MIDDELBÜRGSCHE COURANT. F 237. Zaterdag 1872. 5 October. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m. franco is f 3.50. Middelburg 4 October. VERBETERING VAff "WONINGEN. De geschiedenis van het congres der Internationale heeft reeds op de meest treffende wijze bevestigd, dat de beste politiek eener regeering ten aanzien van der gelijke zaken om de quaestie der wettelijkheid voor een oogenblik te laten rusten de politiek der ont houding is. Geheel aan zich zelve overgelaten, beroofd van de gelegenheid om heftig uit te varen tegen de onderdrukking der regeering en tegen de geheime tegenwerking der politie, dus gedwongen om de aan dacht alleen bij eigen zaken te bepalen, ondervond het Haagsche congres hetzelfde wat wel eens op meer weten schappelijke congressen gebeurd is: de kleingeestige naijver der leden trad op den voorgrond, alle persoon lijke en nietige qaaestiën kwamen in een helder licht en werden breed uitgemeten; en na eenige dagen kib- belens in openbare en besloten bijeenkomsten ging het congres, waarvan de heer van "Wassenaer Catwijck in de kamer verklaarde dat het „de grondslagen der (Haagsche?) maatschappij had doen daveren," uiteen met een soort van finis Poloniaemet eene tot volslagen onderlinge verdeeldheid der leden en tot krachteloos heid der vereeniging aangegroeide oneenigheid. De voor een paar dagen te Amsterdam gehouden vergadering van voorstanders der Internationale, waar omtrent wij reeds een en ander mededeelden, komt opnieuw de in '3 Gravenhage opgedane ondervinding- bevestigen. Schoon daar sommige sprekers tamelijk heftige redevoeringen hieldenwas de Amsterdamsche bijeenkomst zeer kalm en werd er een adres aan de regeering aangenomenwaarin verzoeken werden gedaan welke meer pleitten voor de onervaienheid en onkunde dan voor de kwade bedoelingen der adressanten, ter wijl een der woordvoerende „burgers", die op het Haag- sche congres een eerste viool had gespeeld, rondweg verklaarde dat hij in 'sGravenhage nog al teleurgesteld was geworden en van daar „veel minder internationaalsch was teruggekomen dan hij er heen was gegaan", zoodat hij dan ook voorstelde dat het aangenomen adres niet namens de Internationale, maar direct door de Neder- landsche werklieden zou worden onderteekend' en inge diend. Deze bekentenis van den congresbezoeker is op zich zelve van weinig gewicht; wij gelcoven dat er weinige bezoekers zijn, zelfs van zeer wetenRchapp-lijke con gressen, die niet met eenige teleurstelling van hun be zoek terugkeerendeels teleurgesteld omdat zij op de Vanity Fair slechte zaken hebben gemaakt en hunne waar tot te lagen prijs van de hand gezet, deels teleur gesteld omdat er niet te vinden was geweest wat zij zich hadden voorgesteld en verwacht, iets nuttigersen hoogers namelijk dan eene Vanity Fair. Maar het geeft tcch reden tot verheuging op te merken dat het con gres der Internationale niet aan het noodlot aller congressen schijnt ontsnapt te zijn, en dat ook daarvan teleurstelling en illusieverlies de gevolgen zijn geweest. Wij willen oprecht zijn en in spijt van m"-. J. Heems kerk Az., en van de redactie van het Handelsblad de verklaring afleggen dat wij het Haagsche congres „met genoegen hebben zien bijeenkomen." Zoodra wij wisten dat onze regeering ten aanzien van het congres hande len zou volgens de voorschriften der wet en van het gezond verstand, begrepen wij dat het congres den weg van alle congressen zou opgaan, dat het door onze voor den indruk van groote woorden weinig vatbare lagere volksklasse met minachting en spotternij zou worden begroet, en wachtten wij er dus niets dan nut van; dat het congres echter de geheele Internationale in wanorde zou brengen konden wij, weinig bekend met de inwendige geschiedenis der vereenigingechter niet vermoeden. Maar wij verwachtten van het con gres een voordeel hetwelk hij wien het ernst is met het welzijn van zijn land, niet genoeg waardeeren kan, en onze verwachting werd niet bedrogen. Het congres YCstigde de aandacht van velendie anders onnaden kend of onverschillig zijnop de teedere-^teelen onzer bedendaagsche samenleving en zal, zoo het al niet hij machte is de organieke gebreken te genezen, althans bij velen zekere mate van belangstelling en naden ken opgewekt hebben, welke op zich-zelve reeds bere kend zijn om de kwalen welke niemand verhinderen kan en die bestaan hebben sedert den oorsprong der- maatschappijalthans dragelijker te maken. Al moge het langs een verkeerden weg en door op een gebrek der raenschelijke natuur, de vrees, te werken geschied zijn, de Internationale, en meer bepaald voor Nederland haar naagsche congres, heeft velen gedwongen de oogen te vestigen op gewichtige belangen, waarvoor zij tot nogtoe willens en wetens, of wel uit onverschilligheid en lichtzinnigheid blind waren gebleven. In eene engere, doch juist daarom voor ons land meer belangrijke mate kan de te Amsterdam gehouden ver gadering van Nederlandsche werklieden nuttig werken. Ook daar werden, zij het al niet in eene zeer gekuischte taal, de klachten der arbeidende klasse geformuleerd en, wat de in het adres aan den Amsterdamschen ge meenteraad geuitte klachten aangaat, zij waren althans juist en werden op ordelijke en wettige wijze gefor muleerd. De klacht over slechte, ongezonde en dure woningen heeft, ook buiten Amsterdam, een ontwijfel baar recht van bestaande fout der klagers is alleen dat zij herstel zoeken waar het niet te vinden is, bij den staat, bij de plaatselijke besturen. Dat er woningen gebouwd werden voor de arbeidende klasse welke ten volle beantwoorden aan de eischen der gezondheidsleer en verhuurd werdeu voor eene som voldoende om de kosten van aanleg en van onderhoud zonder te groote winst voor den ondernemer te dekken, zou ongetwijfeld even wenschelijk zijn voor de arbeidende klasse als in het algemeen belang; doch de staat mag om dit doel te bereiken niet anders dan indirect werkzaam zijn. Hoogstens kunnen de gemeentebesturen daartoe hunne medewerking verleenen door het om niet of tegen nominale prijzen afstaan van de grondenwaarover zij de beschikking mochten hebben. Maar de zaak zelve behoort bij de particuliere ondernemingsgeest te worden aangebracht of, liever nog, levert een uitstekend veld voor de werking van het coöperatief beginsel. Wan neer de arbeidende klasse een deel van de penningen welke nu haren weg vinden naar dc geldlade der tap perijen of de kassen stijven welke bestemd zijn om de voor den arbeider zoowel als voor het groote publiek schadelijke werkstakingen te schragenin cooperative bouwondernemingen stakzoo zou zij zich zelve hel pen, op eene meer afdoende wijze dan door rieiren zegelpapier met niet voor verwezenlijking vatbare ver zoeken aan de plaatselijke of centrale besturen te be schrijven. Het is niet om een zoogenaamd „doctrinair" bezwaar, om het beginsel van stehelmatige onthouding van den slaat op het gebied dat buiten zijnen engst mogelijk getrokken werkkring ligt, dat wij de directe inmen ging van de regeering in de zaak der woonhuizen van den ambachtsman afkeuren, maar omdat een eerste stap op dien weg ernstige en noodlottige gevolgen zou kunnen hebben; en de billijkheid jegens andereklassen der maatschappij eischt dat men na deze klasse der staatsburgers geholpen te hebben niet zou blijven stil staan. Of meent men dat de arbeidende klasse alleen te worstelen heett met het bezwaar van slechte, onge zonde en te dure woningen? dat de stijging van de prijzen der levensmiddelen alleen bij haar, en niet bij andere klassen der maatschappij bekommering wekt? De billijkheid eischt dat wanneer dc staat of de gemeente daadwerkelijk optreedt om in de behoeften der arbei dende klasse te voorzien, hij zijne werkzaamheid uit breide tot dien breeden zoom van burgers die geplaatst zijn tusschen den eigenlijken arbeidersstand en den zoo- genoemden door de „burgers-internationalisten" beurte lings onder de namen van „bezitters" en van bourgeoisie bestreden stand. Wanneer de eigenlijke arbeider klaagt over zijn lot, dan heeft deze gewis evenzeer het recht zich als „noodlijdend" tij den staat aan te melden. Daarom geven wij aan beiden, en ook aan andere klassen der maatschappij aan de kleine, schraal bezol digde ambtenaren bij voorbeeld, denz«}fden raadl^helpt u zeiven. Waar het de klachten over ongezonde, slechte en dure woningen geldt hebben in Nederland alle be woners der dicht bevolkte steden recht van medepraten, voor zoo veel zij althans het geluk niet hebben eigenaars te zijn van de „hechte en sterke" huizen die onze voorva deren voor zich zeiven en hunne nakomelingen stichtten, maar zich moeten behelpen met de woningen die de speculatiegeest onzer dagen ten gebruike van een ander en ten eigen voordeele bouwt. Maar op dit terrein kan juist de coöperatie uitnemend werkzaam zijnmen sluite zich aan in het gemeenschappelijk belang; en wanneer de staat indirect zoodanig streven in de hand werkt en bevordert voor zoover dat in zijne macht ligt, zoo gelooven wij niet dat een enkele uit de bourgeoisie geen enkel „bezitter" dat anders dan toejuichen zal. De minister van justitie heeft in een brief aan den heer M. Wertheim Salomonson te Almelo het volgende geantwoord op het adres der Twentsche fabrikanten „Het doet mij leeddat de onnauwkeurigheid van den verslaggever in de Nieuwe Rotterdamsche courant en het Handelsblad mij woorden in den mond heeft gelegd, die u aanstoot hebben gegeven, maar die door mij zóo niet zijn gesproken. „Ik acht het daarom noodig om, alvorens aan uw adres eenig gevolg te geven, vooraf door toezending van een exemplaar van het Bijblad u in staat te stellen, kennis te nemen van hetgeen inderdaad door mij is gezegd. „Naar mijne inlichtingen bestor.d het bedoelde mis bruik want zoo meen ik het te mogen noemen, te Borne. „Heb de goedheid dit mijn schrijven met de Bijlage aan uw geëerde medeonderteekenaars mede te deeien." Tot nadere opheldering dezer zaak laten wij hier vol gen wat de minister, volgens het Bijblad gezegd heeft: „Het is gebleken dat onder de grieven van het werk volk niet alleen de gewone grieven van elke werkstaking begrepen waren, dat niet alleen om loonsverhoogingen vermindering van werkuren werd gevraagdmaar dat er o' k andere grieven warenop éen van welke ik de aandacht hier moet vestigen. In enkele fabrieken bestond de gewoonte om het arbeidsloon uiet ge teel in geld uit te betalen maar gedeeltelij kin geld en gedeeltelijk in bons waarop de arbeider winkelwaren kon krijgen in een be paalden winkeltegen zoodanigen prijs en van zooda nige qualiteit als de winkelier die geliefde te leveren. Men onthield dus deu arbeider de vrije beschikking over zijn wettig verdiend loon. Het werk is hervat zon der dat het loon overal verhoogd is, maar de aangewezen grief is opgeheven. De Staats-courant van heden bevat het koninklijk besluit van den 14en September 1872, bepalende de plaatsing in het Staatsblad van het tusschen Nederland en Rusland op don 29cn/17tn Juni te St. Petersburg gesloten postverdrag. BENOEMINGEN EN BESLUITEN". BELASTINGEN. Benoemd tot ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Appelternc. a. S. Hallungius, thans ontvanger te Montfooit c. a.en tot ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Velp c. a. A. F. R. E. van Hasselt, thans ontvanger te Duiven c.a. ONDEKWIJS. Bij de alhier gehouden examina ter verkrijging van een akte voor het lager onderwijs zijn 11 candidaten als hulponderwijzer geëxamineerd, waarvan 10 zijn toe gelaten, n. 1. de heereu A. C. Boluijt, te Poortvliet; Z. Bouwens, te Middelburg; S.Dooge, te Sir Jansland; A. Goudswaard, te Oosterland; A. B. van den Hemel, te Middelburg; P. J. Houmes, te MiddelburgS. Kake- beeke, te Waarde; C. Lievense, te Middelburg; J. A. Risseeuw, te Middelburg en S. J. van Wijck, te Neuzen. Voor het teekenen werden 3 candidaten geëxamineerd, die allen werden toegelaten, n. 1. voor schoolonderwijs de heeren P. van Driel en M. Scheele, en voor huis onderwijs de heer J. J. Nieukerken, allen te Middelburg. In de Hoogduitsche taal werd het examen door 4

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 1