. Hij voegde daarbij echter de opmerking dat de invloed van den staat daarbij niet te groot mag wezen, opdat politieke machinaties niet kunnen plaats hebben. In de «eeuwige onderwijskwestie" eischte spreker geene palliatieven, maar eene zuivere oplossing. Den ouders moet vrijheid gelaten worden hunne kinderen op te voeden gelijk zij dat wenschen; zij moeten het recht hebben de kinderen op de school te plaatsen die zij het nuttigst oordeelen; ontbreken bijzondere scholen dan eerst moet de staat tusschenbeide komen. Na eene korte pauze besprak de heer Schaepman de houding der katholieken tegenover de liberale partij. Hulde brengende aan de bekwaamheden van verscheidene leden dier partij, toonde hij aan de onmogelijkheid van samenwerking van liberalen en katholieken, wijl de grondslag van het recht bij beiden eene andere is. Geen personenstrijd is het, maar een om beginselen. Ofschoon waarschijnlijk weinigen den tocht naar het Schuttershof zullen hebben beklaagd was het toch voor velen eene teleurstelling dat de voorzitter der centrale kiesvereeniging alvorens den heer Schaepman het woord te geven, kennis gaf dat de mededeeling in de dagbladen dat er gelegenheid zou worden gegeven tot debat, op eene vergissing zijnerzijds berustte. De R. C. kiesvereeniging te Vlissingen stelde tot candidaat voor het lidmaatschap der Tweede kamer den heer mr C. Lucasse te Middelburg. Naar aanleiding van het bericht omtrent de candidaatstelling voor de Tweede kamer derstaten- generaal in de kiesvereeniging Burgerplicht te vóór eenige jaren zijn steeds twee leden uit den ge meenteraad lid geweest van de directie der tee kenacademie. De vereeniging verheugde zich weldra in bloeizij had hare eereleden, behalve in de stad zelve, ook in Vlissingen, Goes, Zierik- zee en Rotterdam. Vijf dagen 's weeks van begin November tot einde Maart werd des avonds gedu rende een paar uren les gegeven voor eene con tributie van éen Zeeuwschen rijksdaalder per winter; de weezen uit de weeshuizen konden gratis onderwijs ontvangen. Tal van leerlingen meldden zich aan, en velen hieven na afloop van den driejarigen cursus nog jaren lang medewer ken, ten einde zooals de redenaar Leendert Bomme zich hij de opening der school uitdrukte »hun konstvermogen in konstoeffening te voltooyen tot verheerlyking van den Opperkonstenaar." De academie heeft veel goeds gedaanop de lange lijst van leerlingen vindt men vele namen, die later met eere zijn bekend geworden. Wat thans «de Teekenacademie" moet genoemd worden, is moeilijk te zeggen men geeft gewoonlijk dezen naam aan het gebouw in de St. Pieterstraat, waarheen zij uit de stadswaag verhuisde, een gebouw dat voor de helft verhuurd is aan de stad en voor de andere helft dient tot bewaring van de bezittingen der vroegere, der luisterrijke academie Toen Schütz als leerling ter academie kwam, Nu door liet nieuwe schilderijen-museum in het Schut- ierihof zoowel als door de oprichting der Kunstclub (waarvan Schütz een der ijverigste leden was) meerdv opgeweld leven op dit gebied der kunst zich gaat open haren, zon de vraag overweging verdienen, of de fondsen der zoogenaamde Teeken-academie, dat hoofd zonder romp, niet praktischer zijn te gebruiken dan door ze jaar in jaar uit te laten vermeerderen. En dan: hoe moet !t gaan, wanneer eenmaal niet meer eenige welwillende en nauwgezette heeren zich aanbieden om de zaken der schjjndoode waar te nemen? Temeuzen verzoekt men ons te melden dat de heer H. C. E. van IJsselsteijn wel is waar stemver- kreeg, doch dat hij voor den aanvang der stem. ming zijne candidatuur had ingetrokken. De heer A. baron Schimmelpenninck van der Oye van Nijenbeek heeft uitsluitend de candida tuur in het district Lochem aanvaard, en andere candidaturen van de hand gewezen aldus melden enkele bladen. Bij de rustende schutterijen in Zeeland is be noemd bij het le bataljon, tot majoor-commandant A. Lantsheer, thans 2e luit. Met ingang van 15 Maart 1888, is benoemd tot directeur van het rijkstelegraafkantoor te Middelburg R. L. Jansen, thans directeur van een der rijkstelegraafkantoren. Zaterdag a., des namiddags ten half vier uur, houdt de gemeenteraad van Middelburg eene zitting ter behandeling van ingekomen stukken eene ontwerp-verordening regelende de verdeeling van de gemeente in afdeelingen ter inlevering van stembriefjes voor de verkiezing van leden van den gemeenteraadeen concept besluit tot af- en overschrijving begrooting 1887 en 1888, en van een voorstel van burg. en weth. aan- •gaande eeu adres van mej. L. Knol om eervol ontslag als onderwijzeres van school F. Eindelijk zal worden overgegaan tot benoeming van een secretaris-penningmeester voor den Middelburg- Veerschen rijweg en van een stembureau voorde verkiezing van een lid der Tweede kamer. Naar het Hbld. verneemt, is bij den minister van binnenlandsche zaken in overweging, de kringen, waarbinnen de districts-veeartsen werk zaam zijn, te veranderen en alzoo het personeel dezer ambtenaren te verminderen. Hun getal is thans 9. Het Orgel, maandblad voor organisten, onder redactie van den heer M. H. van 't Kruijs, dat met 1 Maart zijn derden jaargang intreedt, ver volgt in dien jaargang de lezenswaardige opstellen over «merkwaardige kerkorgels in Nederland en hunne geschiedenis", en blijft verder op den een maal ingeslagen weg voortgaan. Voor organisten bevat dit blad vele nuttige opgaven. De mail, loopende tot 27 Jan., brengt uit Atjeh eenige meerdere bijzonderheden nopens den aan val op de patrouille van Lambaroe naar Sioen. 't Blijkt dat de patrouille 15 bajonetten sterk was en de bende die hen overviel 40 man beliep. Dat de vijand éen doode in handen der patrouille liet, doet zien dat onze mannen zich wakker hielden. In een schrijven uit Atjeh, te Batavia ont vangen, wordt gewaagd van het stellige voorne men om eenige plaatsen op de oostkust van Atjeh op nieuw te bezetten, teneinde het binnen land af te snijden van alle gemeenschap met en allen toevoer van Singapore en Penang en zoo door isoleering tot onderwerping te dwingen. Van een zending van den ass.-resident Van Assen naar Kemala, teneinde onderhandelingen aan te knoopen tot herstel van het sultansbe- stuur, wordt echter niets gemeld. Door den minister van binnenlandsche zaken zijn benoemd in de commissie, in het voorjaar belast met het afnemen dei; examens ter verkrij ging van de akte van bekwaamheid, bedoeld in art. 56 onder a der wet tot regeling van het lager onderwijs, in Zeeland telde deze ongeveer een honderd discipelen. Hij schijnt onmiddellijk tot de tweede klasse te zijn toegelatenop de algemeene vergadering van 15 Juli 1840 toch werd hem als primus dier klasse roor teekenen naar pleister een boekgeschenk als prijs toegekend. Den 15en September 1841 kreeg hij als primus der eerste klasse de gewone medaille, eveneens voor pleister-teekenen. Deze medaille was een der twee kleine zilveren, die jaarlijks met ééne groote medaille door den koning geschonken en uitgeloofd werden; de groote werd veelal gegeven aan den besten leer ling der afdeeling «bouwkunde". Het blijkt dus, dat de jonge man zich ernstig op zijn vak toe legde en zich het onderwijs ten nutte maakte; nog zeven jaren lang heeft hij, na afloop van den cursus, geregeld ter school medegewerkt. Tot nu toe had Schütz nog geen penseel in handen gehad, doch «wat wil 't geval zooals hij weinige weken geleden nog zelf ver telde «eens op een dag kom ik over de Markt, en daar zit Pauwelsen het stadhuis te schilderen (op last van den heer De Jonge van Ellemeet); ik ga naar hem toe, kijk hem over den schouder, en toen ik een poosje gezien had hoe hij deed, zeï ik tot mezelfpotdorie, Schütz, zoo kan je 't ookHet ancWio was uitgesproken zijn roeping stond hem weldra voor oogen. Hij kocht wat verf en penceelen, en ging aan 't werk. Van den beginne af was hij zeer sobertjes inge spannen, en hij bleef dit steeds; zijn oude ge reedschap heeft hij altijd behouden. Nu begonnen zijne wandelingen door het eiland, en hij wijdde zich geheel aan het landschap. Al werkend, al studeerend werd hij zich zijn talent meer en meer bewust. Heeft hij de teekenkunst op dege lijke wijs geleerd, schilder is hij geworden door eigen kracht. Hij gevoelde wat er in hem zat, en het is er uit gekomen. Op zjjn tochten kwam hij dikwerf te Vlissingen, waar hij de zeilschepen voorbjj zag varen, en aan

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 5