MIDDELBÜRGSCHE COURANT. F 277. Donderdag 1872. 21 November. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondagr den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/rru, franco is ƒ3.50. Middelburg 20 November. DE INDISCHE TARIEFWET. Het doet ons genoegen dat de eerste kamer zich met eene groote meerderheid voor het nieuwe Indisch tarief van in- en uitvoerrechten heeft verklaard. Schoon instemmende met de motieven, deelen wij echter niet in de daarop gegronde conclusie, welke voor eenige dagen door onzen Haagschen correspondent ontwikkeld werd, als zouden de financieele bezwaren tegen het ontworpen tarief de verwerping motiveerenvermits de afschaffing der differentieels rechten toch een zóo nood zakelijke stap is, zóo zeer door den tijdgeest geëischt, dat die in het wetsontwerp bedoelde economische over winning, zelts na eene verwerping van deze wet, toch niet uit zou blijven. Dat differentieele rechten niet meer te handhaven zijn in de laatste helft der negen tiende eeuw geven wij toe; dit te loochenen belet ons niet alleen de leer maar ook de ondervinding, die wij onder anderen uit de hedendaagsche geschiedenis van Frankrijk opdoen, doch twee omstandigheden moet men niet uit het oog verliezen. Vooreerst wat de leer betreft, reeds voor vijftig jaren waren de verlichte staatslieden van Nederland over tuigd dat het stelsel van vrijheid in de handelsbetrek kingen tusschen het moederland en de koloniën de plaats behoorde in te nemen van het privilegie- en monopolie stelsel der Oost-Indische Compagnie, en in strijd met die leer, waarvan zij de juistheid met onwederlegbare be wijzen aantoonden, werd het cultuurstelsel iDgevoerd. Tegen het cultuurstelsel zelf werd jaren en jaren lang gestreden, en daghelder gemaakt dat het nevens de lichtzijde die ieder zag, de millioenen die de Neder- landsche schatkist vulden tot overloopens toeeene treurige en het moederland totoneer strekkende duistere schaduwzijde had en tegen dien strijd in werd het cultuurstelsel jaren lang in stand gehouden en ging men niet dan zeer schoorvoetend en met verliefde blikken op de altoos nog ongebruikt in de schatkist liggende Indische millioenen tot trage maatregelen over, eerst van inkrimping en daarna van afschaffing wan neer men dit woord hier bezigen mag. Men ziet dus hoe weinig waarborgen de uitspraken der leer, hoe ook door de ondervinding gestaafd, voor het opvolgen harer voor schriften door de regeering van Nederlandsch-Indie aanbieden! En nu wane men niet dat sedert eenige jaren in die politiek van vasthoudendheid verandering is gekomen, dat men groote stappen op den weg van eco nomische hervorming weet en durft te doen: wij vra gen alleen hoe lang er reeds op de afschaffing aller heerediensten is aangedrongenen hoe veel kans er be staat dat aan dien aandrang in den eersten tijd gevolg zal gegeven worden Kortomde regeering van Neder landsch-Indië heeft zich ten allen tijde weinig bevattelijk voor de overtuiging der theorie en voor de leeringen der ondervinding getoond, en volslagen waanzin zou het zijn van den vooruitgang der beginselen eene libe rale oplossing te verwachten, en tevens de gelegen heid te laten ontglippen om een zij 'took bescheiden stap op den weg der economische ontwikkeling te doen. Ook de geschiedenis van de laatste maanden der Fransche republiek levert wel een voor den vrijhandels man bemoedigend schouwspel, omdat er de onmogelijk heid uit blijkt om terug te keeren tot de protectionis tische dwalingen van een afgesloten tijdperk, maar zij geeft ons allerminst een stellig bewijs dat het volhouden van het mercantiele isolement waar 't bestaat thans min der doenlijk zou zijn dan vroeger. Men weet dat de heer Thiers, de incarnatie van het beschermend stelsel, met al de stijfhoofdigheid en prikkelbaarheid aan zijnen leeftijd eigen, zoodra hij de teugels van het gezag in handen kreeg maatregelen begon te nemen om op Frank rijk het stelsel van afsluiting en zelfgenoegzaamheid toe te passen, dat het droombeeld is der lieden van zijne beginselen. Op allerlei manieren werden de grenzen, welke door den geest onzer dagen meer en meer uitgewischt wer den, verscherpt, en in mercantiele en politieke betrek kingen eene richting gevolgd welke niet beter dan door het Latijnsche adoersus lostem aetenia aucloritas is weder te geven. Op allerlei wijzen werden vreemde goederen, ja zelfs uit den vreemde komende personen aan de Fransche grenzen belast en belemmerd. De oude in stelling der paspoorten werd weder opgerakeld en met meer gestrengheid dan ooit te voren in toepassing gebracht differentieele rechten werden in de Fransche havens van de vreemde schepen en ladingen geheven; tot de invoering van zeer zware beschermende rechten van in- en uitvoer werden maatregelen getroffen en in afwachting werd op de grenzen een zeker droit de sta- tistique ingevoerd, een soort van passagegeld van alle over de grenzen gevoerde goederen van eiken aard. Al die maatregelen wekten en wekken nog steeds, voor zoover ze nog niet afgeschaft zijn, de klachten op van de vreemdelingen, maar meer nog van de quasi- beschermde natie zelve. De paspoorten zijn reeds afge schaft moeten worden, behalve langs de Duitschegren zen, waar men die met groote kleingeestigheid hand haaft; het droit de stalistiqj/.e is eveneens eerst verminderd, en voor sommige voorwerpen opgeheven, daarna aan de Spaansche en Italiaansche grenzen geheel afgeschaft; de hooge beschermende invoei rechten zijn, dank de vastberadenheid der Engelsche regeering, afgedaald tot compensatoire rechten in evenredigheid der in Frank rijk geheven indirecte belastingen op de grondstoffen of fabrieksgoederenhet differentieele recht eindelijk heeft, gedurende den korten tijd van zijne toepassing, reeds zóóveel kwaad aan den Franschen handel gedaan en reeds eene zóo kenbare verandering in den weg van den doorvoerhandel gebracht, dat de stem van den han del, gevoegd bij de représailles van sommige mogend heden, wel eerlang ook tot de afschaffing van dit recht zal leiden. De reactie van den heer Thiers tegen de beginselen van de handelsvrijheid blijkt derhalve niet opgewassen te zijn tegen de nijverheid en den handel, tot wier beschermer hij zich wil opdringen. Maar men vergete eene zaak niet. De mercantiele toe stand van Nederlandsch-Indië en van Nederland is in de verste verte niet met dien van Frankrijk te verge lijken. In Frankrijk had de handelsvrijheid tien jaren lang gewerkt, haudel en nijverheid ontzaglijk doen toenemen en de welvaart des lands tot een ongekenden bloei ontwikkeldmen was er gekomen tot den normalen toestandwaarin men van de lessen der wetenschap niet meer afwijken kan. Maar in Indië hebben wij niet dan schroomvallige en kleine stappen op den koninklijken weg der handelsvrijheid gezet, de geheele organisatie van bestuur en beheer der bezittingen is nog doordron gen van de verouderde begrippende ontwikkeling van handel en nijverheid, die er gevonden wordt en van de Nederlandsche die in de behoeften der kolonie voorziet, heeft plaats gehad op eene kunstmatige wijze; de toe stand is er nog niet gezonden maar al te veel zijn er die er belang bij hebben dien ongezond te houden. Het is voor de industrie zoo gemakkelijk, evenals voor den mensch, op een ander te blijven steunen al bezit zij zelf de kracht om zonder steunsels verder te gaan. Daarom begroeten wij de afschaffing der differentieele rechten in Nederlandsch-Indië als den eersten flinken stap op den goeden weg. De wetgever heeft thans aan de nijverheid toegeroepen op eigen beenen te staan en ten bate van het publiek de concurrentie voor de geheele wereld geopend. En wij juichen over de aanneming van het wetsontwerp door de eerste kamer, hoeveel bezwaren wij er ook tegen mogen hebben, omdat wij in het ge heel niet overtuigd zijn dat, zoo deze poging tot af schaffing der differentieele rechten mocht zijn mislukt, er van de regeering spoedig een nieuw ontwerp zou te wachten zijn, hetwelk beter aan onze wenschen zou beantwoorden en van welks aanneming door de staten- generaal wij ons verzekerd zouden kunnen houden. Heden heeft de opening plaats gehad van de giste ren ingeleverde stembiljetten voor de verkiezing van twee leden voor den Middelburgschen gemeenteraad, ter vervulling der vacaturen ontstaan door het nemen van ontslag door de heeren mr. A. F. Sifflé (wit stem briefje) en J. F. W. Conrad (blauw stembriefje). De uitslag is als volgt Wit stembriefje. Van de 387 ingeleverde biljetten waren -1 oningevuld, zoodat het getal geldige stemmen 383 en de volstrekte meerderheid 192 bedroeg. Er zijn uitgebracht op de heeren: D. Verhulst214 stemmen. J. van den Thoorn 64 Mr. A. J. van Deinse24 Jonkheer mr. A. van Reigersberg Versluijs 24 B. A. Verheij15 Dirk Jeras M.Kz13 H. D. von Brucken Fock6 Jonkheer mr. C. de Jonge5 J. M. van Ditmars3 W. A. baron van Lijnden2 M. H. Boasson2 P. J. de Cloedt2 Voorts verkregen 9 personen ieder 1 stem. De heer D. Verhulst is alzoo gekozen. Blauw stembriefje. Van de 387 ingeleverde biljetten waren 9 oningevuld. Het getal geldige stemmen bedroeg mitsdien 378 en de volstrekte meerderheid 190. Er zijn uitgebracht op de heeren: Dirk Jeras M.Kz191 stemmen. J. M. van Ditmars52 D. Verhulst25 Mr. A. J. van Deinse23 Jonkheer mr. A. van Reigersberg Versluijs 22 H. D. von Brucken Fock14 B. A. Verheij12 Jonkheer mr. C. de Jonge8 J. van den Thoorn5 W. A. baron van Lijnden4 W. van Uije J.Jz3 Verder bekwamen 19 personen ieder 1 stem. De heer Dirk Jeras M.Kz. is alzoo gekozen. In de eergisteren te Amsterdam gehouden algemeene vergadering van aandeelhouders in de Amsterdamsche kanaalmaatschappij is, zonder hoofdelijke stemming, be sloten om aan de directie machtiging te verleenen tot het aangaan van eene geldleening ten laste der maat schappij van 5£ millioen gulden. In hunne heden gehouden vergadering hebben de provinciale staten van Zuid-Holland een afwijzende beslissing genomen op het adres van de heeren Bordes c. s. om een provinciaal subsidie voor den aanleg van den spoorweg Lei den-Woerden in strijd met het rap port der commissie uit de staten in wier handen dit adres gesteld was, en die eenparig had geadviseerd hetzij tot een ruim subsidieof wel tot deelneming in het op te nemen kapitaal. De Nederlandsche consul-generaal in Portugal heeft den heer J. Pereira jr. aangesteld tot zijn vice-consul te Aveiro, en den heer A. Martins d'Azevedo tot zijn cousulairen agent te Foz do Douro. Staats-cour BEFTOEMINGEN EN BESLUITEN. eereteekenen. Verleend de bij koninklijk besluit van 22 September 1855 ingestelde zilveren medaille, alsmede een loffelijk getuigschrift, aan W. Haylett, gezagvoerder van de Engelsche visscherschuit Eclipse, als blijk van goedkeuring en tevredenheid wegens de hulp, verleend ter redding van de bemanning van het Nederlandsche schoonerschip Blyhatn, op 26 Octoberjl. in de Noordzee verongelukt. staats C0MM3SSIEN. Ingesteld eene commissie tot

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 1