MIDDELBURGSCHE
COURANT.
F 242.
Vrijdag
1872
11 October.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m. franco is f 3.£»0.
f'
Middelburg 10 October.
Naar wij met zekerheid vernemen is het reisplan van
de koningin zoodanig gewijzigd, dat H.M. Middelburg
en Vlissingen niet bezoeken zal.
Gisteren heeft in een openbare terechtzitting der
arrondissements-rechtbank alhier de installatie plaats
gehad van den heer mr. A. J. van Eekelen als rechter-
plaatsvervanger.
Nadat voldaan was aan het requisitoir van het open
baar ministerie tot voorlezing van het koninklijk besluit
der benoeming en der akte van eedsaflegging, wenschte
de voorzitter mr. J. H. de Stoppelaar den heer van
Eekelen met zijne benoeming geluk. Het woord dat
hij sprak was, op verzoek van den heer van Eekelen,
slechts een kort en eenvoudig woord, maar desniettemin
eene hulde aan de nagedachtenis van mr. P. J. G. van
Diggelen, die steeds bij dit college in eere zal blijven.
Hij herinneide hoe de heer van Diggelen, na kort te
voren nog als pleiter voor dit rechtscollege te zijn op
getreden plotseling uit zijn midden werd weggerukt.
Hij schetste mr. van Diggelen als een man die, zoowel door
zijne scherpzinnigheid als door zijn beminnelijk karak
ter, de achting en genegenheid verdiende die hij genoot,
en verzekerde dat de naam van den overledene nog
dikwijls onder de leden van dit rechtscollege werd
genoemd en men zijner gedacht.
Daarop nam de nieuw benoemde deken, mr. W. C.
Bovsius, het woord. Na een gelukwensch namens de
advocaten en procureurs aan den heer van Eekelen
gebracht te hebben, sprak hij den wensch uit dat, als
genoemde heer verlangen mocht later een meer werk
zame betrekking bij de magistratuur tebekleeden, deze
eerste schrede op dien weg weldra door meer belang
rijke moge gevolgd worden. Vooral echter verklaarde
hij het woord te hebben gevraagd naar aanleiding van
de warme huldedoor den voorzitter dezer recht
bank aan mr. van Diggelen gebracht. Hij betuigde den
voorzitter namens de advocaten en procureurs dank
voor de gesproken woorden, die zeker ook daarbuiten
weerklank zullen vinden. De Middelburgsche balie
had, zeide spreker verder, in den laatsten tijd zware
verliezen geleden, onder anderen daarin dat de drie
oudste leden haar ontvielen. Het zal toch ook door de
rechtbank erkend worden, dat het besluit van mr. Ph. van
den Broecke om de praktijk neêr te leggen zoo voor
de balie als voor de rechtbank als een verlies moet
worden aangemerkt. Den lof van dien hooggeschatten,
gelukkig nog levenden, vriend hier te verkondigen
achtte hij, vooral ook met het oog op diens bescheiden
heid, overbodig en ongepast, maar hij sprak den wensch
uit dat de heer van den Broecke nog vele jaren wel
verdiende rust moge genieten, voor hem wel bij uitne
mendheid een otium cum dignitale. Binnen weinige
dagen, vervolgde de spreker, wordt ons oudste lid
mr. A. F. Sifflé naar zijn laatste rustplaats gebracht
Ofschoon hij gedurende de laatste jaren in de praktijk
minder op den voorgrond trad, moet toch ieder die hem
gekend heeft zijne groote verdiensten erkennen niet
slechts als rechtsgeleerde, maar ook als gelukkig beoe
fenaar der geschiedenis, wijsbegeerte en schoone letteren.
Moge het voorbeeld van hen die ons zijn voorgegaan
zoo ongeveer eindigde de deken zijne redeons voort
durend aansporen om hunne voetstappen te drukken
en mogen ook wij ons dan bij voortduring kunnen ver
heugen in de achting en de genegenheid van de rechts
colleges waarbij wij werkzaam zijn en waarvan de rede
van den voorzitter straks zoo luide getuigde
In de gisteren avond alhier gehouden vergadering
van het Middelburgsch departement der Maatschappij
tot nut van 't algemeen zijn de vacaturen vervuld die
in de commissie voor de volksbibliotheek waren ontstaan
door de periodieke aftreding van de heeren L. E. Hen-
drikse en J. W. Muller en door het bedanken van deD,
sedert overleden, heer mT. A. F. Sifflé. In hunne plaats
zijn benoemd de heeren J. J. van der Harst, F. Nagtglas
en L. L. Woutersen.
Door den heer mr. G. A. Fokker werd als afgevaar
digde van het departement naar de in Augustus jl. te
Rotterdam gehouden algemeene vergadering verslag
uitgebracht Tot de verdere huishoudelijke werkzaam
heden dezer vergaderiDg behoorden voorts de vaststel
ling van de rekening en de begrooting, die beiden
zijn goedgekeurd.
Onze Haagsche correspondent schrijft ons- onder dag-
teekening van jl. Dinsdag
„Ik zit nog steeds op den uitkijk naar het wetsont
werp op den census, dat, dunkt mij, toch wel spoedig
komen moet. De minister heeft in de tweede kamer
verklaard dat de herziening reeds van invloed zou moe
ten zijn op de kiezerslijsten voor 1873, dus vóór Fe
bruari dient de nieuwe wet in werking te zijn getreden,
daar de werkzaamheden tot opmaking der lijst in die
maand aanvangen. Maar dan zal het, dunkt, mij noodig
zijn dat het wetsontwerp vóór het budget voor 1873
in behandeling komt; want al geeft het nieuwe reglement
van orde aanleiding om het parlementaire tijdverlies
van vroeger dagen te voorkomenzoo loopt men toch
gevaar, wanneer de budgetten van Nederlandsch-Indië
en van het moederland nog in behandeling moeten
komen, dat de Kerstvacantie daar is voordat men er
aan denkt, en dan is Januari ook spoedig achter den
rug. Naar ik verneem zijn de plannen waarnaar het
wetsontwerp eerst zou samengesteld zijn nog al vereen
voudigd. Zooals ik u voor eenigen tijd schreef had het
ministerie eerst eene vrij radicale en algemeene verla
ging voormaar het schijnt dat het langzamerhand wat
bescheidener jegens zichzelf geworden is, zoodat het bij
den raad van state aanhangig ontwerp, naar ik hoor,
niet verder moet gaan dan het rationeele doel om in
den geest en binnen de grenzen der kieswet, met het
oog op de sedert 20 jaren veel veranderde omstandig
heden, de censuscijfers meer in overeenstemming te
brengen met de plaatselijke omstandigheden. Verlaging
van den census in groote steden zal hiervan een natuur
lijk gevolg zijn.
„In de kamer gaat het intusschcn slapjes toe. De
dotatiewet is aangenomenzooals ge gezien hebt. Trou
wens daarvoor bestond bij mij geen oogenblik vrees;
het verwonderde mij zelfs dat er nog éen enkel conser
vatief lid der tweede kamer gevonden is kunnen wor
den, die den slechten smaak had tegen eene erkenning
van de diensten die Thorbecke aan vorst en volk be
wezen heeft op te komen. Trouwens die echte moulin
d parolesde overste Nierstrasz, de mouthpiece van den
heer van Herwerden en andere incarnaties van de
reactie, was hier de aangewezen persoon, vooral sedert
de groote krachten van het conservatisme zich terug
trokken Heemskerk Az.nu de uitvallen van zijn orgaan
geen hout bleken gesneden te hebben, wegbleef en de'
woordenrijke heer Wintgens zweeg en tegenstemde. Of
het met het Thorbecke-monument evenzeer langs een
leien dakje zal gaan weet ik niet. De hoofdcommissie
schijnt zich niet te overhaasten; wanneer ze zich in
het geheel haast dan doet ze dat volgens de vaderland-
sche spreekwijze, langzaam. De subcommissiën volgen
dat voorbeeld; naar ik van de buitenwacht hoor moet
de uitslag der inzameling tot nogtoe zeer verrassend
zijn. Plaatsen, die men als verloren posten opgaf,
komen met flinke inzamelingen uit den hoek, getuige
Roermond, waar f 500 bijeengebracht werd; daaren
tegen stelden plaatsen of streken en „centrums van
beschaving", welke gewoon zijn hunne liberaliteit tame
lijk hoog te doen klinken, de verwachting bitter teleur.
In den Haag moet om en bij de f 3000 zijn bijeenge
bracht, eene som die hoog te noemen is, wanneer men
in het oog houdt dat er weinig moeite gedaan is om
inschrijvingen op te zamelen, maar er alleen lijsten van
inteekening zijn nedergelegd, niet rondgezonden.
„Gij hebt, meen ik, aan uwe lezers ook reeds
medegedeeld dat er eene verandering gekomen is
in de inrichting van het Bijblad van de Staats-courant.
Aan het einde der laatste zitting heeft de tweede kamer in
eene besloten vergadering het dwaze besluit genomen
de bijlagen van het Bijblad eenvoudig af te schaffen^
en aan de geabonneerden de stukken van de kamer, N
zooals die voor de leden gedrukt werden, rond te sturen.
Een zeer logisch besluit voorzeker! Men klaagt over
de indigeste hoop stukken die men u thuis zendt, en
men komt aan uw beklag te gemoet door den hoop te
verdubbelen. Het onzinnige besluit is echter niet uit
gevoerd, maar opdat de geabonneerden toch zouden
merken dat er iets gedaan was, is er besloten dat ze
destukken anders zouden ontvangen, namelijk in dossiers
voor iedere zaak afzonderlijk. Het kan zijn,-dat deze
schikking de bruikbaarheid der bijlagen van het offi-
cieele kamerverslag verhoogt, maar tot nogtoe heb ik,
in mijn qualiteit van geabonneerdegeen ander gevolg
van de reorganisatie kunnen merken dan dat er groote
vertraging in de toezending plaats heeft. De begrooting
voor 1873 ken ik tot op den huidigen dag van 8 Oc
tober nog niet anders dan uit de extracten die de cou
ranten er voor een 14 dagen uit mededeelden; toen
hadden zij de begrooting dus reeds, maar waarom moe
ten wij, geabonneerden dan nog een paar weken wach
ten? A qui la Jaute? zult ge vragen, en ik antwoord op
goed geluk af zonder te vreezen voor een abuis, aan dien
Augiasstal van 's-Gravenhagede landsdrukkerij. Ik wil
wedden dat de pakken Bijlagen der begrooting reeds sedert
dagen voor de geabonneerden gereed liggenmaar daar
de raachthebbenden in die landsinstelling zich in 't
minst niet aan den gang van zaken gelegen laten lig
gen en om goede redenen naar men zegt ja zelfs
aan een buitengewoon beambte het leven is geschon
ken die eigenlijk hun werk moet doenregeert natuur
lijk slofheid en traagheid in het bureau op den Flu-
weeleu burgwal. Wilt ge nog een aardig staaltje van
de activiteit bij die instelling: gisteren deed de tweede
kamer de begrooting voor den arbeid der gevangenen
af en heden avond ontvangen de geabonneerden op het
Bijblad reeds het wetsontwerp!"
De minister van binnenlandsche zaken brengt in de
Staats-courant van heden ter algemeene kennis, dat in
de maand December a. gelegenheid zal worden gegeven
tot het afleggen van het examen vermeld in art. 9 der
wet van 1 Juli 1865 (Staatsblad n° 59), ter verkrijging
eener akte van bevoegdheid als apotheker. Dag en
plaats van het examen zullen nader worden aangewezen.
Zij, die tot het examen wenschen te worden toegelaten,
behooren daarvan vóór 20 November a. schriftelijk opgave
te doen aan den voorzitter der commissie van examen,
den hoogleeraar dr. J. W. Gunningte Amsterdam,
onder overlegging van een bewijs, dat zij minstens
twee jaren als hulpapotheker binnen het koninkrijk zijn
werkzaam geweest.
Met ingang van den 20en dezer is de rijkstelegraaf-
klerk J. C. van der Maal benoemd tot rijkstelegraaf-
kantoorhouder en brievengaarder te Blokzijl.
BENOEMINGEN EN BESLUITEN.
eereteekeneit. Toegekend aan e. f. Bonjer,
H. F. Planten, C. J. Rotgans en K. J. Swartscheeps-
gezagvoerders voor de groote vaartde zilveren medaille,
ingesteld bij besluit van 24 Januari 1841n° 22, als
erkenning van hunne aan de wetenschap der zeevaart,
door overlegging van uitmuntende scheepsjournalen,
bewezen diensten.
staats-commisseen. Benoemd tot lid en voorzitter
der commissie van deskundigen (om te adviseeren over
de gevallen van besmettelijke veeziekten) vermeld in
art. 34 der wet van 20 Juli 1870 (Staatsblad n° 131):
dr. H. van Capetle, referendaris bij het departement
van binnenlandsche zaken; en tot leden J. A. Alers
districtsveearts te 's GravenhageJ. Huffnageldistricts
veearts te Haarlem, en L. Swart, districtsveearts te
Alkmaar.
rechterlijke macht. Benoemd tot griffier bij het
kantongerecht te Oldeberkoop mr. D. van Laeradvo
caat te Zwolle.