BÜITBglAJrir
Een nieuw meteorologisch
station.
Ingezonden Stukken.
niettemin gaat Kochetort voort zijn duel voor te
doen als iets zeer belangrijks en de bekomen
wond ais iets verdienstelijks, in den dienst van
de ideale republiek der toekomst gedaan en ge
leden. Hij telegrafeert plechtig ioderen morgen,
niet meer of minder dan wanneer hij koning of
prins der radicalen ware, aan de Rappel een bulle
tin over zijn dierbare gezondheid. Dat van gis
teren, gedagteekend Genève 17 Juni 8 u. 45 m.
'savonds, luidde: „Een weinig zwelling rondom
de wond, maar niets van beteekenis. H. K."
En dan beweert men nog dat in Frankrijk le
ridicule lue Men zou veeleer zeggen dat in dat
gezegende land sommige lieden er taaier op worden
naarmate ze zich meer belachelijk maken.
De wijnoogst is in Nieuw-Zuid-Wales (Nieuw-
Holland) dit jaar zeer overvloedig. De vrienden
der kolonie beweren dat het druivennat van de
oevers der Goulburn-rivier voor de Europeesehe
Bordeaux, Bourgogne, Xérès en Malaga niet be
hoeft onder te doen.
Eene te Parijs, te Brussel en elders zeer
bekende kunstenmaakster, miss Leona Dare, heeft
het ongeluk gehad hare tanden te verliezen. Dit
zou een gewoon gebrek wezen, aan het klimmen
der jaren eigen, maar ongelukkig verrichtte deze
dame haar merkwaardigste kunsten met haar
mond. Zij was eene van de eersten die de be
wonderenswaardige toer vertoonde van, met
de voeten hangende aan een vliegend rek, met de
tanden een ander trapeze op te houden aan welks
uiteinde een clown allerlei kunsten verrichtte. Te
Hamburg nu scbijnen de bewegingen van haar
mede-artist wat ruw geweest te zijn, óf wel hate
tanden hebben het onnatuurlijke werk eindelijk
opgegeven. Vier ervan zijn gebroken en zoover
men weet is de kunsttanden-industrie er nog niet
in geslaagd, om aan zulke geweldige vereischten
voor haar fabricaat te voldoen.
Pieter Benoit is, tengevolge van zijngrooten
triomfmarsch, thans do held van Brussel. Toen
hg op den dag van het feest het restaurant bin
nentrad, waar hij gewoon is te dineeren, werd
hij begroet met donderende toejuichingen. Een
poos later op den boulevard zijn kop koffie drin
kende, bracht een voorbijtrekkend muziekkorps
hem een serenade, waarop hij met een speech in
't Vlaamsch moest antwoorden. Den avond bracht
hg door in 't Vauxhallwaar niet alleen een
polonaise van hem gespeeld werd, maar ook fan
fares en juichkreten aanhoudend weerklonken.
Ditmaal bedankte hij in 't Fransch.
Men zegt, en 'tis wel te begrijpen, dat
Benoit al die beweging alles behalve aangenaam
vindt en dat hij er in 't bijzonder onpleizierige
gevolgen van ondervindt voor zijn beurs, wanneer
de ovatiën op publieke plaatsen geschieden. Men
kan toch licht begrijpen dat kellners en andere
dienstbare geesten zich bij zulke gelegenheden
niet onbetuigd laten en zonder een flinke fooj
komt men van deze bewonderaars niet af.
Een opmerkelijk staaltje van de onvoor
zichtigheid waarmede misdadigers, bij al hun
geslepenheid, vaak te werk gaan, is weder geleverd
door een moordenaar uit Parijs, zekeren Foulloy.
Hij was met het geld en de kostbaarheden, die
hij aan zijn slachtoffer ontnomen had, op reis
gegaan en maakte te Straatsburg goede sier. Hij
liep echter door zijn uiterlijk, in spiksplinternieuwe
kleeren gestoken en met gouden ringen en ket
tingen beladen, zoo in 'toog dat hij, terwijl hij
met z'ijn gids voor een koffiehuis zat, de opmerk
zaamheid trok van een winkelier en tevens van
een anderen gids, die tot elkander zeiden„Hij
ziet er uit als een moordenaar die bezig is zijn
buit te verteren.1' Toen zij nu ook opgemerkt
hadden dat de vreemdeling aan de rechterhand
verwond was, had de winkelier geen rust meer
en waarschuwde hij de politie. Men wachtte hem
op voor de kathedraal, waar tegen 12 uur alle
vreemdelingen samenstroomen om bet beroemde
eenigen tijd te vertoeven en uit te rusten.
„Ik ben moede," zei zij tot haar vriendin,
„ik wist niet dat ik zóo moede was. Ik heb een
gevoel als of ik ineenzak en hier in deze stad
der ruste voor goed zal blijven rusten."
Zij namen kamers in een oud paleis, waarvan
de vertrekken met oude behangsels en wapens
versierd waren.
Hier gaf zij aan haar vermoeienis toe en staakte
hare omzwervingenofschoon zij elkeu dag naar
de St. Pieterskerk ging. Verder kwam zij echter
niet en zat den heeten dag voor het venster met
een groot boek op haar schoot, waarin zij echter
nooit las, in een Romeinschen tuin te kijken, op een
kletterende fontein, die omringd was door eenige
verweerde marmeren nimfen. Somtijds zei zij dat
zij zich gelukkiger voelde dan ooit en bracht
vaak den heeleu middag in do kerk door, met een
knecht achter zich, die haar stoel droegdan liet
zij dien stoel tegen een der marmeren zuilen
zetten en bleef geruimen tijd zitten stareu in het
groote bevolkte schip der kerk. Zij lette op
iedereen die haar voorbij gingmaar Agatha, die
altijd aan hare zijde was, voelde zich niet meer
zoo op haar gemak om opmerkingen over de
voorbijgangers te maken als te Nizza.
Op zekeren dag verliet zij baar en wandelde
alleen de kerk in, waar in dien tijd steeds in de
een of andere kapel dienst gedaan werd, zoodat
zij veel te zien had en wel een half uur weg bleef.
klokkenspel te zien werken, en had spoedig den
vogel in de knip.
Te Bouaan zijn groote feesten gegeven
waarby tevens inzamelingen gedaan worden ten
behoeve der openbare liefdadigheid. Gedurende
een optocht viel er dientengevolge in sommige
straten zulk een regen van sous en zilvergeld uit
de vensters en balcons der huizen, dat de optocht
er door verpletterd dreigde te worden. De sol
daten in den triomfwagen der weldadigheid
beproefden een paar malen, uithoofde der groote
warmte, hun zware chacots af te zetten, maar
telkens werden ze, door den hagel van geldstuk
ken die hen om de ooren vloog, weder genood
zaakt zich het hoofd te dekken. In de rue Thiers
was de geheele optocht genoodzaakt stil te honden
om den rijken oogst van neergevallen geld eerst
op te rapen.
Bij deze gelegenheid heeft ook een opstijging
in een luchtballon plaats gehad, waarbij de
luchtreiziger, zekere Jovis, zich van eene hoogte
van duizend meter met een valscherm heeft laten
vallen. Hg had vijf minuten werk om beneden
te komen. De daling had met geweldige schokken
en slingeringen plaats. Met eene onbeduidende
verwonding aan den voet is hij van 't waagstuk
afgekomen.
De bevolking van Genève heeft met 28.789
stemmen tegen 23.915 beslist dat de verplichte
inenting behouden zal blijven.
De koninklijke Portugeesche academie van
weteuschappen heeft in eene plechtige zitting den
9en dezer Camoens herdacht, wien door den
secretaris der academie in een sierlijke redevoering
hulde werd gebracht. Zonderling genoeg, gebruikte
men deze zitting ook tot het voorlezen van eene
levensbeschrijving en lofrede op Thiers.
De K'ólnische Zeitung deelt mede dat zij een
eigen meteorologisch station heeft opgericht
waarvan directeur is geworden dr. Hermann
Klein, welke bericht dat zijn observatorium voor
zien is van alle instrumenten en telegraphische
verbindingen, welke naar den tegenwoordigen
toestand der meteorologie vereischt zijn om tot
eene weervoorspelling te geraken op een zeker
afgeperkt deel van Europa. De naaste oorzaak
der oprichting is om dagelijks een weerbericht in
de courant te plaatsen, dat naar de omstandig
heden te Keulen is opgemaakt, terwijl de Eölnische
zich vroeger vergenoegde met de berichten van
de Deutsche Seewarte te Hamburg en de voor
spellingen van prof. Klinkerfues te Güttingen.
Naast dit doel zal echter eene nieuwe geregelde
serie waarnemingen, op eene plaats waar deze nog
niet geschiedden, haar nut voor de wetenschap
niet missen.
De nieuwe inrichting beperkt het gebied harer
voorspellingen tot de noordelijke helft der .Rijn
provincie, Westfalen en de zich verder noordwaarts
uitstrekkende vlakte, benevens het oosten van
Nederland.
De heer Klein geeft in het nommer van gisteren
eene beschrijving der inrichting van zijne tabellen,
die uit den aard der zaak slechts de lezers der
Eölnische belang kan inboezemen. Hij knoopt er
echter nog eenige algemeene opmerkingon aan
vast, welke wij willen overnemen daar ze zich
aansluiten bij hetgeen wij vroeger naar aanleiding
onzer weerberichten over deze zaak hebben
medegedeeld.
Het maken eener waarschijnlijkheidsberekening
op het weer dat komen zal, is ook thans nog eene
uiterst moeilijke zaak. Wanneer men slechts wil
beproeven het bekende weer van een dag in
Terugkomende vond zij do plaats van haar vriendin
ledig en ging op haar stoeltje zitten wachten tot
zij terugkwam. Er verliep eenige tijd en zij stond
weer op om haar te gaan zoeken. Eindelijk vond
zij haar bij een der kleine altaren; maar zij was
niet alleen. Er stond een heer voor haar dien zij
zooeven ontmoet scheen te hebben en die dadelijk
de aandacht van Agatha trok, toen zij de uit
drukking en de bleekheid van Diana's gelaat
ontwaarde. Met oen oogopslag herkende zij
Reginald Longstaff! Hij scheen zelf ook onthutst
te zijn, doch herstelde zich spoedig, bleef nog een
oogenblik staan, boog stilzwijgend voor de dames
en vertrok. Agatha had eerst een gevoel alsof zij
een spook gezien had; doch die indruk verdween
onmiddellijk, daar Longstaff er nu veel minder
spookachtig uitzag dan bij zijn leven. Hij had
een flink, knap voorkomen en een gezonde kleur.
De uitdrukking die Agatha op het gelaat van
Diana opmerkte was geen verrassing maar een
zachten glans, waar zij in het eerst geen naam
voor kou vindenmaar toen Diana de hand uit
stak en op haar arm legde voelde zij wat die
glans beteekende en tevens dat die ontdekking
geen verrassing voor haar was; zij scheen erop
gewacht te hebben. Diana was weer schoonzij
bloosde en werd nog schooner. Agatha bracht
haar terug naar haar stoel bij de marmeren zuil
en zei„Dus hadt gij toch gelijk. Hij zou boter
geworden zijn!"
een enkel woord te kenschetsen, dan zal men nog
op menige onverwachte zwarigheid stuitenwat
de een kalm, aangenaam en vrij helder weer
noemt, komt den ander betrokken en somber
voor. Nog veel moeilyker wordt het de juiste
uitdrukking te vinden voor het weer dat komen
zal, zooals zich dat indirect doet opmaken uit
den oogenblikkelijken stand der instrumenten, uit
het verloop der lijnen van gelijken barometerstand
en de daariu ontstaande veranderingen, uit den
graad van vochtigheid der lucht en de hoogte der
temperatuur. Daarbij komt nog het beperkte der
hulpmiddelen. Zelfs bij de meest uitgebreide
telegraphische gemeenschap is het niet te vermij
den dat plotseling opkomende veranderingen in
de drukking der lucht, vooral de minima, buiten
berekening blijven, wijl zij eerst ontstaan na
afzending van het telegram.
Het eerste optreden dezer minima laat zich niet
berekenen, en den weg dien zij volgen laat zich
slechts door waarnemingen nagaan. Is men echter
zoover, dan treden de bekende wetten der meteo
rologie in toepassing om het weer te bepalen dat
komen zal. Eveneens zijn de locale zomer-onweders
niet te voorspellen, in tegenstelling met de groote
onweders die optreden aan den zuid-oostkant
eener groote depressie. Men moet op deze om
standigheden altij d het oog houden bij het beoor-
deelen der weervoorspellingen. Daarbij vergete
men ook niet da» de meteorologie zich nog
slechts enkele jaren op practisch terrein beweegt.
Zij staat thans ongeveer op hetzelfde standpunt
als de sterrekunde ten tijde van Kepler. Zooals
deze de regels ontdekte van de beweging der
hemellichamen, zoo heeft prof. Buys Ballot in
Utrecht den grondregel van de richting van den
wind gevonden, en ook van dezen natuuronder
zoeker kan men met recht zeggen
Der den Sturm gelauschet und den Wettern,
Um des Winds Geheimniss zu erspah'n
Seinen Lorber wild kein Sturm entblattern
Und kein Wind wird seinen Rukm verweh'n;
Wellicht is de Newton niet ver meer die de
hoogste wet uitspreekt, waarnaar zich het voor
komen der barometer-minima en hun weg over
land en zee regelt. Tot dien tijd blijft een zorg
vuldig onderzoek der voorspellingen en de studie
van het verloop van het weer, in betrekking tot
de meteorologische gegevens, eene gewichtige taak
voor den practischen meteoroloog. Dit onderzoek
of eene voorspelling al dan niet is uitgekomen,
kan echter niet op eene enkele plaats gedaan
worden, wijl het weer op een zeker bepaald punt
tot de meest verkeerde gevolgtrekkingen aanlei
ding zou kunnen geven. Men moet het onderzoek
uitstrekken tot het gansche gebied waarvoor de
voorspellingen gedaan zijn.
Om dit doel te bereiken zal de K'ólnische Zeitung
van 12 verschillende plaatsen de waarnemingen
van geoefende meteorologen ontvangen. Twee
malen in het jaar zal zij een vergelijkenden staat
uitgeven van de uitkomsten harer voorspellingen,
om aldus tot eene bepaling der betrekkelijke
waarde der voorspellingen te geraken. Naar de
tot heden opgedane ervaring, meent de beer Klein
te mogen rekenen op ongeveer 70 percent geheel
juiste, 20 percent ten deele uitkomende en 10
percent onjuiste voorspellingen.
Watergebrek in Zeeland.
Dezer dagen las ik in't Handelsblad van 4 Juni
in het stuk getiteld Zeeuivsche brievendat men in
Zeeland weer lijdende is aan watergebrek en in
de 3e alinea van dat stuk de merkwaardige ont
boezeming: „maar waarom breed uitgeweid over
een gebrek, waarin niemand voorzien kan
Ik moest even glimlachen over deze woorden.
Zeker, voor 't oogenblik kan niemand daarin
Diana wilde niet meer gaan zitten en wenkte
den knecht om den stoel weg te nemen, terwijl
zg voortging naar de deur. Zij sprak niet voordat
zij buiten op het plein, tusschen de colonnades en
de fonteinen stond. Daar begon zij.
„Nu heb ik gelijk; maar toen had ik ongelijk.
Hij is beter geworden omdat ik hem afgewezen
hob. Ik heb hem een schok gegeven, die hem
heeft doen herstellen."
Dien avond had er bij een paar oude Romein-
sche lampen, in het salon met de pauselijke wapens,
een belangrijk gesprek tusschen de twee vrien
dinnen plaats. Diana weende en bedekte haar
gelaat en Agatha voelde, zooals ik zeide, dat zij
alles reeds gegist had, zoodat Diana haar niet eens
behoefde te vertellen dat zij Reginald Longstaff,
drie weken nadat zij hem afgewezen had, harts
tochtelijk beminde, dat zijn beeld geen oogenblik
uit haar gedachten was geweest, dat zij vast geloofd
had dat hij nog leefde en zij alleen naar Europa
was gekomen in de hoop van hem te ontmoeten.
In die hoop was zij van de eene plaats naar de
andere getrokken en had zij iedereen aangezien
die haar vooibijging; en ook daarom had zg in
zoo menig Engelsch park vertoefd Zij wist dat
haar liefde zeer zonderling wasmaar zij voelde
dat die haar verteerde. Deze liefde was na het gebeur
de, bij het herdenken en overpeinzen ontstaan, of
lieverzij was er altijd geweest, zoolang Diana hem
gekend had en do overgang van afkeer in mede-
voorzien i maar er kunnen toch maatregelen
genomen worden, inrichtingen gemaakt, die af-
doende hulp aanbrengen, voor 't vervolg. Is er
nu niet éen Zeeuw, die iets anders weet te ver
zinnen dan het kleine trasje, waarin eenig
regenwater opgevangen wordt 1 De Kampeis
wisten, naar men zegt, wel uit te rekenen dat
als éen poort zóóveel opbracht per dag aan
poortgeld, een dozijn poorten twaalf maal dat
cijfer konden opbrengen.
Laat ik den Zeeuwen mededeelen dat ik ook
in een land woon, waai men vergeefs naar goed
drinkwater zoekt in den grond. Ik heb mij lang
beholpen met water aan te voeren uit naburige
putten, waarvoor men toevallig een beter plekje
grond gevonden had, maar op den duur ging
dat toch niet, om allerlei redenen.
Ik besloot toen regenwater in massa op te
vangen; zoo heb ik nu drie regenwaterputten.
Een daarvan wordt gevoed door een dak van 12
op 8 meter en de put, groot 4 y 3 X 1 12
kub. meter, is steeds goed voorzien, stroomt
meestal bij erge buien nog over, maar het water
is wankleurig, omdat het dak van asphaltpapier
nu en dan met zand en teer wordt bijgewerkt.
Dit water wordt alleen gebruikt om te schrobben
en tot andere einden, waar de wankleur en wan
smaak niet hinderlijk zijn.
Maar voor melkcrij, de waseh en huiselijk ge
bruik had ik helder water noodig. Daartoe ving
ik het water op van het dak mijner woning groot
18 op 14 meters. De twee putten, waarin het
water verzameld wordt, liggen naast elkaar, en
kunnen het overvloedige water onderling over-
storten.
De pijp die het water aanvoert heeft oen ver-
zetbaar onderstuk, zoodat het water, naar gelang
van behoefte, in de eene of de andere put geleid
wordt. De putten kunnen bevatten ieder 9x2
X 1 18 kub. meter, en ik heb nooit gebrek
aan water. Om het geschikt te maken tot be
reiding van spijs en tot drinkwater, heb ik, om
de zuigpijp van de pomp, een buis van 3 a 4
decimeter middellijn laten zetten van zachten
steen, waardoor het gefiltreerd wordt. Regenwater
sleept altijd vuil mede, zoodat er nu en dan moet
schoongemaakt worden. De tijd daartoe wijst
zich van zelf aan, als het water niet meer frisch
smaakt. Dan wordt de put die 't noodig heeft
leeggemaakt en gereinigd.
Nu weet ik wel dat het vee nog gebrek zou
moeten lijden als ik het water uit de welput,
zooals in Zeeland het geval schijnt te zijn, niet
tot drenken kon gebruiken; maar daarentegen
gaat er een massa regenwater, dat van het dak
mijner boerderij zou opgevangen kunnen worden,
verloren. Dit nu zou tot het zooeven gemelde
doel zeer goed gebezigd kunnen worden, want
het water van een rieten dak is wel wankleurig,
maar het behoeft niet wansmakig te zijn, althans
niet in dien graad dat een rund of een paard het
niet zou kunnen drinken.
Nu verbeeld ik mij dat het in Zeeland niet
minder regent dan in Gelderland en het water
gebrek daar dus eigenlijk geen reden van bestaan
heeft. Ieder huisgezin in dorp of stad, en iedere
boer zouden zichzelf kunnen helpen en klachten
over watergebrek moeten kunnen ophouden,
maar men moet de kosten tot zulk eene inrichting
willen maken. De kosten uit te rekenen ligt niet
op mijn weg. De Zeeuwsche architecten kunnen
daarin helpen. Is de nieuwe inrichting misschien
niet zoo heel goedkoop, het is toch beter zich
die uitgaaf te getroosten, dan altijd weer over
een verhelpbaar ongemak te .klagen. Is dan het
aanvoeren van water, zooals wel meer gedaan is,
een zoo goedkoop middel om in het gebrek te
voorzien, of kan het gebrek zelf niet duur te
staan komen, als men er niet in voorziet?
A. Juni 1880. M.
lijden, na het verlaten van zijn ziekbed, had haal'
doen geboren worden eu daarmede het geloof dat hij
genezen was, zoowei van zijn ziekte als van zijn
hartstocht. Dat was haar straf! En toen sprak
zg met zooveel eenvoud dat Agatha, die ook
weende, wenBchte dat, indien hot waar was wat
Diana geloofde, de jonge man haar zóo had
kunnen hooren.
„Ik ben zoo blij dat hij gezond en sterk is
en dat hij er zoo knap en zoo goed uitziet. Nu
hij boter is verfoeit hij mij natuurlijk. Hij ver
langt mij nooit weer te zien. Heel goed! Ik
heb mijn wensch gehad; ik heb, nog eens gezien
hem dat was al wat ik verlangdenu kan ik
gerust sterven."
(Wordt vervolgd).
GEDRUKT BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS
TE MIDDELBURG.